Ik schreef er al over. Een klein dametje met een kromme rug die hier dag en nacht ronddoolt. Haar enige vraag is altijd : "wat uur is het". Ze heeft twee polshorloges aan en in de refter en de gang hangen grote klokken en toch vraagt ze altijd naar het uur. Het is een obsessie. Och ja, als het dat maar is. Haar buurvrouw hier is diegene die hier in haar blote rondliep een tijd geleden. Haar buurman (en hier zijn maar 3 mannen) is diegene die bij ons aan tafel zit en denkt dat hij grappig is. Hij alleen lacht met zijn grappen. Ik ga eens iets vertellen over zijn manier van eten. Het is een grote man, een reus van een vent en hij buigt zich over de tafel met zijn mond boven zijn bord en dan schrokt hij zo alles binnen. Zo lang hij eet zet hij zich niet recht. Het is echt met de vork van zijn bord op 10 cenimeter, recht in zijn mond. Zijn overbuurvrouw kijkt dan altijd naar mij met zo een blik van "dat doe je toch niet". Nee, dat doe je niet, maar je kan er moeilijk een opmerking over maken. Ook zijn boterhammen worden op dezelfde manier gegeten. Het klaarmaken van zijn brood duurt enorm lang. Voor hij er boter en beleg opgedaan heeft, heb ik al gedaan met eten. Maar dan komt de grote schrokpartij. Voor twee of drie boterhammen heeft hij geen minuut nodig. Een halve boterham gaat ineens naar binnen. Er staan altijd twee dozen met brood op tafel, maar telkens vraagt hij nog naar de boterhammen aan onze kant. Geen probleem, wij zijn kleine eters en er is altijd overschot. Trouwens moest je nu aan andere tafels gaan vragen of aan het personeel, dan is er meer dan genoeg.
|