Synchroonzwemmen is een watersport."Synchroon" betekent "gelijk".
De sport is tegenwoordig een vrij exclusief vrouwelijke aangelegenheid, hoewel het oorspronkelijk door mannen werd geïntroduceerd.
De sport wordt ook wel "kunstzwemmen" of "waterballet" genoemd, dat laatste vooral vanwege de overeenkomsten met ballet.
Het is een sierlijke, maar zware sport want men moet niet alleen de vier zwemslagen (vrije slag, vlinderslag, rugslag en schoolslag) beheersen, maar ook gevoel voor ritme hebben.
Een groot deel van de figuren wordt onder water uitgevoerd.
Sinds Los Angeles 1984 staat synchroonzwemmen op het Olympische programma.
In het synchroonzwemmen zijn 4 wedstrijddiploma's te behalen, oplopend in moeilijkheid van Age I tot Senior.
Tevens zijn er 5 aanloopdiploma's welke benodigd zijn om voor wedstrijddiploma's in aanmerking te komen.
Deze diploma's hebben namen gebaseerd op figuren uit het synchroonzwemmen.
Oplopend in moeilijkheidsgraad van Basishoudingsdiploma tot Barracudadiploma.
Synchroonzwemmen is ontstaan aan het einde van de negentiende eeuw.
Men noemde het toen 'trick' zwemmen.
In het water liet men trucjes, zoals salto's en rollen zien.
In een latere fase begon men met meerdere mensen patronen te vormen.
Toen werd het figuurzwemmen genoemd.
Een verschil tussen figuurzwemmen en trick zwemmen is dat het figuurzwemmen op muziek uitgevoerd werd.
Het synchroonzwemmen, zoals we dat nu kennen, begon tijdens de wereldtentoonstelling in 1934 in Chicago, toen Cay Curtiss haar meisjes op muziek liet zwemmen en figuren liet maken.
Na de Tweede Wereldoorlog werd de sport in Europa populair, vooral toen de Amerikaanse Hollywoodster Esther Williams in menige naoorlogse musicals als zwemmende ballerina optrad.
Van demonstratiesport tijdens de Londense Olympische Spelen in 1948, is waterballet stilaan geëvolueerd tot kunstzwemmen, een Olympische sporttak waarmee we tijdens de Olympische Spelen van Los Angeles kennis maakten.
In 1956 werd zij door de wereldzwembond FINA (Fédération Internationale de Natation) erkend, waarna met ingang van 1965 regionale kampioenschappen over de gehele wereld mogelijk waren.
De eerste officiële wereldkampioenschappen werden gehouden in Belgrado in 1973 en de eerste officiële Europese kampioenschappen vonden een jaar later plaats in Amsterdam.
Bij de 2e EK waar kunstzwemmen op het programma stond (1977 in Nassjo) behaalde de Nederlandse ploeg goud.
De groep bestond uit: Marijke Engelen, Judith van de Berg, Helma Gluvers, Catrien Eijken, Vera Verloop, Lida van Veen, Metty de Jong en Karin van Noort.
Enkele kenmerken die iemand dient te hebben wanneer men aan de sport wil beginnen, zijn:
de lenigheid van een turnster
de conditie van een zwemmer die de 400m crawl zwemt, maar met minder gelegenheid om te ademen
de lichaamsbeheersing van een kunstschaatser die figuren, sprongen en draaien maakt, maar dan in het onstabiele water
de kracht van een waterpolospeler om zo hoog mogelijk uit het water te komen
de elegante houding, het gevoel voor muziek en aandacht voor choreografie van een danser
Een competitie bestaat uit twee delen: figuren en routines.
Bij figuren worden vier figuren uitgevoerd voor een jury van zes leden.
Hierbij zijn twee figuren verplicht op elke wedstrijd uit te voeren en twee figuren verschillen van wedstrijd tot wedstrijd.
Enkele voorbeelden van namen van figuren zijn: eiffeltower, swordfish, Heron en Ariana.
Per categorie verschillen de figuren.
Het is aangepast op moeilijkheidsgraad.
Bij routines zijn er verschillende disciplines: solo, duet en team.
Een team bestaat uit acht zwemmers.
De routine is op muziek en de duur van de routine hangt af van de categorie waarin men zit.
Bij een duet mag op voorhand een reserve worden aangewezen, bij het team twee.
Bij ziekte, op vertoon van een geldig doktersattest, neemt deze de plaats(en) over van de zieke(n).
Indien het team alsnog personen tekort komt, krijgt het een puntenaftrek.
Er zijn verschillende soorten uitvoeringen (uitvoering = kühr): solo, duet, team en combo/combi.
De masters hebben soms ook nog trio's maar dit is geen officiële uitvoering.
Het kan zijn dat dit in de toekomst wel wordt uitgebreid.
Solo doet iemand alleen, duet is met twee personen (met soms één reserve), team is met 4-8 personen,maar een echt team 8 (en eventueel tot 2 reserves).
De vrije combinatie bestaat uit maximaal 10 deelne(e)m(st)ers die een combinatie maken van de onderdelen (solo's, duetten, trio's en teams).
Ten minste 2 onderdelen moeten uit minder dan 3 deelnemers bestaan en ten minste 2 delen moeten uit 4 tot 10 deelnemers bestaan.
De start van het eerste gedeelte mag op de kant of in het water beginnen.
Alle verdere delen moeten in het water starten.
Een nieuw deel begint waar het vorige deel is geëindigd.
De Buick Model B-36 en Model B-37Four waren de eerste modellen met moderne ronde motorkap en radiator.
Standaard waren de opvouwbare kap en het windscherm.
Ze waren eveneens uitgerust met een electrische hoorn en koplampen.
Motor van de 1914, Buick Model B-36/B-37
foto op www.prewarbuick.com
1914, Buick Model B-36 Roadster
foto op www.coolridescolorado.com
De Model B-36 was een tweedeurs roadster voor twee personen.
Dit Model was verkrijgbaar in de kleuren grijs met blauw-zwart chassis en wielen of volledig blauw-zwarte uitvoering.
De wielbasis was 2845mm, het gewicht van de Model B-36 bedroeg 1236kg.
De productie bedroeg 2.550 stuks.
De Model B-36 werd verkocht voor 1.375$.
1914, Buick Model B-37Four
foto: Marty Roth op forums.aaca.org
1914 Buick Model B-37Four
foto: Marty Roth op forums.aaca.org
De Model B-37Four was een vierdeurs touring voor vijf personen.
Verkrijgbaar in grijs met blauw-zwarte wielen en chassis, of volledig blauw-zwarte uitvoering.
Het gewicht van de Model B-37Four was 1329kg.
Van de Model B-37Four werden 9.050stuks geproduceerd.
Dit model werd in 1914 verkocht voor 1485$.
De Buick Model B-36/B-37Four werd aangedreven door een 3.6liter (3621cc) vier-cilinder (twee kleppen per cilinder) motor welke 35pk leverde.
Marvel E 10-502 carburatoren.
De versnellingsbak had 3 manuele versnellingen + versnelling achteruit.
Mechanische remmen op twee wielen.
Houten wielen
Bron : - tinternet
Standard Catalog of Buick 1903 - 2004
Cable News Network (CNN) is een kabeltelevisienetwerk opgericht in 1980 door Ted Turner.
Het is tegenwoordig eigendom van Turner Broadcasting System dat onderdeel is van Time Warner.
CNN was de eerste 24-uursnieuwszender.
In de Verenigde Staten is het kanaal beschikbaar in 86 miljoen huishoudens en in meer dan 890.000 hotelkamers.
De meeste uitzendingen komen uit de studio's in Atlanta, Georgia.
Er zijn ook grote CNN studio's in New York en Los Angeles.
Daarnaast heeft de zender tientallen kantoren, verspreid over de wereld, waaronder in Londen en Hong Kong.
CNN beweert wereldwijd beschikbaar te zijn voor meer dan 1 miljard mensen in meer dan 212 landen en territoria.
De afgelopen jaren zijn de kijkcijfers van de zender in de V.S. zeer sterk gedaald.
Eind 2012 heeft CNN een nieuwe baas gekregen, respectievelijk Jeff Zucker.
Hij voert grote veranderingen door binnen CNN, waaronder de ochtendprogrammering en dagprogrammering.
Voor CNN International staan nog geen grootste verandering gepland.
Sinds CNN's eerste uitzending op 1 juni 1980 is het netwerk uitgebreid tot 15 kabel- en satellietzenders (zoals CNN Headline News, CNNfn, CNN En Espagnol, CNN Chili en CNN Türk.), 12 websites, twee private place-based networks (zoals CNN Airport Network) en twee radiostations.
Het netwerk heeft wereldwijd 42 bureaus en meer dan 4000 medewerkers.
CNN begon zijn nieuwswebsite CNN.com (toen CNN Interactive) op 30 augustus 1995 dat het beschrijft als 's werelds eerste grote nieuws- en informatiewebsite op het Internet.
CNN's reputatie steeg in 1991 gedurende Operatie Desert Storm in de Golfoorlog, toen de uitgebreide verslagen over de hele wereld te zien waren.
Het verkreeg een groot gedeelte van de berichtgeving vanwege nauwe samenwerking met de regering van de VS, hetgeen leidde tot beschuldigingen dat het niet genoeg probeerde nauwkeurig verslag te geven en dat het diende als een doorgeefluik voor propaganda.
Op 11 september 2001 was CNN de eerste landelijke zender die inbrak op reguliere programmering met rechtstreekse beelden vanuit New York.
De zender heeft daarna tientallen uren onafgebroken rechtstreeks uitgezonden.
CNN International (te zien in Nederland en België)
CNN International verschaft een regionale editie van zijn nieuwsservice onder de noemer 'CNN International', als reactie op de vraag naar een minder op de VS gerichte berichtgeving en de populariteit van rivalen als BBC World, Sky News en Al Jazeera English.
Anno 2012 loopt CNN International ver achter op techniek, zo zendt het station nog in het 4:3-formaat uit.
Sinds oktober 2006 zijn er geen teletekstnieuwspaginas meer beschikbaar.
Een groeiend aantal concurrerende Europese nieuwszenders richt zich meer en meer op rechtstreekse verslaggeving en probeert mee te gaan met de ontwikkelingen in nieuwe media.
CNN International probeert zich tegenwoordig te onderscheiden met meer Personality Shows.
Voorbeelden hiervan zijn Connect The World, Backstory en Quest Means Business.
Deze programma's worden door een vaste presentator gepresenteerd.
De anchor is daarmee vaker belangrijker dan het nieuws zelf.
De zender heeft daardoor volgens velen een trage uitstraling.
In het weekend worden meer en meer documentaires uitgezonden in plaats van nieuwsbulletins.
CNN in de Verenigde Staten
Binnen de Verenigde Staten is CNN bekritiseerd door conservatieven vanwege een linkse vooringenomenheid en heeft het marktaandeel verloren aan het meer rechtse en pro-republikeinse FOX News Channel.
In 2010 werd het politiek neutrale CNN ook ingehaald door het meer linkse en prodemocratische MSNBC.
De Amerikaanse versie van CNN maakt 's nachts geen nieuwsuitzendingen meer.
De reguliere programmering start om 5.00 uur en eindigt om 23.00 uur Europese tijd.
In april 2012 noteerde CNN in Amerika met gemiddeld 446.000 kijkers de laagste kijkcijfers in tien jaar tijd.
De verkiezingsnacht van 2012 was echter weer een opsteker voor CNN.
Sinds jaren was de zender weer de bestbekeken nieuwszender.
Programma's die worden uitgezonden op zowel CNN als CNN International worden Simulcasts genoemd.
Dit zijn onder andere 'The Situation Room', 'Erin Burnet OutFront' en 'Anderson Cooper 360°'.
Ook bij groot 'Breaking News' worden de programma's van de Amerikaanse CNN overgenomen door CNN International.
De Buick Model B-24 en Model B-25Four behielden de bekende hoekige vormen van motorkap en radiator.
Standaard waren wel de kap en het windscherm.
Ze waren eveneens uitgerust met een electrische hoorn en koplampen.
1914, Buick Model B-24 Roadster
foto op classic2.home.xs4all.nl
1914, Buick Model B-24 Roadster
foto André Ritzinger op www.picturearchive.co.za
De Model B-24 was een tweedeurs roadster voor twee personen.
Dit Model was verkrijgbaar in de kleuren bruin-rood en buick-grijs met blauwzwart chassis en wielen.
De wielbasis was 2667mm, het gewicht van de Model B-24 bedroeg 997kg.
De productie bedroeg 3.126 stuks.
De Model B-24 werd verkocht voor 950$.
1914, Buick Model B-25Four
foto op classic2.home.xs4all.nl
1914 Buick Model B-25Four
foto op blog.hemmings.com
De Model B-25Four was een vierdeurs touring voor vijf personen.
Verkrijgbaar in grijs met blauwzwarte wielen en chassis, of volledig blauwzwarte uitvoering.
Het gewicht van de Model B-25Four was 1088kg.
Van de Model B-25Four werden 13.446stuks geproduceerd.
Dit model werd in 1914 verkocht voor 1050$.
De Buick Model B-24/B-25Four werd aangedreven door een 2.7liter (2704cc) vier-cilinder (twee kleppen per cilinder) motor welke 22pk leverde.
Marvel E 10-501 carburatoren.
De versnellingsbak had 3 manuele versnellingen + versnelling achteruit.
Mechanische remmen op twee wielen.
Houten wielen
Nota: er werden extra ook nog 239 Model BX-24 chassis gebouwd voor de export.
Nota2: er werden extra 1.544 Model BX-25 chassis gebouwd voor de export.
Bron : - tinternet
Standard Catalog of Buick 1903 - 2004
De Efteling is een attractiepark in de plaats Kaatsheuvel in de Nederlandse provincie Noord-Brabant.
Als officiële openingsdatum wordt tegenwoordig 31 mei 1952 aangehouden.
De geschiedenis van het park gaat echter terug tot de jaren dertig, toen op de plaats van het huidige park een sport- en wandelpark werd geopend.
Hoewel het park in de beginjaren nog voornamelijk was bedoeld voor ouders met kinderen tot circa twaalf jaar, heeft de Efteling zich inmiddels ontwikkeld tot een themapark voor alle leeftijden.
Het is gegroeid van een natuurpark met speeltuin, roeivijvers en een theehuis tot een volwaardig attractiepark inclusief moderne achtbanen van wereldwijd opererende bedrijven als Vekoma, Intamin AG en GCI.
Naast een attractiepark omvat de hele Wereld van de Efteling tegenwoordig ook het Theater de Efteling, het Efteling Hotel, de Golfclub Efteling, het accommodatiegebied Bosrijk en bestaan er plannen voor verdere uitbreidingen.
Jaarlijks bezoeken 3 tot 4 miljoen mensen het park.
De Efteling is onderscheiden met diverse prijzen, waaronder de Pomme d'Or voor het "beste recreatiepark van Europa" (1972) en de IAAPA Applause Award voor het "beste pretpark ter wereld" (1992).
De Efteling is een van de oudste nog geopende themaparken ter wereld: de Efteling werd officieel op 31 mei 1952 geopend met het Sprookjesbos.
De wortels van het huidige park liggen echter al in het jaar 1935, toen het R.K. Sport- en Wandelpark op 19 mei officieel geopend werd.
De plannen om een sportpark aan te leggen ontstonden al in 1933 en werden geïnitieerd door pastoor De Klijn en Kapelaan Rietra.
Dit plan is later uitgebreid met een speeltuin en theehuis.
. . .
Kort voor en tijdens de jaren tachtig was er sprake van een omslagpunt in het beleid van de Efteling.
In de jaren zeventig had de Efteling te maken met teruglopende bezoekersaantallen en een grotere concurrentie en om dit op te lossen werd onder andere besloten de doelgroep uit te breiden.
In 1978 vond de opening van het Spookslot plaats, de eerste attractie die volledig van de hand van Ton van de Ven was.
Een nog grotere nieuwigheid werd echter geopend in 1981: de stalen achtbaan de Python.
Met zijn 750 meter was het indertijd de grootste stalen achtbaan op het Europese vasteland.
Snelheden tot 75 km/h konden worden bereikt, het hoogste punt is 29 meter.
De Python heeft vier inversies: twee loopings en twee kurkentrekkers.
In de jaren daarna werd de Efteling verder uitgebreid met attracties die vaak niet alleen mooi aangekleed waren maar ook spannende elementen hadden.
In 1982 werd de op dat moment grootste schipschommel ter wereld, de Halve Maen, geopend.
Daarna volgden de wildwaterbaan Piraña, de bobsleebaan Swiss Bob en de houten achtbaan Pegasus.
De 'spectaculaire attracties' werden gecompenseerd door andere attracties zoals de darkride Carnaval Festival en Monsieur Cannibale - beide gelegen in het tegenwoordige Reizenrijk.
Vooral die eerste attractie - bedacht door Joop Geesink en gebaseerd op de Disney-attractie It's a Small World - stond in contrast met de andere attracties door de felle kleuren en het uiterst vrolijke thema.
De attractie was desondanks erg populair en het personage Jokie de Prrretneus was jarenlang niet alleen de mascotte van de attractie, maar van de gehele Efteling.
. . .
In 2007 opende de Efteling de attractie De Vliegende Hollander in het Ruigrijk.
Oorspronkelijk zouden de eerste bootjes het gebouw op 16 april 2006 verlaten, maar de opening werd uitgesteld vanwege een probleem met de takelhelling.
De attractie werd een jaar later, eind maart 2007, onder veel mediabelangstelling geopend. Vanaf 1 april 2007 konden de bezoekers de attractie gebruiken.
De attractie sloot echter later in het seizoen weer vanwege een grote technische storing om pas vanaf de start van seizoen 2008 weer open te gaan voor publiek.
De attractie is een waterachtbaan, dat wil zeggen een combinatie van een achtbaan en een "splash" in het water.
Na een gethematiseerde wachtrij en een darkridegedeelte met verschillende scènes (waaronder "varen op open zee") gaat het de takelhelling op om vervolgens na een achtbaangedeelte de voormalige kanovijver in te duiken.
De Vliegende Hollander staat tegenover de plaats waar de houten achtbaan Pegasus stond, in het Ruigrijk.
De kosten van deze attractie bedroegen 20 miljoen euro waarmee de attractie niet alleen de grootste, maar ook de duurste is in de geschiedenis van de Efteling, en in de hele Benelux.
Bijziendheid (Myopie, myopia) is een ametropie waarbij de persoon (dan een myoop genaamd) voorwerpen ver weg niet scherp kan zien, maar wel nabij gelegen voorwerpen.
Vandaar ook de naam (dicht)bijziendheid.
Een voorwerp met een vergentie van 0 zal dus niet scherp waargenomen worden en als het voorwerp dichterbij komt zal de vergentie dalen tot een negatief getal.
Zodra dit getal gelijk is aan de graad van ametropie zal het voorwerp wel scherp worden waargenomen.
Het woord myopie komt van het Griekse μυωψ (muoops) bijziend, kortzichtig.
Bijziendheid is geen ziekte, maar een refractiefout in het optische systeem van het oog.
De accommodatie zorgt ervoor dat de lens afhankelijk van de afstand tot het voorwerp wordt gespannen, zodat de afbeelding scherp wordt geprojecteerd op het netvlies.
Een verminderd accomodatievermogen, een te lang oog of een lichtjes platter oog leidt ertoe dat de afbeelding scherp wordt geprojecteerd vóór het netvlies.
De ooglengte is dus te lang en de ooglens te sterk.
De afwijking begint zich meestal vanaf 8 tot 12 jaar te ontwikkelen en in de tienerjaren wordt het geleidelijk meer naarmate het oog groeit en daarmee de ooglengte toeneemt.
Het brandpunt binnen het oog zal dan zich verder voor het netvlies gaan bevinden.
Wanneer de volwassenheid bereikt wordt, blijft de refractiefout meestal stabiel.
De indeling van oogafwijkingen - zoals bij- en verziend - en hun verklaring en correctie werden bedacht door Franciscus Cornelis Donders.
De sterkte van de refractiefout wordt gemeten door een opticien, optometrist of oogarts.
Ze wordt uitgedrukt in de dioptrie van de nodige lenzen.
Hoe hoger de refractiefout, des te dichterbij het voorwerp gehouden zal moeten worden om scherp waargenomen te kunnen worden.
De oorzaken van bijziendheid zijn divers. De enorme stijging van bijziendheid de laatste halve eeuw suggereert volgens sommigen dat overmatig gebruik van de ogen op korte afstand (computergebruik, lezen) vaak tot bijziendheid leidt.
Volgens de oogarts William Bates was niet de lens de oorzaak van bijziendheid maar de vervorming van de oogbol door de externe oogspieren; zijn theorieën worden echter door wetenschappers algemeen verworpen.
Bijziendheid is erfelijk bepaald.
CREAM (Consortium for Refractive Error and Myopia), een samenwerkingsverband tussen alle myopiestudies wereldwijd, identificeerde 26 genen voor bijziendheid en refractieafwijkingen.
Deze genen hebben verschillende functies, zoals overdracht van signalen in de hersenen naar de ogen, opbouw van het bindweefsel in de ogen en ontwikkeling van het oog.
Dragers van meerdere van deze genen hebben een 10 keer hoger risico op bijziendheid.
Naast genetische factoren spelen ook omgevingsfactoren een belangrijke rol.
Veel lezen of de mate waarin iemand als kind buiten gespeeld heeft, veroorzaken of verergeren de klachten bij mensen die al erfelijk belast zijn.
Tevens zien we dat bij mensen met een hoger opleidingsniveau (bijvoorbeeld universiteit) vaker bijziendheid voorkomt.
Een bril of contactlenzen met concave lenzen (dus met een negatieve sterkte) zorgen ervoor dat de stralen zo worden afgeweken dat ze terug samenkomen op het netvlies.
Dit kan ook bereikt worden door met een laser 4 tot 8 krasjes te branden in het hoornvlies, zodat de lens minder bol is.
Aan een laseroperatie zijn echter risico's verbonden en het is nog steeds niet duidelijk wat de effecten op langere termijn zijn.
Wanneer de refractiefout erg groot is, kunnen de gebruikelijke correctiemiddelen een probleem vormen.
Brillenglazen worden dan zeer dik aan de buitenrand en contactlenzen worden niet door iedereen verdragen.
Dan zijn er nog chirurgische mogelijkheden.
Een irisclip zorgt ervoor dat de lens een andere vorm krijgt.
Bij een "vervroegde" staaroperatie, een zgn.
Clear Lens Extraction And Replacement (CLEAR), wordt de lens vervangen door een kunstlens.
Dat kan er wel toe leiden dat het accommodatievermogen verloren gaat, waardoor een correctiemiddel noodzakelijk blijft, weliswaar veel minder sterk dan voor de operatie.
Dit gebeurt in de meeste gevallen met een multifocale bril.
Specifiek was de lederen afwerking over de deuren.
Buick Model 40, touring
foto op www.flickr.com
De Model 40 was verkrijgbaar in de kleuren blauw-zwart en buick-grijs.
De wielbasis was 2921mm.
De Model 40 was voorzien van een windscherm en electrische verlichting.
1913, Buick Model 40
foto op www.motofake.net
De Buick Model 40 werd aangedreven door een 4.1liter (4179cc) vier-cilinder in lijn motor welke 40pk (28.9kW) leverde.
Schebler carburators op dit model.
Het gewicht van de Model 40 was 1.330kg.
Van de Model 40 werden 1.506stuks geproduceerd.
Dit model werd in 1913 verkocht voor 1.650$.
Wisconsin is een van de staten van de Verenigde Staten.
De standaardafkorting voor de "Badger State", zoals de bijnaam luidt, is WI.
De hoofdstad is Madison.
De naam van de staat is afgeleid van de rivier de Wisconsin, die door de staat stroomt.
Voordat de Europeanen het huidige Wisconsin koloniseerden werd het bevolkt door verschillende indiaanse volkeren.
Tot in de 18e eeuw was het gebied in Franse handen, die het kwijtraakten aan de Engelsen.
De naam is via het Frans afgeleid van een Myaamia-woord dat "deze rivier slingert zich door rood steen" zou betekenen, een verwijzingen naar de rode zandstenen rotsen van de Wisconsin Dells.
Tot het grondgebied van Wisconsin behoorde oorspronkelijk ook een gebied dat in 1835 aan Michigan werd toegevoegd en nu bekendstaat als het Upper Peninsula.
Op 29 mei 1848 werd Wisconsin formeel, als 30e, een staat van de Verenigde Staten.
Tijdens de Amerikaanse Burgeroorlog hoorde het bij de Unie.
Een groep katholieke Nederlanders, bestaande uit voornamelijk arme keuterboeren uit Noord-Brabant en Limburg, vertrok naar de staat Wisconsin, waar ze zich onder meer vestigden in Little Chute en Green Bay.
Ook een grote groep Belgen vestigde zich in de graafschappen Brown County en Kewaunee County.
Jaarlijks is er een Holland festival in Ceder Grove.
De staat Wisconsin beslaat 169.790 km², waarvan 140.787 km² land is.
De staat ligt in de Central tijdzone. Wisconsin grenst in het noorden aan de staat Michigan, in het westen aan Minnesota en Iowa en in het zuiden aan Illinois.
Wisconsin ligt aan twee van de Grote Meren: Bovenmeer en Michiganmeer.
De westgrens wordt grotendeels gevormd door de St. Croixrivier en de Mississippi.
Door de staat stroomt de in de Mississippi uitkomende Wisconsin.
Verder telt Wisconsin vele meren, waarvan Lake Winnebago het grootste is.
De staat is vrij vlak; het hoogste punt is de top van Timms Hill (595 m).
Per 1/1/2012 (www.doa.state.wi.us) telde Wisconsin 5.703.525 inwoners (33,6 per km²).
De grootste stad in Wisconsin is Milwaukee.
Andere steden zijn de hoofdstad Madison, Green Bay, Kenosha, Racine, Appleton, Oshkosh en Eau Claire.
Het bruto product van de staat bedroeg in 2010 248,3 miljard dollar.
Wisconsin is een landbouwstaat en is de belangrijkste kaasproducent van de Verenigde Staten.
Het gemiddelde inkomen bedraagd 35.370$ (worknet.wisconsin.gov).
Wisconsin is onderverdeeld in 72 county's.
Aan het hoofd van de uitvoerende macht van de staat staat een gouverneur, die direct gekozen wordt door de kiesgerechtigden in de staat.
In 2010 is Scott Walker van de Republikeinse Partij verkozen tot gouverneur van de staat Wisconsin.
De wetgevende macht bestaat uit het Huis van Afgevaardigden van Wisconsin (Wisconsin State Assembly) met 99 leden en de Senaat van Wisconsin (Wisconsin State Senate) met 33 leden.
De Afsluitdijk is een belangrijke waterkering en verkeersweg in Nederland.
De 32 kilometer lange waterkering sluit het IJsselmeer af van de Waddenzee.
Hieraan ontleent de dijk zijn naam.
De verkeersweg, onderdeel van Rijksweg 7, verbindt Noord-Holland met Friesland.
Per dag reden er in 2009 ongeveer 9500 voertuigen per richting over de dijk.
Ten noorden van de snelweg ligt een 4 meter breed fietspad, waarvan ook wel gebruik wordt gemaakt door andere voertuigen die niet op de snelweg mogen rijden.
De wegen liggen niet op het hoogste punt van de dijk maar ten zuiden daarvan, zodat de Waddenzee vanaf de weg niet zichtbaar is.
De Afsluitdijk is een onderdeel van de Zuiderzeewerken.
In 1927 werd begonnen met de aanleg.
In 1932 werd het laatste sluitgat (de "Vlieter") gesloten.
Een jaar later werd de dijk opengesteld voor het wegverkeer.
In 1886 richtten enkele notabelen de Zuiderzeevereniging op die moest onderzoeken of drooglegging haalbaar was.
Ingenieur Cornelis Lely was een prominent lid en later voorzitter van deze vereniging.
Hij ontwierp in 1891 het eerste plan voor de afsluiting en inpoldering van de Zuiderzee.
In 1913, Lely was inmiddels minister van waterstaat, werd inpoldering opgenomen in het regeringsprogramma.
Dit ondanks protesten vanuit de visserij.
Na de watersnood van 1916 en de hongersnood van 1918 waren de geesten rijp voor het megaproject.
In dat laatste jaar ging het parlement akkoord.
In juni 1920 werd het eerste deel van het werk aanbesteed: de aanleg van de 2,5 kilometer lange Amsteldiepdijk (of Korte Afsluitdijk) van Noord-Holland naar het eiland Wieringen.
Bij dat project werd nuttige ervaring opgedaan, die later van pas kwam bij de aanleg van de Afsluitdijk.
De aanleg van de eigenlijke Afsluitdijk begon in januari 1927.
Er werd gewerkt vanuit vier locaties: de beide oevers en de beide speciaal aangelegde werkeilanden Breezand en Kornwerderzand.
Bij de aanleg van de 30 kilometer lange dijk werd voor het eerst keileem toegepast, dat taaier was gebleken dan zand of klei.
Dit materiaal is in Noord-Nederland ruim voorhanden.
Het werd hier afgezet tijdens de Saale-ijstijd en kon in de nabijheid van de aan te leggen dijk eenvoudig worden opgebaggerd.
De dijk is gefundeerd op zinkstukken van gevlochten wilgentenen die werden afgezonken door er steenblokken op te deponeren.
Op 28 mei 1932, om 13.02 uur, werd de Vlieter, het laatste gat in de Afsluitdijk, gesloten.
Vier maanden later, op 20 september 1932, werd de naam Zuiderzee officieel geschiedenis.
Het binnendijkse deel heette voortaan IJsselmeer, het buitendijkse deel Waddenzee.
Nadat de afrondende werkzaamheden waren voltooid, werd de Afsluitdijk op 25 september 1933 officieel opengesteld voor het verkeer.
Victor de Blocq van Kuffeler, directeur-generaal der Zuiderzeewerken, verrichtte de openingshandeling.
Springtij en een noordwesterstorm veroorzaakten in 1953 grote overstromingen in zuidwestelijk Nederland, België en Engeland.
De Afsluitdijk kreeg het zwaar te verduren, maar hield stand.
Overstromingen rond het IJsselmeer bleven daardoor uit.
In deze nacht, zei een politicus, heeft de Afsluitdijk zijn geld terugbetaald.
In 1973 wordt de Afsluitdijk wederom getroffen door een combinatie van springtij en een noordwesterstorm.
In de provincie Friesland zorgde dit voor enkele kleinschalige overlast en overstromingen.
Met name het dorp Bokwerd wordt hard getroffen.
Wethouder IJftinus van Popta sprak van "een lokale ramp, die niet vergeten mag worden".
Trivia
Het dijklichaam van de Afsluitdijk is 30 kilometer lang, gemeten van kust tot kust, en ongeveer 90 meter breed. De verkeersweg over de Afsluitdijk is 32 kilometer lang, gemeten tussen de afslagen Den Oever en Zurich. De aansluitende, binnendijks op beide oevers gelegen grondlichamen werden tegelijk met het buitendijkse gedeelte aangelegd. Daardoor wordt de lengte van de Afsluitdijk vaak opgegeven als 32 kilometer, hoewel het waterkerende gedeelte slechts 30 kilometer lang is.
Het woord 'dijk' betekent doorgaans een scheiding tussen land en water. De naam 'Afsluitdijk' zou technisch correct zijn, als het hele IJsselmeer werd drooggelegd. Echter, door de verandering van de plannen is het een dam geworden: een scheiding tussen twee wateren. Eigenlijk is er dus sprake van een afsluitdam.
Over de dijk loopt de Europese wandelroute E9, ter plaatse ook North Sea Trail geheten. De E9 loopt langs de kust van Portugal naar de Baltische staten.
Op 15 augustus 2006 kreeg Formule 1-coureur Robert Doornbos van Rijkswaterstaat de gelegenheid een jongensdroom in vervulling te laten gaan. Op een speciaal voor die gelegenheid afgezet deel van de Afsluitdijk haalde hij in zijn Formule 1-auto een snelheid van 326 kilometer per uur.
Verzamelaars van munten veronderstelden dat het Ministerie van Financiën in 2007 een speciale zilveren munt van 5 euro zou laten slaan bij de Koninklijke Nederlandse Munt ter gelegenheid van het thema 75 jaar Afsluitdijk 1932-2007. Het is er niet van gekomen. Op 28 oktober 2010 is er echter wel een verzilverd (circulatie)vijfje geslagen met als thema Nederland - Waterland. Speciaal voor verzamelaars zijn er ook een zilveren vijfje en een gouden tientje geslagen in de hoogste verzamelkwaliteit 'proof'.
De Buick Model 30 en Model 31 werden gebouwd van 1913 tot 1915.
De Model 30 was een tweezitter roadster en de Model 31 een vier/vijf persoons touring variant.
Voor het eerst werd gebruik gemaakt van elektrische zij- en achterverlichting
De versnellingsbak had 3 manuele versnellingen + versnelling achteruit.
Mechanische remmen en houten wielen.
1913, Buick Model 30 Roadster
foto Clarence Borgmeyer op www.brassauto.com
1913, Buick Model 30 Roadster
foto Warren and Phyllis Welsh, Santa Rosa HCCA op www.brassauto.com
De Model 30/31 was verkrijgbaar in de kleuren blauw-zwart en buick-grijs.
De wielbasis was 2743mm.
De productie bedroeg 3.500 stuks.
Het gewicht van de Model 30 bedroeg 1.125kg
De Model 30 werd verkocht voor 1.125$.
1913, Buick Model 31 Tourer
foto op volocars.com
1913 Buick Model 31, te restaureren
foto John Nikodym op forums.aaca.org
De Buick Model 30/31 werd aangedreven door een 3.3liter (3294cc) vier-cilinder in lijn motor welke 25.6pk leverde.
Marvel E 10-501 carburators op deze modellen.
Het gewicht van de Model 31 was 1.247kg.
Van de Model 31 werden 10.000stuks geproduceerd.
Dit model werd in 1913 verkocht voor 1.285$.
Geeuwen of gapen is met hoesten, niezen en misschien ook de hik een van de reflectoire verrichtingen die samenhangen met het ademhalingssysteem.
Mensen geeuwen als ze slaperig of verveeld zijn, als hun bloedsuiker laag is, maar vooral als ze een ander zien geeuwen.
Een geeuw die zich eenmaal heeft aangekondigd, is slechts met enige moeite of niet volledig te onderdrukken.
Er vindt een inspiratiebeweging (inademen) plaats; de mond gaat wijd open door een reflectoir aanspannen van bepaalde spieren; de buizen van Eustachius openen zich waardoor de druk in het middenoor gelijk wordt aan de omgevingsdruk; bij een volledig ontwikkelde geeuw worden ook de ogen gesloten, de armen geheven en de rug en de armen naar achteren gestrekt.
Gapen kan behoorlijk aanstekelijk zijn. Zien gapen, of erover lezen, doet een aanzienlijk deel (ongeveer de helft) van de mensen onbedwingbaar gapen.
Deze gevoeligheid ontwikkelt zich pas na het eerste levensjaar.
Ook bij chimpansees is aangetoond dat het zien gapen van een andere chimpansee een gaapprikkel is.
De mens is zeker niet de enige soort die gaapt: mensapen, katten en honden en vele andere zoogdieren en vogels gapen ook.
Of dit op grond van dezelfde mechanismen plaatsvindt is onbekend.
Hoewel iedereen dit gewone verschijnsel kent en mensen gemiddeld 10 tot 15 maal per dag gapen, is er maar heel weinig met zekerheid over bekend.
Er bestaan vele hypothesen over het doel of de functie van gapen.
Het zou meer optreden bij een laag zuurstofgehalte in het bloed of een verhoogd koolzuurgehalte (experimenteel is aangetoond, door het laten ademen van lucht met verschillende zuurstofdrukken en koolzuurgehaltes, dat deze beide hypothesen niet juist zijn);
het zou de druk in het middenoor gelijkmaken aan de omgevingsdruk (niet waarschijnlijk, daar dit steeds gebeurt bij het slikken);
het zou de spierspanning verlagen in de spieren die bij de ademhaling zijn betrokken door deze op te rekken. De verhoogde spierspanning zou het gevolg zijn van inactiviteit van deze spieren.
het zou een sociale functie hebben waardoor het groepsdier mens in een groep verkerend tegelijk naar bed gaat, en vele andere. Mensen gapen echter de hele dag, hoewel inderdaad vaker 's ochtends en 's avonds.
Een andere theorie die de laatste tijd steun vindt, beweert dat gapen juist een non-verbale uiting is van ontspanning binnen een groep. Ergo, de gaper voelt zich op zijn/haar gemak bij zijn/haar gezelschap;
Gapen heeft ook een zekere erotische lading, claimt Wolter Seuntjens, een wetenschappelijk onderzoeker die in november 2004 in Amsterdam aan de VU op het onderwerp promoveerde.
Een geeuw is een langdurige diepe inademing, hierdoor heerst er langere tijd een onderdruk in de borstkas. De functie van een geeuw zou dus kunnen zijn dat er dan veel bloed terug kan stromen in het hart. Dit is nodig omdat het bloed met zeer geringe druk teruggaat naar het hart en zich ophoopt in de grote bloedsomloop.
Gapen wordt gezien als teken van slaperigheid of verveling, en wordt daarom in gezelschap afgekeurd.
Tevens wordt het onsmakelijk gevonden.
Daarom houdt men bij het gapen de hand voor de mond of probeert men een geeuw te onderdrukken.
Zelfs een onderdrukte gaap of een gaap met de hand voor de mond wordt echter niet of nauwelijks geaccepteerd.
Nadrukkelijk een geeuw met hand voor de mond imiteren is zelfs een gebaar dat verveling uitdrukt.
Volgens het volksgeloof diende het slaan van een kruis voor de mond ervoor om de duivel ervan te weerhouden in het lichaam te varen.
Hier zou ook het huidige gebruik vandaan komen om een hand voor de mond te houden tijdens het gapen.
Bron : - wikipedia CC 3.0
Niet gecontroleerd op eventuele onjuistheden (don't shoot the messenger)
Galileo is het niet-militaire wereldwijde satellietnavigatiesysteem (GNSS) dat gebouwd wordt door de Europese Unie (EU) in samenwerking met de Europese Ruimtevaartorganisatie, ESA.
Het Galileo-project is het grootste Europese ruimtevaartproject aller tijden.
Galileo wordt het eerste civiele satellietnavigatiesysteem; dit ter onderscheiding van de huidige bestaande militaire wereldwijde systemen, te weten het Amerikaanse global positioning system (gps) en het Russische GLONASS.
Galileo moet volgens planning in 2014 wereldwijd operationeel zijn en kan dan, net als gps, door iedereen gratis gebruikt worden voor tijdsreferentie en plaatsbepaling.
Naast de gratis open service die nauwkeuriger zal zijn dan gps, zal Galileo ook extra commerciële diensten beschikbaar stellen.
De belangrijkste bestaansreden van Galileo is politiek van aard: Europese onafhankelijkheid van onder andere de Verenigde Staten.
Gps en GLONASS zouden uit politieke overwegingen uitgeschakeld of versleuteld kunnen worden.
De gebruikers zullen hun locatie (en tijd) kunnen bepalen door gelijktijdig gebruik te maken van zowel Galileo als gps en GLONASS, maar ook met Galileo alleen.
Zo kan Europa zelf beslissen over de beschikbaarheid van een GNSS.
In de periode van de besluitvorming en ontwikkeling van Galileo heeft het ministerie van defensie van de VS verschillende vergelijkbare verbeteringen meteen ingevoerd voor gps of deze aangekondigd voor de derde generatie gps-satellieten (zoals extra civiele frequenties en hogere precisie).
Het project werd officieel goedgekeurd op 26 mei 2003 door de EU en de ESA.
Op 28 december 2005 werd de eerste testsatelliet GIOVE-A met succes gelanceerd vanaf de Russische lanceerbasis Baikonoer in Kazachstan, op 27 april 2008 de tweede.
Op 21 oktober 2011 werden vanaf de lanceerbasis bij Kourou de eerste twee satellieten voor Galileo gelanceerd.
De satellieten dragen jongens- en meisjesnamen vanuit heel Europa.
De eerste twee satellieten heten Thijs en Natalia.
De geschatte kosten van het project, inclusief infrastructuur op aarde, bedragen zo'n 3,4 miljard euro.
Voor het project worden dertig satellieten gelanceerd. Drie daarvan zijn reservesatellieten.
Galileo is in enkele opzichten beter dan gps, met name:
Betere precisie voor alle gebruikers (één meter; tot 20 cm als betaalde service, gps tot vier meter)
Betere dekking van satellietsignalen op hogere geografische breedten (met name de Scandinavische landen profiteren hiervan)
Onafhankelijkheid van Amerikaanse systeembeperkingen in tijden van oorlog.
Ook China, Marokko, Israël en India nemen deel aan het project en dragen bij aan de financiering en ontwikkeling.
Met enkele andere landen, waaronder Canada, Brazilië en Australië, lopen besprekingen over deelname aan het project.
China droeg zo'n 230 miljoen bij maar besliste in 2000 om een onafhankelijk navigatiesysteem te maken, genaamd Beidou.
Nederland draagt 43 miljoen bij.
In 2007 raakte het project in problemen.
Een consortium van acht uitvoerende Europese ruimtevaartbedrijven kwam niet binnen de afgesproken termijn tot overeenstemming over het gewenste resultaat.
De Duitse staatssecretaris voor Wetenschap Peter Hintze liet weten dat de EU-landen "in principe" willen doorgaan met Galileo.
Op 30 november 2007 is alsnog een akkoord bereikt over de bouw van het systeem, dat in 2013 operationeel moet zijn.
De verwachting is dat het project 4,8 miljard euro gaat kosten.
Het Amerikaanse tijdschrift IEEE Spectrum heeft het project tot "Loser" bestempeld vanwege de overschrijding van het budget en de tijdsplanning.
Het systeem zal uiteindelijk bestaan uit 30 satellieten (27 operationele + 3 reserve).
Deze satellieten zullen in drie middelhoge cirkelvormige banen worden gebracht op een hoogte van 23.616 kilometer en onder een hoek van 56 graden ten opzichte van het evenaarsvlak.
Door het grote aantal satellieten, de positie, en de drie reservesatellieten moet het systeem buitengewoon betrouwbaar worden.
Bovendien kan de gebruiker informatie ontvangen in verband met de nauwkeurigheid van het aangeboden signaal, zodat men ook waar de nauwkeurigheid cruciaal is weet of de gegevens bruikbaar zijn.
Er zullen 10 civiele navigatiesignalen uitgezonden worden op de frequenties 1164-1215 MHz, 1215-1300 MHz en 1559-1592 MHz.
Elke satelliet weegt 700 kg en het hele systeem is ontworpen om 12 jaar mee te gaan.
De elektronica is speciaal afgeschermd tegen de ruimtestraling.
Elke satelliet bevat de volgende componenten:
Betere precisie voor alle gebruikers (één meter; tot 20 cm als betaalde service, gps tot vier meter)
Betere dekking van satellietsignalen op hogere geografische breedten (met name de Scandinavische landen profiteren hiervan)
Onafhankelijkheid van Amerikaanse systeembeperkingen in tijden van oorlog.
Op 28 december 2005 werd de eerste testsatelliet GIOVE-A met succes gelanceerd vanaf de Russische lanceerbasis Baikonoer in Kazachstan, op 27 april 2008 de tweede.
Op 21 oktober 2011 werden vanaf de lanceerbasis bij Kourou de eerste twee satellieten voor Galileo gelanceerd.
De satellieten dragen jongens- en meisjesnamen vanuit heel Europa.
De eerste twee satellieten heten Thijs en Natalia.
De geschatte kosten van het project, inclusief infrastructuur op aarde, bedragen zo'n 3,4 miljard euro.
Voor het project worden dertig satellieten gelanceerd. Drie daarvan zijn reservesatellieten.
Galileo is in enkele opzichten beter dan gps, met name:
L-band-antenne: zendt de navigatiesignalen uit in de L-band.
Search-and-rescue-antenne: vangt noodsignalen op vanaf de aarde en zendt ze naar een grondstation dat ze verder stuurt naar een lokale reddingseenheid.
C-band-antenne: ontvangt satellietgegevens van een uplinkstation. Dit zijn onder meer signalen voor de synchronisatie van de klokken aan boord van de satelliet met een atoomklok op aarde en de informatie over de kwaliteit van het signaal. Deze informatie wordt meegestuurd met het navigatiesignaal zodat de ontvanger weet of het signaal betrouwbaar is.
Twee S-band-antennes voor telemetrie, volg- en stuursignalen. Deze signalen zijn huishoudgegevens van de satelliet zelf en haar apparatuur van en naar het grondsegment. Deze antennes ontvangen, verwerken en verzenden ook de hoogtegegevens van de satelliet op een paar meter nauwkeurig. De S-bandantennes kunnen ook de C-bandantenne vervangen mocht deze defect zijn.
Infrarood- en zichtbaarlicht-zonnedetectoren: deze houden de satelliet naar de aarde gericht. De infrarooddetectoren 'zien' het verschil tussen de koude ruimte en de 'warme' aarde. Met de zonnedetectoren wordt de hoek met de zon gemeten.
Laserretroreflector: reflecteert laserstralen vanaf grondstations die zo de positie van de satelliet tot op een paar centimeter kunnen bepalen. Dit zal slechts eenmaal per jaar gebeuren omdat de metingen met de S-bandantenne voldoende nauwkeurig zijn.
Radiatoren om de overtollige warmte af te voeren.
Passieve waterstofmaserklokken: de satelliet heeft twee moederklokken. Deze atoomklokken steunen op de ultrastabiele oscillaties van het waterstofatoom om de tijd te meten met een nauwkeurigheid van 0,45 nanoseconden over een periode van twaalf uur.
Rubidiumklokken: ook twee. Deze zijn kleiner in omvang en dienen als reserve voor beide waterstofmaserklokken. Zij hebben een nauwkeurigheid van 1,8 nanoseconden in twaalf uur.
Regeleenheid voor de bewaking van de klokken: zorgt voor de verbinding tussen de vier klokken en vooral dat ze alle vier in fase lopen zodat er onmiddellijk kan overgeschakeld worden indien de moederklok faalt.
Signaalgenerator voor het navigatiesignaal: genereert de navigatiesignalen uit de gegevens van de klokken en het uplink- en kwaliteitssignaal van de C-bandantenne. Deze signalen worden dan omgezet naar de L-band om uitgezonden te worden naar de gebruikers.
Gyroscopen: meten de rotatie van de satelliet.
Reactiewielen: besturen de rotatie van de satelliet. De satelliet roteert in tegenovergestelde zin van deze wielen. Op één omwenteling rond de aarde, roteert de satelliet tweemaal om haar as om de zonnepanelen naar de zon gericht te houden.
Magnetokoppelingen: bepalen de omwentelingssnelheid van de reactiewielen door middel van magnetische inductie.
Vermogenssturing: stuurt het vermogen van de zonnepanelen en de batterijen naar de verschillende onderdelen.
Computer: stuurt zowel de satelliet zelf als verschillende componenten.
Galileo zal beschikken over tweewegcommunicatie tussen de satellieten en de grondstations.
Galileo-controlecentrum (GCC)
Er worden twee GCCs gebouwd in Europa: één in Oberpfaffenhofen bij München en een tweede in Fucino bij Rome. De Galileo-hoofdvestigingen komen in Toulouse en Londen.
Galileo-sensorstation (GSS)
Twintig Galileo-sensorstations (GSS) worden via een wereldwijd netwerk verbonden met de GCC, waar de verzamelde gegevens op juistheid gecontroleerd zullen worden en waar de tijd van elke satelliet met de klok in het controlecentrum vergeleken wordt. Via 15 uplinkstations kunnen correcties naar de satellieten gezonden worden.
Gebruikerstoestel
Naast transportnavigatie kan men door gebruik van een speciale chip in het gebruikerstoestel noodsignalen versturen. Galileo zal de locatie van de gebruiker bepalen en een bevestiging sturen dat hulp onderweg is.
Search and rescue
Naast het navigatiestuk van Galileo heeft de satelliet nog een extra transponder voor het doorgeven van noodsignalen.
Dit wordt een aanvulling op een reeds bestaande applicatie.
De organisatie van het bestaande systeem is Cospas-Sarsat.
Het systeem is ooit opgezet om schepen en vliegtuigen in nood te kunnen vinden.
Dit gebeurt door middel van een EPIRB (voor schepen) en een ELT (voor vliegtuigen).
Als het baken wordt geactiveerd zendt het twee signalen uit:
406 MHz (tussen 406,0 - 406,1 MHz)
121,5 MHz.
Bron : - wikipedia CC 3.0
Niet gecontroleerd op eventuele onjuistheden (don't shoot the messenger)
De Buick Model 24 en Model 25 werden gebouwd van 1913 tot 1915 als opvolger voor de Model 34, Model 35 en de Model 36 uit 1912.
De Model 25 was een tweezitter roadster en de Model 25 een vier/vijf persoons touring variant.
1913, Buick Model 24 Roadster
foto : Daryl and Linda Eggleston, Santa Rosa HCCA op www.brassauto.com
1913, Buick Model 24 Roadster
foto : autolit.com op www.ebay.com
De Model 24/25 was verkrijgbaar in de kleuren bruin-rood en buick-grijs met blauwzwart chassis en wielen.
De wielbasis was 2667mm, het gewicht van de Model 24 bedroeg 965kg.
De productie bedroeg 2.850 stuks.
De Model 24 werd verkocht voor 950$.
1913, Buick Model 25 Tourer
David Noznesky, FL op www.brassauto.com
1913 Buick Model 25
foto Rick & Dawne op home.usit.net
De Buick Model 24/25 werd aangedreven door een 2.7liter (2704cc) vier-cilinder (twee kleppen per cilinder) motor welke 22.5pk leverde.
Marvel E 10-501 carburator.
Het gewicht van de Model 25 was 1060kg.
Van de Model 25 werden 8.150stuks geproduceerd.
Dit model werd in 1913 verkocht voor 1050$.
De versnellingsbak had 3 manuele versnellingen + versnelling achteruit.
Op zaterdag 25 mei organiseert Child Focus de twaalfde editie van de Internationale Dag van de Vermiste Kinderen in België.
Al 23 landen van de Europese Unie hebben de speciale hotline 116 000 om vermiste kinderen te melden.
Drie andere EU-lidstaten zijn bezig met voorbereidingen voor de Europese alarmlijn. Alleen Finland blijft achter.
Portugal was in september 2007 het eerste land dat de hotline opende.
Nederland volgde als derde land een jaar later.
116 000 wordt binnenkort in Letland, Litouwen en Zweden operationeel.
Op de grote dag, zaterdag 25 mei, nodigen de vrijwilligers van Child Focus iedereen uit op hun evenementen in Antwerpen, Brugelette, Braine-le-Comte, Brussel, Charleroi, Gent, Hasselt, Luik, Namen, Nijvel, Philippeville, Tongeren, Doornik en Turnhout.
Er staan talloze speelse en leerrijke activiteiten op het programma: activiteiten rond een veilig en verantwoord gebruik van het internet, luisteren naar verhalen, schminken, uitdelen van ballonnen, muziek,
Deelnemen is gratis, mis om 15 u het hoogtepunt van deze dag niet: in al deze steden samen wordt een menselijke ketting van 116.000 schakels gemaakt om dit Europese noodnummer voor vermiste kinderen in de schijnwerper te plaatsen.
Doe gratis mee en mis om 15 u het hoogtepunt van deze dag niet: in al deze steden wordt een 116 000 reus opgetrokken om dit Europese noodnummer voor vermiste kinderen in de schijnwerper te plaatsen.
Het nummer 116 000 is het Europese spoednummer, gratis in Belgïe, zodat iedereen de verdwijning of het seksueel misbruik van een kind kan melden.
Zaterdag 25 mei heeft ook een Big Tweet plaats.
Van 9 tot 19 uur wordt om het half uur een bericht over een sinds lang vermist kind getweet, aldus Child Focus.
Deze hele maand lang stropen de Stichting, haar partners en vrijwilligers de mouwen op om elke burger uit te nodigen deel te nemen aan de sensibilisatie- en communicatieactie die ze in het kader van deze belangrijke dag opzet.
NMBS, partner van Child Focus sedert vele jaren, steunt deze campagne van 25 mei.
Peter Minuit, Pieter Minuit, Pierre Minuit of Peter Minnewit (Wesel, 1580/1585 Saint Christopher, augustus 1638) was de derde gouverneur van Nieuw-Nederland (1626-1631), ook wel bekend als Nova Belgica, en eerste gouverneur van Nieuw-Zweden (1638).
Hij werd beroemd doordat hij in 1626 het eiland Manhattan van de Manhattan-indianen kocht voor 60 gulden.
Minuit werd geboren te Wesel (Rijnland); zijn precieze geboortejaar is niet bekend.
Zijn ouders waren protestantse Walen uit Doornik die zich in 1581 te Wesel hadden gevestigd om aan het katholieke Spaanse bewind over de Nederlanden te ontsnappen.
Hij zou zelf later diaken van de Waalse kerk worden.
Minuit trouwde op 20 augustus 1613 met Gertrud Raedts, een vrouw uit een rijke familie, en werd koopman.
In een testament dat in 1615 te Utrecht werd opgesteld, wordt hij omschreven als diamantslijper.
In het begin van de jaren 20 van de 17e eeuw, vermoedelijk 1624, verliet hij Wesel.
Hij trad in dienst bij de West-Indische Compagnie (WIC), die Minuit in 1625 naar Nieuw-Nederland stuurde om aldaar naar delfstoffen te zoeken.
Hij keerde weer terug naar Amsterdam en werd in december van dat jaar tot gouverneur benoemd, als opvolger van Willem Verhulst.
Minuit vertrok op 9 januari 1626 met twee schepen van de rede van Texel en kwam op 4 mei 1626 in de kolonie aan.
Op 24 mei van dat jaar (volgens sommige bronnen in juli) zou hij Manhattan hebben gekocht van de Indianen.
Onder Minuit groeide de kolonie voorspoedig, maar Minuit raakte in conflict met de kolonisten.
In 1631 werd hij ontheven uit zijn functie als gouverneur, en in augustus 1632 keerde hij terug naar Nederland.
Hij werd in 1633 opgevolgd door Wouter van Twiller.
Minuit woonde enige tijd in Amsterdam, maar verhuisde in 1634 naar Emmerik.
In 1636-1637 onderhandelde hij met Samuel Blommaert en de Zweedse regering over het stichten van de eerste Zweeds-Finse kolonie in de Nieuwe Wereld.
De Zweden en Finnen arriveerden in 1638 in een gebied aan de Delawarerivier (tegenwoordig Wilmington).
Het werd Nieuw-Zweden genoemd.
Minuit voltooide Fort Christina in 1638.
Hij wilde daarna terugkeren naar Stockholm om een tweede groep kolonisten op te halen, maar maakte een omweg naar het Caribisch gebied om producten uit Delaware te ruilen tegen een lading tabak die in Europa zou worden verkocht om de reis te financieren.
Onderweg kwam hij, aan boord van het schip van een Nederlandse kennis, om tijdens een orkaan bij Saint Christopher.
Mauno Kling, de Finse luitenant van Minuits schip, werd vervolgens tot kapitein bevorderd, en zeilde terug naar Nieuw-Zweden.
Hij nam Minuits taak als gouverneur over, tot twee jaar later de nieuwe gouverneur uit Zweden arriveerde.
Nieuw-Zweden werd in augustus 1655 veroverd door Peter Stuyvesant, die Nieuw-Zweden en Nieuw-Nederland in 1664 moest afstaan aan de Britten.
Naar Minuit is Peter Minuit Plaza genoemd, een parkje aan de zuidkant van Manhattan.
In Inwood Hill Park bevindt zich een gedenkteken op de plaats waar Minuit Manhattan "kocht".
Verder is naar Minuit een school genoemd en een afdeling van de Daughters of the American Revolution.
Ook in zijn geboorteplaats Wesel bevindt zich een gedenkteken.
Tommy (23 mei 1969) is de eerste van de twee rockopera's van de Britse rockband The Who (de tweede rockopera van songwriter-gitarist Pete Townshend is Quadrophenia).
Tommy is het allereerste muzikale werk dat expliciet als "rockopera" betiteld werd.
Er waren wel andere rockopera's avant la lettre, maar Tommy populariseerde het genre.
In vroegere oplagen werd het album Tommy (1914-1984) genoemd.
Townshend schreef de rockopera, afgezien van twee nummers die basgitarist John Entwistle schreef.
Keith Moon zou ook een nummer hebben geschreven, maar het bleek uiteindelijk toch door Townshend geschreven te zijn.
Een ouder nummer van blues-musicus Sonny Boy Williamson II werd ook in de mini-opera ingelijfd.
De speeltijd is exact 74 minuten.
In 1975 werd de rockopera verfilmd door de Brit Ken Russell als Tommy.
De bandleden van The Who speelden zelf ook in de film mee.
Personages
Tommy Walker: De hoofdpersoon waar het verhaal om draait.
Captain Walker: Tommy's vader.
Mrs Walker: Tommy's moeder.
Frank Hobbs: Mrs Walker's vriend (alléén in de film)
Uncle Ernie: Tommy's "verdorven oom", die seksueel gezien anders dan anders is.
Cousin Kevin: Tommy's neefje, de pestkop van de school.
Local Lad: De regerende kampioen van het flipper-toernooi.
The Acid Queen: Een "zigeunerin" die hallucinogene substanties verhandelt.
The Doctor: Een dokter die probeert Tommy te genezen.
Sally Simpson: Één van Tommy's discipelen.
Het verhaal over het autistische kind Tommy is een metafoor: de veronderstelling is dat we vijf zintuigen hebben, maar blind zijn voor de realiteit. Tommy staat symbool voor onze eigen onvolkomenheden.
Op de originele albumversie is het verhaal vrij losdradig en werden de nummers vaak post facto door Townshend in interviews aaneen geknoopt. Nadat er andere versies van het album verschenen, werden de verschillende 'gaten' opgevuld en werden er bepaalde dingen veranderd (de tijdlijn werd veranderd naar de Tweede Wereldoorlog en 1951 in sommige versies, en in de filmversie vermoordt de minnaar de man in plaats van andersom).
Pete Townshend droeg de dubbelelpee op aan zijn Indiase goeroe Meher Baba.
De brand in de Innovation was een ramp op maandagmiddag 22 mei 1967 in het Brusselse filiaal van de Belgische grootwarenhuisketen Innovation (nu Galeria Inno).
Er vielen 323 doden en 150 mensen raakten gewond, al bestaat zelfs over het precieze aantal slachtoffers twijfel.
Men vermoedt dat er rond de 800 aanwezigen waren.
Het warenhuis was gevestigd in een doolhof van verschillende gebouwen.
Vooral veel mensen in het achterste gebouw, waar het zelfbedieningsrestaurant was gevestigd, hadden pas laat in de gaten dat er brand was en konden geen kant op toen het vuur hen bereikte.
De brand werd rond 13:20 opgemerkt door een verkoopster in een kleine opslag voor kinderkledij op de eerste verdieping.
Toen de brandweer kwam was het vuur al aan de centrale koker waardoor het steeds met zuurstof gevoed werd.
Mensen sprongen uit de ramen en brandweer en omwonenden probeerden hen te redden door dekens te spannen en ladders te zetten.
Eén man overleefde een sprong van de derde verdieping zonder noemenswaardige verwondingen.
Rond 15:15 stortte een gedeelte van de winkel in.
De oorzaak van de brand is zelfs na uitgebreid onderzoek onbekend gebleven.
Er werd gedacht aan brandstichting: in de Innovation was net een Amerikaanse week bezig, wat tot protesten leidde; het was immers de tijd van de Vietnam-oorlog.
Bewijs van kwaad opzet is echter niet gevonden.
Er kon wel geconcludeerd worden dat de blusinstallatie in het warenhuis ontoereikend was.
De architectuur (een soort amfitheaterbouw rond een centrale ruimte met de trappen) heeft alleszins bijgedragen tot de snelle vuurontwikkeling.
Ook het feit dat het brandalarm afging op het tijdstip dat dagelijks de bel voor het middageten van het personeel luidde, leidde ertoe dat velen niet beseften wat er aan de hand was.
Vijf jaar na de brand kreeg België een zeer strenge wetgeving op brandveiligheid in winkels.
Innovation opende in 1970 op dezelfde plaats een nieuw warenhuis.