Komisch, triestig en plezant, alles maak je hier mee, maar ik onthou vooral het zielige dat je hier ziet. Een groot aantal van de dertig mensen op deze verdieping kan zich niet meer zelfstandig verplaatsen of behelpen. Die moeten dus in bad als de verpleging zegt dat het daar het moment voor is. Diezelfde mensen zitten soms al een half uur voor etenstijd aan tafel. Natuurlijk kan het personeel niet iedereen gelijk gaan halen, maar het is zielig om zien dat die menskes daar zitten wachten tot er eindelijk eten op tafel komt. Er zijn er ook twee die niet meer zelf kunnen eten en die moeten geholpen worden.
Niemand begijpt hoe wij op onze leeftijd hier binnen geraakt zijn, terwijl er lange wachtlijsten bestaan. De buurvrouw aan tafel zegt dat het komt omdat ik het goed kan uitleggen. Amandine is van de kliniek direct naar hier gekomen, maar niet lang daarna was er ook een plaats voor mij. Enfin, we zitten hier voor de rest van onze dagen. Niet tegen de zin, absoluut niet. Een degelijke verzorging en drie maal eten per dag, terwijl dit vroeger één maaltijd was. Eigenlijk heb ik er geen spijt van. We gaan en we staan nog altijd waar en wanneer we willen. Ik hoef me niets meer aan te trekken van allerhande rekeningen, behalve dan die heel grote eens per maand, want goedkoop is het niet. Je denkt dan omdat het van het ocmw is dat de prijs wel zal meevallen, maar niks is minder waar. Het is duur, zeer duur, maar met de opbrengst van de verkoop van het appartement kunnen we het hier wel uitzingen voor de rest van onze dagen.
Ik schrijf hier zeker een vervolg aan, maar momenteel heb ik geen inspiratie;
|