Overweg13
Trein en bus, wandelen en weer, en van die hobby's meer
06-06-2023
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.6 juni 2023 Sainte-Cécile - Herbeumont (GR16)

De wandeling.
Het is tijd voor nog eens een echte expeditie enals je in de Gaume wil stappen, zit je dan altijd goed.We stappen een stukje GR 16 Sentier de la Semois, van Sainte-Cécile naar Herbeumont. En inderdaad, een groot gedeelte van de tocht verloopt in de onmiddellijke buurt van deze (nu) rustig kabbelende rivier. Dat is het gemakkelijke deel van de tocht, maar je moet ook rekening houden met 2 stevige klimpartijen, één naar het uitzichtpunt van de Castelain - verwacht er niet te veel van - en één tegen Herbeumont aan, op weg naar de Prieuré de Conques. Op dat ogenblik neemt de vroegere spoorlijn 163A de rol van de Semois over: je wandelt onder enkele van die prachtige bruggen die vermeden dat er ook maar één enkele overweg was op de lijn Bertrix - Muno. Stappen over het Viaduc de Conques, het alombekende spoorwegviaduct van Herbeumont, is een unieke belevenis, al zijn de stukken ervoor en erna minstens zo interessant voor de wandelaar die het niet zo heeft voor verharde paden. De hele tocht is 15.7 km lang, de TWQ bedraagt 75%. Op het einde voelden we ons wel wat in het ootje genomen: we volgen bewust de variant van Herbeumont (die loopt samen met GR 161) maar om in het dorp Herbeumont te geraken is dat niet het beste idee; dat verklaart de strik op het einde (zie kaartje). Je verwacht dat er minstens één brug is die je de mogelijkheid zal geven om de uitgraving van Herbeumont te verlaten, maar we moesten tot het eind van de diepe uitgraving stappen en dan terugkeren, naar de brug waar we voordien onderdoor gegaan waren. Wie dat wil vermijden kan dus maar beter ter hoogte van de parking voor mobilhomes de oude spoorbedding verlaten. We quoteerden 17/20: meer dan een kilometer langs de redelijk drukke en ongetwijfeld gevaarlijke N884, zonder enige voorziening voor wandelaars of fietsers, haalden het cijfer wat naar beneden, anders zou het een echte kraker geweest zijn.


Zicht op Sainte-Cécile


De Semois net voor die aan een ruime meander begint.

Meer foto’s zijn te vinden op deze plek.

Het weer.
Wisselend bewolkt en warm. Tegen het einde minder bewolkt.

De stafkaarten.
67/7-8 Florenville (2021) - 67/3-4 Herbeumont (2021)


Hoe we er geraakten.
Met 6 treinen en 2 bussen kun je echt wel van een expeditie spreken. Het vertrouwen in de NMBS is zoek en een combinatie van 3 treinen en 1 bus is niet zo evident, zeker als de aansluiting in Libramont slechts gegarandeerd wordt als de vertraging van de IC minder is dan 2 minuten. Neem daar de beperkte mogelijkheden van buslijn 163a (Bertrix - Muno) en lijn 37 (Florenville - Bouillon) bij en je weet dat je een verbinding moet vinden die de grootste slaagkans heeft.

Uiteindelijk is het een verbinding geworden die in Libramont 2 mogelijke aansluitingen bood en een bus die laat genoeg na de aankomst van de trein in Bertrix vertrok.
Meer zorgen moesten we ons maken voor de terugreis, met 3 minuten overstap van bus naar trein in Bertrix en 5 minuten van trein naar trein in Libramont. Waar de heenreis nog 4 en een half uur duurde, zou de terugreis bij succes een compleet uur minder lang moeten duren.

Een beetje geschiedenis.
De eerste dienstregeling komt er in 1915, als de Duitsers de lijn om haar strategisch belang hebben overgenomen. Dat ook na WO I het aanbod altijd erg pover is geweest, moge blijken uit deze uitzonderlijke maatregel die ik terugvond in de spoorboekjes van de jaren 1930: De biljetten worden door het treinpersoneel afgeleverd. Het reisgoed dat niet tijdens de openingsuren der bureelen op den dag zijner aankomst is afgehaald of, desgevallend bij de aankomst van den trein, die het vervoerd heeft, wordt naar de statie Bertrix terug gezonden.
Deze mededeling verdwijnt uit het spoorboekje op 3.10.1937. Net voor WO II, in het spoorboekje van 15.03.1940 worden de gesleepte treinen (met 2de en 3de klasse) vervangen door TT’s, autorails. de spoorlijn is gezien het aantal kunstwerken, viaducten, bruggen en tunnels vrij gemakkelijk te saboteren. Dat lot treft ook twee viaducten. Pas in het spoorboekje van 08.10.1945 verschijnt er opnieuw een beperkte dienstregeling en dan nog alleen voor de sectie Bertrix - Orgeo-Ardoisières. Het zou tot 15.05.1949 duren voor de lijn weer volledig bereden kan worden tussen Muno en Bertrix. Veel heeft de reizigersdienst trouwens niet meer om het lijf: 2 ritten heen en terug, blijkbaar ten dienste van de arbeiders in de leisteengroeven. Ondertussen heeft een buslijn Muno - Bertrix - Longlier de bediening van de stations voorbij Orgeo-Ardoisières overgenomen. Het is die buslijn die de basis vormt voor de latere buslijn 163a. Vanaf 31.05.1959 blijven er alleen nog busritten over, ongeveer 8 HT per dag, wat een duidelijke verbetering is tegenover voordien.

En voor de rest kent de geschiedenis van lijn 163a het bijna klassieke verloop van zoveel andere buslijnen: overname door de NMVB/SNCV; die laatste wordt opgeheven in 1991 en lijn 163a wordt nu uitgebaat door de TEC-Namur-Luxembourg. Zelfs voor de overname door de TEC is de weekenddienst afgeschaft, nl. in de loop van 1989: de 2 laatste ritten op zaterdag en de enige rit Muno - Bertrix op zondag sneuvelen.
Sindsdien is de dienstregeling niet fundamenteel gewijzigd: men verwacht duidelijk dat de klant zich aan het bedrijf aanpast en dat levert niet altijd even logische ritten op. Wij krijgen zo eerder toevallig onze tocht ingepland tussen een middagrit heen en een avondrit terug…

Wie echt alles wil weten over de spoorlijn en zo goed als alle kunstwerken tussen Bertrix en Muno kan hier terecht. En voor een kaart met de merkwaardige bocht en tunnel waarmee lijn 163A aansluit op lijn 165 kun je hier terecht. Oorspronkelijk dacht men trouwens aan een lijn Florenville - Muno die evengoed de leisteenmijnen had kunnen bedienen en met veel minder moeilijkheden op het terrein, maar politiek gekonkel zorgde ervoor dat de lijn in Bertrix vertrok. Ten slotte nog enkele weetjes uit Marganne, Roland, Le rail en Gaume, GTF, 1986:

1. Het tracé van Muno naar Florenville zou korter en makkelijker aan te leggen zijn geweest. Het was de NMVB die uiteindelijk een tramlijn Sainte-Cécile - Florenville - (Marbehan) aanlegde. Sainte-Cécile was het overstappunt tussen tram en trein.
2. De bouw van de lijn begon in 1904; toen WO I uitbarstte lagen er nog geen sporen, maar de Duitsers wilden zo snel mogelijk een verbinding met Carignan: die kwam er in 1915.
3. De aanleg ging gepaard met de bouw van 3 viaducten, 3 tunnels, 7 bruggen boven en 16 onder de lijn. Zo werd deze lijn een van de duurste ooit gebouwd in België. Italianen, Zwitsers, Nederlanders en Duitsers waren betrokken bij de aanleg.
4. In feite is de lijn alleen internationaal geweest tijdens de beide wereldoorlogen.
5. De refertesnelheid van de lijn bedroeg 60 km/u.
6. De volgende locomotieven werden verboden op lijn 163A: 1,5, 10, 31, 33, 35, 36, 38,90 , 97 en 98. De types 53 en 81 mochten niet sneller dn 40 km/u.
7. Na WO II werd eenmansbediening ingevoerd op de eerste en laatste trein van de dag. Het project werd vrij snel stopgezet.
8. Na het opheffen van de reguliere reizigersdienst reed er jaarlijks nog een trein tussen Bertrix en Herbeumont voor zo een 250 jongeren op vakantiekolonie.


De verbinding.

Halle - Brussel-Zuid 1557 08:57 09:07 +4 08106 (FML) mr08 Desiro controle: N
Brussel-Zuid - Libramont 2109 09:33 11:52 +8 1353 (FNND) - 11810 (FSD) I11 controle: J
Libramont - Bertrix 5961 11:57 12:08 +3 08546 (LL) mr08 Desiro controle: J
Bertrix - Sainte-Cécile [163A] 12:50 13:29 stipt ab4906-03 Iveco Crossway LE Transports Penning
-
Herbeumont - Bertrix [163A] 18:21 18:50 -2 ab4906-88 Mercedes Citaro LE Transports Penning
Bertrix - Libramont 5989 18:53 19:04 stipt 08534 (LL) mr08 Desiro controle: N
Libramont - Brussel-Noord 2141 19:09 21:17 +1 1862 (NK) - 61009 (FBMZ) M6 controle: J
Brussel-Noord - Halle 3692 21:23 21:51 stipt 08045 (GCR) mr08 Desiro controle: N

 

En wat we beleefden.
Het viel meteen al mee, want door de vertraging van S 1557 konden we die nemen, zonder 2 ritjes op een KeyCard op te hoesten. En zo kregen we ook nog wat extra tijd in Brussel-Zuid. Tot Ottignies zou alles vrij vlot lopen, de maximumvertraging bedraagt 4 minuten bij aankomst in Gembloux. Die slonk vrij snel weg en het leek erop dat we in Libramont zelfs op tijd zouden aankomen, zeker als we Hatrival na een rit op tegenspoor tussen Grupont en Hatrival op tijd bereiken. Toch loopt het vanaf Hatrival fout: wat is niet duidelijk, maar we rijden langere tijd behoorlijk traag, zodat we in Libramont aankomen met 8 minuten vertraging. De tbg heeft de niet-gegarandeerde aansluiting naar Bertrix en Virton wel omgeroepen en wordt daarover geïnterpelleerd door zijn collega. Maar hij riposteert dat hij tot 2 keer toe gevraagd heeft wat er zou gebeuren en dat men hem verzekerd heeft dat L 5961 zou wachten. En inderdaad, ondanks onze vertraging staat L 5961 te wachten op spoor 5: we vertrekken met 6 minuten vertraging, maar in Bertrix is die al geslonken tot 3 minuten. Het is hemeltergend dat men deze aansluiting blijkbaar niet altijd laat wachten, ook al kan er tussen Libramont en Bertrix al 3 minuten worden ingehaald. Voor alle duidelijkheid: ons maakt het deze keer allemaal niet zo veel uit, omdat we ook met L 6084 nog ruimschoots op tijd in Bertrix zouden aankomen.

Bertrix is al lang niet meer het vrij levendige station van destijds, met gesloten loketten en voorts onzichtbaar personeel. De bus heeft wat vertraging - lees: is te laat vertrokken aan zijn beginhalte Bertrix Grand Place - maar de rit is echt de moeite waard: onderweg krijgen we vaak doorkijkjes naar de bruggen van ex-lijn 163A, de ene al wat mooier dan de andere. De weg is erg bochtig: wat een verschil met de bijna rechte spoorlijn van destijds. Hoopgevend voor de terugrit is dat de vertraging van enkele minuten bij aankomst in Sainte-Cécile is weggewerkt. Er zit dus wat reserve in de dienstregeling.

Dat is belangrijk: met 3 minuten aansluiting in Bertrix mag er echt niet veel fout gaan, maar het valt altijd weer op hoe chauffeurs blijkbaar voor zichzelf een realistische rittijd hebben uitgerekend die meestal wat korter is dan de officiële. Dat is, gelukkig voor ons, ook nu het geval: we vertrekken in Herbeumont met 4 minuten vertraging, maar komen nog een tweetal minuten te vroeg in Bertrix aan.
Lang wachten op de trein is het niet. De rit naar Libramont is er een zonder geschiedenis, we komen samen met de IC naar Brussel in Libramont aan, maar IC 2141 staat hier 6 minuten stil. Het moeilijkste deel van de terugrit is achter de rug. IC 2141 bestaat uit 4 M6-rijtuigen, ik had er 5 verwacht. Opvallend is dat de dienstregeling van Marloie tot Ottignies erg krap is, met een geleidelijk toenemende vertraging, tot 6 minuten in Ottignies. Maar het traject Ottignies - Brussel-Luxemburg wordt 4 minuten sneller afgelegd dan voorzien; in Brussel-Noord hebben we nog 1 minuut vertraging. Het ritje met de S-trein naar Braine-le-Comte verloopt vlot. Uiteindelijk bereiken we Halle na 3.5 uur OV stipt op tijd.

De treinlectuur.
Jeroen BROUWERS, Cliënt E. Busken. De allerlaatste roman van Brouwers, over cliënt Busken, die zich tegen wil en dank moet laten verzorgen in een instelling, en die dan maar voorwendt doof en stom te zijn. We volgen zijn meanderende gedachtegang en zo leren we ook dat de cliënt (want patiënt mag niet meer) waarschijnlijk aan Alzheimer lijdt.

Emily BRONTË, De woeste hoogte.


Af en toe heeft een mens een opsteker nodig en in het voorbije weekend was dat het interview met Dirk van Damme in Zeno (bijlage bij De Morgen). Wat die man allemaal vertelde over het onderwijs en het taalniveau van de Vlaming, het is wat mijn collega’s-leeftijdsgenoten twintig jaar geleden ook allemaal al zegden. Spijtig genoeg werd ons toen op alle mogelijke manieren verkondigd dat onze lessen nergens op leken door inspecteurs en later doorlichters, die zelf zo goed waren dat ze toch maar lekker een job aannamen waarvoor ze niet meer voor de klas moesten staan.

Uitgedrukt…
Mijn wortel is ver gekrabd… Gelukkig werd deze uitdrukking meestal al lachend gebruikt, bijvoorbeeld na een hoest- of niesbui, of wanneer iemand zich niet in optima forma voelde. Want als je wortel ver gekrabd is, ben je bijna dood. Ver betekent hier niet ver, maar eerder iets als bijna.


Waar Abraham de mosterd haalde.
Voor het schrijven van deze bijdragen maak ik vaak gebruik van twee zeer waardevolle sites, één over de Belgische spoorlijnen en een over de bussen in Vlaanderen, Brussel en Wallonië. Het grootste probleem is dat van de informatisering: in de voorbije 20 jaar is het vrijwel onmogelijk geworden om nog aan papieren dienstregelingen te geraken en op het internet verdwijnen de oude dienstregelingen naarmate er nieuwe ingevoerd worden. Voor de trams maak ik nog al eens dankbaar gebruik van de Rail Atlas Vicinal van Stefan JUSTENS en Dick van der SPEK en van The Vicinal Story - Light Railways in Belgium 1885 - 1991 van W.J.K. DAVIES.

06-06-2023 om 00:00 geschreven door overweg13  


>> Reageer (0)
30-05-2023
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.30 mei 2023 - Wadelincourt

De wandeling.
Lannoo publiceerde in 2015 in een reeks dicht-bij-huisgidsen 10 wandelboeken (één per provincie). Wij gebruiken vandaag het Wandelboek Henegouwen en komen zo terecht in een dorp waar we eerlijk gezegd ook nog nooit van gehoord hadden: Wadelincourt, een deelgemeente van Belœil dat natuurlijk prat kan gaan op een bekend kasteel. Wadelincourt zelf is 304 ha groot en het betreft hier hoofdzakelijk uitgestrekte akkers. Met 337 inwoners (2021) kun je de gemeente bezwaarlijk dichtbevolkt noemen. In het wandelboekje is er sprake van de Église Saint-Vendrégésile, waar een Griekse heilige Sint-Charalampus aanbeden wordt om het vee te behoeden van ziekte. Maar tegenwoordig kun je je die moeite besparen: mocht je toevallig thuis een zieke koe of vaars, of zeug of beer rond hebben lopen, de toegang tot de kerk is verboden, vermoedelijk wegens te gevaarlijk! Mocht je toch wat meer te weten willen komen over de twee vermelde (enn zo goed als onbekende) heiligen: http://www.wadelincourt.net/saints.html.

Onze wandeling is zo een 14 km lang, inclusief een excursietje naar de kerk (zie kaart). Voorts kenmerkt ze zich door een lange, onverharde veldweg, een mooie wandeling tot vlak in de buurt van het kasteel van Belœil langs de Grande Avenue, die zijn naam niet gestolen heeft, want het betreft hier een lange rechte onverharde dreef die je in de buurt van Quevaucamps brengt. Met een TWQ van 48% kun je de wandeling niet meteen zwak noemen, maar evenmin echt sterk. Het probleem zou trouwens wel eens eentonigheid kunnen zijn, precies omdat je bepaalde wegen zo lang in rechte lijn moet blijven volgen. Onze score van 14/20 geeft dat vrij goed weer: liefhebbers van uitgestrekte akkers en een mooi domeinbos komen hier zeker aan hun trekken, maar er mocht wat meer afwisseling in zitten.

Alle foto’s vind je hier, maar deze kunnen je misschien al charmeren:

Het kasteel van Belœil in alle glorie, met Neptunus.

Al is niet alles even goed bewaard: les Pavillons, of wat ervan overblijft.

Het weer.
Bijna helder, op wat cirrus na. Wel winderig!

De stafkaarten.
Op 1:10.000: 45/1N Belœil (2000), op 1:25.000 45/1-2 Belœil (2021). Dat er tussen beide kaarten 21 jaar ligt, is in dit geval geen bezwaar. Integendeel, die kaarten op 1:10.000 zijn het beste wat het NGI ooit gemaakt heeft, al moet je wat vaker herplooien.

Hoe we er geraakten.
Wadelincourt wordt bediend door de bussen van lijn 86A en 86C, maar die laatste lijn is voor ons helemaal onbruikbaar. De meeste ritten gaan naar of komen van Péruwelz. Vaak is er een rit Blaton - Péruwelz die dan aansluiting geeft in Péruwelz. Enkele ritten leggen het traject Blaton - Péruwelz - Leuze (en omgekeerd) volledig af. Voor ons is de verbinding via Leuze vanzelfsprekend.

Een beetje geschiedenis.
Meestal kan ik voor de OV-geschiedenis van een dorp of gemeente wel 100 jaar teruggaan, maar voor Wadelincourt ligt dat toch wel anders. Grofweg moet men in de tijd gedacht hebben dat een ligging tussen de lijnen 81 Ath - Belœil, 86 (De Pinte) - Leuze - Blaton en zelfs 78 Tournai - Saint-Ghislain-Hornu voldoende waarborgen gegeven moet hebben om Wadelincourt enigszins bereikbaar te maken. Zelfs de komst van een buslijn 86a Ronse - Blaton in 1965 bracht geen soelaas. Het duurde zelfs tot eind jaren 1970 voor het dorp één (1) busrit kreeg op vrijdag. De marktgangers zullen er blij om geweest zijn. Met de komst van IC-IR veranderde de toestand: de spoorlijn 86 Leuze - Blaton (eigenlijk Basècles-Carrières) verdween definitief en zoals overal werd een goede busbediening beloofd om het verdwijnen van de trein te compenseren. Plots kreeg Wadelincourt 11 ritten op weekdagen, deels naar Blaton, deels naar Péruwelz; tijdens het weekend bleef het aanbod beperkt tot 5 ritten. Een jaar later werd er al gesnoeid in dit toch niet zo denderende aanbod, met 9 ritten op weekdagen, 2 op zaterdag en 4 op zondag. Tegenwoordig is het aanbod op weekdagen nog vergelijkbaar met dat van 1985, maar het hoeft nauwelijks gezegd dat de weekenddiensten op lijn 86a al lang afgeschaft zijn, ergens eind 1989, dus nog voor de splitsing van de NMVB/SNCV..

Het moet trouwens gezegd dat ook de treinen tussen Blaton en Leuze stopten met rijden op zondag vanaf 30.05.1965 en op zaterdag vanaf 23.05.1982. Een eigenaardigheid was dat vanaf 22.05.1966 geen treinen meer reden tijdens de jaarlijkse vakantieperiode, die toen trouwens beperkt was tot 3 weken.


De verbinding.

Halle - Leuze 3232 10:58 11:37 +4 1817 (FSD) - 61069 (LK) M6 controle: N
Leuze - Wadelincourt [86A] 12:11 12:30 stipt ab3002-11 Mercedes Citaro LE C2 Voyages François Lenoir
-
Wadelincourt - Leuze [86A] 16:07 16:25 +3 ab3008-03 Iveco Urbanway 12 Roman
Leuze - Edingen 1916 16:56 17:24 stipt 08168 (FSR) mr08 Desiro controle: J
Edingen - Halle 3367 17:33 17:44 +7 08108 (FML) mr08 Desiro controle: N

 

En wat we beleefden.
Dit zou nu eens een verplaatsinkje moeten worden zonder zorgen en toch: als we op de gewone aansluiting (tussen IC 1932 en bus 86A) gerekend hadden, zouden we eraan geweest zijn voor de moeite, want IC 1932 reed met voldoende vertraging om de aansluiting te kelderen. Gelukkig nemen we als dat kan altijd enige reserve en die bestaat vandaag uit een extra half uur aansluitingstijd door IC 3232 te nemen. Die rijdt trouwens ook niet helemaal op tijd, maar de gevolgen zijn in dit geval gelukkig minder drastisch. Slechter zijn de verwachtingen voor de mensen die in Leuze op de trein naar de luchthaven staan te wachten: terwijl we nog op het perron staan, klinkt de mededeling dat het vertrek van die trein nog moet bevestigd worden. Niet dus, want meteen daarna wordt een aanrijding gemeld tussen Leuze en Tournai. Later zal ik lezen dat het “ongeval” gebeurd is in Havinnes, volgens de Waalse kranten niet eens aan een overweg!

De bus van lijn 86A zal ons probleemloos naar de halte Wadelincourt Aubette brengen. Dat zal achteraf een inschattingsfout blijken te zijn, want de halte Rue de Ramignies ligt iets dichter bij het vertrekpunt. Dat deze bus ook bruikbaar kan zijn als alternatief voor de trein naar Tournai (met overstap in Péruwelz) wordt niet gezegd.

Voor de terugrit is de halte Aubette wel gunstig: het bespaart ons een eindje zonder betekenis naar het beginpunt. Om 16:07 verwacht je al wat volk op de bus, maar we blijven tot Leuze de enige reizigers. Net als vanmorgen moeten we over een afschuwelijk slecht stuk weg: de Mercedes van de middag verteerde de zware slijtage van de verharding nauwelijks en met de Iveco van de terugrit gaat het al evenmin goed. De chauffeur lijkt zich half te verontschuldigen: de wegen zijn verschrikkelijk en dit stuk moet het slechtste van Henegouwen zijn. Als we in Leuze aankomen, staat het jonge volkje te drummen: geen lege, maar een volzette rit wordt het nu.

We hebben uiteraard al angstvallig in het oog gehouden hoe het ondertussen het treinverkeer vergaat, maar waar de zaak eerst nog opgelost zou worden tegen 17:00, wordt er nu geen eindduur meer vermeld. Zelfs uit Leuze naar Ath hebben er weinig treinen gereden: veel ruimte om treinen te keren is er natuurlijk niet met 3 perrons. Maar we lijken geluk te zullen hebben, want IC 1916 zal uit Leuze vertrekken: twee desiro’s staan klaar om naar de luchthaven en dus naar Halle te rijden. In Edingen komen we nog altijd perfect op tijd aan, maar dan horen we dat de treinbestuurder een bericht krijgt en die roept meteen daarna de treinbegeleidster op: deze keer is iemand onder de trein gelopen in Ruisbroek en de trein kan voorlopig niet verder rijden. Daar gaat de hoop op een stipte aankomst in Halle. Er wordt vermoedelijk druk overlegd, maar aan dé oplossing voor veel reizigers wordt niet gedacht: S 3367 staat te wachten op het nevenspoor: voor ons is dat een goed alternatief, al lijkt de tbg dat niet te geloven, maar als men wat sneller geweest was zouden nogal wat reizigers voor Brussel ook deze trein hebben kunnen nemen, via Brussel-Schuman en de metro dan. Maar daar wordt met geen woord over gerept. In deze tijd van internet, apps en AI wordt het redeneringsvermogen blijkbaar uitgeschakeld. Wij doen de overstap wel. S 3367 zal wel met 7 minuten vertrekken, volgens de tbg omdat de voorgaande trein het spoor nog vrij moet maken. Nu, die voorgaande trein staat nog voor langere tijd stil, dat kan dus niet de oorzaak zijn. Maar de voortdurende roep om informatie in kranten e.d. maakt dat men tegenwoordig liever foute info geeft dan geen info. We komen 7 minuten later dan voorzien in Halle aan, een kwartier later dan oorspronkelijk te verwachten.
Drie hebben we er nu meegemaakt, op twee dagen, we zijn er al bij al zonder al te veel problemen uitgekomen. Dat kan niet gezegd worden van al die reizigers die vanmiddag naar Brussel of godbetert naar de Luchthaven moesten. Ik hoop dat wij onze portie voor dit jaar ondertussen gehad hebben.

De treinlectuur.
Dorothy L. SAYERS, In the teeth of the evidence.
Emily BRONTË, De woeste hoogte.



Naar verluidt zijn er te weinig studentekoten. Zou het kunnen dat er te veel studenten op kot willen? Of dat er te veel studenten zijn tout court? Of te veel die al te veel jaren aan hun studies besteden,

Uitgedrukt…

Kakken gaat voor bakken (al is de oven heet). Als je dringend moet, moet je niet wachten, wat je ook aan het doen bent. De uitdrukking geldt trouwens niet alleen voor bakkers…


Waar Abraham de mosterd haalde.
Voor het schrijven van deze bijdragen maak ik vaak gebruik van twee zeer waardevolle sites, één over de Belgische spoorlijnen en een over de bussen in Vlaanderen, Brussel en Wallonië. Het grootste probleem is dat van de informatisering: in de voorbije 20 jaar is het vrijwel onmogelijk geworden om nog aan papieren dienstregelingen te geraken en op het internet verdwijnen de oude dienstregelingen naarmate er nieuwe ingevoerd worden. Voor de trams maak ik nog al eens dankbaar gebruik van de Rail Atlas Vicinal van Stefan JUSTENS en Dick van der SPEK en van The Vicinal Story - Light Railways in Belgium 1885 - 1991 van W.J.K. DAVIES.

30-05-2023 om 00:00 geschreven door overweg13  


>> Reageer (0)
25-05-2023
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.25 mei 2023 Virton - Bellefontaine (Randos Lorraine Gaumaise)

De wandeling.
Enkele jaren geleden trof ik op het net vrij toevallig randos.lorraine-gaumaise.com aan; voordien hadden we ook al bewegwijzering aangetroffen, zonder ons er veel vragen bij te stellen. Doe maar niet de moeite om dit webadres op te zoeken: de site is al maanden “in onderhoud” en als je het mij vraagt, komt ze nooit meer terug. Het aanbod was nochtans interessant: 6 lange lussen die het grootste deel van zuidelijk België bestreken en daar kan het moeilijk fout gaan. Ondertussen - na een mailtje aan www.visitgaume.be - vond ik de tochten terug op die officiële site en er is nog een lus bijgekomen. Ik vermoed dat het ook Visit Gaume is dat ondertussen voor de (puike!) bewegwijzering instaat. Wij belanden vandaag op het circuit 4 La terre du milieu et ses légendes. Vermits het om een lus gaat (van 57km!) kunnen we begin- en eindpunt van onze dagtocht willekeurig kiezen: Virton als beginpunt en Bellefontaine als eindpunt, na 17.5km, passen perfect in onze planning.

De TWQ bedraagt 48% en dat is niet zo erg veel: daar zijn de eerste 7 km van deze tocht debet aan. We stappen over nauwelijks enkele honderden meters onverhard en voor de rest is het al asfalt wat de klok slaat, soms zijn de wegen zelfs onaangenaam druk. Maar eens Meix-devant-Virton voorbij breekt de wandeling open: er volgt een lang, aangenaam, afwisselend bostraject en eenmaal buiten het bos lopen we zelfs nog over onverharde veldwegen naar het levendige Bellefontaine. Onze score (15.5/20) is dan ook een compromis tussen een oninteressant eerste stuk en een uitbundig mooi tweede stuk. Met het kaartje kun je de tocht probleemloos volgen. De foto’s.

Ik citeer even uit De erfgoedbibliotheek van de Belgische Gemeenten: Het dorp (=Bellefontaine) gaat prat op de geologische curiositeit Gros Cron, een blok kalkhoudend tufsteen in het bos met een bijzondere flora. De kleine versterkte rots daarboven was een schuilplaats voor de bevolking in de Keltische tijd.

Chapelle Buzette.

Het weer.
Licht bewolkt, zo goed als helder, bij iets meer dan 20°.


De stafkaarten.
71/1-2 Virton (2017) - 68/5-6 Étalle (2017)

Hoe we er geraakten.
Gemakkelijk is het nooit, van het centrum van het land naar het uiterste zuiden, tenzij je voor de grote en minder grote stations kiest. Je zou dan ook denken dat we met de trein naar Virton reizen, maar het kleine centrum van dit stadje ligt 2 km van het station af, die je dan ook nog langs een stijgende, drukke baan moet afleggen. Bovendien heeft de waanzin nu wel helemaal toegeslagen bij de NMBS: de aansluiting in Libramont wordt alleen gegarandeerd als de vertraging van de IC uit Brussel minder dan 2 minuten bedraagt. (Op bepaalde momenten is dat zelfs 1 minuut.) Ik zou dan ook suggereren dat men de L-trein via Bertrix en Virton 10 minuten vroeger laat vertrekken: probleem met de aansluiting opgelost. Kortom, wij vertrouwen het zaakje niet en vinden een betere, iets minder snelle oplossing, via Marbehan, waar een bus van lijn 155b ons naar Virton brengt; die zal ons helemaal in het hart van het stadje afzetten.

Voor de terugrit kunnen we alweer gelukkig gebruik maken van een schoolvariant van dezelfde lijn 155b. Die brengt ons naar Marbehan, de overstaptijd is 3 minuten. Aangezien deze bus eerst enkele scholen in Virton bedient, is de kans klein dat we de trein halen en dan zit er dus niets anders op dan een uur te wachten op de volgende.

Een beetje geschiedenis.
Lang heeft Bellefontaine van zijn tramverbinding niet kunnen genieten: van 1908 tot 1935. Althans, dat is de meest plausibele versie van Stefan JUSTENS in Trams in de Ardennen. Op andere plaatsen wordt 1950 als einddatum genoemd (Wiki, Davies…) maar er wordt nu eenmaal massaal afgeschreven. Ik vind 1935 de meest waarschijnlijke datum omdat het al vrij snel slecht liep voor deze tramlijn, die ook nog eens zo goed als volledig werd opgebroken tijdens WO I.

Eigenlijk liep het al niet vlot van bij het begin: het allereerste voorstel hield een tramlijn Margut (F) - Habay in, maar het eindje over de grens werd eigenlijk nooit grondig bestudeerd. Habay werd afgeketst wegens concurrentie met andere lijnen (155?) en het alternatief voor Habay, nl. Arlon, is er evenmin gekomen. Uiteindelijk werd het een lijn Villers-devant-Orval - Étalle, met aansluitingen op het treinnet in Saint-Vincent-Bellefontaine (lijn 165) en Sainte-Marie (lijn 155). En zo werd deze lijn dus één van die geïsoleerde lijnen die zo typisch waren voor de ruime Ardennen. Mede door de economische crisis van de vroege jaren 1930 werd de tramdienst sterk beperkt en geleidelijk vervangen door busdiensten. Zelfs autorails die op zo veel plaatsen de afschaffing van de secundaire lijnen konden tegenhouden, kwamen er hier nooit, op proefritten met AR1 na.
In het spoorboekje van 1938 vinden we 3 buslijnen: Florenville - Marbehan via Jamoigne, Étalle - Arlon (op vrijdag) en Florenville - Marbehan, beperkt tot een vroege rit in de ene richting en een avondrit in de andere richting. Net voor iC-IR van 1984 vinden we al een lijn 165A terug, Florenville - Saint-Vincent - Bellefontaine - Virton. Met IC-IR komen er 2 buslijnen bovenop: 165B (Virton - Florenville) en 165C (Florenville - Bertrix). Deze lijnen moesten het afschaffen van vele halten op de spoorlijn 165 opvangen en in het begin reden hier om de 2 uur bussen, volgens de belofte dat de treinen vervangen zouden worden door “performante” busdiensten. Lang zou dat mooie (?) liedje niet duren: uiteindelijk werden de 165A en 165B samengevoegd tot een buslijn 165AB.

In Bellefontaine heeft het centrum tegenwoordig 2 halten:
- Bellefontaine Carrefour, bediend door de lijnen 22 22/3 54/3 81 165ab - het haltebord vermeld alleen S!
- Bellefontaine Église, bediend door de lijnen 22/3 54/3 155b 165ab

22/3 en 54/3 zijn schooldiensten (vandaar de S?), 81 is de Internationale lijn Saint-Vincent - Luxemburg. De lijnen 155b en 165ab zijn de min of meer reguliere lijnen.

Nog even dit: het station van Bellefontaine werd geopend op 15.10.1880 en heette toen Bellefontaine-lez-Étalle. Minder dan 2 jaar later, op 10.08.1882 werd dat Bellefontaine-Saint-Vincent en iets meer dan een jaar later (07.11.1883) gewoon Bellefontaine. Op 06.06.1910 werd het dan definitief Saint-Vincent-Bellefontaine. In 1984 werd de halte (MBF) definitief gesloten, maar voor Infrabel is de site nog belangrijk genoeg om opgenomen te worden in de netverklaring, met de “nieuwe” telegrafische code RMBF. Treinen kunnen hier op tegenspoor gaan.


De verbinding.

Halle - Brussel-Zuid 1555 06:58 07:07 +3 08121 (FML) mr08 Desiro controle: N
Brussel-Zuid - Marbehan 2107 07:33 10:09 +1 1348 (FNND) - 11807 (FSD) I11 controle: J
Marbehan - Virton [155b] 10:23 11:05 stipt ab4906-52 Iveco Crossway LE Transports Penning
-
Bellefontaine - Marbehan [155b] 16:34 16:46 stipt ab4908-68 Iveco Crossway LE Transports Penning
Marbehan - Brussel-Luxemburg 2139 16:49 19:04 stipt 1348 (FNND) - 11807 (FSD) I11 controle: JJ
Brussel-Luxemburg - Halle 3589 19:16 19:44 stipt 911 (FSR) mr86 (Sprinter) controle: J

 

En wat we beleefden.
Achteraf bekeken kan het dus toch nog, een dagje openbaar vervoer zonder noemenswaardige problemen. We hebben veiligheidshalve wel een andere wandeling als reserve in de rugzak zitten, maar 14 minuten aansluitingstijd in Marbehan zouden moeten volstaan. De 2107 rijdt even met 7 minuten vertraging tussen Ottignies en Gembloux, maar uiteindelijk zal hij toch met nauwelijks 1 minuutje in Marbehan aankomen en dat ondanks bijna aaneengesloten werven en verkeer op tegenspoor tussen Grupont en Hatrival.

In Marbehan staan 3 bussen te wachten: dat alleen al verantwoordt de stop in Marbehan die door sommigen gecontesteerd wordt. Aribus is actief, maar dat betekent natuurlijk niet dat de chauffeurs bij vertraging ook effectief wachten. En ik meen al ervaren te hebben dat de bussen sowieso niet wachten als de trein bijvoorbeeld 15 minuten vertraging heeft, maar de aansluiting van die aard is dat dit nauwelijks 1 of 2 minuten vertraging voor de bus zou betekenen. Maar vandaag is er geen vuiltje aan de lucht: we beleven een rustige rit in een erg aangename bus over lijn 155b, de vervangingslijn van lijn 155 Marbehan - Virton-Saint-Mard.

Tijdens de picnic kijk ik toch maar even hoe het staat met de NMBS en een zelfmoord in Leignon springt meteen in het oog: het verkeer is al een tijdje onderbroken tussen Ciney en Marloie en het is afwachten hoe dat zich vertaalt in de uren na het “ongeval”. In de loop van de namiddag rijden er inderdaad alleen maar treinen tussen Marloie en Luxemburg en even lijkt het erop dat we ons geen zorgen moeten maken over de al te korte aansluiting van 3 minuten, omdat de 2139 toch niet rijdt. Maar de wonderen zijn de wereld nog niet uit: plots verschijnt de trein toch in de app. De rest is een voorbeeldje van hoe het soms allemaal erg goed kan lopen: de bus rijdt op tijd ondanks een bijna volle bus scholieren en de trein heeft een heel kleine vertraging.

We kunnen opgelucht instappen in het rijtuigenstel dat ons vanmorgen ook al naar Marbehan bracht en dat door het ongeval ongetwijfeld niet meer op zijn plaats zit. De terugreis verloopt zonder noemenswaardige problemen. We krijgen twee keer controle, één keer voor en één keer na Namur. Voorbij Ottignies weerklinkt de vraag om zakken e.d. in de bagagerekken te zetten, gezien de toevloed aan reizigers. Ze zijn een oud zeer, deze treinen met een te beperkte samenstelling, al lijkt het al bij al nog wel mee te vallen.
Rest ons nog een laatste treinrit via lijn 26. Als je net 171km in een I11 hebt gezeten, is het contrast met de mr86 enorm, maar we komen op tijd in Halle aan. Zoals ik al begon: het kan dus toch nog, een dagje openbaar vervoer zonder noemenswaardige problemen.

De treinlectuur.
Dorothy L. SAYERS, In the teeth of the evidence. Een verzameling (te) korte detectiveverhalen van een schrijfster die nooit het succes heeft gehad van Agatha Christie, maar die op haar best minstens even goed was. Ik kocht het boekje in 1972 en mijn toenmalige ijver is voor altijd vastgelegd in de opgezochte, toen nog onbekende Engelse woorden, indien nodig zelfs met de fonetische transcriptie. Dat leidt nu wel af bij het lezen.

Emily BRONTË, De woeste hoogte.

Na- of doordenkertje.
Voilà, we stonden er echt dicht bij: plaatsnamen in de taal van bestemming op onze wegwijzers. Maar L. Peeters, Minister van Immobiliteit, stak daar verrassend snel een stokje voor. Als het om bekrompenheid gaat is Vlaanderen wereldkoploper.

Uitgedrukt…
(Iemand) van haar noch pluimen (kennen). Iemand in het geheel niet kennen


Waar Abraham de mosterd haalde.
Voor het schrijven van deze bijdragen maak ik vaak gebruik van twee zeer waardevolle sites, één over de Belgische spoorlijnen en een over de bussen in Vlaanderen, Brussel en Wallonië. Het grootste probleem is dat van de informatisering: in de voorbije 20 jaar is het vrijwel onmogelijk geworden om nog aan papieren dienstregelingen te geraken en op het internet verdwijnen de oude dienstregelingen naarmate er nieuwe ingevoerd worden. Voor de trams maak ik nog al eens dankbaar gebruik van de Rail Atlas Vicinal van Stefan JUSTENS en Dick van der SPEK en van The Vicinal Story - Light Railways in Belgium 1885 - 1991 van W.J.K. DAVIES.

25-05-2023 om 00:00 geschreven door overweg13  


>> Reageer (0)
18-05-2023
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.17 mei 2023 Kapellen - Luchtbal (Via Brabantica)

De wandeling.
Met compostelaroutes stelt zich voor wie eerder wandelaar dan pelgrim is, altijd weer de vraag: doen of niet doen? Zo weten we ook vandaag dat de tocht van Kapellen naar Luchtbal langs de Via Brabantica niet veel soeps wordt, maar we hebben nu eenmaal de gewoonte - al een halve eeuw, weldra - om zo een route net als een GR in stukjes af te werken en overslaan staat niet in ons woordenboek. Dit stukje compostelaroute is met de verbindingen met twee NMBS-stations 10 à 11 km en zoals verwacht is de TWQ laag: 17% kun je bezwaarlijk goed noemen. De enige onverharde en behartigenswaardige stukjes liggen dan ook bij het Hof van Veltwijck (districtshuis van Ekeren) en het natuurreservaat De Oude Landen. Ze zijn ei zo na zelfs met elkaar verbonden. Voor deze oases zonder al te veel ambitie is het stappen door de straten van Kapellen en Ekeren - je voelt je zelfs al opgelucht als je eens door een straat kunt stappen waar maar langs één zijde gebouwd is; daarna loop je in de buurt van auto- en spoorwegen en langs de wijk Luchtbal. Tot overmaat van ramp is het ook aangewezen om langere tijd de fietssnelweg F12 te volgen: het is kiezen tussen fietsers op het brede fietspad en auto’s op de straat. Eigenlijk zijn dergelijke fietssnelwegen een knap stukje politiek bedrog: omdat men de auto niet durft raken, doet men dan maar of ze toch echt willen handelen en wordt de al dan niet aanwezige fietser in de watten gelegd. Die fietser wordt nu verwend en dat resulteert in hautain gedrag: in Halle rijdt er zelfs één rond met een politiefluitje in de mond die ijverig begint te fluiten als automobilisten het toch aandurven om af te slaan of toch gewoon in de trage molen van een rotonde alle aandacht aan elkaar schenken. Ik hoop dat hij vroeg of laat beboet wordt voor oneigenlijk gebruik van de politiefluit, maar aangezien het hier om een fietser gaat is de kans klein.

Foto’s moet je hier zoeken. En het kaartje hier.


Veruit het mooiste (het enige mooie) deel van de wandeling: de Oude Landen.

Het weer.
Licht bewolkt, maar de wind maakt het fris, ondanks de 16°.

De stafkaarten.
07/7-8 Brasschaat (2017) - 15/3-4 Antwerpen (2018)

Hoe we er geraakten.
Zowel Kapellen als Luchtbal zijn tegenwoordig rechtstreeks met Brussel verbonden door de IC Charleroi-Central - Essen. Normaal gezien rijden er ook 2 stoptreinen tussen Antwerpen en Essen (of Roosendaal) maar een ervan is al maanden afgeschaft. En de andere zou inhouden dat we toch op de IC over moeten stappen.

Een beetje geschiedenis.
Over de wijk Luchtbal is wel een en ander te vinden op het internet. Een slimme herbergier doopte zijn herberg “Luchtbal” nadat in de buurt een ballon neergestreken was: dat was destijds een hele gebeurtenis. Luchtbal was trouwens de benaming voor wat we nu ballon zouden noemen, mijn grootvader sprak ook nog over een “loebal”.

Enkele tramlijnen van de NMVB liepen tussen lijn 12 van de spoorwegen en de steeds verder uitbreidende wijk richting noord en noordwest: 70 (Kapellen) - 72 (Putte) - 75 (Lillo) - 77 (Zandvliet). Ondanks vroege elektrificatie werden de tramlijnen in 1960 opgedoekt, deels door de veralgemeende trend naar verbussing, deels omdat de uitbreiding van de haveninfrastructuur het in stand houden van de tramlijn onmogelijk maakte. Bij de Buurtspoorwegen was de haltenaam Luchtbal in gebruik, ook voor WO II.
Dat lag anders bij de NMBS, die de haltenaam Merksem (FMX) behield tot 03.06.1956. Luchtbal en later Antwerpen-Luchtbal deden de vroegere benaming al snel vergeten.
Je vindt Antwerpen-Luchtbal tegenwoordig terug onder lijn 4 (al zijn de opstellers van lijnfiche en spoorboekje de halte vergeten in de richting Noorderkempen - Antwerpen) a rato van een S35-trein met uurcadans. Alleszins ruimer is de bediening onder lijn 12, met een IC-trein Charleroi - Essen per uur en theoretisch 2 S-treinen uit Puurs, waarvan eentje tot Essen en eentje tot Roosendaal. Spijtig genoeg valt de tweede S-trein al een hele tijd uit bij gebrek aan personeel in het Antwerpse.


De verbinding.

Halle - Brussel-Zuid 3408 09:20 09:30 +3 844 (GCR) mr75 (vierledig stel) controle: J
Brussel-Zuid - Kapellen 2008 09:49 10:55 +2 1905 (NK) - 61038 (FCL) M6 controle: N
-
Antwerpen-Luchtbal - Brussel-Noord 2036 14:17 14:59 +1 812 (GCR) mr75 (vierledig stel) controle: N
Brussel-Noord - Halle 1736 15:13 15:34 +3 76009 (NK) - 73036 (NK) M7 controle: N

 

En wat we beleefden.
Onze slaagkansen liggen hoog vandaag, er moet echt al heel veel fout gaan, maar je weet maar nooit. De IC uit Quiévrain die de beste aansluiting geeft in Brussel-Zuid rijdt vandaag bijvoorbeeld erg onregelmatig door een kabeldiefstal in Quaregnon en het lijkt er inderdaad op dat IC 1708 met vertraging zal rijden. Maar IC 3408 voelt geen hinder van dit incident en we hoeven ons dus geen zorgen te maken. We krijgen zelfs controle tussen Halle en Brussel-Zuid. Ik heb 2 biljetten Halle - Kapellen op mijn smartphone staan maar één ervan wordt niet herkend door het apparaatje van de tbg. Ik ben benieuwd of dat bij latere controles ook het geval zal zijn, maar zal dat nooit te weten komen: op de drie volgende treinen is de tbg er gerust in dat alles vlot loopt. Een van de tbg’s zit vlak in de buurt van de eersteklasafdeling in haar kot en komt alleen in de stations buiten om het startsein te geven. Ik durf wedden dat ze zelfs geen vaag idee heeft van de bezetting van haar trein, want ze doet zelfs niet de moeite om haar blik over de afdeling te laten gaan. En ja, dat verregaande gebrek aan controle leidt er dan uiteindelijk toe dat alle Oost-Europeanen die hier om welke reden dan ook gestrand zijn denken dat je hier maar gelijk waar kunt gaan zitten, zonder dat je daar ooit over geïnterpelleerd wordt, zoals die twee in IC 1736.

Overigens kan het ook gewoon aan onwetendheid te wijten zijn. Vanmorgen zijn twee jongemannen in Brussel-Noord nog net op tijd kunnen instappen, toevallig in het eersteklasrijtuig. Ze worden al vrij snel luidruchtig, want smartphones kunnen behoorlijk wat enerverend lawaai maken. “Dag heren. Ik kan me voorstellen dat jullie erg opgelucht zijn dat jullie je trein nog gehaald hebben, maar je zit hier wel in eerste klas en daar zijn we meer rust gewend.” Ik krijg geen motten op mijn bakkes: uit hun beider synchrone reactie is het duidelijk dat ze het niet wisten, meer, ze bedanken me dat ik het gemeld heb. Ze verdwijnen dan ook meteen, al ligt er iets van afdruipen in hun verhuizing.

Voor een keer ook treinfoto’s, zowaar 2 gemoderniseerde vierledige stellen zonder graffiti!

De 807 is S 2581 Roosendaal - Puurs in Kapellen, de 822 is S2584 in Antwerpen-Luchtbal.

De treinlectuur.
Valerie TACK, Rauw & alsof. Het is even wennen want de ik-figuur is een vrijgevochten lerares die van haar vriend af wil en hem dan maar neersteekt.

Emily BRONTË, De woeste hoogte. (De kans is klein dat het boek van TACK over 2 eeuwen nog gelezen wordt, maar op Brontë komt geen sleet.)


En nu snel een Canon van België.

en ook nog dit, van Sylvia Witteman, in Onze Taal, nummer 3 - 2023:

“Ik kreeg een mailtje van een Belangrijk Persoon, een man van aanzien. De mail was onberispelijk geschreven, op één detail na: de man gebruikte het woord miniscuul. Mijn gedachten zoefden terug naar mijn kindertijd. Ik was een jaar of tien, een zwaar geval van boekenwurm, en gebruikte graag ‘moeilijke woorden’. Zo liet ik, niet zonder trots, het woord miniscuul vallen in een opstel, in de vijfde klas bij meester R.
Het was een aardige meester. Hij lachte niet, maar legde rustig uit waarom het minuscuul moest zijn, met een u dus: het woord stamde af van minuskel, dat ‘kleine letter’ betekende…”

Er is dus een tijd geweest dat je op tienjarige leeftijd al boekenwurm kon zijn, dat je op die leeftijd opstellen moest schrijven, dat je graag met je taal uitpakte. En dat de onderwijzer meester genoemd werd, rustig met de etymologie van woorden speelde én spelfouten op die manier niet alleen corrigeerde maar ook nog wat inzicht in de morfologie meegaf. Tegenwoordig zou die man ongetwijfeld op het matje geroepen worden…

Uitgedrukt…
Dat is een gepeinsd werk. Een eenvoudige opdracht, een klusje van niets.


Waar Abraham de mosterd haalde.
Voor het schrijven van deze bijdragen maak ik vaak gebruik van twee zeer waardevolle sites, één over de Belgische spoorlijnen en een over de bussen in Vlaanderen, Brussel en Wallonië. Het grootste probleem is dat van de informatisering: in de voorbije 20 jaar is het vrijwel onmogelijk geworden om nog aan papieren dienstregelingen te geraken en op het internet verdwijnen de oude dienstregelingen naarmate er nieuwe ingevoerd worden. Voor de trams maak ik nog al eens dankbaar gebruik van de Rail Atlas Vicinal van Stefan JUSTENS en Dick van der SPEK en van The Vicinal Story - Light Railways in Belgium 1885 - 1991 van W.J.K. DAVIES.

18-05-2023 om 14:29 geschreven door overweg13  


>> Reageer (0)
08-05-2023
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.8 mei 2023 Anzegem - Vichte (WNW Land van Streuvels)

De wandeling.
We kozen deze keer voor een door onszelf uitgestippeld traject over het wandelnetwerk Land van Streuvels, en dat van Anzegem naar Vichte, beide stations op de lijn Brussel - Kortrijk, wat de organisatie een stukje eenvoudiger maakte. Het is een wandeling geworden van interessant punt naar interessant punt, met niet altijd even sprankelende verbindingstrajecten tussenin. Zo kwamen we in Tiegem, met de Sint-Arnolduskapel. Brouwers beschouwen deze heilige als hun patroon, maar de kans is groot dat ze hem met een andere Arnoldus verward hebben… Verder kwamen we voorbij het Lijsternest, waar de ooit erg bekende maar nu nog net niet vergeten Vlaamse auteur Stijn Streuvels door zijn raam het licht golvende landschap kon aanschouwen. Tot slot kwamen we in Vichte ook nog in het Beukenhof. Dankzij vele goed onderhouden voetwegen haalde de wandeling van ongeveer 15.5km een TWQ van 41%. Opvallend is wel dat twee voetwegen - een langs het Bassegembos en een langs de Kasselrijbeek - op de kaarten van het NGI ontbreken. Met oudere kaarten moest je behoedzaam omspringen omdat veel aangegeven veld- en voetwegen verdwenen waren, nu doet het omgekeerde verschijnsel zich voor: voetwegen die door de inspanningen van een gemeente opnieuw bruikbaar geworden zijn, komen (nog) niet voor op de recente kaarten. Alle gegevens vind je wel op dit kaartje.

Knooppunten: 3 2 1 99 98 97 96 34 33 36 35 83 84 89 88 87 90 91 58 59 74 73 62 63 64 65 8 9 13 7 6 5 4 99 98. En die laatste twee zijn echt niet die van in het begin.


Het Lijsternest: hier schreef Stijn Streuvels een flink deel van zijn literaire œuvre.


Sint-Arnoldus.

Meer foto’s vind je hier.

Het weer.
Eerst nevelig, de restanten van de nachtelijke en ochtendlijke mist, daar betrokken, maar zo goed als droog. Relatief warm met 16°.

De stafkaarten.
29/3-4 Oudenaarde (2018) - 29/7-8 Ronse (2018) - 29/1-2 Kortrijk (2018)

Hoe we er geraakten.
Zowel Anzegem als Vichte wordt elk uur bediend door de L-trein Zottegem - Kortrijk. We stapten over in Oudenaarde, dat uiteraard rechtstreeks verbonden is met Brussel. Al bij al was dit dus een eenvoudige opgave.

Een beetje geschiedenis.
Vichte krijgt zijn station bij de opening van de lijn Denderleeuw - Y. Zandberg (Kortrijk) in 1868. Het was één van de vele stations en halten tussen Kortrijk en Oudenaarde: Kortrijk - Stasegem - Deerlijk - Vichte - Sterhoek - Anzegem - Elsegem - Petegem en Oudenaarde. Heel lang had Vichte een bediening zoals zoveel plattelandsstations: met 8 à 9 treinen per richting werd het maximum bereikt. Dieptepunt was WO I met amper 2 treinen. Voor wie van verrassingen houdt: in het spoorboekje van 1892 vond ik een trein terug van Hazebrouck naar Brussel-Noord met stilstand in Vichte.

Met de komst van IC-IR in 1984 werd driftig gesnoeid in de halten tussen Kortrijk en Oudenaarde: alleen Vichte en Anzegem bleven overeind, maar er echt in geloven deed de NMBS niet: Vichte kreeg een bediening met P-treinen, uiteraard niet op zaterdag en zondag. (Anzegem kreeg de zwaarste klop: de meeste directe treinen stopten in Anzegem, vermoedelijk omdat het een verleden had als overstapstation naar Waregem en Ingelmunster. Die stops vielen allemaal weg.) In 1988 (na de elektrificatie) kwam er dan toch een 2-uurdienst tussen Zottegem en Kortrijk. Die starre dienst werd aangevuld met enkele P-treinen; de P-treinen uit Brussel sloegen Vichte evenwel over. Het was wachten tot IC-IR 2.0 in 1998: er komt een uurdienst en de P-treinen uit Schaarbeek stoppen nu ook in Vichte.
Vanaf 2012 wordt de L-trein Zottegem - Kortijk doorgetrokken tot Brugge, eind 2012 zelfs tot Blankenberge in de toeristische periode. Vanaf 2014 vervalt deze mogelijkheid: voortaan worden de L-treinen Eeklo - Ronse gesplitst in Oudenaarde, met een deel naar Ronse en een deel naar Kortrijk. Vanaf 2017 komt er opnieuw gewoon een L-trein Zottegem - Kortrijk. Deze treinen dragen het nummer 16xx, dat eigenlijk al sinds 1998 in gebruik is. Dat nummer maskeert dat de stellen die de dienst uitmaken eigenlijk uit Dendermonde en Brussel komen en vanaf Kortrijk als IC-trein naar Brugge rijden.


Een extraatje: Anzegem Station. Met het klassieke verhaal van de particuliere belangen…


De verbinding.

Halle - Brussel-Zuid 3208 10:03 10:15 +6 382 (FSD) mr80 Break controle: N
Brussel-Zuid - Oudenaarde 2333 10:39 11:27 +4 430 (FHS) mr80 Break controle: J
Oudenaarde- Anzegem 1682 11:46 11:53 stipt 08054 (FML) mr08 Desiro controle: N
-
Vichte - Oudenaarde 8958 16:34 16:48 stipt 380 (FSD) mr80 Break controle: J
Oudenaarde - Brussel-Zuid 5115 17:03 17:57 stipt 2703* (NK) - 58057 (FSR) M4 controle: N
Brussel-Zuid - Halle 3788 18:03 18:19 +4 08161 (FML) mr08 Desiro controle: N

 

 

En wat we beleefden.
De Walen en de Brusselaars genieten van hun lentevakantie en voor ons betekent dat, dat de bussen uit Brussel nog nauwelijks vertraging hebben. Regelmatig lopen sommige van deze bussen 20 à 30 minuten vertraging op door het gestremde verkeer in het Ukkelse. Maar vandaag loopt het vlot. Onze bus zou moeten aankomen om 10:03, maar we halen probleemloos de IC naar Sint-Niklaas, die om 10:03 zou moeten vertrekken. Het ziet er trouwens slecht uit in Halle: de S-trein naar Schaarbeek van 9:57 staat nog in het station, met gesloten deuren, op spoor 3 wordt de IC naar Tournai verwacht met 39 minuten! Op spoor 3 lijkt een enorme groep van enkele tientallen reizigers te staan, maar als je de ouders naar huis zou sturen, blijft er maar een beperkt groepje over, herkenbaar aan de obligate fluovestjes. Onze trein staat nog stil net voor Brussel-Zuid. Ik ben die plek door de jaren heen de halte Zennebrug gaan noemen, al moet ik toegeven dat het daar de laatste jaren toch iets vlotter loopt. Maar zo loopt onze vertraging toch op tot 6 minuten.

IC 2333 lijkt er een probleemloze rit van te zullen maken, maar nog voor Burst vertraagt de trein. In Burst zelf staat S 2281 opzij: die heeft in het Brusselse vertraging opgelopen en moet nu voorrang verlenen aan de IC. Het is deze S trein die achteraf onze S 1682 zal worden. Van de 19 minuten vertraging bij aankomst in Zottegem blijft geen spoor meer over voor onze S 1682.

De terugrit begint met P 8958 Kortrijk - Zottegem. In Oudenaarde stappen we over op IC 5115 die als bestemming Brussel-Zuid heeft meegekregen. In werkelijkheid zal deze trein P 8304 naar Landen worden en niet eens zo lang stilstaan in Brussel-Zuid. Het M4-stel is over zo goed als de hele lengte ontsierd door willekeurige artistieke uitingen. In Anzegem had ik in de voormiddag al een gelijkaardig stel gefotografeerd; ik heb alle foto’s gewist. Ik denk dat het in de nadagen van deze rijtuigen onmogelijk geworden is om er nog een bruikbare foto van te maken. De IC komt stipt in Brussel-Zuid aan en we kunnen dus nog mee met de S-trein naar Braine-le-Comte van 18:03. Die zal - bijna klassiek - geen vertraging inlopen tussen Brussel-Zuid en Halle, integendeel, 3 wordt 4, nochtans zonder noemenswaardige hinder.

Het is al een tijdje geleden, een treinuitstap zonder noemenswaardige problemen. Hoewel, voor hetzelfde geld hadden we vandaag een uitstap richting Namur en verder gepland. Een aanrijding in Profondsart zorgde de hele voormiddag voor opgeschort verkeer tussen Brussel-Luxemburg en Ottignies. Met de alternatieve reisweg via Leuven zouden we er ongetwijfeld aan geweest zijn voor onze moeite… Maar laat ons genieten van het positieve…

De treinlectuur.
Ali SMITH, How to be both.
Emily BRONTË, De woeste hoogte.


Het is erg slecht gesteld met mijn geheugen. Zo meen ik me te herinneren dat Bpost tot voor enkele jaren geprezen werd om zijn goede beleid wat ondermeer resulteerde in een uitblijven van sociale spanningen, een voorbeeld voor de andere overheidsdiensten, kom. En van Poetin meen ik me te herinneren dat die nog langer geleden in de westerse pers werd onthaald als een leider met een visie…

Uitgedrukt…
Ik ben niet van een haas gepoept. Ik weet het, het is de zoveelste uitdrukking met een geurtje aan, al is het niet het geurtje dat de Nederlanders er zich bij voorstellen. Poepen is hier bij ons seks hebben. Als iemand je aanzet om wat sneller te zijn, kun je deze uitdrukking gebruiken, want die haas die staat nu eenmaal bekend om zijn snelheid.


Waar Abraham de mosterd haalde.
Voor het schrijven van deze bijdragen maak ik vaak gebruik van twee zeer waardevolle sites, één over de Belgische spoorlijnen en een over de bussen in Vlaanderen, Brussel en Wallonië. Het grootste probleem is dat van de informatisering: in de voorbije 20 jaar is het vrijwel onmogelijk geworden om nog aan papieren dienstregelingen te geraken en op het internet verdwijnen de oude dienstregelingen naarmate er nieuwe ingevoerd worden. Voor de trams maak ik nog al eens dankbaar gebruik van de Rail Atlas Vicinal van Stefan JUSTENS en Dick van der SPEK en van The Vicinal Story - Light Railways in Belgium 1885 - 1991 van W.J.K. DAVIES.

08-05-2023 om 00:00 geschreven door overweg13  


>> Reageer (0)
04-05-2023
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.4 mei 2023 Lobbes - Gozée (GR129)

De wandeling.
GR129 (Dwars door België - remember Arnout Houben) is ongetwijfeld een van de Belgische GR’s die het meest tot de verbeelding spreken, door haar lengte maar ook door de bijna constante hoge kwaliteit. Wij stapten 14 à 15km tussen Lobbes en Gozée. Het deel van vandaag is zonder meer veeleisend: het begint al met de trappen naar de Collégiale Saint-Ursmer in Lobbes, maar dat is maar klein bier in vergelijking met wat ons nog te wachten stond: een eerste klim uit de vallei van de Samber tussen Lobbes en Thuin, een tweede klim uit dezelfde vallei net voorbij Hourpes en omdat driemaal nu eenmaal scheepsrecht is ook nog een laatste klim voorbij Aulne. Als je het kaartje bekijkt, kun je ook de grafiek oproepen en de drie forse klimmen zijn daar duidelijk afleesbaar. De TWQ ligt op 71% en dat cijfer ligt hoog dankzij de bostrajecten en een prachtige dreef naar Gozée toe. Wij quoteerden 17.5/20 en daarmee nestelt dit deel van de GR129 zich ongetwijfeld bij de betere wandelingen van dit jaar.

Alle foto’s vind je hier, maar de onderstaande geven al een voorsmaakje.

Een van de vele mooie boswegen.



Een prachtige dreef was het sluitstuk.

Het weer.
Geleidelijk meer en meer bewolking, maar de zon kreeg toch bijna voortdurend vrij spel. De temperatuur moet even boven de 25° gelegen hebben en toen we thuis de waarnemingen deden, bleek deze 4 mei niet alleen de eerste lentedag maar meteen ook de eerste zomerdag! Het werd dus de eerste wandeling van 2023 in korte hemdsmouwen.

De stafkaarten.
Je hebt er zelfs op 1:25.000 4 nodig: 52/1-2 Thuin (2018) - 46/5-6 Binche (2020) - 46/7-8 Charleroi (2020) en 52/3-4 (Ham-sur-Heure-Nalinnes (2018)


Hoe we er geraakten.
Lobbes ligt op de lijn Charleroi-Central - Erquelinnes en dus was het in de eerste plaats nodig om in Charleroi te geraken. Uit Halle kan dat het gemakkelijkst via Brussel-Zuid, al is ook de verbinding via La Louvière-Sud denkbaar.

Voor de terugrit verlaten we de GR vlak bij de halte Gozée Bout-là-Haut die voor ons interessante verbindingen belooft via Marchienne-au-Pont (bus 75) of Charleroi-Central (bus 109a). In beide gevallen is een terugrit via Brussel-Zuid de beste optie.

Een beetje geschiedenis.
We kunnen vrij ver teruggaan in de geschiedenis van deze lijn, die ingehuldigd werd in 1895, uiteraard als stoomtramlijn. In 1936 werd deze relatief landelijke lijn zelfs geëlektrificeerd, maar in 1968 eindigt het sprookje van de tram. Opvallend is wel dat het traject over langere afstand constant bleef, maar dat het eindpunt in Charleroi wel eens wijzigde: in het spoorboekje van 1913 vinden we Boulevard du Nord of Dépôt, in 1925 is er sprake van Boulevard Paul Janson en in 1952 van Rue Turenne. Het lijnnummer 75 duikt voor het eerst op in de boekjes na WO II. Gozée had ook een telegrafische code: MGZ.

Tegenwoordig rijdt lijn 75 tussen Thuillies en Goutroux. De kans dat de tram ooit gebruik heeft gemaakt van de rotonde vlak na de halte Bout-là-Haut is nul, want dergelijke rotondes zijn van veel recentere datum. De halte zelf is een constante sinds het inleggen van de lijn.


De verbinding.

Halle - Brussel-Zuid 1908 09:37 09:48 stipt 08566 (GCR) mr08 Desiro controle: N
Brussel-Zuid - Charleroi-Central 2031 10:15 11:08 +7 1821 (FSD) - 61021 (FCL) M6 controle: N
Charleroi-Central - Lobbes 19832 11:24 11:47 stipt 4106 (GCR) mw41 controle: J
-
Gozée - Marchienne-au-Pont [75] 16:54 17:17 stipt ab7504 Solaris Urbino 12 Hybrid Jumet
Marchienne-au-Pont - Brussel-Zuid 4517 17:29 18:16 stipt 1879 (NK) - 61030 (FCL) M6 controle: J
Brussel-Zuid - Halle 1739 18:25 18:34 +4 76022 (NK) - 73037 (NK) M7 controle: N

 

En wat we beleefden.
Eigenlijk kan de NMBS op dit ogenblik geen vlotte, betrouwbare dienst meer aanbieden. De IC naar Turnhout van 9:20 is afgeschaft, maar wij komen eigenlijk voor IC 1908 naar Brussel-Airport. Sinds een week of twee bestaat deze IC (?) uit Desiro’s i.p.v. de Deense neuzen die vroeger de dienst uitmaakten. Net voor onze trein passeert een goederentrein met twee diesellocs 77 en vermoedelijk is dat de reden waarom we net buiten Halle al meteen stilstaan, zonder veel erg, voor een keer. Minder vlot lijkt het te gaan met IC 2031: die loopt tussen Ekeren en Luchtbal 7 minuten vertraging op en die zal alleen maar toenemen, al zullen we Brussel-Zuid toch buitenrijden met maar 7 minuten vertraging, wat ook de vertraging zal zijn bij aankomst in Charleroi-Central. Trage wissels in Luttre maken dat inlopen van de vertraging zo goed als onmogelijk is. Overigens bestaat deze trein uit 4 rijtuigen i.p.v. 8: voor onze rit maakt dat niet echt veel uit, maar ik kan me voorstellen dat de vorige rit weer voor veel frustratie zorgde bij de spitsuurreizigers. We halen wel probleemloos onze aansluiting, met een mw41 voor een rit die niet doorrijdt tot Jeumont. De motorwagens van Châtelet herken je aan de graffiti… De eeuwigdurende werken op lijn 130A zijn nog altijd bezig, maar de dienstregeling is hier aangepast. In Lobbes moet een NMBS-personeelslid over de veiligheid van de reizigers waken die op spoor 2 aankomen en voor de trein (of beter na het vertrek van de trein) moeten oversteken.

De terugrit met bus 75 verloopt probleemloos: de dienstregeling vangt de beginnende files aan de vele verkeerslichten goed op. De overstap op de IC in Marchienne-au-Pont verloopt vlot: ik heb nooit geweten dat er bussen waren die vlak voor het station reizigers konden lossen. Dat is het moment om met mezelf drie weddenschappen aan te gaan: 1. de trein zal met een beperkte samenstelling rijden; 2. de baardige jongeman die de hele tijd telefoneert met de luidspreker aan zal in eerste komen zitten en 3. er zal geen controle komen. De eerste weddenschap wordt al snel bevestigd: IC 4517 bestaat uit 5 rijtuigen i.p.v. 9 - dat wordt lachen tussen Brussel en Antwerpen. Voor de tweede moeten we nog even wachten tot de trein aankomt en ik win mijn weddenschap. Gelukkig zal ik de derde weddenschap verliezen: na Nivelles komt er controle en blijkt meteen dat ik mijn tweede weddenschap win. De trein rijdt trouwens met 6 minuten vertraging bij vertrek uit Marchienne-au-Pont, maar toch komen we op tijd in Brussel-Zuid aan, waar ons een nieuwe verrassing wacht. Ik had onderweg op haltelink en hyperrail al eens gekeken hoe het met IC 1739 zat en dat leek erg goed mee te vallen, ware het niet dat beide apps volhielden dat deze trein uit 2 rijtuigen bestond: een Bmx en een B-rijtuig. Zo stond hij inderdaad ook aangekondigd op het perron: 2 rijtuigen i.p.v. 6. Dat leek me zo onwaarschijnlijk dat ik het nauwelijks kon geloven, maar veiligheidshalve keek ik toch maar al even naar de IC naar Binche: veel hielp dat niet, want die stond met 25 minuten aangekondigd. Toen de 1739 uiteindelijk het station binnenreed, bleek die echt wel uit 6 M7 te bestaan, al was 1 rijtuig AB niet toegankelijk: stickers lieten ons verstaan dat de deuren niet werkten. Dus toch een gewijzigde samenstelling, al was ze minder dramatisch dan de aangekondigde. Wel bleef er dus maar één bovendek eerste klas over en waren er reizigers die al snel vonden dat ze niet verder moesten zoeken naar een plaats in tweede klas.
Die aankondiging is een typisch informaticaverschijnsel: “dankzij” de computer zijn we nu in staat om dezelfde fout eindeloos te herhalen en omdat geen levend mens de waarschijnlijkheid van het resultaat nog tegen de realiteit afzet, kan het dus gebeuren dat een verkeerd ingegeven samenstelling uiteindelijk ook op de perrons terechtkomt. Overigens: hoe je het ook draait of keert, het is niet zo een extreem ingekrompen samenstelling, maar uiteindelijk ontbreekt er toch een rijtuig, of het nu meerijdt of niet. Wat extra minuten vertraging maken tussen Brussel en Halle is bijna een constante geworden: de 2 minuten in Brussel-Zuid worden er uiteindelijk 4 bij aankomst in Halle.
Ik denk dat er maar een oplossing is voor de problemen bij de NMBS. Stop er maand of drie mee, het kan alleen maar meevallen. De reiziger is niet langer de speelbal van een vierkant draaiend bedrijf, tb’s en tbg’s kunnen hun achterstallige verlofdagen opnemen en in de ateliers kan men oud én nieuw materieel klaarmaken voor een nieuwe start. We weet kan men zelfs de graffiti verwijderen… Wat kan sarcasme toch voor een heerlijke oude dag zorgen…

De treinlectuur.
Ali SMITH, How to be both.
Emily BRONTË, De woeste hoogte.



‘Als ik het niet goed doe voor een toets is dat de fout van de leraar die het maar beter had moeten uitleggen’ en ‘De meeste leraren weten niet goed waarover ze praten’. De stellingen maken deel uit van een bredere leerlingenvragenlijst die is toegevoegd aan de Vlaamse toetsen.

En daarmee wil men dus de kennis van Nederlands en wiskunde testen. Ik kan er nog wel enkele bedenken: denk je dat politici in staat zijn om op een efficiënte manier onze centen te beheren? Is het de fout van de politicus of van de burger als er iets verkeerd gaat? Had de politicus beter moeten luisteren toen men hem in de lagere school de basisbegrippen van goed Nederlands uitlegde? Heb ik wel geleerd om de oorzaak van het eigen falen bij anderen te leggen?

Uitgedrukt…
’t Is triestig, zei de uil, en hij bezag zijn joenk. Dit is een typisch voorbeeld van een “zei-spreuk”. Het eerste deel bevat de boodschap, het tweede deel geeft er een komische, relativerende draai aan.


Waar Abraham de mosterd haalde.
Voor het schrijven van deze bijdragen maak ik vaak gebruik van twee zeer waardevolle sites, één over de Belgische spoorlijnen en een over de bussen in Vlaanderen, Brussel en Wallonië. Het grootste probleem is dat van de informatisering: in de voorbije 20 jaar is het vrijwel onmogelijk geworden om nog aan papieren dienstregelingen te geraken en op het internet verdwijnen de oude dienstregelingen naarmate er nieuwe ingevoerd worden. Voor de trams maak ik nog al eens dankbaar gebruik van de Rail Atlas Vicinal van Stefan JUSTENS en Dick van der SPEK en van The Vicinal Story - Light Railways in Belgium 1885 - 1991 van W.J.K. DAVIES.

04-05-2023 om 00:00 geschreven door overweg13  


>> Reageer (0)
26-04-2023
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.26 april 2023 - Ukkel Stalle - Anderlecht Goede Lucht (Groene Wandeling)

De wandeling.
We zijn al enkele etappes ver met de Brusselse Groene Wandeling en vandaag staat een 12à13 km lang traject tussen Ukkel Stalle en Anderlecht Goede Lucht op het programma. Aanvankelijk leek dit een bijzonder zwak deel te worden van een lus die ons voordien eigenlijk nog nooit echt was tegengevallen: de industrie, de bedrijven en de invalswegen in Vorst zorgden voor een weinig aangenaam en druk intermezzo, maar plots brak de wandeling dan toch onverwacht open: de Vogelzangbeek is zowaar de attractie in een natuurreservaat dat zich overeind probeert te houden tussen drukke wegen, winkelketens en andere bedrijven van allerlei slag. En men slaagt er inderdaad vrij goed in om het beperkte natuuraanbod ten volle te gebruiken. Overigens, mijn boekje dateert nog van 2010 en sindsdien heeft men uitgebreid werk gemaakt van de aanleg van wandelpaden: het begint met het eerder genoemde reservaatje, maar ook de omgevingen van het UZ Erasmus en van de vijvers in Neerpede zijn op een aangename manier ingericht ten behoeve van de wandelaar die echt wel wat meer wil dan een voetpad langs een drukke weg. De TWQ ligt verrassend op 53%, wat niet wegneemt dat je toch wel erg vaak in een niet zo wandelvriendelijke buurt stapt. Het kaartje geeft vermoedelijk een beeld van wat je kunt verwachten. Foto’s vind je dan weer hier. En natuurlijk ook hieronder.


De wandeling moet het wat hebben van de parken, zoals hier het Bemptpark in Vorst met stoomtreintje.


Maar ook in de omgeving van het Erasmusziekenhuis heeft men voor aangename accommodatie gezorgd.

Het weer.
Licht tot half bewolkt, op deze prille lentedag.

De stafkaarten.
Dat ik de wandeling nog heb voorbereid op kaarten op 1:10.000 bewijst dat corona toch al enkele jaren onze wandelplannen in de war heeft gestuurd. De gebruikte kaarten zijn dan ook verouderd, niet alleen door nieuwe wegen en spoorwegen, maar ook door de aanleg van nieuwe wandelpaden: 31/7N Ukkel (1994) - 31/6N Sint-Pieters-Leeuw (1994) en 31/2Z Anderlecht (1994). Wie de (recentere en actuelere) kaarten op 1:25.000 wil gebruiken, heeft er ook 3 nodig: 31/1-2 Dilbeek, 31/5-6 Halle en 31/7-8 Ukkel, alle uit 2020.

Hoe we er geraakten.
Het lijkt wat op een thuiswedstrijd: bus 155 die ons naar de halte Ukkel Stalle Kruispunt brengt, passeert hier op 300 m van onze voordeur. Veel valt er over de rit niet te vertellen: ze bedient Dworp, Alsemberg, Sint-Genesius-Rode, Linkebeek en Ukkel en je mag echt niet gehaast zijn. Toch is de bezetting behoorlijk, veelal met klanten die over kortere afstanden meerijden.

De terugrit is iets complexer, door de overstap bus/bus. Lijn 810 bedient de halte Anderlecht Goede Lucht en ook deze lijn is niet bijzonder snel. (Alternatieven met een bus van de MIVB of met de bussen 117 en 118 naar Brussel-Zuid zijn nauwelijks sneller en zouden ons een MIVB-rit en een treinrit extra kosten.) De aansluiting in Halle (11 minuten) komt zonder problemen tot stand.

Een beetje geschiedenis.
Lijn 810 is er een van relatief recente datum (eind 2010) en werd dus eigenlijk ingevoerd op het moment dat de basismobiliteit al begon te tanen. Het hoeft ons dan ook niet te verbazen dat de eerst ingevoerde zondagritten minder dan een jaar later al afgevoerd werden en dat nog een jaar later het traject werd beperkt tot Dilbeek. Daarmee verdween de verbinding tussen Halle en het UZ Jette; het was lijn 820 die dat traject overnam, waardoor een overstap in Dilbeek nodig werd. (Het moet overigens gezegd: het ging veel sneller van Halle naar het UZ met de trein naar Brussel-Noord waar kon worden overgestapt op de bus van de MIVB.)

In 2020 kwam de verbinding met het UZ dan terug, omdat de 820 op dat moment bediend werd met een trambus, met een bus dus, die vertrok aan het UZ. Daardoor viel de verbinding tussen Dilbeek en Jette opnieuw de 810 te beurt.


De verbinding.

Buizingen - Ukkel [155] 13:18 14:07 -1 ab2323 VDL Bus & Coach Citea SLE Het Rad
-
Anderlecht - Halle [810] 17:38 18:29 stipt ab3042-53 Van Hool New A360H Sylvae Tours (VRBO)
Halle - Buizingen [155] 18:40 18:57 stipt ab2317 VDL Bus & Coach Citea SLE Het Rad

 

En wat we beleefden.
Zoals al gezegd valt er over de heenrit weinig te zeggen. De halte De Hoek Station ligt op de brug over lijn 124 en wordt niet bediend: door werken aan de spoorwegbrug regelen tijdelijke verkeerslichten hier het verkeer. Waarom men de halte in dit geval niet gewoon wat opgeschoven heeft - zoals men zo vaak doet - is niet duidelijk.

De terugrit met de 810 is al even vrij van belangrijke gebeurtenissen. Die is op het einde van zijn traject nog maar eens het slachtoffer van een omleiding, maar de chauffeur is goed op de hoogte. Ondanks de omleiding komen we nog stipt aan in Halle. En ons ritje met de 155 behoort tot onze ongeveer dagelijkse geplogenheden.


We kruisten ook de spoorlijnen 50 A (Brussel - Oostende) en 50C (Brussel - Denderleeuw) die hier gewoon parallel lopen. Eerst kwam Desiro 08094 met nog 2 andere stellen als S 2287 Dendermonde - Zottegem.


En dan kwam een lang stel M6-rijtuigen met achteraan 1862 Brussels-Airport - Knokke als IC 2837.


En waarom eens geen bus van de MIVB bij zijn wachthalte aan de Goede Lucht?

De treinlectuur.
Ilja Leonard PFEIJFFER, Grand Hotel Europa.

Patrick de BRUYN, Hoog spel.


Kijk, dat Belgische vlaggetje naast de naam van Luca BRECEL, misschien op weg naar de finale van het Wereldkampioenschap snooker, daar springt mijn hartje van op.

Uitgedrukt…
Arra! Ik hoor het de laatste jaren bijna nooit meer, maar dit tussenwerpsel drukt verbazing uit. Waar het vandaan komt? Mogelijk vindt het zijn oorsprong in het Franse allez, want allez gij betekent ongeveer hetzelfde.


Waar Abraham de mosterd haalde.
Voor het schrijven van deze bijdragen maak ik vaak gebruik van twee zeer waardevolle sites, één over de Belgische spoorlijnen en een over de bussen in Vlaanderen, Brussel en Wallonië. Het grootste probleem is dat van de informatisering: in de voorbije 20 jaar is het vrijwel onmogelijk geworden om nog aan papieren dienstregelingen te geraken en op het internet verdwijnen de oude dienstregelingen naarmate er nieuwe ingevoerd worden. Voor de trams maak ik nog al eens dankbaar gebruik van de Rail Atlas Vicinal van Stefan JUSTENS en Dick van der SPEK en van The Vicinal Story - Light Railways in Belgium 1885 - 1991 van W.J.K. DAVIES.

26-04-2023 om 00:00 geschreven door overweg13  


>> Reageer (0)
18-04-2023
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.18 april 2023 - Jupille - Angleur (Via Mosana)

De wandeling.
De Via Mosana is een Compostelaroute die je naar keuze kunt beginnen in Aachen of Maastricht. Wij kozen destijds voor Maastricht en zijn ondertussen in Jupille-sur-Meuse aangekomen, dat een kleine 10 jaar geleden het eindpunt was van een tocht die begon in Visé. Vandaag willen we ons aan de waarschijnlijk niet zo denderende doortocht van Liège wagen, 10 à 11 km van Jupille tot Angleur, een niet toevallig gekozen eindpunt, gezien de aanwezigheid van een treinstation. De TWQ mag dan wel op 41% liggen, maar dat is een gevleid resultaat dat uitsluitend op het conto terechtkomt van de paden naast de Maas, bijna altijd parallel met drukke wegen. Tot overmaat van ramp moeten we door werken het mooiste deel van de route (Parc de la Boverie) rechts laten liggen. We hebben het wel aangeduid op het kaartje. Kortom, een topper is dit zeker niet (6/20) maar als we ooit Namur bereiken, zullen we tenminste kunnen zeggen dat we het boekje helemaal uitgestapt hebben…

De bewegwijzering is naar Compostelatraditie te onvolledig om betrouwbaar te zijn. De aanleg van de tramsporen in Bressoux - hier komt de tram er wel en geen surrogaat als de trambus - kan daar ter plaatse een rol gespeeld hebben, maar ook verderop was het enkele keren zoeken en gokken.

Alle foto’s vind je hier. De volgende vat de wandeling redelijk goed samen: de Maas, de stad en een verre terril.




Het weer.
Licht bewolkt en fris.

De stafkaarten.
42/1-2 Liège - 42/5-6 Seraing (allebei uit 2019)

Hoe we er geraakten.
Achteraf bekeken waren we misschien beter van Visé tot Bressoux gestapt, zodat we vandaag konden beginnen bij het station van Bressoux, maar zoals gezegd stopten we al in Jupille, bij de halte Interbrew. Die halte is om het half uur te bereiken uit Liège-Guillemins met buslijn 140 (de vroegere vervangingslijn voor lijn 40 Liège - Visé, die een hele resem halten zag verdwijnen.) Andere mogelijkheden zouden buslijnen geweest zijn die in de buurt van Liège-Saint-Lambert vertrekken, maar dat zou de zaak nodeloos compliceren. Voor de terugreis rekenen we op een IC Welkenraedt - Kortrijk, die ons zonder extra overstap in Liège-Guillemins naar Brussel brengt. Alles bij elkaar konden we ons vandaag verkneukelen in vlotte en eenvoudige verbindingen. Edoch…

Een beetje geschiedenis.
Ik heb er het treinboekje van 1970 eens bijgenomen: lijn 37 was toen al enkele jaren geëlektrificeerd en de bediening van Angleur was in een plooi gevallen die nog tot 1984 aangehouden zou worden.

Angleur werd (uiteraard) bediend door de stoptreinen uit Liège-Guillemins die veelal tot Welkenraedt reden, al waren enkele ook beperkt tot Verviers-Central. De stoptrein bediende een hele reeks tussenstations en halten en anders dan voor de elektrificatie werden ze ook allemaal systematisch bediend: nogal wat halten zouden met IC-IR verdwijnen: Henne-Chèvremont, Chaudfontaine (later opnieuw ingevoerd), La Brouck, Fraipont (Banneux-Notre-Dame) en Goffontaine. Nessonvaux heette toen nog Nessonvaux-Fraipont. Van een vaste uurcadans was geen sprake. Opvallend waren de stoptreinen die bestonden uit de laatste motorstellen van de semi-directe treinen Quévy/Saint-Ghislain-Hornu - Brussel - Hasselt/Liège-Guillemins, waardoor al die stationnetjes ook nog eens een directe verbinding met Brussel kregen. (Later kwam daar ook nog een rechtstreekse trein Brussel - Spa bij, waarbij één motorstel van front wisselde in Pepinster!)
Naast deze stoptreinen stopten ook de directe treinen uit Oostende veelal in Angleur, voor zover het niet de internationale treinen naar Köln betrof. In Angleur stopten op die manier treinen richting Verviers tussen 6.15 (op zondag 7.16) en 22.40 (op zondag 0.04!). In de andere richting stopten er treinen van 05.24 (op zondag 6.11) tot 22.24 (op zondag 23.15).
Bovendien stopten in Angleur ook nog eens alle treinen van de lijn 43, m.n. de stoptreinen naar en uit Jemelle, de stoptreinen naar en uit Trois-Ponts of Gouvy. De directe treinen naar Luxemburg sloegen Angleur dan wel meestal over.

Angleur kon destijds bogen op een schitterend station, zoals er geen tweede was in België. Bekijk de prachtige foto’s hier. En ook nog dit: de railbevestiging type Angleur is lange tijd de standaard geweest voor de hoofdlijnen. De rail lag daarbij op een metalen plaat die door middel van schroefbouten vastgeklonken werd aan de (houten) biels. Klemmen moesten de rails op de plaat vastleggen. In een latere fase werd de enkele schroefbout nog vervangen door een dubbele. Met de komst van betonnen dwarsliggers met verende hechting verdween deze manier van werken, al moet het mogelijk zijn om nog baanvakken te vinden die hiermee uitgerust zijn.


Ik heb me suf gezocht naar duidelijke afbeeldingen van het type Angleur maar uiteindelijk zul je het met deze foto moeten doen. Lijn 94, overweg 13!


De verbinding.

Halle - Brussel-Zuid 1558 09:58 10:07 +1 08114 (FML) mr08 Desiro controle: N
Brussel-Zuid - Liège-Guillemins 0409 10:28 11:33 +18 1854 (FSD) - 61070 (LK) M6 controle: J
Liège - Jupille [140] 12:16 12:38 +1 ab5003-12 Mercedes Citaro LE C2 Léonard Travel
-
Angleur - Brussel-Noord 0437 15:21 16:20 +5 1857 (FSD) - 61073 (LK) M6 controle: J
Brussel-Noord - Halle 8574 16:29 16:54 +12 2141 (FML) - 51011 (FSR) M4 controle: N

 

En wat we beleefden.
Het leek er in Halle op dat we voor een keer een vrij zorgeloze reis voor de boeg hadden en ook IC 409 vertrok stipt uit Brussel-Zuid. Maar in Brussel-Noord liep het al mis: niet gespecificeerde problemen zorgden voor 10 minuten vertraging en toen we dan eindelijk vertrokken, liep het nog alles behalve vlot. Nauwelijks uit Brussel-Noord stonden we al opnieuw stil en in Diegem scheelde het ook niet veel. Het resultaat: 19 minuten vertraging in Leuven en uitzicht op een gemiste aansluiting in Liège. Overigens kregen we meteen na Brussel-Zuid al controle: één reizigster zit met een tweedeklasbiljet in eerste, een andere zit zonder biljet in de trein. Ik heb het even bekeken: uiteindelijk zullen bij aankomst in Liège-Guillemins precies evenveel reizigers hebben moeten verhuizen dan dat er mogen blijven zitten zijn. Toppunt is de “patj” die in Leuven ingestapt is en die eerst weigert te verhuizen omdat hij “een uur en half” in de kou heeft moeten staan. Verder vindt hij ook dat die eerste klas nergens op lijkt en hij zal niet verhuizen. Tot ik hem er met een snauw op wijs dat wij daar wel extra voor betaald hebben. De zwarte deerne (vroeger zou ik haar veel sympathieker hebben omschreven als negerinnetje, maar nu mag dat niet meer…) die hem vergezelt kan hem dan gemakkelijk overtuigen om toch maar te verhuizen. Maar kom: in Liège hebben we nog 18 minuten vertraging. De dag voordien is de dienstregeling van deze IC licht gewijzigd. Hij moet nu één minuut sneller in Ans aankomen - wat dus niet gelukt is, want in Ans tekenen we 20 minuten vertraging op - en heeft een minuut meer tussen Ans en de Guillemins. Vaak vraag ik me toch af wat de zin is van dat minutenspel. Ik kan me nog iets voorstellen bij wijzigingen wegens werken, maar hier lijkt het complete onzin.

De bus van 11:46 die we dachten te nemen is natuurlijk vertrokken. Van het halve uur maken we gebruik om onze boterhammetjes op te eten, zo maken we een deel van de verloren tijd goed, want anders zouden we dat voor we de wandeling begonnen gedaan hebben. De bus is goed bezet. Waarom die per se het traject binnen Liège samen met lijn 138 moet afleggen, is een van die eigenaardigheden waar vermoedelijk geen verklaring voor is. In plaats van een bus om het kwartier op het drukste deel, krijg je nu om het half uur 2 bussen die elkaar op de voet volgen.

Voor de terugreis kunnen we in Angleur de rechtstreekse IC naar Brussel en Kortrijk nemen. Deze rit lijkt perfect te zullen verlopen, althans tot Leuven. In Diegem vertraagt de trein al, in Schaarbeek staan we zo goed als stil. Blijkt dat er nog maar eens spoorlopers zijn geweest tussen Noord en Zuid. Voor Brussel-Noord staan inderdaad meer dan gewoonlijk treinen stil, het mag een wonder heten dat we maar 5 minuten vertraging oplopen. Maar eenmaal uitgestapt is de omvang van de verstoring van de schermen af te lezen. Eigenlijk is het zo goed als onmogelijk om de “beste” oplossing te kiezen - NMBS-personeel is nergens te bespeuren - en dus doen we gewoon wat we eerst van plan waren: de P-trein naar Geraardsbergen van 16:29 nemen: ik veronderstel dat we tevreden moeten zijn dat we maar met 12 minuten vertraging in Halle aankomen, op spoor 4, want meteen na onze aankomst rijdt op spoor 5 de IC naar Quiévrain binnen, met een 20-tal minuten vertraging. In de buurt van Saint-Ghislain zijn er trouwens ook personen langs het spoor gesignaleerd.

Eerlijk: ik denk niet dat ik nu als 16-jarige (of zo) plots geïnteresseerd zou geraken in treinen: eentonigheid is troef, graffiti maken alles nog groezeliger dan het al is, in de rijtuigen kiest men voor een begrafenisstijl en stiptheid is een onbestaand begrip geworden. Eerste klas is een lachertje, de bereikbaarheid van het personeel begint op de basisbereikbaarheid van De Lijn te lijken. Op de drempel van mijn zeventigste verjaardag zal ik tegen beter weten in nog maar een tijdje doorgaan, maar fotograferen zit er niet echt meer in en als ik onschuldige documentatie vraag-die ik al 40 jaar krijg! - word ik met een kluitje in het riet gestuurd, met de smoes dat gevoelige documenten niet vrijgegeven kunnen worden door de aldoor stijgende concurrentie.  

De treinlectuur.
Ilja Leonard PFEIJFFER, Grand Hotel Europa. Speciaal om deze klepper van bijna één kilo (en 546 pagina’s) mee te nemen, hebben we de grotere rugzak opgediept. En het is de moeite!

Patrick de BRUYN, Hoog spel.


Wat is leven inbVlaanderen toch eenvoudig geworden. Ongeveer een jaar geleden stelden we tot onze spijt vast dat een van onze berken snel verdroogde, nadat hij normaal uitgelopen was. Eind augustus startte ik de procedure om de boom te vellen. Het duurde tot begin december nadat ik na heel wat over en weer geschrijf de toestemming kreeg om de boom neer te leggen, uiteraard nadat ik eerst op een gele affiche de eindelijk bekomen toestemming aan de passanten kond kon maken. De boom hield het ironisch genoeg sneller voor bekeken: de decemberwind zorgde ervoor dat de tuinman die de klus moest klaren de gevallen boom alleen nog in stukken moest zagen. Maar ondertussen hadden we natuurlijk de toestemming vast én de verplichting om de dode boom te vervangen door 1.5 exemplaren (dus 2) van een inheemse soort. Bovendien moesten we een groenwaarborg betalen van €300.00 per boom, die ons pas na controle terugbetaald zou worden. Dat laatste zou dus eerstdaags moeten gebeuren… Dat is ons althans beloofd. We hebben nog 4 berken die het waarschijnlijk geen jaren meer uithouden. Vier berken, te vervangen door 6 nieuwe inheemse exemplaren, met een groenwaarborg van €1800.00.

Uitgedrukt…
Door hetzelfde gat schijten… Als je het proper wil houden, zeg je: het zijn twee handen op één buik. Voor de jongere lezertjes, die uitdrukking betekent: zij zijn het vol­ko­men eens, trek­ken één lijn.


Waar Abraham de mosterd haalde.
Voor het schrijven van deze bijdragen maak ik vaak gebruik van twee zeer waardevolle sites, één over de Belgische spoorlijnen en een over de bussen in Vlaanderen, Brussel en Wallonië. Het grootste probleem is dat van de informatisering: in de voorbije 20 jaar is het vrijwel onmogelijk geworden om nog aan papieren dienstregelingen te geraken en op het internet verdwijnen de oude dienstregelingen naarmate er nieuwe ingevoerd worden. Voor de trams maak ik nog al eens dankbaar gebruik van de Rail Atlas Vicinal van Stefan JUSTENS en Dick van der SPEK en van The Vicinal Story - Light Railways in Belgium 1885 - 1991 van W.J.K. DAVIES.

18-04-2023 om 00:00 geschreven door overweg13  


>> Reageer (0)
04-04-2023
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.4 april 2023 - Geel - Tongerlo (Via Monastica)

De wandeling.
Net toen we deze tocht voor vandaag gepland hadden, las ik op de site van het Compostelagenootschap dat er in april, nu dus, een nieuwe versie uitkomt van de topogids van de Via Monastica. Wij waren ondertussen al ten zuiden van Geel beland en zouden nu naar Tongerlo stappen. Maar we lieten ons niet afschrikken door de eventuele wijzigingen en dat bleek achteraf ook niet nodig: het hele, iets meer dan 14 km lange traject, leek alleszins ter plaatse niet aangepast. Tenzij die kleine aanpassing, zeg maar duidelijke verbetering die we zelf hebben aangebracht door de Zandstraat net iets vroeger te verlaten, aldus een aardig stukje onverhard langs de Grote Nete meepikkend, zoals ook de GR dat doet, trouwens. Met het kaartje kun je niet missen - als je je alleen op de bewegwijzering zou baseren, zou je wel eens het spoor bijster kunnen raken. De vorige etappes langs de Via Monastica konden ons niet echt bekoren, maar dit stukje is duidelijk van betere kwaliteit, met een TWQ van 43%. Zeker de veldwegen tussen de Grote Nete en allerhande vijvers mogen er zijn. Tegen het einde toe verwatert (!) het wel wat, naarmate je in de bebouwing van Tongerlo terechtkomt. Maar ja, een Via Monastica moet ook af en toe langs een abdij passeren. We quoteerden 15/20.


Wandeltechnisch is het deel langs de Grote Nete ongetwijfeld het hoogtepunt.


De toegangspoort tot de Abdij van Tongerlo.

Meer foto’s.

Het weer.
Eerst weinig cirrus, daarna wat meer altocumulus, maar die kunnen het kader alleen maar aantrekkelijker maken. Met 10° een ideale staptemperatuur.

De stafkaarten.
16/7-8 Geel (2016) - 17/5-6 Balen (2017).

Hoe we er geraakten.
De vorige keer lag ons eindpunt bij de halte Geel Lissenvijveren die wordt elk uur bediend door bus 299 Geel - Hasselt. Bus 299 zouden we kunnen nemen in Hasselt, Diest of Geel, maar het laatste station biedt ongetwijfeld de snelste verbinding. Voor de terugreis kiezen we lijn 540 Westerlo - Herentals. Er zijn wat mogelijkheden met een overstap in Westerlo, maar Herentals lijkt betrouwbaarder en bovendien is die domme maatregel die een alternatieve terugreis onmogelijk heeft gemaakt, nog altijd van toepassing. Terugkeren uit Herentals met een seniorenbiljet Halle - Geel kan dus wel, uit Aarschot kan dat niet.

Een beetje geschiedenis.
Het zal tot 1907 duren voor Tongerlo een trambediening krijgt: op dat ogenblik wordt de bestaande lijn uit Brasschaat en Brecht verlengd tot Westerlo. Ten zuiden van Tongerlo volgde deze tramlijn wat tegenwoordig de Guldensporenlaan is maar wat toen nog een eigen bedding was, ten noorden volgde de tram de weg: de Langstraat. Deze tramlijn had opvallend veel aansluitingspunten, in de eerste plaats met andere tramlijnen maar ook met het spoorwegnet. Dat mocht allemaal niet baten: de lijn sneuvelde al in 1950. In het tweede spoorboekje van 1949 kon je trouwens al lezen dat er voortaan een autobus zou rijden en dat je de affiches moest raadplegen. Volgens de Rail Atlas Vicinal zou de tram tussen Herentals en Westerlo nog gereden hebben tot 1950, terwijl het deel boven Herentals al gesloten werd in 1949. De sluitingsdatum 1950 wordt trouwens ook vermeld in De buurtspoorwegen in de Provincie Antwerpen, van Jos Neyens.

In het spoorboekje van 8.10.1950 vinden we dan wel een dienstregeling terug, zij het een voorlopige, met 9 busritten (op vrijdag 10). Met de bussen kwamen ook de varianten.

Er werd geen lijnnummer vermeld, al is het mogelijk dat dit wel al gebruikt werd. Ik vind het lijnnummer 54 pas jaren later terug. Eind jaren 80 vinden we zelfs een tweede lijnnummer: 54 voor 2 varianten (Westerlo - Herentals via Voortkapel en Westerlo - Herentals via Oevel) en 54B (Tongerlo Dreef Abdij - Westerlo - Olen). Het huidige nummer 540 verschijnt in 2006. Een jaar later komen ook de nummers 541 en 543 in gebruik - 541 voor de bediening van Geel Bell, 543 als schooldienst). Met de basisbereikbaarheid verschenen ook 2 belbussen 944 en 946.


De verbinding.

Halle - Herentals 3408 09:20 10:36 +7 822 (GCR) mr75 vierledig controle: J
Herentals - Geel 4310 10:43 10:54 +5 4171 (FHS) mw41 controle: N
Geel - Geel [299] 11:05 11:19 -3 ab2107 VDL Bus&Coach Citea SLE Hasselt De Crutzen
-
Tongerlo - Herentals [540] 15:44 16:09 +2 ab2035 VDL Bus&Coach Citea SLE Westerlo
Herentals - Halle 3438 16:23 17:41 +8 1924 (NK) - 61043 (FCL) M6 controle: J

 

En wat we beleefden.
Vlot kun je de heenreis niet noemen: IC 3408 staat stil in Ruisbroek (om van lijn 96N naar lijn 96 te gaan), voor Brussel-Zuid (classics op radio één), voor Brussel-Centraal (ook al bijna een classic), voor Schaarbeek. Hoewel de trein dus perfect op tijd vertrekt in Halle, zien we de vertraging vervaarlijk groeien, tot 10 minuten in Vilvoorde. Dat zou moeten “volstaan” om de aansluiting in Herentals met de IC naar Hamont de mist te zien ingaan. Maar we hebben geluk, in onze trein zit een tb die ook een deel van de 4310 moet overnemen en een tbg die ook al met de 4310 mee moet. Of de 4310 in normale omstandigheden zou wachten, weten we niet, maar nu krijgen we voorrang vanaf Lier en dus komt de aansluiting niet in het gedrang. We komen aan in Herentals met 7 minuten vertraging en de IC naar Hamont volgt, met 6 minuten vertraging. In de 4310 komt al snel een tbg aan het woord die op een verfrissende manier communiceert, zelfs zijn eigen voornaam. We komen met 5 minuten aan in Geel, waar de voetgangerstunnel nu de route naar het busstation via de overweg serieus inkort.

De bus van lijn 299 vertrekt precies op tijd. Er is wel een omleiding, die voor een keer geen verlenging van de reisweg inhoudt, maar een inkorting. Opvallend: op het scherm in de bus wordt de vervangingshalte vermeld, niet de reguliere.

Bus 540 komt met een kleine vertraging aan de halte Tongerlo Dreef Abdij; hij zal die 2 minuten vertraging ook houden tot Herentals. Blijkbaar is er een probleem met de achterste deur, die een alarm aanstuurt.

Ook IC 3438, die ons rechtstreeks naar Halle zal brengen, rijdt met een kleine vertraging. In Vilvoorde is die ingelopen en zelfs in Brussel-Noord vertrekken we nog met amper één minuutje vertraging. Maar daar komen er al snel 5 bij tot Brussel-Centraal, waar een gigantische groep jongeren instapt. Ik vraag me toch af hoe ze het klaarspelen: ik heb destijds tientallen groepsreizen georganiseerd en tegen het einde aan was dat zo moeilijk geworden dat ik het zo goed als opgaf. Zeker tijdens de spits was het bijna onmogelijk om het groepstarief vast te krijgen. In Halle blijkt deze trein trouwens meer dan vol te zitten, ook vooraan - de jongeren moeten allemaal achteraan zitten. Tussen Brussel-Zuid en Vorst-Zuid staan we weer zo goed als stil, blijkbaar om naar lijn 96N over te gaan. En ja hoor, ze zijn er weer de grijs- of zwartrijders die vinden dat ze heerlijk in eerste klasse mogen komen zitten. We hebben al controle gekregen voor Brussel en dat is blijkbaar genoeg. Ik vraag me meer en meer af hoeveel we jaarlijks zouden kunnen besparen als we ook gewoon systematisch met een tweedeklasbiljet in eerste zouden gaan zitten. Die enkele keer dat we dan een klasverhoging moeten betalen zouden we erbij moeten nemen. Maar er is een ander probleem: wij behoren nog tot de generatie die zich zou schamen als we zouden moeten verhuizen…

De treinlectuur.
Karl MAY, Winnetoe bij de Bedoeïenen. Heerlijk jeugdsentiment en een goed verhaal, dat de link legt tussen Old Shatterhand en Kara Ben Nemsi, de twee alter ego’s van Karl May.

Julian BARNES, Het enige verhaal.


Als er afsluitingen langs de Zenne geplaatst moeten worden, moet men er misschien ook eens aan denken om wat stevige afweer te voorzien voor beroepsvoetballers die sportcentra binnenrijden…

Uitgedrukt…
Het punt van Judas. Dat is het getal 13. Het is nu eenmaal de Goede Week.


Waar Abraham de mosterd haalde.
Voor het schrijven van deze bijdragen maak ik vaak gebruik van twee zeer waardevolle sites, één over de Belgische spoorlijnen en een over de bussen in Vlaanderen, Brussel en Wallonië. Het grootste probleem is dat van de informatisering: in de voorbije 20 jaar is het vrijwel onmogelijk geworden om nog aan papieren dienstregelingen te geraken en op het internet verdwijnen de oude dienstregelingen naarmate er nieuwe ingevoerd worden. Voor de trams maak ik nog al eens dankbaar gebruik van de Rail Atlas Vicinal van Stefan JUSTENS en Dick van der SPEK en van The Vicinal Story - Light Railways in Belgium 1885 - 1991 van W.J.K. DAVIES.

04-04-2023 om 00:00 geschreven door overweg13  


>> Reageer (0)
28-03-2023
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.28 maart 2023 - Gemmenich

De wandeling.
De folder die ons vandaag ter inspiratie dient is niet eens zo oud: ik kocht hem in 2015. De wandelkaart Land van Eupen & Geuldal werd toen uitgegeven door het Toeristisch Agentschap Oost-België, in samenwerking met het NGI dat voor de kaart zorgde. Je vindt er niet minder dan 37 aangeduide (aanbevolen) wandelingen in, in een tiental gemeenten. Onze keuze viel vandaag op de Promenade des Pélerins, een bijna 10 km lange lus in Gemmenich. De keurig aangeduide wandeling (rode rechthoek) brengt ons in het Preuswald met een lange reeks kruisen (Pélerins!), naar het Drielandenpunt en terug naar Gemmenich. De TWQ ligt op 69% en wie minder streng is, kan ook twee afgesloten asfaltwegen in het bus als trage weg beschouwen. Maar wij gaan in dit geval nu eenmaal voor onverhard. Het is een erg aangename tocht geworden, met veel bos, veel prachtig verzorgde kruisen met paarse Vastenlinten en uiteraard is het Drielandenpunt een toeristische trekpleister. Voeg daar nog enkele mooie panorama’s bij en je krijgt een tocht die voor ons 18/20 waard was. Voor de treinliefhebbers is er ook nog lijn 24, een van de belangrijkste goederenspoorlijnen van het land en onderweg vind je zelfs een oriëntatiebord dat volledig aan deze lijn gewijd is. Op het kaartje is te merken dat je ook even in Nederland stapt en de foto’s geven uiting aan de christelijke inspiratie die ook al in de naam van de wandeling terug te vinden is.


Nog maar net vertrokken en al meteen topklasse.


Zo kwamen we er 8-tal tegen.

Het weer.
Cirrusbewolking kon de zon op momenten volledig versluieren. Fris maar rustig.

De stafkaarten.
35/5-6 Plombières (2019). Hoe langer ik deze nieuwe reeks van het NGI op 1:25.000 gebruik, hoe meer ik er ontgoocheld over geraak. De vorige reeks kaarten (op 1:20.000) was eigenlijk té volledig voor de gebruikte schaal en met de nieuwe kaarten probeerde men met minder gegevens toch volledig te zijn, maar daar wringt het schoentje. Waar dient een topografische kaart anders voor dan om zo veel mogelijk gegevens te bevatten? Nu ontbreken toch wel erg veel boswegen. (Het probleem met de kaarten op 1:20.000 was hun overvloed en door deze kaarten ook op 1:10.000 beschikbaar te maken, werd dat mooi opgelost, maar dat zal wel voorgoed verleden tijd zijn. Belet me niet om er met heimwee aan terug te denken.)


Hoe we er geraakten.
Gemmenich is bereikbaar met lijn 396 (Eupen - Vaals) en met lijn 710 (Eupen - Welkenraedt - Kelmis). De verbinding via Welkenraedt is duidelijk de snelste en dus verlopen heen- en terugreis met overstap in Welkenraedt dat gemakkelijk te bereiken is met twee IC’s per uur.

Een beetje geschiedenis.
Uiteraard verwijs ik met plezier naar de website van Paul Kevers (link onderaan). Meer specifieke informatie over Gemmenich vind je hier. Daaruit leren we o.a. dat Gemmenich nog jaren (15!) moest wachten op zijn station, eerst onder het mom van een ongunstige ligging die het moeilijk maakte om een voldoende vlakke en grote ruimte vrij te maken, later omdat de douane gevestigd was in Plombières en er geen station of halte tussen de Duitse grens en Plombières mocht liggen. In 1876 kwam het (voorlopige) station er dan toch.

Aanvankelijk werd Gemmenich opgenomen in een tabel Verviers - Aachen - Elberfeld. Eigenlijk is de geschiedenis van de reizigersinformatie altijd een zootje gebleven: in het spoorboekje van 1924 vind ik een lijn 39A Plombières - Aachen terug, al rijden de meeste treinen door tot Herbesthal, eentje zelfs tot Raeren. Bij het begin van WO II is de tabel gewoon 39 geworden: Aachen - Montzen - Gemmenich - Plombières - Moresnet - Birken -…- Herbesthal. Zo verschijnt de lijn ook opnieuw na WO II, maar daar roert entwat: in het spoorboekje van 1952 vinden we eigenlijk geen dienstregelingen voor Gemmenich meer: er wachten grondige hervormingen en er wordt geen dienstregeling gepubliceerd. Dat geldt zowel voor de NMVB als voor de NMBS.
Uiteindelijk verschijnt een buslijn 39a (en een lijn 396 Malmédy - Eupen - Vaals, vandaag drastisch ingekort tot Eupen - Vaals.) Het is een toestand die meer dan 20 jaar zou aanhouden, maar nog voor de splitsing van de NMVB wordt het lezen van tabel 39a een stuk eenvoudiger (?): al blijft de 39a behouden, er komen nu per variant nieuwe lijnnummers 10 - 10 - 11 - 11 - 15. Voor Gemmenich zijn alleen de lijnen 10 en 10 van belang. De laatste is de huidige lijn 710, lijn 10 volgt grotendeels hetzelfde traject maar er is een traject Verviers - Welkenraedt aan toegevoegd. Het aantal varianten (schooldiensten) neemt nog toe, maar tegenwoordig is de tabel 710 - 711 vrij overzichtelijk geworden, precies door aparte tabellen te voorzien.
De nummering met honderdtal 7 kwam er bij het begin van deze eeuw en is typisch voor de hele regio Verviers - Eupen. Ons interesseert vandaag vooral lijn 710 (de vroegere 10) van Kelmis via Gemmenich, Plombières, Montzen, Birken, Henri-Chapelle naar Welkenraedt en Eupen. Het dorp Moresnet wordt veelal bediend door lijn 711 met aansluiting op de 710 in Montzen.

De verbinding.

Halle - Brussel-Zuid 3407 08:21 08:32 +1 1850 (FSD) - 61040 (FCL) M6 controle: N
Brussel-Zuid - Welkenraedt 0507 08:55 10:34 stipt 1853 (FSD) - 73009 (FSD) M7 controle: N
Welkenraedt - Gemmenich [710] 10:57 11:22 stipt ab5013-26 Mercedes Citaro G II SADAR
-
Gemmenich - Welkenraedt [710] 14:34 15:01 stipt ab5013-24 Mercedes Citaro LE SADAR
Welkenraedt - Brussel-Noord 0538 15:25 16:50 +1 1832 (FSD) - 73042 (FSD) M7 controle: N
Brussel-Noord - Halle 1938 17:01 17:23 +8 1888 (NK) - 61002 (FBMZ) M6 controle: N

 

En wat we beleefden.
Vlot reizen mag ook wel eens en de heenreis verloopt inderdaad bijna zoals het hoort. IC 3407 rijdt ongehinderd van Halle naar Brussel-Zuid en slaagt er zelfs in 2 minuten vertraging in te lopen. Tot Leuven rijdt IC 507 met wat vertraging en de afdaling naar Liège-Guillemins verloopt toch wel traag, maar Welkenraedt bereiken we stipt. Overigens zaten we in rijtuig 73009 eerst in de kou: toen we wilden verhuizen naar het volgende rijtuig stelden we vast dat het elders in het rijtuig wel aangenaam warm was.

De bus moet maar zonder Aribus vertrekken want zwart is de hoofdkleur - de enige kleur - op het scherm. Bij de voorbereiding had ik gevonden dat er een omleiding was in Gemmenich door werken op het kruispunt van de Place Peckham. Alternatief was de niet zo ver gelegen halte La Forge. Die werken waren begonnen in… 2019 en dat leek me toch wel lang geleden. Ik nam dus contact op met de TEC-LV en kreeg snel antwoord: toevallig waren de werken enige dagen tevoren beëindigd en kon de vermelding in de dienstregeling dus verdwijnen. Ik was er eigenlijk van overtuigd dat mijn mailtje een of andere verantwoordelijke wakkergeschud had, maar… ter plaatse bleek de omleiding nog altijd van toepassing. Voor de richting Kelmis ontbrak een voorlopige haltepaal, maar plaatselijke busgebruikers wisten blijkbaar waar ze moesten wachten. Aan de haltepaal van de Place Peckham hing nog een geplastificeerde mededeling in een plastieken hoes die uiteraard na bijna 4 jaar nog nauwelijks leesbaar was. De werken waren inderdaad nog aan de gang en anders dan je zou kunnen verwachten werd geen gebruik gemaakt van kruiwagens, pikhouwelen, spaden in alle vormen en formaten… De arbeiders gebruikten goed materieel dat gericht is op snelle afwerking…

Als je de terugrit opzoekt in de app van de TEC lijkt deze rit beperkt tot Montzen Église, waar dan moet worden overgestapt. Ook de website splitst deze rit op in 2 delen, zij het dat men daar vermeldt dat beide ritdelen met hetzelfde voertuig worden uitgevoerd. (Waarom dan splitsen?) We zijn er dus vrij gerust in, zeker als het grootste deel van onze medereizigers ook gewoon blijft zitten. Het valt trouwens op dat dit een goede lijn is: zowel vanmorgen als vanmiddag is de bezetting behoorlijk. Misschien is dat de reden waarom de bus ondanks de sportieve rijstijl van de chauffeur langere tijd met enkele minuten vertraging rijdt. Maar Welkenraedt bereiken we wel op tijd.

IC 538 vertrekt met 2 minuten vertraging in Welkenraedt, maar in Verviers is die vertraging al weggewerkt. In Liège-Guillemins moeten we wel vertrekken na IC 1738, een zo goed als volledig ontsier rijtuigenstel M4, dat met 7 minuten vertraging vertrekt. Wij houden er nog 3 aan over. Maar voor de rest verloopt de rit zonder geschiedenis, zoals ons onderwijs. Ook IC 1938 komt vrij moeiteloos door de NZV, maar dan loopt het snel fout: de 2 minuten vertraging bij vertrek in Brussel-Zuid worden er uiteindelijk 8 in Halle. Al meteen bij het buitenrijden van Brussel-Zuid rijden we tegen een slakkengangetje, vermoedelijk achter S 1588 naar Geraardsbergen en Denderleeuw aan: die heeft 25 minuten vertraging bij elkaar gesprokkeld. Vanaf Lot rijden we op tegenspoor. In mijn achterhoofd broeit ondertussen een verhaaltje: 3 treinen hebben ons vandaag laten vermoeden dat het werk van de tbg is overgenomen door artificiële intelligentie: geen controle, meer: we hebben ook geen tbg gezien, alleen heel af en toe gehoord. Maar dan komt hij: de spelbederver, die net voor Halle opduikt en controleert. Daar gaat mijn anekdote, al raakt hij niet ver genoeg om ook ons nog te controleren…

De treinlectuur.
Werner BRÄUNIG, Rummelplatz. De DDR meteen na de opsplitsing. We volgen enkele personages die al dan niet vrijwillig tewerkgesteld zijn in fabrieken en mijnen waar het halen van productienormen belangrijker is dan de arbeiders die daar voor instaan. Spijtig genoeg hebben sommige van die personages ook de neiging om uitgebreid te filosoferen over het communisme dat hen door middel van Russische pantsers wordt opgedrongen. Het inzicht groeit dat de strijd tegen het kapitalisme verloren is: de arbeider blijft een speelbal in de handen van de happy few, die zich tot de zwalpende communistische partij bekennen.

Julian BARNES, Het enige verhaal.


Zomertijd, oei oei ons bioritme. Maar drie dagen en nachten wallebakken onder de noemer carnaval, of zelfs het gewone uitgaansleven: geen enkel probleem!

Uitgedrukt…
Doe het licht branden dat we zien wat we zeggen. Absurd en grappig.


Waar Abraham de mosterd haalde.
Voor het schrijven van deze bijdragen maak ik vaak gebruik van twee zeer waardevolle sites, één over de Belgische spoorlijnen en een over de bussen in Vlaanderen, Brussel en Wallonië. Het grootste probleem is dat van de informatisering: in de voorbije 20 jaar is het vrijwel onmogelijk geworden om nog aan papieren dienstregelingen te geraken en op het internet verdwijnen de oude dienstregelingen naarmate er nieuwe ingevoerd worden. Voor de trams maak ik nog al eens dankbaar gebruik van de Rail Atlas Vicinal van Stefan JUSTENS en Dick van der SPEK en van The Vicinal Story - Light Railways in Belgium 1885 - 1991 van W.J.K. DAVIES.

28-03-2023 om 00:00 geschreven door overweg13  


>> Reageer (0)
20-03-2023
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.20 maart 2023 - Beringen-Mijnen

De wandeling.
In 2010 publiceerde Stan Verelst in het tijdschrift van Pasar een wandeling met als titel Op de terril van Beringen-Mijn. Die terril is dan ook de pièce de résistance van een 10.3 km lange tocht, die ook nog een tijdje via een mooie voetweg langs de Zwarte Beek voert. Zo komt de TWQ uit op 57%. De klim naar de top van de terril is een uitdaging langs goed onderhouden paden. Destijds was het parcours onberispelijk beschreven en zo konden we ongehinderd naar boven, zonder ons te laten verleiden door de olifantenpaadjes die her en der ontstaan zijn. Wil je zeker spelen, dan gebruik je dit kaartje. Eenmaal boven krijg je een vrij uitzicht maar oogkleppen zijn aan te raden: de vele woonwijken aan de voet zijn niet bepaald wat je van een panorama verwacht. We quoteerden 15.5/20.
Foto’s vind je hier. Deze zorgen hopelijk voor de nodige appetijt.


Voor eeuwig aan de ketting.


Oude trots.

Het weer.
Regen toen we uit de bus stapten en meteen nadat we opnieuw in de bus gestapt waren, maar het grootste deel van de wandeling bleef het droog. Wel somber, winderig en relatief fris.


De stafkaarten.
25/1-2 Tessenderlo (2017) - 25/3-4 Heusden-Zolder (2017).

Hoe we er geraakten.
Bij Beringen-Mijnen zou je meteen aan de treinhalte Koersel denken - zeker als je wat afweet van de spoorweggeschiedenis en de stations in Beringen - maar de apps waren het voor een keer met me eens: met de trein naar Schulen reizen en daar overstappen op lijn 90 Donk - Beringen was een vlotte en tamelijk snelle oplossing. En dat deden we dus voor heen- en terugreis.

Een beetje geschiedenis.
Buslijn 90 Donk - Beringen is er een van relatief recente datum: ik vond ze voor het eerst terug in het busboekje van 30.06.2003; ze moet beschouwd worden als een van de zegeningen van de toen pas ingevoerde basismobiliteit. Voordien werd Schulen Station o.m. bediend door lijnen 30 Sint-Truiden - Beringen en 35c. Dat laatste was logisch: die lijn 35c was de vervangingslijn voor de geschrapte halten op lijn 35. Ik vermeldde dit al in de bijdrage van 25 januari 2020, toen we in Meldert stapten.

Lijn 90 werd een deels nieuwe verbinding tussen Donk, Herk-de-Stad, Lummen en Beringen. Zoals dat bij de basismobiliteit gangbaar was, kon men niet klagen over de dienstregeling:

N67: uurdienst van 6:05 tot 20:12

R6: uurdienst van 8:07 tot 20:07

R7: 2-uurdienst van 9:07 tot 21:07

Overigens betekende het invoeren van lijn 90 wel dat lijn 35c verschrompelde tot wat men eufemistisch een functionele lijn is gaan noemen.

Dat was de toestand op een ogenblik dat De Lijn onweerstaanbaar groeide en bloeide, maar zoals wel vaker (altijd?) is het voor het OV in ons land erg belangrijk wie er aan het roer zit. Opeenvolgende besparingsoperaties snoeiden vooral sterk in de zondagsdienst: er werden op zondag nog 4 ritten ingericht, tussen 10:57 en 17:16. Van een vaste cadans is er op zondag geen sprake meer. Op weekdagen is er trouwens een opvallend verschil tussen de dienstregeling voor en na de middag, zoals we die wel vaker hebben zien invoeren. De uurdienst bleef wel behouden, maar meteen na de middag is het toch wat langer wachten.

De verbinding.

Halle - Brussel-Zuid 1908 09:37 09:48 stipt 518 (FHS) mr96 Deense neus controle: N
Brussel-Zuid - Leuven 0508 09:55 10:23 +5 1892 (NK) - 73026 (FSD) M7 controle: J
Leuven - Schulen 2461 11:13 11:54 stipt 396 (FHS) mr80 Break controle: N
Schulen - Koersel [90] 12:11 12:43 +2 ab2081 VDL Bus & Coach Citea SLE Beverlo
-
Koersel - Schulen [90] 15:14 15:50 -2 ab4423-08 Mercedes Citaro G II De Valk
Schulen - Leuven 2486 16:05 16:46 +1 405 (FSD) mr80 Break controle: J
Leuven - halle 1738 16:53 17:33 +6 2705 (NK) - 58005 (NK) M4 controle: N

En wat we beleefden.
De bus van lijn 155 die bij ons komt om 9:07 heeft de vertraging vandaag binnen de perken gehouden (+7) en dus kunnen we sneller naar Leuven dan voorzien. Dat verklaart de onnodig lange reserve.

IC 1907 rijdt tamelijk vlot naar Brussel-Zuid, waar we IC 508 naar Eupen kunnen nemen. Dat is een verbinding met een aansluiting van 7 minuten waaraan we ons lot anders niet zouden verbinden. Maar vandaag lukt het dus probleemloos, wat ons met een lange wachttijd in Leuven opzadelt. Tijd voor een koffie dus. De rust van het Grand Café wordt verstoord door iemand die zichzelf zo belangrijk vindt dat het gesprek - in het Engels - door de gelagzaal knalt. Na een tijdje heeft een kelner of de eigenaar er genoeg van: het volume van de laptop gaat drastisch naar omlaag. Na de laatste wandeling had ik een twintigerse dame in de trein nog zelf aangemaand om haar elektroniekske wat zachter te zetten - waar halen ze het in hun hoofd om radio- of tv-programma’s met hun medereizigers te delen? En straks zal ik in de L-trein een jongeman aanspreken die ook gretig gebruik maakt van een speeldoosje dat veel te veel gerucht maakt.
De info in IC 508 lijkt nergens op: we zitten in een trein naar Oostende en de halteaankondiging zit er compleet naast. Hoewel we Brussel-Noord buitenrijden met amper 2 minuten vertraging, vallen we meteen na het noordstation stil: een Thalystrein heeft voorrang gekregen en tot Schaarbeek gaat het tegen een slakkengangetje. We komen in Leuven met 5 minuten vertraging aan, wat niet eens slecht is.
De L-trein naar Hasselt rijdt zonder veel problemen zo goed als op tijd, vanaf Diest zelfs helemaal op tijd.

Ook bus 90 doet het trouwens erg goed. Ook hier loopt het fout met de info op het scherm. Blijkbaar blijft die hangen, zodat we zelfs even denken dat we in een bus van de verkeerde richting zijn ingestapt, maar op een bepaald moment raakt de info toch gecorrigeerd, tot de volgende halte waar gestopt moet worden. In Lummen maakt de bus op het eerste gezicht gekke rondjes, maar hier is een goed uitgekiend aansluitingspatroon van kracht. Tijdens de wachttijd ruimt de chauffeur een achtergebleven drankflesje op - dat zie je bijna nooit meer.

Voor de terugrit krijgen we zelfs een gelede bus. Behalve aan de school Sint-Ferdinand zijn er weinig instappers, al moet de bus natuurlijk nog naar Herk-de-Stad. Ook nu staan aan de halte Frederickxstraat in Lummen de bussen van een aantal lijnen onderlinge aansluitingen te geven.

De aansluiting bus/trein (een kwartier) verloopt volgens het boekje. Drie minuten voor het voorziene aankomstuur van onze L-trein passeert nog een goederentrein, getrokken door een 77. Die lijkt ons niet te hinderen en we komen zo goed als stipt in Leuven aan. De grap van de dag moet dan nog komen: IC 1739 wordt aangekondigd. Ik had eerder al gezien dat de samenstelling van deze trein niet correct doorkwam in haltelink en hyperrail, maar dat dergelijke fouten ook doorgegeven worden aan het informatiesysteem is potsierlijk. Voor een hele reeks stations worden de laatste 4 (of zelfs 5!) rijtuigen verboden. Als de eersteklasrijtuigen ook nog eens gesitueerd worden in het 2de, 9de, 14de en 15de rijtuig is het duidelijk dat 2 samenstellingen werden samengevoegd: een met M4 en een met M7. De trein bestaat uiteraard alleen maar uit een lang stel M4-rijtuigen en helemaal achteraan hangt het enige eersteklasrijtuig. Tot Brussel-Zuid doet de trein het erg goed (+2), maar vanaf Lot vertraagt hij: hij bereikt Halle met 6 minuten vertraging en doordat we helemaal achteraan zitten hebben we veel overstaptijd nodig voor de bus van 16:40. We zien hem nog net wegrijden… Gelukkig verkondigt men al 30 jaar dat de aansluitingen verbeterd moeten worden, maar ik heb het opgegeven. Een uur wachten zien we niet zitten en dus voegen we nog 3.850km toe aan onze inderdaad niet zo lange tocht van vandaag. En we blijven stappen met de vraag: is geen informatie eigenlijk niet beter dan foutieve informatie?

De treinlectuur.
Werner BRÄUNIG, Rummelplatz.
Julian BARNES, Het enige verhaal.



Onze Natuur, met Wim Opbrouck die keurig Nederlands praat. En ook oog heeft voor de natuur ten zuiden van de taalgrens. Hoe het zat met Het verhaal van Vlaanderen hoef ik waarschijnlijk niet te vermelden.

Overigens is Opbrouck ook in Arcadia (samen met Gene Bervoets) zowat de enige Vlaming die zich behoorlijk in het Nederlands uit de slag trekt. De reeks toont door het naast elkaar plaatsen van Vlaamse en Nederlandse acteurs nog maar eens hoe lamentabel het met de Vlaamse acteurs gesteld is.

Uitgedrukt…
Morgen ga ik op den blok… Dus niet Block, zoals je misschien verwacht in deze blog waar treinen toch een belangrijke rol spelen. Je hoort het wel eens gebruiken door iemand die geopereerd moet worden. Vermoedelijk is het een verwijzing naar het kapblok (of hakblok in Nederland): een massief blok hout waarop de slager kleinvee slacht of vlees met het hakmes snijdt.


Waar Abraham de mosterd haalde.
Voor het schrijven van deze bijdragen maak ik vaak gebruik van twee zeer waardevolle sites, één over de Belgische spoorlijnen en een over de bussen in Vlaanderen, Brussel en Wallonië. Het grootste probleem is dat van de informatisering: in de voorbije 20 jaar is het vrijwel onmogelijk geworden om nog aan papieren dienstregelingen te geraken en op het internet verdwijnen de oude dienstregelingen naarmate er nieuwe ingevoerd worden. Voor de trams maak ik nog al eens dankbaar gebruik van de Rail Atlas Vicinal van Stefan JUSTENS en Dick van der SPEK en van The Vicinal Story - Light Railways in Belgium 1885 - 1991 van W.J.K. DAVIES.

20-03-2023 om 00:00 geschreven door overweg13  


>> Reageer (0)
15-03-2023
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.15 maart 2023 Tielt-Winge - Sint-Pieters-Rode (GR512)

De wandeling.
Het is zowat de derde keer dat we GR512 lopen en dat is niet verwonderlijk: we stappen ondertussen al zo een halve eeuw en dan moet je reprises inlassen, wat we niet eens erg vinden. Vandaag stappen we van Tielt-Winge naar Sint-Pieters-Rode. Dat laatste zegt misschien niet zo veel, maar Horst doet dat waarschijnlijk des te meer. Zo een 10 à 11km met een TWQ van 70%, het is een stukje GR dat er best mag wezen. Bij ons is er in 10 dagen dik 70mm neerslag gevallen en dat zal hier in het Hageland wel niet anders zijn: dat hebben we aan den lijve ondervonden. Met name de lange stroken bos (Walenbos en het Kasteeldomein van Horst) liggen er bepaald drassig bij: probeer deze tocht niet te stappen op balschoentjes. Zo je dat toch mocht overwegen, laat je dan overtuigen door de foto’s. Het kaartje en de bijhorende grafiek laten een vrij vlakke wandeling zien, op één stevige klim na: de Houwaartse Berg.


Met goed onderhouden wandelbottines kom je hier probleemloos door: het Walenbos.


Tot voor enkele decennia zo goed als ondenkbaar: wijngaarden.

Het weer.
Frank is spijtig genoeg stilaan aan zijn zwanenzang begonnen, maar belooft een droge dag. Op een korte bui met wat hagel is het inderdaad droog gebleven. De wolken toonden zich van hun beste kant, de temperatuur was aangenaam en de wind hield zich koest.

De stafkaarten.
24/7-8 Aarschot (2020)

Hoe we er geraakten.
De vorige keer sloten we het stukje GR af bij de Blerenbergstraat, maar dat zal vandaag niet lukken. De Lijn waarschuwt voor een omleiding en dus zit er niets anders op dan uit te stappen bij de halte Tielt Stelplaats en dat is niet eens zo erg: een voetweg brengt ons in de onmiddellijke buurt van ons eerdere eindpunt. Het wordt dus Halle - Leuven en dan een bus van lijn 370. Voor de terugrit kiezen we de halte Horst op lijn 310 Aarschot - Leuven. De rechtstreekse IC komt deze keer niet in aanmerking en dus wordt het overstappen in Brussel-Noord.

Een beetje geschiedenis.
We kwamen eerder al aan in Horst en dus heb ik de geschiedenis van buslijn Leuven - Aarschot daar al behandeld. Toen schreef ik dit:

Dankzij zone01 vond ik al een buslijn Leuven - Aarschot terug die haar opwachting vermoedelijk maakte tijdens het interbellum. In een busboekje kwam deze lijn voor onder tabel 33: de meeste bussen (op 1 na) zijn beperkt tot een traject Leuven - Sint-Pieters-Rode. Die ene vreemde eend in de bijt reed door tot Aarschot.
In een boekje uit 1948 blijft de tabel het nummer 33 dragen, de meeste ritten rijden nu tot Aarschot.
In het spoorboekje van 1950 verschijnt tabel 725, in de sectie NMVB. Met 4 ritten op N67, 3 op R6 en 5 (!) op R7 lijkt het geloof in deze lijn niet erg groot te zijn. Later zal de lijn opgenomen worden in tabel 599, nog later in 596. De bussen rijden als 10 (of één enkele als 10), eerst nog vrij onregelmatig gespreid over de dag, later met een soort 2-uurdienst, op alle dagen van de week.
Tot de NMVB moet besparen: het aantal rechtstreekse ritten tussen Leuven en Aarschot wordt gedecimeerd: reizigers moeten bijna altijd in Holsbeek overstappen van of naar de Leuvense stadslijn 2. Aan die besparingstruc komt gelukkig na enkele jaren een eind en in 2005 verschijnt het huidige lijnnummer 310. Tegenwoordig wordt van maandag tot zaterdag ongeveer een uurdienst gereden, op zondag rijden de bussen slechts om de 2 uur.

Als toemaatje deze dienstregeling uit de tijd: het busboekje van 01.06.1986. Holsbeek is meestal overstappunt naar stadslijn 2.

De verbinding.

Halle - Leuven 1708 09:26 10:08 +13 76043 (NK) - 73069 (NK) M7 controle: N
Leuven - Tielt-Winge [370] 10:24 10:52 stipt ab304-604 VDL Bus & Coach Citea LE Teyssen
-
Sint-Pieters-Rode - Leuven [310] 14:48 15:15 stipt ab2718 VDL Bus & Coach Citea SLFA Hybrid Tielt
Leuven - Brussel-Noord 1537 15:20 15:38 +8 76031 (FSD) - 61028 (FHS) M6 controle: N
Brussel-Noord - Halle 3786 15:53 16:20 +8 08194 (FSR) mr08 Desiro controle: N

 

En wat we beleefden.
Eigenlijk is het echt droef gesteld met ons OV. Lees maar. Dat de bus van lijn 155 die hier bij ons om 8:37 doorkomt, vertraging zal hebben staat als een paal boven water. Gisteren was dat 36 minuten, vandaag beperkt het zich tot 14 minuten - de chauffeur is ook nog even op de reisweg van lijn 153 terechtgekomen, maar vermoedelijk hebben oplettende reizigers haar daar op gewezen. Anders hadden we naar onze bus kunnen fluiten. Een kwartiertje wachten in Halle zorgt weer voor frustrerende toestanden. Eigenlijk zou ik de laatste tijd geblinddoekt in stations moeten ronddwalen, want tegenwoordig zijn de toestanden slecht voor de bloeddruk en dus voor de algemene toestand van goedvoelen. Een bloemlezing: IC 3230 rijdt met een dik half uur vertraging als gevolg van problemen tijdens de voorgaande rit. IC 3408 vertrekt op dubbel geel en is gehalveerd: dat gebeurt zo 1 keer per week. Het enige vierledige stel is duidelijk niet tegen zijn taak opgewassen. Tussendoor moet ook het lege stel van de 7444 nog passeren en dat veroorzaakt dan weer vertraging aan IC 1708. IC 1930 rijdt wel op tijd, maar daar is het eerste rijtuig dan weer niet toegankelijk van: defecte deuren. Als IC 1708 binnenrijdt, is het nummer (B en UIC) van het trekkende M7-rijtuig onleesbaar door graffiti.

Het nummer van het eerste AB-rijtuig is wel leesbaar en aan de hand daarvan kan ik uit een eerdere samenstelling afleiden dat het BMx-rijtuig waarschijnlijk het nummer 76043 draagt. We vertrekken in Halle met 8 minuten vertraging, staan zo goed als stil in Ruisbroek en later ook nog eens op lijn 36N ter hoogte van kp 20.1 (buurt Veltem): in Leuven klokken we af op 13 minuten. De voorziene aansluiting met de bus van lijn 370 houdt dus nog stand.

Om een of andere reden rijden er woensdag enkele bussen extra tussen Leuven Station en Tielt Stelplaats. Het is zo een bus die we nemen, langs de saaie N2. Maar de rit verloopt zonder problemen.

De terugrit met lijn 310 is ook stipt. De chauffeur moet wel aardig doorduwen. Maar we krijgen zicht op een aansluiting met de IC naar Blankenberge die 5 minuten na aankomst van de bus zou moeten vertrekken.


Tielt Stelplaats. Wachten op een volgende rit.

Zou moeten want deze trein heeft 10 minuten vertraging, door problemen bij de koppeling. Er gaat wel nog wat vertraging af; de aansluitende trein is S3786, op tijd, in Brussel-Noord dan toch. Want we zitten achter IC 2435 (Liège-Saint-Lambert - Namur - Brussel - Tournai). Met 4 minuten bij vertrek uit Brussel-Zuid lijkt de schade beperkt te blijven, maar net buiten Brussel-Zuid moeten we nog voorrang geven aan P 8800 Schaarbeek - Saint-Ghislain. In Vorst-Zuid tekenen we al 8 minuten op en de ervaring leert dat daar geen minuut meer af gaat voor Halle. De zwart- of grijsrijders (2 jongeren met roots buiten België) komen de boel verder verpesten: ze zijn er duidelijk niet gerust in en zijn waarschijnlijk daarom zo ver mogelijk naar voren doorgeschoven. De ene stapt uit in Ruisbroek, de andere in Buizingen. Die van Ruisbroek heeft met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid geen treinbiljet.

De treinlectuur.
Werner BRÄUNIG, Rummelplatz. Ik heb al heel wat Duitse romans gelezen over West-Duitsland, maar dit is de eerste over Oost-Duitsland, in het begin van de jaren 1950.

Julian BARNES, Het enige verhaal.


Stikstoffen: stikstof, onderwijs,woonzorgcentra, kinderdagverblijven, basisbereikbaarheid. Als we de politici nu eens een naaicursus cadeau deden?

Uitgedrukt…

Een wijsheid van mijn allereerste dorpspastoor: burenruzies beginnen altijd met de kinderen en de kippen. Wist de brave man veel dat daar 60 jaar later oneindig veel aanleidingen bij zouden komen.


Waar Abraham de mosterd haalde.
Voor het schrijven van deze bijdragen maak ik vaak gebruik van twee zeer waardevolle sites, één over de Belgische spoorlijnen en een over de bussen in Vlaanderen, Brussel en Wallonië. Het grootste probleem is dat van de informatisering: in de voorbije 20 jaar is het vrijwel onmogelijk geworden om nog aan papieren dienstregelingen te geraken en op het internet verdwijnen de oude dienstregelingen naarmate er nieuwe ingevoerd worden. Voor de trams maak ik nog al eens dankbaar gebruik van de Rail Atlas Vicinal van Stefan JUSTENS en Dick van der SPEK en van The Vicinal Story - Light Railways in Belgium 1885 - 1991 van W.J.K. DAVIES.

15-03-2023 om 00:00 geschreven door overweg13  


>> Reageer (0)
27-02-2023
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.27 februari 2023 - Nonceveux - Vertbuisson - Ninglinspo

De wandeling.
Toen Julien van Remoortere destijds enkele honderden lusvormige wandelingen (voornamelijk in de Ardennen) had beschreven en er nog nauwelijks uit dat vaatje getapt kon worden, begon hij met enkele tochten in lijn die telkens de loop van een van de bekende Ardense rivieren (en de Leie!) volgden. Zo verscheen in 1997 De Amblève van bron tot monding die in Honsfeld begint en in Rivage eindigt. Na de beschrijving van de tocht vind je in het boekje ook nog 14 lusvormige wandelingen die telkens geïnspireerd zijn op een van de bijriviertjes van de Amblève. Wij stappen vandaag naar de hoogte van Vertbuisson en dalen daarna af door de bekende vallei van de Ninglinspo. In totaal maakt dat 9 à 10 km, waarvan zo een 94% over onverharde (of niet bestaande paden) loopt. Dat laatste vraagt wat toelichting: makkelijk is die afdaling niet, soms op het gevaarlijke of haast ondoenbare af. We hebben nog nooit meegemaakt dat zoveel stappers in de tegenrichting ons waarschuwden voor de moeilijkheden die ons nog te wachten stonden. Wisten ze veel wat hen zelf nog te wachten stond! Wij zagen er dan tenminste nog als geoefende stappers uit, onze tegenliggers waren blijkbaar op vakantie-uitstap. Een jonge vader droeg zelfs een baby in een gareel tegen de borst: onverantwoord.

Het profiel van de tocht is gemakkelijk te beschrijven: het begint met een stevige klim die vrijwel aanhoudt tot Vertbuisson (dat door Van Remoortere als beginpunt gesuggereerd wordt, maar onbereikbaar is met het OV) - dan loop je al even zo goed als vlak, de aanloop naar de steile afdaling naast de Ninglinspo. Gelukkig zijn er de merktekens van het GR-pad om je probleemloos naar beneden te loodsen, hoewel: onderweg moet je opletten om niet op de variant terecht te komen en tegen het einde aan moesten we van het gebruikelijke pad af in het kader van een herintroductieproject van amfibieën. Het kaartje geeft het voorziene traject aan. Let wel: op routeyou lijken stijging en afdaling nogal mee te vallen, maar dat is weinig realistisch. De moeilijkheidsgraad is medium, maar neem het van ons aan: de tocht is zwaar!
Doe deze tocht niet als je twijfelt aan je kunnen, brugjes en trappen zorgen voor enig soelaas, (te) laag gespannen touwen kunnen wat houvast geven, maar op een aantal plaatsen is er geen pad en de rotsen zijn zelden gemakkelijk begaanbaar. Een verwittigd man is er twee waard.

Hier vind je enkele foto’s, maar deze geven al een voorsmaakje.


Een opvallende grenspaal uit 1833 om de aanhoudende stammentwisten tussen Theux en Aywaille te beslechten.


De accommodatie lijkt alleen maar optimaal te zijn, vaak is het behelpen.

Het weer.
Helder en koud, met een temperatuur tegen het vriespunt aan en een koude wind, zeker in de hoogte.

De stafkaarten.
49/3-4 Spa (2020)

Hoe we er geraakten.
Nonceveux, meer bepaald de halte Ninglinspo, wordt bediend door bus 142 Comblain-au-Pont - Trois-Ponts, die ook het station van Aywaille bedient. Omdat die bus elk uur rijdt en sinds enkele jaren ook de IC Liège - Luxemburg elk uur rijdt, voorzien we weinig reserve.

Een beetje geschiedenis.
Over buslijn 142, lang geleden de vervangingslijn voor lijn 42, heb ik het hier al enkele keren gehad. De vallei van de Amblève is nu eenmaal een aantrekkelijk wandelgebied.

Laat ons dus maar even de treinhalte Nonceveux onder de loep nemen. Ze situeerde zich tussen Remouchamps en Quarreux en was toeristisch belangrijk met de bekende wandeling van de Ninglinspo in de buurt. Niet dat dit meteen tot een denderende bediening inspireerde. In 1963 (nu dus 60 jaar geleden!) kon die moeilijk anders dan pover genoemd worden.
Met de amplitude viel het al bij al nog mee: in de richting Trois-Ponts kon je van maandag tot zaterdag de trein nemen van 6:37 tot 21:54, op zondag zelfs tot 23:04. In de richting Rivage kon dat tussen 6:37 en 20:04, op zondag tot 19:53. Maar… de dienstregeling zelf was mager. In die periode van iets meer dan 15 uur kon je amper 5 treinen nemen richting Trois-Ponts (6:37 - 12:14 - 16:08 - 18:05 - 21:54 - op zomerse zondagen van 30.6 tot 25.8 was er nog een trein om 10:19. In de richting Rivage kon je 6 keer in de trein stappen: 6:27 - 7:02 - 9:28 - 16:59 - 18:28 - 20:04 van maandag tot zaterdag - om 6:27 - 7:39 - 9:28 - 16:59 - 18:55 (van 30.6 tot 25.8) - 19:39 - 19:53 op zondag. Bemerk vooral de enorme gaten overdag en de gekke toestand op zondagavond met 2 treinen binnen het kwartier. Die van 19:53 was wel beperkt tot Rivage en werd uitgevoerd met autorail (TT).
Ook de accommodatie stelde niet veel voor: een heel eenvoudig gebouw en een overwegwachtershuisje annex OW1. Alles zou verdwijnen bij de elektrificatie van de lijn.

De verbinding.

Halle - Brussel-Zuid 3408 09:20 09:30 +12 841 (GCR) mr75 vierledig controle: N
Brussel-Zuid - Liège-Guillemins 0508 09:55 10:59 +15 1904 (NK) - 73005 (FSD) M7 controle: J
Liège-Guillemins - Aywaille 5312 12:07 12:38 +19 08552 (LL) mr08 Desiro controle: J
taxi
-
Nonceveux - Aywaille [142] 16:46 17:05 stipt ab5007-07 Mercedes Citaro LE C2 Satracom
Aywaille - Liège-Guillemins 5337 17:25 17:55 stipt ab08514 (LL) mr08 Desiro cpntrole: N
Liège-Guillemins - Brussel-Noord 0540 18:01 18:49 stipt 1820 (FSD) - 73018 (FSD) M7 controle: J
Brussel-Noord - Halle 1940 19:01 19:23 stipt 1895 (NK) - 61017 (FBMZ) M6 controle: N

 

En wat we beleefden.
Tja, meer dan wat er bij de heenreis verkeerd is gegaan, kan er redelijkerwijze niet verkeerd gaan. IC 3408 zou ons met een ruime marge naar Brussel-Zuid moeten brengen, maar voor de tweede keer zijn er vandaag problemen in de NZV. We vertrekken met 2 minuten vertraging in Halle, maar in Brussel-Zuid is die vertraging al opgelopen tot 12. We staan even volledig stil tussen Halle en Buizingen en ook nog eens langere tijd bij het binnenrijden van Brussel-Zuid. Maar het kan nog erger: IC 508 vertrekt met een vol kwartier vertraging in Brussel-Zuid en heeft in Brussel-Noord al 20 minuten vertraging bij elkaar gereden. We maken ons weinig illusie over de aansluiting in Liège-Guillemins. De problemen in de NZV en de opvallende aanwezigheid van schoolgroepen maken dat de voorspelling van de vertraging in Liège wel erg optimistisch is. We komen dan ook met 15 minuten vertraging aan in Liège-Guillemins. De IC naar Luxemburg is uiteraard vertrokken. Dat wordt dus een vol uur wachten. Maar het einde van de miserie is nog niet in zicht. IC 5312 wordt ook al aangekondigd met een kwartier vertraging: IC 5331 (de heenrit van IC 5312) heeft tot Coo met een kleine vertraging gereden, maar vanaf Coo rijdt deze trein met een dik kwartier vertraging. De herbenuttigingstijd in Liège bedraagt 12 minuten en IC 5312 zal dus onmogelijk op tijd kunnen vertrekken. Meer: de vertraging groeit stelselmatig en uiteindelijk zullen we met 15 minuten vertraging uit Liège vertrekken. Met 15 minuten aansluitingstijd ziet het er niet goed uit. Als we tussen Angleur en Tilff ook nog eens op tegenspoor moeten, neemt de vertraging alleen maar toe: 19 minuten in Aywaille. We zien dat Aribus voor lijn 142 nog altijd groen kleurt: de bus is vertrokken, zonder ons. Tijdens de treinrit heb ik al opgezocht of we nog mogelijkheden hebben: een ervan zou de bus van 13:53 kunnen zijn, maar dan wordt de terugrit een hachelijk late bedoening. Sneller stappen zit er gezien de verwachte moeilijkheidsgraad niet in en dus hopen we wat tijd te winnen door een taxi te bellen. Gezegend zijn de Waalse steden waar zo een dienst nog beschikbaar is. Veel later dan voorzien zet de taxi ons af bij de Ninglinspo, maar het ziet ernaaruit dat we de schade tot 1 uur zullen kunnen beperken.

Voor de terugrit vertrekken we dus met de bus van 16:46 in plaats van die van 15:26. En geloof het of niet: we bereiken Halle uiteindelijk met 3 treinen die nergens ook maar één minuut vertraging laten optekenen!
Deze keer is het gelukkig (?) in Turnhout dat enkele treinbegeleiders het werk hebben neergelegd na een geval van agressie. Elk geval is er een te veel, maar je kunt de cijfers ook anders bekijken. Per jaar rijden er zo een 253 miljoen reizigers met de NMBS. Per dag zijn er 5 gevallen van agressie zijnde 1825 per jaar, maar naar verluidt blijven er veel gevallen onder de radar. Met enige welwillendheid wil ik zelfs aannemen dat er 18250 per jaar zijn. Hm, zou ik het juist uitgerekend hebben dat dus 0.0072% van de reizigers zich baldadig gedraagt. Als je dat afzet tegen misschien wel 50% van de treinbegeleiders die niet of nauwelijks controleren, kun je wel van enige scheeftrekking gewagen. En daar ligt het kalf gebonden: de overtreders voelen zich betrapt omdat ze al lang doorhebben dat de kans op controle erg klein is: als er toch controle komt voelen ze zich onheus behandeld, want al die vorige keren kwamen ze er wel mee weg. Voeg daar nog een chemische cocktail aan toe en een kort lontje en de bom barst…
Tussen haakjes: we werden niet eens gecontroleerd in IC 5337 naar Liège, maar anderzijds wil ik ook uitdrukkelijk stellen dat we een perfecte, vriendelijke en tijdige controle gehad hebben in IC508, IC 5312 en IC 540. Hopelijk worden die mensen vroeg of laat niet het slachtoffer omdat veel van hun collega’s er de kantjes af lopen, want dat is het echte probleem!

De treinlectuur.
Ish Ait Hamou, Het moois dat we delen.
Ellen Verstrepen, Kattentijd.


Spontane actie van sommige treinbegeleiders. Niet volgens Van Dale:

spon­taan spon·taan bij­voeg­lijk naam­woord • spon­ta­ner, spon­taanst 1888 ◻ Frans spontané 

1 van han­de­lin­gen en ui­tin­gen uit een op­wel­ling voort­ko­mend, niet uit­ge­lokt of door een an­der te­weeg­ge­bracht•een spon­ta­ne hul­de, ont­boe­ze­ming•hij tast­te spon­taan in zijn zak
2 van per­so­nen ge­neigd zijn op­wel­lin­gen met­een te ui­ten•men­sen, spon­taan in vreug­de en ver­driet
3 van bio­lo­gi­sche ver­schijn­se­len niet door uit­wen­di­ge oor­za­ken be­werkt, van­zelf op­tre­dend•een spon­ta­ne mu­ta­tie•spon­taan geïn­fec­teerd

Laat het ons dus maar bij een slecht gecontroleerde reflex houden…

 

Uitgedrukt…
De stomste boer heeft de dikste petatten. Je hoeft dus niet echt slim te zijn om resultaat te halen…

Waar Abraham de mosterd haalde.
Voor het schrijven van deze bijdragen maak ik vaak gebruik van twee zeer waardevolle sites, één over de Belgische spoorlijnen en een over de bussen in Vlaanderen, Brussel en Wallonië. Het grootste probleem is dat van de informatisering: in de voorbije 20 jaar is het vrijwel onmogelijk geworden om nog aan papieren dienstregelingen te geraken en op het internet verdwijnen de oude dienstregelingen naarmate er nieuwe ingevoerd worden. Voor de trams maak ik nog al eens dankbaar gebruik van de Rail Atlas Vicinal van Stefan JUSTENS en Dick van der SPEK en van The Vicinal Story - Light Railways in Belgium 1885 - 1991 van W.J.K. DAVIES.

27-02-2023 om 00:00 geschreven door overweg13  


>> Reageer (0)
21-02-2023
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.21 februari 2023 - Wontergem - Deinze (GR128)

De wandeling.
We stappen vandaag een deel van GR 128, ook wel Vlaanderenroute genoemd, hoewel je die naam minstens omstreden kunt noemen. Dat weten we sinds Het verhaal van Vlaanderen… Van Wontergem naar Deinze is het ongeveer 10 km stappen, de TWQ bedraagt 53%. Een kort traject langs het natuurreservaat van de Zeverenbeek en een zeer aangenaam en rustig pad langs een oude Leiearm maken dat net iets meer dan de helft over onverharde paden loopt. We quoteerden 14.5/20: de doortocht van Deinze had er voor ons niet bij gemoeten. Op het kaartje merk je dat je even langs beide zijden van de Oude Leie moet.


Lucien Buysse, vereeuwigd voor zijn overwinning in de Ronde van Frankrijk.

Alle foto’s.

Het weer.
Somber en zacht.

De stafkaarten.
21/7-8 Deinze (2016)

Hoe we er geraakten.
Wontergem zou bereikbaar kunnen zijn met lijn 73, maar die rijdt het grootste deel van de dag niet. We mogen dus nog eens gebruik maken van een belbus (125) om ons naar het eindpunt van de vorige keer (Wontergem Kerk) te brengen. De terugrit is eenvoudig: de IC Kortrijk - Welkenraedt brengt ons naar Brussel-Zuid, waar we overstappen voor Halle. Eindpunt Deinze is tactisch gekozen.

Een beetje geschiedenis.
Deze keer heb ik me eens beziggehouden met Deinze (FD) en meer bepaald met de bediening van dit station waar lijn 73 naar De Panne aftakt van lijn 75 naar Kortrijk en Moeskroen. Ik zette een stapje in het verleden naar 1972, nu iets meer dan een halve eeuw geleden.

Laat ons eerst eens kijken naar lijn 73: het eindpunt heette toen nog Adinkerke-De Panne, logisch, want Adinkerke en De Panne waren nog niet gefusioneerd en het station lag op Adinkerke. De meeste treinen slaan het gros van de stations en de halten over: Grammene, Wontergem, Aarsele, Pittem, Ardooie-Koolskamp, Handzame, Zarren en Esen. Op Aarsele na zullen al deze halten gesloten worden in 1984. Behalve op zondag komen de meeste semi-directe treinen uit Schaarbeek, via Denderleeuw en Aalst. Tijdens de vakantie komen ze ook voor een deel uit Schaarbeek op zondag. Opvallend is een trein op zondagvoormiddag die direct van Gent naar Diksmuide rijdt. Zo een trein rijdt ook… op zaterdagnamiddag. In de richting Gent vinden we ongeveer hetzelfde patroon terug.

Op lijn 75 vinden we een min of meer analoge bediening: er is een semi-directe uurdienst met stops in Deinze, Waregem, Harelbeke en Kortrijk. Wat we nu P-treinen zouden noemen bedienden Machelen, Olsene en Zulte, ook al gesneuveld in 1984.

Wat me nog het meest opvalt zijn de rittijden: de doorsnee semi-direct doet over de afstand Gent-Sint-Pieters - Adinkerke-De Panne 69 à 73 minuten; de directe trein waarvan eerder sprake deed er 61 minuten over. Lichtervelde is een knooppunt, waar de treinen aansluiting geven met die van de lijn Kortrijk - Brugge. Dat kost hen ongeveer 8 minuten stilstand. Tegenwoordig doet de IC er 75 minuten over, met 2 minuten stilstand in Lichtervelde.
De winst op lijn 75 is wel groter: de meeste semi-directen deden er in 1972 35 à 40 minuten over. De huidige IC’s doen er met alleen een stop in Waregem 25 minuten over; als er ook gestopt wordt in De Pinte, Deinze en Harelbeke duurt het traject tot Kortrijk 32 minuten.

De verbinding.

Halle - Brussel-Zuid 1908 09:37 09:48 +22 558 (FHS) mr96 Deense neus controle: N
Brussel-Zuid - Deinze 0431 10:37 11:21 stipt 1846 (FSD) - 61070 (LK) M6 controle: N
Deinze - Wontergem [125] 11:42 ab6510-63 Mercedes Sprinter Gino Tours
-
Deinze - Brussel-Zuid 0415 15:39 16:24 +1 1804 (FSD) - 61075 (LK) M6 controle: J
Brussel-Zuid - Halle 8574 16:42 16:53 +5 2145 (FML) - 51011 (FSR) M4 controle: N

 

En wat we beleefden.
Onverwachte (?) werken op lijn 94 hebben de vorige week al voor zeer onregelmatig verkeer gezorgd, vandaag is het een seinstoring die voor hommeles zorgt op hetzelfde baanvak. We nemen dus maar IC 1908 die door die storing met een dik kwartier vertraging rijdt: dat was niet de trein die we gepland hadden, maar zoals het er nu aan toegaat kun je maar beter de eerste trein nemen die zich aanbiedt. Tussen Halle en Brussel-Zuid komen er nog eens 5 minuten vertraging bij, maar een probleem voor de aansluiting vormt dit niet. IC 431 zal de hele rit tussen Brussel en Gent op tijd rijden. Een reiziger heeft zich meteen na Brussel opgesloten in het toilet; pas als de trein afremt voor Gent komt hij tevoorschijn. Hij had zich de moeite kunnen besparen, want van controle is er eens te meer geen sprake. Na Gent zien we de tbg opduiken; die zoekt een plaatsje bij collega’s die ongetwijfeld haut-le-pied zijn.

De belbus zal precies op tijd zijn. Het zou wel eens kunnen dat we nog met heimwee terugdenken aan de tijd dat De Lijn instond voor de exploitatie ervan. De reservering is vlekkeloos verlopen. Het gespreksonderwerp tussen een reiziger met blindenstok en de chauffeuse is de nakende reorganisatie. Wat het wordt, weet ze nog niet, maar dat er veel zal veranderen is haar duidelijk.

In IC 415 krijgen we meteen na Deinze controle en ook later zullen de twee tbg’s nog regelmatig door de trein passeren, evenwel zonder controle. De trein maakt bij het naderen van Brussel-Zuid een luttele minuut vertraging. Wij kunnen mee met IC 3436 maar de massa die deze trein ook wil nemen, schrikt ons wat af. De IC naar Quiévrain is een tweede optie, met een kwartier vertraging. Voor de komst van de M7’s reed die trein met 4 breaks: dat was goed voor 888 plaatsen in tweede klasse en 128 in eerste. Nu deze trein uit M7’s bestaat is het aantal plaatsen geslonken tot respectievelijk 580 en 116. De NMBS worstelt voortdurend met materieelgebrek. En dus wordt het onze derde optie: de rustige P-trein 8574, nu S-trein genoemd, naar Geraardsbergen. Het tijdverlies is beperkt en de comfortwinst groot, want deze trein heeft een aangename bezetting. Op die familie met veel kinderen op het platform na. Praten is het niet, eerder roepen. Het is zo een kliekje dat je wel eens vaker de trein ziet nemen, zelden de bus. Gratis vervoer voor -12jarigen bij de NMBS zal wel één reden zijn, de andere zal wel zijn dat ze voor de bus moeten betalen en vooral: het volkje behoort tot een geleding van de maatschappij die zijn neus ophaalt voor de bus. Vanaf Lot vertragen we: 5 minuten vertraging bij aankomst in Halle is de eindscore.


Mr 393 met IC 3010 Antwerpen-Centraal - De Panne.



Mr 402 met IC 3012 op de Lorenzobrug in Grammene.

De treinlectuur.
Deborah LEVY, The man who saw everything.
Ellen VERSTREPEN, Kattentijd.



Roald Dahl, ja ja, en daarna mijn blog…

Uitgedrukt…
Veel beloven en weinig geven, doet de zotten in vrede leven…

Waar Abraham de mosterd haalde.
Voor het schrijven van deze bijdragen maak ik vaak gebruik van twee zeer waardevolle sites, één over de Belgische spoorlijnen en een over de bussen in Vlaanderen, Brussel en Wallonië. Het grootste probleem is dat van de informatisering: in de voorbije 20 jaar is het vrijwel onmogelijk geworden om nog aan papieren dienstregelingen te geraken en op het internet verdwijnen de oude dienstregelingen naarmate er nieuwe ingevoerd worden. Voor de trams maak ik nog al eens dankbaar gebruik van de Rail Atlas Vicinal van Stefan JUSTENS en Dick van der SPEK en van The Vicinal Story - Light Railways in Belgium 1885 - 1991 van W.J.K. DAVIES.


Zicht op Grammene en de Leie vanaf de Lorenzobrug

21-02-2023 om 00:00 geschreven door overweg13  


>> Reageer (0)
15-02-2023
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.15 februari 2023 - Aubel - Dalhem (GR563)

De wandeling.
Trouwe lezers fronsen nu misschien de wenkbrauwen, want minder dan een maand geleden begonnen we ook al te stappen in Aubel, waar we toen een lusvormige wandeling aanpakten. Vandaag is het echter een wandeling in lijn die ons van Aubel naar Dalhem voert, langs de GR 563 van het Land van Herve. Zes à zeven kilometer lang volgen we trouwens bijna volledig de luswandeling: het is pas vanaf Val-Dieu dat we resoluut van ons eerdere pad afwijken. (Zo ontdekken we trouwens dat de GR hier twee interessantere stukjes laat liggen, o.m. in de afdaling naar Val-Dieu.) Het is een erg knap stukje GR, 18 km lang, voor 70% over trage wegen, met ontelbaar vele stegeltjes of poortjes, die ons van weide naar weide brachten, net zoals de vorige keer. Maar ook voorbij Val-Dieu zet hetzelfde patroon zich door. Zonder meer mooi zijn de onverharde wegen langs de Chapelle Sainte-Anne met panorama over Aubel en de abdij van de Bel, en door de vallei van de Ruisseau d’Asse. Wij quoteerden 18/20. Het kaartje.

Voor de foto’s van het eerste deel verwijs ik naar de bijdrage van januari, de andere vind je hier. Maar kijk alvast eens naar deze.


Het lijkt er wat op alsof dit het meest zinloze stegeltje is ooit, maar schijn bedriegt: links en rechts is er wel degelijk een erg dunne draad, soms onder stroom.


De Ruisseau d’Asse mag onbelemmerd en volgens eigen inzichten door de vallei kronkelen.

Het weer.
Zoals aangekondigd veel cirrus, waar de zon lange tijd ongehinderd door kon schijnen. Warm voor de tijd van het jaar: ik stapte voor het eerst dit jaar in hemdsmouwen.

De stafkaarten.
42/3-4 Herve (2019) en een heel klein stukje van 34/7-8 Voeren (2021).

Hoe we er geraakten.
Aubel bereiken we net als de vorige keer met bus 738 uit Verviers. Voor de terugreis uit Dalhem hebben we enkele alternatieven. Wij kiezen voor de lange busrit met lijn 67 naar Liège, met eindpunt Gare Léopold, op loopafstand van het treinstation Liège-Saint-Lambert. Andere mogelijkheden zouden geweest zijn: dezelfde buslijn naar Visé, alwaar overstap op de trein, of nog: bus 67 tot Jupille waar kan worden overgestapt op lijn 140 die wel naar Liège-Guillemins gaat.

Een beetje geschiedenis.
Dalhem lag aan de tramlijn Liège - ’s-Gravenvoeren, die het licht zag in 1907. De reizigersdienst voorbij Dalhem zou WOII niet overleven. En dan wordt het even onduidelijk: volgens Rail Atlas Vicinal zou de reizigersdienst tot Dalhem tot 1955 behouden blijven, maar ik vond daar geen bewijzen voor. Eerder ziet het ernaar uit dat na de elektrificatie van de lijn tot Blegny (in 1947) autobussen de taak overnamen, met overstap in Barchon of Blegny. Later werd de hele lijn verbust en er kwamen 2 varianten die tot vandaag standhouden: eentje via Blegny en eentje via Saint-Remy. Het lijnnummer 67 zou ook tot vandaag blijven: de lijn heeft nu als eindpunt Visé. Op alle dagen van de week, dus ook op zaterdag en zondag, wordt tegenwoordig een soort uurdienst gereden, zeker tot Dalhem; de meeste bussen rijden trouwens door tot Visé.

Als we het toch over de geschiedenis van deze lijn hebben: goederenexploitatie tot Warsage bleef tot 1960, maar het door de NMVB afgestane deel bleef in dienst tot 1980 door de Charbonnage d’Argenteau. En nog was het niet afgelopen met de lijn: tussen Blegny en Mortroux reed tussen 1973 en 1991 nog een toeristische tram, met authentieke NMVB-wagens. Aan deze exploitatie kwam abrupt een einde toen de tram op 05.10.1991 net voor de tunnel ontspoorde na een technisch mankement. De ramp kostte het leven aan 7 toeristen die in het kader van de TTB-dag naar Dalhem waren afgezakt.

En nog interessant is de tramtunnel van Dalhem. Het is geen probleem om over dit prachtige monument informatie op te doen op het internet: hier en hier, om maar 2 interessante sites te vermelden. En wie zich eens helemaal wil laten onderdompelen in de sfeer van het tramlijntje moet deze video eens bekijken.

De verbinding.

Halle - Brussel-Zuid 3406 07:21 07:32 +7 2735 (NK) - 51008 (FSR) M4 controle: N
Brussel-Zuid - Verviers-Central 0506 07:55 09:21 stipt 1859 (FSD) - 73031 (FSD) M7 controle: J
Verviers - Aubel [738] 09:45 10:24 -2 ab5013-06 Iveco Crossway LE SADAR
-
Dalhem - Liège [67] 16:03 16:54 +14 ab5640 Solaris Urbino 12 Hybrid Robermont
Liège-Saint-Lambert - Liège-Guillemins 3839 17:13 17:21 +1 508 (FHS) mr96 Deense neus controle: N
Liège-Guillemins - Brussel-Noord 0439 17:28 18:19 +12 1817 (FSD) - 61069 (LK) M6 controle: J
Brussel-Noord- Halle 1590 18:42 19:02 +3 08102 (FML) mr08 Desiro controle: N

 

En wat we beleefden.
Gelukkig wachten we niet op S 7572 die door de app naar voren geschoven wordt als bruikbaar voor de aansluiting met IC 509. We nemen gewoon de eerste trein die zich aandient en dat is IC 3406 naar Turnhout. Deze trein is samengesteld uit M4-rijtuigen en de positie van de eersteklasrijtuigen wordt andermaal verkeerd aangegeven. Als de trein het station binnenrijdt, is het duidelijk dat de bezettingsgraad in eerste hoger ligt dan in tweede. Dat kan moeilijk anders: een 15-tal adolescenten misbruikt het gebrek aan controle en heeft zich in eerste genesteld: ze zitten verspreid over het hele rijtuig. De meeste zijn van allochtone afkomst, maar dat woord mag je tegenwoordig niet meer gebruiken. Laat het er ons op houden dat ze voorouders hadden die niet onder een Belgische kerktoren geboren zijn. Overigens hebben ze geen monopolie op grijs- of zwartrijden: ongetwijfeld zitten er ook nog anderen verkeerd. Zo proberen 3 Vlaamse studenten de etnische balans in evenwicht te houden: ze twijfelen of ze toch maar naar tweede zullen gaan; ze vinden het onderling erg vervelend dat ze niet bij elkaar kunnen zitten. Hadden ze maar eens tweede klas geprobeerd! Nu moet een van hen zich afkappen in de middengang. En zij zijn de enigen die de rust verstoren. Overigens mogen we al blij zijn dat deze trein rijdt, want in Brussel-Zuid hebben enkele tbg’s het werk neergelegd wegens nog maar eens agressiegevallen. (Stel je voor: een brandweerman krijgt een forse duw en stopt met blussen: laat ze de brand zelf maar oplossen, kom mannen, we keren terug naar de kazerne. Of een verpleegster krijgt een verwijt naar het hoofd geslingerd en maant de patiënt aan zelf voor de pillen en de spuiten te zorgen; en voegt er ook nog aan toe dat de rest van de dienst solidair zal zijn, met haar wel te verstaan. Of de leraar die de boeken dichtslaat omdat hij zich bedreigd voelt en die brult dat ze het zelf maar moeten uitzoeken en dat hij de collega’s zal opzetten om ook naar huis te gaan…). In Ruisbroek staan we stil: de vertraging van 4 minuten groeit aan tot 7 minuten in Brussel-Zuid.

Dan is het toch wat aangenamer toeven in IC 509, al gaat er me een steek door het hart als ik een nieuw Beneluxstel in Schaarbeek zie staan dat over de hele lengte volgespoten is. Hopelijk krijgen ze het nog proper voor het teruggaat naar Nederland. Of er breekt een treinoorlog uit…

De rit van Verviers naar Aubel verloopt even vlot als de vorige keer. Toch vond ik een schoonheidsfoutje in de info van de TEC. Onze afstaphalte is Aubel Place Antoine Ernst, maar als je het overzicht van de rit raadpleegt, zou de bus deze halte niet bedienen. Blijkt dat dit inderdaad zo is op zondag, vanwege de markt, maar dat zou geen reden mogen zijn om de halte op alle andere momenten als niet bediend te merken.

Voor de terugrit nemen we bus 67. Er is een halte Dalhem Château. Eigenaardig genoeg is dit een halte die door de bussen van de beide richtingen bediend wordt: de bussen keren daarna terug via de rotonde. Wij nemen het zekere toch maar voor het onzekere en stappen naar de halte Dalhem Wichet. We zien de bus inderdaad inslaan richting halte Château en snel daarop terugkeren om onze halte te bedienen. De bus is een Solaris Urbino 12 Hybrid, met een zeer beperkt aantal zitplaatsen: drie deuren zijn daar lang niet de enige oorzaak van, ook de inplanting van de zitjes maakt het allemaal ondoordacht. Deze bussen hebben dit interieur vast niet gekregen op advies van de gebruikers. De rit zelf loopt vlot, tot we plots stilstaan: een slecht geparkeerde bestelwagen houdt het verkeer op; voor we het weten hebben we een kwartier vertraging. Gelukkig heb ik nog een idee van de loopweg van de Gare Léopold naar het treinstation - ik kwam hier vroeger enkele keren busboekjes afhalen toen de TEC hier nog een “winkeltje” had. Maar zonder die 2 minuten vertraging van IC 3839 naar Mons zouden we de trein niet gehaald hebben. En dat was nu net de laatste trein waarmee we IC 439 naar Brussel en Kortrijk konden halen.
Die komt trouwens op tijd aan en er lijkt geen vuiltje aan de lucht. Maar meteen na het vertrek krijgen we te horen dat we door een technisch mankement aan de locomotief niet over de hogesnelheidslijn kunnen en omgeleid worden. Dat zou tot een vermoedelijke vertraging van 7 minuten bij aankomst in Leuven leiden, maar we hebben dit eerder meegemaakt. In Landen komen we helemaal stil te staan en in Tienen gaat het ook bijzonder traag. Het resultaat: 14 minuten vertraging bij aankomst in Leuven. Dat ziet er niet goed uit voor onze aansluiting met IC 3240 naar Tournai - Kortrijk en we doen zelfs de moeite niet meer. S 1590 volgt immers snel. Eens te meer blijkt dat op tijd vertrekken in Brussel-Zuid lang geen garantie is dat we ook stipt in Halle aankomen. De ironie wil dat het waarschijnlijk IC 3240 is die ons voor de voeten rijdt: vanaf Lot rijden we aan een slakkengangetje.

De treinlectuur.
Johan op de BEECK, Het complot van Laken. Een knappe historische roman, waarbij je als lezer voortdurend voor ogen moet houden dat het in werkelijkheid waarschijnlijk niet allemaal zo gegaan is.

Ellen Verstrepen, Kattentijd.


De belangrijkste functie van het openbaar vervoer is dat de vakbonden de illusie kunnen wekken dat ze echt nog kunnen mobiliseren.

Uitgedrukt…
Als je niet wil waar ik heb van gebeten, zul je moeten eten waarin ik heb gescheten. Zei de muis, een echte, geen computermuis.

Waar Abraham de mosterd haalde.
Voor het schrijven van deze bijdragen maak ik vaak gebruik van twee zeer waardevolle sites, één over de Belgische spoorlijnen en een over de bussen in Vlaanderen, Brussel en Wallonië. Het grootste probleem is dat van de informatisering: in de voorbije 20 jaar is het vrijwel onmogelijk geworden om nog aan papieren dienstregelingen te geraken en op het internet verdwijnen de oude dienstregelingen naarmate er nieuwe ingevoerd worden. Voor de trams maak ik nog al eens dankbaar gebruik van de Rail Atlas Vicinal van Stefan JUSTENS en Dick van der SPEK en van The Vicinal Story - Light Railways in Belgium 1885 - 1991 van W.J.K. DAVIES.

15-02-2023 om 00:00 geschreven door overweg13  


>> Reageer (0)
07-02-2023
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.7 februari 2023 - La Bruyère & Beauvechain

De wandeling.
In 1983 verscheen een wandelfolder Wandelen in Beauvechain onder de auspiciën van de Fédération Touristique du Brabant, met als achtergrond een NGI-kaart uit die tijd en een obligate begeleidende tekst. De beschreven wandelingen begonnen in Tourinnes-la-Grosse, Hamme-Mille, La Bruyère en Beauvechain zelf. Wij combineerden de korte Sint-Ermelindiswandeling uit La Bruyère en de Sint-Bavowandeling uit Beauvechain. Die laatste is op zich al eigenaardig van vorm en de combinatie is zo mogelijk nog eigenaardiger. Dat merk je vast op het kaartje. Het verbindingsstuk kan zich meten met de eigenlijke wandelingen. Samen zijn ze goed voor een goeie 15 km, de TWQ bedraagt grof geschat 37%. Grof geschat, omdat we ook veel over kasseiwegen stapten, waarvan sommige zonder aarzelen trage wegen genoemd kunnen worden. De wandeling loopt door een agrarisch gebied en grote, gaaf gebleven boerderijen, verbonden door enkele prachtige, holle wegen maken het hoofdbestanddeel van de tocht uit. We quoteerden 15.5/20.

Foto’s vind je hier. Maar bekijk alvast deze:


Ferme de la Franche-Comté


Ferme de Gérardmont

Het weer.
Helder en koud. De mist was nog niet helemaal opgetrokken toen we thuis vertrokken, maar snel werd het erg mooi.

De stafkaarten.
32/7-8 Tienen(2019) – 32/5-6 Huldenberg (2019)

Hoe we er geraakten.
We hadden eventueel een reis kunnen uittekenen met De Lijn tot Hamme-Mille, maar daar zouden we sowieso hebben moeten overstappen op de TEC. En dus kozen we voor heen- en terugreis lijn 18 Leuven - Jodoigne, die als enige TEC-lijn Leuven bedient.

Een beetje geschiedenis.
De tramlijn Leuven - Jodoigne werd ingehuldigd eind 1892. Meer dan 10 jaar later kreeg Beauvechain een tweede verbinding: Tienen - Tervuren. Het gedeelte Beauvechain - Tourinnes-la-Grosse was gemeenschappelijk. De eerste tramlijn werd al verbust in 1953, voor de tweede was er nog uitstel tot 1959. Tussen Brussel en Hamme-Mille reden er toen al bussen en de tramdienst uit Tienen eindigde dan ook in Hamme-Mille. Eigenlijk vormden de tramlijnen ook de basis voor de latere busverbindingen: 21uit Tienen, 18 uit Leuven.

Na de splitsing van de NMVB in 1991 kwam lijn 18 onder het beheer van de TEC-Brabant-wallon. De Lijn zou nog een tijdje een functionele lijn 21 uitbaten, maar die verdween met de invoering van de basismobiliteit. Het belbusgebied 713 (Tienen - Hoegaarden - Boutersem) komt niet ver genoeg om Beauvechain te bedienen. En dus blijft vandaag alleen de Waalse lijn 18 over die Leuven met Jodoigne verbindt, op weekdagen zo goed als elk uur, op zaterdag met een dienst met nu eens intervallen van één uur, soms twee en zelfs drie uur. Op zondag rijden er maar 3 ritten in elke richting.
Van de tramlijnen is nog nauwelijks iets terug te vinden, op een verhoogde berm ergens midden in het veld na. Of toch? De oude stationsgebouwen van Beauvechain en Nodebais zijn pareltjes. Dat van Beauvechain lag op de wandeling, dat van Nodebais zagen we vanop de bus. De haltelijst verwijst trouwens nog enkele keren naar de oude tramlijn: Blanden Oud Station, Hamme-Mille Gare d’Autobus op de site van het station, Nodebais Ancienne Station, Tourinnes-la-Grosse Ancienne Station, Beauvechain Rue de la Station. Dat wekt misschien de indruk dat de tramlijn vooral de wegen volgde, maar dat was lang niet overal het geval.


Beauvechain, het mooi opgeknapte tramstation.

De verbinding.

Halle - Brussel-Zuid 1558 09:58 10:07 +2 08131 (FML) mr08 Desiro controle: N
Brussel-Zuid - Leuven 0409 10:28 10:56 +8 1841 (FSD) - 61071 (LK) M6 controle: N
Leuven - La Bruyère [18] 11:07 11:46 -2 ab6224 Mercedes Citaro G II Jodoigne
-
Beauvechain - Leuven [18] 16:36 17:17 -4 ab6218 Mercedes Citaro G II Jodoigne
Leuven - Brussel-Noord 1539 17:21 17:38 +2 76010 (FHS) - 61015 (FHS) M6 controle: N
Brussel-Noord - Halle 3788 17:52 18:19 +10 08163 (FML) mr08 Desiro controle: N

 

 

En wat we beleefden.
Het was al meteen duidelijk dat een en ander niet naar wens verliep in Halle. Op spoor 1 zagen we nog net de 1908 naar de luchthaven vertrekken met een kwartier vertraging. Op spoor 2 staat de 3359 stil. We horen vaag een mededeling in de trein : het is wachten op de aflos van de treinbegeleider, die we wat later inderdaad zien verdwijnen. Die aflos moet waarschijnlijk met een andere trein uit Brussel arriveren, maar ook de treinen uit Brussel hebben vertraging. Dan lijkt het met onze 1558 nog mee te zullen vallen.

Ook in Brussel-Zuid loopt het trouwens allesbehalve vlot: het regent spoorwijzigingen, zelfs wijzigingen van de wijzigingen. De IC’s van de verbinding Liège – Quiévrain zijn in beide richtingen afgeschaft. Ook de ICE staat niet aan zijn gewone perron en de info is niet aangepast: niet instappen, tot het moment waarop de trein het station verlaat. Onze 409 heeft tussen Gent en Brussel een 8-tal minuten bij elkaar gereden. Zoals enkele andere treinen zal hij ook om een duistere reden een hele tijd aan het perron blijven staan: uiteindelijk vertrekken we met 10 minuten vertraging, net genoeg om de aansluitende bus in Leuven te missen. De vertraging krimpt wel nog tot 8 minuten. De enige bus van de TEC is geen plaatsje gegund aan de overdekte perrons. Gelukkig zien we de gelede, kraaknette bus in de verte staan. Het is nipt, maar we halen hem toch! Ondanks het totale gebrek aan samenwerking tussen De Lijn en de TEC. In de trein had ik de perronindeling al eens bekeken op de site van De Lijn, maar van lijn 18 naar Jodoigne is er geen sprake. De TEC zelf vermeldt geen perronnummer. (Het kan nog erger: in Halle wordt al maandenlang elektronisch geafficheerd dat aan de perrons van de TEC de komende uren geen bus komt. Voor meer info wordt de reiziger verwezen naar de site van … De Lijn. Veel succes ermee!) Maar zoals gezegd: we halen de bus. Die blijft op de vesten, met een beperkt aantal halten, maar toch loopt hij wat vertraging op. Die wordt ingelopen op het busstation van Hamme-Mille, waar de bus 3 minuten tijd heeft om de aansluitingen met lijn 32 naar Wavre vlot te laten verlopen. We bereiken La Bruyère uiteindelijk 2 minuutjes te vroeg., veel reservetijd behoort niet tot de geplogenheden van de TEC.

Dat blijkt nog duidelijker bij de terugrit. De chauffeur moet onverantwoord snel rijden. Dat hij uiteindelijk 4 minuten te vroeg aankomt, is het gevolg van de ruim bemeten rittijd van de Naamsepoort tot het station.
Daardoor kunnen we nog mee met IC1539 naar Blankenberge, met M7 als tractie en M6 als rijtuigen. Op hyperrail staat een samenstelling met een tiental keren de 2705, met de vermelding dat de samenstelling nog kan wijzigen. Op haltelink bestaat de trein uit 5 M6. Gelukkig, vooral voor de reizigers voorbij Brussel, is de trein een stuk langer. Hij heeft wel een lichte vertraging, genoeg om de erg onmiddellijke aansluiting met S1589 te missen. Maar de S naar Braine-le-Comte volgt snel. Tot Brussel-Zuid is er geen vuiltje aan de lucht, maar daar staan we weer opvallend lang aan het perron. Zes minuten vallen ons te beurt, vermoedelijk omdat IC3738 naar Mons (+13) voorrang krijgt. En dat is niet alles: in Vorst komt IC 1939 naar Tournai over lijn 96A en zo krijgen we er nog 3 minuten vertraging bovenop. In Halle komen we 10 minuten later dan voorzien aan.
Oh ironie, als we in Leuven gewoon zoals voorzien - want we hadden met wat vertraging van de bus gerekend - IC539 naar Oostende hadden genomen en in Brussel-Noord IC1939, dan waren we vroeger in Halle geweest. Ons gelukje werd dus uiteindelijk een ongelukje.

De treinlectuur.
Johan op de Beeck, Het complot van Laken.

Ellen Verstrepen, Kattentijd.


Als alle treinbegeleiders nu eens zouden controleren, dan zou de kans dat de moedwillige reizigers gepakt worden veel hoger liggen en dan zou er bij die laatste geen sfeertje ontstaan dat je uiteindelijk keer op keer kunt ontsnappen aan controle. Dan zouden de treinbegeleiders die wel controle doen, niet de dupe worden van hun lakse collega’s.

Uitgedrukt…
Aansluitend bij de uitdrukking van de vorige keer: hij zit op 'ne wier. Het is dezelfde wier: hij blijft maar doorzagen over hetzelfde onderwerp. Figuurlijk zagen dus!

Waar Abraham de mosterd haalde.
Voor het schrijven van deze bijdragen maak ik vaak gebruik van twee zeer waardevolle sites, één over de Belgische spoorlijnen en een over de bussen in Vlaanderen, Brussel en Wallonië. Het grootste probleem is dat van de informatisering: in de voorbije 20 jaar is het vrijwel onmogelijk geworden om nog aan papieren dienstregelingen te geraken en op het internet verdwijnen de oude dienstregelingen naarmate er nieuwe ingevoerd worden. Voor de trams maak ik nog al eens dankbaar gebruik van de Rail Atlas Vicinal van Stefan JUSTENS en Dick van der SPEK en van The Vicinal Story - Light Railways in Belgium 1885 - 1991 van W.J.K. DAVIES.

07-02-2023 om 00:00 geschreven door overweg13  


>> Reageer (0)
24-01-2023
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.24 januari 2023 - Pepingen - Herne

De wandeling.
In 1996 verscheen Voettocht in Pajottenland(VIP), eigenlijk een privé-initiatief met sponsoring van CERA-bankkantoren in het Pajottenland, de Olympiafabriek in Herfelingen en een respectabel aantal gemeentebesturen. De bewegwijzering was duidelijk geïnspireerd op die van de GR-paden, zij het met blauw-gele verfstreepjes. De hele rondwandeling is 204 km lang, vertrekt en eindigt in Lennik. Zelf hebben we trajecten gestapt van Lennik naar Pamel, van Pamel naar Ternat, van Ternat naar Asse, van Asse naar Vlezenbeek en van Vlezenbeek naar Pepingen, dat laatste in 2008. Het toeval - want zo bepalen we waar we stappen - heeft gewild dat het mooi verzorgde boekje tot vandaag op het schap is blijven liggen, maar nu stappen we van Pepingen naar Herne, tegen de 18 km aan. Het is een typische Pajottenlandse tocht, met soms erg rustige stroken en dan weer wat drukker bebouwde straten - het zal er sinds 1996 vast niet beter op geworden zijn. De TWQ ligt dan ook niet erg hoog: met 35% krijg je precies wat je van wandelen in deze regio kunt verwachten - er is net iets te duchtig gebetonneerd en verkaveld. Maar kom, alles bij elkaar zijn ruime gedeelten toch echt de moeite waard: we kwamen aan een quotering van 15/20 en dat cijfer zou nog hoger gelegen hebben, ware het niet dat de laatste kilometers bijna uitsluitend over betonwegjes lopen.

In de oorspronkelijke uitgave werd al gesuggereerd om van het basistraject af te wijken bij het domein van Ter Rijst en dat hebben we vandaag ook gedaan: het spaart ons alleszins enkele honderden meters asfalt uit. Op het kaartje is deze excursie gemakkelijk terug te vinden.
Nog dit: anno 2022 is de bewegwijzering op veel plaatsen slecht zichtbaar geworden, het onderhoud stopte in 2014. Bovendien heeft de aanleg van het GEN (de uitbreiding naar vier sporen van de rechtstreekse lijn Brussel - Gent) voor problemen gezorgd. Toch past het om nederig ons wandelpetje af te nemen voor dit prachtige initiatief, dat spijtig genoeg de tand des tijds niet zal kunnen doorstaan, tenzij… GR-paden het beheer en het onderhoud van het pad op zich zou nemen: het zou zeker niet misstaan in hun catalogus, in een streek waar ze zich vrij afzijdig hebben gehouden.

De foto's vind je hier, maar bekijk alvast deze:


Vlak na het begin passeren we langs de resten van de oude trambrug, die indertijd op het parcours lag van de tram van Halle naar Leerbeek. Zo konden venijnige hellingen in het centrum van Pepingen vermeden worden.


Het moet niet altijd het kasteel zijn, dit is het Hof Ter Rijst.

 

Het weer.
Somber en kil. Winters hogedrukweer.

De stafkaarten.
Alle kaarten op 1:25.000: 31/5-6 Halle (2020) - 39/1-2 Tubize (2021) - 38/3-4 Edingen (2020).

Hoe we er geraakten.
In theorie zou de heenreis moeten lukken met bussen van lijn 155 en 153, met overstap aan het station van Halle. Voor de terugrit plannen we een rit met de 160 (die pas na 15:00 begint te rijden na zijn vorige rit om 7:35!) tot Edingen, een goede overstap op de S naar Schaarbeek en een goede aansluiting met een naar verwachting rustige bus van lijn 155.


Een beetje geschiedenis.
In 1888 begon de tram te rijden tussen Lennik en Edingen, nadat enkele maanden eerder de tram Brussel met Lennik had verbonden. Ons Herne van vandaag werd echter slechts zijdelings ontsloten door deze tramlijn, die langs de Edingsesteenweg bleef rijden en aldus alleen maar het gehucht Kokejane bediende. Het moet gezegd dat Herne toen al over een spoorwegstation beschikte op de lijn Geraardsbergen - Braine-le-Comte, waarvan het gedeelte Geraardsbergen - Edingen nog altijd uitgebaat wordt, al hing het voortbestaan van dit lijnstuk in de jaren 1980 aan een zijden draadje.

Met de elektrificatie van de tramlijn tussen Brussel en Lennik (1931) en kort daarop van Lennik - Leerbeek (1932) verdween de mogelijkheid om rechtstreekse trams tussen Brussel en Edingen in te leggen, tenzij men gebruik maakte van stoomtrams en de nieuw geïntroduceerde autorails. Eigenaardig genoeg bleef men vasthouden aan één tabel die het volledige parcours tussen Brussel en Edingen bestreek. Dat zou zelfs zo blijven na de verbussing van de lijn Leerbeek - Edingen in 1959. De elektrische lijn kon meteen genieten van een uurdienst, het gedeelte naar Edingen werd weinig frequent bediend. Met de bussen kwamen er trouwens nog meer dan vroeger ritten die beperkt waren tot Herfelingen Vier Armen. De bussen werden verwarrend genoeg nog altijd gereden met film LK met ritbord Leerbeek - Edingen, later werd dat LK.
Met de invoering van de basismobiliteit kreeg de buslijn in 2003 het nummer 160 en meteen ook een goed gestoffeerde uurdienst. Bovendien werd het centrum van Herne voortaan bediend, in 2006 kwam er zelfs een zaterdagdienst en een weekendbelbus voor zondag. Dat was de tijd toen De Lijn nog groeide en bloeide. Het Pajottenland zou een flink stuk van dit aanbod verliezen: lijn 160 (en lijnen 163 en 164) werd beperkt tot een functionele lijn, zeg maar schooldienst, de belbus werd afgeschaft. Het duurde 2 jaar voor er een min of meer bevredigende oplossing kwam, in de vorm van een tijdrovende uitbreiding van lijn 161 Leerbeek - Geraardsbergen.

De verbinding.

Buizingen - Halle [155] 08:37 08:55 +30 ab2295 VDL Bus&Coach Citea SLE Het Rad
Halle - Pepingen [153] 09:32 09:48 stipt ab5672 Iveco Crossway LE Leerbeek
-
Herne - Edingen [160] 15:25 15:38 -4 ab3040-23 Mercedes Citaro LE C2 Flanders Bus
Edingen - Halle 1564 15:46 15:56 stipt 08130 (FML) mr08 Desiro controle: N
Halle - Essenbeek [155] 15:51 16:07 +10 ab2297 VDL Bus&Coach Citea SLE Het Rad
Essenbeek - Buizingen [155] 16:07 16:10 +10 ab3040-17 Mercedes Citaro LE Flanders Bus


Per uur rijden er 5 treinen tussen Edingen en Halle. Dit is mr 947 met S 3566 Edingen - Mechelen.

En wat we beleefden.
De ervaring heeft ons al ruimschoots geleerd dat bus 155 van 8:37 absoluut onbetrouwbaar is. Mijn motto is de laatste jaren trouwens geworden: OV is altijd een beetje (veel) onbetrouwbaar. Ik had nooit gedacht dat ik dit ooit nog zou moeten schrijven. Vandaag loopt de vertraging zelfs op tot meer dan 30 minuten. Overigens zouden we de aansluiting met de 153 aan Halle Station van 9:32 ook met de bus van 9:07 moeten kunnen halen, maar die is nauwelijks betrouwbaarder. Veelal nemen we dus die van 8:37, soms in de stille hoop dat die toch nog redelijk rijdt en dat we de aansluitingstijd kunnen vullen met een lekkere koffie. Vandaag kunnen we dat dus vergeten. (Een dag later lijkt het allemaal beter te zullen gaan: de bus haalt niet meer dan 15 minuten vertraging, heeft gps en haltelink weet te melden dat hij over 3 minuten bij ons zal zijn. Maar als ik de tracker raadpleeg - oh wonder van de elektronische informatie - zie ik dat de bus zich in Beersel bevindt en even later over de autoweg rijdt, richting Brussel. Vandaag zal hij dus erg dicht gekomen zijn maar dan plots van gedachte veranderd zijn: wat is er gebeurd? Agressie, plotse ziekte van de chauffeur, defect aan de bus? Gelukkig hebben we in deze gevallen een plan B: we rijden weg van Halle richting Dworp, waar we dezelfde 153 kunnen nemen die we in Halle hoopten te nemen. En het lukt ook, we hebben het wel vaker gedaan. Je moet in dit land bijna bovenmatig begaafd zijn om op een min of meer efficiënte manier het openbaar vervoer te gebruiken: jarenlang opgebouwde ervaring, elektronische steun van haltelink en andere Buzzen, een nooit haperend inzicht in de structuur van het busnet, flink wat Fingerspitzengefühl: zonder kom je er niet meer. Als je maar niet te veel rekent op de OV-planners… Ik kan me voorstellen dat de opeenvolgende ministers van Mobiliteit (of het gebrek hieraan) hier allemaal niet over deze vaardigheden beschikken en dat dit de reden is waarom ze tram en bus alleen voor de show nemen.)

De aansluitende bus van lijn 153 zal zijn rit wel stipt afleggen. Lijn 153 heeft nochtans even moeilijke punten op zijn traject als de 155, maar misschien toch wel net iets minder…

Voor de terugrit zouden we eigenlijk met een combinatie van 3 bussen (161 - 153 - 155) thuis kunnen geraken, maar het kan net iets sneller als we een stukje trein inschakelen van Edingen naar Halle. Dat zou het ons mogelijk maken om in Halle de bus van 16:10 te nemen, doorgaans een tamelijk rustige bus, omdat de eerste scholieren al weg zijn en de volgende lichting nog op de schoolbanken zit. Alleen: sinds vanmorgen weten we al dat deze bus vandaag niet rijdt. (Het gaat al enkele dagen weer slecht met de bussen, vooral die van Het Rad durven nogal eens forfait geven. Leerbeek gaat beter en bij Flanders Bus zijn er nauwelijks problemen - of worden ze beter verdoezeld.) De 160 zet ons iets te vroeg aan het station van Edingen af.

Over de rit met de 1564 valt niets te vertellen, behalve dat ik probeer uit te vissen hoe het zit met de schoolbussen op de 155. Normaal gezien kunnen we die onmogelijk halen, maar deze bussen maken bijna altijd vertraging: aan de Halse scholen, bij de Ninoofsepoort, aan de Bergensepoort en bovendien moeten ze wat rond rijden doordat de Bospoortbrug definitief verboden is voor alles wat zwaarder is dan een bakfiets. En ja, het lijkt te lukken: onze trein komt aan om 15:56 zoals voorzien, de 155 naar De Floere rijdt met 9 minuten vertraging. Dat eindpunt De Floere ligt nog een kleine 25 minuten van onze voordeur, maar ook hier weten we uit ervaring dat deze bus net iets minder vol zit dan de rit naar Anderlecht, waar hij theoretisch de dienstregeling mee deelt. We kunnen zelfs zitten. Onze redenering is: de eerste opdracht is tot De Floere geraken en daar eventueel overstappen op de 155 naar Anderlecht, als dat kan. Op het moment dat we uitstappen komt de tweede 155 al aangereden. Gelukkig moet er iemand mee en zo kunnen wij ook nog mee, voor een viertal halten. Zoals vermoed is deze bus een stuk drukker. Als we even later uitstappen, blijkt zelfs dat we ten opzichte van onze geplande ritten nog 7 minuten winst gemaakt hebben…

De treinlectuur. (Al gingen er vandaag geen boeken mee.)
Blandine de Caunes, La mère morte.
Ellen Verstrepen, Kattentijd.


Ik heb meer dan 30 jaar voor de klas gestaan en zowat alles wat nu uit de diepste schoolpoelen opborrelt, heb ik samen met collega's voorspeld: de gestage achteruitgang van het niveau, het gebrek aan bekwame leerkrachten - en lang niet iedereen die nu voor de klas staat, is bekwaam-, de nefaste greep van de pedagogen-inspecteurs-commissieleden op het onderwijs. Het enige wat onvoorspelbaar was waren Weyts en enkele van zijn voorgangers...

Uitgedrukt…

Zijn wier afdraaien: hard, vermoeiend werk leveren. Die wier is wat men in ons dialect ook nog een ap noemt, in het Nederlands een weer, of knoest of kwast. Een andere betekenis van weer is eelt(plek). In beide gevallen moet er dus flink gewerkt worden, want zo een knoest - de plaats waar een tak aan de stam zit - was een vervelende plek in de tijd voor de Chainsaw Massacres.

Waar Abraham de mosterd haalde.
Voor het schrijven van deze bijdragen maak ik vaak gebruik van twee zeer waardevolle sites, één over de Belgische spoorlijnen en een over de bussen in Vlaanderen, Brussel en Wallonië. Het grootste probleem is dat van de informatisering: in de voorbije 20 jaar is het vrijwel onmogelijk geworden om nog aan papieren dienstregelingen te geraken en op het internet verdwijnen de oude dienstregelingen naarmate er nieuwe ingevoerd worden. Voor de trams maak ik nog al eens dankbaar gebruik van de Rail Atlas Vicinal van Stefan JUSTENS en Dick van der SPEK en van The Vicinal Story - Light Railways in Belgium 1885 - 1991 van W.J.K. DAVIES.

24-01-2023 om 00:00 geschreven door overweg13  


>> Reageer (0)
18-01-2023
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.18 januari 2023 - AUbel

De wandeling.
In 2009 verscheen bij Lannoo een fiets- en wandelbox 50 betoverende landschappen in België met voor elk landschap een wandel- en een fietsroute. Wij stapten in het Land van Herve, een lusvormige wandeling uit Aubel, van 13 km, met een TWQ van 50%. De titel belooft veel: een stegeltjeswandeling door een hagenlandschap. Ik geef toe, ik was het woord stegeltjes nog nooit tegengekomen, maar wie het Land van Herve wat kent, kan er gemakkelijk uit afleiden dat het hier om die poortjes gaat waarmee je als wandelaar of stapper toegang krijgt tot een weide. De wandeling lost de belofte ruimschoots in: ik denk dat we in totaal door een 20-tal van deze stegeltjes zijn moeten wroeten en dat ging de ene keer al wat gemakkelijker dan de andere - de brede rugzak wou nogal eens in de weg zitten. En de hagen, ja, die zijn alomtegenwoordig en bepalen vaak het landschap. Je doorkruist veel weiden en het is nooit eenvoudig om precies de loop van de wegjes te volgen, maar in de beschrijving van de wandeling krijg je een gouden tip: loop in rechte lijn van stegeltje naar stegeltje. Dat lukt vandaag in zo goed als alle gevallen en die zeldzame keer kan het kaartje soelaas bieden.

Speciale attractie is de Abdij van Val-Dieu, aan de Berwinne. Er spelen zich hier ongetwijfeld drukke economische activiteiten af, maar al bij al is dat niet desastreus voor de vrome sfeer die je rond zo een gebouwencomplex moet verwachten.


Eerst leek het gemakkelijk te worden, maar naarmate we vorderden werd de wandeling moeilijker, met af en toe flink wat stevige heuvelflanken.


Kruispunt.

Meer foto's.

Het weer.
Het had de nacht voordien gevroren: waar de zon haar wrede spel had gespeeld, was het wat moeilijker stappen op de half-ontdooide bodem, op andere plaatsen was er van smelten geen sprake. Het bleef wel fris, maar er stond weinig wind en de zon was uitbundig van de partij.

De stafkaarten.
42/3-4 Herve (2019)

Hoe we er geraakten.
De meest voor de hand liggende verbinding liep over Verviers-Central waar we buslijn 738 konden nemen, met eindpunt in Aubel. Dat die bus elk uur rijdt, was meegenomen.

Een beetje geschiedenis.
Aubel had zijn station op lijn 38 Liège - Plombières sinds 1881. Voor de geschiedenis van deze spoorlijn, waarvan Aubel tot 1895 het eindpunt was, verwijs ik weer graag naar de website van Paul Kevers. Zoals op zovele plaatsen zou het reizigersavontuur hier eindigen in de jaren 1950: op 2 juni 1957 was het afgelopen.

Al voor WO II was er trouwens een busverbinding met Verviers, met varianten langs ofwel La Minerie ofwel Clermont. Deze buslijn moet voor veel reizigers een verademing zijn geweest: wie bijvoorbeeld naar Aubel wilde uit Liège, was ongetwijfeld sneller met een overstap op de bus in Verviers. Spoorlijn 38 was niet bepaald snel: de klim uit de Vesdervallei naar het plateau van Herve verliep niet echt rechtlijnig.
Na WO II bediende de bus (ondertussen tabel 232) Verviers, Dison, Thimister, Froidthier en werd uit Aubel zelfs een beperkte dienst naar de Voerstreek georganiseerd. Ook de abdij van Val-Dieu kon enkele keren per dag op een bediening rekenen.
Toen de spoorlijn in 1957 ter ziele ging werd ze vervangen door een buslijn 38, die eigenlijk uit 2 trajecten bestond: een frequente dienst tussen Liège en Verviers en een iets minder frequente tussen Verviers en Montzen. Er waren geen doorgaande ritten. Al in het spoorboekje van 29 september 1957 wordt de tabel logischerwijs opgesplitst: 38 Liège - Verviers en 38a Verviers - Plombières of Montzen. Overstappunt wordt Battice Carrefour. Die 38 werd later de 38b. Na de overname van deze buslijn door de TEC werden de lijnnummers 138 (voor de lijn naar Liège) en 738 ingevoerd. Tegenwoordig wordt Aubel bediend door buslijnen 139, 339 en 712, drie schooldiensten, en lijn 738.
Eigenlijk heeft de bediening doorheen de jaren goed standgehouden. Zelfs details als het overstappunt in Battice en de variant van Val-Dieu vinden hun oorsprong vele jaren geleden.

De verbinding.

Halle - Brussel-Zuid 3407 08:21 08:32 +7 1909 (NK) - 61064 (FCL) M6 controle: N
Brussel-Zuid - Verviers-Central 0507 08:55 10:21 stipt 1809 (FSD) - 73010 (FSD) M7 controle: J
Verviers - Aubel [738] 10:45 11:24 +2 ab5013-36 Mercedes Citaro LE SADAR
-
Aubel - Verviers [738] 15:38 16:18 stipt ab5013-23 Mercedes Citaro LE SADAR
Verviers-Central - Brussel-Noord 0539 16:38 17:49 +2 1807 (FSD) - 73014 (FSD) M7 controle: N
Brussel-Noord - Halle 1939 18:01 18:23 +1 460 (LK) mr96 - Deense neus controle: J

 

En wat we beleefden.
Eigenlijk was het onze bedoeling om P 7574 te nemen - als alles goed ging - want dat is een weinig drukke trein met aangenaam treinmaterieel (M4). Maar echt vlot liep het allemaal niet. En dus nemen we de eerste trein van een serietje van 3: dat is IC 3406 naar Turnhout. Die moet om 8:21 van spoor 4 vertrekken, maar dat spoor wordt gebruikt om IC 3728 naar Mons in vertraging toe te laten de S-trein naar Braine-le-Comte in te halen. De IC naar Turnhout heeft al wat vertraging als hij in Braine-le-Comte vertrekt, maar wordt nu dus opgehouden door de IC naar Mons. Zeven minuten vertraging, die hij tot Brussel-Zuid zal houden, zijn het gevolg.

In Brussel-Zuid valt toch wel wat vertraging te noteren, veelal van 5 tot 10 minuten, met enkele uitschieters tot bijna 30 minuten. IC 507 zou op spoor 7 moeten binnenrijden, maar daar staat nog een P-trein met 7 minuten vertraging. We moeten dan ook uitwijken naar spoor 9. Opvallend feit: bij controle merkt de tbg voorzichtig op dat we eigenlijk met onze seniorenbiljetten niet voor 9:00 mogen vertrekken en dat we dat in het vervolg moeten vermijden. Dat is de eerste keer in al die jaren dat we lijntjes op de KeyCard invullen voor wel toegelaten ritten tussen Halle en Brussel-Noord, dat een tbg alert genoeg is. Als ik hem de ritten op de KeyCard toon, antwoordt hij laconiek: ik heb niets gezegd… Voor de rust verloopt de rit zonder geschiedenis. Al zal die weerbarstige binnendeur die eindeloos open- en dichtschuift, daar wel anders over denken.

In Verviers kun je sinds enige jaren niet meer instappen op het zogenaamde plateau boven de sporen: je moet nu de bus nemen aan de halte van de stadslijnen. Dat heeft vooral nadelen: als reiziger moet je nu wachten tot de bus passeert en kun je niet meer instappen terwijl die op het plateau op zijn vertrekuur wacht; bovendien is de halte op de straat kort: meer dan 1 of 2 bussen kunnen er niet op. De chauffeurs zien een en ander ongetwijfeld als een voordeel: geen storende reizigers die te vroeg in je bus zitten. Onze bus verliest onderweg een 2-tal minuten door een hinderlijk geparkeerde bestelwagen en dat zal ook de vertraging zijn waarmee we in Aubel aankomen. Veel reserve zit er niet in de dienstregeling. De halte Place Antoine Ernst wordt volgens de website niet bediend, maar dat blijkt alleen tijdens de markt op zondag zo te zijn: wij kunnen probleemloos aan deze centrumhalte uitstappen. Schoonheidsfoutje in de info…

Dat de dienstregeling weinig reserve heeft, blijkt nog eens bij de terugrit. De chauffeur houdt er bijwijlen (leve de fossiele woorden) een aardige vaart in en toch komen we maar precies op tijd aan.

IC 539 vertrekt met een kleine vertraging. Eerst zitten we in rijtuig 73030, maar daar is het ronduit koud op de bovenverdieping. We verhuizen al snel naar het volgende rijtuig, waar de temperatuur wel aangenaam is. Bij aankomst in Brussel-Noord hebben we de tbg welgeteld één keer gehoord en nul keer gezien. Toch moet er ergens een levende substantie aanwezig zijn die het vertrek geeft in Verviers, Liège en Leuven. In Liège staat de ICE 14 aangekondigd met 14 minuten vertraging. Onze IC moet - logisch maar vervelend - de ICE laten voorgaan, wat resulteert in 4 minuten vertraging. Leuven bereiken we zelfs met 6 minuten! Maar tussen Leuven en Brussel-Noord loopt het vlot en snel.
IC 1939 rijdt tot Halle zo goed als op tijd. We hebben nog een aangename babbel met de tbg, die uit onze vuile bottines en broeken (aan de buitenzijde!) afleidt dat het een stevige wandeling is geweest. Hij kent het Land van Herve niet zo goed, maar vraagt wel of er in die streek nog veel te zien is van de rampenregen van nu al weer bijna 2 jaar geleden. Hij vindt solidariteit broodnodig, al heeft Oekraïne de focus verlegd. Hij is duidelijk uit het goede hout gesneden.

De treinlectuur.
P.F. THOMÉSE, Vaderliefde.

Ellen VERSTREPEN, Kattentijd.


Op de app van de NMBS was zaterdag te lezen dat er vandalisme was geweest tussen Genk en Hasselt. Achteraf bleek het om een koperdiefstal te gaan. Als diefstal vandalisme wordt, dan worden graffiti ook schilderwerken…

Uitgedrukt…

Zijn handen op een ijlen nest leggen: ijl betekent hier leeg. De uitdrukking betekent zoveel als: ergens te laat komen, op het moment dat iemand anders al met het begeerde weg is.

Waar Abraham de mosterd haalde.
Voor het schrijven van deze bijdragen maak ik vaak gebruik van twee zeer waardevolle sites, één over de Belgische spoorlijnen en een over de bussen in Vlaanderen, Brussel en Wallonië. Het grootste probleem is dat van de informatisering: in de voorbije 20 jaar is het vrijwel onmogelijk geworden om nog aan papieren dienstregelingen te geraken en op het internet verdwijnen de oude dienstregelingen naarmate er nieuwe ingevoerd worden. Voor de trams maak ik nog al eens dankbaar gebruik van de Rail Atlas Vicinal van Stefan JUSTENS en Dick van der SPEK en van The Vicinal Story - Light Railways in Belgium 1885 - 1991 van W.J.K. DAVIES.

 

18-01-2023 om 00:00 geschreven door overweg13  


>> Reageer (0)
10-01-2023
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.10 januari 2023 - Buizingen, trage wegen

Echt meevallen doet het weer niet de laatste tijd en we moesten ook nog nieuwe inlegzolen inwandelen. De wandeling van Trage Wegen die in oktober vertrok aan het kerkplein van Buizingen en amper 5 km langs is en die we gemist hadden, leek ideaal om ten volle van een droge periode van enkele uren te profiteren. Je vindt ze uitvoerig beschreven op deze plek. Zeker doen, want niet alleen vind je er een uitstekende wegbeschrijving, maar ook erg veel achtergrond over de bijzonderheden die je onderweg tegenkomt. Als van ouds kun je ook naar enkele foto's kijken en naar een kaartje. Met dank aan Trage Wegen om de publicatie toe te staan.





10-01-2023 om 19:07 geschreven door overweg13  


>> Reageer (0)
03-01-2023
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.3 januari 2023 - Péruwelz

De wandeling.
Heel vaak blijkt dat wandelingen uit "oeroude" wandelboekjes erg goed meevallen, maar vandaag is dat toch enigszins anders. In 1983 gaf Hainaut-Tourisme een keurig foldertje uit met als titel Guide des promenades en Péruwelzis. Drie tochten sloegen inderdaad op kerngemeente Péruwelz en wij gingen voor wandeling 3: Mont de Péruwelz. Ik had bij de voorbereiding eerlijk gezegd al vermoed dat het bij het oversteken van de Verne de Basècles wel eens fout zou kunnen lopen, omdat sommige kaarten brugje en wegje niet vermeldden, andere dan weer wel. Helaas, brugje en wegje bleken inderdaad nog te bestaan, maar de doortocht werd vakkundig afgesloten met ijzeren poort, stevig slot en prikkeldraad. Mogelijk heeft het wat te maken met de onmiddellijke nabijheid van een zuiveringsstation - waarom dan wel? - maar er zat voor ons niets anders op dan een alternatief te zoeken, wat de wandeling meteen 2km langer maakte. We moesten een deel twee keer lopen (zie kaartje, waar je ook gemakkelijk het punt kunt ontdekken waar het verkeerd liep) en een tijdlang ravel 92 volgen. Nu lijkt zo een ravel vaak op een ruilverkavelingsweg in alleenzaligmakend beton en dat is ook hier het geval. Echt enthousiast waren we dus niet, al konden we af en toe toch wel mooie veldwegen volgen. Stel je verder vooral niet te veel voor bij Mont de Péruwelz, pal op de Frans-Belgische grens, maar niet meer dan een hellinkje van niemendal.

Nog wat cijfertjes: de TWQ bedraagt 33%, de afstand is van 7 naar 9 km gestegen en we beoordeelden uiteindelijk met een 11.5/20, cijfer dat ongetwijfeld naar beneden gehaald is door de ondervonden moeilijkheden.


In een dergelijk huisje aan een overweg heb ik gewoond van 1955 tot 1967, dus van mijn 2de tot mijn 14de levensjaar. Ik zal hier altijd prettige herinneringen aan overhouden.


Deze jongen was blijkbaar blij dat hij ons zag…

Je vindt nog enkele foto's meer op deze plaats.

Het weer.
Zwaar bewolkt, fris en zeker in het begin winderig. De tijd van het jaar, nietwaar?

De stafkaarten.
44/3-4 Péruwelz (2020)

Hoe we er geraakten.
Het station van Péruwelz is voor ons uit Halle vrij gemakkelijk te bereiken, hetzij via Tournai, met één overstap, hetzij via Mons, nu eens met één, dan weer met twee overstappen. Spijtig genoeg ligt het station niet zo gunstig om op de wandeling aan te sluiten. We hadden natuurlijk de 1.5 km extra twee keer kunnen stappen, maar dat parcours zag er niet echt aantrekkelijk uit en dus zochten we een oplossing met buslijn 491. Ook nu hebben we de keuze tussen een overstap in Tournai, Péruwelz of zelfs Antoing. Toevallig kunnen we de wandeling mooi insluiten tussen 2 korte busritten van Station naar de halte Chemin de Roucourt, op het ene haltebord zonder t, op het andere met. Als dt-fout bijzonder origineel.

Een beetje geschiedenis.
Het verst kon ik teruggaan tot 1934 met een boekje met alle bussen die op dat moment in Belgenland rondreden. Dank je Zone01. Blijkbaar was dat boekje een privé-initiatief, met eigen tabelnummering. Zo kwam onder tabelnummer 362 een buslijn Tournai - Péruwelz voor. In de hoofding van deze lijn vinden we de afkorting C.F.B. terug, wat erop wijst dat je hier met een NMBS-buslijn te maken hebt. Eigenaardig genoeg vond ik de lijn niet terug in het spoorboekje, wel in dat van 15.05.1936, met lijnnummer 78A. Eigenlijk is het wat verwonderlijk dat een buslijn in die tijd parallel liep met spoorlijn 78, die ook heel wat dorpen bediende. Die 78A verdween al voor WO II: de lijn droeg voortaan het nummer 239. Wat er tijdens WO II met deze buslijn gebeurde, heb ik niet teruggevonden. Vanaf 7.10.1946 duikt ze opnieuw op onder tabelnummer 222. Vanaf 05.10.1952 kreeg ze het nummer 491: dat lijnnummer is ondertussen dus 70 jaar oud.

Aan het basistraject is er sindsdien niet zo veel meer gewijzigd. Wel kreeg de lijn in de jaren 1950 een verlenging naar Bon-Secours (Basilique) en verscheen er ook een afsplitsing, eerst naar Laplaigne en later naar Mortagne en zelfs Brasmenil. Enkele jaren lang werd de lijn zelfs verlengd tot Harchies. En dat allemaal onder hetzelfde lijnnummer!
Er zit geen vaste cadans in de dienst: bepaalde bussen rijden rechtstreeks tussen Tournai en Péruwelz, voor andere moet worden overgestapt in Antoing, veelal in aansluiting met de bus die naar Mortagne rijdt. En er zijn ook nog ritten Brasmenil - Péruwelz.
Door de perikelen met de afgesloten weg stapten we vandaag ook zo een 900m over Ravel 92: voor gegevens over lijn 92 die van Péruwelz richting Vieux-Condé ging, verwijs ik graag naar de site van Paul Kevers.

De verbinding.

Halle - Tournai 3230 08:58 09:50 stipt 1873 (NK) - 61074 (LK) M6 controle: J
Tournai - Péruwelz 4681 10:23 10:38 stipt 08037 (GCR) mr08 Desiro controle: N
Péruwelz - Péruwelz [491] 10:57 10:59 stipt ab3008-04 Iveco Urbanway 12 Roman
-
Péruwelz - Péruwelz [491] 13:12 13:15 +7 ab3008-02 Iveco Urbanway 12 Roman
Péruwelz - Mons 4684 13:38 14:08 +47 979 mr Cityrail controle: N
Mons - Braine-le-Comte 4684 15:19 15:43 +2 1887 (NK) - 61009 (FBMZ) M6 controle: J
Braine-le-Comte - Halle 3665 15:51 16:08 stipt 08199 (FSR) mr08 Desiro controle: N

 

En wat we beleefden.
De aangewezen trein zou IC 1930 geweest zijn, maar het onwrikbare vertrouwen van weleer heeft nu plaats gemaakt voor een in de mate van het mogelijke aanvaardbare voorzichtigheid. Niet dat we vandaag met een gemiste aansluiting vast zouden komen te zitten, een ongewilde verlenging van de uitstap van meer dan een uur op een korte januaridag wilden we toch maar vermijden. En dus werd het IC 3230 van 8:58; we hoopten voor een keer dat die 2 minuten vertraging (of meer) gehad zou hebben en we werden op onze wenken bediend. Zo konden we voluit gebruik maken van een seniorenbiljet, zonder extra biljet Halle - Edingen. Het werd uiteindelijk een vertraging van 3 minuten. Gek eigenlijk dat je een trein als deze zo goed als lege IC niet mag nemen, terwijl je de voor de volle 100% bezette IC 3207 van 9:02 in de andere richting wel zonder problemen kunt nemen.

De rit verloopt vlot en we bereiken Tournai dan ook op tijd. De toiletten zijn hier tijdens het eindejaar afgesloten, alsof pipi en kaka in deze periode van het jaar beperkt zijn tot (zoog)dieren van lagere orde. De L-trein naar Quévy is verspoord van spoor A naar spoor 5. Hoewel de trein op de schermen à quai is, kunnen we niet instappen. Het is wachten op een tbg en een tb. Op spoor 4 staat een trein van de SNCF naar Lille-Flandres, zonder eerste klas, al lijkt het comfort in tweede klas hier hoger te liggen dan in de meeste eersteklasrijtuigen van de NMBS. Om dat te onderstrepen rijden we met een desiro naar Péruwelz.

De bus van lijn 491 komt aan als pas en service en even later verschijnt pause. De chauffeuse maakt van de gelegenheid gebruik om haar rommel op te ruimen en in de vuilnisbak te gooien. Terloops meldt ze dat dit wel degelijk de bus naar Tournai is, maar dat de mededeling pause automatisch verschijnt. We mogen dus gerust instappen. Twee halten en 1.5km verder mogen we al uitstappen. We staan zo goed als pal op de wandeling.

Voor de terugrit kunnen we opnieuw van zo een korte rit gebruik maken. Deze bus rijdt met 7 minuten vertraging, maar dat brengt onze aansluiting met de trein niet in het gedrang.

Wat later kunnen we dus in een tweeledig stel stappen dat er op het eerste gezicht vrij proper uit ziet, de neus en de kant van het perron zijn nauwelijks ontsierd door graffiti. Als we instappen wordt die illusie echter snel doorbroken: de andere zijde is van voor tot achter, van onder tot boven ontsierd met een nieuwjaarswens; de smeerlap(pen) hebben zelfs het lef om hun vandalisme te ondertekenen met paintedtrains. Dat is nu eens een wens die ik niet retourneer. Die graffiti heb ik pas vastgesteld in Mons, dat we met 47 minuten vertraging bereiken. Zonder dat we konden zien dat we al aan het perron stonden. Tot Blaton loopt het nog stipt, maar dan klinkt een onheilspellende boodschap: personen in het spoor, later zelfs een tussenkomst van de hulpdiensten. De tbg stuurt regelmatig wat info uit, die gaandeweg misschien wat hoopvoller klinkt, maar eigenlijk kan ze niet meer doen dan haar reizigers: wachten. Enkele weken geleden plaatste ik hierover deze bijdrage op een treinforum. Ik druk ze hier in extenso af.

Eigenlijk gaat er geen dag voorbij of spoorlopers ontwrichten vaak langere tijd het spoorverkeer. Blijkbaar wordt er een vrij rigoureuze politiek gevoerd waarbij het verkeer na elke melding van spoorlopers wordt gehinderd, om het zacht uit te drukken.

Ik heb daar toch wel wat bedenkingen bij.

1. Ondanks de strenge aanpak gaat er ook geen week voorbij zonder - eufemistisch - een of meerdere aanrijdingen. Er zijn zelfs gekende zwarte punten waar net nog iets meer mensen onder de trein springen dan elders. Mijn bedenking: schiet die strenge aanpak dan zijn doel niet voorbij? Hoeveel mensenlevens worden er door gered? En daarbij aansluitend mijn 2de bedenking:

2. Het zal ongetwijfeld nog nooit onderzocht zijn, maar hoeveel van de gespotte spoorlopers hebben inderdaad zelfmoordplannen? M.a.w. hoe vaak gaat het niet gewoon om vnl. jongeren die een kortere weg zoeken, een geheim plekje willen, mensen die bij gebrek aan alternatief de sporen kruisen en die al bij al weinig kans lopen om aangereden te worden?

De gevolgen van de gevolgde politiek zijn in mijn ogen buiten proportie als je dit allemaal in rekening brengt. En nee, ik vind niet dat je helemaal niets moet doen, want ik wil betrokken treinbestuurders niet met een trauma opzadelen. Ik vraag me alleen af of het niet anders kan.

Ik heb het even opgezocht: gisteren resulteerde dit in de volgende vertragingen:
IC 913 + 55 - L 4684 +51 en afgeschaft tussen Mons en Quévy - L 4663 +33. In ons geval zal de NMBS ons ook nog de terugrit van ons seniorenbiljet terug moeten betalen. Overigens vraag ik me af waarom hetzelfde probleem in de buurt van Marbehan maar vertragingen van 5 à 10 minuten opleverde…

En dus konden we vanuit Mons een uur later dan voorzien met IC 3715 van 15:19. Vanuit Braine-le-Comte bracht S 3665 ons naar Halle. Deze ritten verliepen zonder problemen, het probleem had zich al een uur vroeger gemanifesteerd.

De treinlectuur.
Rik TORFS, Het grote gelijk.
Hans FIERS, Door jouw ogen.


Ik heb altijd gedacht dat de meest geslaagde marketingstrategie op naam stond van Coca-Cola, maar met de Vlaamse canon en Het verhaal van Vlaanderen moet ik die mening waarschijnlijk herzien.

Uitgedrukt…
Het zal wel komen, de hond zijn staart is ook gekomen (en nog wel op de juiste plaats). Gebruikt om ongeduld te counteren.

Waar Abraham de mosterd haalde.
Voor het schrijven van deze bijdragen maak ik vaak gebruik van twee zeer waardevolle sites, één over de Belgische spoorlijnen en een over de bussen in Vlaanderen, Brussel en Wallonië. Het grootste probleem is dat van de informatisering: in de voorbije 20 jaar is het vrijwel onmogelijk geworden om nog aan papieren dienstregelingen te geraken en op het internet verdwijnen de oude dienstregelingen naarmate er nieuwe ingevoerd worden. Voor de trams maak ik nog al eens dankbaar gebruik van de Rail Atlas Vicinal van Stefan JUSTENS en Dick van der SPEK en van The Vicinal Story - Light Railways in Belgium 1885 - 1991 van W.J.K. DAVIES.

03-01-2023 om 00:00 geschreven door overweg13  


>> Reageer (0)


E-mail mij

Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


Blog als favoriet !

Beoordeel dit blog
  Zeer goed
  Goed
  Voldoende
  Nog wat bijwerken
  Nog veel werk aan
 


Zoeken in blog


Laatste commentaren
  • Lijnen 712/714 (Etienne Tas)
        op 17 augustus 2023 Herne - Bever (Voettocht in Pajottenland)
  • OTW 4670 (Sebastiaan Van Hoof)
        op 18 juli 2023 - Lesve
  • IC's in Sinaai en Belsele (overweg13)
        op 27 december 2022 - Sinaai - Belsele (GR Waas- en Reynaertland)
  • Inhoud blog
  • 10 april 2024 - Vervifontaine
  • 8 april 2024 Pont-à-Celles
  • 29 maart 2024 - Hillegem
  • 21 maart 2024 Belsele - Nieuwkerken-Waas
  • 14 maart 2024 - Sint-Idesbald - De Panne

    Archief per maand
  • 04-2024
  • 03-2024
  • 02-2024
  • 12-2023
  • 11-2023
  • 10-2023
  • 09-2023
  • 08-2023
  • 07-2023
  • 06-2023
  • 05-2023
  • 04-2023
  • 03-2023
  • 02-2023
  • 01-2023
  • 12-2022
  • 11-2022
  • 10-2022
  • 09-2022
  • 08-2022
  • 07-2022
  • 06-2022
  • 05-2022
  • 04-2022
  • 03-2022
  • 02-2022
  • 01-2022
  • 12-2021
  • 11-2021
  • 10-2021
  • 09-2021
  • 08-2021
  • 07-2021
  • 06-2021
  • 05-2021
  • 04-2021
  • 03-2021
  • 02-2021
  • 01-2021
  • 12-2020
  • 11-2020
  • 10-2020
  • 09-2020
  • 08-2020
  • 07-2020
  • 06-2020
  • 05-2020
  • 04-2020
  • 03-2020
  • 02-2020
  • 01-2020
  • 12-2019
  • 11-2019
  • 10-2019
  • 09-2019
  • 08-2019
  • 07-2019
  • 06-2019
  • 05-2019
  • 04-2019
  • 03-2019
  • 02-2019
  • 01-2019
  • 12-2018
  • 11-2018
  • 10-2018
  • 09-2018
  • 08-2018
  • 07-2018
  • 06-2018
  • 05-2018
  • 04-2018
  • 03-2018
  • 02-2018
  • 01-2018
  • 12-2017
  • 11-2017
  • 10-2017
  • 09-2017
  • 08-2017
  • 07-2017
  • 06-2017
  • 05-2017
  • 04-2017
  • 03-2017
  • 02-2017
  • 01-2017
  • 12-2016
  • 11-2016
  • 10-2016
  • 09-2016
  • 08-2016
  • 07-2016
  • 06-2016
  • 05-2016
  • 04-2016
  • 03-2016
  • 02-2016
  • 01-2016
  • 12-2015
  • 11-2015
  • 10-2015
  • 09-2015
  • 08-2015
  • 07-2015
  • 06-2015
  • 05-2015
  • 04-2015
  • 03-2015
  • 02-2015
  • 01-2015
  • 12-2014
  • 11-2014
  • 10-2014
  • 09-2014
  • 08-2014
  • 07-2014
  • 06-2014
  • 05-2014
  • 04-2014
  • 03-2014
  • 02-2014
  • 01-2014
  • 12-2013
  • 11-2013
  • 10-2013
  • 09-2013
  • 08-2013
  • 07-2013
  • 06-2013
  • 05-2013
  • 04-2013
  • 03-2013
  • 02-2013
  • 01-2013
  • 12-2012
  • 11-2012
  • 10-2012
  • 09-2012
  • 08-2012
  • 07-2012
  • 06-2012
  • 05-2012
  • 04-2012
  • 03-2012
  • 02-2012
  • 01-2012
  • 12-2011
  • 11-2011
  • 10-2011
  • 09-2011
  • 08-2011
  • 07-2011
  • 06-2011
  • 05-2011
  • 04-2011
  • 03-2011
  • 02-2011
  • 01-2011
  • 12-2010
  • 11-2010
  • 10-2010
  • 09-2010
  • 08-2010
  • 07-2010
  • 06-2010
  • 05-2010
  • 04-2010
  • 03-2010
  • 02-2010
  • 01-2010
  • 12-2009
  • 11-2009
  • 10-2009
  • 09-2009
  • 08-2009
  • 07-2009
  • 06-2009
  • 05-2009
  • 04-2009
  • 03-2009
  • 01-2009
  • 12-2008
  • 11-2008
  • 10-2008
  • 09-2008
  • 08-2008
  • 07-2008
  • 06-2008
  • 05-2008
  • 04-2008
  • 03-2008
  • 02-2008
  • 01-2008
  • 12-2007
  • 11-2007
  • 10-2007
  • 09-2007
  • 08-2007
  • 07-2007
  • 06-2007
  • 05-2007
  • 04-2007
  • 03-2007
  • 02-2007
  • 01-2007
  • 12-2006
  • 11-2006
  • 10-2006
  • 09-2006
  • 08-2006
  • 07-2006
  • 06-2006
  • 05-2006
  • 04-2006


    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!