Het blauwkeeltje (Helicolenus dactylopterus) is een straalvinnige vis uit het geslacht Helicolenus en behoort daarom tot de orde schorpioenvisachtigen (Scorpaeniformes). De vis komt voor in de Atlantische Oceaan en de Noordzee.
De vis is op de flanken rood gekleurd en heeft een donkere vlek op de kieuwdeksel. De binnenkant van de bek is donkerblauw, van daar de naam.
Een volwassen vis is gemiddeld 25 cm, maar kan een lengte bereiken van 46 cm en kan maximaal 43 jaar oud worden. De rugvin heeft 9 -12 stekels en 12-13 vinstralen en de aarsvin heeft drie stekels en 4-5 vinstralen.
De vis is giftig.
blauwkeeltje
Het blauwkeeltje is een zoutwatervis die voorkomt op de randen van het Europese continentaal plat op een diepte tussen de 200 en 800 m onder het wateroppervlak. Het dieet van de vis bestaat hoofdzakelijk uit macrofauna en visjes.
De blauwgespikkelde pijlstaartrog (Taeniura lymma) komt voor rond koraalriffen bij de kust van Afrika in de Indische Oceaan tot het Groot Barrièrerif ten oosten van Australië in het westelijke deel van de Grote Oceaan.
Engels : Bluespotted ribbontail ray Duits : Blaupunktrochen Frans : raie pastenague à points bleus, pastenague queue à ruban
Blauwgespikkelde pijlstaartrog auteur : Jens Petersen CC 3.0
De vis kan een diameter bereiken van 35 centimeter en met staart meegerekend bijna een meter lang worden.
In het nauw gedreven kan de blauwgespikkelde pijlstaartrog, hoewel hij niet agressief is, echter wel een giftige steek uitdelen met zijn staart. Net als alle andere pijlstaartroggen heeft hij namelijk een giftige angel aan het eind van zijn staart.
Om te ademen zuigt hij via de openingen vlak achter zijn ogen water naar binnen om het zo langs zijn kieuwen te leiden.
De rog trekt in groepen door ondiep water waar ze zich bij hoog water voeden met schelpdieren, wormen, garnalen en krabben.
Tijdens laag water zoekt de vis beschutting in grotten en onder richels.
Blauwgespikkelde pijlstaartrog auteur : Albert Kok CC 1.0
Deze soort wordt in de Rode Zee redelijk vaak gezien, met name door duikers.
De blauwgespikkelde pijlstaartrog wordt gegeten in Oost-Afrika, Zuidoost-Azië, en Australië.
Door grootschalige visserij op de vis voor aquaria, waar de vis het overigens niet goed in doet, en vernietiging van koraalriffen heeft de blauwgespikkelde pijlstaartrog de status bedreigd.
De blauwe wijting (Micromesistius poutassou) is een straalvinnige vis uit de familie van schelvissen (Gadidae), orde schelvisachtigen (Gadiformes).
De blauwe wijting is een zoutwatervis die voorkomt in de Barentszee, oostelijke Noorse Zee, rond IJsland en zuidelijk in de Atlantische Oceaan tot aan Afrika en in het westelijk deel van de Middellandse Zee, dan weer naar het noordwestelijke deel van de Atlantische Oceaan naar Groenland en de kusten van zuid Canada en het noorden van de VS.
Engels : blue whiting Duits : Blaue Wittling Frans : Merlan bleu, Poutassou, Gros poutassou, nasellu, merlan de Paris, merlus, patafloues, tacaud
Blauwe wijting
Levende blauwe wijtings zijn inderdaad blauw, maar verkleuren naar grijs als ze dood zijn. Van onderen zijn ze zilverwit.
De volwassen blauwe wijting is gemiddeld 22 cm en kan maximaal 50 cm lang en 830 gram zwaar worden. De hoogst geregistreerde leeftijd 20 jaar.
Blauwe wijting auteur : Luis Miguel Bugallo Sánchez CC 2.5
De blauwe wijting is zeldzaam in de zuidelijke Noordzee, dus ook aan de kusten van de Lage Landen.
Soms trekken plotseling grote scholen jonge blauwe wijtingen uit de Golf van Biskaje Het Kanaal en de Noordzee binnen.
De diepte waarop de soort voorkomt is 150 tot 3000 m (meestal 300 tot 400 m) onder het wateroppervlak.
De vis verplaatst zich 's nachts richting wateroppervlak en verblijft overdag bij de bodem, soms op grote diepten op de hellingen van het continentaal plat.
Postzegel met de blauwe wijting, uit de Faeröer. ontwerp : Martin Mörck
De blauwe wijting is voor de beroepsvisserij van groot belang.
In Nederland is de vis niet als verse vis bij de visboer te koop, maar wordt de aanvoer slechts gebruikt als typische industrievis. Blauwe wijting wordt onder meer verwerkt tot vismeel maar ook voor menselijke consumptie als kibbeling en in surimi.
Wetenschappers hebben reeds gewaarschuwd, dat deze diepzeevis in zeer korte tijd zal bedreigd worden door overbevissing net zoals dit gebeurde met de Noordzeeharing. De blauwe wijting concentreert zijn olie en chemische afval in zijn lever.
De blauwe trekkervis (Pseudobalistes fuscus) is een helderblauw gekleurde grote vis uit de familie van de trekkervissen (Balistidae), van het geslacht balistoides. Jonge exemplaren zijn geelachtig van kleur en gestreept. De vis is schuw en moeilijk te benaderen en komt voor in de Rode Zee en in de Indische Oceaan. Hij is te vinden boven zandbodems naast koraalbrokken en ondiepe lagunes. De vis kan een lengte van 55 cm bereiken.
Engels : Great northern tilefish Duits : Blauer Ziegelbarsch Frans : Tile chameau
Blauwe tegelvis
De Lopholatilus chamaeleonticeps is een zoutwatervis. In brak water is de soort nog nooit aangetroffen.
De vis prefereert een subtropisch klimaat en leeft hoofdzakelijk in de Atlantische Oceaan. De diepteverspreiding is 80 tot 540 m onder het wateroppervlak.
Blauwe tegelvis
De blauwe tegelvis is voor de visserij van aanzienlijk commercieel belang.
In de hengelsport wordt er weinig op de vis gejaagd.
De blauwe tegelvis is een langlevende vis en bevat daardoor veel kwik! .
De blauwe tegelvissen vangen kreeftachtigen, maar ook visges, koppotige, slakken en zeekomkommers (tripangs).
De dieren zijn gevoelig voor koud water. In het jaar 1882 vond er waarschijnlijk ten gevolge van buitengewone kou een massale sterfte plaats, en nog tientallen jaren konden er nauwelijks vertegenwoordigers van deze soort worden waargenomen.
Blauwe tegelvissen worden vaak door vissers en hengelaars gevangen.
Het vlees is vers of diepgevroren verkrijgbaar en wordt gestoofd, gegrild of gebakken gegeten.
De blauwe spat of driestipgoerami maar ook blauwe goerami (Trichogaster trichopterus sumatranus) is een vis uit de familie echte goerami's of Osphronemidae, maar werd vroeger tot de familie Anabantidae gerekend.
De blauwe spat is endemisch in de Mekong Delta in Cambodja, Laoqs, Thailand en Vietnam.
Engels : Three spot gourami, Blue gourami, Cosby gourami, Gold gourami, Opaline gourami Duits : Gepunktete Fadenfisch Frans : Gourami bleu
Blauwe spat (vrouw)
De kleuren en patronen zijn zeer veelzijdig; groene tot blauwe exemplaren komen voor, met dwarsstrepen, vlekken of stippen. De maximale lengte is ongeveer 15 centimeter en de vis heeft vanaf de zijkant gezien een eivormig silhouet, met name door de lange, naar achter breder wordende buikvin. Mannetjes zijn van vrouwtjes te onderscheiden doordat deze laatsten een ronde rugvin hebben, die van mannetjes is spits. Kenmerkend zijn de twee lange, sliertige baarddraden onder de buik, iets achter de kop. Veel exemplaren, maar niet allemaal, hebben drie stippen die ongeveer even ver van elkaar afstaan, een op de staartbasis, een op het midden van de flank en de derde stip bestaat uit het oog.
Blauwe spat (man)
Voor de voortplanting wordt een schuimnest gemaakt, het waterpeil verlagen doet de vis denken dat de voortplantingperiode is aangebroken. De blauwe spat geniet grote bekendheid in de aquariumwereld vanwege het rustige karakter, acceptatie van allerlei soorten voedsel en een met name de grote tolerantie van soorten habitat en weinig eisen stelt aan de waterkwaliteit. Als de watertemperatuur tussen de 22 en de 28 graden ligt dan is dat optimaal. Het zijn erg rustige vissen.
Trichogaster trichopterus auteur : Peter Jung CC 3.0
In een aquarium met te drukke en opdringerige vissen hoort hij zeker niet thuis, ook het gezelschap van sumatranen moet vermeden worden omdat deze de lange voelsprieten afknabbelen.
De vissen kunnen het beste per paar worden gehouden, omdat ze onderling nog wel eens onverdraagzaam zijn.
De blauwe marlijn (Makaira nigricans) is een straalvinnige vis uit de familie van zeilvissen (Istiophoridae) en behoort daarmee tot de orde van baarsachtigen (Perciformes).
Deze naam is afgeleid van het Griekse woord machaira , wat betekent "een kort zwaard of gebogen dolk", en het Latijnse machaera , "zwaard". De specifieke naam nigricans is Latijn voor "zwart worden". De grootste vrouwtjes zijn meer dan vier keer zo zwaar als de grootste mannetjes. Mannetjes komen zelden boven de 160 kilogram, en de vrouwtjes vaak wegen meer dan 540 kg.
De langste vrouwtjes kunnen een lengte bereiken van meer dan 4 meter met het "zwaard" dat ongeveer 20% van de totale lichaamslengte neemt.
Vaak worden ook nog grotere marlijnen gezien en gefotografeerd, maar deze dieren zijn nooit aangeland, zodat er geen betrouwbare gegevens van zijn.
Engels : Atlantic blue marlin, Cuban black marlin, ocean gar en ocean guard Duits : Atlantische Blaue Marlin Frans : Makaire bleu
Blauwe marlijn
De blauwe marlijn is een zoutwatervis. In brak water is de soort nog nooit aangetroffen.
De marlijn bewoont meestal wateren warmer dan 24 ° C.
De vis heeft zich verspreid over de drie belangrijkste oceanen van de wereld (Grote, Atlantische en Indische Oceaan).
Hij komt voor in alle gematigde en tropische zeeën en oceanen, maar hij prefereert subtropische zeeën.
Makaira nigricans
De grote witte haai en de illex mako (makreel haai) zijn de natuurlijke vijanden van de blauwe marlijn.
De blauwe marlijn is voor de visserij van aanzienlijk commercieel belang.
Greenpeace heeft de atlantische blauwe marlijn op de rode lijst van geconsumeerde vissoorten gezet.
De International Union for Conservation of Nature (IUCN), de instantie die bepaalt of dieren bedreigd zijn als soort, noemt de vissoort niet bedreigd.
Blauwe marlijn
In de hengelsport is dit een van de meest gewilde vissen vanwege de enorme formaten die bereikt kunnen worden en vindt er een uitgebreide en kostbare "big game" visserij op plaats.
In toeristische gebieden vertegenwoordigt dit een waarschijnlijk nog veel groter economisch belang dan de commerciële visserij.
De blauwe mandarijn pitvis (Latijn: Synchiropus splendidus) is een pitvis die behoort tot het geslacht Synchiropus. Deze vis leeft in het westen van de Grote Oceaan. Grofweg van Zuid Japan tot aan Zuid Australië.
Een volwassen mandarijnvis is gewoonlijk zo'n 6 cm lang. De mannetjes zijn herkenbaar aan de puntvin op hun rug. De huid van deze vis is bedekt met een vies smakend slijm, de felle kleuren waarschuwen roofdieren daarvoor.
Habitat : Ondiepe beschutte lagunes en kustriffen. Op bodems met slip en koraalgrit. Op een diepte van 1 - 18 meter.
Synchiropus splendidus auteur : Steve Childs CC 2.5
Voedsel: Zeer fijne organismen die op en tussen de stenen leven.
Aquarium: Eten nauwelijks of geen vervangend voedsel. Zoeken tussen de stenen naar kleine organismen.
Een aquarium wat voldoende gerijpt is met een hoge kwaliteit levend steen is een must. Regelmatig voeren met net uitgekomen Artemia, zodat deze tussen de stenen verdwijnen, zou succesvol zijn om deze dieren niet te laten verhongeren. Zouden planaria eten, de berichten daarover zijn echter wisselend.
Onderling zijn pitvissen erg agressief. Verschillende soorten zijn niet in een aquarium te combineren. Van dezelfde soort kan hooguit een koppel of een man met een kleine harem in een groot aquarium gehouden worden.
Bijzonderheden: Mannelijke exemplaren hebben een verlengde voorste rugvin. Deze wordt door sommige exporteurs, bij gebrek aan vrouwelijke dieren, wel eens geknipt om een man als vrouw door te laten gaan, opletten dus.