Ik ben Helga
Ik ben een vrouw en woon in Denderleeuw (Belgie/Vlaanderen) en mijn beroep is secretaresse (tegenwoordig heet dat assistant...).
Ik ben geboren op 24/07/1960 en ben nu dus 64 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: Wandelen, reizen, lezen, computeren, en ik volg graag voetbal- en wielerwedstrijden.
Deze profielfoto is genomen in Chileens Patagonië.
17.07.2009 - 23ste 100 km en Thudinie, georganiseerd door LES MARCHEURS DE LA POLICE DE BINCHE (HT 025)
Vanuit Brussel, na een dagje werken, spoorde ik naar Binche waar ik in t Kursaal een plaats bezette voor mezelf en ene reserveerde voor Annemie, maar dat was niet nodig want wat later was zij ook aangekomen. We dronken eerst wat en haalden dan onze deelnameomslag met bagagelabel, controlekaart (daaraan vastgeniet een consumptiebon voor de omelet en eentje voor een bier) en het overzicht van de controleposten. Op de duur werd het toch 21 uur, tegen dan stond iedereen buiten en vertrok voorzitter José met zijn auto. We wandelden tegen de wijzers van het uurwerk in en hadden een bevoorrading, aanvankelijk zonder controle, in Waudrez, Estinnes-au-Val, Vellereilles-le-sec (ertussen liggen de Fond de Grammont en de Champ de la Croix Malboise), Haulchin, Fauroeulx, Merbes-le-Château, Fontaine-Valmont. Onderweg was niet veel te zien, vooral landbouwvelden vol gewassen en enkele windturbines, sommige al in werking, andere nog niet helemaal klaar. In Fontaine-Valmont wachtte onze sporttas op ons, maar we kregen de gelegenheid niet om hem zelf naar binnen te sleuren, dat deed een medewerker voor ons. Wij namen onze omelet zonder spek (das niet voor onze bek), Annemie met koffie en ik met cola. Tot hier toe gingen we over verharde wegen, ze weten bij de club ook wel dat de wandelaars maar één zaklamp bij hebben, en die hoefden ze dan alleen te gebruiken om de wegwijzers te vinden. Omdat er regen voorspeld was, hadden zowel Annemie als ik een extra paar kousen aan, en die trokken we reeds in Merbes-le-Château aan, hoewel het van daar maar 7,5 km meer was. Want het had inderdaad geregend, eerst enkele buien van motregen maar de laatste bui was wel een degelijke plensbui. Nadien kregen we nauwelijks nog nattigheid van betekenis op ons hoofd. In Fontaine-Valmont verwisselde ik ook van T-shirt en we droegen onze sporttas dan naar de vrachtwagen, maar werden er gauw van verlost door dezelfde medewerker.
Het parcours ging nog even verder langs verharde wegen, zo bereikten we Thuin niet langs het bos, maar langs kasseistraten. Af en toe, zoals nu, vond ik het wel erg jammer dat ik mijn fototoestel vergeten was, want we gingen straten door en pleintjes over die ik nog niet gezien had (en het was hier nochtans mijn 5de deelname en vorig jaar was ik hier ook tijdens een audax-wandeltocht, de derde en laatste van de drie abdijentochten van Marc Libion). Maar het daglicht was al een ruim uur doorgebroken, tijd dus voor de onverharde wegen, daar mochten wij nu onze schade ruimschoots inhalen. Dat betekende niet alleen door vermoeidheid geïrriteerde voeten (gelukkig koos ik voor wandelsandalen) maar ook veel stukken door bossen. Zo vorderden wij verder van Thuin naar Biesmes, Leermes, een gemeenteschool van Thuin, Mont-Sainte-Geneviève en Buvrinnes. In de Abdij van Bonne Espérance konden wij ons bierbonnetje verzilveren (een alternatief bleek er helaas voor niet-bierdrinkers niet te zijn), Annemie koos een blond bier en ik van gewoonte een donker. Maar die stond te koud en veel smaak had ik er niet aan. Wij lieten ons glas halfvol staan en keerden terug naar het Kursaal, maar enkele straten daarvandaan hoorden wij van verre het deuntje van de ijscoman. Om de nasmaak van de Goeie Hoop te verdoezelen, genoten wij van een lekker ijsje, dat door het warme weer rap smolt, dus was snel likken de boodschap. Even later kwamen wij dus terug aan de aankomst, kort na vijf uur.
Wij hebben zeer genoten van de omloop, al regende het dus wat in de eerste uren en werden wij hier of daar wat in de war gebracht door de richting die de wegwijzertjes aangaven. In de namiddag wees er eentje rechtdoor, maar daar was niets dan een clandestiene parkeerplaats voor verroeste vervoermiddelen. Een drietal wandelaars achter ons ontwaarde in de verte (ik schat zon 300 m) een wegwijzer langs de weg die wij kruisten om de wegwijzer rechtdoor te volgen.
Behalve felicitaties kregen wij ook T-shirt (met alweer een ander motief), een oorkonde een zakje chocolaatjes en een lift naar t station (en ik een foto van vorig jaar, een foto van Luc vond ik niet in de stapel). Onze chauffeur nodigde ons uit om volgend jaar terug te komen want dan is er een verjaardag (van wie of wat?). We zullen ons best doen (al valt het tijdens het weekend van de aankomst van de Haervejsvandring en een weekje voor de start van Vichte - Dhron). J
Een fotoalbum heb ik nu niet gemaakt want door mijn haast om te gaan werken, vergat ik mijn fototoestel. Elders op internet staan ongetwijfeld fotoalbums, zoals van Paul en Steven (wij staan op foto 18).
Met Paul, Dany en Peter kwam ik voorspoedig aan in Zaal Aan de Statie te Hamont-Achel, waar wij ons een plaatsje vonden, ik er twee reserveerde voor Annemie en Mark, we de nog weinige bekenden begroetten, ons inschreven en iets verbruikten. Gaandeweg kwam er nog volk aan, maar veel minder dan wij gewend zijn, en ik denk dat Jean het ook wel zal gemerkt hebben. Nochtans, bij hem is t altijd goed wandelen !
Wij vieren schreven ons in voor 125 km, Annemie en Mark voor 25 minder, dus kon ik ruim 20 uur van hun vriendschap genieten. De eerste lus leidde ons door de natuur (het valt wel op aan de paden dat Achel dicht bij Lommel ligt J) met een wagenrust aan de Drie Bruggen en via een stukje Nederland bereikten wij taverne De Kluis dat hoort bij de Abdij van Achel. Daar hadden wij een ijsje met frisdrank of trappist (nu weet ik dat de Achelse trappist niet mijn voorkeur geniet) op het zonovergoten terras. Via Leenderbos kwamen wij terug in de zaal. Het Leenderbos en de Groote Heide vormen een aaneengesloten natuurgebied van meer dan 3000 ha. Het gebied wordt aan de westkant begrensd door het dal van de Tongelreep, aan de oostkant door het dal van de Strijper Aa en de landbouwgronden rond Leende en Heeze. Verder is het gebied verdeeld geraakt over verschillende eigenaren. Het ligt voor het grootste deel in de gemeente Heeze-Leende. Kleinere gedeelten liggen in de gemeenten Waalre en Valkenswaard. Sedert 2007 bestaan er concrete plannen om de verschillende delen van het gebied weer met elkaar te verbinden door middel van enkele ecoducten over de A2.
Zonovergoten was overigens ook de zaterdag en bij terugkeer in de zaal was zowat iedereen in de weer om zijn/haar voeten weer wat toonbaar te maken, want zelfs wandelaars met schoenen (Mieke, Christine en ik droegen sandalen, alleen Christine droeg er geen kousen in) hadden vuilbestofte voeten. Ik trok ook een ander T-shirt aan, want het was zwoel warm. Voor een ticketje op tafel vond elk een macaronischotel, wij lieten het ons wel smaken, en sommigen haalden nog een tweede portie (maar ik gaf toch voorrang aan het ongehaast verzorgen van mijn voeten, door hen te wassen en andere kousen aan te trekken).
De tweede lus werd nu geleid door Hilde, die, als ik het wel heb, deze lus zelf had ontworpen. De eerste wagenrust was weliswaar opnieuw aan de Drie Bruggen, maar dat wil nu niet zeggen dat wij Jeans eerste lust helemaal overdeden, al waren er wel enkele bekende stukken (maar het is wellicht mijn 5de, zoniet zelfs 6de bezoek aan Hamont-Achel). De tweede wagenrust was in Malpie, een natuurgebeid dat ligt tussen Valkenswaard en Borkel en Schaft, in Nederland dus, en tussenin kregen wij een extra waterbedeling, dat werd ten zeerste geapprecieerd! De Malpie staat bekend om kleine en grote vennen op de heide. De grote vennen binnen het Malpiegebied zijn het Molenven, het Wasven en het Grote Malpieven. Wij hebben in dit gebied ook het riviertje de Dommel overgestoken. Je vind er ook heidevelden, die mij doen denken aan Jutland, Denemarken. Er zijn diverse soorten van bodemtypen en verschillende hoogten van grondwater. Voor de planten en dierenwereld zijn deze vennen en de heide erg belangrijk. Terug in de zaal vonden wij lekkere tomatensoep met balletjes gevolgd door varkensgebraad met broccoli, bloemkool, kroketten en champignonsaus. Omdat ik geen zin had in varkensgebraad, vroeg en kreeg ik het vegetarisch alternatief: een roerei. Dat liet zich ook lekker smaken! Nadien ging ik mijn voeten weer proper maken en een ander T-shirt aantrekken, en toen ik terug kwam, vroeg Joke (of wast Sylvie?) of ik graag een ijsje had. Maar natuurlijk! J Toen ik ermee naar mijn zitplaats kwam, lag daar al ene. Die schonk ik dan aan Paul, want die is nogal tuk op ijs. Ik was trouwens de enige gulle schenker niet.
De derde lus was weer van Jean en we hadden volgens hem geen zaklamp nodig, alleen natuurlijk iets reflecterend. Ik stak dat voor een uurtje in een zakje van mijn heuptasje en volgde de groep door vooral straten en over fietspaden, maar ook enkele veldwegen. De eerste wagenrust was aan Quatre Bras, wat mij toch ver leek, maar toch op slechts 8,6 wandelkilometers ligt. Tegen dan was t tijd om een reflecterend vestje te dragen. Intussen had ik een foto genomen van een klok met thermometer: om 23:11 uur was t nog 21° warm Dan was t gedaan met buiten fotograferen, het was te donker en eerlijk gezegd, er was niet veel interessants te zien. Dat geldt helaas ook voor de vierde lus, waar Hilde voorop ging. We waren inmiddels wel aan een stortvlaag ontsnapt. Geert van de club van Lommel had een telefoontje gekregen van zijn Marie-Claire die in Neerpelt door een stortvlaag reed, terwijl het in Hamont-Achel en in Lommel nog kurkdroog was. Maar intussen hadden we een hamburger of soep met brood gegeten en nog eens een ander T-shirt aangetrokken. Maar mijn voeten waren nu niet bestoft, dus enkel een ander paar kousen was genoeg.
Hilde leidde ons van wagenrust HVW naar dat aan de Broeseinderdijk, onder andere langs het Albertkanaal en vandaar terug naar de zaal, tja, s nachts is er dus weinig te zien en nog minder om zich te oriënteren. Terug in de zaal konden wij het ontbijt aanvallen, veel voeten wassen was niet nodig, ook deze lus was zeker niet stoffig. We waren intussen wel aan een stortvlaag ontsnapt.
De laatste lus moest ik het zonder het gezelschap van Annemie en Mark doen, al deelden zij het ontbijt met ons. En nu stapte Jean weer voor naar het Leenderbos, dus konden ons schoeisel, kousen en voeten weer stof verzamelen. Op zeker moment zag ik Jean zijn sandalen uitgieten, en hij verzekerde mij dat er nog erg weinig zand op het parcours zou liggen. Steentjes lagen er wel nog op dus moest ik mijn sandalen nog wel eens leeg gieten. Op de eerste wagenrust, aan de Beverbeekse heide, kregen we een banaan bij de drank, en op de tweede wagenrust, bij de Beverbeekse scouts, zelfs een heel fruitsalade. Dat was eten en drinken, namelijk het gemengd fruitsap.
Zo kwamen we weer terug in de zaal waar Jean zijn medewerkers in de zaal, op de wagenrusten, met verkeersbord of seingeverslamp, en de wandelaars bedankte. Paul bedankte hem en Hilde in naam van alle wandelaars. Trofeeën werden niet meer uitgereikt, want Dorien had haar 5de Schelp al na 50 km ontvangen, en een Nederlandse na de vierde lus (hoewel ze aan 75 km genoeg had, maar ze wachtte op haar passagiers) reeds.
Over medewerkers gesproken, tijdens het ontbijt vroeg Blandine, de moeder van Jean, of ik nog een kop koffie wou. Al zwanzend zei ik van nee, want ik zou dan niet meer kunnen slapen. Daarop zei ze dat ik daarmee moest wachten tot s avonds. En vertelde dat zij om zaterdagmorgen 3 uur opgestaan was om Jean te helpen bij de organisatie, en was zelf nog niet gaan slapen. Ze zag er zo fris uit als een hoentje en ze was dus al langer wakker dan ik ! Kijk eens op mijn foto 48, ze staat er in het midden. Geen kat die gelooft dat ze reeds 83 jaar is De familie Jansen is ongetwijfeld ontzettend fier op haar !
Met de treinen (overstappen in Brugge) kwam ik voorspoedig aan in Zaal De Mast in Torhout, waar ik me eerst ging omkleden (ik kwam tenslotte recht van kantoor in Brussel) en dan mijn inschrijvingsomslag halen. Terwijl ik mijn rugnummer (de organisatie spreekt van borstnummer maar daar prik ik liever geen veiligheidsspelden in ) aan mijn heuptas bevestigde, kwamen Annemie, Mark en Trees ook aan. Terwijl Annemie en Mark, met mij in hun kielzog, op zoek gingen naar verantwoordelijke Dirk, ging Trees al zitplaatsen zoeken in de belendende zaal waar men kon drinken. Na het begroeten van vele bekenden en iets nuttigen, gingen we aansluiten bij de groep der 100-km-wandelaars.
In de Marching staat Groepsstart om 20.00u., maar dat is voor de lopers, de wandelaars vertrokken om 20.15 uur. Zoals vorig jaar kregen de 42-km-wandelaars weldra hun splitsing, terwijl de 100-km-wandelaars nog wat met de 10-km-wandelaars konden verbroederen, maar na een kilometer of 6 draaiden zij links af en wij gingen naar rechts. Zo bereikten wij Veldegem, waar wij werden verwelkomd door een belleman, Loppem (waar geen toilet was), Nieuwvliet (twee rustposten op 1,1 km van elkaar), Waardamme (plezante naam voor een woordspeling: Weet je waardamme zijn? In Waardamme), Hersberge, Ruiselede en Beernem.
Daar vonden wij een eerste keer onze bagage terug, ik wisselde van kousen en verzorgde eerst mijn voeten, we hadden belegde broodjes en Mark had voor elk van ons een ferme pot rijstpap met frambozen bij. Nadat we weer klaar waren voor de tweede helft, vertrokken we naar Moerbrugge en Assebroek vanwaar we Brugge die Scone bereikten. Het centrum deden wij ook nu niet aan maar er was genoeg te zien. In Brugge kregen we in het Minnewaterpark tot achter het station, tussen enkele grote schoolgebouwen, een bescheiden regenbuitje over ons heen. Wat later kwamen wij in het Boudewijnpark aan, en terwijl we een boterham aten, koffie dronken, ons verzorgden (ik trok een ander T-shirt aan alsook andere kousen), zagen we de achtbaan van het pretpark in werking.
Nog 30 km scheidden ons van de aankomst, met nog vier controleposten, maar vooral ook een doortocht door het Tillegembos en aansluitend het Beisbroek, waar we het Planetenpad volgden. Dit werd uitgestippeld en op 4 juli 2004 voorgesteld. Het pad is in totaal 835 m lang en stelt hiermee een werkelijke afstand van bijna 6 miljard kilometer voor. Eén meter komt in andere woorden overeen met een werkelijke afstand van 9 miljoen kilometer. Elke planeet wordt voorgesteld door haar mythologische figuur: Saturnus als God van de Tijd, Venus als Godin van de Liefde of Neptunus als God van de Zee. Elke mythologische figuur werd uitgewerkt als een sculptuur van de hand van de bekende kunstenaar Jef Claerhout. Elk beeldhouwwerk torst op één of andere manier een bol(letje) dat de planeet voorstelt. Om praktische redenen werd hier voor een andere schaal gekozen: een bolletje van 10 cm komt overeen met een sfeer van 18000 km. Van De Groene Meersen ging het naar Aartrijke en Wijnendale, waar ik geen kasteel zag (er is er nochtans ene) maar nu hadden we slechts 4,1 km meer te wandelen vooraleer we Zaal De Mast weer bereikten. Daar trokken we met zijn allen aan de bel (terwijl de supporter van andere wandelaars zo vriendelijk was met mijn toestel een paar fotos van ons te maken, onze welgemeende dank hiervoor !). Van de organisatie kregen we daarom een diploma, een medaille aan een lint, een badge en een large T-shirt. We dronken nog wat en gingen dan naar huis, eerst naar Gent om er Trees te laten uitstappen, en dan naar Massemen, waar ik bij Annemie de nacht mocht doorbrengen.
We vernamen in Torhout dat van de net geen 700 (nl 698) deelnemers op de 100 km er zon 1/3 had opgegeven. Dat lijkt ons nogal veel. Net als vorig jaar ben ik behoorlijk enthousiast over de omloop (zowat 50% onverharde wegen, weer enkele aanzienlijke wijzigingen in vergelijking tot vorig jaar), de verzorging (afwisselend en vriendelijk aangeboden), het onthaal (zo persoonlijk als vorig jaar: ook de wandelaars tellen mee).
Alleen zou ik durven voorstellen om de 10 km eerst af te zonderen van de 100 km, de wandelaars op de 42 km hebben meestal een zelfde allure als de 100-km-wandelaars. Of zou de parcoursmeester de kleinste en de grootste afstand ongeveer 6 km samen laten vollen opdat de controleposten, waar voor de wandelaars ruim zitplaats voorzien is, niet overladen zou worden met wandelaars? Zoals in Bornem lijken de eerste controleposten meer op wagenrusten van euraudax dan op rustposten van andere, gewone wandeltochten, en dan is een wandelaar toch vlugger geneigd om eerder verder te gaan.
Zoals vorig jaar geraakte ik in Marxzell door daags ervoor te overnachten in Mechelen bij Sally (dank je wel!), met haar mee te rijden naar Merksem om van daar af met Frank mee te rijden (ook dank je wel !). Deze keer echter vertrokken wij een uur eerder en kwamen dan ook mooi tijdig aan, namelijk kort na 11 uur. We hadden dus een rustige 2 uur om de nog weinige aanwezigen te begroeten, wat te eten (waldkornbroodjes met brokjes chocolade, met vriendschap aangeboden en bereid door Sally) en te drinken (gratis en ruim keuze). Een half uur voor de start smeerde ik mijn voeten in, trok wandelkousen en sandalen aan en wachtte op het startsein.
Dat werd dan gegeven door Willy die ons allen toesprak en ons dankte voor de opkomst (een 50-tal wandelaars). Hij verleende dan het woord aan Bertus die verkondigde dat op 24 mei Marcella was overleden, hij vroeg dan om een minuut stilte, wat hij natuurlijk verkreeg. Overigens was een overlijdensbericht in de garage (startzaal) bevestigd, naast de fotos van de tocht van vorig jaar (waar men kopies kon van bestellen). Vooraleer te vertrekken zei Willy nog dat we om ongeveer 20.30 uur al eens onze sporttas konden aanspreken, een extraatje dat niet op het overzicht van rustpauzes vermeld staat. Dat is dan ook op tijd om andere kousen aan te trekken en ons van ons reflecterend materiaal te voorzien. Doch dat is dus voor later.
Na wat stratenwerk bereikten we spoedig het Zwarte Woud. Dat is een dicht bebost gebied en middelgebergte in het zuidwesten van Duitsland, gelegen in de deelstaat Baden-Württemberg, aan de Rijn en aan de Franse grens. Het is het grootste middelgebergte in Duitsland. Geologisch is het verwant aan de Vogezen, die aan de Franse kant van de Rijn liggen. De hoogste top van het Zwarte Woud is de Feldberg met een hoogte van 1493 meter boven Normaal Amsterdams Peil (maar hier kwamen wij niet). Het Zwarte Woud is het grootste bosgebied in Duitsland en bestaat hoofdzakelijk uit dennen- en sparrenbomen. Tegenwoordig is het Zwarte Woud een van de populairste toeristenbestemmingen in Duitsland. De Romeinen noemden het dicht beboste gebergte met zijn kenmerkende donkere naaldbomen Silva Nigra - "het Zwarte of Donkere Woud", dat voor hen onheilspellend en bijna ondoordringbaar was. Het Duitse woord Schwarzwald werd voor de eerste keer in een document van het Zwitserse klooster St. Gallen uit het jaar 868 gebruikt. Her en der vind je wandelwegwijzers, soms naar steden in de buurt die bijna 50 km verder gelegen zijn, zoals Freudenstadt. Wij zijn de eerste 10 uur van onze wandeling nauwelijks het woud uit geweest, en hadden een rustpauze in Neusatz en een andere in Dobel (waar we afscheid namen van enkele wandelaars die voor de afstand van bijna 20 km waren ingeschreven, hoewel dat geen audax-afstand is). De bevoorrading op zon wagenrust is behoorlijk uitgebreid, met frisdranken, bier (met zeer weinig en met een beetje alcohol) en een gevarieerde keuze aan versnaperingen. In Dobel raadde Willy ons voor het vertrek aan om een flesje water en een zakje met banaan en een koek mee te nemen, want de volgende wagenrust bevond zich op 15,4 km. Ik had al een flesje cola (van Sally gekregen met het ontbijt) dat ik in Neusatz al had laten bijvullen, maar het water nam ik zeker in dank aan. Met het zakje voedsel haalde ik zonder me te haasten Frank in en bood het hem aan, ik had toch geen honger, na de pistolet met twee Bockwurste en mosterd gevolgd door een potje yoghurt op die wagenrust. Tussen Dobel en de parking Kreuzle passeerden wij een open hut, zoals er vele staan in het Zwarte Woud, en daar pauzeerden wij even om de lange tussenafstand wat te breken.
We wandelden dan verder naar de Kaltenbronn (waar we dus onze bagage ter beschikking hadden) en van daar naar de Keizer Wilhelmtoren die werd gebouwd in 1897, 30 m hoog is en 160 treden telt en gelegen is op de Hohloh. De meesten onder ons bestegen die treden om van zo hoog (990 m) op de wandelaars onderaan neer te kijken (letterlijk dan toch) en van het wijdse uitzicht in vier richtingen te genieten. We hoorden dan Willy fluiten en daalden de treden dus opnieuw af om onze wandeling verder te zetten, richting Bad Wildbad. Dat bereikten we na nog een pauze in Lautenhof (met onder andere rode wijn en blokjes kaas) en een mooie passage langs het Grote Hohlohmeer.
Bad Wildbad is een kuuroord (al in de 15de eeuw als dusdanig bekend) in het noordelijke deel van het Zwarte Woud, het behoort tot het district Calw. Het ligt in het Enzdal, een bijrivier van de Neckar. In het stadsdeel Calmbach vloeien de twee bronstromen Kleine Enz en Große Enz samen tot de eigenlijke Enz. We doorkruisten het centrum om dan in Hotel - Restaurant Alte Linde onze warme maaltijd te nuttigen. Dat bestond uit een bord aspergesoep en stoofvlees met frietjes en/of Spätzle, door te spoelen met een drank door Marc aan zijn tafelgenoten (Lucia, Sally, Conny, Geert, Frank en mij) aangeboden wegens zijn 12de Gouden Arend, hartelijk dank, santé en gefeliciteerd! In dat hotel hadden we 70 minuten tijd om te eten, ons eventueel op te frissen (voor mij: ander T-shirt en andere kousen) en wat te rusten.
Het was intussen natuurlijk al donker dus werd er voorlopig niet meer gefotografeerd, hoewel Bad Wildbad toch wat charmes heeft. Zo ging het via de Eyachbrug en 9 km verder een parking naar Dennach, waar wij in de kantine van het sportplein ons ontbijt kregen. Er was zelfs tijd (60 minuten) om andere kousen aan te trekken en wat te rusten alvorens we weer van het zonnetje en de mooie streek konden genieten. Op de laatste wagenrust, 12,8 km dichter bij Pfaffenrot, waren er zelfs diverse soorten schnapps en omdat ik mijn schnappskroesje van Denemarken toch altijd bij heb, proefde ik van de kersenjenever (die hut heet nochtans Weinbrünnle). Nog net geen 5 km scheidden ons van de eindmeet waar Willy dankwoorden uitsprak aan de wandelaars, de medewerkers en de seingevers. Hij had dan 5 Gouden Arenden uit te rijken, twee Duitse vogels (Marion en Karl) en drie Belgische (Marc, Louis en Joost), gratuliere en gefeliciteerd! Drie kwartier later vertrokken Frank, Sally en ik want wij moesten s anderendaags weer aan de slag (enkele anderen hadden het weekend wat uitgerokken in de streek).
Het was een mooie wandeling, en dat veel mij herinnerde aan mijn eerste deelname aan Euraudax Marxzell (een jaar of 4 geleden) stoort mij hoegenaamd niet. Het weer was ook mooi en het eten, de versnaperingen lekker en gevarieerd (op enkele wagenrusten waren er diverse taarten en grote cakes). Volgend jaar organiseert Willy de Superaudax en ik heb horen zeggen dat dit dan zijn laatste audax-organisatie wordt. Helaas, driewerf helaas! Er zijn maar 3 Duitse audax-tochten per jaar, dus t jonge volk (Marion, om geen namen te noemen ) wordt vriendelijk doch dringend verzocht een datum te vragen bij de verantwoordelijke voor de kalender aldaar.
Omdat ik me niet wou haasten, deze dag van de verkiezingen voor het Vlaams en het Europees Parlement, koos ik voor de bescheiden afstand van 15 km, dat er dan nog slechts 13,800 km waren. Deze omloop leidde mij langs vooral verharde, maar toch rustige wegen naar Oetingen waar ik twee keer langs mocht komen voor de stempelcontrole. Ik had er dus een lus te stappen van 4,800 km, deze keer had ik meer veldwegen en paadjes voor de voeten.
Terug in Oetingen bleek meteen dat er wat te doen was voor de kerk, want er stonden heel wat paarden, zowel met als zonder koets er achteraan. De medewerkers aan de stempelcontrole wisten ook niet wat er aan de hand was, de wandelaars die er vóór mij waren, hebben hen dus ook niet wijzer gemaakt, ik vermoed zoals zij dat het om een paardenwijding ging.
Nog 4 km scheidden mij van de aankomst, en die waren ook natuurlijker dan de eerste 5 km, waarvoor dank.
Het weer viel aardig mee, al was het bewolkt en kreeg ik de zon nauwelijks te zien, maar het bleef droog, en dat is ook een pluspunt.
29.05 - 01.06.2009 - 35ste Parijs-Tubize: Maandag, 01.06.2009 van Feignies naar Tubize, 60 km
Deze nacht had ik niet zo goed geslapen, er was te veel rumoer in mijn onmiddellijke omgeving. J In ieder geval, vandaag kwamen we aan in dezelfde stad als waar we met de bus vertrokken. De start van het parcours was niet helemaal hetzelfde, zo bereikten wij de Belgische grens niet langs de gebruikelijke gewestweg, we waren er ons zelfs niet van bewust. Ineens zag ik nogal veel autos samen met Belgische nummerplaten, de postbus zag er ook Belgisch uit net als de bushalte. Omdat we niet in taverne Le St.-Germain in Mons terecht konden, weken we uit naar Obourg, via Goegnies Chaussée, Quévy le Grand, Harveng, Harmignies en St.-Symphorien. In de voetbalkantine kregen we van de vrouw van voorzitter Fernand onze broodjes, mijn consumptiebonnetje en nog wat opleg wisselde ik uit voor een donkere Leffe (tja, ik weet niet of ze daar picon hadden voor in het pintje). De stoelen stonden er nogal dicht bij elkaar, wat niet praktisch is om zelfs maar kousen uit te trekken, en dan zat ik nog op de hoek van de tafel. Intussen was de voorzitter van de wandelclub van Binche er ook aangekomen, met zijn hondje en met in de andere hand folders voor de Marche de la Thudinie (ik ben al ingeschreven). Nadat mijn trappist was uitgedronken, ging ik mijn voeten verzorgen en nog wat buiten zitten.
Het werd dan tijd om naar Neufvilles te stappen, via het kerkhof van Casteau en ook al niet langs de wegen die we van voorgaande jaren kennen. Bovendien bereikten wij de cafetaria van de plaatselijke voetbalclub via de andere kant, niet via de steenweg waar het altijd bedrijvig is wat een beetje een kermissfeer geeft. Ik had Eddy (neofiet in deze vierdaagse) al wijsgemaakt dat we tomate crevette zouden krijgen, maar ik zat er naast. Het was tonijnsalade maar dan wel met weinig mayonaise, denk ik, want het smaakte behoorlijk droog. Daarbij waren groentjes en een aardappel in de eetbare schil. Na dat eten ging ik me verfrissen en mijn voeten verzorgen, vooraleer bij Luc langs te gaan. Mijn achillespees trok wat, het deed geen pijn maar ik voelde een bolletje, en vreesde dus voor een spierontsteking. Dat kon Luc wel beamen en hij masseerde mijn hiel met flexiumgel, zelf s anderendaags in de apotheek te halen. Nadien verpoosde ik nog wat, liever in de lommer want in de zon was het behoorlijk warm.
Vooraleer verder naar Braine le Comte te stappen, verzamelden de vrouwen voor een groepsfoto (ik verwacht die nog per mail), er waren genoeg fotografen. Vanaf hier was het parcours ongewijzigd en in Braine le Comte had ik nog een half uur te kletsen met Jill, Sue en Shaul (een der twee Israëlis) voor we gezamenlijk zouden vertrekken. Net op tijd kwamen Paul en Léo aan met Frans wiens rug geblokkeerd was en erg schuin aan de arm hing van afwisselend Paul en Léo. Luc liet daar weten aan hen hoe je het best Frans ondersteunt, hoe je zijn arm vast houdt. Zo gingen wij verder naar Tubize via nog 3 wagenrusten. Onderweg stonden Kadees André en Erna iedereen aan te vuren alsook de ouders van Marcel en de vriend van Vicky die door haar vader werd gesteund, vooral moreel dan. Na de laatste wagenrust hield het fietspad aan de rechterkant van de steenweg op en ik stak die steenweg over, daar was ook geen fietspad, maar ik zag dan tenminste het verkeer op me af komen. Waar de bebouwing dichter werd, zag ik Raymond verpozen en dat bleek dan aan het huis van kinesist Luc. Hij feliciteerde me met Proficiat Annemie! Ik moet wat verdwaasd geweest zijn (ik was wel moe maar niet zo erg dat ik er als een zombie bij liep) want ik zei dat Annemie er niet bij was. Ik merkte beweging aan de rand van mijn zichtveld, keek om en zag daar mijn allerbeste vriendin met Mark, haar sjoeke. Wat een fijne verrassing!!! Samen gingen wij verder en toen we de voorlaatste bocht namen, fotografeerde ik mijn persoonlijke supporters alvorens mijn fototoestel aan Mark uit te lenen. Intussen kwamen Léo en Frans eraan en ik liet hen door. Aan de aankomst werd over en weer gefeliciteerd, ook door Marleen die Paul en mij kwam halen.
Wij gingen dan binnen en terwijl Paul nog zijn public relations aan t verzorgen was, gingen Marleen en Mark onze bagage zoeken en Annemie en ik zochten een plaatsje in de zaal, dat we ook vlot vonden. Ik had dan al een donkere Leffe in de hand, mij geschonken door Stéphane, en binnen konden wij verder deelnemers feliciteren. Overigens was er nog een vierde opgever, naast Stéphane, Roland en Daniel: Rinde, een Nederlandse die een week eerder, ook al voor de eerste keer, deelnam aan de Superaudax, maar daar was ze wel succesvol. Intussen werd er al gespeecht en weldra was het tijd om recht te staan tijdens het spelen van een fragment van het nationale volkslied van alle landen die vertegenwoordigd waren: Frankrijk, Nederland, Duitsland, Groot-Brittannië, Denemarken en Israël. Dan werden de medewerkers in de bloemetjes gezet, ze kregen telkens een daverend applaus van de wandelaars en hun gezelschap. Verder werden de wandelaars naar voor geroepen met een zeker aantal deelnames, zoals Pascal (32 van de 35 edities), Bernard, Martine (stadsgenote van Daniel Pantani), en ik dus ook met mijn vijf passages. Dan was het de beurt aan de andere wandelaars, ook de opgevers kregen een aandenken. Wat dat was, weet ik niet, maar ik kreeg, behalve mijn beker, een trofee met daarop een foto van het kasteel van Pierrefonds (voorheen was het een kaartje van een dagetappe), een wegwijzer, een badge en een getuigschrift. Overigens kregen zowel Paul als ik van Marleen een mooie koffiekop met pralines in. Hartelijk dank !
Deze vijfde deelname was mij goed bevallen, afgezien van de twee koude douches, de aanwezigheid nog van lange, saaie stukken (hoewel er al een paar verdwenen zijn), want ik ben steeds op een behoorlijk uur aan de bestemming van de etappe geraakt. Overigens viel ook het weer goed mee, het was droog (op een sproeibuitje na, op maandagnamiddag) en zonnig, op zondag eerder licht bewolkt, wat goed uitkwam tijdens de langste namiddagetappe.
29.05 - 01.06.2009 - 35ste Parijs-Tubize: Zondag, 31.05.2009 van Ribemont naar Feignies, 75,4 km
Vandaag was dus de dag van de langste namiddag, maar daarvoor was de ochtendetappe dan ook korter. Vandaag ook was ons een wijziging in het parcours beloofd, de medewerkers wachtten ons op in Neuvilette, Hauteville, Proix, Grand Verly en Tupigny. Intussen had ik het gezelschap gekregen van Jill, een van de twee Engelse dames, haar vriendin Sue was wat verder op. Jill is een kanjer van een wandelaarster, overal waar een centurion (100 mijlen of iets meer dan 160 km in maximaal 24 uur) wordt georganiseerd, heeft ze die al succesvol volbracht, zelfs aan de leeftijd van 65 jaar (twee jaar geleden, op uitdrukkelijk verzoek van de organisatie). Ook nu nog hield ze een tempo aan waarbij ik al eens een tandje moest bijsteken, maar ik nam dat erbij, want doordat ze zoveel babbelt en vertelt als ze wandelt, ging de tijd en gingen de kilometers vlot voorbij. We kregen als nieuwigheid een lang stuk langs het kanaal die de Samber met de Oise verbindt. Het deed me wat denken aan een eind uit Vichte-Dhron van 2006 met al die sluiswachtershuizen. Het was vooral ook rustig, want we moesten niet uitkijken voor gemotoriseerd vervoer (behalve op het eind een beetje, er was blijkbaar een viswedstrijd aan de gang) en veel fietsers vlamden ons ook niet voorbij. De laatste bevoorradingsport voor de middagpauze, in Etreux, was op het terras van een café, Au trotteur en daar zaten vele bekenden, zoals Marie-Paule, Frans, Wim, Dany, Daniel Pantani, Patrick, Jaak, bij hen twee supporters (Rik en Isabelle), tevens Robert, Arne (de enige Deen in het deelnemersveld), Jean (Stéphanes vader) met nog een paar maten. Ik dronk een picon-bière, keek intussen wat TV (een sportprogramma) en nam een zelfportret-met-drank, wat Arne behoorlijk grappig vond. Nadien ging ik weg, gezien de snelle wandelaars (het groepje Marie-Paule, Frans, Wim, Dany, Daniel Pantani) nog op café zat, vond ik dat ik een goeie positie in het peloton had. De weg naar Boué (moet men dat als Bowé uitspreken?) was bekend en intussen hoorde ik Frans stem. Ik keek om en zag tot mijn grote verbazing dat Daniel ondersteund moest worden door Frans en Dany (even later door Wim en Dany). Blijkbaar had hij een rugprobleem (lumbago) opgelopen. Toch konden zij en Marie-Paule een tempo aanhouden dat mij na een tijd wat te rap was. Intussen liet Marie-Paule mij weten dat onze middagpauze niet plaats vond in de feestzaal zoals gebruikelijk, maar in een andere locatie. Daarvoor hadden wij een eind door een bos gewandeld vooraleer wij op de middagpost kwamen. Daar kregen we soep, koude schotel en een koek (maar die schoof ik door naar Monique). Ik ging dan wat zitten rusten - slapen kan je dat bezwaarlijk noemen - nadat ik mijn voeten had verzorgd en een ander T-shirt had aangetrokken. Het werd dan tijd om te vertrekken, maar eerst kwam de burgemeester langs, met in zijn kielzog een fotograaf. Buiten gaf de burgemeester een speech ten beste waarin hij ons welkom heette, succes wenste en de organisatoren en medewerkers bedankte. Hij deelde ook enkele geschenken (sjaals) uit en had Michel voorzien van trofeeën voor in Tubize. We gingen dan maar verder, niet terug door het bos, maar langs de openbare weg zodat we de feestzaal passeerden, daar had dus blijkbaar een trouwfeest plaats gevonden. Daniel Pantani probeerde mee te wandelen, maar het ging echt niet, zelfs niet aan de arm van Martine, en hij stapte ongetwijfeld in bij een medewerker (zoals Stéphane en Roland eerder). Jammer dat hij zo moest stoppen, nochtans een kanjer van formaat!
Er was nu geen merkelijk verschil meer in het parcours, zodat ik passeerde in Barzy, Beaurepaire, Petit Fayt, Dompierre, St.-Aubin, Limont Fontaine (waar ik het gezelschap kreeg van Henri Rik), St.-Rméy. Onderweg naar Neuf Mesnil zag ik ineens het groepje der snelle wandelaars: Marie-Paule op een stoel, Frans, Wim, Robert en Dany, bij Isabelle en Rik. Blijkbaar had Marie-Paule de champignonsaus niet verteerd (later hoorde ik dat Dany en Wim het er ook lastig mee gehad hadden), dat vrat aan haar energie (voordien had ik niet de indruk dat haar welslagen in de Centurion in Nederland een week eerder nog in haar benen hing). Eens ze een beetje bekomen was, gingen ze verder en ik er achteraan. Nog voor we de bevoorradingspost van Neuf Mesnil bereikten, had ze nog eens moeten stoppen voor enkele minuten. Maar nadien was ze toch genoeg bekomen om verder te stappen naar Feignies, zo energiek zelfs dat ik weer moest afhaken. Toch kwam ik in Feignies aan om 20.45 uur, wat voor mij erg vroeg was. Deze keer vond ik wel dat ik na de voorbereidingen voor de nacht (warme douche! En Stéphane had onze mijn, Pauls, Marcs en Yolandes - bagage al bij elkaar gezet) nog tijd had voor het avondmaal. En een geluk, want Bernard met rugnummer 43 had getrakteerd op zijn 25ste deelname met rode wijn. Ik nam zelfs tijd om mijn beenspieren door kinesist Luc te laten massac pardon: masseren. Ik moest de gelegenheid te baat nemen, want hij stopt er mee, na 20 keer wandelaars verzorgen (masseren, blaren behandelen), vrouw Françoise (ook in het team, pas op pre-pensioen) en kleinkinderen gaan voortaan voor. Kwam ik dus erg voorspoedig aan (zonder fierheid omdat ik profiteerde van de onpasselijkheid van Marie-Paule), Paul kwam er pas om half elf door, het licht was toen al uit. Mijn fotoalbum staat hier: http://picasaweb.google.com/9470hvds/ParijsTubize2009
29.05 - 01.06.2009 - 35ste Parijs-Tubize: Zaterdag, 30.05.2009 van Pierrefonds naar Ribemont, 81 km
Gedaan met uitslapen, we werden om 2 uur gewekt en ik had ook nu tijd genoeg voor het ochtendtoilet, het ontbijt, het klaarmaken van de bagage en nog wat gelanterfant. Alleen Stéphane van Ath kon blijven liggen: hij had opgegeven omdat hij zo goed als geen huid meer had op zijn voetzolen (al van voor het begin van de vierdaagse). Het was nu wat koeler, wat ook normaal is, want we vertrokken een uur eerder. Ik wierp nog een laatste blik op het kasteel van Pierrefonds, dat tot mijn grote verbazing niet verlicht was, en volgde de groep via St.-Etienne, Chelles, Martimont, Croutoy, Attichy, Bitry, Autrèche, Morsain, Selens, Trosly Loire en Guny. Intussen had Roland er de brui aan gegeven, hij had daags voordien al last van zijn nieren, en in een bos, waar we de openbare weg volgden, zat hij op een balustrade te wachten op een volgwagen. Terwijl ik aan de bevoorradingspost in Croutoy stond te drinken en knabbelen, kwam Dirk aan en vertelde tegen een der medewerkers dat Roland moest opgeven. Een andere medewerker (die over en weer reed, zoals Michel, om te zien of iedereen er nog bij was) ging Roland halen, intussen waren Christine (zij is arts) en Paul bij hem gebleven. In Guny was ook alweer een café om in te duiken en wat voor mij de Parijs-Tubize-drank is, te nuttigen. In Coucy-le-Château (zou het niet beter Coucy-les-Ruïnes heten?) was deze keer met krijt een pijl getrokken en ernaast 292 geschreven, al kende ik dit steile pad naar de Pont de Soissons al van de vorige keren. Deze toegangspoort werd nu gerestaureerd en ik nam er dan ook geen foto van. Een plannetje van het kasteel is te zien via deze link: http://www.coucy.com/plans/plan_coucy.html. Ha, zoals bij mijn eerste deelname konden de wandelaars weer onder een grote tent zitten, niet meer binnen in de zaal, zoals bij mijn andere deelnames (hoewel alleen vier jaar geleden het rotslechte weer de hoofdreden zal geweest zijn om binnenshuis te eten). Het nadeel was dan wel dat ook de sanitaire installaties niet konden gebruikt worden, men kon terecht in een openbare gelegenheid schuin tegenover de zijgevel van het gemeentehuis. In die tent was Stéphane aan het helpen, vooral bij het afruimen. Paul, die als gewoonlijk voor bezemwagen speelde, kwam pas om 12.45 uur aan, samen met Dirk en Christine. Zij had last aan de maag, wellicht van de champignonsaus van de avond voordien, daardoor had ze s nachts te weinig geslapen (al zullen de Superaudax in Vernon, Frankrijk, en de werkweek er ook voor iets tussen gezeten hebben). Maar ze hadden toch tijd om te eten en desnoods iets anders aan te trekken of de voeten te verzorgen.
Bij het vertrek, na Michels auto, speelde Paul voor seingever, en dat was blijkbaar nodig, want niet iedereen heeft het nodige geduld om een groep wandelaars te laten passeren. Langs nog bekende wegen en paden gingen we langs Septvaux, St.-Gobain, Missancourt, Fressancourt en Rogecourt. Daar kleefde op een verkeersbord een bizarre aankondiging van een bevoorrading: rechtdoor met water, rechtsaf zonder water. Ik was dus aangekomen aan het buffet chez Jeannine. Jeannine was echter niet te zien, mevrouw de burgemeester nam de honneurs waar, en toen ik haar liet weten dat ik Jeannine wou begroeten, vertelde ze dat de kleindochter 40° koorts had en oma met moeder en kindje naar het ziekenhuis gereden was. Het werd voor de wandelaars toch een leuke rustpauze, zelfs toen Michel kwam zeggen dat we maar verder gingen, het was toch maar om te lachen (tip: trakteer hem op een pintje ). Intussen was Paul ook aangekomen met zijn gezelschap (Dirk, Christine, Léo, Marcel en Vicky, twee jonge Nederlanders die enkel de wandelhobby delen), en Léo trakteerde zowat de halve tent. Inmiddels was Marcel aan t verzuchten dat het toch wel vermoeiend was en dat hij er de brui aan gaf. Hij gaf zelfs zijn rugnummer al aan Michel, maar met zijn allen konden wij hem toch overtuigen om door te gaan. Even later vertrokken wij dan eindelijk, na een paar kilometers ging ik er stilaan vandoor, Vicky had al een voorsprong genomen en toen ik haar had ingehaald (ze bleef toch wachten op Marcel) vroeg ik haar of hij soms spierpijn had. Nee, hij was gewoon moe. Awel, ik was al op vrijdag namiddag moe Ik ging verder op mijn gezapig tempo langs Versigny, Anguilcourt, en Surfontaine. Na de gebruikelijke onsteile maar lange hellingen verwachtte ik mij aan de afsteek naar Ribemont, maar welk pad zou het nu zijn? Ha, daar was weer een krijtpijl, maar wat ernaast stond, dat kon ik met de beste wil van de wereld niet ontcijferen. Ik nam het risico en dacht: Als ik me niets herinner na die flauwe bocht, keer ik weer. Maar het was wel het juiste dalende, stenige veldpad en ook bij een kruising met een private weg was een pijl getekend. Zo kwam ik aan de rand van het centrum van Ribemont, vanwaar ik de sportzaal voorspoedig bereikte, niet lang na Dany (die was wellicht nog gauw gaan tanken in een dorpscafé). Nadat ik mijn matras had opgeblazen (aan het elektrische netwerk) en een plaats had gereserveerd voor Paul, en nadat ik mij op dezelfde manier als in Pierrefonds gewassen had (om dezelfde reden ), was het al 22.00 uur. Hoewel het avondmaal een goeie portie spaghetti bolognese was, heb ik eraan verzaakt, liever vier uur slapen, ik eet thuis pasta genoeg.
29.05 - 01.06.2009 - 35ste Parijs-Tubize: Vrijdag, 29.05.2009 van Lagny-sur-Marne naar Pierrefonds, 75 km
Zoals we dat al gewoon zijn (dit is mijn 5de deelname) werden we om 3 uur gewekt, al was dat bij mij niet nodig, ik had dan ook nog niet gewandeld en was derhalve niet vermoeid. Ik maakte mij traag klaar, had een rustig ontbijt (nog met koude chocomelk, maar dat deerde niet), rolde kalm mijn matten op en had dan nog tijd om fotos te nemen en een frisse neus te halen. Na een korte speech stapte Michel in de auto en reed voor de groep van 71 wandelaars uit. Il est cinq heures: Paris-Tubize (op de tonen van Dutroncs Il est cinq heures, Paris séveille).
Deze eerste etappe had bij mijn weten geen nieuwigheden op de omloop die ons leidde langs Montevrain, Chessy, Chalifert, Lesches en daar kregen wij een eerste bevoorrading aan een bushalte. In Tribaldou lag ook de kleine bagage te grabbel aan de bevoorradingspost bij een brug, een uitgelezen gelegenheid om zaklamp en reflecterend vest uit te trekken, de zon kwam weldra op. De bevoorrading bestond nog steeds uit plat water, al dan niet aangelengd met een smaakje (grenadine, munt, citroen of appelsiensap) en stukken brood besmeerd met confituur en kaas. Verder ging het naar Charmentray, Charny, Plessy aux Bois, waar alweer medewerkers klaar stonden. In St-Soupplets vond ik gekende gezichten terug in een der pleisterplaatsen langs de route en ging dan ook even verpozen. Nadat zowat alle andere wandelaars vertrokken waren, ging ik zelf ook verder. Maar niet ver, hoor, want in Oissery had ik vorig jaar kennis gemaakt met nog een pleisterplaats, en deze vond ik ook nu weer terug, net als andere deelnemers. Dit café wordt door een echtpaar Vietnamezen uitgebaat, en daar kost de picon-bière al meteen enkele centen minder. Ver was het dan niet meer tot in Nanteuil, nog geen 5 km voorbij de laatste wagenrust, die in Ognes. Zoals vorig jaar was er in Nanteuil geen koude schotel meer, maar een baguette met naar keuze ham of kaas (misschien mocht je er ook 2 nemen, maarvoor mij volstond een exemplaar), de soep was wel gebleven, het water op tafel ook net als het blikje bier, al zijn Les Roses Noires wel van merk veranderd. Na het eten trok ik andere kousen en een ander T-shirt aan, verzorgde mijn voeten en was dus klaar voor de rest van de etappe. Deze ging langs Droizelles, Rosières (heb je in België ook), Leluat, Auger-St.-Vincent, Trumilly, Rocquemont, Glaignes (leuk plaatsje om een wagenrust te houden, naast een fris klaterende beek, de Sainte-Marie), Bethancourt, Elincourt, Palesne en Pierrefonds. En ja hoor, hier nam ik voor de vijfde keer fotos, ik kan er echt niet aan weerstaan! Net als vorig jaar hing er geen spandoek meer om de deelnemers aan deze vierdaagse welkom te heten, zoals enkele jaren geleden. Maar wel was er nog steeds de receptie aan de eetzaal en deze keer bleef ik er ook plakken alvorens mijn bed op te maken. Ik kletste er wat met deze en gene, dronk eerst een rood wijntje en daarna een wit met cassis in. Intussen had ik al vernomen dat de douches als naar goede gewoonte enkel koud water sproeiden, dus toen het zover was, behielp ik mij wel, alleen mijn haar spoelde ik met dat koud water, het weer was toch de hele dag lekker. Na de soep, rijst met kip en champignonsaus (de champignons mocht ik op Danys bord schuiven) en de yoghurt maakte ik mijn avondtoilet en schoof in mijn slaapzak. In tegenstelling tot vorig jaar heb ik, weliswaar kort en even onderbroken, lekker geslapen. Mijn fotoalbum staat hier: http://picasaweb.google.com/9470hvds/ParijsTubize2009
29.05 - 01.06.2009 - 35ste Parijs-Tubize: Proloog op donderdag, 28.05.2009
Om twee uur kwamen Marleen en Paul mij halen, Marleen voerde ons naar de kantine in het Stade Leburton in Tubeke, en vertrok op boodschap. Wij konden meteen de vele bekenden, wandelaars, supporters en vooral medewerkers, begroeten. We ontvingen onze inschrijvingsdocumenten, deponeerden onze bagage in een van de 2 bestelwagens en gingen dan iets verbruiken, hier en daar wat kletsend. Een der onderwerpen was het onverwachte overlijden van de Nederlandse Marcella Creemers, slechts 58 jaar, velen bekend van audax-wandeltochten en deelnames aan de Haervejsvandring, maar vóór mijn tijd had ze ook deelgenomen aan deze vierdaagse mars. Ze was in Valkenburg aan t wandelen toen ze ineens neerzeeg. Een wandelmaat trachtte haar te reanimeren, maar ook de toegesnelde hulpdiensten konden geen hulp meer bieden.
Een kwartier vóór tijd (16.00 uur) reeds verzocht Michel ons om een plaats te zoeken in de bus en we vertokken dan, reden in één ruk naar Lagny-sur-Marne (vroeger werd steeds een pitstop gehouden). Natuurlijk was de bestelwagen waar mijn bagage (en die van Paul) in stond nog niet aangekomen. We gingen dan maar eten, in het gezelschap van Dany, in dezelfde snackbar als vorig jaar. Daar vonden we ook Marie-Paule, Frans, Jaak en Wim, en aan een andere tafel Rebecca en Luc.
Na deze lekkere en vullende avondmaaltijd gingen we terug, intussen was onze bagage ook aangekomen, dus konden wij ons bedje opmaken, ons avondtoilet maken en ons te slapen begeven.
Bij mijn aankomst word ik hartelijk begroet door Annemie en Mark en krijg van haar meteen een frambozenjenever aangeboden, terwijl Mark een warme chocomelk haalt en de stukken heerlijke, zelfgebakken rijsttaart presenteert in afzonderlijk verpakte stukken. We kletsen wat, schrijven ons in, begroeten enkele bekenden en gaan dan op stap voor de omloop van 18 km waar de parcoursverantwoordelijke nog 900 m aan toevoegde.
Wij volgen eerst nog de ruime en toch al voor meer dan 70% bezette parking en een stuk van de naburige dreef om aldus, via vooral aangelegde wegen (ten behoeve van de wielertoeristen, veronderstel ik?) Godveerdegem (Wurmendries en Meileveld) en Strijpen te bereiken. Daar, dichtbij de kerk, krijgen we al een eerste controle en ik bezoek tevens de sanitaire infrastructuur, terwijl Annemie ons warme dranken haalt. Het gaat dan verder via Vollander, de Sint-Antoniuskapel, de Paddestraat, een eind Jan de Lichte-pad naar Velzeke-Ruddershove, alwaar de tweede controle gevestigd is. Wanneer wij daar bijna aankomen, zijn Marie-Paule en Frans uit Vichte (die ons kort voordien waren voorbij gestapt) daar alweer weg, wij kunnen ze, van op afstand, nogmaals begroeten. Ook in Velzeke verbruiken wij wat warms en kletsen met bekenden, zoals Sportvriend Guy. Wij keren dan terug langs Blarenhoek (blaren van de boom, of aan de voeten? ), Beiselhoven, een spaarbekken en Bijloke zodat we de grote kantine van het zwembad van Bevegem bereiken alwaar wij nogmaals iets verbruiken.
Omdat de streek van Zottegem dus veelal gebetoneerd en geasfalteerd is ten behoeve van de tweewieler, hebben wij niet veel natuurlijke paden bewandeld, als ik het goed bijgehouden heb, misschien 5 stroken. Daar kan de club weinig aan verhelpen. Het weer ? Ronduit schitterend!
Samen met Paul kwam ik voorspoedig aan in de Basisschool 'Het groene Lilare' teOpbrakel (Brakel). Daar schreef ik me in voor 2x25 km (dat is alleen voor belang voor mensen die een trofee ambiëren) en vertrok met 96 anderen, onder wie natuurlijk baankapitein Dany S. en laatste man Dany V., om negen uur voor de eerste lus. Deze leidde langs vooral natuurlijke paden en ook enkele openbare wegen, door Heie of Buistemberg, en via Everbeek Boven, naar de kerk van Everbeek Beneden (waar McEwen woont, maar ik heb hem niet gezien, rijdt hij mee in de Giro?). Daar kregen we een ferme appel en een frisdrank of bier (ik weet niet of dat te betalen was). Na 10 minuten volgden wij Dany richting Bois du Pottelberg bij Vloesberg/Flobecq, en dit via de Livierenbosroute, maar dat moesten wij niet volgen, want het is bestemd voor paarden, het Bois de La Louvière (waar Buistemberg aan hangt) en de Mont de Rhodes. In dat Pottelbergbos hadden wij een terrasrust aan Chalet Gérard. Daar was de bediening niet erg vlot, hoewel ze wisten dat ze veel klanten zouden krijgen, zo was Eddy zeker vijf minuten weg om drie dranken aan de toog te halen. Maar hij was toch eerder terug dan Luc, die Karel (de oudste van de groep) op sleeptouw nam. Luc had blijkbaar zelf problemen, want hij trok zijn kous en schoen uit om te zien wat er scheelde aan zijn pijnlijke voet. Er was toch tijd voor twee dranken vooraleer Dany floot om terug naar Opbrakel te stappen. Hij ging ons voor door Brakelbos (52 ha. Groot, eigendom van het O.C.M.W. van Oudenaarde, op 14 juli 1976 officieel voor het publiek opengesteld als wandelbos) en verder staken wij de Romeinse weg over.
In Opbrakel kreeg iedereen die voor 50 km inschreef gratis en à volonté tomatensoep, de belegde boterhammen (kaas, ham of gehakt) kostten 1 EUR per exemplaar, en dat was niet overdreven want t waren grote boterhammen. Intussen had Luc er de brui aan gegeven en wees mij aan als interim-seingever, dat was lang geleden ! Lucia en Huub hadden ook overgenomen, van Jos en Dimi.
Terwijl hij verpoosde, enkelen naar huis reden en anderen zich inschreven, vertrokken wij naar Elst langs veel veldwegen, op dit stukje was er geen bos, maar niet getreurd, minder boeiend was deze lus niet. Dat wij weldra in Elst aankwamen, dacht ik gezien te hebben aan de leuke villas langs de steenweg, en ik vroeg een clubgenoot van Dany of die niet voor geutelingen gezorgd had. Dat had hij niet, maar er waren alleszins appels genoeg, heeft Dwars door Brakel soms een privé boomgaard? Ook aan deze kerk hadden wij 10 minuten om te eten, drinken, of een sanitaire boodschap. We gingen verder naar bloemdorp Michelbeke (geen Decroo te zien, tenminste niet in levende lijve) vanwaar we weldra de flank van de Berendries (dixit Michel Wuyts) in Sint-Maria-Oudenhove bestegen. We hebben deze misschien niet de volle 900 m gevolgd want we gingen ineens linksaf, en bereikten via zanderige veldwegen café De Corner (waarom niet The Hoekschop?) in Sint-Maria-Oudenhove. Daar kreeg iedereen een koek te knabbelen en een consumptiebon, en ik had er al ene als seingeefster, maar ik kon ze beide gelijk inleveren voor een donkere Leffe. Bij Euraudax mag je drinken op t werk, maar dan vooral op de voorziene rustposten (daarbuiten geeft dat niet zon fraai voorbeeld). Hier hadden we een half uur pauze, en tegen t einde ervan had Eddy gezien dat het begon te regenen. Het regende nog toen we vertrokken voor een passage langs de centrumstraten alvorens terug te keren naar het kruisbeeld waar ik even voorheen mijn sandalen en kousen van zand en gruis had ontdaan. Maar die regen stelde niet veel voor, na enkele minuten was t al gedaan. Langs Elverenberg en Heiveld bereikten wij het bosje met de Toepkapel. Op weg ernaartoe moest ik me verstoppen voor een sanitaire stop, en toen ik opnieuw tevoorschijn kwam, was ik de kopgroep kwijt, achter mij kwamen Dany V. en Kim. Omdat Dany een gedetailleerde parcoursbeschrijving had, keek ik op tijd om teneinde te weten of ik moest afslaan. Uiteindelijk had dat gemoeten, want toen ik aan het hekken van de Toepkapel (op de Toeptop, een beklimming voor wielrenners van 400 m) aankwam, kwam Dany S. met zijn volgelingen net de trap af. Ach, voor die paar meters, ik heb alvast geen commentaar gehoord, en die Toepkapel is toch afgesloten. De oorsprong van deze kapel is te danken aan omstandigheden van de Eerste Wereldoorlog. In de angst die op het einde van die oorlog de Brakelse bevolking aangreep dat tijdens de aftocht van de vijandelijke troepen onze streek de verwoestingen van het oorlogsgeweld zou te verduren krijgen, vatte de toenmalige deken van de parochie de gedachte op, een kapel te bouwen toegewijd aan de H. Jozef, indien de gemeente zou gespaard blijven van verwoestingen.
De kapel zou oprijzen op een hoogtepunt van de gemeente en uiteindelijk werd er gekozen voor de Toepberg van waaruit men een prachtig zicht heeft op de omgeving. Een brede statige trap die toegang verleent tot deze kapel van de Vrede stoot dit heiligdom als het ware nog hoger op de heuvelkam omhoog. Rondom staan gedenkstenen, waarop de afbeeldingen uit het leven van Sint Jozef zijn aangebracht, alsmede een groot kruisbeeld waarnaast de namen van de gesneuvelde soldaten en andere slachtoffers van de Eerste Wereldoorlog zijn vermeld.
Voor Dany V., Kim en mezelf, en even verder Paul en Linda (die voorheen een lelijke smak maakte door een ijzeren staaf die in haar schoenveter bleef hangen) heette het dus: kerekewere.
Via de Verrebeekmolen (gelijknamige, nieuwgebouwde stenen molen van de vroegere molen die dateerde van 1789 maar om diverse bouwtechnische redenen moest worden afgebroken en weer opgebouwd) en rustige doch aangelegde paden en een woonwijk bereikten wij de school in Opbrakel, waar het afstempelen, danken en huldigen plaats vond. Gehuldigd met een Gouden Arend werden Frans D.S. en Dany S. zelve, van harte gefeliciteerd! Met de inschrijvingen van twee uur bijgeteld had Dany 103 bezoekers (dus 104 wandelaars ). Het fotoalbum van deze wandeling is hier te zien: http://picasaweb.google.com/hvds9470/EuraudaxBrakel
Zaal Centrum in Huizingen bevindt zich erg dicht bij het Provinciaal Domein van Huizingen (deelgemeente van Beersel) en dus wezen de wegwijzertjes mij meteen daarheen, het domein betrad ik niet via de hoofdingang, waar je moet betalen, maar via een zijingang waar 2 clubmedewerkers erop toezagen dat er geen onrechtmatige toegang werd verschaft (ik moet zeggen dat geen van beiden een opvallend controlerende houding vertoonde, zij herkennen op zicht de echte wandelaars). In dat park viel me eerst het kasteel op, daar kan je iets eten en drinken. Maar ik was er om van de bloemenpracht te genieten, vooral rhododendrons en azalea's, maar ook enkele beekjes in combinatie met rotsen, gaf dat miniwatervalletjes. De pijltjes vermeden de brede paden en lieten mij soms op en over rotsblokjes stappen. Ik nam er wel veel foto's maar vond het ook jammer dat je de aroma's van de bloemen niet op de digitale plaat kan vastleggen. Zelfs voor iemand met "valse groene" vingers als ik was het daar puur genieten. De bloemen- en rotstuin verliet ik via het arboretum, waarvoor ik enkele trappen van houtbalken (sommige verstopt onder verwaaide bladeren) moest bestijgen. Verder naar Dworp ging het over enkele verharde en andere veldwegen. In de controle- en rustpost had ik nog nergens zin in en ik trof er ook geen bekenden, dus na een sanitaire stop ging ik verder. Ik mocht dan weldra het Hallerbos betreden, en dat was één van de redenen waarom ik deze wandeltocht wou meemaken, ik had er al veel over horen "stoefen", en wou het nu eens met eigen ogen bekijken, en welteverstaan fotograferen. Ik ging hiervoor meestal over brede paden, of al eens over een pad dat breed genoeg ik voor twee of drie personen, daarbij moest dan eens uitgeweken worden (als ik maar wist: naar links of naar rechts ) voor snel afdalende mountainbikers... Behalve wilde hyacinthen, merkte ik er ook veel daslook, het ruikt een beetje naar bieslook. Het Hallerbos is grotendeels eigendom van het Vlaams Gewest en een klein deel van het Waals Gewest en privé-eigendommen. Het Hallerbos vormt een stil recreatiegebied, dat sterk op prijs gesteld wordt door de bevolking van de omliggende sterk verstedelijkte zones. Het is zeer toegankelijk dank zij de vele paadjes, en voor een kennismaking zijn er drie wandelroutes uitgestippeld. Opmerkelijk is wat ik lees op Wikipedia over de geschiedenis:
bij het begin van onze tijdrekening maakte het Hallerbos deel uit van het uitgestrekte Kolenwoud, een oerwoud dat zich vóór de komst van de Romeinen uitstrekte van de Zenne tot de Maasvallei, en dat vanaf de Romeinse tijd langzaam gaat verbrokkelen. Tijdens de 18e eeuw vormden het Zoniënwoud en het Hallerbos nog steeds één geheel, maar pas tijdens de Franse overheersing is dit ongedaan gemaakt. Samen met het Zoniënwoud, het Meerdaalwoud en Buggenhout-bos vormt het Hallerbos de laatste resten van dit oerwoud. Tijdens mijn wandeling door dit grote bos regende het eventjes en licht, en tegen dat ik het Hallerbos verliet, was het alweer opgehouden. Na nog wat veld- en openbare wegen bereikte ik opnieuw de controle- en rustpost, en nu was er mij te veel volk, zo stond er een lange file voor de damestoiletten. Dus liet ik mijn kaart stempelen en vatte de laatste 4 km aan. Tot mijn blijde verbazing mocht ik alweer, via een medewerker die mij herkende, het Provinciaal Domein van Huizingen bewandelen. Deze keer zag ik niet veel bloemen (tenzij de wilde hyacinth en de daslook), ging langs het speelplein en het grasplein waar vandaag Woefdag plaats vond (ik heb prins Laurent niet gezien ), en verliet het domein net naast de eigenlijke ingang met kassa. Langs de parking bereikte ik voorspoedig doch door een regenbuitje alweer zaal Centrum waar ik mijn boekje liet afstempelen. Het was inderdaad een zeer mooie tocht, de moeite waard om te doen !!
Deze wandeltocht van 50 km startte in Watermaal-Bosvoorde en voerde vooral door het Zoniënwoud, met een korte rustpauze op het Sint-Janskruispunt (waar we wat te knabbelen en frisdranken aangeboden kregen) en een warme maaltijd - voor wie reserveerde - in de Manège Draps te Hoeilaart. Daar verliep de bediening aan tafel zo vlot dat er nog tijd was voor wat foto's. Na drie kwartier gingen we dan opnieuw de lommerrijke natuur in tot aan het station van Linkebeek, waar we een klein half uurtje hadden om desgewenst iets anders dan frisdrank konden nuttigen. Zes kilometer verder was er nog een pauze in een café in Ukkel, vanwaar we nog 10 km te wandelen hadden, opnieuw vooral door de natuur, tot in Watermaal-Bosvoorde. Foto's zijn te zien via http://picasaweb.google.nl/hvds9470/EuraudaxWatermaal09.
We hebben om te starten ook al een reeks extra's toegevoegd aan uw blog, zodat u dit zelf niet meer hoeft te doen. Zo is er een archief, gastenboek, zoekfunctie, enz. toegevoegd geworden. U kan ze nu op uw blog zien langs de linker en rechter kant.
U kan dit zelf helemaal aanpassen. Surf naar http://blog.SeniorenNet.be/ en log vervolgens daar in met uw gebruikersnaam en wachtwoord. Klik vervolgens op 'personaliseer'. Daar kan u zien welke functies reeds toegevoegd zijn, ze van volgorde wijzigen, aanpassen, ze verwijderen en nog een hele reeks andere mogelijkheden toevoegen.
Om berichten toe te voegen, doet u dit als volgt. Surf naar http://blog.SeniorenNet.be/ en log vervolgens in met uw gebruikersnaam en wachtwoord. Druk vervolgens op 'Toevoegen'. U kan nu de titel en het bericht ingeven.
Om een bericht te verwijderen, zoals dit bericht (dit bericht hoeft hier niet op te blijven staan), klikt u in plaats van op 'Toevoegen' op 'Wijzigen'. Vervolgens klikt u op de knop 'Verwijderen' die achter dit bericht staat (achter de titel 'Proficiat!'). Nog even bevestigen dat u dit bericht wenst te verwijderen en het bericht is verwijderd. U kan dit op dezelfde manier in de toekomst berichten wijzigen of verwijderen.
Er zijn nog een hele reeks extra mogelijkheden en functionaliteiten die u kan gebruiken voor uw blog. Log in op http://blog.SeniorenNet.be/ en geef uw gebruikersnaam en wachtwoord op. Klik vervolgens op 'Instellingen'. Daar kan u een hele reeks zaken aanpassen, extra functies toevoegen, enz.
WAT IS CONCREET DE BEDOELING??
De bedoeling is dat u op regelmatige basis een bericht toevoegt op uw blog. U kan hierin zetten wat u zelf wenst.
- Bijvoorbeeld: u heeft een blog gemaakt voor gedichten. Dan kan u bvb. elke dag een gedicht toevoegen op uw blog. U geeft de titel in van het gedicht en daaronder in het bericht het gedicht zelf. Zo kunnen uw bezoekers dagelijks terugkomen om uw laatste nieuw gedicht te lezen. Indien u meerdere gedichten wenst toe te voegen op eenzelfde dag, voegt u deze toe als afzonderlijke berichten, dus niet in één bericht.
- Bijvoorbeeld:
u wil een blog maken over de actualiteit. Dan kan u bvb. dagelijks een bericht plaatsen met uw mening over iets uit de actualiteit. Bvb. over een bepaalde ramp, ongeval, uitspraak, voorval,... U geeft bvb. in de titel het onderwerp waarover u het gaat hebben en in het bericht plaatst u uw mening over dat onderwerp. Zo kan u bvb. meedelen dat de media voor de zoveelste keer het fout heeft, of waarom ze nu dat weer in de actualiteit brengen,... Of u kan ook meer diepgaande artikels plaatsen en meer informatie over een bepaald onderwerp opzoeken en dit op uw blog plaatsen. Indien u over meerdere zaken iets wil zeggen op die dag, plaatst u deze als afzonderlijke berichten, zo is dit het meest duidelijk voor uw bezoekers.
- Bijvoorbeeld: u wil een blog maken als dagboek. Dagelijks maakt u een bericht aan met wat u er wenst in te plaatsen, zoals u anders in een dagboek zou plaatsen. Dit kan zijn over wat u vandaag hebt gedaan, wat u vandaag heeft gehoord, wat u van plan bent, enz. Maak een titel en typ het bericht. Zo kunnen bezoekers dagelijks naar uw blog komen om uw laatste nieuwe bericht te lezen en mee uw dagboek te lezen.
- Bijvoorbeeld: u wil een blog maken met plaatselijk nieuws. Met uw eigen blog kan u zo zelfs journalist zijn. U kan op uw blog het plaatselijk nieuws vertellen. Telkens u iets nieuw hebt, plaats u een bericht: u geeft een titel op en typt wat u weet over het nieuws. Dit kan zijn over een feest in de buurt, een verkeersongeval in de streek, een nieuwe baan die men gaat aanleggen, een nieuwe regeling, verkiezingen, een staking, een nieuwe winkel, enz. Afhankelijk van het nieuws plaatst u iedere keer een nieuw bericht. Indien u veel nieuws heeft, kan u zo dagelijks vele berichten plaatsen met wat u te weten bent gekomen over uw regio. Zorg ervoor dat u telkens een nieuw bericht ingeeft per onderwerp, en niet zaken samen plaatst. Indien u wat minder nieuws kan bijeen sprokkelen is uiteraard 1 bericht per dag of 2 berichten per week ook goed. Probeer op een regelmatige basis een berichtje te plaatsen, zo komen uw bezoekers telkens terug.
- Bijvoorbeeld: u wil een blog maken met een reisverslag. U kan een bericht aanmaken per dag van uw reis. Zo kan u in de titel opgeven over welke dag u het gaat hebben, en in het bericht plaatst u dan het verslag van die dag. Zo komen alle berichten onder elkaar te staan, netjes gescheiden per dag. U kan dus op éénzelfde dag meerdere berichten ingeven van uw reisverslag.
- Bijvoorbeeld:
u wil een blog maken met tips op. Dan maakt u telkens u een tip heeft een nieuw bericht aan. In de titel zet u waarover uw tip zal gaan. In het bericht geeft u dan de hele tip in. Probeer zo op regelmatige basis nieuwe tips toe te voegen, zodat bezoekers telkens terug komen naar uw blog. Probeer bvb. 1 keer per dag, of 2 keer per week een nieuwe tip zo toe te voegen. Indien u heel enthousiast bent, kan u natuurlijk ook meerdere tips op een dag ingeven. Let er dan op dat het meest duidelijk is indien u pér tip een nieuw bericht aanmaakt. Zo kan u dus bvb. wel 20 berichten aanmaken op een dag indien u 20 tips heeft voor uw bezoekers.
- Bijvoorbeeld:
u wil een blog maken dat uw activiteiten weerspiegelt. U bent bvb. actief in een bedrijf, vereniging of organisatie en maakt elke dag wel eens iets mee. Dan kan je al deze belevenissen op uw blog plaatsen. Het komt dan neer op een soort van dagboek. Dan kan u dagelijks, of eventueel meerdere keren per dag, een bericht plaatsen op uw blog om uw belevenissen te vertellen. Geef een titel op dat zeer kort uw belevenis beschrijft en typ daarna alles in wat u maar wenst in het bericht. Zo kunnen bezoekers dagelijks of meermaals per dag terugkomen naar uw blog om uw laatste belevenissen te lezen.
- Bijvoorbeeld: u wil een blog maken uw hobby. U kan dan op regelmatige basis, bvb. dagelijks, een bericht toevoegen op uw blog over uw hobby. Dit kan gaan dat u vandaag een nieuwe postzegel bij uw verzameling heeft, een nieuwe bierkaart, een grote vis heeft gevangen, enz. Vertel erover en misschien kan je er zelfs een foto bij plaatsen. Zo kunnen anderen die ook dezelfde hobby hebben dagelijks mee lezen. Als u bvb. zeer actief bent in uw hobby, kan u dagelijks uiteraard meerdere berichtjes plaatsen, met bvb. de laatste nieuwtjes. Zo trek je veel bezoekers aan.
WAT ZIJN DIE "REACTIES"?
Een bezoeker kan op een bericht van u een reactie plaatsen. Een bezoeker kan dus zelf géén bericht plaatsen op uw blog zelf, wel een reactie. Het verschil is dat de reactie niet komt op de beginpagina, maar enkel bij een bericht hoort. Het is dus zo dat een reactie enkel gaat over een reactie bij een bericht. Indien u bvb. een gedicht heeft geschreven, kan een reactie van een bezoeker zijn dat deze het heel mooi vond. Of bvb. indien u plaatselijk nieuws brengt, kan een reactie van een bezoeker zijn dat deze nog iets meer over de feiten weet (bvb. exacte uur van het ongeval, het juiste locatie van het evenement,...). Of bvb. indien uw blog een dagboek is, kan men reageren op het bericht van die dag, zo kan men meeleven met u, u een vraag stellen, enz. Deze functie kan u uitschakelen via "Instellingen" indien u dit niet graag heeft.
WAT IS DE "WAARDERING"?
Een bezoeker kan een bepaald bericht een waardering geven. Dit is om aan te geven of men dit bericht goed vindt of niet. Het kan bvb. gaan over een bericht, hoe goed men dat vond. Het kan ook gaan over een ander bericht, bvb. een tip, die men wel of niet bruikbaar vond. Deze functie kan u uitschakelen via "Instellingen" indien u dit niet graag heeft.
Het SeniorenNet-team wenst u veel succes met uw gloednieuwe blog!
25 april 2009 : Euraudax Geraardsbergen, georganiseerd door Euraudax België (258)
Voorheen was dit Euraudax Zandbergen, maar het lokaal aldaar is te klein voor de groep wandelaars die Peter pleegt te ontvangen. Samen met Rudolf en Paul kwam ik zeer voorspoedig aan in de feestzaal Villa Wilson in Geraardsbergen, zo voorspoedig dat de poort gesloten was en Peter & Nele net na ons aankwamen. Zij werden weldra gevolgd door een der garçons (die sprekend lijkt op Kristof "Euraudax Tremelo"). Deze ober maakte de poort open en wij konden parkeren (net als Rik & Louis, die er al om 7 uur waren...). We begroetten de weinige aanwezigen, kozen ons een zitplaats en hadden ruim tijd om iets te eten, drinken en ons klaar te maken. Net als in Doornik zouden we eerst 50 km en dan drie lussen van 25 km elk wandelen, tenminste zij die 125 km kozen. Voor die eerste lus droeg ik Lowa schoenen met nieuwe inlegzolen maar ik verzuimde mijn voeten met een verzorgingsmiddel in te smeren, en mijn voetzolen geraakten gaandeweg wel geïrriteerd. De tocht ging in zuidelijke richting langs Deux Acres, het bos van Lessen (met het kasteel van Estriverie, eigendom in de 12e eeuw van Jan van Oudenaarde, tegenwoordig van de familie Yve sedert lang), Bever en de Hernekouter, de cafetaria van de sporthal van Herne. Daar kregen we onze baguette met besteld beleg (filet américain voor mij), drank haalden wij zelf aan de toog. Nadien gingen we terug naar Bever (Kapel Eekhout) om dan het Akrenbos aan te doen. Ook in deze bossen (Lessen, Deux Acres) bloeien de boshyacinten weelderig. In Villa Wilson werd weldra de tomatensoep uitgeschept, gevolgd door de hoofdschotel en als dessert crème brulée (of andere crème voor enkelen ). Intussen trok ik een ander t-shirt aan (want het was behoorlijk warm wandelweer), andere kousen en mijn nieuwe sandalen, deze keer smeerde ik mijn voeten wel in. In deze lus van 25 km bewandelden wij vooral verharde wegen, ook al waren ze smal als een pad, en gingen zo door Deftinge (waar Peters club zijn mattentaarten koopt) en Zarlardinge, alvorens terug te keren en ons de koude schotel te laten smaken. Voor de vierde lus raadde Peter aan een zaklamp bij te hebben. Niet dat hij nu "klotepaadjes" (uitdrukking van gepensioneerd onderwijzer Gerrit) had uitgekozen, maar goed begaanbare paden en wegen, dan veelal zonder straatlicht. Zo hadden we een rustpauze aan de kerk van Galmaarden en op het Vianeplein. Daar stonden kramen voor de kermis en tegen een ervan had Deen Hardy een uiltje zitten vangen, hij moest echt wakker geroepen worden. Terug in Villa Wilson wachtte ons het ontbijtbuffet, ik moest er wel eerst plaats voor maken, en at zowat hetzelfde ontbijt als ik thuis gewend ben, al was er geen warme chocolademelk (ik nam genoegen met een kop melk), maar wel een chocobroodje (niet opgewarmd in de microgolf). Intussen waren nog enkele supporters aangekomen die wat morele steun kwamen geven. Gemoedelijk wandelden wij dan via Grimminge en De Gavers in Schendelbeke. Van daar ging het via de Muur naar de Oudenbergkapel. Daar had Willem (ook een der seingevers-signaleurs ) een drink georganiseerd vanwege zijn eerste Gouden Arend. Hartelijk gefeliciteerd en bedankt, Willem! Weldra waren wij dan terug in de Villa, waar Peter en Paul tot de geplogenheden overgingen. Het weer was prima, afgezien van de regenbui in het begin van de vijfde en laatste lus, het leek mij dat de temperaturen hoger bleven dan tijdens Euraudax Doornik, een week eerder. Van de wandelaars (een 80-tal, denk ik) waren er 53 die zich voor de volle pot inschreven. Op maandag 27 april verscheen in Het Nieuwsblad een artikel over deze tocht (ik weet niet hoe lang de link zal actief blijven), al is daar sprake van 100 km (terwijl het maximum mogelijke 125 km was) en een snelheid van 5 km/h (dat is dan met de rustpauzes bijgeteld, werkelijk wordt aan 6 km/h gewandeld). Fotoalbum : http://picasaweb.google.com/hvds9470/EuraudaxGeraardsbergen
Euraudax Torhout, georganiseerd door Euraudax België
02.06.2018: Met veel moed schreef ik me in voor 50 km, die gestapt werd in twee lussen van elk zo'n 25 km. Voor de eerste luss waren we met 43, Maaike (organisatrice en baankapitein) inbegrepen. Het duurde eerst een hele poos eer we verharde wegen mochten verlaten voor onverharde wegen, maar die stukken volgden elkaar dan beter op. De eerste rustpost was Daverlo in Assebroek. Na die rustpauze gingen we naar Brugge, waar we erop moesten toezien dat we elkaar en vooral Maaike niet uit het oog verloren tussen al die toeristen, en zelf probeerden we ook de toerist uit te hangen door foto's te nemen van bezienswaardigheden en mooie gevels. We verlieten dan Brugge en togen door het Lappersfortbos naar Sint-Michiels voor de wagenrust. Er restten dan nog ruim 7 km tot aan de aangkomst.
Na het verorberen van een voorafbestelde en betaalde boterham met kaas (of hesp) wandelden we naar Assebroek. Daar hadden we een wagenrust en wandelden dan een lus, zoals doorheen het Paalbos. Terug in het centrum van Assebroek hadden we een caférust in het stamcafé van Maaike, 't Leenhof, ook al omdat daar een huiskat zit, maar die had zich verstopt voor al dat volk (er waren ook andere klanten). We keerden dan terug naar de startplaats langs het Brugs kanaal. Toen we kwamen aan de brug (die net weer neergelaten werd), en aan de andere kant van het kanaal gingen we niet linksaf langs het Canadees ijzeren vredesmonument, maar rechtsaf door, of beter: boven de Warandeputten, over een plankenpad waarover kippengaas vastgemaakt was. Eens dat natuurdomein verlaten, was het niet ver meer naar de aankomst. Daar liet ik mijn wandelboekje afstempelen en nam afscheid van Maaike en enkele wandelaars.
Het weer was bewolkt, met enkele zonnestralen in de namiddag, en zwoel. Mijn foto's staan bij Google.
Euraudax Torhout, georganiseerd door Euraudax België
02.06.2018: Ik schreef me met veel moed in voor de 50 km die bestond uit twee lussen van elk zo'n 25 km. De eerste lus werd bewandeld door 43 moedigen, Maaike (organisatrice en baankapitein) incluis. Na een lang eind verharde weg volgden de stukken onverhard pad zich goed op tot we in Assebroek een caférust hadden in Daverlo. In dat gebouw zijn ook een bibliotheek en een politiepost ondergebracht alsook, zeer interessant voor wandelaars, degelijk uitgeruste sanitaire infrastructuur. Dan wandelden we verder naar Brugge, waar het wemelde van de toeristen en het dus niet zo simpel was om Maaike te volgen en intussen zelf de toerist uit te hangen, talrijke bezienswaardigheden fotograferend. We verlieten dan het centrum van Brugge en hadden een wagenrust in IZ Ten Briele in Sint-Michiels. Nadien trokken we door het Lappersfortbos en zo terug naar het café waar we gestart waren en waar en ruim tijd hadden om onze boterham met ham of kaas (zoals ik) met wat groentjes te verorberen.
De tweede lus (we waren toen nog met 25) was natuurrijker en volgde voor een zeker gedeelte het parcours van de Brugse wandelclub (die in St.-Michiels vertrok), we bezochten enkele bossen en hadden een wagenrust bij de kerk (en tegenoverliggend kapelletje) van Assebroek. Maaike liep gauw naar 't Leenhof waar we later een caférust zouden houden, om te vragen zeker genoeg bier koel te zetten. We wandelden eerst een lus (en werden daarbij vergezeld door de schoonzus van Maaike) en bezochten zo het Paalbos. Terug in het centrum van Assebroek hadden we dus een caférust in 't stamcafé van Maaike. Helaas had Leentje, de huiskat, zich verstopt voor zoveel volk (er zaten ook andere klanten op het terras en binnen). Na twee frisdranken en een bezoek aan de sanitaire faciliteiten was het tijd om terug te keren. Nabij de brug (die net weer neergelaten was) gingen we niet langs het Canadees ijzeren vredesmonument maar langs de Warandeputten, waarover een plankenpad ligt, en op de plannken ligt kippengaas vastgemaakt. Daar heb ik geen foto's van want de groep was dus kleiner en ik zou die al rap kwijt zijn, of toch zeker aan 't staartje bengelen. Eens dat bos verlaten was het niet ver meer naar café Oud Stuyvenberg, waar ik mijn wandelboekje liet stempelen en afscheid nam van Maaike en andere wandelaars.
Het weeer was bewolkt, op enkele zonnestralen in de namiddag na, maar toch zwoel. Mijn foto's staan bij Google.
02.06.2018; En Hunt volgt goed voorbeeld en zoals Sakai tot de zomer van 2020.
30.05.2018: Holtby had al verlengd, nu doet ook Sakai dat, en wel tot de zomer van 2020. Hahn, daarentegen, verkast naar Augsburg, dat 'm daar de groeten doet aan Gregoritsch en Kacar.