Synchroonzwemmen
achtergrondafbeelding 2 juni |
Synchroonzwemmen |
Synchroonzwemmen is een watersport."Synchroon" betekent "gelijk".
De sport is tegenwoordig een vrij exclusief vrouwelijke aangelegenheid, hoewel het oorspronkelijk door mannen werd geïntroduceerd.
De sport wordt ook wel "kunstzwemmen" of "waterballet" genoemd, dat laatste vooral vanwege de overeenkomsten met ballet.
Het is een sierlijke, maar zware sport want men moet niet alleen de vier zwemslagen (vrije slag, vlinderslag, rugslag en schoolslag) beheersen, maar ook gevoel voor ritme hebben.
Een groot deel van de figuren wordt onder water uitgevoerd.
Sinds Los Angeles 1984 staat synchroonzwemmen op het Olympische programma.
|
In het synchroonzwemmen zijn 4 wedstrijddiploma's te behalen, oplopend in moeilijkheid van Age I tot Senior.
Tevens zijn er 5 aanloopdiploma's welke benodigd zijn om voor wedstrijddiploma's in aanmerking te komen.
Deze diploma's hebben namen gebaseerd op figuren uit het synchroonzwemmen.
Oplopend in moeilijkheidsgraad van Basishoudingsdiploma tot Barracudadiploma.
Synchroonzwemmen is ontstaan aan het einde van de negentiende eeuw.
Men noemde het toen 'trick' zwemmen.
In het water liet men trucjes, zoals salto's en rollen zien.
In een latere fase begon men met meerdere mensen patronen te vormen.
Toen werd het figuurzwemmen genoemd.
Een verschil tussen figuurzwemmen en trick zwemmen is dat het figuurzwemmen op muziek uitgevoerd werd.
|
Het synchroonzwemmen, zoals we dat nu kennen, begon tijdens de wereldtentoonstelling in 1934 in Chicago, toen Cay Curtiss haar meisjes op muziek liet zwemmen en figuren liet maken.
Na de Tweede Wereldoorlog werd de sport in Europa populair, vooral toen de Amerikaanse Hollywoodster Esther Williams in menige naoorlogse musicals als zwemmende ballerina optrad.
Van demonstratiesport tijdens de Londense Olympische Spelen in 1948, is waterballet stilaan geëvolueerd tot kunstzwemmen, een Olympische sporttak waarmee we tijdens de Olympische Spelen van Los Angeles kennis maakten.
In 1956 werd zij door de wereldzwembond FINA (Fédération Internationale de Natation) erkend, waarna met ingang van 1965 regionale kampioenschappen over de gehele wereld mogelijk waren.
De eerste officiële wereldkampioenschappen werden gehouden in Belgrado in 1973 en de eerste officiële Europese kampioenschappen vonden een jaar later plaats in Amsterdam.
Bij de 2e EK waar kunstzwemmen op het programma stond (1977 in Nassjo) behaalde de Nederlandse ploeg goud.
De groep bestond uit: Marijke Engelen, Judith van de Berg, Helma Gluvers, Catrien Eijken, Vera Verloop, Lida van Veen, Metty de Jong en Karin van Noort.
|
Enkele kenmerken die iemand dient te hebben wanneer men aan de sport wil beginnen, zijn:
- de lenigheid van een turnster
- de conditie van een zwemmer die de 400m crawl zwemt, maar met minder gelegenheid om te ademen
- de lichaamsbeheersing van een kunstschaatser die figuren, sprongen en draaien maakt, maar dan in het onstabiele water
- de kracht van een waterpolospeler om zo hoog mogelijk uit het water te komen
- de elegante houding, het gevoel voor muziek en aandacht voor choreografie van een danser
|
Een competitie bestaat uit twee delen: figuren en routines.
Bij figuren worden vier figuren uitgevoerd voor een jury van zes leden.
Hierbij zijn twee figuren verplicht op elke wedstrijd uit te voeren en twee figuren verschillen van wedstrijd tot wedstrijd.
Enkele voorbeelden van namen van figuren zijn: eiffeltower, swordfish, Heron en Ariana.
Per categorie verschillen de figuren.
Het is aangepast op moeilijkheidsgraad.
Bij routines zijn er verschillende disciplines: solo, duet en team.
Een team bestaat uit acht zwemmers.
De routine is op muziek en de duur van de routine hangt af van de categorie waarin men zit.
Bij een duet mag op voorhand een reserve worden aangewezen, bij het team twee.
Bij ziekte, op vertoon van een geldig doktersattest, neemt deze de plaats(en) over van de zieke(n).
Indien het team alsnog personen tekort komt, krijgt het een puntenaftrek.
|
Er zijn verschillende soorten uitvoeringen (uitvoering = kühr): solo, duet, team en combo/combi.
De masters hebben soms ook nog trio's maar dit is geen officiële uitvoering.
Het kan zijn dat dit in de toekomst wel wordt uitgebreid.
Solo doet iemand alleen, duet is met twee personen (met soms één reserve), team is met 4-8 personen,maar een echt team 8 (en eventueel tot 2 reserves).
De vrije combinatie bestaat uit maximaal 10 deelne(e)m(st)ers die een combinatie maken van de onderdelen (solo's, duetten, trio's en teams).
Ten minste 2 onderdelen moeten uit minder dan 3 deelnemers bestaan en ten minste 2 delen moeten uit 4 tot 10 deelnemers bestaan.
De start van het eerste gedeelte mag op de kant of in het water beginnen.
Alle verdere delen moeten in het water starten.
Een nieuw deel begint waar het vorige deel is geëindigd.
|
Bron : - wikipedia CC 3.0 |
|