Toegevoegd zout door voedingsproducenten kan één op vijf hartziekten voorkomen
Als de hoeveelheid zout toegevoegd door voedingsproducenten beperkt
zou worden, zou één op vijf hartziekten kunnen worden vermeden.
Jaarlijks zouden zo duizenden mensen kunnen redden, omdat de kans op
hartaanvallen en beroertes verkleint.
Volgens recent Australisch onderzoek zou deze relatief simpele wet twintig keer effectiever zijn dan voedingsadvies.
Dagelijks
zou je niet meer dan 6 gram zout mogen opnemen, maar gemiddeld is de
opname nu 9 gram. Door voedingsproducenten te verplichten minder dan 3
gram (maaltijden) of 0,6 gram (broodjes) zout toe te voegen, zou de
zoutinname serieus beperkt kunnen worden. Nu bevatten veel bereide
maaltijden meer dan 3 of 4 gram zout.
"Het
is onvoldoende om mensen aan te raden minder zout te eten en gewoonweg
te hopen dat ze gezondere keuzes zouden maken. De voedselproducenten
moeten gedwongen worden het zoutgehalte te verminderen: ze hebben die
verantwoordelijkheid ten op zichte van de consument. Doen ze het niet,
dan moet de regering maar ingrijpen", aldus onderzoekster Linda Cobiac.
Daar
lijken ze vooralsnog niet voor te vinden te zijn.
Gezondheidsorganisaties en -ministers proberen de sector uit vrije wil
zover te krijgen het zoutgehalte gradueel te laten zakken.
Of de
consument dat leuk zal vinden is een andere vraag. We zijn gewend aan
veel 'smaak', veroorzaakt door zout, in eten en vinden 'pure' voeding
vaak smakeloos.
|