De bonte strandloper is een kleine steltloper, met een lengte van 17 tot 21 centimeter.
Dit is ongeveer zo groot als een spreeuw. De snavellengte van de bonte strandloper is variabel.
De nominaatvorm, Calidris alpina alpina uit Noord-Europa en Noord-Rusland heeft een vrij lange, omlaaggebogen snavel.
De ondersoort zuidelijke bonte strandloper (Calidris alpina schinzii) heeft een vrij korte en rechte snavel.
Deze ondersoort broedt in het noorden van het Verenigd Koninkrijk en Ierland en het Oostzeegebied.
De bonte stern kan moeilijk met een andere stern verward worden behalve met de kleinere brilstern.
De rug van de bonte stern is donkerder, het wit op het voorhoofd is breder en de witte nekband van de brilstern ontbreekt.
Er bestaan naast de zuidelijke bonte strandloper nog acht andere ondersoorten van de bonte strandloper.