Moeder al drie jaar dood, maar nog steeds zwaaiend voor het raam dankzij Google Street View
Moeder al drie jaar dood, maar nog steeds zwaaiend voor het raam dankzij Google Street View
Ze mag dan al drie jaar dood zijn, de moeder van Nederlander Roger van der Kraan, als hij wil kan hij elke dag even naar zijn moeder zwaaien. Met dank aan Google Street View.
“Ze staat gewoon nog voor het raam. Zoals ze altijd zwaaide. Google Maps moet altijd zo blijven”, luidde de tekst van de tweet bij een foto van de Van der Horststraat in het Nederlandse Maassluis, waar de moeder van Roger van der Kraan woonde totdat zij drie jaar geleden overleed.
De Nederlander moet vooral heel hard lachen om de gigantische stroom aan reacties die losbarstte nadat hij ‘spontaan een tweetje bedacht’. “Iedereen valt er overheen”, vertelt hij. “Ik kreeg zelfs een bericht van een vrouw die schreef dat de tranen over haar gezicht liepen van ontroering. Tja, sterkte dacht ik toen. Ik denk dat ik te nuchter ben om dat te voelen.”
Van der Kraan benadrukt dat zijn rouwperiode al lang achter hem ligt. “Het is voor mij eigenlijk een soort monumentje, mijn moeder daar zo voor het raam. Een vertrouwd beeld. Want altijd als ik naar de supermarkt of de slager rijd, kom ik er langs. Vroeger stopte ik dan even om te vragen of zij ook nog wat nodig had. Nu dus niet meer. Maar het beeld doet mij daar altijd nog aan denken. Het is dus eigenlijk iets alledaags dat helemaal niet bijzonder zou moeten zijn.”
Ellende delen
Maar dat is het volgens velen dus wel. “Als mijn actie dan ergens goed voor moet zijn, dan hoop ik dat mensen het hierdoor minder eng vinden om dit soort persoonlijke dingen te delen op sociale media. Houd jezelf eens een spiegel voor. Deel dus ook eens je ellende, in plaats van alleen maar de leuke dingen die je hebt gedaan tijdens de vakantie. Maak het écht, zoals het leven ook echt is”, luidt zijn boodschap. (br.hln)
Poeslief of asociaal: katten spiegelen zich aan hun baasje
Poeslief of asociaal: katten spiegelen zich aan hun baasje
Dankzij een nieuwe studie krijgt het begrip ‘copycat’ plots een andere invulling. Het toont immers aan dat katten hun gedrag afstemmen op hun baasjes. Als je viervoeter zich af en toe bitsig en asociaal gedraagt, weet je waar het aan ligt ...
Hoe jij je gedraagt, kan het karakter van je kat beïnvloeden. Dat blijkt uit een studie die gepubliceerd is in het wetenschappelijke tijdschrift PLOS One. Het onderzoek werd uitgevoerd door wetenschappers van de Nottingham Trent University en de University of Lincoln, die meer dan 3.300 katteneigenaars hebben ondervraagd. De baasjes moesten onder meer vragen beantwoorden over hun persoonlijkheid, gezondheid en levensstijl, én die van de kat.
Mensen die neurotische trekjes vertonen - dat wil zeggen dat ze zich vaker angstig, boos, droevig en eenzaam voelen - hadden meer kans om een huisdier met gedragsproblemen te hebben. De katten kwamen vaker agressief uit de hoek, gedroegen zich angstig, waren ziek door stress en hadden overgewicht. Het tegenovergestelde klopt ook: baasjes die meer ontspannen zijn, hebben thuis vaker een kalme, gelukkige en gezonde kat rondlopen.
“Baasjes beschouwen hun huisdieren als gezinsleden. Ze hebben er dan ook een nauwe band mee”, reageert Lauren Finka, professor aan de Nottingham Trent University. “Het is dus mogelijk dat katten beïnvloed worden door de manier waarop we omgaan met de dieren. De overgrote meerderheid wil uiteraard alleen maar het beste voor de katten, en terecht. Deze studie bevestigt het belang van een goede relatie tussen de baasjes en de beestjes.” (br.hln)
SOS muggenbeten: zo raak je snel weer van die vervelende jeuk af
SOS muggenbeten: zo raak je snel weer van die vervelende jeuk af
Irritant gezoem, slapeloze nachten en een hele resem jeukende bultjes op je huid: het is overduidelijk dat het muggenseizoen weer in volle gang is. Veranderde jouw lichaam vannacht ook in een ‘all you can eat’-buffet voor een zwerm hongerige muggen? Dan zit je nu gegarandeerd te krabben voor dood. Dit is hoe je die vervelende jeuk weer wegkrijgt.
Het is sowieso een beetje experimenteren om te zien wat het best voor jou werkt om het jeuken te doen overgaan. Deze oplossingen zullen je in elk geval al een eindje op de goede weg helpen.
1. Maak de beet schoon met alcohol
Ben je er snel bij, dan kan je de beet schoonvegen met alcohol. Alcohol heeft een verkoelend effect wanneer het opdroogt, wat ervoor kan zorgen dat het jeuken wat weggaat.Zorg ervoor dat je niet te veel alcohol gebruikt, want dit kan ervoor zorgen dat je huid geïrriteerd raakt.
2. Smeer in met honing
Honing heeft antiseptische en antibacteriële eigenschappen. Bovendien vermindert honing de kans op het ontstaan van ontstekingen. Smeer je beet echter niet in met honing wanneer je nog naar buiten moet, want dan bestaat de kans dat je een echte muggen- en wespenmagneet wordt.
3. Neem een bad met havermout
Havermout heeft jeukstillende eigenschappen en helpt de huid kalmeren wanneer die geplaagd wordt door insectenbeten, allergische reacties of een droge huid. Eén optie is om havermout toe te voegen aan je badwater, een andere is om een maskertje van havermout aan te brengen op de beet.
4. Gebruik een koud theezakje
Maak jezelf eerst een lekker theetje klaar (zwarte of groene thee werken het best) en laat het gebruikte theezakje afkoelen in de ijskast. Breng het vervolgens aan als een soort kompres op de beet om de jeuk te verzachten.
5. Maak een basilicumsmeersel
Basilicum bevat chemische verbindingen die de jeukende huid kunnen verlichten. Je kan basilicumolie aanbrengen als een lotion of je kan het thuis zelf maken. Om je eigen smeersel te maken kook je 2 kopjes water en 15 gram gedroogde basilicumblaadjes. Nadat het mengsel is afgekoeld, kan je een wattenschijfje in het mengsel dopen en hiermee vervolgens de beet insmeren. Alleen verse basilicum in huis? Dan kan je enkele blaadjes fijnsnijden en deze over de beet wrijven.
6. Smeer de beet in met aloë vera
Aloë vera heeft ontstekingsremmende eigenschappen en werkt kalmerend op een geïnfecteerde huid. Bovendien voelt het koel aan als je het aanbrengt, wat helpt tegen dat lastige jeukende gevoel. Zorg er dus voor dat je een aloë-veraplant in huis hebt, snij als de nood hoog is een blaadje af en breng de gel die uit het blad komt rechtstreeks aan op de huid. (br.hln)
Zwart of wit: wat is nu de beste kledij bij warm weer?
Zwart of wit: wat is nu de beste kledij bij warm weer?
Vandaag wordt het weer tropisch warm en klimmen de temperaturen boven de 30 graden Celsius. Een hele dag rondlopen in zwemkledij of - waarom ook niet: in Adam- of Eva-kostuum - klinkt verleidelijk, maar is jammer genoeg niet realistisch. Wat kan je dan wel het best dragen op een bloedhete dag?
Een kleerkast met zomerkledij ziet er waarschijnlijk lichter uit dan eentje met winteroutfits. Tijdens de zomermaanden zijn we immers geneigd om voor witte kledingstukken of frissere kleuren te kiezen. Dat heeft niet alleen te maken met wat modetrends voorschrijven. We gaan er ook van uit dat het minder warm is bij hoge temperaturen. Maar klopt dat wel? En waarom lopen mensen in de woestijn dan rond met lange, donkere gewaden? Wij vroegen het aan kleurexpert en trendwatcher Hilde Francq.
Bedoeïenen
“Donkere kleuren slorpen de warmte op. Wit en lichte kleuren weerkaatsen daarentegen het zonlicht en nemen daardoor minder warmte op”, legt de expert van trendstudio Francq Colors uit. “Daaruit zou je kunnen concluderen dat we het best lichte outfits dragen om het koel te hebben. Toch klopt dat niet.”
Ze verwijst naar een onderzoek dat in 1980 gepubliceerd is in het wetenschappelijke vakblad Nature. “4 wetenschappers plaatsten toen vrijwilligers in de woestijn tijdens de middag en testten een aantal verschillende outfits uit. Wat bleek? De hitte die doorgegeven werd door het gewaad op de huid was identiek bij het zwarte of het witte gewaad.” Veel belangrijker was de snit van het gewaad. “Bij een losse garderobe is er sprake van een soort schoorsteeneffect: de hitte tussen gewaad en huid verplaatst zich naar boven, waardoor er langs onderen lucht opgezogen wordt. Hierdoor ontstaat er een luchtstroom die verkoelend werkt. Waarom bedoeïenen dan vaak zwarte kledij dragen? Wellicht omdat het minder straling doorlaat en daardoor beter tegen verbranden beschermt.”
Kortom, of je nu voor zwart of wit kiest, maakt niet zoveel uit. Je draagt simpelweg het best losse kledij. Is een loszittende outfit geen optie en ga je toch voor strakke kledij? Dan haal je het best lichte kleuren uit je kleerkast.
Kijk ook naar de stof
Warm weer vraagt om luchtige stoffen die ademen én toch tegen de zon beschermen. “Stoffen die de stroming van de lucht bevorderen zijn een aanrader”, bevestigt Francq. “Luchtig linnen is een van de beste opties. Hoewel katoen erg fris aanvoelt, is het ook erg absorberend en houdt het zweet vast. Daarom is het niet altijd geschikt, tenzij het heel luchtig geweven is. Ook stoffen als viscose, tencel of zijde kunnen verkoelend aanvoelen.” (br.hln)
De aanhoudende hitte is niet alleen behoorlijk lastig voor mensen - hallo zweetplekken en een slechte nachtrust - maar ook onze groene amigo’s krijgen het erg te verduren. Om ervoor te zorgen dat ze na deze week niet allemaal het leven hebben gelaten, vroegen wij online platenbezorger Plantsome om hun 5 beste tips waarmee jouw planten het hoofd koel houden.
1. Vermijd direct zonlicht
De zon is momenteel enorm fel en kan veel kamerplanten gemakkelijk verbranden als ze direct voor het raam staan. Zet de planten dus tijdelijk op een schaduwrijker plekje zodat ze het minder warm hebben.
2. Geef in de ochtend of avond water
Als het even mogelijk is geef dan vroeg in de ochtend of later op de avond water. Het is dan minder warm waardoor het water niet zo snel verdampt en de wortels meer tijd hebben om het water op te nemen. Je kunt er tijdens deze warme dagen van uitgaan dat je plant wel 2 keer zoveel water als normaal nodig gaat hebben. Hou daar dus rekening mee en geef om de 2 dagen een flinke plens water.
3. Keep it cool
Met het gevaar om open deuren in te trappen: probeer het zo koel mogelijk te houden in huis. Je gordijnen dichthouden overdag en je ramen open ’s nachts zorgt ervoor dat de temperaturen enigszins gelijk blijven gedurende de dag en nacht. Voor planten is dat belangrijk omdat ze slecht tegen plotselinge temperatuurstijgingen kunnen. Let ook op met airco’s. Ze maken je huis of kantoor een stuk koeler, maar zorgen ook voor een plotselinge golf van koude, droge lucht. Planten kunnen hier slecht tegen. Probeer ze dus in ieder geval niet direct in de luchtstroom van de airco te zetten. Ventilators zijn geen probleem.
4. Sproeien
Wanneer er meer vocht in de lucht zit is de lucht ook koeler. Koelere lucht is beter, ook voor jouw groene vrienden, dus probeer elke dag de lucht rondom de planten te besproeien met water. Of zet een bak met water naast jouw planten zodat er continue vocht de lucht in verdampt.
5. Stop met voeding geven
Jouw planten hebben al genoeg energie van de zon en warmte, ze hebben dan geen behoefte aan nog een boost energie. Zie het als dat laatste bakje koffie op de avond waar je meestal spijt van hebt als je even later met opengesperde ogen in bed ligt. (br.hln)
Het vervelendste klusje van de zomer: zo maak je je barbecue het best schoon
Het vervelendste klusje van de zomer: zo maak je je barbecue het best schoon
Met de huidige zonnige avonden zijn het ideale omstandigheden voor een barbecue. Enig minpuntje zijn de restjes van het vorige vleesfeest die nog aan de rooster hangen. Wat te doen? Enkele experts geven hun beste tips.
Heb je al eens geprobeerd het aangekoekt vet en de verbrande resten met wat staalwol en zeep van je barbecuerooster te verwijderen? Inderdaad, leuk is anders en je bent er lang mee bezig voordat je echt resultaat hebt. Dat kan beter. Barbecue-chef Koos van Essen staat bijna dagelijks boven een rooster met kolen. Tussen het snijden van de groenten en vlees door legt hij uit dat het belangrijk is om de barbecue goed schoon te maken. “Je wilt op je vlees natuurlijk wel mooie strepen hebben, maar die moeten van de grill komen en niet van het roet.”
Bovendien kan er schimmel aan de binnenkant van je rooster komen en daar zit je niet op te wachten als je van plan bent om er vlees en groente op te leggen. “Zeker als je de barbecue voor het eerst na de winter naar buiten haalt, moet je even de tijd nemen om het schoon te maken.”
300 graden Celsius
Chef Wido Zembsch heeft als tip om de oude kolen dooreen te schudden en het stof met een stofzuiger op te ruimen. “Heel simpel en het is zo geklaard.” Het beste is volgens hem om een vies rooster schoon te branden op 300 graden Celsius. “Dan is alles wat eerst aan het roestvrij staal vastkleefde in één keer weg.” Ook eten-journalist Gerrit-Jan Groothedde prefereert deze methode. “Het rooster is natuurlijk een telkens weer terugkerende ellende”, weet hij uit ervaring. “Opstoken, heet laten worden en dan even met een stukje staalwol erover en al het vuil komt er zó van af!” De pech is alleen dat professionele barbecuers hun vuurtje wel zo hoog op stoken, maar dat de gemiddelde huis-tuin- en-keukenchef daar geen geduld voor heeft. Van Essen heeft ook weleens gehoord dat een rooster na het bbq’en in het gras wordt gegooid. Dé tip voor iemand die echt heel lui is, knipoogt de grill-chef. “Niet te heet natuurlijk, want dan heb je een schroeiplek. Maar het schijnt dat de dauw en het gras samen er voor zorgen dat alles er weer goed uitziet.”
Aardappel
Ook Liesbeth Verboven, schoonmaakdeskundige bij Het Poetsbureau en medeauteur van ‘De grote schoonmaakbijbel’ en ‘De poetsplanner’ heeft nog 2 tips. De eerste gebruik je voor je gaat barbecueën. “Laat eerst je barbecue goed heet worden en laat het rooster mee opwarmen. Snijd dan een aardappel door twee en prik een helft op een vork. Wrijf er dan mee op je rooster. De aardappel geeft zetmeel vrij wat zorgt voor een antiaanbaklaag. Na het barbecueën vergemakkelijkt dat laagje het schoonmaken.”
Heb je nog een ui over van je zomerse salade of een citroen van de verfrissende drankjes? Dan komen die nu goed van pas. “Snijd de ajuin of de citroen door de helft en wrijf het nog warme barbecuerooster aan alle kanten in. Het vuil zal zo loskomen en je kan het rooster daarna makkelijk afwassen in een sopje met afwasmiddel”, aldus Verboven. (br.hln)
“Ruim je kamer op!” Kinderen die helpen in huishouden zijn later succesvoller
“Ruim je kamer op!” Kinderen die helpen in huishouden zijn later succesvoller
Laat jouw kleuter de was eens ophangen of vraag aan je oudste om de slaapkamer te stofzuigen. Kinderen die helpen in het huishouden, hebben immers een grotere kans op succes in hun latere professionele leven. Dat beweert althans opvoedingsexpert Julie Lythcott-Haims. Moeite om je kroost gemotiveerd te krijgen? Met deze tips lukt het beter.
“Hoe vroeger je kinderen betrekt bij het huishouden en klusjes laat uitvoeren, hoe sneller ze begrijpen dat werk deel uitmaakt van het leven”, stelt Julie Lythcott-Haims, die ook het boek ‘How to Raise an Adult’ geschreven heeft. Voor die uitspraak baseert de expert zich op een langetermijnstudie van Harvard, die huishoudelijk werk bij kinderen aanmoedigt.
“Als kinderen geen vervelende taakjes moeten doen, betekent dat iemand anders ermee in de weer is. Het gevolg: ze nemen minder initiatief. Ze wachten op iemand die hen een checklist geeft met taakjes die ze moeten afvinken, maar die is er in werksituaties niet altijd. Ze missen vaker de vaardigheid om werk te zien en zelf te redenen hoe ze nuttig kunnen zijn.” Lythcott-Haims is er dan ook van overtuigd dat kinderen die wel helpen in het huishouden, later ook betere werknemers zijn. Zo kunnen ze beter samenwerken met collega’s, tonen ze meer empathie en kunnen ze taken zelfstandig afwerken.
“Als je zelfstandigheid belangrijk vindt, is het handig om je kind taakjes te geven”, bevestigt opvoedexpert Eva Bronsveld, auteur van De Opvoedkalender. “Daarmee geef je jouw zoon of dochter al vroeg eigen verantwoordelijkheid en jij hoeft niet alles alleen te doen. Dat vergt enige investering, want een kind dat net de vaatwasser leert inruimen, kost meer tijd dan het oplevert. Maar op den duur pluk je er de vruchten van.”
Een kind dat van jongs af aan helpt, krijgt meer zelfvertrouwen, vult orthopedagoog Mariëlle Beckers aan. “En hij of zij wordt voorbereid op het echte leven. Als je op kot gaat, is het wel zo prettig als je weet hoe de stofzuiger werkt.” Volgens haar zijn er nog een heleboel andere voordelen: het helpt bij de ontwikkeling van de uitvoerende hersenfuncties zoals impulsbeheersing, concentratie, flexibiliteit en prioriteiten stellen. Beckers: “Als je kinderen veel uit handen neemt, kunnen ze minder met die vaardigheden oefenen. Maar bereid je samen een maaltijd, dan leren ze dingen die niet alleen nodig zijn om te kunnen koken, maar bijvoorbeeld ook om taken te initiëren en een planning te bedenken.”
Toegegeven, je kind betrekken bij het huishouden is gemakkelijker gezegd dan gedaan. Hopelijk kunnen deze tips soelaas bieden.
Maak het visueel
Een afbeelding is veel helderder voor kinderen dan een lijstje met dingen die moeten gebeuren. Print daarom foto’s af van je kinderen die de afwasmachine inladen of de tafel afruimen en kleef ze bijvoorbeeld aan de ijskast. Maak als extra motivator ook een kiekje van je kind die dessert eet, de vooropgestelde beloning als alle taakjes gebeurd zijn.
Een routine installeren
Voor kinderen is een routine een makkelijke kapstok. Ze vinden het fijn om te weten wat de volgende stap is, en het helpt hen om een taak vol te houden. Wil je dat je dochter haar pyjama in de wasmand gooit? Doe het elke morgen met haar, net nadat ze haar tanden heeft gepoetst en voor ze haar kleren aandoet om naar school te gaan. Die structuur wordt na een tijdje vanzelf een gewoonte.
Maak er een familiemoment van
Hoe vroeger je kinderen hun ouders klusjes samen zien doen, hoe groter de kans dat ze willen meedoen. Samen afwassen als familie, met een leuk muziekje erbij, kan een prima moment van quality time zijn.
Begin gemakkelijk
Kinderen, vooral als ze nog jong zijn, hebben het moeilijker met instructies volgen die uit verschillende stappen bestaan. Een 5-jarige vragen om de tafel te dekken is niet onmogelijk, maar concrete instructies zijn wel nodig om de taak tot een goed einde te brengen. Leg duidelijk uit dat je vier placemats, vier borden, vier messen en vorken nodig hebt, en ook waar die moeten komen. Leg je verwachtingen niet te hoog en wees vooral geduldig.
Beloningen bedenken
Je mag je kinderen belonen voor hun deelname in het huishouden. Maar dat wil natuurlijk niet zeggen dat elke taak uitmondt in een tripje naar de snoep- of speelgoedwinkel. Werk bijvoorbeeld met een systeem waarbij kinderen bij elke taak een munt verdienen, en dat ze met die munten kunnen sparen voor een beloning. Dat kan van alles zijn, van een ijsje op vrijdagavond tot 10 minuutjes langer opblijven.
Moedig zelfstandigheid aan
Alle mensen - zelfs al zijn ze nog zo klein - vinden het leuk om geliefd, onmisbaar en geapprecieerd te worden. In plaats van lege complimenten te geven (“goed gedaan’, ’je bent geweldig”), leg je daarom ook uit waarom de medewerking van je kind helpt. “Als je zelf je bed opmaakt, dan zijn we allemaal op tijd op school en ons werk. Dat is echt fijn voor me.” Zo’n complimenten zijn op lange termijn efficiënter. (br.hln)
Post komt binnenkort nog maar twee keer per week, tenzij u duurdere zegel koopt
Post komt binnenkort nog maar twee keer per week, tenzij u duurdere zegel koopt
Vanaf maart volgend jaar zal de postbode nog maar twee keer per week brieven in uw bus stoppen. Alleen voor brieven met een (duurdere) priorzegel, kranten en pakjes maakt bpost een uitzondering. Wellicht zal de postbode op maandag en woensdag nog de niet-dringende post afleveren, aldus bpost-CEO Koen Van Gerven in De Ochtend op radio 1.
Acht jaar geleden werden er elke dag 12 miljoen brieven bezorgd, vorig jaar waren dat er nog maar 7,7 miljoen. In het eerste kwartaal van dit jaar viel het volume weer met 9,2 procent terug, terwijl bpost voor het hele jaar maar een terugval van 7 procent had verwacht. Nog een cijfer dat het dalende postvolume illustreert, is dat nog maar bijna de helft van de huizen elke dag post krijgt. ”Als er tegen 2022 geen nieuwe maatregelen komen, dreigt bpost verlieslatend te worden”, klinkt het binnen het bedrijf. “De pakjesbezorging mag dan wel fors toenemen, dat dekt het verlies van de briefbedeling niet.”
“Eén op vijf brieven is dringend”
Opdat het bedrijf niet kopje-onder zou gaan, timmert bpost aan een gloednieuw distributiemodel. Fase één van dat nieuwe model is al achter de rug: sinds januari is de priorzegel opnieuw ingevoerd. Die zegel garandeert dat een brief de volgende werkdag in de bus valt en kost 5 eurocent meer dan een gewone postzegel.
Brieven zónder zo’n duurdere zegel bezorgt bpost vanaf maart 2020 nog maar twee keer per week. Naast brieven met een priorzegel zullen ook kranten en pakjes nog elke dag bedeeld worden. “Vandaag zijn 80 procent van de verkochte postzegels niet-prior, en twintig procent prior. De klant zegt dus: één vijfde van de post willen we dringend”, legt Van Gerven uit.
Het geeft het postbedrijf munitie om de tweede fase uit te rollen: de postbode komt voor niet-dringende brieven nog maar twee keer per week langs. “Voor brieven met een priorzegel, voor de krant en voor pakjes is er geen beperking”, benadrukt woordvoerder Barbara Van Speybroeck.
Het lossen van de dagelijkse postbedeling ligt dan ook gevoelig. Een idee voor zo’n model werd twee jaar geleden door de postregulator afgeketst omdat de postbode geen vijf keer per week meer zou langskomen - zoals dat nochtans staat in het beheerscontract van bpost. Dat model is nu niet overgenomen, zegt Van Speybroeck. Nieuw is het systeem niet: Italië, Portugal, Polen, Nederland en Noorwegen kennen vandaag al een beperkte briefbedeling. En in Denemarken wordt niet-dringende post maar één keer per week bedeeld.
Deze zomer test bpost de nieuwe werkwijze in enkele kantoren. “De klant zal hier nog niets van merken”, zegt Van Speybroeck nog. “Het gaat om het werk achter de schermen. Welke brieven bundelen we? Hoe zorg je ervoor dat het werkt voor het kantoor en voor de postbode?”
Gratis bestaat niet
Hoeveel bpost met deze operatie zal besparen? “Wij zijn een beursgenoteerd bedrijf en communiceren per kwartaal.” Maar Van Speybroeck wil wel kwijt dat dit echt belangrijk is om één van de belangrijkste werkgevers van België te blijven - goed voor 27.000 werknemers, van wie 13.000 postbodes. En daar ligt ook de bezorgdheid van de vakbonden, die verder wel mee willen in de nieuwe postbedeling. “Als men voor één brief een hele dure weg moet afleggen, moet je dat in vraag stellen”, zegt Marc De Mulder (VSOA). Daarbij pleit hij voor een correcte prijs - “gratis geleverd bestaat niet” - en verloning. “Commercieel is het slim: als je snelheid wil, betaal je ervoor. En dat geeft opties om de postbode rendabel te houden. Bol.com toetert dan wel dat de bezorging gratis is, maar dat is niet zo. De postbode moet betaald worden”, zegt De Mulder.
“We kunnen er niet omheen dat de brievenpost daalt”, voegt zijn collega van het socialistische ACOD Jean-Pierre Nyns toe. Maar Nyns is ongerust omdat het niet duidelijk is hoe het zal aangepakt worden. “Er is bezorgdheid dat we de klanten niet kunnen bedelen zoals het hoort. Hoe kunnen we dat organiseren als we maar twee dagen in de week langskomen?” Anderzijds richt de vakbondsman de blik naar de pakjes. “Daarvoor gaan we in heel België langs de brievenbussen. Dat doen we en kunnen we, laat ons dat verder uitbouwen.”
En dat bpost haar personeel een deftig loon en contracten voor onbepaalde duur blijft aanbieden, is voor de bonden van groot belang. Daarom pleiten ze ervoor om de bedeling van pakjes en brieven nog beter op elkaar af te stemmen. “Als je een apart postbedrijf opricht voor de pakjes dreig je al snel een bedrijf te creëren dat werkt met precaire contracten -zoals de concurrentie. En de pakjes zijn bovendien de toekomst. Daar willen we in meegaan. Bpost moet dé unieke verdeler van pakjes worden.”
Of het allemaal wel werkbaar is voor het personeel wordt ook met argusogen gevolgd. Bonden en directie zitten volgende week nog eens aan tafel over de concrete uitwerking. Er zijn nog veel vragen en bezorgdheden, maar het idee terugsturen naar de afzender? Nee, daar passen ze voor. (br.hln)
Woonmagazines, Instagram en hippe vogels zijn het eens: een interieur vol planten is enorm trendy. Vooral decoratieve hangplanten vallen in de smaak. Ze springen onmiddellijk in het oog én ze nemen geen plaats in. Maar welke planten hang je het best in de lucht en hoe moet je ze verzorgen? Wij vroegen het aan Sofie Vertongen, uitbaatster van plantenwinkel The Plant Corner.
“Als je een indoor jungle wil creëren, zijn hangplanten een uitstekende keuze”, stelt Vertongen. Je hebt twee mogelijkheden: of je kiest voor een hangende pot aan het plafond, maar dan heb je een stevige haak nodig, of je zet een plant die naar beneden groeit in een staanpot op een leuning of een trap. De zaakvoerster is net verhuisd en koos zelf voor optie twee. “We hebben enkele potten op een balk gezet. Een leuke eyecatcher: als je binnenkomt zie je meteen veel groen.”
Welke planten?
Er zijn verschillende planten die zich ertoe lenen om omhoog te hangen, maar de allerpopulairste is de Philodendron Scandens. “Ook wel de hartjesplant genoemd”, vertelt Vertongen. “Die is zo geliefd omdat hij snel groeit en makkelijk te verzorgen is. Die kan gerust tegen een stootje, ook als je hem af en toe vergeet water te geven. Bovendien heeft deze plant luchtwortels, waardoor die tegen een muur kan omhoog klimmen. Super tof! De Epidendrum Aureum is al even hip: deze soort is ook weelderig en heeft luchtwortels. Het enige verschil is dat deze meer gele vlekken in z’n blad heeft.”
Nog een aanrader is de Scindapsus Pictus. Vertongen: “Als ik deze plant op Instagram post, krijg ik daar gegarandeerd veel vragen over.” Een schot in de roos, dus. “Opgepast: deze droogt iets sneller uit en moet je 1 à 2 keer per week water geven. Maar je merkt dat makkelijk op. Als de blaadjes opkrullen weet je dat het tijd is om de gieter boven te halen.”
Geen zin om elke week op een ladder te klimmen? Dan zijn hangcactussen of hangvetplanten een handige oplossing, want die hebben heel weinig water nodig. “De Epiphyllum Red Tip is een prachtige cactus waarbij de uiteindes een beetje rood kleuren. Ook de zaagcactus (Epiphyllum Anguliger) groeit naar beneden en heeft mooie, fijne bladeren.”
Hoe verzorgen?
Als je de plant water wil geven, moet je die niet per se uit z’n hanger halen. “Alleen als die volledig uitgedroogd is, kan het water erdoor sijpelen. Check de aarde even voor je water geeft, anders zit je met een natte vloer.” Nog een tip van Vertongen: leg onderaan de pot hydrokorreltjes. “Dat zijn de donkerbruine bolletjes die ze vroeger in plantenbakken deden. Niet zo mooi, maar ontzettend handig! Die korrels zuigen immers water uit de aarde. Als je een keer te veel water geeft, gaan de wortels niet rotten. En sla je een week over, dan kan de plant het water uit de korrels zuigen.”
Welke hangers?
Nogal wiedes, maar je kiest het best voor een stevige hanger. De pot, de aarde én het water zijn samen best zwaar. “De meeste hangers zijn bovendien gemaakt van jutten touw. Als dat touw nat wordt, kan dat rotten en kapot gaan. Dat kan je oplossen door het touw te verstevigen met een stukje tape, zodat het niet knakt”, besluit Vertongen. (br.hln)
Vervelend gezoem, rode bulten, heel wat jeuk. Gaat er een belletje rinkelen? Ja hoor, het goede weer is al een tijdje terug en dat brengt ook heel wat muggen met zich mee. Deze week nog een barbecue op de planning staan maar geen zin om zelf deel uit te maken van het menu? Wij leggen je uit hoe je je eigen citronella tuinkaars maakt!
Wat heb je nodig?
Bijenwas, koolzaadwas of sojawas (afhankelijk van het potje waarin je de kaars wil maken, voorzie anderhalve keer zoveel), een pan, een mooie mason jar of terracotta bloempot, een wiek, een glazen maatbeker, en een etherische olie naar keuze (2 ml voor een kaars van 30 ml).
Zo begin je eraan
- Doe de hoeveelheid was die je nodig hebt in de maatbeker en smelt au bain marie. Zorg dat de potjes waarin je de kaars gaat maken proper zijn en plaats ze even in de oven op 50 graden. Hierdoor zal de was geleidelijker gaan afkoelen en komen er minder luchtbellen in de kaars.
- Is de was op het vuur bijna gesmolten? Haal de pot(jes) dan uit de oven en plaats de wiek in het midden, plak vast met een stukje plakband op de bodem. Heb je gekozen voor een bloempot? Steek de lont dan door de ondergat van de pot en plak vast, zorg ook dat het gat vanonder afgesloten is.
- Wanneer de was volledig gesmolten is, haal je de maatbeker uit het water en voeg je de etherische olie naar keuze toe. Nog even goed roeren en de was is klaar!
- Giet de was langzaam in de pot zodat je een vaste kaars krijgt, doe je dit te snel dan krijg je last van luchtbellen.
- Na 8 uur is de kaars volledig hard geworden.
Voor de niet zo handige harry’s
Aan de slag gaan met wieken en kaarsvet niets voor jou? Daar hebben we ook een oplossing voor.
- Vul een grote glazen pot of bokaal met verste takjes munt, rozemarijn citroen, lavendel of andere van je favoriete geurtjes.
- Voeg water bij de verse geuren en een paar druppels citronella.
- Stop een drijvende kaars in de pot, en steek aan. (br.hln)
Actrice Nora Tilley (67) overleden na strijd tegen ALS
Actrice Nora Tilley (67) overleden na strijd tegen ALS
Nora Tilley (67), bekend van rollen in onder meer ‘De Collega’s’, ‘Wittekerke’ en ‘Thuis’, is gisteren overleden. De Vlaamse actrice leed aan de ongeneeslijke spierziekte Amyotrofische Laterale Sclerose (ALS) en had al bij haar diagnose om euthanasie gevraagd. “Nora had haar grenzen al een paar keer verlegd, maar toen na het gebruik van armen en benen ook haar stem wegviel, nam ze het voor haar onvermijdelijke besluit”, laat de familie weten. Ze overleed thuis in Putte.
Tilley kreeg vorig jaar te horen dat ze aan ALS leed. Tijdens de opnames van een promofilm voor ‘De Collega’s 2.0’ wilden haar benen plots niet meer mee. ”‘t Zal zeker mijn mismeesterde knie of mijn slechte rug zijn’, dacht ik toen nog”, vertelde ze in augustus 2018 in Het Laatste Nieuws. “Uiteindelijk ben ik in het Universitair Ziekenhuis in Leuven terechtgekomen, waar ik een hele uitleg kreeg die zeer wetenschappelijk klonk en waar ik weinig van begreep. ‘Als het die diagnose wordt, bestaat er geen remedie’, klonk het. Bij ALS (Amyotrofische Laterale Sclerose) haperen de motorische zenuwcellen die de spieren aansturen. Uiteindelijk worden ook de ademhalingsspieren aangetast, met de dood als gevolg.” Op 20 april 2018 werd de vreselijke diagnose bevestigd: Tilley leed wel degelijk aan ALS.
De actrice bleef echter niet bij de pakken neerzitten. “De enige keuze die ik kon maken, heb ik gemaakt. Ik koos ervoor van de tijd die me rest het beste te maken en dat lukt. Ik word omringd door zoveel warmte, dat had ik nooit durven te verwachten. Het zorgt zelfs voor een sneeuwbaleffect: wat mij overkomt, haalt het beste in de anderen boven. Ik kom veel dichter bij een aantal mensen, er zijn er veel waar ik continu op kan rekenen. Ik krijg niks dan positieve vibes. Mijn man Jean-Pierre is mijn rots. Hij heeft ook nu gezegd: ‘Dit doen wij samen’. Dat is een groot geluk voor mij.”
“Ik geniet van mijn vier gasten, de kleinkinderen. Ze zijn tussen de 7 en de 13 jaar en ze staan altijd klaar om me een handje te geven zodat ik steun heb. Ik laat me door iedereen verwennen, al vond ik het omgekeerd veel plezanter. Ik maak nog alleen plannen voor de heel nabije toekomst.” Tilley besliste ook al bij haar diagnose om alles in orde te brengen voor euthanasie. Ze heeft er het beste van gemaakt, tot het einde toe dat ze zelf regisseerde. “Ik ben mezelf gebleven. De ziekte heeft niet gewonnen. Ik heb gewonnen!”
De Collega’s
Nora maakte haar tv-debuut in de jeugdserie ‘Magister Maesius’ maar werd vooral bekend als de knappe secretaresse Carolien Van Kersebeke in ’De Collega’s’. Ze speelde mee in ‘Het Pleintje’, ‘Thuis’, ‘Wittekerke’, en ’Familie’ en kreeg ontelbare gastrollen in ‘Aspe’, ‘Niet voor Publikatie,’ ’Sedes en Belli’, ‘F.C. De Kampioenen’, ‘Hof van Assisen’ en de ’Wet volgens Milo’. Ze was verbonden aan het Mechels Miniatuurtheater, het Raamtheater en Theater aan de Stroom en acteerde in verscheidene films.
Haar laatste rol was een verschijning in ‘De Collega’s 2.0’, van regisseur Jan Verheyen. “Er was nog geen vuiltje aan de lucht toen Jan Verheyen me contacteerde voor de nieuwe film van ‘De Collega’s’. Toen ik daarna hoorde dat ik ALS had, wou ik afhaken. Jan was omvergeblazen door het nieuws maar vroeg me toch om nog eens over die rol na te denken. Ik heb hem na een week opgebeld en gezegd dat hij op me kon rekenen. Uiteindelijk is die laatste opnamedag op 12 juni nog heel plezant geworden. Toen mijn werk erop zat, nam ik afscheid van de ploeg. ‘Dit was de laatste draaidag van Nora’, zei Jan en toen pas besefte hij wat die woorden inhielden. Het kwam als een mokerslag binnen bij mij en bij iedereen. Ik had me de hele dag goed gehouden, maar toen vloeiden er traantjes, ook bij een paar anderen. Toch ben ik blij dat ik dat nog heb kunnen doen. Ik zie die rol nu als mijn afscheid van het scherm, en dat zit in feite juist. Zo eindigt het waar het begonnen is: met ‘De Collega’s’.”
Gezicht ALS-liga
Nora Tilley heeft er nooit een geheim van gemaakt dat ze dodelijk ziek was, meer nog: ze is het gezicht geworden van de ALS-Liga, de patiëntenorganisatie die wetenschappelijk onderzoek ondersteunt en gratis hulpmiddelen ter beschikking stelt, zoals de gesofisticeerde rolstoel waarmee Nora zich verplaatste. Ze was ook heel verontwaardigd dat wie een handicap krijgt na zijn 65 jaar, geen recht heeft op vele tegemoetkomingen. “Ons huis moet verbouwd worden, want ik geraak de trap niet meer op”, vertelde Tilley. “Beneden moeten een badkamer en een slaapkamer komen, en de deuropeningen moeten verbreed worden voor een rolstoel. Een dure zaak waarvoor de overheid een tussenkomst voorziet, maar ik kom niet in aanmerking. Ik ben 66 jaar en één jaar te oud voor een premie. Een schande - dit is discriminatie op basis van leeftijd.”
De uitvaartdienst zal op zaterdag 29 juni in besloten kring plaatsvinden. Nora laat haar echtgenoot Jean-Pierre, kinderen Kim, Jan en Soraya en vier kleinkinderen achter. En vele, vele vrienden. (br.hln)
Een bijzonder moment voor Ralph Lauren. De Amerikaanse modeontwerper werd door prins Charles onderscheiden tijdens een besloten ceremonie op Buckingham Palace. Lauren werd benoemd tot Ere Ridder in de Orde van het Britse Rijk, een van de hoogste onderscheidingen die uitgereikt wordt door het koningshuis.
De 79-jarige Lauren kreeg de eretitel vanwege de bijdrage die hij aan de modewereld heeft geleverd en is daarmee de eerste Amerikaanse ontwerper die een dergelijke onderscheiding krijgt. Hij kreeg uit handen van prins Charles de bijbehorende versierselen, geschonken door koningin Elizabeth, in bijzijn van zijn vrouw Ricky, zoon David, schoondochter Lauren, dochter Dylan en schoonzoon Paul.
Ralph liet in een statement weten ‘zeer vereerd’ te zijn. “Ik ben altijd geïnspireerd geweest door de geschiedenis, tradities en cultuur van Groot-Brittannië en de historische relatie die onze twee landen delen. Dit is van de meest bijzondere momenten in mijn 50-jarige loopbaan.”
De Britse royals zijn al jarenlang fan van het beroemde Amerikaanse modehuis. Prinses Diana was de eerste die kleding van het merk droeg en tegenwoordig worden ook Kate en Meghan in outfits van Lauren gespot. (br.hln)
Gebiologeerd: waarom we spierpijn hebben na het sporten
Gebiologeerd: waarom we spierpijn hebben na het sporten
Gaan zitten is pittig pijnlijk de eerste dagen na een intensieve work-out. Vanwaar komt deze spierpijn in hemelsnaam? En waarom lijkt het de tweede dag nog erger? Maar belangrijker, wat kan je ertegen doen? Geen nood. Wij weten raad.
Spierpijn onder de loep
Er zijn twee soorten spierpijn. Ten eerste is er de snelle spierpijn die je direct na het sporten voelt. Melkzuur en andere stoffen die zich ophopen in je spieren zijn de oorzaak. Je kan deze pijn al gauw verlichten met wat stretchoefeningen.
Ten tweede heb je de late spierpijn die een à twee dagen na het sporten opduikt. Deze pijn wordt veroorzaakt doordat je tijdens je work-out microscopisch kleine scheurtjes in je spierweefsel maakt. Na het trainen begint je lichaam deze scheurtjes te repareren en stroomt er meer bloed door je spieren om de genezing te versnellen. Dit proces is 48 uur na de training op zijn hoogtepunt, wat verklaart waarom de spierpijn de tweede dag meestal erger is.
Het nut
Dit hele proces is noodzakelijk om je spieren sterker te maken. Het herstel verbetert namelijk de samenwerking tussen de verschillende spiervezels. Toch neemt het aantal spiervezels niet toe zoals velen denken, dat aantal is genetisch bepaald, maar de vezels worden wél dikker. Ook vormen er zich meer haarvaatjes rond de spier tijdens het herstel. Daardoor is er een betere uitwisseling van de stoffen en zal de spier de volgende keer een langere en intensievere training aankunnen.
Waarom heb jij meer spierpijn dan een ander?
De mate van je spierpijn is afhankelijk van drie factoren. Ten eerste speelt de trainingsfrequentie een rol. In het begin dat je traint of als je onregelmatig traint zal de spierpijn erger zijn dan als je regelmatig sport. Dan wennen je spieren aan de inspanning en zullen ze minder snel beschadigd raken.
Een tweede factor is het soort training. Bepaalde oefeningen bezorgen je meer spierpijn dan andere. Bij excentrische spieroefeningen ontstaan er meer scheurtjes in je spierweefsel. Dit doordat je bij deze beweging de spier verlengt terwijl hij samentrekt. Een voorbeeld hiervan is de neerwaartse beweging als je je biceps traint. Concentrische bewegingen daarentegen zullen je minder spierpijn bezorgen. Een voorbeeld hiervan is de opwaartse beweging bij het trainen van je biceps. Je maakt de spier korter terwijl je hem opspant.
Ten slotte spelen ook je hormonen een rol. Het hormoon oestrogeen draagt bij aan de bescherming van je spieren. Vrouwen in vruchtbare jaren hebben veel hogere oestrogeenwaarden dan mannen. Daardoor zullen zij minder last van spierpijn hebben na vergelijkbare oefeningen.
Verlicht de pijn
Eerste belangrijke tip: warm op. Als je tien minuten opwarmt, versoepel je je spieren en nemen ze ook meer zuurstof op. Doe bijvoorbeeld wat jumping jacks, rekoefeningen of ga touwspringen.
Maar ook afkoelen na het sporten is van belang. Je lichaam moet de tijd krijgen om weer over te schakelen naar een rusttoestand. Ga dus nog even stretchen, of wandelen op steps. Als je dit absoluut niet doet, heb je meer kans op een spierscheur.
Wat je best niet doet na een intensieve work-out is je in de zetel ploffen en uren Netflixen. Je zal minder spierpijn hebben als je na het trainen in beweging blijft door wat te wandelen, fietsen of zwemmen.
Heb je erg veel spierpijn? Dan kan ijs helpen. Onder elitesporters is het populair om een bad te nemen met ijskoud water en ijsblokken. De koude zou pijnlijke gezwollen spieren ontzwellen en de pijn verzachten. Uiteraard is dit nogal extreem. Maar je kan wel een coldpack tegen je pijnlijke spieren leggen om de pijn te verminderen. Toch is het niet zo dat die koude het herstelproces stimuleert.
Je kan beter een lekker warm bad nemen. Dit blijkt de beste oplossing voor spierpijn. Het verzacht de pijn, behoudt de kracht van de spieren en houdt je spieren, bindweefsel en pezen soepel. Hier bovenop verhoogt de warmte ook de stofwisseling en de bloeddoorstroming van je spieren, wat het herstelproces zal versnellen.
Blijft de spierpijn heel pijnlijk aanhouden? Dan is een bezoek aan de dokter aan te raden. (br.hln)
Getest en goedgekeurd: tips tegen schurende billen
Getest en goedgekeurd: tips tegen schurende billen
Vandaag kunnen we eindelijk profiteren van fantastische zomerweer. Al gaat dat jammer genoeg gepaard met een neveneffect: dijen die tegen elkaar schuren, wat soms vervelend en erg pijnlijk kan zijn. Wij testten alvast 3 methodes uit die echt werken tegen dit zomerse ongemak. Beloofd.
Wij zijn gezegend met een paar gezette billen, en dan hebben we het helaas pindakaas niet over stelten à la Beyoncé of Kim Kardashian. De hogere temperaturen zijn dus welgekomen, maar veroorzaken ook schuurplekken op onze dijen. Die ontstaan door de wrijving in combinatie met zweet, waardoor je zelfs kleine schaafwonden kan krijgen.
Deodorant
Hoe kunnen we zweet het best bestrijden? Juist ja, met deodorant. Een korte speurtocht op Google leert ons dat we het best een rollervariant met een formule van antitransparant kunnen gebruiken. Wij kozen voor eentje van Dove, en eerlijk waar: het werkt. Je neemt het best wel een klein exemplaar mee voor onderweg, want na een tijdje begin je gegarandeerd toch te zweten en kan je de deo nog een keertje bovenhalen.
Droogshampoo
Ook handig is droogshampoo. In eerste instantie stonden we wat twijfelachtig tegenover deze lifehack, want zou droogshampoo na een tijdje niet beginnen afbrokkelen waardoor de irritatie nog veel erger wordt? Om op veilig te spelen, haalden we een doorzichtige variant van L’Oréal uit onze kast. Die zorgde raar maar waar voor een verfrissend gevoel en beschermde onze billen een hele tijd tegen die vervelende wrijving. Na 4 uur was het effect wel uitgewerkt, dus wie een hele dag op de baan is, houdt het best een bus bij de hand.
Smoovall
Dan bestaat er nog zoiets als Smoovall, een spray die belooft om je 4 uur lang te beschermen tegen schuurplekken. Het product is alleszins zéér eenvoudig te gebruiken. Het enige wat je hoeft te doen is goed schudden met het busje, Smoovall op je huid sprayen en 20 à 30 seconden wachten. En inderdaad, het moet gezegd: dit is goed spul. Sinds ik Smoovall gebruik, heb ik geen pijnlijke schuurplekken meer gehad. Bovendien is het product onzichtbaar en ruikt het heerlijk fris. Het enige nadeel? Als je tussendoor moet bijsprayen, moet je écht wel een toilet opzoeken. In het openbaar met een busje tussen je benen staan spuiten is op z’n zachtst gezegd niet bijzonder elegant. (br.hln)
Bijna 20% van de bevolking is hoogsensitief, wat is dat juist?
Bijna 20% van de bevolking is hoogsensitief, wat is dat juist?
Deze week vertelde Hanne Troonbeeckx (40) in Primo nog dat ze hoogsensitief is en daar is ze niet alleen in. Naar schatting zou maar liefst 15 tot 20% van de bevolking hooggevoelig zijn. Alles op een rijtje wat je erover moeten weten.
Voor hoogsensitiviteit is niet slechts één beschrijving te geven, omdat het bij iedereen anders is. Sommige HSP’s (Hoog Sensitief Personen) raken uitgeput van veel geluid en licht, zoals Troonbeeckx die in haar kindertijd al liever op de wc ging zitten tijdens de pauze dan op de drukke speelplaats te vertoeven. Anderen zijn dan weer erg empathisch en ervaren emoties van anderen net zo sterk als die van henzelf. Bijna alle hoogsensitieve mensen hebben meer behoefte om alleen te zijn om zo tot rust te komen.
Hoewel de wetenschap lang zijn neus ophield voor hoogsensiviteit, zijn er ondertussen voldoende studies waaruit blijkt dat de hersenen van hoogsensitieve mensen anders werken en dat het dus wel degelijk een bestaand fenomeen is. Een voorbeeld daarvan is de studie van de Belgische klinisch psycholoog Elke van Hoof van de Vrije Universiteit Brussel uit 2015. Zij vergeleek toen MRI-scans van ruim 1.500 volwassenen en zag dat de meesten van ons een filter hebben in het informatieverwerkingssysteem. Informatie die we op dat moment niet nodig hebben, filteren we weg. Mensen met hooggevoeligheid kunnen dat niet. Bij hen komen veel prikkels tegelijk binnen. Ook bij het uitvoeren van een opdracht zijn bij hooggevoeligen meer hersengebieden tegelijk actief. “Daardoor vindt er een diepere verwerking plaats”, concludeerde Van Hoof op basis van haar studie toen, waarmee ze bedoelde dat hoogsensitieve mensen lang op een vraagstuk kauwen, het van alle kanten belichten. Negatief gezegd: dat ze dingen te complex maken, te veel piekeren. In vergelijkbare MRI-studies zagen andere onderzoekers dat hoogsensitieve mensen sneller en beter subtiele verschillen opmerken tussen twee plaatjes die op het eerste gezicht hetzelfde lijken. En in rust blijkt het brein van hooggevoelige mensen actiever.
Hoe weet je of je hoogsensitief bent?
Aangezien iedereen natuurlijk gevoelig is voor zijn omgeving, is het vaak moeilijk vast te stellen of iemand echt hoogsensitief is of niet. Wat je kunt even goed snel schrikken, niet tegen luide geluiden kunnen, maar daarom nog niet hooggevoelig zijn. Momenteel wordt de “diagnose” nog steeds gesteld aan de hand van een vragenlijst die ontwikkeld is door de Amerikaanse psychologe Elaine Aron. Volgens hem ben je ofwel hooggevoelig of niet, maar daar zijn de meeste andere experts ondertussen van terug gekomen. Toch blijft het moeilijk te bepalen vanaf wanneer iemand net hoogsensitief is en wanneer niet.
In haar nieuwste boek ‘The Handbook for Highly Sensitive People’ geeft psychotherapeut Mel Collins enkele tips om op een goede manier om te gaan met hoogsensitiviteit.
“Stel je toch niet zo aan”
“Stel je toch niet zo aan”. De kans is groot dat kinderen met HSP dit zinnetje regelmatig gehoord hebben. Het gevolg: ze lopen vaak rond met het gevoel ‘niet goed genoeg’ te zijn.
Tip van Collins: Probeer jezelf niet te veel te vergelijken met anderen. En al zeker niet met mensen die niet hoogsensitief zijn. Iedereen zit anders in elkaar, en daar mag je gerust trots op zijn. Jezelf elke dag trakteren op een compliment of bemoedigend zinnetje zou al veel helpen, stelt Collins. In plaats van jezelf te onderschatten, zou je beter luidop zeggen: “Ik ben uniek en ik omarm mijn gevoelige kantjes”.
Zoek evenwicht in je relaties
HSP kan voor extra uitdagingen in je liefdesleven zorgen. Denk aan een partner die niet altijd begrijpt dat je af en toe me-time nodig hebt, of je soms anders voordoen dan je echt bent, uit schrik dat de andere je té emotioneel vindt.
Tip van Collins: Ga eens na of er een goed evenwicht is in je relatie. Is er één iemand die altijd praat, terwijl de andere het luisterend oor is? Of is dat goed verdeeld tussen jullie twee? Als dat evenwicht ver te zoeken is, is het misschien tijd om je romance te herevalueren.
Hetzelfde geldt voor je vriendschappen
Mensen die zeer empathisch zijn, hebben de neiging om mensen aan te trekken die af en toe in de put zitten. Nogal wiedes, want zij voelen zich achteraf steevast opgebeurd. En de hooggevoelige persoon? De kans is groot dat die na een afspraakje met de andere uitgeput is.
Tip van Collins: Heb je de indruk dat jij je veel zorgen maakt over sommige mensen? Dan kan het zijn dat ze te veel en te zwaar emotioneel op jou leunen. De enige oplossing: afstand nemen. Niet van je vrienden an sich, maar wel van hun problemen en zorgen.
Omarm je ‘donkere kantje’
Volgens Collins vinden hoogsensitieven het niet simpel om hun negatieve emoties een plaats te geven, zoals kwaad zijn. En wat gebeurt er als je dingen opkropt? Juist ja, die komen - vaak op een explosieve manier - tot uiting.
Tip van Collins: Zoek een manier om je frustraties en ergernissen te uiten. Een tip die Collins aan haar patiënten geeft als ze boos zijn: brul eens in een kussen. Dat kan in eerste instantie onnozel lijken, maar geeft je achteraf wel een opgelucht gevoel. Een private ruimte opzoeken en eventjes luidop tekeergaan, kan hetzelfde effect teweegbrengen.
Neem de touwtjes in eigen handen
Hoogsensitieven moeten naar hun lichaam luisteren. En dat is zeker het geval wanneer ze overladen worden door prikkels.
Tip van Collins: Indien mogelijk doe je er goed aan om zo’n situaties te vermijden. Heb je geen fut om naar een feestje of familiediner te gaan? Zeg het dan een keertje af. Als je toch gaat, kan het deugd doen om af en toe een adempauze te nemen. Daarnaast raadt Collins ook aan om naar buiten te gaan om een frisse neus te halen.
Word vrienden met je grootste criticus: jezelf
Wie hoogsensitief is, is vaak ook ontzettend streng voor zichzelf. Je kan proberen om het te negeren of om geregeld positief te denken, maar die strenge stem en dat intern, wijzend vingertje duikt gegarandeerd opnieuw op.
Tip van Collins: De beste manier om met je innerlijke criticus om te gaan, is om die te omarmen. Geef hem of haar desnoods een naam, zoals Zagende Zora of Strenge Sarah. En ga eens na waar die strenge stem vandaan komt. Heb je soms het gevoel dat je niet slim genoeg bent? Wie is de eerste die dit ooit gezegd heeft? Was het misschien een leerkracht? Richt de pijlen van Strenge Sarah dan op die leerkracht: want was die opmerking wel terecht? Kans is groot van niet. En anders is de kans groot dat de situatie ondertussen volledig veranderd is. (br.hln)
Mensen die te vroeg opstaan lopen meer risico om te overlijden door een hartaanval of een beroerte. Dat blijkt uit een nieuwe studie van de University College London (UCL). “Vroegtijdig ontwaken wordt doorgaans geassocieerd met stress en spanningen. Samen met een toename van de adrenaline door het wakker worden, doet dit de bloeddruk stijgen”, bevestigt professor Johan Verbraecken van het slaapcentrum van het UZ Antwerpen.
Het onderzoeksteam van de UCL baseerde zich op gegevens van 4.399 mensen tussen 40 en 69 jaar oud, die verzameld werden tussen 1988 en 1991. Die deelnemers moesten destijds een enquête invullen over hun slaapkwaliteit. Zo moesten ze onder meer vertellen of ze gemakkelijk in slaap vielen, of ze te vroeg wakker werden en of ze zich nog slaperig voelden als ze opstonden. In 2017 werden de deelnemers opnieuw opgezocht, en 1.656 van hen zijn overlijden aan hart- en vaatziekten.
“Zelfs als je rekening houdt met andere risicofactoren, liepen mensen die te vroeg wakker werden meer risico om te overlijden aan hart- en vaatziekten”, reageert Victoria Garfield van het UCL Institute of Cardiovascular Science. Dit effect was bovendien groter bij Europeanen dan bij mensen uit Zuid-Azië of Caraïbisch gebied. “Er is meer onderzoek nodig om te achterhalen wat hiervoor de exacte verklaring is”, besluit Garfield.
Professor Johan Verbraecken van het slaapcentrum van het UZ Antwerpen is alvast niet verrast door deze bevindingen. “Ik denk dat dit inderdaad klopt. Vroegtijdig ontwaken wordt doorgaans geassocieerd met stress en spanningen, waardoor we sneller en vroegtijdiger cortisol aanmaken. Samen met een toename van de adrenaline door het wakker worden, doet dit de bloeddruk stijgen. Dat brengt een verhoogd cardiovasculair risico met zich mee”, stelt hij.
Daarnaast verwijst hij ook naar slaapapneu, de ademstops tijdens de slaap waarbij het zuurstoftekort kan leiden tot vroegtijdig ontwaken. Als je weet dat we in de droomslaap veel apneus vertonen en dat we vooral veel dromen op het einde van de nacht, kan je de vroege als bijzonder risicovol beschouwen voor hart- en vaatziekten. Een verhoogd risico wil echter nog niet per se zeggen dat je daadwerkelijk een hart- en vaatziekte gaat ontwikkelen. Desondanks heeft de ochtendstond dus niet steeds goud in de mond.”
Hoeveel moet je dan best wél slapen?
De slaapbehoefte verschilt per persoon en is afhankelijk van diverse factoren. De meeste deskundigen raden een slaaptijd tussen 7 en 9 uur per nacht aan. Sommige mensen voelen zich na 7 uur al uitgeslapen, andere hebben wat meer nodig. Of om het met de woorden van slaapcoach Floris Wouterson, auteur van het boek ‘Superslapen’, te zeggen: staar je niet blind op de 8 uur slaap’-regel. “Als je meent dat je elke nacht acht uur moet slapen, kan dat tegen je werken”, redeneert hij. Stel: na 7 uur onder de lakens ben je plots klaarwakker. Dan heeft het toch geen nut om nog te blijven liggen? Of wat als je wekker aanduidt dat je maar 6 uur kunt slapen? Dan is de kans groot dat je begint te piekeren omdat je niet voldoende slaapt, et voilà, de rest van de nacht lig je te woelen. De enige oplossing: probeer zo veel mogelijk op hetzelfde moment onder de wol te kruipen en zoek je eigen slaapritme. (br.hln)
Zo merk je volgens een kapper wanneer het tijd is voor de volgende knipbeurt
Zo merk je volgens een kapper wanneer het tijd is voor de volgende knipbeurt
Nu de zomer voor de deur staat, hebben veel mensen zin om hun kapsel een make-over te geven. Maar wat na die knipbeurt? Na hoeveel weken ga je opnieuw langs bij de kapper? De een gaat elke maand, de ander hoogstens één keer per jaar. Wij vroegen advies aan Serge Audenaert van kapsalon L’Atelier Geraud. Blijkbaar zijn er enkele signalen waar je op kunt letten.
1. Gespleten haarpunten
“Als je opgezadeld zit met gespleten haarpunten, heb je het al te ver laten komen. Eigenlijk heb je te lang gewacht met je kappersbezoek. De enige optie is dan om de slechte punten eruit te laten knippen”, vertelt Audenaert. “Veel mensen willen hun lokken laten groeien en laten ze daardoor minder vaak knippen”, zo gaat de expert verder. “Dat is niet zo slim: je haar groeit nog wel aan de wortel, maar het begint te splijten. Door het te borstelen of te kammen breken de onderste stukjes af, waardoor je haar helemaal niet groeit. Wie droomt van een langer kapsel, gaat het best minstens 3 keer per jaar naar de kapper.”
Wie het splitsen wil vermijden, past ook beter op met stylingtools die veel warmte afgeven. Wat ook kan helpen is je haar goed verzorgen, het liefst met maskers.
2. Weinig glans
“Donkere haren hebben van nature iets meer glans dan blonde haren, maar ze kunnen alle twee die glans verliezen door externe factoren zoals droogte of zwemmen in water met chloor. Heeft je coupe een matte look? Dan kan een knipbeurt de slechte punten eruit halen”, aldus Audenaert.
“Als je een lichte balayage of highlights laat zetten, dan kan de kleur na een tijdje vervagen. Zeker in de zomer wordt het verbleekt door de zon. Is dat het geval? Dan is het tijd voor een nieuwe kleuring.”
3. In de knoop
Audenaert: “Elke haarlok heeft schubben. Knopen ontstaan omdat die schubben open staan, waardoor ze zich in elkaar vasthechten en klitten. Door een goede shampoo en conditioner te gebruiken, kan je ervoor zorgen dat de haarschubben opnieuw dicht gaan. Maar hoe droger je haar wordt, hoe meer die schubben open staan. Raakt je haar vaker dan anders in de knoop? Dan is dat meestal een teken dat het tijd wordt voor een knipbeurt.”
4. Elke dag is een bad hair day
To slot maakt de haarstylist nog een verschil tussen mensen met kort en lang haar. Ze hebben verschillende beweegredenen om naar de kapper te gaan, stelt hij. “Mensen met lang haar kiezen voor een knipbeurt omdat hun punten droog worden of omdat hun lokken pluiziger zijn dan anders. Zij kunnen met 6 tot 10 weken wachten voor hun volgende kappersbezoek. Bij mensen met een korte coupe is de snit vaak de doorslaggevende reden. Na 5 à 7 weken verliest het model z’n vorm door de zwaarte en valt er niets meer mee aan te vangen. Dan hebben ze bij wijze van spreke elke dag een bad hair day. Zij moeten dan beslissen: laten ze het bijknippen of willen ze doorbijten voor een langere snit?” (br.hln)
Notre-Dame: 650 miljoen euro toegezegd, ‘slechts’ 80 miljoen al effectief gestort
Notre-Dame: 650 miljoen euro toegezegd, ‘slechts’ 80 miljoen al effectief gestort
Twee maanden na de brand die de Notre-Dame in Parijs grotendeels in de as legde, is ‘slechts’ negen procent van het toegezegde geld voor de restauratie effectief overgemaakt. Dat meldt radiozender France Info.
Tot nu is toe 80 miljoen euro gestort aan de Franse staat en de vier bevoegde instanties (Fondation de France, Fondation pour le patrimoine, Fondation Notre-Dame en Centre des monuments nationaux) die instaan voor de heropbouw. In de dagen na de brand stroomde het aantal donaties vlot binnen. In totaal werd meer dan 650 miljoen euro beloofd.
Verschilllende Franse zakenlui gaven te kennen diep in de buidel te willen tasten voor de Notre-Dame. François-Henri Pinault (Gucci, Yves Saint Laurent, ...) stelde 100 miljoen euro ter beschikking, terwijl Bernard Arnault van luxegoederenconcern LVMH (Louis Vuitton, Moët & Chandon, TAG Heuer, Marc Jacobs,...) daar nog eens 200 miljoen euro bovenop deed. Woordvoerders van de grote sponsors geven aan France Info te kennen dat de bedragen “geleidelijk aan” zullen worden gestort “afhankelijk van de schattingen rondom de wederopbouw.”
France Info meldt dat enkele gemeenten en particulieren afzien van geldelijke steun “gezien het succes van het aantal donaties”. Volgens de vier betrokken stichtingen gaat het om slechts een gering bedrag, rond “een miljoen euro”. (br.hln)
5 trucjes waar mensen met een stralende witte glimlach bij zweren
5 trucjes waar mensen met een stralende witte glimlach bij zweren
Wittere tanden, ze staan torenhoog op onze beautywishlist. Gelukkig hoef je niet het grote geschut boven te halen om ze een tintje (of twee) lichter te maken. Ook deze trucjes houden je gebit parelwit.
1. Gebruik een bronzer in plaats van een blush
Ooit afgevraagd waarom je tanden er zoveel witter uitzien als je een kleurtje hebt? Dat komt door het grotere contrast tussen je huid en tanden. Omdat we in ons Belgenlandje maar enkele maanden van mooi weer kunnen genieten (en onze portefeuille geen maandelijks reisje naar een zuiders land toelaat) vervang je het best je blush door een bronzer. Breng hem aan over je jukbeenderen, voorhoofd, neus en kin en geniet het hele jaar door van een wittere smile.
2. Ruil je rode wijn in voor witte
Nee, je hoeft zeker niet al je Merlot-flessen weg te gooien. Maar als je een witter gebit wil, schakel je beter over op witte wijn, of zelfs champagne. Kan je moeilijk afscheid nemen van je geliefde rode drankje? Spoel je mond dan na met wat water om vlekken te voorkomen.
3. Gooi je bananenschil niet weg
Hoe witter de tanden, hoe perfecter de glimlach. Gelukkig hoef je heus niet allerlei dure producten in huis te halen om ze witter te maken. Ook met een bananenschil, die je zachtjes over je tanden wrijft, help je vlekken op je glazuur te verwijderen.
4. Gebruik een lippenstift met een blauwe ondertoon
Warme, oranjeachtige lippenstiften kunnen het geel op je tanden reflecteren waardoor ze minder wit lijken. Kleuren met een blauwe ondertoon (zoals bes- of pruimkleurige en echt rode tinten) geven je tanden meteen een wittere look omdat ze de oranje of gele tinten op je tanden neutraliseren.
5. Doe het kalm aan met je kopje zwart goud
We weten het, zonder koffie geen jij. Helaas is je bakje troost niet echt gunstig voor je gebit. Kan je er toch geen vaarwel tegen zeggen? Drink je kopje koffie dan met een rietje en poets je tanden erna. Zo voorkom je dat er dieperliggende vlekken veroorzaakt worden op je tandglazuur. (br.hln)
Tijgermuggen reizen mee met vakantiegangers via Route du Soleil
Tijgermuggen reizen mee met vakantiegangers via Route du Soleil
Hoewel er dit jaar nog geen tijgermuggen werden gespot in ons land, waarschuwt het Instituut voor Tropische Geneeskunde voor nieuwe toegangswegen waarlangs het insect België kan bereiken. Onderzoekers waarschuwen dat de diertjes in de zomer waarschijnlijk meereizen met terugkerende toeristen uit Duitsland en Frankrijk.
De exotische muggensoort werd in 2018 op vijf plaatsen in België ontdekt. “Voorlopig hebben we nog geen tijgermuggen gespot op de locaties waar ze vorige zomer voorkwamen. Het lijkt erop dat tijgermuggen goed bestreden werden of er niet in geslaagd zijn om de winter in ons land te overbruggen”, vertelt Isra Deblauwe, die verantwoordelijk is voor de dagelijkse opvolging van het muggenmonitoring-project (MEMO).
Toch verwachten de wetenschappers niet dat de mug volledig uit ons land is verdwenen. Bij het onderzoek vorig jaar bleek dat tijgermuggen ons bereiken via nieuwe toegangswegen vanuit onze buurlanden Frankrijk en Duitsland. In de provincies Luxemburg en Namen werden immers eitjes aangetroffen op snelwegparkings. Het was de eerste keer dat deze soort België op die manier bereikte. Met de vakantie voor de deur is de kans reëel dat de tijgermug opnieuw met het autoverkeer zal meeliften naar onze contreien.
“Ook dit jaar doen we uitgebreide monitoring naar tijgermuggen en andere exoten op 20 risicoplaatsen in ons land”, zegt coördinator Wim Van Bortel. “Als we op tijd in kaart kunnen brengen waar de exotische steekmuggen voorkomen, kunnen we ze beter bestrijden en hun vestiging in ons land zo lang mogelijk uitstellen. Ook als de muggen zich hier zouden kunnen vestigen, is het belangrijk om de populaties nauwgezet op te volgen om het risico op een mogelijke overdracht van ziektes te kunnen inschatten.”
De Aziatische tijgermug is een klein zwart-witgestreepte mug die pijnlijk kan steken. De aanwezigheid van enkele tijgermuggen en andere exotische steekmuggen in België betekent niet dat we virusuitbraken moeten verwachten. De steekmuggen zelf vormen op zich geen gevaar, stelt het ITG.
Maar ze kunnen wel virussen als dengue en chikungunya van mens op mens overdragen. Hiervoor moet de mug eerst een besmet persoon steken, waarna de steekmug het virus in kwestie op een andere persoon kan overdragen. Om overdracht van het virus mogelijk te maken, moeten het virus en de exoot dan nog eens op hetzelfde moment op dezelfde plaats aanwezig zijn. De kans op een dergelijke interactie stijgt naarmate er meer muggen zijn en ze op meer locaties voorkomen.
In 2019 vonden de onderzoekers voor het eerst ook enkele exemplaren van de Aziatische bosmug (Aedes japonicus) in de omgeving van Maasmechelen. Die soort is minder agressief en geen belangrijke overdrager van ziektes. (br.hln)