B b B b 1 l (21) |
Balsemwormkruid |
Balsemwormkruid (Tanacetum balsamita) is een vaste plant uit de composietenfamilie en wordt gebruikt als kruid. De polvormende plant wordt 80-150 cm hoog en vormt wortelstokken (rhizomen). Aan de vertakte en pluimvormig behaarde stengel zitten leerachtige, blauwgroene tot 20 cm lange bladeren. De bladrand is gezaagd en de onderkant van het blad is fijn behaard. |
balsemwormkruid |
Balsemwormkruid bloeit aan het eind van de zomer met geelgroene, buisbloempjes in 4-8 mm grote hoofdjes die een schermachtige pluimvormige bloeiwijze vormen en sterk naar etherische olie ruiken.
De plant bevat veel verschillende etherische oliën, waaronder veel carvon en in mindere mate kamfer en thujon. Het verschil met boerenwormkruid zit in het blad dat minder fijn geveerd is en lekkerder ruikt. Omdat hij in onze streken moeilijk uit zaad op te kweken is, wordt de plant vermeerderd door scheuren.
Balsemwormkruid komt uit Voor-Azië en was bekend bij de Egyptenaren, de Grieken en Romeinen (die hem hier waarschijnlijk hebben ingevoerd). Culpeper, de 16e eeuwse kruidkundige, vermeldt hem als 'algemeen voorkomend'. De kolonisten namen de plant mee naar Amerika waar hij nu in het wild langs de wegen groeit. |
balsemwormkruid bloemen |
De Amerikaanse naam bibleleaf(bijbelblad) ontstond omdat kolonisten het lange blad als bladwijzer in hun bijbels legden; de Engelse naam alecost dankt het aan het feit dat het werd gebruikt als smaakmaker in ale. De Nederlandse naam duidt op de geur van de plant. U kunt hem gebruiken in soepen, bij wild en gevogelte, kalfsvlees, in vullingen, in salades en zelfs in gebak. Nog enkele namen: duits : balsamkraut, frauenblatt, marienblatt, pfefferblatt frans : balsamite spaans : balsamita |
|
Bron :Wikipedia www.itcbv.com/ |
|