Onze professor heeft tegen mij gesproken. Hij wenste me een goeie nacht. Binnenkort wordt hij nog een goeie vriend. Ik schreef het misschien al, dan lees je het maar voor de tweede keer. Volgens de verpleging hier is hij niet hoogmoedig, maar eerder verlegen, vandaar dat hij met niemand contact heeft. Ik schreef al dat hij aan een tafel apart zit in de refter. Hij wil niet aan een gemeenschappelijke tafel zitten. Ikzelf vind dat net gezellig, dan kan je eens kletsen en tateren. Zo hoor je eens iets en kom je wat te weten over de medebewoners. De dame die naast mij zit heeft vroeger café gehad in Kessel-lo. Het moet in de buurt geweest zijn van mijn geboortehuis.
De koorts is aan het wegebben en de griepsymptomen verdwijnen stilaan. Morgen ben ik weer de "oude". Vandaag een ellendige dag gehad. Ik denk dat het 50 jaar geleden is dat ik nog griep had. Het was dus een korte aanval.
|