De Brandenburger Tor is een stadspoort op de Luisenplatz in Potsdam.
De poort werd in 1770 door Carl von Gontard en Georg Christian Unger in opdracht van koning Frederik II gebouwd.
Hierdoor is deze poort achttien jaar ouder dan de beroemde Brandenburger Tor in Berlijn.
De poort staat aan de westzijde van de Brandenburger Straße die in een rechte lijn tot aan de St. Peter en Paul-kerk loopt.
Om de naburige stad Brandenburg an der Havel te kunnen bereiken moest men in die tijd de Brandenburger Tor passeren, vandaar de naam.
Engels : Brandenburg Gate Duits : Brandenburger Tor Frans : La porte de Brandebourg
Brandenburgse Poort - Potsdam - Westelijke zijde anno 2005
auteur : Bruhaha CC 3.0
In 1733 stond op dezelfde plaats een andere, eenvoudigere poort die op een stadspoort leek.
Samen met de stadsmuur en andere poorten moest deze poort de desertie onder militairen en de smokkel van goederen tegengaan.
Tegen het einde van de Zevenjarige Oorlog liet Frederik de Grote ter ere van de overwinning de oude poort afbreken en een nieuwe bouwen met het uiterlijk van een triomfboog.
Als voorbeeld diende de Boog van Constantijn in Rome.
De Romeinse invloed is onder andere te herkennen aan de dubbele Korinthische zuilen en de stevige constructie.
Brandenburgse Poort - Potsdam - Oostelijke zijde anno 2005
auteur : Bruhaha CC 3.0
Karakteristiek voor de Brandenburger Tor zijn de twee volledig verschillende zijden.
De stadszijde werd door Carl von Gontard ontworpen en zijn leerling, Georg Christian Unger, ontwierp de andere zijde.
Gontard voerde de stadszijde uit in stucwerk met Korinthische penanten en trofeeën.
Unger volgde bij de andere zijde het ontwerp van de Boog van Constantijn met de dubbele Korinthische zuilen.
De beide zijdoorgangen voor voetgangers werden pas in 1843 onder koning Frederik Willem IV toegevoegd om het toegenomen verkeer te ontlasten.
De Brandenburger Tor (Russisch: Бранденбургские ворота, Brandenburgskie vorota; Nederlands: Brandenburgse Poort) in Kaliningrad, het voormalige Koningsbergen, is een van de voormalige zes stadspoorten die in de 19de eeuw gebouwd werden.
De poort is in neogotische stijl gebouwd.
Engels : Brandenburg Gate Duits : Brandenburger Tor Frans : La porte de Brandebourg
Brandenburgse Poort - Kaliningrad - anno 2004
auteur : Jan Peula(Sapfan) CC 2.5
De Brandenburger Tor werd gebouwd in het zuid-westelijke deel van Kaliningrad in 1657, aan de versterking van de stadsmuren op de kruising met de weg die leidt tot de kasteel van Brandenburg (nu het dorp Ushakovo).
Wegens gebrek aan financiële middelen werd er slechts een houten poort opgericht.
Enkele honderden jaren later werd de poort afgebroken en vervangen door een bakstenen structuur in opdracht van koning Frederik II van Pruisen.
Tijdens de restauratie in 1843 werd de poort significant veranderd en gedecoreerd met scherpe decoratieve frontons, kruisvormige zandsteen kleur, gestileerde bladeren op de toppen, wapenschilden en medaillons.
Beelden van veldmaarschalk Hermann von Boyen (1771-1848), een oorlogsminister en hervormer van het Pruisische leger, en van luitenant-generaal Ernst von Aster (1778-1855), chef van de genie, en een van de initiatiefnemers van de tweede versterking van de muren, werden ook toegevoegd.
De Brandenburger Tor is de enige poort van de nog bestaande poorten van Kaliningrad dat haar oorspronkelijke transportfunctie nog uitvoert.
De structuur is gerestaureerd en wordt beschermd door de staat als een architectonisch monument.
Brandenburgse Poort - Kaliningrad
Hoewel gebouwd in het midden van de negentiende eeuw, waren de poorten van Kaliningrad in neogotische stijl.
Op de Brandenburger Tor worden de gotische motieven bijzonder levendig uitgedrukt.
De frontons in de vorm van pijlen geven deze poort, die in feite vrij laag is, een gevoel van hoogte.
De poort is rijkelijk versierd met decoratieve elementen, zoals de hoge reliëfsteen en gestileerde bloemen.
De Brandenburger Tor (Brandenburgse Poort) is de belangrijkste poort van Berlijn, gebouwd in 1788 naar het model van de Propyleeën*.
De poort staat aan de Pariser Platz en vormt de afsluiting van de boulevard Unter den Linden.
*Met propyleeën (Grieks: Προπύλαια, propylaia, van pro = voor en pylè = poort) wordt bedoeld de monumentale ingang van een heiligdom of ander belangrijk gebouw of gebouwencomplex. Het is een term uit de klassieke oudheid. De Grieken gebruikten de term propylon in het enkelvoud voor een poort aan de ingang van een heiligdom of paleis terwijl het meervoud, propylaeen, gebruikt werd voor een monumentale ingang met verschillende deuren als die van de Akropolis, Eleusis en Epidauros.
Engels : Brandenburg Gate Duits : Brandenburger Tor Frans : La porte de Brandebourg
Brandenburgse Poort - Berlijn
auteur : Thomas Wolf CC 3.0
De Brandenburger Tor is de enige bewaard gebleven stadspoort van Berlijn.
Vroeger was de plek waar de poort staat de stadsgrens van het centrum.
Wie door de poort wilde, moest tol betalen.
De eerste poort stamt uit 1734.
In 1788 werd door architect Carl Gotthard Langhans op dezelfde plek een nieuwe poort gebouwd in opdracht van de Pruisische koning Frederik Willem II, ter herinnering aan de bezetting van de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden in 1787 door een Pruisisch leger van 20.000 man.
De poort is 26 meter hoog, 65,5 meter breed en 11 meter diep.
Het beeld op het gebouw, een Quadriga (tweewielige wagen met vier paarden), werd in 1806 meegenomen door Napoleon naar Parijs als oorlogsbuit.
Het is acht jaar later door een Duitse maarschalk teruggebracht naar Duitsland.
Het beeld dat er nu op staat, een Griekse strijdwagen met daarin de godin Victoria, is een replica.
Het oorspronkelijke beeld is verloren gegaan tijdens de Tweede Wereldoorlog.
De replica is gemaakt met een tijdens de Tweede Wereldoorlog gemaakte gipsafdruk, die in het depot stond van de Berlijnse Firma Noack.
Brandenburgse Poort anno 1734 - vrije afbeelding
In de jaren 60 van de 20e eeuw werd de Berlijnse Muur aan de westzijde langs deze poort gebouwd.
De Brandenburger Tor stond in de Russische sector en was vanaf een verhoging te bezichtigen vanuit het westen.
Het was dertig jaar lang niet mogelijk om onder de poort door te lopen, ook niet vanuit oostelijke richting in verband met de toenmalige grensbeveiliging.
Na de val van de Berlijnse Muur werd de Brandenburger Tor gerenoveerd.
Na lange en soms felle discussies is besloten ook de adelaar en het ijzeren kruis weer terug te zetten, hoewel voor velen een pijnlijke herinnering aan het Pruisische militarisme.
Heden ten dage is de poort het symbool van de Duitse eenheid.
De loop van de Muur is met stenen in het wegdek aangegeven.
Als bescherming van de poort tegen milieuvervuiling én wegens beveiliging van de ambassades werd bovendien geen doorgaand (auto)verkeer onder de poort toegelaten.
Rondom de poort werden nieuwe gebouwen, gemodelleerd naar hun verdwenen voorgangers gebouwd.
Met het gereed komen van de nieuwe ambassade van de Verenigde Staten op de oude, historische locatie, werd de reconstructie van de omgeving van de poort voltooid.
Quadriga op de Brandenburgse Poort - Berlijn
auteur : ed g2s CC 3.0
Om een verbranding te kunnen laten plaatsvinden, zijn de volgende factoren van essentieel belang:
een brandbare stof (brandstof);
zuurstof;
(ontstekings)temperatuur (warmte).
Met deze factoren kunnen we een branddriehoek maken. Neem je een zijde weg, heb je geen driehoek meer en is er dus geen verbranding meer mogelijk.
Blussen met water is op dit principe gebaseerd.
Hierdoor daalt immers de temperatuur en ontneem je de warmte uit de verbranding.
Engels : fire triangle, combustion triangle Duits : Verbrennungsdreieck Frans : Le triangle du feu
branddriehoek
Blussen van branden gaat door het wegnemen van een of meer van deze factoren:
Als er geen brandstof meer is, zal de brand doven. De brandstof kan op natuurlijke manier verdwijnen, doordat het vuur alles verbrand heeft, of kunstmatig, door het mechanisch of chemisch verwijderen van de brandstof van het vuur. Brandgangen in bossen zijn gebaseerd op het effect van scheiding van brandbare stof. Ook is scheiding de basis van de meeste tactieken om grote branden te blussen.
Zuurstof kan verwijderd worden door de brand te smoren met een waterachtige filmlaag, of met een inert gas. Bijvoorbeeld van een AFFF-blusser, koolzuurblusser of halon-installatie. Ook de koolzuurblusser werkt door het verdringen van de zuurstof en niet door afkoeling. Daarvoor is de warmtecapaciteit van het koolstofdioxidegas te laag om effect te sorteren. Een kaarsendover werkt ook doordat de vlam alle zuurstof verbrandt.
Als laatste kan de temperatuur verlaagd worden. Bijvoorbeeld met water. Water heeft een groot koelend effect doordat het bij het verdampen veel energie opneemt. Hiernaast verdringt de gevormde stoom de zuurstof.
brandvijfhoek
Brandvijfhoek
Naast de drie factoren die essentieel zijn voor het verbrandingsproces, zijn er twee factoren die het proces sterk kunnen beïnvloeden zowel positief als negatief:
mengverhouding
katalysator
Ook deze factoren passen in een model; de brandvijfhoek, waarin zuurstof en brandstof herkenbaar terugkeren en de temperatuur is vervangen door energie.
De mengverhouding speelt een belangrijke rol in het verbrandingsproces. Als de verhouding brandstof zuurstof optimaal is, geeft de verbranding de meeste energie en de minste vervuiling.
Een katalysator is een factor (een stof) die het verbrandingsproces (de reactie) beïnvloed. Een positieve katalysator versnelt het verbrandingsproces, terwijl een negatieve katalysator bij kan dragen aan een blussing.
De eigenlijke definitie van katalysator is: een stof die een scheikundige reactie beïnvloedt zonder zelf veranderingen te ondergaan.
Brand te Wijlre is de oudste brouwerij van bier van Nederland.
Sinds 1340 wordt in Wijlre bier gebrouwen.
De naam Brand is pas sinds 1871 verbonden aan deze brouwerij met de komst van de toenmalige eigenaar Frederik Edmond Brand.
Als een van de eersten in Nederland wist Brand in 1902 het laaggistende pilsener bier op de markt te brengen.
De decennia daarna groeide de afzet sterk van enkele duizenden hectoliters naar een miljoen hectoliter anno 2006.
In het jaar 1961 werd Brand Bier bij koninklijke beschikking hofleverancier en niet lang daarna (bij het eeuwfeest in 1971) volgde het predicaat Koninklijk.
Sinds 1989 is Brand eigendom van Heineken.
Daarmee verloor Brand in 1992 het predicaat hofleverancier, omdat Heineken dat reeds was.
Van 1981 tot 1991 exporteerde Brand haar bier in de opvallende witte fles naar de Verenigde Staten.
Een wereldwijde afzet onder de paraplu van Heineken is vooralsnog niet aan de orde, wel is Brand bier sinds 2002 op tap verkrijgbaar in Italië (voornamelijk Noord-Italië).
Brand Pilsener (sinds 1902) - 5% alc - goudgeel bier met aangename hopbitterheid, dat sinds de overname door Heineken wel erg van smaak veranderd is doordat Heineken er op stond het bier te pasteuriseren.
Brand UP (sinds 1952) - 5,5% alc - urtyp pilsener, naar een recept uit het Tsjechische Pilzen van 1842. Tot voor kort ging dit nog onder de naam Brand Urtyp.
Brand Oud Bruin - 3,5 % alc - de typische laagalcoholische bier met de lichte smaak van karamel. "Oud" verwijst naar de bovengistende brouwmethode die vroeger werd gebruikt. Sinds 1945 is het bier ondergistend.
Brand Imperator (sinds 1949) - 6,5 % alc - amberkleurig, volmoutig speciaalbier.
Brand Lentebock (sinds 1994) - 6,5% alc - bovengistend goudbruin voorjaarsbier.
Brand Dubbelbock (sinds 1987)- 7,5% alc - bokbier volgens Brand. Volmoutig, roodbruin herfstbier.
Brand Sylvester (sinds 1984) - 7,5% alc - bovengistend robijnkleurig winterbier.
Brand Weizen (sinds 2010) - 5,1% alc - Volgens traditioneel Beiers recept.
Vanaf 15 mei 2008 zijn alle Brand Bieren weer leverbaar op fles.
Brand etiketten en glazen
Brand sponsort Nederlands oudste popfestival Pinkpop, het Preuvenemint, de Parade, Brand Beer Boetegewoëne Boetezitting in Venlo, het Terschellings Oerol Festival en vanaf 2008 de wielerronde van Maastricht.
Het wapen op de etiketten van de bierflessen is van de familie Van Wachtendonck die in de 17e en 18e eeuw als de heren van Wijlre tot 1794 op het nabijgelegen kasteel Wijlre resideerden.
De Bramley's Seedling is een groene appel met een rode blos en vanwege het hoge zuurgehalte eigenlijk alleen geschikt voor het maken van appelmoes of als ingrediënt van taarten en desserts.
De onregelmatig gevormde appel is groot tot zeer groot.
In Nederland wordt de Bramley's Seedling niet meer commercieel geteeld.
De Bramley Seedling is nog wel te krijgen bij sommige fruitboom kwekerijen.
Alleen in Engeland en Wales is de Bramley nog steeds een erg populaire appel.
In de Verenigde Staten en Canada wordt hij ook nog op een klein aantal bedrijven geteeld.
De Bramley's Seedling is in Nederland ook wel bekend onder de namen Triomphe de Kiel, Pannekoekappel, (Brammie) Zeteling of Zedeling.
Engels : Bramley's Seedling, Bramley apple, Bramley, Bramleys, Bramley's Duits : Bramley's Seedling Frans : La Bramley
Bramley's Seedling
De beroemde Engelse kookappel die eigenlijk "Brailsford Seedling" had moeten heten.
Bijna twee eeuwen geleden (periode 1809 - 1815) plantte de nog jonge Miss Mary Ann Brailsford enkele appelpitten in potten die ze in haar tuin te Easthorp (Southwell, Nottinghamshire) plaatste.
Uit een van die pitjes groeide een gezonde boom uit waaraan de grote vruchten voor het eerst in 1837 te bewonderen waren.
Matthews Bramley (geb.in Balderton 1796) trouwde op 27 jarige leeftijd (1823) met Ann Smith en zij vertrokken samen van Balderton naar Easthorp in Southwell, waar hij bakker was.
Bramley kocht in 1846 het huis en de tuin waar de appels groeiden die Mary Ann Brailsford had geplant.
De 17 jarige zoon Henry van de plaatselijke boomkweker Merryweather was zo enthousiast over de vruchten dat hij, in 1856, Bramley vroeg of deze enten wilde afstaan zodat hij ze kon vermeerderen.
Bramley gaf hiervoor toestemming echter onder één voorwaarde.
De nieuwe gekweekte bomen, waaraan de beroemde Engelse kookappels hingen, moesten naar de huidige eigenaar van de boom genoemd worden.
Bramley`s Seedling.
In 1876 werd de appel voor het eerst tentoongesteld op de Royal Horticultural Society`s Fruit Committee, waarbij de vrucht een hoge waardering kreeg.
De oude oorspronkelijke boom is omgewaaid en op de bestaande wortels zijn nieuwe scheuten gaan groeien.
Dat heeft er toe geleid dat op de oeroude boom een nieuwe boom is gegroeid.
Deze boom staat er nog steeds.
Achter een cottage in Churchstreet nr.75 te Southwell staat hij in volle glorie, 200 jaar oud.
De huidige bewoonster, Miss Nancy Harrison, verwelkomt u graag.
Op www.bongerdgrooteveen.nl
Bramley's Seedling
De boom wordt zeer groot en breed en heeft een sterke groei.
Daarom is de boom alleen geschikt voor gebruik als hoogstam of struik.
Voor bestuiving van de bloemen zijn andere appelrassen nodig.
Goede bestuivers zijn o.a. Cox's Orange Pippin, Discovery, Elstar, James Grieve en Jonathan.
De vrucht is eind september plukrijp en kan vanaf december gegeten worden.
De appel kan tot half februari in de koelcel bewaard worden.
Voor CA-bewaring(Controlled Atmosphere-bewaring) is de appel eigenlijk ongeschikt vanwege bruinverkleuring.
De vrucht is zeer gevoelig voor scald (bruinverkleuring van de schil).
Als gevolg van nachtvorst worden vaak vorstneuzen op de appel gevormd.
Dit is een bruine ring om de kelk van de vrucht, veroorzaakt door gevoeligheid van bloemen en vruchtjes voor lage temperatuur.
De boom is gevoelig voor aantasting van de appelbloedluis (Eriosoma lanigerum).
De Bramley's Seedling was als industrie en vooral als handappel minder van kwaliteit dan de Schone van Boskoop (Goudreinet).
Wat nog verminderd werd door het voorkomen van vorstneuzen.
De vraag van de handel naar Bramley`s Seedling nam af, de prijs daalde en men stopte met het aanplanten van dit ras.
Tegenwoordig hebben de nazaten van Mr. H.Merryweather nog steeds een tuincentrum in het centrum van Southwell, hier kunt U een tentoonstelling over deze beroemde historische appel bezoeken.
bloesem van de Bramley's Seedling
Geschikt voor de meeste gronden. Doet het zelfs redelijk op minder goede grondsoorten, zoals die met een slecht profiel of droogte gevoelige grond.
Ook op veengrond ontwikkelt de Bramley zich uitstekend.
Komt veel voor in Zeeland, Groningen en de Zuid-Hollandse eilanden.
Vooral als appelmoes, sap en keukengebruik, na langere tijd neemt het zuurgehalte af en kan de vrucht als handappel worden gebruikt, na de jaarwisseling zijn ze op hun lekkerst.
Geschikt voor appelwijnen.
Is een van onze beste keukenappels.
Geeft witte appelmoes.
Bron : - Wikipedia CC 3.0
- www.bongerdgrooteveen.nl
- tinternet
Bramenwijn is een wijn gemaakt van bramensap.
Het is een volle meestal lichtzure wijn.
Bramensap is de belangrijkste grondstof voor deze wijn.
Uit 10 kilo bramen kan men ongeveer 5 liter sap winnen.
Het rendement is dus rond de 50%.
Bramensap bevat vaak veel zuur.
Het zuurgehalte is gemiddeld ca. 0,45%, dus 4,5 g per per liter.
Dit zijn voornamelijk zuren als ascorbinezuur (vitamine C), citroenzuur, wijnsteenzuur en appelzuur.
Het suikergehalte hangt ook wat af van de maand dat ze worden geplukt.
Eind juli is dit vaak 3,5%, in augustus ongeveer 5% en in september ongeveer 7,5%.
Het gaat om de enkelvoudige suikers glucose en fructose.
Omdat het suikergehalte dus vaak laag is moet men suiker toevoegen om het eindproduct het gewenste alcoholpercentage te geven.
Omdat de samenstellingen niet altijd overeenkomen met deze hierboven moet men het soortelijk gewicht opmeten waardoor men er achter komt hoeveel suiker er extra moet worden toegevoegd en men doet een zuur base-titratie om het zuurgehalte en PH te achterhalen.
Bij deze titratie hoeft geen extra zuurbase indicator te worden toegevoegd; de kleurstof fungeert hier al voor.
Men voegt net zolang een basische oplossing van bekende sterkte zoals ammonia toe tot de kleur verandert van rood naar grijs tot groen.
Is ze te zuur dan zal het gist niet goed zijn werk doen.
Is het sap niet zuur genoeg dan is er een grotere kans dat ze mislukt en moet er dus zuur worden toegevoegd zoals wijnsteenzuur of citroenzuur.
In sommige gevallen is het belangrijk wat het fosfaat-, nitraat-, carbonaat- en nitrietgehalte is.
Deze chemicaliën kunnen het gistingsproces en de smaak van het eindproduct beïnvloeden.
Aerobe fase
Tijdens de aerobe fase gebruikt gist zuurstof voor de dissimilatie.
Dat is nodig voor de voortplanting.
Meestal start deze fase al tijdens het uitlekken van het sap uit de pulp, tenminste als er al gistcellen aanwezig zijn.
Is dit niet het geval dan moet men gist toevoegen via bijvoorbeeld een monster uit ander gistend sap.
Anaerobe gisting
Anaerobe gisting betekent dissimilatie zonder invloed van zuurstof.
Hierbij wordt suiker in ethanol, (alcohol) en kooldioxide omgezet.
Dit gebeurt in het vat. Het suiker wordt meestal in etappes, namelijk bij het overhevelen naar een andere fles, toegevoegd.
Bij het overhevelen zit het risico dat eventuele acetobacteriën in de wijn terechtkomen.
Meestal krijgen deze dan zolang er nog geen zuurstof bij de wijn komt geen kans om zich te ontwikkelen.
Tijdens de anaerobe gisting zijn er verschillende gistsoorten die elkaar overnemen als het alcoholpercentage het kritieke punt van een bepaalde gistsoort heeft bereikt.
Deze soort sterft dan als de andere deze overneemt. Hierdoor krijg je neerslag van dode gistcellen.
Daarom hevelt men over. De sterkste gistsoort blijft dan uiteindelijk over.
Deze soort kan als die aanwezig is doorgisten tot ca. 18,5% alcohol.
Bij de meeste wijnen breekt men deze gisting af tussen de 12 en de 15%.
Aceto besmetting
Als er toch een beetje zuurstof bij de wijn komt dan kan er een besmetting optreden van acetobacteriën.
Meestal is dit ongewenst. Acetobacteriën zetten ethanol om in azijnzuur en water en het zet foezel alcoholen zoals methanol om in methaanzuur (mierenzuur) en andere agressieve carbonzuren.
Deze geven een prikkelende smaak aan het zure sap. Dit heet dan bramenwijnazijn.
Als er nog een alcoholische gisting aanwezig is dan ontstaan er de smaak- en geurverpestende esters.
Dit gebeurt vooral wanneer er veel van het zure bisulfaat aanwezig is.
Dit zijn onder andere ethylacetaat, methylacetaat en heel soms ethylbutanoaat.
Een heel bekende geur die ontstaan kan bij het mislukken van wijn is een geraniumgeur en een bittere zeepsmaak.
Als de wijn gelukt is dan kan men spreken van bramenwijn.
Dit wil dan nog niet zeggen dat ze lekker is.
Het alcoholpercentage kan te hoog zijn, in dit geval destilleert men wat alcohol weg tot het gewenste percentage bereikt is.
Ze kan foezels als methanol en benzenol bevatten die de smaak aantast en voor hoofdpijn kan zorgen als men er te veel van drinkt.
Ook in dit geval destilleert men een beetje alcohol weg bij ongeveer 72°C.
Dit wordt ongeveer 5 minuten gedaan, waarna men de wijn weer af laat koelen en soms nog heet in de fles giet.
De wijn kan een te sterke smaak hebben.
Dan verhit men ze 10 minuten tot 60°C.
Ze kan te droog zijn, men voegt dan een paar gram suiker of honing naar eigen keus toe.
Ze kan te zoet zijn, men destilleert er een klein beetje alcohol uit en laat ze weer een maandje gisten.
Soms is de wijn onherstelbaar beschadigd, men destilleert alle alcohol eruit waardoor men brandewijn of wodka krijgt.
Het bestanddeel dat achterblijft gooit men dan weg.
Bramenwijn heet officieel vruchtenwijn. Alleen wijn gemaakt van druiven mag de naam van zijn grondstof dragen, namelijk druivenwijn.
Dat men meerdere keren wijn maakt van dezelfde vrucht wil niet zeggen dat ze altijd dezelfde smaak heeft.
Dit kan altijd verschillen, afhankelijk van in welke omstandigheden de vruchten zijn gegroeid.
De bramensprinkhaan, ook wel gespeld als bramesprinkhaan (Pholidoptera griseoaptera) is een insect uit de sprinkhanenfamilie sabelsprinkhanen (Tettigoniidae), onderfamilie Tettigoniinae.
De bramensprinkhaan werd voor het eerst beschreven door Charles De Geer in 1773 (Zweeds industrieel en wetenschapper).
In Nederland is de sprinkhaan alleen langs de grote rivieren te vinden, in België komt de soort door het hele land voor.
Engels : dark bush cricket Duits : Gemeine Strauchschrecke Frans : La decticelle cendrée
Bramensprinkhaan - vrouwtje
auteur : Olaf Leillinger CC 3.0
De mannetjes worden 15 tot 20 millimeter lang, de vrouwtjes 16 tot 20 mm.
De kleur is bruin tot grijsbruin, het halsschild valt op doordat de randen lichter tot wit zijn omzoomd.
De buik is geelgroen van kleur.
De vleugels zijn kort, bij de mannetjes zijn ze ongeveer even lang als het halsschild, bij de vrouwtjes zijn ze verworden tot onooglijk kleine, schub-achtige flapjes.
De antennes zijn duidelijk veel langer dan het lichaam, ook de achterpoten zijn zeer lang en sprieterig.
Vrouwtjes hebben een vrij korte, iets omhoog gerichte legbuis die vrij breed is, bruin van kleur en sterk zijdelings afgeplat.
De habitat bestaat uit dichte vegetatie in gebieden met veel open plekken zoals bosranden, rivieroevers en wegbermen.
De bramensprinkhaan heeft een voorkeur voor planten met grotere bladeren zoals braamstruiken maar ook wel andere soorten planten.
De soort wordt meestal in loofbossen aangetroffen maar kan ook voorkomen in de ondergroei van naaldbossen zoals op de Veluwe.
De bramensprinkhaan is als imago actief van juli tot oktober, de mannetjes zingen vrijwel de hele dag van elf uur 's ochtends tot drie uur in de nacht.
Het geluid dat wordt geproduceerd bestaat uit hoge, schrille en korte geluidjes: sri...sri...sri.
Braille is een speciaal voor blinden ontwikkeld lees- en schrijfalfabet.
De Fransman Louis Braille (1809-1852), die zelf op driejarige leeftijd blind was geworden, ontwikkelde en perfectioneerde dit schrift, tot het in 1829 als bruikbare methode gebruikt kon worden op het Parijse blindeninstituut waar hij verbleef.
Pas in 1854 werd het echter officieel als alfabet geaccepteerd.
Waarschijnlijk had Braille het idee voor een reliëfalfabet van een Franse militaire uitvinding uit 1819.
De artillerieofficier Charles Barbier ontwikkelde het 'nachtschrijven', een systeem van twaalf puntjes waarmee ook 's nachts boodschappen konden worden doorgegeven.
Engels : Braille Duits : Brailleschrift Frans : Le braille
Bijzondere combinaties: tweeklanken (zoals de 'ui'), lettercombinaties, letters met accenten, en leestekens, waaronder ook cursieven, hoofdletteraanduiding, cijfers, een herstelteken, dollarteken, enz.
Alle combinaties zijn ingedeeld in 7 groepen.
Cijfers worden overigens aangeduid door het cijferteken (=hekje, de puntjes 3, 4, 5 en 6) voor de letters a t/m j te zetten.
Een hoofdletter wordt voorafgegaan door een speciaal hoofdletterteken.
Afkortingen zoals 'NAVO' kunnen door gebruik van een kapitaalvast teken worden aangeduid met 5 tekens.
Braille cijfers
Braille is een zogenaamd reliëfalfabet, de letters en andere aanduidingen worden door middel van puntjes in het papier gedrukt, zodat er een kleine verhoging voelbaar is, die met de vingertoppen 'gelezen' kunnen worden.
De puntjes zijn gegroepeerd op rasters van 2 bij 3 puntjes (een vereenvoudiging van de twaalf puntjes van het nachtschrijven), waarbij in totaal 63 tekens mogelijk zijn.
Zijn bij de punten- en streepjescode van het 'morse' de meest gebruikte letters het eenvoudigst gehouden, bij braille neemt de gecompliceerdheid van de combinaties toe met de plaats van de letter in het alfabet.
Blad met braille tekens
Het schrijven in braille gebeurt van rechts naar links, zodat bij omkering van het papier de bobbeltjes van links naar rechts gelezen kunnen worden.
Een geoefende braillelezer kan vrijwel even snel lezen als een ziende.
Brailleboeken nemen wel vijf keer zoveel volume in als gewone boeken.
enkele speciale tekens
Ook bestaat er het Kortschrift in graden, een soort steno voor braille, en braillemethoden voor muziek en wiskunde.
Speciaal voor tekstverwerking op de computer is een nieuwe braillemethode ontwikkeld met 8 puntjes, zodat er enkelvoudige combinaties voor stijlaanduidingen, cijfers en hoofdletters beschikbaar kwamen.
Hierdoor neemt het brailleschift niet meer plaats in dan het gewone schrift.
braille-tattoo
plastic of titanium bolletjes, geïmplanteerd onder de huid
Er bestaan braille-schrijfmachines (met 7 toetsen, 1 voor elk puntje en een spatietoets), braille-printers, en brailleleesregels (waarmee blinden tekst kunnen lezen die anders op het computerscherm verschijnt).
Het tegengestelde van braille - een gedrukte of geschreven tekst die voor ziende mensen leesbaar is - wordt door blinden zwartschrift of zwartdruk genoemd.
Braille-burger
De Zuid-Afrikaanse fastfoodketen 'Wimpy' pakt uit met een speciale 'blindenhamburger'.
Een team van Amerikaanse onderzoekers heeft een manier gevonden waarop blinden en slechtzienden de iPad als een braille toetsenbord kunnen gebruiken.
De vondst zet het denken over de toegankelijkheid van technologie voor deze groep compleet op zijn kop.
Nu kan er in plaats van een gewoon braille-toetsenbord of speciaal schrijf-apparaat direct op het touchscreen getypt worden.
Om dat mogelijk te maken gebruikten de uitvinders een nieuw ontwerp voor het virtuele toetsenbord, om zo het gebrek aan reliëf te compenseren.
Het kan even duren voordat dit project op Stanford daadwerkelijk omgezet is in een echt commercieel product, maar het team is vastberaden om dit te bereiken.
Brahmaea ledereri zaba ( man + vrouw)
auteur : op www.theinsectcollector.com
Deze soort heeft ook nog de ondersoorten :
Brahmaea ledereri christophi, beschreven door Staudinger in1879, komt voor in de Kaukasus
Brahmaea ledereri ledereri, beschreven door Rogenhofer in 1873, komt voor in Turkije
Brahmaea ledereri zaba, beschreven door de Freina in 1982, komt voor in Oost Turkije
Rups van de Brahmaea ledereri (niet bevestigd)
auteur : op wdict.net
De Brahmaea japonica is een nachtvlinder uit de familie Brahmaeidae.
Deze soort wordt soms als een ondersoort van de Brahmaea wallichii gezien.
De spanwijdte bedraagt tussen de 80 en 120 millimeter.
Engels : Japanese Owl Silkmoth Duits : Brahmaea japonica Frans : Brahmaea japonica
De Brahmaea europaea is een nachtvlinder uit de familie Brahmaeidae.
Voorheen werd deze soort in het geslacht Acanthabrahmaea geplaatst, maar dit wordt tegenwoordig als ondergeslacht gezien.
De spanwijdte bedraagt tussen de 65 en 80 millimeter.
Engels : European Owl Moth Duits : Europäische Brahmaspinner Frans : Le brahméide dHartig
De vlinder komt alleen voor in Zuid-Italië.
Het leefgebied bestaat uit loofbossen in berggebied op een hoogte van 250 tot 850 meter.
De Brahmaea europaea is actief bij de schemering en 's nachts.
Brahmaea europaea
auteur : Heiner Ziegler
Tijdens de vroege vliegtijd, maart en april, vliegen de vlinders zelfs bij temperaturen tegen het vriespunt.
De eitjes, die al snel worden gelegd komen eind maart en april uit.
De rupsen doen zich in korte tijd te goed aan de waardplanten uit de geslachten Ligustrum en Fraxinus om in juni al verpoppen.
Na te hebben overwinterd als pop wordt in maart weer voor een nieuwe generatie gezorgd.