Bougainvillea is een geslacht van bloeiende planten die vaak gebruikt worden als tuin- en kamerplanten.
Wie al eens op vakantie was in Mediterrane Landen zoals Spanje, Italië of Griekenland heeft wellicht de immer groene bougainvilles in volle bloemenpracht gezien als klimplant tegen de huisgevels aan.
Bougainvillea spectabilis
auteur : João Medeiros CC 2.0
We kennen rond de 15 soorten, afkomstig uit de tropen en subtropen van Zuid-Amerika, vooral Brazilië.
Ze zijn in de eerste helft van de 19de eeuw in Europa ingevoerd.
Vooral in de landen rond de Middellandse Zee tieren ze welig.
Deze planten zijn heester- of kruidachtig, groenblijvend of bladverliezend, meest klimmend.
In de vrije natuur worden ze tot 4 m hoog.
Ze hebben bedoornde twijgen en onaanzienlijke bloempjes.
De bloemen zijn omgeven door opvallend gekleurde papierachtige schutbladen, die lang aan de plant blijven zitten.
Bougainvillea bloeit vanaf juni tot in september.
een waaier van kleuren
gebruiker : Magnus Manske CC 3.0
Bougainvillea werd voor het eerst gevonden in de tweede helft van de 18de eeuw, tijdens een expeditie waarover Louis Antoine de Bougainville, een beroemde Franse zeevaarder, de leiding had.
In ons klimaat zijn bougainvilles niet winterhard en kun je ze best als kuipplant houden.
Deze tropische sierplant houdt uiteraard van een beschut en warm, zonnig plaatsje en dat in een goed gedraineerde kuip of pot op het terras, het balkon of in de serre.
Als de plant lange twijgen vormt kun je die best leiden lang een draad of houten frame.
Aan het uiteinde van deze takken komen de kleurige bloemen.
Voor de eerste nachtvorst moeten deze kuipplanten naar binnen.
Bron : - Wikipedia CC 3.0
- www.tuinadvies.be
- tinternet
Bouddhanath is één van de grootste antieke stoepa's in Zuid-Azië en ligt in de wijk Bouddah in Kathmandu, de hoofdstad van Nepal.
Bouddhanath is een boeddhistische tempel en is gebouwd op een oude handelsweg naar Tibet.
Het is een van de heiligste boeddhistische plaatsen in Kathmandu.
Bouddhanath werdt gesticht door koning Sivadeva (rond 590), andere Nepalese bronnen schrijven het reeds toe aan koning Manadeva (omstreeks 460).
Volgens Tibetaanse bronnen werden de beenderen van koning Anshuvarma (605 - 621) hier ontdekt.
Hoe dan ook, de Tibetaanse keizer, Trison Detsän zou bij de bouw van de Boudhanath stoepa betrokken zijn.
Bouddhanath versiert met gebedsvlaggetjes
auteur : Asklepios CC 3.0
Tibetaanse kooplieden kwamen hier reeds vele eeuwen bidden en rusten, wanneer ze de Boudhanath stupa passeerden, op hun reis langs de drukke handelsroute.
Er wordt gezegd dat in deze tempel de resten van Kassapa Buddha begraven liggen.
binnen in de tempel
Deze boeddhistische stoepa dommineerd de skyline, het is één van de grootste sferische koepels ter wereld.
De instroom van grote groepen Tibetaanse vluchtelingen heeft geleid tot de bouw van meer dan 50 gompa's (kloosters), rond Bouddhanath.
Met ingang van 1979 , behoort Boudhanath tot het UNESCO werelderfgoed.
Samen met Swayambhunath (de monkey temple), is het een van de meest populaire toeristische plaatsen in het gebied rond Kathmandu.
Na de annexatie van Tibet door de Volksrepubliek China vluchtten vele boeddhistische monniken naar Nepal en met name Kathmandu, waarna ze zich voornamelijk in Bouddah vestigden, het wordt niet voor niets 'little Tibet' genoemd tegenwoordig.
In de omgeving zijn vele gompa's en kloosters te vinden.
Veel Tibetanen komen naar Bouddhanath om Loscar te vieren.
Een bouchard is een stuk gereedschap in hamer- of beitelvorm, dat gebruikt wordt om natuursteen en beton mee te vlakken of er een ruwe oppervlaktestructuur aan te geven.
Door molenaars wordt een dergelijke hamer een pletsteenhamer genoemd en gebruikt om de molenstenen te vlakken.
De bouchard wordt gebruikt door steenhouwers, steenbeeldhouwers en restauratiebeeldhouwers bij de bewerking van natuursteen, en toegepast bij de afwerking van beton.
Engels : bush hammer Duits : Stockhammer, Kronenhammer Frans : la boucharde
Een bouchard, of het nu een hamer- of beiteltype is, heeft gewoonlijk een vierkante kop met piramidevormige punten, hoewel er ook cylindervormige versies van bestaan.
Met deze punten wordt het steenoppervlak vergruizeld en zo de steen ruwweg geëffend.
Bouchardhamers hebben gewoonlijk een stalen hamergedeelte met een verwisselbare bouchardkop van gehard staal, en een houten steel.
Bouchardbeitels zijn er in gesmede versie en met hardmetalen tanden van wolfraamcarbide, en kunnen zowel pneumatisch als handmatig aangedreven worden.
Meestal worden de beitelkoppen aangeduid met het aantal punten, bijvoorbeeld 5 x 5 punten op een kop van 2 x 2 cm.
bouchard - beitel voor pneumatische machine
auteur : Satrughna CC 3.0
De bouchard wordt zowel gebruikt voor een tussenstap in de bewerking van natuursteen, als voor eindafwerking van natuursteen en beton.
Een gebruikelijke werkwijze in het steenhouwen bij het hakken van een vlak is om het eerst ruw met een puntbeitel voor te hakken (spitsen), dan te boucharderen, en vervolgens met andere beitels of schuurmachines af te werken tot een strak oppervlak.
Als boucharderen als eindafwerking wordt gebruikt, dient het ruwe oppervlak dat verkregen wordt als een sierafwerking, om een oppervlak te verruwen (bijvoorbeeld bij traptreden) of om ongelijke sporen van eerdere bewerkingen te verdoezelen of te egaliseren.
Bij al deze toepassingen is het zaak een egaal oppervlak te verkrijgen, zonder dat een herhaald patroon van de hamer- of beitelkop van de bouchard zich aftekent in de steen.
De bouchard wordt vooral toegepast op hardere steensoorten.
Op zeer zachte kalkstenen werkt dit gereedschap niet, de tanden raken verstopt met steengruis en hebben geen effect.
Op marmer moet het gebruik worden afgeraden, omdat de bouchard de steen tot enkele millimeters onder de oppervlakte kneust, waardoor zich bij naderhand polijsten doffe plekken aftekenen.
Ook op zandsteen kan de bouchard beter niet worden toegepast.
Door de loodrechte slagen op de steen wordt de samenhang van de steen verstoord, waardoor na verloop van tijd de 'huid' van de steen verkruimelt.
verschillende verwisselbare koppen voor een bouchard
foto : HM diffusion
De herkomst van de naam is onduidelijk, maar in de Encyclopédie van Diderot van 1751 wordt al een gereedschap met deze vorm en naam afgebeeld.
Er zijn eerdere versies van dit gereedschap bekend: onder andere sinds de 17e eeuw en vermoedelijk ook in de Griekse oudheid werd een soortgelijk gereedschap gebruikt.
Een riffelijzer of riffelhamer, ook wel richelijzer, is te vergelijken met een bouchard, maar met dakvormige ribbels in plaats van afzonderlijke punten.
Bouboulina (Grieks: Μπουμπουλίνα) is de gebruikelijke bijnaam van Laskarína (Grieks: Λασκαρίνα) Pinotzís (11 mei 1771 - 22 mei 1825), een nationale heldin uit de Griekse Onafhankelijkheidsoorlog.
Zij werd geboren in een Turkse gevangenis in Constantinopel, als dochter van een ter dood veroordeelde Griekse kapitein uit Hydra. Haar moeder vluchtte naar het eiland Spetses, waar Laskarina ook opgroeide.
In 1788 trad zij in het huwelijk met een scheepskapitein, die zij overal vergezelde op zee tijdens verschillende expedities.
Haar echtgenoot overleed in 1798, toen zijn schip gekelderd werd door Turkse piraten.
Zij hertrouwde met een andere zeevaarder, Bouboulis, die tragisch genoeg op een gelijkaardige manier om het leven kwam.
Bouboulina een Griekse heldin
Bouboulina, zoals zij voortaan genoemd werd, was op dat ogenblik schatrijk, want zij werd ineens eigenaar van scheepswerven en van een handelsvloot. In 1821 toen de Vrijheidsoorlog uitbrak, liet zij met eigen middelen haar handelsschepen ombouwen tot oorlogsschepen (onder meer de Agamemnon waarover zij persoonlijk het bevel voerde), en zette die van 1821 tot 1824 in tijdens allerlei zeegevechten tegen de Turken. Zo voerde zij het bevel tijdens de belegering en de bevrijding van Nauplion.
Bouboulina afgebeeld op een biljet van 50 Drachme
Financieel geruïneerd keerde zij naar Spetses terug, waar zij vermoord werd door de wraaklustige vader van een meisje dat door Bouboulinas zoon was geschaakt.
Haar avontuurlijke leven stond model voor allerlei romantische legendevorming.
Botuline (Clostridium botulinum-toxine) (BTX) is een neurotoxisch gif, dat door de bacterie Clostridium botulinum wordt geproduceerd.
Andere bacteriën die botuline toxine kunnen produceren zijn C.butyricum, C.baratii en C.argentinense.
Het is een eiwit dat op zenuwcellen werkt.
Voedsel dat besmet is met deze bacterie kan, door aanwezigheid van botuline toxine, de ziekte botulisme veroorzaken.
Botuline toxine is het meest potente gif dat bekend is, met een LD50 van ongeveer 0,005-0,05 µg/kg.
Desondanks wordt het gif ook in de medische wereld en cosmetische industrie toegepast, door de verlammende werking kan het gif spierspasmen tegengaan en de effecten van ouderdom verdoezelen.
De bekendste merknaam is Botox, een samentrekking van botuline toxine, maar er zijn diverse andere producten op de markt.
Engels : Botulinum toxin Duits : Botulinumtoxin, Botulinum-Neurotoxin (BoNT), Botulismustoxin, Botulinustoxin, Botulin Frans : La toxine botulique (botulinique)
Het belangrijkste risico van botuline is voedselvergiftiging door het eten van besmet voedsel.
Al zo vroeg als de 10e eeuw zijn er bronnen die (een deel van) de symptomen van botulisme beschrijven.
Het eerste goed gedocumenteerde onderzoek naar botulisme is dat van de Duitse Justinus Kerner, dat hij tussen 1817 en 1822 uitvoerde.
Hij kwam op het spoor van het gif door het overlijden van verschillende groepen mensen aan voedselvergiftiging na het eten van besmette worst, maar kwam niet verder dan de definitie worst-gif.
Wel begreep hij op basis van zijn experimenten dat het ging om een neurotoxine en vergeleek het effect op zenuwen met dat van roest op een elektrische geleider.
Hij bedacht ook de mogelijke therapeutische toepassing voor het gif.
Na de ontdekkingen van Kerner is er bijna tachtig jaar nauwelijks vooruitgang geboekt.
In 1895 werd een groep begrafenismuzikanten ziek na het eten van gerookte ham.
Microbioloog Émile Pierre Marie Van Ermengem, een oud-medewerker van Robert Koch, ontdekte in de ham en in histologische preparaten van de milt van enkele overleden muzikanten een onbeschreven anaerobe bacterie.
Hij noemde deze bacterie Bacillus botulinus, wat later bijgesteld werd tot Clostridium botulinum.
Vanwege het werk van Kerner en Van Ermengem werd aangenomen dat botulisme alleen kon voortvloeien uit het eten van besmet vlees of vis, maar in 1904 werd in Duitsland een botulisme uitbraak veroorzaakt door ingeblikte witte bonen.
Bij vergelijking bleken deze bacteriën significant te verschillen en ook toxines bleken verschillende serotypen.
Pas in 1919 kregen deze bacteriënstammen de naam A en B, die nu nog steeds gebruikt worden.
Botuline Toxine wordt voor verschillende toepassingen in de medische wereld gebruikt.
Verreweg de meest bekende toepassing is de cosmetische, waarbij mensen een zogenaamde "Botoxbehandeling" ondergaan.
Naast het gebruik voor cosmetische doeleinden wordt botuline ook gebruikt bij de behandeling van aandoeningen met verhoogde spierspanning en onwillekeurige spieractiviteit.
Voorbeelden zijn spasticiteit, dystonie en hyperhidrose.
Botuline toxine type A is de werkzame stof van de preparaten Botox, Dysport en Xeomin.
Xeomin is in Nederland niet geregistreerd als geneesmiddel.
Botuline toxine type B is de werkzame stof van Neurobloc.
Het toxine wordt door producent Alergan Inc. (ged. handelsmerk Botox) of Ipsen (ged. handelsmerk Dysport) geproduceerd in kweken van Clostridium botulinum en geëxtraheerd uit de bacteriën door dialyse en zuivering.
Vervolgens wordt het in een oplossing met natriumchloride en humaan albumine steriel verpakt in flesjes.
Er zijn flesjes met 50 en 100 units botuline te krijgen.
Één unit staat gelijk aan de LD50 bij muizen na intraperitoneale toediening.
De precieze concentratie botuline in een flesje Botox of Dysport wordt door de fabrikanten geheimgehouden.
Deze middelen worden in de geneeskunde gebruikt voor verschillende indicaties, zoals bepaalde vormen van dystonie (cervicale dystonie, blepharospasme), hyperhidrose en migraine, en is in onderzoek bij sfincter (kringspier) problemen, bijvoorbeeld bij problemen met het ledigen van de blaas.
Het wordt toegediend door middel van een plaatselijke injectie.
Botuline wordt in de geneeskunde door neurologen en revalidatieartsen gebruikt om spastische spieren te laten ontspannen, bijvoorbeeld bij patiënten die een hersenberoerte hebben gehad.
Een ander toepassingsgebied is de cosmetische chirurgie.
De gebruikte middelen staan bekend onder de namen Botox Cosmetic en Vistabel.
Cosmetisch wordt BTX toegepast om aangezichtsspieren selectief tijdelijk te verlammen en zo rimpelvorming te onderdrukken.
Zo'n behandeling behoudt zijn werking gedurende ca. 3-4 maanden.
De prijs die hiervoor wordt betaald is natuurlijk een minder expressief gelaat.
Botuline mag worden toegediend aan volwassenen tussen 18 en 65 jaar oud, onder andere voor de tijdelijke vermindering van rimpels in het gebied tussen en boven de wenkbrauwen.
Toediening mag in Nederland alleen gebeuren door artsen, maar hoeft niet in een ziekenhuis te gebeuren.
Cosmetische behandelingen worden vaak uitgevoerd in privéklinieken.
Door de fabrikant wordt afgeraden om vaker dan eens in de drie maanden een behandeling met botuline te ondergaan.
Het effect van een behandeling houdt meestal tussen de 1 en 6 maanden aan.
kristalstructuur van Botulinum Neurotoxin Serotype A.
auteur : Lacy, D.B., Tepp, W., Cohen, A.C., DasGupta, B.R., Stevens, R.C. CC 2.0
Botox party
Een trend die in aan het begin van dit decennium opkomt is het houden van de Botox party.
Hierbij komt een arts naar het feest waarbij de aanwezigen, tegen betaling, een Botoxbehandeling krijgen.
Dit is mogelijk doordat de behandeling relatief makkelijk in te brengen is, maar het is, net als in een gecontroleerde omgeving van een ziekenhuis, niet zonder gevaar.
Patiënten met Blefarospasme hebben last van spontane samentrekkingen van de ooglidspieren.
Hierdoor knipperen ze vaak (hard) met hun oogleden.
Door het inspuiten van een kleine hoeveelheid Botox in de spieren rond de ogen, worden de spieren verlamd en verdwijnen deze spiersamentrekkingen.
Patiënten met nek Dystonie hebben een neurologische aandoening, en daardoor last van motorische stoornissen, aanhoudende samentrekking van spieren of spiergroepen en/of herhaalde bewegingen in de nek.
Behandeling met Botox zorgt ervoor dat de verkrampingen minder worden en als gevolg daarvan de patiënt minder pijn in zijn nek heeft.
Patiënten die Scheelzien kunnen ook behandeld worden met Botox.
Bij deze behandeling wordt het Botox in een kleine dosis ingespoten in de spieren rondom het oog.
Deze behandeling is veel minder ingrijpend dan een operatie waarbij de oogspieren chirurgisch worden verplaatst.
Mensen die lijden aan hevige oksel Hyperhidrose zweten overmatig onder de oksel.
Een behandeling met Botox zorgt ervoor dat, door middel van een serie kleine injecties, het vrijkomen van de neurotransmitter Acetylcholine uit de zenuwcellen wordt geblokkeerd, waardoor het signaal dat naar de zweetklieren gaat om meer zweet te produceren stopt. Experimentele studies worden gedaan naar mogelijke effecten van botuline-injecties bij patiënten met migraine of een whiplash. Voor het promoten van het off-label gebruik bij migraine kreeg de firma Allergan een boete in de USA van 600 miljoen dollar.
In Nederland legde de IGZ een boete op van 45000 euro.
Bij een ongeluk in 2004 in Amerika kregen een aantal mensen in een kliniek een verkeerde dosis.
Naar aanleiding hiervan heeft de FDA een onderzoek gedaan, waaruit kwam dat ongeveer 1000 personen een goedkopere vervanger hadden gekregen die niet voor mensen gebruikt mocht worden.
Hieraan overleden 28 mensen.
Behandelingen met botuline worden afgeraden wanneer de persoon ontstekingen heeft op de injectieplaatsen, of wanneer hij of zij overgevoelig is voor één van de ingrediënten van het mengsel.
Overgevoeligheidsreacties na behandeling met Botox komen zelden voor.
Symptomen van deze reacties zijn anafylaxie, netelroos en kortademigheid.
Wanneer de persoon lijdt aan neurologische ziektes, in het bijzonder ziektes die te maken hebben met de motorische neuronen, wordt afgeraden om een behandeling met Botox te ondergaan.
Effecten van een Botoxbehandeling bij deze mensen kunnen moeilijkheden met slikken en ademhalingsproblemen zijn.
Verder zijn er gevallen bekend van mensen met cardiovasculaire aandoeningen die te maken kregen met hartritmestoornissen en myocardinfarcten.
Doordat er tijdens de productie van Botox humaan albumine wordt toegevoegd, bestaat er een risico dat er virussen worden doorgegeven door de behandeling met Botox.
Screening van donoren en processen tijdens de fabricatie maken dit risico zo klein mogelijk.
Na een behandeling kunnen de cliënten last krijgen van ptosis, hoofdpijn, longontsteking en misselijkheid.
Minder frequent zijn pijn rond de injectieplekken, erytheem, een prikkelende of gevoelloze huid en spierzwakte.
Dit laatste wordt veroorzaakt als het toxine zich verspreidt door de weefsels rond de injectieplaats.
Botuline wordt afgebroken door het immuunsysteem, er worden antilichamen tegen gemaakt.
Hierdoor zwakt de werking van Botox geleidelijk af.
Uit sommige studies blijkt dat een herhaalde toediening van Botox de respons van het immuunsysteem versnelt, zeer waarschijnlijk door de aanmaak van B-geheugencellen.
Er is weinig bekend over de toxicokinetiek van botuline.
Wel is duidelijk dat het een hoge affiniteit heeft voor neuronen en dat er geen sprake is van metabole activatie.
Dat wil zeggen dat het hele molecuul, zoals het in de bacterie gesynthetiseerd wordt, een toxische werking heeft.
Wel is er bekend dat een vergiftiging met botuline toxine in de mens leidt tot activatie van het immuunsysteem en antistofproductie tegen het gif.
Bij een mogelijke tweede vergiftiging kan het lichaam sneller reageren, omdat er B-geheugencellen aanwezig zijn.
Het toxine wordt door koken vrij snel geïnactiveerd.
Tegen het toxine bestaan antisera die vrij effectief zijn.
Deze schakelt het toxine uit, maar herstelt de neuronen die al zijn aangedaan niet.
Het kan nodig zijn de vitale functies (ademhaling) te ondersteunen tot de spierfunctie hersteld is, wat weken kan duren.
Vanwege deze extreme giftigheid is botuline een van de stoffen waar deskundigen in chemische/biologische oorlogsvoering zich zorgen over maken in verband met terroristische aanslagen.
Doordat weaponized BTX erg gevaarlijk is, is het een Category A biological warfare agent.
Dit is de zwaarste categorie, en hier mag alleen in BSL-4 (hoogste veiligheids niveau) worden gewerkt.
Dit is ook een van de redenen dat terroristen nog nooit een aanslag hebben gepleegd met BTX, doordat de kosten van de productie erg hoog zijn.
Het produceren van weapons-grade-BTX is ook erg gevaarlijk voor de producent.
Verder is expertise nodig op het gebied van micro-biologie.
Tussen 1990 en 1995 heeft de Japanse sekte Aum Shinrikyo geprobeerd botuline toxine te gebruiken voor drie verschillende aanslagen.
Deze zijn echter mislukt. Mocht een aanslag lukken, dan zijn de gevolgen erg groot.
Niet alleen zal het aantal doden hoog zijn, ook zal het aantal slachtoffers snel toenemen, doordat ziekenhuizen niet de capaciteit hebben om de slachtoffers de medische zorg te geven die nodig is, zoals de langdurige beademing.
De botter is een oud Nederlands type vissersvaartuig met een plat tot licht V-vormig vlak, met een net uitspringende kiel en hoekige kimmen die overgaan in bol naar buiten lopende zijden, waarvan het boeisel boven het berghout naar binnen valt (invalling).
Botters visten voornamelijk op de voormalige Zuiderzee maar werden ook gebruikt voor de kustvisserij op de Noordzee.
Het type is ontstaan in de 2e helft van de 18e eeuw.
Er is verwantschap aanwijsbaar met de oudere tochtschuit en het waterschip.
Botter BU130 - Trui
auteur : Rutger Janssen CC 3.0
Voor het bouwen van de botter werd voor de romp voornamelijk gebruik gemaakt van eikenhout.
De plecht was over het algemeen van grenen omdat dat minder glad is als het nat wordt.
Rondhouten zoals de mast, de giek en ook de vaarbomen waren van naald- of essenhout.
Blokken waren over het algemeen ook van essenhout.
De zeilen waren van katoen of vlas en het touwwerk van hennep of manilla.
Onderhoud van het hout werd gedaan met harpuis (Een mengsel van gekookte lijnolie, hars en zwavel), lijnolie en, voornamelijk onder water, teer.
De zeilen en touwen werden getaand (Tanen is het conserveren van katoenen visnet, zeil of touw met cachou om verrotting door schimmels en bacteriën tegen te gaan).
Botters hebben een hoge kop waarmee de zee gekeerd wordt en waardoor er in het vooronder leef- en opslagruimte ontstaat.
Het achterschip is zeer laag om het vistuig makkelijk te kunnen hanteren.
In het achterschip bevind zich de typerende 'bun'.
Die bestaat uit drie met water gevulde ruimen die onder water, aan de zijkant worden afgedekt door de geperforeerde 'kaarplaten,' zodat het buitenwater er vrij doorheen kan stromen.
In de bun kon de vangst dagenlang levend worden bewaard.
De ruimen zijn via de trog van bovenaf bereikbaar.
De zwaarden zijn typische smalle zeezwaarden, met vleugelprofiel.
De tuigage bestaat uit een massieve steekmast zonder zijverstaging, zodat vistuig makkelijker te hanteren is.
Bij licht weer konden een kluiver en aap als bijzeilen worden toegevoegd.
Opvallend is de zeer grote fok, die nodig was om de netten te slepen, maar moeilijk te hanteren bij overstag gaan.
HZ45 platbodembotter
Bij het oorspronkelijke gebruik in de visserij bestond de bemanning uit 2 tot 4 personen, afhankelijk van de visserijmethode.
Deze werden aangeduid als schipper en knecht(en), wat tevens de basis was van de sociale klasse-indeling in veel visserijgemeenschappen.
Bij het tegenwoordige recreatieve gebruik loopt de bemanning bij wedstrijden vaak op tot 6-8 mensen, om vlotte manoeuvres en zeilwisselingen te kunnen waarborgen.
Veel botters worden ook verhuurd aan passagiers, doorgaans met schipper en een knecht.
Het aantal passagiers is wegens wettelijke beperkingen gelimiteerd tot 12.
Botter EB68
Ondertypes
- Vooral de schepen van de Zuidwal (Huizen en Spakenburg) met de hoge kop en sterk geveegd achterschip zijn een lust voor het oog. Meestal ca. 20 ton.
- Oostwalbotters (Vollenhove, Kampen, Elburg) waren kleiner, met een lagere kop en weinig diepgang, geschikt voor het ondiepe oostelijke deel van de Zuiderzee.
- Kwakken vond men hoofdzakelijk in Volendam. Gebruikt voor de sleepnetvisserij: solo, met de kwakkuil op garnalenvangst, of in span met de wonderkuil voor haring en ansjovis. De Volendammer kwak is een slag groter (30 ton) en minder gezeegd dan de andere Zuiderzeebotters.
- Koopbotters waren puur op snelheid gebouwd. De koopbotters namen soms op volle zee de vangst van andere botters over, om aan wal te verkopen. De de koopbotters werden vooral gebruikt om haring over te nemen bij een van de visafslagen om ze naar de haringrokererijen te transporteren. Na de haringcampagne werd er met de koopbotters ook gevist of ze werden gebruikt voor vervoer van gevlochten manden e.d.
- Scheldebotters (gebouwd te Baasrode), voor palingtransport van de Zeeuwse wateren naar de Vlaamse Scheldesteden.
- Noordzeebotters, door de Urkers doorontwikkeld tot de moderne ijzeren Noordzeebotter.
- Jachtbotters, voorzien van kajuit. Vooral de schepswerf Kok in Huizen was hierin gespecialiseerd.
Verder kun je nog een onderscheid maken naar gebruik.
Sleepbotters waren anders ingericht dan botters voor gebruik in de hoekwantvisserij.
Sleepbotters kun je onderverdelen in linkse en rechtse botters.
Hun naam ontlenen zij aan hun positie tijdens de visserij in span.
De indeling van de schuit is hierop aangepast, bij een linkse botter zit bijvoorbeeld het deurtje naar het vooronder links en bij een rechtse botter rechts.
Koopbotters waren sneller gebouwd dan een normale botter: een iets smaller achterschip.
Ook waren ze iets langer en voerden een grotere tuigage.
Alles met doel de haring zo snel mogelijk naar bestemming te kunnen brengen.
Botter HK98
Na de afsluiting van de Zuiderzee zijn er nagenoeg geen nieuwe botters meer gebouwd.
Hout en zeiltuig werden verdrongen door ijzer en motoren.
Vandaag de dag worden er toch nog enkele tientallen botters door liefhebbers in de vaart gehouden.
Zij zijn verenigd in de Vereniging Botterbehoud.
Binnen de vereniging wordt bij het restaureren en onderhouden van de schepen gestreefd naar maximale originaliteit in bouwmethodes en materiaalgebruik.
De naam Peter Dorleijn is onlosmakelijk verbonden met de botterwereld, dankzij zijn minutieuze vastlegging in woord en beeld van de geschiedenis van de Zuiderzeevisserij (serie "Van Gaand en Staand Want") en het scheepstype ("34 voet in de kiel").
Bottarga is een vis-specialiteit van Sardinië, maar komt ook voor in andere gebieden langs de Middellandse Zee, zoals Sicilië.
Het ontstaat door de conservatie van viseieren.
De eitjes van de harder (Italiaans: bottarga di muggine), de tonijn (in de goedkopere versie afkomstig van het tonijnrijke eiland Sant'Antioco) of soms zelfs de zwaardvis worden, nog in de zak waarin ze in de vis zitten (kuit), gezouten en tussen houten planken geperst om vervolgens op koele, luchtige plaatsen te drogen.
Engels : Botargo Duits : Bottarga Frans : La poutargue, boutargue
Bottarga van tonijn
auteur : Sfischer aus de.wikipedia.org CC 3.0
Bottarga wordt meestal verkocht in een stuk, dat geraspt wordt en samen met knoflook en olijfolie spaghetti begeleidt.
Ook wordt het vaak in dunne plakjes gesneden en met olijfolie gegeten op geroosterd brood.
Daarnaast wordt bottarga ook verkocht in potjes waarin het al geraspt is.
Dit is de vorm die je meestal tegenkomt als je bottarga in Nederland koopt.
Doordat de bottarga al is geraspt droogt hij sneller uit en gaat er meer van de smaak verloren, zoals ook het geval is met geraspte kaas.
Poutargue de Martigues
auteur : Véronique PAGNIER CC 3.0
Bottarga is in Italië vrij duur, maar in Nederland vragen de verkopers hele hoge prijzen doordat bottarga hier een 'exotisch' product is.
In veel gevallen wordt bottarga van tonijn (Italiaans: bottarga di tonno) verkocht zonder dit erbij te zeggen, terwijl het een inferieure bottarga is ten opzichte van die van harder (Italiaans: bottarga di muggine)
Een goede bottarga is donkerrood van kleur en in het midden lichter, tegen oranje aan.
Naarmate de bottarga ouder wordt en blootgesteld wordt aan lucht (na openen van de vacuüm verpakking), ontwikkeld zich schimmel op de bottarga.
Echter, deze schimmel zit aan het buitenste vliesje van de bottarga, dat gemakkelijk eraf gehaald kan worden alvorens de bottarga te raspen.
Bottarga op de San Benedetto markt in Cagliari (Sardinië)
auteur : Freek Janssens CC 3.0
De etymologie van het woord bottarga geeft aan dat het waarschijnlijk door de Arabieren is geïntroduceerd op het eiland.
Via de handel die Egypte dreef met Beiroet en Kreta, maar ook met Venetië en Pisa, zou dit woord uiteindelijk in het Italiaans terechtgekomen zijn.
Dit toont aan dat bottarga in feite een invloed is geweest van de Arabische (culinaire) cultuur die in Sardinië eigen is gemaakt.
Wanneer echter de bottarga door de Arabieren in Sardinië terecht kwam, in het Sardinisch sa buttàriga, is onzeker.
Het oudste document waarin bottarga genoemd wordt dateert uit 1386 en is een brief van een verzekeringsbedrijf naar aanleiding van een schipbreuk in de buurt van Oristano waarbij bottarga en gedroogde palingen aan boord waren.
Botswana, officieel de Republiek Botswana (Engels: Republic of Botswana, Tswana: Lefatshe la Botswana) is een geheel door land omgeven land in het zuiden van Afrika met bijna 2 miljoen inwoners (2009).
Het grenst aan Namibië, Zimbabwe, Zambia en Zuid-Afrika.
Het vroegere Britse protectoraat Bechuanaland nam de huidige naam aan na de onafhankelijkheid in 1966.
De Botswanese economie een van de meest robuuste van Afrika wordt gedomineerd door de diamantindustrie.
De hoofdstad en grootste stad van het land is Gaborone.
Engels : Republic of Botswana, Botswana Duits : Botsuana, Republik Botsuana Frans : Botswana, République du Botswana
Situering van Botswana in Afrika
Botswana bestaat voor een groot gedeelte uit een dorre hoogvlakte (circa 1000 m hoog); in het oosten zijn heuvels.
De Kalahari-woestijn strekt zich uit over het zuiden en het westen (ongeveer 70% van het land).
Door het noordwesten stroomt de rivier Okavango, alwaar zich een reusachtig moerasland bevindt.
De regenval varieert in het binnenland van minder dan 20 cm per jaar in het zuidwesten tot ongeveer 64 cm in het noorden.
Het klimaat is subtropisch, maar perioden van grote droogte komen dikwijls voor.
De bevolking van het land bestaat hoofdzakelijk uit Tswana (79%), een etnische groep die een Bantoetaal spreekt en verdeeld is in acht belangrijke groepen.
Er zijn ook kleine minderheden van Kalanga (11%), Basarwa (3%), Kgalagadi en blanken.
Engels is de officiële taal, maar Tswana wordt ook veel gesproken.
Ongeveer de helft van de bevolking is christelijk en de andere helft hangt traditionele religies aan.
De officiële taal van het land is het Engels, verder wordt er Mbukushu, Naro, Subiya, Tswana, Kalanga (150.000 sprekers), Afrikaans (20.000 sprekers), Herero (20.000 sprekers) en Birwa (15.000) sprekers) gesproken.
Mochudi, één van de grotere plaatsen in Botswana
auteur : mirko Raner CC 3.0
Botswana is een parlementaire republiek met meerdere partijen, die onder de grondwet van 1966 opereert.
Het land wordt geleid door een president, die zowel staatshoofd als regeringsleider is en een termijn van vijf jaar dient.
Momenteel (januari 2012) is de president Ian Khama, sinds 1 april 2008 (partij: Botswana Democratische Partij).
Er is een wetgevende macht die uit twee Kamers bestaat: er is een adviserend Huis van Leiders (House of Chiefs) dat uit 15 zetels bestaat en waarin de stamhoofden van de grootste stammen zitting hebben.
Daarnaast is er de Nationale Assemblée, bestaande uit 47 leden (40 gekozen, 7 benoemd door de president) met een ambtstermijn van 5 jaar.
De belangrijkste politieke partijen zijn de Botswana Democratic Party (BDP), Botswana National Front (BNF), Botswana People's Party (BPP) en de Botswana Independence Party (BIP).
Botswana is verdeeld in districten (districts) met aan het hoofd een District Administrator.
De leiders (chiefs) van de diverse stammen oefenen invloed uit via de Tribal Administration.
Hun macht is echter sinds 1966 sterk afgenomen maar zij genieten nog veel respect en gezag.
Een rondavel, Afrikaanse hut in Westerse stijl
auteur : Michael Dorn CC 2.0
Kleinschalige veeteelt en landbouw is voor het merendeel van de bevolking de belangrijkste bron van voedsel, vaak hebben slechts een paar mensen van een uitgebreide familie een betaalde baan, de rest zorgt voor het vee en de tuinbouwgewassen.
Grootschalige veeteelt komt ook voor, in de betere restaurants in Europa wordt vlees uit die regio geserveerd.
Ook tegenwoordig zijn het houden van vee en de uitvoer van rundvlees en andere veeproducten de belangrijkste economische activiteiten, hoewel de migratie naar stedelijke gebieden op zoek naar economische mogelijkheden een belangrijke recente tendens is.
Het watertekort van het land en het daaruit voortvloeiende gebrek aan voldoende irrigatiefaciliteiten hebben akkerbouw belemmerd, en slechts een klein percentage van het land is gecultiveerd.
De enige bekende mineralen in het land op het tijdstip van de onafhankelijkheid waren mangaan en enig goud en asbest.
Sindsdien zijn er grote nikkel- en koperbronnen gevonden, evenals zout en soda.
Tevens zijn er enorme steenkoolmijnen, evenals bronnen van antimoon, zwavel, plutonium en platina.
Toch zijn de drie diamantmijnen van Botswana het belangrijkste voor de economie en zij vertegenwoordigen een van de grootste diamantreserves in de wereld.
De vele wildparken trekken veel toeristen en zijn daarmee een niet te onderschatten inkomstenbron.
Met name de Okavangodelta is internationaal bekend, een rivier die doodloopt in de Kalahariwoestijn waardoor een enorm groot en uniek natuurgebied is ontstaan.
Hoewel de minerale rijkdom van Botswana het land tot één van de rijkste naties van zuidelijk Afrika heeft gemaakt, blijft de hoge werkloosheid een probleem.
Botswana blijft zwaar afhankelijk van Zuid-Afrika vanwege zijn geheel door land omgeven positie.
Veel Botswanezen werken in de mijnen van Zuid-Afrika, hoewel hun aandeel de aflopen tijd is gedaald.
Er zijn spoor- en wegverbindingen met Zuid-Afrika en Zimbabwe.
Deze landen zijn tevens de belangrijkste handelspartners.
Volgens het Ontwikkelingsprogramma van de Verenigde Naties leeft in Botswana 31,2% van de bevolking van minder dan 1,25 US$ per dag.
De CIA World Factbook schatte dat in 2003 30,3% van de bevolking onder de armoedegrens leefde.
Bosjesmannen in Deception Valley
auteur : Ian Sewell CC 2.5
Oppervlakte : 581.730km²
Bevolking : ± 2.000.000
Religie : Christelijk
Officiële taal : Engels
Hoofdstad : Gaborone
Nationale feestdag : 30 september
Volkslied : Fatshe leno la rona
Munteenheid : pula (BWP)
Web TLD : .bw
Tel : +276
ISO 3166 code : BW
Een botsing is de gebeurtenis in de mechanica en de natuurkunde, waarbij twee voorwerpen (in de ruimste zin) elkaar als gevolg van hun onderlinge beweging raken.
Tussen de botsende voorwerpen wordt impuls en energie uitgewisseld.
Botsingen treden op bijvoorbeeld tussen een bal en een muur, auto's of planeten, biljartballen, maar ook tussen elektronen en fotonen (Comptoneffect).
Men onderscheidt elastische (veerkrachtige) en onelastische (inelastische, onveerkrachtige of plastische) botsingen.
Tijdens de botsing treedt eerst een vervormingsstoot op, waarbij de botsende voorwerpen elkaar indeuken, zoals bijvoorbeeld vaak bij een verkeersongeval.
Daarna kan door de veerkracht van de voorwerpen een restitutiestoot optreden, die ze uit elkaar drijft.
Engels : Collision Duits : Stoß Frans : Une collision
Computeranimatie van een Wieg van Newton
Deze wieg is een voorbeeld van bijna elastische botsingen.
auteur : DemonDeLuxe (Dominique Toussaint) CC 3.0
Botsingswetten
De wis- en natuurkundige en filosoof Descartes stelde in de zeventiende eeuw regels op, waaraan botsende voorwerpen moesten voldoen. Christiaan Huygens verbeterde deze en gaf de wetten voor een elastische botsing hun huidige vorm.
We beschouwen ballen 1 en 2 met massa's en en snelheden en .
De snelheden zijn vectoren.
Twee behoudswetten spelen een rol:
Behoud van impuls
Deze geldt altijd.
Behoud van kinetische energie
Deze geldt bij een volkomen elastische botsing.
Elastisch - onelastisch
Volkomen elastische botsing
Hier is de wet van behoud van kinetische energie van toepassing.
Uit beide behoudswetten kan wiskundig aangetoond worden dat het verschil in snelheid voor en na de botsing gelijk is.
Het minteken betekent dat de richting van de relatieve snelheid omgekeerd is.
In een inertiaalstelsel waarbij het massamiddelpunt niet beweegt veranderen de snelheden alleen van richting en wordt er dus geen kinetische energie overgedragen.
Bij een centrale botsing met algemeen inertiaalstelsel is de overgedragen kinetische energie evenredig met de snelheid van het massamiddelpunt.
Volkomen elastische botsing tussen twee lichamen met gelijke massa
auteur : Simon Steinmann CC 2.5
Elastische botsing, gelijke massa maar met verschillende beginsnelheid
auteur : Simon Steinmann CC 2.5
Elastische botsing met gelijke snelheid maar met verschillende massa
auteur : Raul Roque CC 2.5
Volkomen onelastische botsing
De beide lichamen bewegen na de botsing verder alsof ze één lichaam geworden zijn.
Voorbeeld: botsing van twee klompen stopverf.
De kinetische energie wordt dus voor een groot deel omgezet in een andere vorm (warmte en vervormingsenergie).
Na de botsing is dus v1na = v2na .
m.a.w. : het verschil in snelheid is nul.
Volkomen onelastische botsing tussen twee lichamen met gelijke massa
auteur : Simon Steinmann CC 2.5
Onelastische botsing
auteur : Max Mustermann CC 2.5
Onvolkomen elastische botsing
Deze botsing kan beschouwd worden als een tussenstap tussen beide vorige, en benadert het best de werkelijkheid.
De kinetische energie wordt geheel of gedeeltelijk gebruikt voor vervorming van de voorwerpen (bijvoorbeeld de kreukelzone van auto's in een verkeersongeval).
Met andere woorden : het verschil in snelheid is kleiner geworden.
Algemeen
- Bij een volkomen elastische botsing is e=1 en wordt de kinetische energie behouden.
- Bij een onelastische botsing is 0<e<1
- Bij een volkomen onelastische botsing is e=0
Schuine botsing
Wanneer de snelheden van de botsende massa's niet volgens de verbindingslijn van de massacentra liggen, heeft men een schuine botsing.
Of anders geformuleerd : bij een centrale botsing ligt het botsingsvlak loodrecht op de snelheden, bij een schuine botsing niet.
Men blijft hier voorlopig binnen de onderstelling dat er tijdens de botsing geen krachten in het botsingsvlak optreden maar alleen krachten loodrecht op het botsingsvlak.
Een biljartspeler gebruikt veel meer schuine botsingen dan echte centrale botsingen.
Wat volgt is hierop vrij goed toepasselijk voor zover het gaat over iemand die zonder speciaal "effect" speelt.
Bij effectballen worden ballen gebruikt die niet zuiver rollen, maar ook nog op een andere manier roteren.
Voor experimentele controle van de schuine botsing kan men best pucks op een luchtkussentafel gebruiken.
Bij een schuine botsing geldt wat gezegd werd over de restitutiecoëfficiënt voor de componenten van de snelheid loodrecht op het botsingsvlak.
In het licht van de tweede definitie van de restitutiecoëfficiënt, die steunt op de verhouding van de stoten voor en na de botsing, lijkt dit gerechtvaardigd.
Men zal dus de snelheden moeten splitsen volgens componenten evenwijdig aan het botsingsvlak en componenten loodrecht op het botsingsvlak.
Schuine botsing tussen twee muntstukken
auteur : Simon Steinmann CC 2.5
Botkloppen was een manier van vissen op/in de bevroren voormalige Zuiderzee.
Het werd vanuit vele vissersdorpen tot in het begin van de twintigste eeuw, in de winter beoefend, niet vanaf de wal, niet vanuit een boot, maar op het ijs, met behulp van een handmatig voortgetrokken vrachtslede, beladen met netten, bijlen, manden, proviand, een kruik kruidenbitter en de eikenhouten 'botklopper' van ruim een meter lang.
Verder sleepte de slee een 'flodderlat' mee van 17 meter lengte, waarmee de gordijnvormige netten vanuit de bijt in een stervormig patroon onder het ijs konden worden uitgespannen.
Op een geschikte plaats hakte men een bijt van 2 bij 2 meter.
Rondom nog kleinere bijten en vervolgens zette men zo'n 20 netten uit van elk 16 meter lang.
Door met de botklopper op het ijs te bonken werd de op de bodem van de Zuiderzee rustende platvis - met name bot - opgeschrikt.
De vissen stoven alle kanten op, de netten in.
Een waargebeurd verhaal is dat van de Durgendammer vissers.
Het verhaal van Klaas Bording en zijn twee zonen, die pas na veertien dagen werden teruggevonden toen een ijsschots afbrak waarop ze aan het botkloppen waren.
Lees het verhaal "De Durgerdammer vissers" door Henk van Heerde
en "Veertien dagen op een ijsschots" van auteur : Simon Abramsz
Via Oudfrans botte vat uit Latijn buttis vat, kuip.
Een bot(je) was een zilveren muntje dat gedurende de Middeleeuwen (tot ca. 1400) in verschillende gewesten in omloop was.
Het had meestal de waarde van vier duiten of twee groten of een halve stuiver, de helft van een botdrager soort munt, waarvan het een verkorting is.
Deze is vernoemd naar de afbeelding op de voorkant.
Dat was een gehelmde leeuw, die schertsend botdrager manddrager genoemd werd, omdat de helm op een botte mand, vat, kuip leek.
- M. Philippa e.a. (2003-2009) Etymologisch Woordenboek van het Nederlands -
De botdrager en het botje werden in 1365 voor het eerst door de Vlaamse graaf Lodewijk van Male (1330-1384) gemunt.
Nadien werden ze veelvuldig gekopieerd in de Nederlanden, Noord-Frankrijk en delen van Duitsland.
Het Deventer butken had in de zestiende eeuw een waarde van 4 plakken.
Het had daarmee de waarde van een halve gosseler.
In 1560 kwamen de stadsbesturen van Deventer, Zwolle en Kampen met hun muntmeester overeen om munten ter waarde van 3 butkens te slaan.
Vijf van deze munten hadden de waarde van vier Brabantse stuivers.
Het spreekwoord 'Botje bij botje leggen' betekent dat iedereen een financiële bijdrage levert als er een bedrag op tafel moet komen.
Bron : - Wikipedia CC 3.0
- Etymologisch Woordenboek van het Nederlands
- tinternet
Boterzuur is een primair carbonzuur met een zeer onaangename geur.
Het hoort bij de verzadigde vetzuren met een korte keten.
Het bevat 4 koolstofatomen (C4:0).
Volgens de IUPAC wordt boterzuur butaanzuur genoemd, de zouten en esters heten butyraten.
Chemisch model van boterzuur
auteur : Ben Mills - vrije foto
Boterzuur komt voor in boter, met name in ranzig geworden boter (vandaar de naam boterzuur), zweet, veel sterk ruikende kaassoorten en in kwalitatief slechte kuilen kuilgras.
De geur ervan wordt vaak geassocieerd met die van zweetsokken.
Ook in het lichaam komt boterzuur voor, het is bekend dat boterzuur noodzakelijk is voor een gezonde darm.
Zo verkrijgen epitheelcellen in vivo ongeveer 70% van hun energie uit boterzuur en gaat boterzuur de vorming van darmkanker tegen.
In de darmen wordt boterzuur en andere zogenaamde korte-keten vetzuren (azijnzuur, propionzuur) voornamelijk geproduceerd door fermentatie van koolhydraten.
De stof kan goedkoop via een biochemische route geproduceerd worden.
In vetten en olie ontstaat boterzuur in het afbraakproces.
Langere vetzuren worden door enzymen of oxidatie in kleinere moleculen geknipt waarbij butaanzuur als tussenstap ontstaat.
Voor industrieel gebruik wordt boterzuur gemaakt door de gecontroleerde fermentatie van suiker of zetmeel.
Hierbij wordt gebruikgemaakt van de Bacillus subtilis.
Chemische structuur van boterzuur
auteur : Cacycle - vrije foto
Zuiver boterzuur wordt amper gebruikt.
Het is echter een belangrijke uitgangsstof voor de synthese van vele andere verbindingen.
Hoewel de stof zelf erg onaangenaam ruikt, hebben vele esters (een organische verbinding die ontstaat door reactie van een zuur met een alcohol of sacharide) van het zuur juist een zeer aangename geur.
Boterzuur wordt in rioolwaterzuiveringen gebruikt om een betere stikstofverwijdering te verkrijgen.
Vooral in zuiveringsgebieden met veel verdunning (oppervlakte en/of grondwater) wordt er boterzuur toegevoegd om voldoende vuilvracht binnen te nemen.
Dit bevordert de werking van de zuivering.
Een totaal ander 'gebruik': speurhonden zijn zeer gevoelig voor boterzuur.
Het is een van de belangrijkste stoffen bij het volgen van sporen.
In de tuinbouw wordt een verbinding van boterzuur (3-indolylboterzuur) gebruikt als groeiregulator.
Het middel zorgt ervoor dat een stek sneller bewortelt.
gebruik (misbruik) van boterzuur
Boterzuur (N-Butyric Acid) is de meest asociale geur die toegepast wordt in de karpervisserij.
Boterzuur wordt niet voor niets `The Smell From Hell` genoemd.
Dat het een succesvolle toepassing is, weet men in Engeland al jaren.
Wordt door succesvolle karpervissers vaak gecombineerd met een Pineapple flavour.
Het blijft een genotmiddel dat door voerboeren veelvuldig wordt toegepast.
In sigaretten zit het vaak, dat is bij ons bekend.
De kracht ligt in de zuurgraad die beduidend onder het gemiddelde(7) ligt.
In diverse voerindustrieën worden er bacteriën mee bestreden.
Bijvoorbeeld in de pluimvee-industrie.
Het gebruik van boterzuur in de hengelsport is omstreden, het is in de meeste clubs trouwens verboden om het te gebruiken.
De botervis (Pholis gunnellus) is een straalvinnige zeevis uit de orde van baarsachtigen (Perciformes).
De naam dankt de vis aan zijn bijzonder glibberige huid.
Botervissen komen voor in de noordelijke Atlantische Oceaan, de Witte Zee, de Noordzee en de Oostzee.
Rondom IJsland komt de soort voor maar ze ontbreekt bij oostelijk Groenland, Spitsbergen en Nova Zembla.
Engels : Butterfish Duits : Atlantische Butterfisch Frans : La gonelle
Dit palingachtige visje wordt ca. 25 cm lang.
Hij heeft, in vergelijking met zijn lijf, een klein kopje, met vlezige, kronkelachtige lippen.
Opvallend is de over de hele lengte lopende rugvin, met daarop aan de basis en soms doorlopend op het lijf, 9 tot 15 min of meer ronde zwarte vlekken met lichte randen.
Van de buikvinnen is nauwelijks meer dan een stekeltje over en de anaalvin is half zo lang als de rugvin.
De kleur van het dier zelf is tamelijk donkerbruin met een olijfgroene tint.
Aan de buikzijde wat lichter.
Op de flanken kunnen we bovendien nog een aantal nogal onregelmatige dwarsbanden onderscheiden, en in het midden een donkere lijn die in de lengte loopt.
Er zijn ook veel lichtere exemplaren bekend.
Het is niet duidelijk of dat iets met de voortplantingstijd te maken heeft.
De huid is opvallend glad en slijmerig.
Dat schijnt de oorsprong van de naam 'botervis' te zijn.
De vis leeft in ondiep water, dichtbij de bodem.
Het dier is aan te treffen in rotspoeltjes en tussen zeewier, voornamelijk in het Intergetijdengebied tot ca. 40 m diepte.
In de winter gaat hij dieper: tot 100 meter.
De botervis leeft op allerlei bodems, van rotsen tot slib en tussen wier en zeegras.
Ze eten wormen, kreeftjes en weekdiertjes.
De botervis gaat vooral 's nachts op jacht. Het is een echte rover. Ze zijn ook gek op viseieren en vislarven.
De paaitijd is midden in de winter: januari of februari.
De 80-200 eitjes worden in klonten gelegd in rotsspleten of onder schelpen.
Ze worden door de volwassen vissen bewaakt.
Zo lang de broedzorg duurt - en dat duurt 1 tot 2 maanden - eten de botervissen niet.
De jonge visjes gaan zelfstandig op de bodem leven als ze ca. 4 cm lang zijn, ze eten dan onder meer wormen, kleine kreeftachtigen en eieren van andere botervissen.
Hoewel dit visje op het eerste gezicht wat op de puitaal (Zoarces viviparus ) lijkt, zijn er bij nadere beschouwing toch een aantal duidelijke verschillen.
De puitaal is wat groter, heeft een relatief dikkere kop en de kleur is groener, terwijl het donkere patroon op de flanken duidelijk anders is dan dat van de botervis.
De puitaal mist de karakteristieke zwarte vlakken bij de rugvin van de botervis.
De botervis was in de jaren 1980 een vrij algemene vis van het Nederlandse kustwater.
De soort staat nu als kwetsbaar op de Nederlandse rode lijst maar niet op de internationale rode lijst van de IUCN.
De botervis heeft geen belang voor de visserij.
Het dier is ongevaarlijk.
Het voorkomen van de botervis wordt door de stichting ANEMOON met behulp van waarnemingen door sportduikers in de Oosterschelde en het Grevelingenmeer sinds 1994 gemonitoord.
Bron : - Wikipedia CC 3.0
- Soortenbank.nl
- tinternet