Victor Horta 1861 1947 was een Belgisch architect.
Klik op de foto om een filmpje van zijn overige werken te bekijken
Victor Horta (Gent, 6 januari 1861
Brussel, 8 september 1947) was een Belgisch architect. Hij speelde een
belangrijke rol in het ontstaan en de ontwikkeling van de Art Nouveau of
de Jugendstil.
Horta werd geboren in Gent als zoon van de
schoenmaker Petrus Horta en Henrica Coppieters. Hij genoot middelbaar
onderwijs aan het Koninklijk Atheneum aan de Ottogracht. Horta werd
opgeleid in de traditie van de ontwerp- en stijlstroming Beaux-arts.De
eerste jaren van zijn carrière werkte hij als interieurontwerper in
Montmartre in Parijs, waar hij in contact kwam met het impressionisme,
het pointillisme en met de mogelijkheid om te bouwen met moderne
materialen als staal en glas. Hij had grote belangstelling voor de
geschriften van Viollet-le-Duc. In Parijs werkte hij in het atelier van
de architect-binnenhuisontwerper Jules Dubuysson. Zo ontdekte Horta het
belang van de decoratieve kunsten en van de binnenhuisarchitectuur.
In 1880, na de dood van zijn vader, keerde
hij naar België terug. Hij trouwde met zijn jeugdvriendin, Pauline
Heyse, en ging in Brussel wonen; daar studeerde hij aan de Academie voor
Schone Kunsten, waarvan hij in 1884 afstudeerde met de gouden medaille.
Hij behaalde datzelfde jaar de Godecharleprijs. Horta raakte bevriend
met zijn toekomstige collega Paul Hankar, die eveneens een sleutelfiguur
van de Art Nouveau-architectuur zou worden. Horta liep stage bij
Alphonse Balat, de toenmalige hofarchitect van koning Leopold II en deed
er ervaring op in gietijzer- en glasarchitectuur. Samen ontwierpen
Balat en Horta de Koninklijke Serres van Laken, Horta's eerste complex
bouwwerk van glas en staal.
In 1920 tot 1927 wordt Victor Horta
directeur van de architectuurafdeling van het "Hoger Instituut voor
Schone Kunsten" in Antwerpen.
Rond 1885 had Horta een eigen
praktijk; zijn eerste realisaties waren een drietal woonhuizen in de
Gentse straat Twaalfkameren 45-47. Deze realisaties kunnen als
jeugdwerken van de later bekend geworden architect beschouwd worden en
vormen de enige bouwwerken van Horta in Gent. Hierna concentreerde hij
zich een tijd op wedstrijden voor publieke opdrachten, waarbij hij zijn
typische stijl van gebogen lijnen ontwikkelde. Hij werd in deze periode
lid van de vrijmetselaarsloge en breidde zijn sociale netwerk gevoelig
uit, wat vanaf 1893 resulteerde in een reeks opdrachten voor
burgerwoningen en winkels, vooral in Brussel. Uit deze periode dateren
Horta's belangrijkste realisaties voor een select publiek uit de hoge
Brusselse burgerij. De woning voor ULB professor Emile Tassel, Hotel
Tassel in 1893, markeerde de aanvang van een nieuwe stijl of de Art
Nouveau. Deze stijl was niet alleen vernieuwend in het gebruik van
typische decoratievormen (de "spaghettistijl" of "zweepslagmotieven" van
de Art Nouveau), maar ook door een experimentele indeling van de
interieurs. Door het gebruik van niveauverschillen, bijzondere
raampartijen, serres, trappenhuizen en glazen lichtkoepels bracht hij op
alle verdiepingen en in alle kamers licht naar binnen, en creëerde hij
een ongekend ruimtegevoel voor burgerwoningen uit die tijd. Het ermee
gepaard gaande ietwat vermoeide "fin-de-siècle"-gevoel vind je ook terug
in de boeken van de Haagse romancier Louis Couperus.
Een aantal van Horta's gebouwen zijn
verdwenen door afbraak of brand, onder andere het Volkshuis en het
warenhuis Innovation in Brussel. Toegankelijk voor ieder zijn het Paleis
voor Schone Kunsten in Brussel (BOZAR) (1928), het Belgisch Centrum van
het Beeldverhaal, het Autrique-huis en het Horta-museum. Een viertal
van zijn burgerwoningen in Brussel staan op de lijst van het UNESCO
Werelderfgoed, onder andere zijn eigen woning en atelier in Brussel, het
huidige Horta-museum.
In 1932 werd hij tot baron verheven door
koning Albert I. Hij overleed op 8 september 1947 en werd begraven op
het kerkhof van Elsene.
|