Ik ben Helga
Ik ben een vrouw en woon in Denderleeuw (Belgie/Vlaanderen) en mijn beroep is secretaresse (tegenwoordig heet dat assistant...).
Ik ben geboren op 24/07/1960 en ben nu dus 65 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: Wandelen, reizen, lezen, computeren, en ik volg graag voetbal- en wielerwedstrijden.
Deze profielfoto is genomen in Chileens Patagonië.
17.10.2009 - Verbroederingstocht Heide- en Padtochten, georganiseerd door Padstappers Geraardsbergen (135)
Omdat ik in de namiddag nog een boodschap wou doen, koos ik voor de bescheiden afstand van 16 km, waar parcoursmeester Kurt nog 900 m had aan toegevoegd. In de parochiezaal van Viane, deelgemeente van Geraardsbergen, bekeek en fotografeerde ik het omloopplan, en bekeek tevens dat van 50 km. Die afstand, en die van 40 km, is ene die men ook vanuit Gooik kan kiezen, want De Heidetochten Kester-Gooik (358) organiseerde vandaag eveneens een wandeltocht (het zou anders geen Verbroederingstocht Heide- en Padtochten heten, hé?).
De 16 km leidde naar Galmaarden via rustige wegen (zodra de N495 was overgestoken), veld- en bospaden, langs Sint-Paulus (gekend van de Sint-Pauluskapel) en Wilderen. Op zon rustige weg stonden twee automobilisten te wachten tot de vrachtwagen vol rapen was geladen (nabij het kerkhof van Viane), dat ging in twee etappes. Eerst werd met een schepkraan een goeie hap rapen geraapt, in een bak, aan een tractor bevestigd, geladen, en dan via een soort loopband in de laadbak van een vrachtwagen geladen. Van daar was het niet ver meer tot Galmaarden, waar de rustpost was. Daar sloeg ik een praatje met Christiane uit West-Vlaanderen, vooral over de wandelweek van Vichte tot Dhron (aan de Moezel). In Galmaarden had ik een lus te stappen, de Beverbeek over te steken en via Piepelo kwam ik terug in de school waar mijn controlekaart werd afgestempeld en waar ik nu een praatje sloeg met José van Ronse (hij was in het gezelschap van Libain, voorzitter van de Chatons, en nog een wandelaar bij deze club). De terugweg naar Viane voerde mij langs Gemelingen, Rode en Embeke.
Het was eens te meer een mooie tocht zonder moeilijkheidsgraad (1 hellinkje), veld- en bospaden die aangenaam te bewandelen zijn. Het weer viel me ook mee, ik had twee miezerbuitjes, en bij aankomst in Viane kreeg ik nog een regenboog te zien. Echter, toen ik naar de auto terug ging, regende het harder, dus dat zullen de wandelaars op de grootste afstanden wel te verwerken gekregen hebben.
10.10.2009 - Euraudax Achel-Lommel, georganiseerd door Euraudax België (258)
Met Paul kwam ik behouden aan in zaal Klosterhof te Lommel (Kattenbos), waar al enkele wandelaars konden begroet worden, naast natuurlijk organisatoren Hilde en Jean (niet Louis, dus, hoewel de startplaats in Lommel gelegen is), en hun medewerkers. Het ging om een 30-uren-tocht, dus de sporttassen bleven staan.
Terwijl we wachtten op het sein van 11 uur, hing Jean nog de kaarten van de lussen aan de wand, dat is ook de eerste keer bij een Euraudax-tocht ! Niet dat andere organisatoren nu ook hiertoe dienen verplicht te worden, maar het was wel leuk een idee te hebben van waar we heen gingen. Toen de wandelaars klaar waren voor de start, vertrokken we voor de eerste lus, dit vooral over de bos- en veldpaden van het natuurreservaat Kattenbosserheide, waar deze paden nog versmald werden door plassen, sommige hiervan zo breed dat we de schuine berm moesten begaan. Daar hadden wij de enige wagenrust van deze lus, aan de rand van dit natuurreservaat. Onder andere via het Kempens Kanaal bereikten wij de enige caférust van de hele tocht, in taverne De Waterkant. Enkele stamgasten vroegen welke wandeltocht wij maakten, want er was er nog ene van de plaatselijke club, WSV Milieu 2000 Lommel (VVRS, V.L 043), zelf hebben wij daar niemand van gezien (behalve Geert en Marie-Claire, maar dat was omdat ze bij de Euraudaxers waren ), doch wel een wegwijzer naar de startplaats en eentje voor de wandeling zelf. We gingen dan terug via dat kanaal en nog eens de Kattenbosserheide, waarbij we de Leyssensmolen langs gingen. Deze is momenteel niet toegankelijk, het zou verplaatst worden. Wat info dat ik op het internet gevonden heb: Lange tijd heeft te Lommel slechts één windmolen gestaan. Het was de molen van Lutlommel, die wellicht al bestond vóór 30 augustus 1304 en die omstreeks 1970 werd afgebroken en heropgebouwd in het Nederlandse stadje Heusden aan de Maas. In 1804 had Peter Cuypers in de Vreyshorring een perceel grond gekocht waarop 5 jaar later een tweede windmolen zou gebouwd worden. Op 15 februari 1809 bekomt hij de definitieve bouwvergunning en in juli van dat zelfde jaar was de molen reeds klaar en verhuurd. Meermaals werd de molen verhuurd, verkocht of overgeërfd tot hij op 15 september 1960 door de gemeente werd aangekocht. In 1963 werd hij afgebroken en heropgebouwd op Kattenbos. Op 21 november 1964 volgde de inhuldiging van deze gerestaureerde maar niet geklasseerde molen. Naar één van de vroegere eigenaars wordt deze molen nog wel eens "Leyssensmolen" genoemd. Na een lange administratieve weg om het bekomen van betoelaging vanaf 1984 is de molen gerestaureerd en zijn er weer gediplomeerde molenaars voor het malen beschikbaar. Op 26 mei 1989 werd de Leyssensmolen eindelijk officieel ingehuldigd en opengesteld voor het publiek. En zo kwamen we terug, waar we onze smos (voor mij met kaas) vonden. Van het half uur rust profiteerde Jean om een 2de Audax-schelp uit te reiken aan Conny van De Kadees. Van harte gefeliciteerd!
Voor de tweede lus volgden wij Hilde met nog een bezoek aan de Kattenbosserheide maar dan langs andere paden, en ook nu meer paden dan verharde wegen. Na bijna anderhalf uur kwamen we aan de wagenrust, deze werd eens te meer gegeven aan het Duits kerkhof. Jean zei daar dat deze gesloten was, maar we konden er toch binnen, misschien bedoelde hij dat het bezoekerscentrum gesloten was en er geen gids beschikbaar was? Ik was in ieder geval niet de enige wandelaar(ster) met fototoestel die gauw tot de crypte ging voor enkele fotos. De grootste soldatenbegraafplaats uit W.O.II, met erehof en crypte, telt 39.091 Duitse gesneuvelden en ca. 20.000 kruisen (één kruis voor 2 gesneuvelden). In 1946-1947 werden hier de gesneuvelden van 4 voorlopige verzamelkerkhoven overgebracht (Henri-Chapelle, Fosse, Overrepen, Neuville en Condroz met nog 541 Duitse doden uit W.O.I van het soldatenkerkhof te Leopoldsburg). Van 1953 tot 1959 legde de Volksbund Deutsche Kriegsgräberfürsorge met de hulp van de Duitse jeugd tijdens de vakantiemaanden deze grootse begraafplaats aan (16 ha). Barre zandgrond werd omgetoverd in een purperkleurige heidezone door aanplanting van nieuwe heidestruiken en verschillende boomsoorten. De Volksbund wil door het onderhoud der Duitse graven de slachtoffers herdenken van politiek- en oorlogsgeweld maar tevens hulp bieden aan de ouders door identificatie der gesneuvelden en wereldverzoening betrachten over de graven heen als wil hij beduiden: "Bewaar in uw geweten de vermaning der kruisen tot de vrede!". De wandeling ging verder langs Vriesput (nee, zo koud was het niet, de meesten gingen in T-shirt ) en door het domeinbos naar de tweede wagenrust, die aan het voetbalplein van Kerkhoven. We keerden terug langs Gelderhorsten en terug door het ons al bekende Kattenbosserheide. Terug in de zaal kregen we kippensoep, gevolgd door twee worstjes met wortelstoemp en appelmoes, wie nog honger had, kon nog eens langs t buffet passeren.
Na 50 minuten floot Hilde voor vertrekken en verklaarde dat wij een lus van 9 km zouden maken en dan terug keren naar de zaal, dus wie zijn bonnetje voor de soep met brood of hamburger verlegen leggen was, kon dat over anderhalf uur nog doen. Hilde trok al meteen door en pas vertrokken, werd de groep opgesplitst door de NMBS, die de overweg sloot voor een trein naar Neerpelt. Gelukkig was Jean bij ons, en hij wist dus waarlangs wij het centrum van Lommel zouden bereiken. Na enkele 100en meters zagen wij de kopgroep voor ons en bij het betreden van het stadscentrum werd toch op ons gewacht. We gingen dan kriskras de stad door en keerden terug voor ons dessert, een stuk appeltaart met rozijnen in. Na een kwartier was het tijd om 16 km te wandelen, eerst langs de spoorweg, door de wijk Kristalpark naar de wagenrust aan de kerk van Werkplaatsen, een gehucht van Lommel (haar gehuchten hebben nogal bizarre namen). Daar trakteerden Jeannette en Huub op hun Gouden Arend met schuimwijn, frisdranken en knabbels, hartelijk dank en wel gefeliciteerd ! Het ging vervolgens terug via de wijken Westwijk en Balendijk, om dan in Kattenbos ons tussendoortje (voor mij hamburger) te verorberen.
Tijdens de vierde lus mochten we weer Jean volgen door de wijk Siberië waar we ook kriskras door gingen, wat moet je anders, als het al flink duister is? Zo bereikten wij de wagenrust aan Techno Lutlommel (gelukkig was daar geen techno-herrie te horen ) en 10 km later Overpelt VV. Van daar restten ons nog 6 met zaklampen verlichte kilometers tot Kattenbos voor het ontbijt, de enige maaltijd waar ik geen foto van nam, van deze lus overigens ook niet, daarvoor was t te duister.
De vijfde ronde werd alweer door Hilde geleid door de Lommelse Sahara naar de Lossing, een taverne aan het Kempens Kanaal dat evenwel gesloten was. Van hier tot de evenementenhal De Soeverein was maar 6 km dus dat viel aardig mee om nog eens te kunnen zitten, want de vermoeidheid had de meeste wandelaars toch al in haar greep. Ik ben al dikwijls gaan wandelen in Lommel en zijn Sahara maar Hilde en Jean wisten mij (en de anderen ook, vermoed ik) toch weer te verrassen met onbekende paadjes en paden. Zijn die ontoegankelijk in maart? Bekende stukken kwamen er ook in voor, dat valt niet te vermijden, maar de voetgangersbrug is toch al een trekpleister. Terugkeren deden wij via de wijken of gehuchten Hezerbergen en Vrijshorring, om in Kattenbos nog een warme maaltijd kregen, geen pasta, zoals op zoveel plaatsen, maar stoverij met kroketten, sneden perzik en appelmoes. Hiervoor kregen we drie kwartier tijd en ik ging een laatste keer mijn voeten verzorgen en andere kousen aantrekken. Intussen ontvingen Francine & Amedé (Euraudax Avelgem) hun 7de Gouden Arend, van harte gefeliciteerd!
Voor de laatste lus was Jean alweer baankapitein, hij leidde ons naar het natuurreservaat t Plat waar aan De Gorten de eerste wagenrust stond. De tweede stond in Holheide vanwaar wij Kattenbos bereikten via het natuurdomein naast de spoorweg.
Er restten nu nog 3 Gouden Arenden uit te reiken, de 40ste (!!) aan Jeannette, de 24ste (!) aan Gerrit en de 13de aan Huub, die natuurlijk samen met Jeannette mocht poseren. Allen hartelijk gefeliciteerd!
Het was een mooie tocht, vooral overdag, wat ik, Jean en Hilde kennende, wel had verwacht. Het weer viel ook nogal mee, een bui tijdens de eerste lus tussen de wagenrust en de aankomst in de zaal, en gemiezer tijdens de voorlaatste en laatste lus. Er waren ongeveer 80 wandelaars uit België, Nederland, Duitsland en Frankrijk.
04.10.2009 - 31ste Kruikenburgse Wandeltochten, georganiseerd door Wandelclub Kruikenburg (147)
Tot mijn grote vreugde mocht ook ik parkeren op het recreatieplein van de Basisschool Gemeenschapsonderwijs Horizon in Ternat, meer nog, mijn auto stond zowat in de goal.
Toen ik de zaal betrad, botste ik bijna op Kadees Lucia en Geert, en even later ontmoette ik drie Sportvrienden: Johan, zijn Carine en hun Tiffany, zij kozen voor een nog kortere afstand (8 km) dan ik (12 km, dat er eigenlijk 13 en nog wat waren) omdat zij nog naar een voetbalwedstrijd gingen kijken. Na enkele 100en meters scheidden onze wegen zich dan ook. Via de velden van Terlinden (daar staat een kasteel, maar die heb ik niet opgemerkt) en Westhoek (niet in West-Vlaanderen, evenwel ), de Molenbeek overstekend, bereikte ik de rustpost te Sint-Ulriks-Kapelle, waar ik tot mijn vreugde Kadees Lucia en Geert terug trof, zij wandelden 30km. Tot mijn verbazing bereikte ik kort nadien reeds via een stuk van de Hopperoute de tweede rustpost, het Jeugdcentrum "Het Castelhof" in Sint-Martens-Bodegem. Voor een jeugdcentrum kan dat tellen, het was dan ook het vroegere klooster van de Witte Zusters. Nog 4,3 km door Opalfene en ik was terug in Ternat.
Het was een mooie, rustige en veelal groene omloop. Het was wat bewolkt, de zon kwam er wel eens door maar vooral bleef het droog en het duurde geen uur of ik was warm gewandeld.
27.09.2009 - 8ste Natuurreservatentocht, georganiseerd door Padstappers Geraardsbergen (135)
Een geluk dat ik gisteren Dany (Padstappers) in het gezelschap vond, want hij wees mij er op dat zijn club in Ophasselt deze tocht organiseerde. Daar ging ik dus heen en toen ik net mijn auto geparkeerd had en mijn wandelsandalen en kousen had aangetrokken, kwam Sportvriend Koen ook aan. Wij schreven ons dan samen in voor 10 km.
Aanvankelijk wandelden wij vooral tussen en naast maïsvelden en ergens moeten wij een splitsing gemist hebben want toen wij in Schendelbeke aankwamen, was daar geen sprake meer van 10 km, de kortste afstand die deze rustpost aandeed was 16 km. OK, dan wandelen wij 16 km, t is maar een uur méér. We genoten van de natuur met de Moenebroek. De kern van Moenebroek wordt gevormd door een nat elzenbos met enkele bronnen en een groot aantal kwelzones. Doordat deze bronnen winter en zomer voor een nat milieu zorgen kunnen er maar weinig bomen groeien. Enkel zwarte els is in staat om hier te overleven. Na nog een rustpauze op een boerderij gingen we terug naar Ophasselt, door het Hasseltbos, dat dicht bij de startplaats gelegen is.
Ook vandaag was het weer lekker zonnig, alleen s morgens nog wat fris. Er waren 1657 wandelaars, waarvan 47 Sportvrienden (ik heb er, behalve Koen, nog twee gezien).
26.09.2009 - Euraudax Herdersem, georganiseerd door Euraudax België (258)
Met Paul kwam ik behouden aan in Parochiaal centrum Velzeke aan het Sint-Martinusplein te Velzeke, waar al enkele wandelaars konden begroet worden, naast natuurlijk organisatoren Lucia en Geert, en hun medewerkers. Het ging om een 15-uren-tocht, dus de sporttassen bleven staan.
Toen de wandelaars klaar waren voor de start, vertrokken we voor de eerste lus, dit vooral langs de Zwalm, die we soms overstaken. De eerste wagenrust was aan het kerkhof van Rozebeke, daar kregen we behalve drank (wie wou kon een flesje bier kopen) ook twee boterhammen, ene met kaas en ene met hesp. Geheel tegen mijn gewoonte, dronk ik er koffie bij. 8,5 km vooral natuurlijke paden verder wachtten Conny en gezelschap ons op rechtover de Biestmolen. Dit echter met schuimwijn en fruitsap, benevens de gewone dranken, en chips of zoute stokjes om op te knabbelen. Dany (Dwars door Brakel) trakteerde op de 40.000 km die hij eigenlijk op de volgende lus zou vervolledigd hebben. Gezondheid en dat er nog vele kilometers wandelplezier mogen volgen! Dan restten ons nog 8 km genieten van het groen, doorsneden door het water van de Zwalm. Terug in Velzeke lepelden we soep (met balletjes), gevolgd door (zeer fijne) spaghetti bolognese en als dessert een ijshoorntje.
De tweede lus deed vooral Brakel en omgeving aan en deze streek is heuvelachtiger dan wat we tijdens de eerste 4 uren mochten verwerken. Na een stil gebed bij witte heiligenbeelden, eerst het plezier echter, want na 8 km reeds belandden we op het tuinterras van café Bloemfontein. Die naam zal meer te maken hebben met het kleine vijvertje door bloemen omgeven dan met Zuid-Afrika. We hadden er 20 om iets te bestellen en het op te drinken, en intussen de huiskat Polly te aaien en fotograferen. We gingen dan maar verder, o.a. langs een groot bioveld om aan de kerk van Sint-Maria-Oudenhove iets te drinken en een potje pudding uit te lepelen. Intussen maakte de plaatselijke zieleherder een praatje met potentiële parochianen (echter, het waren wandelaars, die even pauzeerden). Nog 8 km en we vonden onze baguette, naar believen belegd (drie keuzes).
Voor de volgende lus moesten we opnieuw ons reflecterend vestje minstens meenemen om het later te dragen, en een zaklamp was ook weldra geen overbodige luxe. We maakten een toertje naar Erwetegem, waar we medewerkers ons warm onthaalden. Daarna bezochten we Zottegem, met een natuurleerpad, de bibliotheek met mooie tuin, het centrum (Onze-Lieve-Vrouw-Heemkerk, winkelstraten), het domein met restaurant Breivelde (wegens de opstekende boomwortels was een zaklamp dus zeker nodig), en op het plein voor de grote poort konden we opnieuw even verpozen met een drank en een yoghurt. Via Ten Berg keerden we stilaan terug naar Velzeke. Daar dankte Lucia, mede namens Geert, voor de opkomst en natuurlijk de medewerkers voor hun sympathieke hulp. Ze ging dan over, in samenwerking met Paul, tot de verdeling van trofeeën: de 8ste Gouden Arend aan Jos, de 9de aan Hilde en de 15de reeds aan Paul. Tevens mocht Nederlander Rino een Audax-schelp halen.
Het was alweer een mooie tocht, met enkele kuitenbijters (bekende en minder bekende), en we hadden eens te meer geluk met het weer. Ik weet niet precies hoeveel wandelaars er waren, en ook niet hoeveel er voor de volle pot gingen, maar er waren wel 5 inschrijvingen van Sportvrienden (Arthur, Paul, ik, Guy en zijn broer Kris).
19.09.2009 - Euraudax Haaltert, georganiseerd door Euraudax België (258)
Ik kwam voorbehouden aan in Hof Ten Eede te Haaltert, waar al enkele wandelaars konden begroet worden, naast natuurlijk organisator Paul en zijn echtgenote Marleen, en hun medewerkers. Het ging om een 30-uren-tocht, dus de sporttassen bleven staan. Gezien dit ook Pauls 50ste verjaardag was, stonden al enkele geschenken te pronken, van mij kwam er dan nog eentje bij.
Ik zocht dan gezelschap bij Lucia, Sally, Conny, Geert, Marnik, Frank en Marc (tot dan enige niet-Kadee aan die tafel) en at mijn boterhammetjes op. Toen zon 100-tal wandelaars klaar waren voor de start, vertrokken we voor de eerste lus, geleid door Paul, terwijl mede-parcoursbouwer Peter erop toekeek dat niemand achterbleef, dit langs een wagenrust bij Paul thuis, waar Linda hulp had van Charles en intussen voor warme chocomelk had gezorgd (naast koffie, thee en frisdranken). Daar geraakten wij via Welle waar aan de kerk een oldtimer autobus stond, daar werd blijkbaar een huwelijk voltrokken. Via de Wellemeersen (het knuppelpad vertoont veel meer ingezakte planken dan ten tijde van mijn euraudax-organisatie) en Erembodegem bereikten we de Osbroek, een verzameling sportterreinen van de stad, waar natuurlijk ook een kantine is. Daar hadden wij ruim tijd om iets te verbruiken en een bezoek aan de sanitaire installaties te brengen. We keerden dan terug naar Haaltert waar ons een koude schotel wachtte, en waar ik gezelschap kreeg van Annemie en Mark die zich voor de resterende 125 km resp. voor 50 km inschreven.
De tweede lus werd geleid door Peter en dat hebben we gevoeld, want hij is nog stipter op gebied van wandelsnelheid en pauze op de wagenrusten. Met hem bezochten we Bambrugge met de Steenberg (60 m hoog) en Zonnegem (steeds in het dorpscentrum hadden wij een wagenrust) met een grot waar we konden bidden voor ons zielenheil en vooral mooi weer tijdens de wandeling. Aan die kapelgrot is ook een kruisweg met beelden uit de bijbel. We keerden terug via de vijvers van Bambrugge en een stuk van het parcours van de veldrit van een week eerder, er hingen nog her en der witte linten ter afsluiting voor de toeschouwers, en kleine dus gevaarlijke obstakels waren wit geverfd, bovendien stonden nog enkele nadarafsluitingen te wachten om opgehaald te worden. Bij het naderen van de feestzaal hield Peter de groep tegen want Paul moest als eerste aankomen. Op de parking van de zaal werd een erehaag gevormd voor hem. Eens binnen werd hij door iedereen gefeliciteerd met zijn verjaardag en iedereen kon zich een glas champagne of fruitsap nemen alsook een bordje met aperitiefhapjes. Nadien volgde de driegangenmenu maar in plaats van een potje rijstpap of chocolademousse volgde als dessert een stuk taart. Toen ik na de hoofdschotel even naar t toilet ging zag ik op mijn terugweg naast de toog op een tafel vijf taarten boven elkaar, net een huwelijkstaart. Even later werd dit tafeltje de zaal binnen gerold, maar Paul en zijn genodigden mochten eerst een speech aanhoren van Euraduax-voorzitter Antoine. Nadien kreeg hij assistentie bij het aansnijden (alvast zijn stuk) van de taart, met zijn stuk op een bord trok hij even een polonaise op gang. Daarna kregen wij ook elk een stuk.
De derde lus werd geleid door Paul, en deze ging naar Aalst, waar moet je anders heen als het de donker is voor smalle paadjes? We doorkruisten er het centrum (Grote Markt met het Belfort, het standbeeld van Dirk Martens, de Sint-Martinuskerk, het standbeeld voor Valerius De Saedeleer, enz.) en de straten er net rond, hadden twee wagenrusten, ene aan Kasteel Ter Linden (dichtbij het kruispunt Boudewijnlaan-Siesegemlaan-Gentsesteenweg) en ene aan het kerkhof. Terug in Haaltert kreeg elk twee sandwiches (ene met hesp en ene met kaas) en een pistoletje met tonijnsla.
De vierde lus werd dan weer geleid door Peter en dit naar Denderleeuw (wagenrust in de buurt van Leeuwbrug), Affligem-Teralfene en terug Denderleeuw waar we net voorbij het stationsgebouw op parkeervakken nog een wagenrust hadden. Toen we terug waren in Ede, konden we het ontbijt aanspreken (de enige maaltijd waar ik geen foto van nam ).
Ook de vijfde lus liep Peter voorop naar Heldergem en Denderhoutem, langs veel natuurlijke paden, wat dan misschien niet altijd plezant is voor vermoeide voeten, maar wel een relatieve rustpauze betekende voor de seingevers. De wagenrusten hadden wij aan Stichelen, een parochie van Denderhoutem en aan het kerkhof van Haaltert. Intussen kwamen wij al wandelaars tegen die vertrokken vanuit Kerksken en pijlen te volgen hadden. Zo keerden wij terug naar Ede voor een bord lekkere spaghetti bolognese (maar met veel groenten in de saus).
De laatste lus was er weer ene voor Paul en via nog wat paadjes bereikten wij de frituur op de steenweg naar Geraardsbergen te Heldergem waar we een wagenrust hadden, alvorens naar Aaigem te stappen. Daar hadden wij ruim tijd om twee rondes te drinken en intussen naar oude voertuigen (autos en motos) te kijken. Het was dan tijd om terug te keren zodat Paul iedereen kon danken en enkele trofeeën kon uitrijken.
12.09.2009 - Euraudax Ronse, georganiseerd door Euraudax België (258)
Met Paul kwam ik voorbehouden aan in Café Sint-Sebastien te Ronse, waar al enkele wandelaars konden begroet worden, naast natuurlijk organisatoren Dirk en Lucien, en hun medewerkers. Het ging om een 20-uren-tocht, dus de sporttassen bleven staan. Dirk en Lucien hadden ook dhr Gunther Deriemaker, schepen van sport van de stad Ronse uitgenodigd, deze heette de wandelaars hartelijk welkom in zijn stad.
Na nog rap een slok wodka karamel aangeboden door Mieke en Mark vertrokken we voor de eerste lus, geleid door Dirk, zodat Lucien rustig kon meewandelen (en zijn eigen lussen overdenken ), dit langs twee wagenrusten, ene aan de kerk van Louise-Marie (er ligt een parkje voor wat me bekend voorkwam van een Megasloebertocht-controlepost en een uitgepijlde tocht van De Chatons) en de parking van Ruddershof. Voor zijn eerste lus had Dirk enkele bossen in de aanbieding, er zijn er genoeg rond Ronse, maar de Muziekbos is er één van (er is ook het Geboortebos), een ideale plaats voor natuurliefhebbers. Het bos ligt op een getuigenheuvel in het glooiende landschap van de Vlaamse Ardennen, het is momenteel 47 hectaren groot. De naam Muziekbos heeft oorspronkelijk niks met muziek te maken. "Muz" is Keltisch voor "moeras", een drassig stukje grond dat tussen vijvertjes ligt. De raadselachtige sfeer van het Muziekbos weerspiegelt zich ook in de talrijke mythen en sagen die zich in het bos afspeelden. In dat Muziekbos deed Dirk ons even stoppen en gaf het woord aan de stadsgids, die de eerste twee lussen meewandelde, en daar uitleg gaf over de Geuzentoren, gebouwd in ijzerzandsteen. Op de website www.ontdekronse.be staat te lezen dat het werd gebouwd door M. Scribe in 1864. De toenmalige eigenaar van het bos liet zich wellicht meeslepen door de mode van de tijd om vaak bizarre of romantische bijgebouwtjes op te trekken "Follies" genaamd, een modeverschijnsel dat vanuit Engeland overwaaide. Dit gebouwtje had echter wel degelijk een functie. Het werd geregeld beklommen door de eigenaar om van het omliggende landschap te genieten. Over de vreemde plaats van de toren (tussen de bomen) rept deze website niet, volgens onze gids waren ten tijde van de bouw van de Geuzentoren geen bomen meer wegens afgezaagd door de Duitsers tijdens WO II. Over de herkomst van de naam Vlaamse Ardennen zijn beide het wel eens: Omer Wattez kwam hier met zijn Antwerpse literaire vriend Pol De Mont wandelen. Het is op één van hun tochten dat ze de toren beklommen. Dichter Pol de Mont keek van op de toren uit over de omgeving en riep "Maar dat zijn hier de Vlaamse Ardennen!" en zo kreeg de streek haar naam... Overigens waren wij onderweg het echtelijk huis van José (clubgenoot van Dirk en Lucien), hij stond ons op te wachten, zijn rechtervoet in de plaaster en steunend op een kruk. Een drietal weken geleden had hij tijdens werken met een slijpschijf enkele pezen afgesneden. Voorspoedige beterschap, José ! Stilaan keerden wij terug naar het café waar ons belegde boterham met koude groente op ons wachtte.
Nadien volgden we Lucien voor 25,8 km, hij voorzag ook twee wagenrusten, ene in Saint-Sauveur aan de kerk en op de hoek van de Hoge Deurnestraat (Haute Durenne, in t Frans). We volgden onder andere het niet geasfalteerde Mijnwerkerspad, het verharde gedeelte van de vroegere spoorlijn Zottegem - Brakel - Elzele (Ellezelles), welke deel uitmaakte van de lijn 82 (Aalst - Elzele). De spoorlijn werd in 1963 afgeschaft. Tot dan bracht het "Fosttreintje" mijnwerkers van Zottegem en omstreken, naar de Borinage (Henegouwse steenkoolmijnen). Vandaar de naam Mijnwerkerspad. Daar Lucien in Dergneau woont, wandelden we lange tijd aan de overkant van de taalgrens, en deze lus was even groen als die van Dirk, met evenveel veldwegen, bospaden en enkele openbare wegen.
Terug in het café kregen wij tomatensoep, vier sneden varkensgebraad met kroketten, salade (van sla en tomaten met een vinaigrettesaus) en champignonsaus, en als dessert een ijsje. Intussen had ik node afscheid genomen van Mieke en Mark, die het bij 50 km hielden. Dan maakten wij ons op om Dirk te volgen in en dicht rond Ronse, met een zicht op de goed verlichte Sint-Hermeskerk. Deze hoofdkerk dateert uit de 15de en 16de eeuw en werd verbouwd tot in de 18de eeuw. Van een vroegere kerk bleven de koorcrypte, eind 11 de eeuw, en enkele muurresten in de onderbouw van het transept bewaard. De uitzonderlijk grote crypte is een van de belangrijkste van België: de noordelijke arm heeft nog zijn oorspronkelijke gewelf, de zuidelijke arm werd met kruisribgewelven in baksteen geschoord. De kerk zelf bezit fraai 18de-eeuws meubilair, rococomuur beschotten, secundaire altaren in het transept, de kansel is uit de 17de eeuw. Tot de belangrijkste voorwerpen van de kerkschat behoren een koperen arendlezenaar, een renaissancekelk en een opmerkelijke barokke stralenmonstrans. Wij bewandelden enkele pleinen en winkelstraten en maakten dan een ommetje, hadden twee wagenrusten, hoewel de ene eerder garagerust kon genoemd worden, we belandden op de oprit van Dirks huis. Ik nam de kans te baat om zijn echtgenote te vragen of ik hun sanitaire installaties kon bezoeken, dat was geen enkel probleem. De volgende wagenrust was in de Karnemelkbeekstraat (in het Frans: rue Karnemelkbeek waarom niet rue du Ruisseau de Lait battu?), maar er was geen karnemelk voorzien, dus koos ik plat water (er waren ook steeds limonade, cola en s nachts koffie en thee). Ook nu passeerden we het huis van José, en ja, hoor, hij stond ons buiten op te wachten, intussen had hij een trainingsvest aangetrokken. Tja, het moet wel pijn doen om niet te kunnen mee wandelen in zijn eigen streek met zijn eigen clubgenoten en vele vrienden.
Terug in het café stond het ontbijtbuffet al klaar: wit en bruin brood, twee soorten jam en een pot chocopasta, twee soorten kaas, salami en ham, het fruitsap stond op de toog. Carine was zo lief om mij een kop warme chocomelk te brengen (dat het met poeder en warm water gemaakt was maakte mij niets uit, ik doe dat thuis en op kantoor ook zo). De laatste lus werd dus geleid door Lucien, dus bezochten wij weer onze Waalse buren, hoewel die wel sliepen. Zo hadden we een wagenrust in Fourquepire (Elzele) en ene dichtbij Ronse. Om in Fourquepire te geraken, volgden wij enkele kilometers ver een stenig pad, tot overmaat van ramp liepen de batterijen van mijn zaklamp leeg, gelukkig weerscheen de maan wat licht van de zon. Dus toen ik uiteindelijk de openbare weg (Chemin et haie) bereikte, gebruikte ik de openbare verlichting om de batterijen te verwisselen. Intussen had ik al eens geroepen want ik zag voor mij niemand meer (Jean-Pierre en Jean volgden), er werd geantwoord, dus ik wist dat wij aan het eind van het pad eerst naar rechts, en dan naar links moesten. Tiens, waar is de groep? Wij waren met zo weinigen (o.a. Dirk, Paul, Kristof, Jean-Pierre en Jean)? Dirk schatte dat wij weer naar rechts moesten, we moesten de kerk van Elezele (Ellezelle) zien aan onze linkerkant. Op de duur kwamen we toch aan Fourquepire en Dirk vernam via de GSM dat we nog een krappe halve kilometer te gaan hadden tot de eerste wagenrust. We waren dus gehergroepeerd en togen terug naar Ronse. Onderweg ging het lampje van mijn zaklamp kapot, ook dat nog Ik profiteerde dan maar van het licht van andere wandelaars (Dirk B., Frank, ) om de commerciële zone van Ronse te bereiken. Achter een haag ging ik eerst een sanitaire stop houden, en even verder zag ik dat de groep bleef staan. Daar trakteerde Willy op zijn 10de Gouden Arend met schuimwijn, fruitsap en allerhande knabbels. Hartelijk gefeliciteerd, Willy !! Van daar was het niet ver meer naar het café, waar wij nogmaals José begroetten, mij vertelde hij dat hij denkt over vier weken weer aan wandelen toe te zijn.
Dirk, Lucien en Paul gaven hun speeches ten beste, en zij gingen dan over tot de uitreiking van 8 Gouden Arenden: de eerste aan Christine (Profondeville), de tweede voor Didier (Euraudax Kuurne-Ieper), de 7de voor Wilma (die er met Jan was), de 8ste voor Marc (clubgenoot van Didier), de 10de voor Willy, de 11de voor Dirk B, de 17de voor Lucia en de 54ste (!!!) voor Frank.
We hadden veel geluk met het weer want het bleef droog en op zaterdag ook zonnig en warm (zo warm dat wij een Waal, die buiten zijn tuingereedschap aan het schoonspoelen was, vroegen om water in mijn waterflesje te gieten, maar dat was geen drinkbaar water, zei hij, en hij ging mijn flesje binnen vullen; merci beaucoup !). Dirk en Lucien kregen een ruime 80 inschrijvingen en ik vermoed zeker de helft voor de volle 100 km.
Mijn fotoalbum is hier: http://picasaweb.google.be/9470hvds/EuraudaxRonse09
30.08.2009 - 10de Baljuwtochten, georganiseerd door Parel van het Pajottenland (254)
Bij aankomst in het Gemeentelijk Trefcentrum Baljuwhuis te Galmaarden koos ik voor de afstand van 16 km en vertrok er, na drie bevriende Kadees en een Sportvriend te hebben begroet. Uit het globaal overzicht van deze omloop bleek dat ik naar Viane zou wandelen over een ruime 6 km, aldaar een lusje zou afwerken over 3,5 km om dan terug te keren. Het eerste stuk leidde langs rustige straten, veldwegen en bospaden naar de Sint-Pauluskapel uit de 16de eeuw. De Sint-Pauluskapel ligt op het Kapelleblok, ten noorden van en dichtbij de Pauwelhoeve. Ze werd opgetrokken op een site, die reeds in de Gallo-Romeinse periode werd bewoond. Er blijkt geen enkel verband te bestaan tussen de villa die er zich waarschijnlijk bevond en de laat-middeleeuwse kapel, die vermoedelijk in het begin van de 16de eeuw werd opgetrokken. Het is een bakstenen gebouw in laatgotische stijl. In de kapel worden o.m. enkele 15de-eeuwse kunstvoorwerpen bewaard. Hoewel de website van Galmaarden ook beweert dat de Sint-Pauluskapel reeds bestond vóór het jaar 1068. De kapel is verbonden met een wonderbare bron, voor onze voorouders een heilige plaats. Misschien moet het ontstaan van de Sint-Pauluskapel gesitueerd worden in de tijd van de definitieve evangelisatie en kerstening van onze gewesten (ca. 800 na Christus). De kapel werd volledig gerestaureerd. In januari 2002 werd de vernieuwde kapel officieel geopend. De kapel is ook geklasseerd.
Zo bereikte ik dus Viane waar ik twee Brusselaars begroette alvorens wat met Lucia, Conny en Geert te staan kletsen. We gingen dan een eind dezelfde weg tot ik rechtsaf mocht slaan terwijl zij, die 24 km wandelden, rechtdoor gingen.
Goed halverwege dat lusje stak ik de Wijzenbeek over en bereikte weldra opnieuw de rustpost van Viane, waar ik dezelfde Brusselaars (Claude en Robert) trof. Een flink eind wandelde ik de mensen tegemoet die nog naar de rustpost gingen, zoals Herman, Paul uit Kerksken en andere Sportvrienden. Tot ik toch geen spookrijder meer moest spelen en verder een maïsveld volgde naar Germelingen waarna ik Galmaarden bereikte. Daar staat de Sint-Pieterskerk in het centrum met sporen van de verwoesting door een brand, die mogelijk werd aangestoken door een vuurpijl, er vond een kermis plaats, maar geen vuurwerk.
In ieder geval, het was een mooie, rustige tocht en ook het weer was mooi: zonnig en droog.
05.08.2009 - Euraudax Ster Brussel, georganiseerd door Euraudax België (258)
Zoals Annemie en een 20-tal anderen was ik hiertoe persoonlijk uitgenodigd door organisator en baankapitein Antoine (tevens voorzitter van Euraudax België). Behalve de omlopen, de middagmalen en de bevoorradingen, organiseerde hij ook de overnachting in jeugdherberg Jacques Brel in Brussel (dichtbij de Kruidentuin).
05.08.2009 dag 1: Tervuren
Door allerhande omstandigheden (zoals onvoldoende samenhang van diverse wijzen van openbaar vervoer) kwamen Annemie en ik met enige vertraging aan in de metro Herrmann Debroux, Raymond keek al uit naar wie de roltrap nam, terwijl Antoine met zijn volgelingen een paar stappen verderop in de lommer wachtten. Met onze welgemeende verontschuldigingen ! We vertrokken dan langs openbare wegen, een parkje naar Tenreuken en de drie linden naar het Café de la Forêt in Watermaal-Bosvoorde, de startplaats van Antoines tocht op 1 mei. Na een glas of twee stapten we verder op door het Zoniënwoud, waar Antoine hier en daar uitleg gaf (het ging hier dan ook om een toeristische ster), zoals dat beuken een sap afscheiden waardoor aan hun voet geen gewas groeit, behalve heksenkruid. Zo kwamen we aan de manege Drags, ook middagrustpost van zijn 1-mei-tocht. Daar kregen we lekker te eten op het terras buiten.
Verder ging het naar Jezus Eik, waar wij de O.-L.-Vrouwenkerk bezochten, de eerste steen ervan werd gelegd op 20 april in 1650 reeds door gouverneur-generaal Leopold Willem van Oostenrijk. De kerk werd gebouwd bovenop de stronk van een afgezaagde eik, de Jezus eik, naar verluidt kan je die stronk nog zien onder het altaar van de huidige kerk. Sinds 7 maart 1923 is het een geklasseerd monument. Wij hebben de kerk even kunnen bezoeken en t is t waard ! We wandelden verder door het Park van Tervuren om het museum Koninklijk Museum voor Midden-Afrika te kunnen bereiken. De kaarten waren al besteld maar André en Robert moesten eerst hun rugzak resp. schoudertas in een bagagekluis achterlaten Het bezoek was hier vrij, we konden tussen de uitstalramen wandelen en maskers, werktuigen, verweerwapens, juwelen en dergelijke uit Afrika bewonderen. Maar Annemie en ik waren meer geïnteresseerd in de dieren die in dat continent wonen. We namen gebruik van wat resterende tijd om iets te drinken, je kan er ook eten, maar dat hadden wij al gedaan.
Terug naar Brussel ging het via de Vier Armen en het Rood Klooster. Ik had me bij een eerdere wandeling al afgevraagd waarom dat klooster rood heet te zijn. Het Rood-Klooster (Frans: Rouge-Cloître) is een priorij van reguliere kanunniken van Sint-Augustinus in Oudergem (Brussel, België). Het klooster is ontstaan in 1367-1369 uit een kleine kluis die al sedert 1366 bestond. In de 15e eeuw kende het klooster een sterke uitbreiding. Het domein kwam in 1910 in handen van de Belgische staat, werd geklasseerd in 1959, om tenslotte eigendom te worden van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Ondanks jarenlange verwaarlozing is het Rood-Klooster wegens haar uniek karakter, pittoresk landschap en toegangspoort tot het Zoniënwoud, een populaire plaats voor wandelaars. Het Rood-Klooster is een van de vijf natuurreservaten dat het Zoniënwoud rijk is. In 2007 was de heraanleg van het domein klaar. Zo kwamen we terug in Oudergem. Annemie en ik hadden ons door haar meegebracht avondmaal in de keuken van de jeugdherberg (die keuken staat er beschikking van de gasten die er zelf koken en afwassen).
06.08.2009 dag 2: Meise
We vertrokken van het metrostation Koning Boudewijn, iets verder dus dan het Heizelstadion, wandelden langs het Atomium, met zicht op enkele tentoonstellingspaleizen, het Amerikaans Theater (studios van de VRT), de Tangebeek (en stinken dat die doet !), de kerk van Koningslo, een eerste cafépauze in Galoiske Borcht in Grimbergen. Annemie en ik zaten goed: aan dezelfde tafel als Antoine, zo kwamen we van op eerste rij te weten dat de caférust in Meise niet zoals voorzien in de Osselstar zou plaats vinden, hoewel dat nochtans was beloofd aan Antoine. Op weg naar de middagrust kwamen we nog voorbij de Tommenmolen, een watermolen uit de 16de eeuw. Een heropgebouwde lemen schuur maakt van de historische site deel uit. In een andere schuur is een landelijke herberg ingericht. Ook hier is een gedeelte van het Museum voor de Oudere Technieken ondergebracht. Het middagmaal was een lekkere spaghetti bolognese, deze keer doorgespoeld met een frisdrank, t werd te warm voor bier (en ze hebben daar mijn merken niet).
In Grimbergen brachten we een bezoek van enkele minuten (ruimschoots tijd) aan de Norbertijnenbasiliek van Grimbergen. Met de bouw van deze basiliek werd in 1660 begonnen. Het ontwerp van broeder Gilbert van Zinnik zou echter nooit voltooid worden. Twee traveeën, een gedeelte van de toren en de westgevel bleven door geldgebrek in de plannen steken. Toch is de Sint-Servaasbasiliek één van de mooiste barokmonumenten in ons land. Gewelven, zuilen, kroonlijsten, ramen en koepel zijn bovenmatig versierd met beeldhouwwerk en geven deze kerk een bijzonder feestelijk uitzicht. De triomfalistische sfeer, kenmerkend voor de Contrareformatie, is ook zichtbaar in het fraaie meubilair. Van uitzonderlijk hoge kwaliteit is het houtsnijwerk van biechtstoelen, koorgestoelte en kansel. Voor de lichtinval zorgen de hoge ramen en de prachtige koepel. De kerktoren bevat een beiaard. De sacristie werd in de 18de eeuw verfraaid met lambrisering en een schitterend fresco.
Nog geen 5 km verder kregen we eerst wat te drinken, vooraleer naar de Plantentuin van Meise te stappen. Daar haalde medewerker Luc de groepskaart af en we konden naar believen de hele tuin met serre bezoeken. De Nationale Plantentuin van België, op slechts 3 km van het Brusselse Atomium (maar de omweg was t waard), is een botanische tuin van wereldformaat, van 92 ha met 18 000 plantensoorten waarvan meer dan de helft in het Plantenpaleis groeit, één van de grootste serrecomplexen in Europa.
Oh ja, bij het bezoek hoorde ook een geschenk wat we na ons bezoek afhaalde, een brochure over specerijen en specerijplanten. Het Kasteel van Bouchout in het hartje van de Nationale Plantentuin hebben wij niet bezocht, het biedt een sfeervolle, boeiende omkadering voor seminaries en vergaderingen. Het kasteel met roots tot in de 12e eeuw was ooit de koninklijke woonplaats van Keizerin Charlotte.
Bij het verlaten van de plantentuin kregen we alweer iets fris te drinken, hierbij nog een stuk watermeloen. Via het kerkhof van Meise en met een blik op een privédomein waar de 60 km van de Lustige Wandelaars van Merchtem door leidt, gingen we dus op zoek naar een ander café en belandden in café t Sas. Na 40 minuten vertrokken we weer via de kerk van Wemmel en tot slot een stamcafé van Antoine aan het stadion. Ons stamcafé zal het niet worden, want de cafémadam snapte het vriendelijke gebaar van Annemie niet (zij wou het de waardin gemakkelijk maken om terug te geven op 10 EUR door 80 cent erbij te leggen) en werd verbaal agressief.
Nadien, terwijl we (Robert, Dirk, Josette, Jean-Claude, Brigitte, Pierre, Ann, Gilbert, Annemie en ik) toch in Brussel nog waren, gingen we eerst iets drinken nabij de Zuid en dan eten in restaurant Restobières nabij de Zuidfoor. Ik koos voor paté met foie gras, stoemp saucisse (veel saucisse maar weinig stoemp) en chocolademousse van fondant chocolade. Daarbij dronk ik een Lupulus, dat helaas alleen in de blonde versie te bekomen was. Dat Lupulus is een nieuw bier, gebrouwen in Brasserie les 3 Fourquets in Bovigny in de Ardennen. Lupulus is een amberkleurig bier met hergisting in de fles en is momenteel enkel verkrijgbaar in 75cl. Bij vele bierkenners zal een belletje gaan rinkelen bij de naam Pierre Gobron. Dit bier wordt inderdaad gebrouwen door de ex-brouwer van La Chouffe. In dat café is een ware verzameling van oude hebbedingetjes en volksspelen te bewonderen (op mijn fotoalbum ook, dus).
07.08.2009 dag 3: Gaasbeek
We vertrokken vanaf het metrostation Erasmus, gingen langs een vermaard pralinefabriek en de kerk van Vlezembeek naar het kasteeldomein van Gaasbeek, evenwel na het nuttigen van een frisdrank aangeboden door Maggy, François, Luc en Michel. Het is lang geleden dat ik dat kasteel met zijn domein nog bezocht heb. We hadden wat tijd om rond te kijken tot de vrouwelijke gids eraan kwam en eerst uitleg gaf over de rijke geschiedenis van het kasteel, ze legde nogal de nadruk op Paul Arconati Visconti, die bepaald geobsedeerd was door Azië. Tijdens het bezoek, er mocht helaas niet gefotografeerd worden, wees ze op talrijke hebbedingen die wezen op deze voorliefde voor dit continent. Ze leidde ons langs vele kamers, waaronder slaapkamers maar ook de keuken en de badkamer. In sommige zalen was een zeker aroma te merken, vooral in de keuken. Maar die geur kwam niet van een van de specerijpotjes of schalen, maar via een ingenieus systeem dat je misschien kan vergelijken met de geurverspreiders middels kaars en daarboven de essence. Deze eeuwenoude geuren komen van Officina Profumo - Farmaceutica di Santa Maria Novella, een Florentijnse apotheek in 1221 door dominicanen gesticht. Waar de gids geen aandacht voor vroeg, viel me pas laat op: de achtergrondmuziek in een kamer was de Turkse Mars van Mozart, ook weer een verwijzing naar de voorliefde voor Azië van Paul Arconati Visconti. Tijdens de rondleiding viel de naam Viollet le Duc (restaurateur van het kasteel van Pierrefonds en dat van Carcassonne), maar ik weet helaas niet in welke context. Na het bezoek aan het kasteel wandelden we in het domein, een uitgestrekt park dat reeds in de zeventiende eeuw werd aangelegd. Indrukwekkende dreven en kleine wandelpaden wisselen elkaar af. Wellicht staan hier zelfs de hoogste beuken van België. Tijdens onze wandeling ontdekten we enkele historische gebouwen: de Sint-Gertrudiskapel, het barokpaviljoen, de neogotische schuur, het achthoekig paviljoen en de triomfboog. Verder omvat het domein drie grote vijvers, waarop gevist kan worden. Aan een der vijvers stonden (staan) ook twee grote, rode konijnen, dankbare onderwerpen voor een groepsfoto.
Naar restaurant Molensteen voor onze koude charcuterieschotel was het niet ver, en we kregen 70 minuten om te eten, drinken en even te verpozen. Nadien was het even ver naar het café in Sint-Kwintens-Lennik met het grote paardenbeeld (Prins, een trekpaard) en een klokkenspel op de Grote Markt, waar ook het stadhuis staat. Daar zetelt een burgemeester die graag heeft dat de taalwetgeving stipt wordt toegepast en niet wordt omzeild door een kunstmatige kieskring. Via Sint-Martens-Lennik kwamen we in café De Linde, waar Annemie en ik, zoals andere wandelaars, van het terrasleven genoten. Ik genoot tevens van mijn lievelingsbier. Nog ruim 7 km restten ons van het metrostation, waar we in de buurt ervan een terras vonden en daar een croque monsieur aten.
08.08.2009 dag 4: Bootvaart Brussel
De vorige dag had Antoine afspraak gegeven in het metrostation van Kraainem, en niet van Stokkel zoals voorzien, want voor de logés in de jeugdherberg was het lang rijden met de metro. Hierdoor was iedereen op tijd op de afspraak en was er zelfs nog tijd om naar t toilet te gaan. Via het kasteeldomein van Kraainem, de kerk van Wezembeek, het kasteel van Jourdain en het Molenbos van Sterrebeek kwamen we in Sint-Stevens-Woluwe, waar we een caférust hadden van een half uur. Tijdens de voormiddag konden we gokken naar de namen van de luchtvaartmaatschappijen wier vliegtuigen over onze hoofden vlogen. Na onze drank en het passeren van het station van Diegem bereikten we het clubhuis van de MIVB in Haren, waar we ons middagmaal kregen.
Hier kregen Antoine en zijn medewerkers mooie aandenkens van zijn/hun wandelaars, als dank voor deze mooie en perfect georganiseerde vijfdaagse en de schitterende bevoorradingen, steeds in oprechte vriendschap aangeboden. Na 50 minuten was het tijd om verder te wandelen, bij het verlaten van het clubhuis kregen we allemaal een ijsje, naar keuze met chocolade of aardbijen. We keerden zo terug naar de hoofdstad via de kerk van Helmet en die van de Heilige Maria. We moesten ons wat spoeden over de Grote Markt van Sint-Gillis, door de Kruidtuin van Brussel, langs de thuisbasis van de Vlaamse Gemeenschap naar de kade rechtover Brussels Bad om er in te schepen voor een bezoek per boot aan de haven van Brussel. Er was ook een bar aan boord en Annemie had lang te wachten op haar koffie en mijn kriekbier van Cantillon. Het is nogal een zuur bier (alleen de geur al ) en bovendien enkel beschikbaar in flessen van 75 cl. Overigens lees ik op de site van de brouwerij dat de klanten vroeger op café twee klontjes suiker en een "stoemper" kregen, gepresenteerd op een klein schoteltje, bij hun Kriek. Met dit kleine ijzeren staafje kon de klant de suiker op de bodem van zijn glas Kriek platdrukken en zo de zure smaak neutraliseren door het bier op een natuurlijke manier bij te zoeten, maar ik moest het zonder doen (de andere proevers ook). De boot passeerde o.a. het Koninklijk Domein aan de Van Praetbrug en de brug van Buda, en keerde dan spoedig terug. Wij wandelden dan verder over het Sint-Katelijneplein (waar een volksfeest aan de gang was), langs het stadhuis van Brussel, de Ravensteingalerij, het fontein (met groen water) op het Victor Hortaplein, het Koninklijk Paleis, het station van Brussel Luxemburg, wat overschaduwd door het Europees Parlement, het Solvaypark met museum, het Jubelpark met Triomfboog en een verfrissende wagenrust voor het vliegtuigmuseum, het rond punt van Montgoméry (met fontein, bij dit warme en zonnige weer een trekpleister) om dan het Park van Woluwe te bereiken.
Dat park, dat merkwaardig goed ingericht en onderhouden is, biedt een grote verscheidenheid aan landschappen en natuurlijke plantsoorten: grote grasvelden, soms sterk hellend, volgen op waterrijke weiden die niet meer systematisch, maar zeer beperkt gemaaid worden; hoge loofbomen, struiken en kreupelhout beschermen een gevarieerde vegetatie en talrijke watervogels, zowel inheemse als migratiesoorten. Gelegen ten westen van de vallei van de Woluwe, waar de Tervuren- en Vorstlaan elkaar kruisen, telt het park 180 boomvariëteiten, waaronder enkele zeldzame zoals de reuze Sequoia. Bij de Mellaertsvijvers is een restaurant, terras en minigolf, op de plas zelf mag men roeien en worden er hengelwedstrijden gehouden. Het park van de Mellaertsvijvers, een reeks weiden en landbouwgronden, was eigendom van handelaar François Mellaerts en zijn echtgenote die het kochten in 1883 op een openbare veiling. De eigendommen behoorden voordien toe aan de Burgerlijke Godshuizen van Brussel en lagen dicht tegen de Woluwe. De oevers van de Mellaertsvijvers zijn een ontmoetingsplaats voor meerkoet, nijlgans, fuut, canadagans, magelhaengans, zwaan, en vaak ook blauwe reigers op zoek naar voedsel (met een voorkeur voor vis, zeker?). Konijnen grazen regelmatig de vochtige graslanden af. Men vindt er de typische plantensoorten van gemaaid grasland, zoals brunel, penningkruid of kruipend zenegroen (ajuga reptans). De bomen zijn vooral veelvoorkomende soorten, maar in de loop der jaren kregen sommige zon allure en indrukwekkende vorm dat een vijftiental werd opgenomen in de lijst van merkwaardige bomen van het Brussels Gewest. Het gaat onder meer om zilverkleurige esdoorns (Acer saccharinum), treurbeuken (Fagus sylvatica f. pendula), witte wilg (Salix alba) en een zilverpopulier (Populus x canescens). En heel uitzonderlijk in deze uithoek van Brussel: het park telt heel mooie groepjes lorken en dennen. Ik heb alleszins volop genoten van het doorwandelen van dit hele parkcomplex (= Parmentierpark, Bronnenpark, Croussepark, Woluwepark). In Sint-Pieters-Woluwe hadden we een half uur in een echt dorpscafé, waarna ons nog een kort wandelingetje wachtte tot het metrostation. Met nog enkele wandelaars gingen we een pizzahut in voor ons avondmaal.
09.08.2009 dag 5: Meiboomstoet Brussel
Die dag kregen we het gezelschap van Mark, de vriend van Annemie, die schuin tegenover de jeugdherberg een parkeerplaats had gevonden en met ons de metro en vervolgens de tram nam naar de terminus aan Van Halen. Via enkele Ukkelse parken (Keyenbempt, Dudenpark) en een café in de buurt van het station van Linkebeek bereikten we La Perle dUccle, waar we ons middagmaal kregen (dus niet in de Globe, dat serieus beschadigd was door een brand, dat was duidelijk te zien).
We gingen dan verder via Sint-Gillis, met de vergulde arend op het stadhuis. Op het Van Meenemplein staan enkele cafés en bij een ervan gingen Annemie, Mark en ik op het terras zitten (anderen gingen binnen) een kop koffie drinken. Na 40 minuten zouden we weer vertrekken richting centrum, maar toen Antoine net zijn uitleg had gedaan over de Meiboomstoet en feesten, kreeg hij van Serge diens GSM aangereikt. Euraudax-webmaster Alain was aan de telefoon met slecht nieuws: ex-voorzitter Paul Herman was overleden. Ik heb Paul en zijn vrouw Hélène nooit weten wandelen (wel haar broer Jean, maar ook dat is lang geleden), Paul behaalde 42 Gouden Arenden en Hélène 30, waarmee ze nog altijd aan de top staat van de vrouwelijke euraudax-wandelaars. Ik heb hen wel leren kennen doordat ze hier en daar acte de présence gaven, zoals op de organisaties van Marc Libion (Euraudax Andenne), waar ze soms ook hielpen op de bevoorradingen. Antoine wist ons nog mee te delen dat de kerkdienst voor Paul de daarop volgende woensdag (12 augustus) plaats zou vinden. Ik stuurde dan meteen een SMS naar de huidige ondervoorzitter van Euraudax België (tevens mijn clubgenoot) Paul, maar de batterij van mijn GSM was plat, dus hij kon mij niet meer bereiken. Dit nieuws zette een serieuze domper op de groepsvreugde.
Via de Hallepoort en de Hubertusgalerij bereikten we de toeristische straten waar de stoet al door ging. De Meiboom zelf hebben Annemie, Mark en ik niet meer gezien, die stoet is een beetje zoals de carnavalsstoet van Aalst: je weet wanneer die begint maar niet wanneer de laatste wagen respectievelijk Meiboom (in t Brussels geprobeerd: Maabuum) passeert. Overigens weet zelfs Antoine, notoire Brusselaar, niet waarom het om een Meiboom gaat, de stoet gaat nochtans in augustus uit. Het planten van de meiboom of de vreugdeboom is een van de meest kenmerkende en oudste Brusselse volksevenementen. Het ontstaan van dit gebeuren moeten we blijkbaar zoeken in verschillende middeleeuwse legendes. De stoet vertrekt omstreeks 14u voor het Belgische Centrum van het Beeldverhaal, in de Zandstraat. De boom wordt meegedragen in de optocht naar de Grote Markt tussen de Brusselse reuzen, het "rad van fortuin" en een stoet ruiters onder aanvoering van Karel V. Daarna gaat het naar het kruispunt van de Zandstraat met de Broekstraat. De boom moet vóór 17u geplant worden! Het feest rond de meiboom gaat tot laat in de nacht verder. Dit beroemde evenement wordt al sinds 1213 georganiseerd, en herdenkt de Brusselse overwinning op de Leuvenaars (in Leuven gaat ook een Meiboomstoet uit). In t Frans heeft men het over Meyboom, ik vermoed dat die mei of mey te maken heeft met vreugde en dus niet met de maand.
In alle geval, Annemie, Mark en ik gingen terug naar Marks auto waarmee wij voorspoedig thuis kwamen.
Het was waarlijk een erg leuke vijfdaagse en ik ben erg blij dat ik hem mocht meemaken. Ik heb het, sinds ik het fenomeen euraudax leren kennen heb, plezant gevonden om in (en rond) Brussel te wandelen, en er niet heen te moeten om te werken.
05.07.2009 - 11.07.2009: Haervejsvandring, georganiseerd door Fodslaw (DK)
04.07.2009 Haervejsvandring, georganiseerd door Fodslaw (DK)
Belangrijk bericht:
De reportage die Christina Rasmussen maakte tijdens HVV is maandag 10 augustus uitgezonden, na enig zoekwerk heeft een vriendin het terug gevonden, het was niet makkelijk tenslotte verstaat ook zij geen jota Deens. Zij die willen kijken hier volgt de link: http://www.tv2r.dk/reg2005. Kies daar TV SYD, uitzending op 10-08-2009, onder uitzendingen om 19u30 op de laatste regel vind je Hele udsendelsen( 27:50 ). Open deze, dan zie je een soort nieuwsuitzending, als je doorspoelt naar minuut 13, krijg je de reportage te zien die werd gemaakt door Christine, velen onder ons HVV-wandelaars staan er op. Als je kijkt met groot scherm kan je vele duidelijk herkennen (maar mij niet).
Proloog
Met Paul, Dany en Eric kwam ik, ondanks wegenwerken op de A1 tussen Bremen en Hamburg (de grootste werf van t land?) en een ongeluksfile kort voor de afrit van Sleeswijk, voorspoedig aan in de Hiort Lorenzen School te Sleeswijk. Daar meldden wij ons aan, Paul, Dany en ik gaven onze ketting af ter verdere versiering tegen de volgende week en wij vonden een slaapplaats, door ons gereserveerd door Annemie, alias Mieke, en Mark. Terug op de koer begroetten wij vele bekenden en na een tijd besloten wij te gaan eten in het gebruikelijke restaurant, de Mühlenbach. Na nog een paar glaasjes aquavit, om het Deense toasten weer gewoon te worden, gingen we terug, via een ijshuisje. Terug in de school dronken we nog wat en gingen dan slapen.
05.07.2009 - Schleswig - Kruså, 49 km
We maakten ons toilet, rolden onze matten op en deze keer wachtte Paul niet om achter de bus te rijden, maar liet Mark & Mieke voorgaan, zij waren daags voordien al zo vroeg aangekomen, dat ze al wat rondtoerden. In de SIF Hallen kregen we ons ontbijt waarna we wachtten op de toespraak van Leif, vertaald door Else Marie, en de toespraak (ook al vertaald, maar dan naar Deens en Duits) van Phil (getrouwd met medewerkster Lenette), die ook het lint mocht doorknippen. En toen trokken we op gang, langs veelal reeds bekende wegen naar een algemene voedingszaak. Mieke wou er ook een sanitaire stop houden, maar in tegenstelling tot vorig jaar, kon dat nu niet, de nieuwe uitbaatster liet het niet toe. Zij en Mark gebruikten nochtans wat uit de winkel, en toen dat verorberd was, gingen we verder richting Flensburg. Daar wachtte ons een lekker ijsje (voor mij eens te meer Coupe Danemark, met chocolade, natuurlijk) en een eind verder, langs de kade, Hansens Brauerei. Mijn halve liter donker bier was nog niet op, of Willy P. bracht me een ander glas, zeggende dat ik op één been niet kon staan. Ik repliceerde dat het maar een half been was, want het was geen halve liter. Daar moest ik eens naar t toilet en op de terugweg, nog binnen in de gelagzaal, fotografeerde ik de vaten. Het interieur zag er helemaal mooi en knus uit, maar het was lekker weer (de enige zonder één druppeltje regen), dus zaten we allemaal samen op het terras. Tijdens de wandeling, eerst in het gezelschap van Linda, dan van Nederlandse neoviet Petra, genoten we nog van een Rast en verder van het vakantiegevoel, we passeerden het strand, de jachthaven, vakantiewoningen. Tussen Flensburg en de bijna onzichtbare grens zou je denken dat je al in Denemarken was, aan de opschriften her en der te zien, maar ik meende te weten dat je een verkeersbegrenzer moest passeren. Daar werden natuurlijk fotos genomen: welkom in Denemarken ! Weldra kwamen we aan in het sportcentrum van Kruså, alwaar we slaapplaats voor onze groep en zoveel mogelijk bagage zochten. We gingen dan avondmalen en kregen daarbij een glas wijn, wit of rood.
Overigens was een cameraploeg van TV-Syd aanwezig om wandelaars te volgen. Een reportage is te zien op de website van de zender, op datum van 5 juli, het maakt deel uit van een combinatie van reportages, de eerste gaat over vakantie op een camping in Haderslev, gevolgd door de reportage over deze zevendaagse, Kryds & Tværs: På vandring fra Slesvig til Viborg en tot slot over een vikingsviering. Behalve Anette herken ik ook onze Timmy.
06.07.2009 - Kruså - Rødekro, 38 km
Na het ontbijt en de speech vertrokken we voor deze kortere etappe, zon 11 km minder dan gisteren, dat kan ook deugd doen. Na een ruime 10km kwamen we aan de winkel in Gejlå, waar Mieke ons trakteerde op een ijsje en anderen iets dronken. Er werd ook duchtig gesmeerd tegen zonnebrand, want het was weer zonnig en warm. Het zou echter niet droog blijven, we waren aan de eerste rustpost en wilden net vertrekken toen een regenbui losbarstte. We wachtten dan maar tot het minder erg regende, al waren cape en regenscherm nog wel even nodig. Nadien bleef het droog en zonnig, dus warm. We bereikten de gebruikelijke rustposten en wandelden door bossen naar Rødekro. Daar kweten wij ons opnieuw van de vriendendienst om slaapplaatsen te reserveren en bagage te zoeken in de school. Toen Paul en zijn fanclub zich ook hadden geïnstalleerd en gedoucht, gingen we eten in de herberg dat ongetwijfeld zijn naam aan de gemeente gaf. Jutland ligt tussen twee zeeën, maar vis was niet te zien op het buffet, we lieten het aangebodene toch smaken bij een glas wijn. We gingen nog wat op de koer zitten, tot we het tijd vonden om te gaan slapen.
07.07.2009: Rødekro - Jels, 47,5 km
Na het ontbijt en de speech vertrokken we voor een langer stuk met weer wat fraaie Deense natuur. Na een tweetal uurtjes, na wat fotos van de Hovslundsteen, bereikten wij de Immervadbrug, en al was dit niet onze eerste deelname (4de voor Mieken en Mark, 5de voor mij), we gingen er weer onderdoor, vooral voor de fotos. Wat verder vonden wij de eerste rustpost van de dag. Daar staan enkele leuke houtsnijwerken, zoals van een pelgrim. Een eind verderop kregen we een nieuw stuk omloop te bewandelen, en het was een fraai, leuk stuk naast een meertje, dat van Vedsted. Zo bereikten wij mijn favoriete rustpost, dat van Tørning, vanwege de mooie boerderij, maar vooral de zitbanken met tafels nabij de vijver. Na de soepmaaltijd en wat rust, gingen we verder, staken de straat over en gingen een winkel binnen waar ik mijn gezelschap op een ijsje trakteerde. Even verder, bij het betreden van het bos, mochten we nu linksaf, eens te meer een wijziging in het parcours, en daar konden wij perfect mee leven. We zagen zo de Tørning boerderij van een andere kant en genoten van de gezonde boslucht. In Vojens gingen Mieken, Mark en ik opnieuw naar dat volks koffiehuis, maar nu gingen we binnen zitten, en blijkbaar hadden ze een extra dienster. Die snapte niet dat ik een warme chocomelk wilde, hoewel ik het steeds aanduidde op de tarievenlijst. Terwijl ik een langdurig bezoek bracht aan het toilet, had ze mij eindelijk ene gebracht met slagroom, intussen was de koffie van Mieken en Mark bijna opgedronken Intussen ook had het serieus geregend, dus daar waren wij opnieuw aan ontsnapt. Een eind verderop hielden wij een pauze aan een bank rond een boom, er werd getrakteerd met schnaps, vooral de wodka-caramel viel zeer in de smaak, zozeer dat Linda zich zelf een fles haalde (en ermee trakteerde). We gingen dan maar voort genieten van de natuur. In de school van Jels was het niet simpel een slaapplaats te vinden, de ruimtes op de bovenverdieping waren afgesloten en in de gangen mocht ook niet geslapen worden, de lokale brandweer had intussen bezwaar gemaakt. Met veel moeite vonden we dan toch plaats genoeg voor ons en onze vrienden.
08.07.2009: Jels - Randbøl Kirke, 49 km
Op weg naar de eerste rustpost passeerden wij aan de kerk van Skodborg, hier niet ver vandaan werd een gouden medaille gevonden in 1861, een kopie hiervan zit in de HVV-ketting. Die eerste rustpost vond plaats nabij Kongeå, de grens tussen Denemarken en Duitsland van 1864 tot 1920, er is ook een oude watermolen, Knagemølle. Ergens halverwege tussen de eerste en de tweede Rast kwamen wij in Vejen (de weg), en ik vraag me af of de naam van dit stadje te maken heeft met het feit dat wij hier nu halfweg onze heirwegwandeling zijn. In ieder geval, het plakkaat van Fodslaw dat er op duidt, was eens te meer een waar foto-object. Intussen hadden wij het rustige gezelschap gekregen van Kristof, die Linda en Charles overliet aan de goede zorgen van hun zoon Timmy en allemansvriend Paul. In Bække Kro gingen we niet eten, maar keek ik binnen wat er te drinken was. Buiten stond wel een bord met een aanbieding, maar geen van ons had eigenlijk honger. Ik trakteerde dus op koffie (van Albani had men alleen pils, en ik heb liever classic), dat we op terras dronken. Maar het begon weer te druppelen, en we vluchtten naar binnen, geholpen door de kelner. Even verder was het toeristenbureau open en nodigde ons uit voor een fruitsap en een aandenken (een stoffen badge met daarop Bække 2009 met veiligheidsspeld bevestigd aan T-shirt, pet of neklint), tegen onze naam in het gastenboek.
In de namiddag kregen wij nogal onduidelijke fotos te zien van Birte, de echtgenote van Jan (die ook dit jaar niet mee wandelt, te veel werk?), zij trakteerde op haar 10de deelname en het was hare Jan die voor de dranken en de chips zorgde (helaas had hij geen Slots classic bij, maar met de wodka-caramel was ik ook in de alcoholische wolken ). Zodra wij Birte hoffelijk feliciteerden, begroetten wij ook Edel, Jans ex-vrouw, die met ons afsprak in Bornem, volgende maand (Mieken en ik doen niet mee, maar zullen er Mark gezelschap houden tot voor de start en de Deense delegatie hartelijk welkom in Bornem heten). Birte en Jan hadden wel een goede plaats gekozen, want de jubilee was te vieren op een saai stuk lange weg tot de kerk van Randbøl. Gelukkig hadden wij het gezelschap van o.a. Pierre, Harry en Petra. Pierre zette een soldatenlied in waarbij het koor de zin herhaalde (Daar hoog in de bergen, daar woont een mooie meid, ), dat bracht wat vaart in de mars en liet ons de saaiheid van de weg vergeten. Had ik dat maar gekend tijdens de saaie stukken van Parijs-Tubize !!! Enfin, we kwamen dus aan de kerk en de bus stond er reeds. Deze keer ging ik het kerkhof niet bezoeken, de kerk was toch naar aan werkelijkheid grenzende waarschijnlijkheid gesloten, maar we namen plaats in de bus, zodat onze voeten en benen konden rusten. Na zowat een kwartier wachten, vertrok de bus, enkelen die nog zaten te drinken, misten hem, maar ook enkelen (zoals de bende van Paul) die nog een paar 100 m moesten afleggen. Nu ja, ze wisten zich ongetwijfeld ervan verzekerd dat hun slaapplaats gereserveerd was.
In Billund, na de douche en het eten, waren de computers bezet, Timmy zat te kijken naar de reportage van TV Syd. Wij gingen dan maar slapen.
09.07.2009: Randbøl Kirke - Nørre Snede, 46,5 km
Zoals gebruikelijk namen we ook deze dag de bus, niet de eerste, maar ook net niet de laatste. In Randbøl stapten we uit en vertrokken dus meteen voor onze wandeling door de Deense natuur. Ook vandaag kregen we een paar nieuwe stukken voor de voeten geschoven, en wij konden daar perfect mee leven. Toch bleven de absolute trekpleisters bewaard, zoals het kasteel (nu college) en het meer van Engelsholm, en een eind verder een tentoonstellingsruimte, maar dat was nu in restauratie, en met die stellingen ervoor is dat niet zon fraai zicht op de foto. Kort voor de tweede Rast kwamen we door Jelling. Daar gingen we naar de brouwerij, waar ik een halv om halv (voor de helft blond en voor de helft donker bier van het merk Fuglsang), terwijl Mieken en Mark hun zoveelste koffie genoten. Nadien gingen wij een ijsje kopen een korte eind terug op de weg. We zetten dan onze weg verder naar de middagrustpost voor een kroes zeer warme soep en de aandacht van twee mooie, aanhankelijke katten. We passeerden langs Harresø Kro (een zeer oude maar goed onderhouden herberg) waar we vorig jaar nodeloos lang wachtten om onze drankbestelling op te geven. Wij gingen echter verder naar Kollemorten, waar we wat inkopen deden en afrekenden net toen Arne en zijn kameraad binnen kwamen. Ha, het festijn zal spoedig beginnen! Om ook mijn steentje bij te dragen, ging ik nog wat knabbels halen voor bij het bier en de andere dranken. Na een uurtje hielden we het daar voor bekeken en bereikten alweer een fraai natuurgebied. Tiens, was dat plankenpad er vorig jaar ook al, en zo ja, was die dan echt zo lang, tot aan de oever van het meer? Zo kwamen we in Nørre Snede aan, waar deze keer Timmy en Charles voor slaapplaatsen hadden gezorgd, dat wilden ze absoluut (en hadden daartoe zelfs aan het feestje in Kollemorten opzettelijk versaagd !!) om ons een wederdienst te bewijzen. Hartelijk dank hiervoor !!! Tja, Nørre Snede betekent nog een kilometer (heen en weer) tot de vrouwendouches en eten in een tent met gevangenisbestek...
10.07.2009: Nørre Snede - Thorning, 48 km
De dag begon met de speech en vertaling, maar ook de trekking van het groot lot, de gratis inschrijving voor de Haervejsvandring 2010, en t is de moeite, want het inschrijvingsgeld is opgeslagen met bijna 50 EUR !!! Winnaar is een deelnemer uit Silkeborg die ik eerder tijdens de week en ook erna niet gezien heb, wellicht een van die mensen die t eerst wilden aankomen.
We vertrokken dan voor nog wat natuur maar ook een drink nabij de twee meren naast elkaar, Bjarne, Jytte, Steen (alom bekend als Filiberken), Jan en Rune vierden een totaal van 110 deelnames, en trakteerden op bier, wijn en frisdranken, alsmede snoep. Till lykket !! Nabij de volgende rustpost is een winkeltje waar je kan koffie drinken en zelf beslissen hoeveel je ervoor betaalt, Mark kocht er nog een zak snoep. Daarna doorkruisten wij Vrads Sande en Snabegårds Plantage, nog zon lieflijk oord. Ik kreeg steeds meer de indruk dat de natuur mooier werd naarmate we Viborg bereikten. In Funder stond nu een groot bord aan de forellenkwekerij, ze hebben hier blijkbaar brood gezien in de wandelaar. In plaats van 30 EUR voor een forel met een drank, kost het nu 60 EUR voor hetzelfde maar dan forel à volonté, wat garneersel (tomaat en uienschijven) en brood. Blijkbaar is er nu geen sprake meer van tot zolang de zelfgekozen voorraad strekt, de ene na de andere kwam eten, en wie gedaan had, stond zijn zitplaats af, maar toch moesten er op zeker ogenblik enkele wandelaars op het terras wachten. In de volgende gemeente, Kragelund, gingen we ene drinken in de jonge brouwerij, maar daar was alleen bier, dus moest Mark in de naburige supermarkt om een frisdrank. Tussen de laatste rast (alweer bij een fraaie en goed onderhouden boerderij) en de aankomst moesten we ons repertorium liedjes aanspreken, want het was weer een lange 9km tot Thorning. Daar kwam ons een dame tegemoet met de ijsjes, zij was ook zo vriendelijk om een foto van ons te nemen. Het ijsje was nog niet op toen we in de school aankwamen. Mark ging een slaapplaats zoeken, terwijl Mieke en ik zoveel mogelijk bagage van onze vrienden en onszelf bijeenraapten. Terwijl Mark aan de klink van een afgesloten deur morrelde, kwam Hilde voorbij, en zij vroeg aan Niels, een der medewerkers, of dat lokaal kon opengesteld worden. Niels deed de deur van het slot en wij hadden een kamer (computerklas) voor ons alleen. Dank je wel, Hilde en Niels !! We installeerden ons, en telden uit dat wij nu geen extra gasten konden onthalen, er was plaats voor 8. We gingen dan zitten wachten onze vrienden, vooral Charles, Timmy en Paul, Charles zag namelijk erg af van zijn beblaarde voeten. De arme man kwam met zijn zoon en kameraad na 31 uur aan maar de medewerkers aan de startkaarten en afstempeling werden tijdig op de hoogte gebracht. Zo wisten wij dat Charles, Timmy en Paul hun startkaart nog zouden krijgen, bij Fodslaw zijn ze wel zo slim om niemand uit te sluiten die zoveel moeite doet om de hele 300 km op blaren te lopen (en ook zijn steunend gezelschap niet). Voor een douche was eigenlijk geen tijd meer, we gingen meteen eten, en bleven dan voor het blarenbal (Linda, Charles, Timmy en Paul niet). Na de goodbye-and-thank-you-ceremonie voor de medewerkers gingen Mieke en Mark ook slapen. Hoe het komt, weet ik niet, maar voor de rest van ons duurde het dit jaar ook niet lang, hoewel Luc trakteerde op zijn 10de deelname, en nog wat liedjes en wederzijdse liefdesverklaringen van de Belgen (versterkt met enkele Denen en vijf Fransen) en de Denen.
11.07.2009: Thorning - Viborg, 24,1 km
Om half zes reeds liep Timmys gsm-wekker af, we maakten ons klaar, gingen ontbijten en vertrokken om zeven uur naar Viborg. Intussen had ik mijn klasgenoten een prettige feestdag gewenst en mijn Leeuwenvlagje aan mijn pet vastgemaakt.
In Stendhal Plantage, langs een bospad, nodigden Ingerlise, Hanne, Henrik en Karl Erik ons allen uit voor een drink op hun jubilee, een totaal van 95 deelnames, till lykket og tak for drikke. Even later hadden we in Sjørun onze enige rustpost met zeer warme soep. Nadien genoten we alweer van de natuur en op het terras van het café-restaurant rechtover een meer genoten wij van een kannetje koffie, waar we even geneigd waren van onze regenkledij aan te trekken of (voor mij) het regenscherm te openen, maar het bleef bij gedruppel. Onderweg kregen wij een onverwachte en onaangekondigde drink van Anette, die haar 25ste deelname vierde, till lykket ! Na deze stop gingen we verder naar Viborg, bijna aan het fietspad aan welks einde het F1-bord van de stad staat, kochten we eerst een ijsje. Deze keer waren Mieke, Mark en ik alleen aan dat bord en namen om beurt een foto. We staken dan de straat opnieuw over en richtten ons naar een brug over de straat naar de Sødreschool, waar we weldra aankwamen en mekaar feliciteerden.
Op de koer van de school feliciteerden wij meer wandelaars en ook Leif voor zijn 35ste keer leiderschap van deze wandelweek. Kristof had intussen plaatsen voorzien in de bus naar Viborg, wij laadden onze bagage in en toonden ons busticket aan de chauffeur, want er waren twee kleuren, wit (zoals die van de meesten onder ons) en rood (zoals voor Dany).
Dan namen we onze plaats in achter Willy met de Belgische vlag. Zo volgden wij de fanfare naar de kathedraal van Viborg, waar Leif en de hoofdredacteur van een lokale krant elk hun speech gaven (beide vertaald door Else Marie), waarna eindelijk de eretekens en jubilariskettingen werden uitgereikt. Daarna vormden de medewerkers een haag waar de eerstelingen (zoals Adrien en Eric) door moesten om hun eerste ketting te krijgen. De anderen mochten dan hun ketting halen bij enkele medewerkers, Leif was dus nog niet van gedacht veranderd, hoewel Paul hem al liet verstaan (via Mette of Lis, want Leif beheerst alleen het Deens) dat die kettingen niet meer getoond zouden worden, doch in de sporttas zou opgeborgen worden voor een volgende keer. We dronken dan wat (ik koos een frisdrank) en gingen dan plaats nemen in de bus naar Sleeswijk. Hoewel Dany dus in de andere bus zat, moesten wij niet lang wachten, we waren nog aan t uitladen toen die ook aankwam. Ondanks enkele stremmingen aan de talrijke wegenwerken op de A1 en enkele nodige stops kwamen wij voorspoedig terug, ik kon om 03:30 uur uistappen.
Het was weer een geslaagde Haervejsvandring, al blijf ik het jammer vinden dat wij aan het einde met plastieken bestek op kartonnen borden moesten eten. Voor volgend jaar wordt het voor mij moeilijk, niet omdat het inschrijvingsgeld met bijna 50 EUR opslaat, maar wel omdat het, in mijn ogen, een week later start (nog steeds de 28ste week van t jaar), nu start men met wandelen op de tweede zondag van juli, en dat valt moeilijk te combineren met de mogelijke vakantieplannen van mijn twee collegas. Bovendien wordt volgend jaar ook de internationale mars van Vichte naar Dhron georganiseerd, dus resten maar maximaal 4,5 dagen voor de was en 5 dagen voor het recupereren. Verder was het weer iets beter dan vorig jaar: op zondag viel geen druppel regen, op zaterdag een paar druppeltjes en de andere dagen dus minder dan vorig jaar, verder was het ook warmer, zeker toen de zon scheen. Maar er waren ook wat minder jubilees te vieren, twee voorziene (in totaal 10 wandelaars) en twee onaangekondigde (Birte en Anette) plus die van Luc tijdens het blarenbal.
26.07.2009 - 50 km Rondom Aaigem, georganiseerd door W.S.V. De Kadees Aalst (063)
Omdat ik in de namiddag nog op ouderlijk bezoek ging, geen zin had om me te haasten en mijn wandelsandalen niet bij had (hoewel, dewelke ik toen droeg zijn eigenlijk ook sportsandalen, zie foto 4), koos ik voor de 12 km. Tot mijn aangename verbazing zag ik nog twee Sportvrienden aankomen en voor dezelfde afstand kiezen. Koenraad en Bart hielden mij gezelschap tijdens deze wandeling die via veld- en openbare wegen, langs het gehucht Berg en een kapel voor de H. Aldegonda naar Woubrechtegem leiden. Die heilige was geboren ergens in Henegouwen in 630 en overleden in Maubeuge (niet ver over de Franse grens) in 684, ze is beschermheilige voor (of tegen ) kanker, kinderziekten, koorts, tetanus, zweren, hoofd- en keelpijn.
We besloten om in Woubrechtegem enkel een controlestempel te halen en voort te stappen naar Heldergem. Intussen passeerden we langs het Hof te Holbeek, Oom (wiens nonkel? ) en over de Steenbeek, waarvoor een vaste wandelroute werd uitgestippeld. Tegen dat we in het parochiehuis van Heldergem waren (tevens de bagagepost voor de 50-km-wandelaars), had de zon de atmosfeer al lekker opgewarmd en we besloten daar wel onze beginnende dorst te lessen. Van daar was het niet ver meer, via Oud Dorp en net langs de Dries, naar de Zaal Torengalm.
17.07.2009 - 23ste 100 km en Thudinie, georganiseerd door LES MARCHEURS DE LA POLICE DE BINCHE (HT 025)
Vanuit Brussel, na een dagje werken, spoorde ik naar Binche waar ik in t Kursaal een plaats bezette voor mezelf en ene reserveerde voor Annemie, maar dat was niet nodig want wat later was zij ook aangekomen. We dronken eerst wat en haalden dan onze deelnameomslag met bagagelabel, controlekaart (daaraan vastgeniet een consumptiebon voor de omelet en eentje voor een bier) en het overzicht van de controleposten. Op de duur werd het toch 21 uur, tegen dan stond iedereen buiten en vertrok voorzitter José met zijn auto. We wandelden tegen de wijzers van het uurwerk in en hadden een bevoorrading, aanvankelijk zonder controle, in Waudrez, Estinnes-au-Val, Vellereilles-le-sec (ertussen liggen de Fond de Grammont en de Champ de la Croix Malboise), Haulchin, Fauroeulx, Merbes-le-Château, Fontaine-Valmont. Onderweg was niet veel te zien, vooral landbouwvelden vol gewassen en enkele windturbines, sommige al in werking, andere nog niet helemaal klaar. In Fontaine-Valmont wachtte onze sporttas op ons, maar we kregen de gelegenheid niet om hem zelf naar binnen te sleuren, dat deed een medewerker voor ons. Wij namen onze omelet zonder spek (das niet voor onze bek), Annemie met koffie en ik met cola. Tot hier toe gingen we over verharde wegen, ze weten bij de club ook wel dat de wandelaars maar één zaklamp bij hebben, en die hoefden ze dan alleen te gebruiken om de wegwijzers te vinden. Omdat er regen voorspeld was, hadden zowel Annemie als ik een extra paar kousen aan, en die trokken we reeds in Merbes-le-Château aan, hoewel het van daar maar 7,5 km meer was. Want het had inderdaad geregend, eerst enkele buien van motregen maar de laatste bui was wel een degelijke plensbui. Nadien kregen we nauwelijks nog nattigheid van betekenis op ons hoofd. In Fontaine-Valmont verwisselde ik ook van T-shirt en we droegen onze sporttas dan naar de vrachtwagen, maar werden er gauw van verlost door dezelfde medewerker.
Het parcours ging nog even verder langs verharde wegen, zo bereikten we Thuin niet langs het bos, maar langs kasseistraten. Af en toe, zoals nu, vond ik het wel erg jammer dat ik mijn fototoestel vergeten was, want we gingen straten door en pleintjes over die ik nog niet gezien had (en het was hier nochtans mijn 5de deelname en vorig jaar was ik hier ook tijdens een audax-wandeltocht, de derde en laatste van de drie abdijentochten van Marc Libion). Maar het daglicht was al een ruim uur doorgebroken, tijd dus voor de onverharde wegen, daar mochten wij nu onze schade ruimschoots inhalen. Dat betekende niet alleen door vermoeidheid geïrriteerde voeten (gelukkig koos ik voor wandelsandalen) maar ook veel stukken door bossen. Zo vorderden wij verder van Thuin naar Biesmes, Leermes, een gemeenteschool van Thuin, Mont-Sainte-Geneviève en Buvrinnes. In de Abdij van Bonne Espérance konden wij ons bierbonnetje verzilveren (een alternatief bleek er helaas voor niet-bierdrinkers niet te zijn), Annemie koos een blond bier en ik van gewoonte een donker. Maar die stond te koud en veel smaak had ik er niet aan. Wij lieten ons glas halfvol staan en keerden terug naar het Kursaal, maar enkele straten daarvandaan hoorden wij van verre het deuntje van de ijscoman. Om de nasmaak van de Goeie Hoop te verdoezelen, genoten wij van een lekker ijsje, dat door het warme weer rap smolt, dus was snel likken de boodschap. Even later kwamen wij dus terug aan de aankomst, kort na vijf uur.
Wij hebben zeer genoten van de omloop, al regende het dus wat in de eerste uren en werden wij hier of daar wat in de war gebracht door de richting die de wegwijzertjes aangaven. In de namiddag wees er eentje rechtdoor, maar daar was niets dan een clandestiene parkeerplaats voor verroeste vervoermiddelen. Een drietal wandelaars achter ons ontwaarde in de verte (ik schat zon 300 m) een wegwijzer langs de weg die wij kruisten om de wegwijzer rechtdoor te volgen.
Behalve felicitaties kregen wij ook T-shirt (met alweer een ander motief), een oorkonde een zakje chocolaatjes en een lift naar t station (en ik een foto van vorig jaar, een foto van Luc vond ik niet in de stapel). Onze chauffeur nodigde ons uit om volgend jaar terug te komen want dan is er een verjaardag (van wie of wat?). We zullen ons best doen (al valt het tijdens het weekend van de aankomst van de Haervejsvandring en een weekje voor de start van Vichte - Dhron). J
Een fotoalbum heb ik nu niet gemaakt want door mijn haast om te gaan werken, vergat ik mijn fototoestel. Elders op internet staan ongetwijfeld fotoalbums, zoals van Paul en Steven (wij staan op foto 18).
Met Paul, Dany en Peter kwam ik voorspoedig aan in Zaal Aan de Statie te Hamont-Achel, waar wij ons een plaatsje vonden, ik er twee reserveerde voor Annemie en Mark, we de nog weinige bekenden begroetten, ons inschreven en iets verbruikten. Gaandeweg kwam er nog volk aan, maar veel minder dan wij gewend zijn, en ik denk dat Jean het ook wel zal gemerkt hebben. Nochtans, bij hem is t altijd goed wandelen !
Wij vieren schreven ons in voor 125 km, Annemie en Mark voor 25 minder, dus kon ik ruim 20 uur van hun vriendschap genieten. De eerste lus leidde ons door de natuur (het valt wel op aan de paden dat Achel dicht bij Lommel ligt J) met een wagenrust aan de Drie Bruggen en via een stukje Nederland bereikten wij taverne De Kluis dat hoort bij de Abdij van Achel. Daar hadden wij een ijsje met frisdrank of trappist (nu weet ik dat de Achelse trappist niet mijn voorkeur geniet) op het zonovergoten terras. Via Leenderbos kwamen wij terug in de zaal. Het Leenderbos en de Groote Heide vormen een aaneengesloten natuurgebied van meer dan 3000 ha. Het gebied wordt aan de westkant begrensd door het dal van de Tongelreep, aan de oostkant door het dal van de Strijper Aa en de landbouwgronden rond Leende en Heeze. Verder is het gebied verdeeld geraakt over verschillende eigenaren. Het ligt voor het grootste deel in de gemeente Heeze-Leende. Kleinere gedeelten liggen in de gemeenten Waalre en Valkenswaard. Sedert 2007 bestaan er concrete plannen om de verschillende delen van het gebied weer met elkaar te verbinden door middel van enkele ecoducten over de A2.
Zonovergoten was overigens ook de zaterdag en bij terugkeer in de zaal was zowat iedereen in de weer om zijn/haar voeten weer wat toonbaar te maken, want zelfs wandelaars met schoenen (Mieke, Christine en ik droegen sandalen, alleen Christine droeg er geen kousen in) hadden vuilbestofte voeten. Ik trok ook een ander T-shirt aan, want het was zwoel warm. Voor een ticketje op tafel vond elk een macaronischotel, wij lieten het ons wel smaken, en sommigen haalden nog een tweede portie (maar ik gaf toch voorrang aan het ongehaast verzorgen van mijn voeten, door hen te wassen en andere kousen aan te trekken).
De tweede lus werd nu geleid door Hilde, die, als ik het wel heb, deze lus zelf had ontworpen. De eerste wagenrust was weliswaar opnieuw aan de Drie Bruggen, maar dat wil nu niet zeggen dat wij Jeans eerste lust helemaal overdeden, al waren er wel enkele bekende stukken (maar het is wellicht mijn 5de, zoniet zelfs 6de bezoek aan Hamont-Achel). De tweede wagenrust was in Malpie, een natuurgebeid dat ligt tussen Valkenswaard en Borkel en Schaft, in Nederland dus, en tussenin kregen wij een extra waterbedeling, dat werd ten zeerste geapprecieerd! De Malpie staat bekend om kleine en grote vennen op de heide. De grote vennen binnen het Malpiegebied zijn het Molenven, het Wasven en het Grote Malpieven. Wij hebben in dit gebied ook het riviertje de Dommel overgestoken. Je vind er ook heidevelden, die mij doen denken aan Jutland, Denemarken. Er zijn diverse soorten van bodemtypen en verschillende hoogten van grondwater. Voor de planten en dierenwereld zijn deze vennen en de heide erg belangrijk. Terug in de zaal vonden wij lekkere tomatensoep met balletjes gevolgd door varkensgebraad met broccoli, bloemkool, kroketten en champignonsaus. Omdat ik geen zin had in varkensgebraad, vroeg en kreeg ik het vegetarisch alternatief: een roerei. Dat liet zich ook lekker smaken! Nadien ging ik mijn voeten weer proper maken en een ander T-shirt aantrekken, en toen ik terug kwam, vroeg Joke (of wast Sylvie?) of ik graag een ijsje had. Maar natuurlijk! J Toen ik ermee naar mijn zitplaats kwam, lag daar al ene. Die schonk ik dan aan Paul, want die is nogal tuk op ijs. Ik was trouwens de enige gulle schenker niet.
De derde lus was weer van Jean en we hadden volgens hem geen zaklamp nodig, alleen natuurlijk iets reflecterend. Ik stak dat voor een uurtje in een zakje van mijn heuptasje en volgde de groep door vooral straten en over fietspaden, maar ook enkele veldwegen. De eerste wagenrust was aan Quatre Bras, wat mij toch ver leek, maar toch op slechts 8,6 wandelkilometers ligt. Tegen dan was t tijd om een reflecterend vestje te dragen. Intussen had ik een foto genomen van een klok met thermometer: om 23:11 uur was t nog 21° warm Dan was t gedaan met buiten fotograferen, het was te donker en eerlijk gezegd, er was niet veel interessants te zien. Dat geldt helaas ook voor de vierde lus, waar Hilde voorop ging. We waren inmiddels wel aan een stortvlaag ontsnapt. Geert van de club van Lommel had een telefoontje gekregen van zijn Marie-Claire die in Neerpelt door een stortvlaag reed, terwijl het in Hamont-Achel en in Lommel nog kurkdroog was. Maar intussen hadden we een hamburger of soep met brood gegeten en nog eens een ander T-shirt aangetrokken. Maar mijn voeten waren nu niet bestoft, dus enkel een ander paar kousen was genoeg.
Hilde leidde ons van wagenrust HVW naar dat aan de Broeseinderdijk, onder andere langs het Albertkanaal en vandaar terug naar de zaal, tja, s nachts is er dus weinig te zien en nog minder om zich te oriënteren. Terug in de zaal konden wij het ontbijt aanvallen, veel voeten wassen was niet nodig, ook deze lus was zeker niet stoffig. We waren intussen wel aan een stortvlaag ontsnapt.
De laatste lus moest ik het zonder het gezelschap van Annemie en Mark doen, al deelden zij het ontbijt met ons. En nu stapte Jean weer voor naar het Leenderbos, dus konden ons schoeisel, kousen en voeten weer stof verzamelen. Op zeker moment zag ik Jean zijn sandalen uitgieten, en hij verzekerde mij dat er nog erg weinig zand op het parcours zou liggen. Steentjes lagen er wel nog op dus moest ik mijn sandalen nog wel eens leeg gieten. Op de eerste wagenrust, aan de Beverbeekse heide, kregen we een banaan bij de drank, en op de tweede wagenrust, bij de Beverbeekse scouts, zelfs een heel fruitsalade. Dat was eten en drinken, namelijk het gemengd fruitsap.
Zo kwamen we weer terug in de zaal waar Jean zijn medewerkers in de zaal, op de wagenrusten, met verkeersbord of seingeverslamp, en de wandelaars bedankte. Paul bedankte hem en Hilde in naam van alle wandelaars. Trofeeën werden niet meer uitgereikt, want Dorien had haar 5de Schelp al na 50 km ontvangen, en een Nederlandse na de vierde lus (hoewel ze aan 75 km genoeg had, maar ze wachtte op haar passagiers) reeds.
Over medewerkers gesproken, tijdens het ontbijt vroeg Blandine, de moeder van Jean, of ik nog een kop koffie wou. Al zwanzend zei ik van nee, want ik zou dan niet meer kunnen slapen. Daarop zei ze dat ik daarmee moest wachten tot s avonds. En vertelde dat zij om zaterdagmorgen 3 uur opgestaan was om Jean te helpen bij de organisatie, en was zelf nog niet gaan slapen. Ze zag er zo fris uit als een hoentje en ze was dus al langer wakker dan ik ! Kijk eens op mijn foto 48, ze staat er in het midden. Geen kat die gelooft dat ze reeds 83 jaar is De familie Jansen is ongetwijfeld ontzettend fier op haar !
Met de treinen (overstappen in Brugge) kwam ik voorspoedig aan in Zaal De Mast in Torhout, waar ik me eerst ging omkleden (ik kwam tenslotte recht van kantoor in Brussel) en dan mijn inschrijvingsomslag halen. Terwijl ik mijn rugnummer (de organisatie spreekt van borstnummer maar daar prik ik liever geen veiligheidsspelden in ) aan mijn heuptas bevestigde, kwamen Annemie, Mark en Trees ook aan. Terwijl Annemie en Mark, met mij in hun kielzog, op zoek gingen naar verantwoordelijke Dirk, ging Trees al zitplaatsen zoeken in de belendende zaal waar men kon drinken. Na het begroeten van vele bekenden en iets nuttigen, gingen we aansluiten bij de groep der 100-km-wandelaars.
In de Marching staat Groepsstart om 20.00u., maar dat is voor de lopers, de wandelaars vertrokken om 20.15 uur. Zoals vorig jaar kregen de 42-km-wandelaars weldra hun splitsing, terwijl de 100-km-wandelaars nog wat met de 10-km-wandelaars konden verbroederen, maar na een kilometer of 6 draaiden zij links af en wij gingen naar rechts. Zo bereikten wij Veldegem, waar wij werden verwelkomd door een belleman, Loppem (waar geen toilet was), Nieuwvliet (twee rustposten op 1,1 km van elkaar), Waardamme (plezante naam voor een woordspeling: Weet je waardamme zijn? In Waardamme), Hersberge, Ruiselede en Beernem.
Daar vonden wij een eerste keer onze bagage terug, ik wisselde van kousen en verzorgde eerst mijn voeten, we hadden belegde broodjes en Mark had voor elk van ons een ferme pot rijstpap met frambozen bij. Nadat we weer klaar waren voor de tweede helft, vertrokken we naar Moerbrugge en Assebroek vanwaar we Brugge die Scone bereikten. Het centrum deden wij ook nu niet aan maar er was genoeg te zien. In Brugge kregen we in het Minnewaterpark tot achter het station, tussen enkele grote schoolgebouwen, een bescheiden regenbuitje over ons heen. Wat later kwamen wij in het Boudewijnpark aan, en terwijl we een boterham aten, koffie dronken, ons verzorgden (ik trok een ander T-shirt aan alsook andere kousen), zagen we de achtbaan van het pretpark in werking.
Nog 30 km scheidden ons van de aankomst, met nog vier controleposten, maar vooral ook een doortocht door het Tillegembos en aansluitend het Beisbroek, waar we het Planetenpad volgden. Dit werd uitgestippeld en op 4 juli 2004 voorgesteld. Het pad is in totaal 835 m lang en stelt hiermee een werkelijke afstand van bijna 6 miljard kilometer voor. Eén meter komt in andere woorden overeen met een werkelijke afstand van 9 miljoen kilometer. Elke planeet wordt voorgesteld door haar mythologische figuur: Saturnus als God van de Tijd, Venus als Godin van de Liefde of Neptunus als God van de Zee. Elke mythologische figuur werd uitgewerkt als een sculptuur van de hand van de bekende kunstenaar Jef Claerhout. Elk beeldhouwwerk torst op één of andere manier een bol(letje) dat de planeet voorstelt. Om praktische redenen werd hier voor een andere schaal gekozen: een bolletje van 10 cm komt overeen met een sfeer van 18000 km. Van De Groene Meersen ging het naar Aartrijke en Wijnendale, waar ik geen kasteel zag (er is er nochtans ene) maar nu hadden we slechts 4,1 km meer te wandelen vooraleer we Zaal De Mast weer bereikten. Daar trokken we met zijn allen aan de bel (terwijl de supporter van andere wandelaars zo vriendelijk was met mijn toestel een paar fotos van ons te maken, onze welgemeende dank hiervoor !). Van de organisatie kregen we daarom een diploma, een medaille aan een lint, een badge en een large T-shirt. We dronken nog wat en gingen dan naar huis, eerst naar Gent om er Trees te laten uitstappen, en dan naar Massemen, waar ik bij Annemie de nacht mocht doorbrengen.
We vernamen in Torhout dat van de net geen 700 (nl 698) deelnemers op de 100 km er zon 1/3 had opgegeven. Dat lijkt ons nogal veel. Net als vorig jaar ben ik behoorlijk enthousiast over de omloop (zowat 50% onverharde wegen, weer enkele aanzienlijke wijzigingen in vergelijking tot vorig jaar), de verzorging (afwisselend en vriendelijk aangeboden), het onthaal (zo persoonlijk als vorig jaar: ook de wandelaars tellen mee).
Alleen zou ik durven voorstellen om de 10 km eerst af te zonderen van de 100 km, de wandelaars op de 42 km hebben meestal een zelfde allure als de 100-km-wandelaars. Of zou de parcoursmeester de kleinste en de grootste afstand ongeveer 6 km samen laten vollen opdat de controleposten, waar voor de wandelaars ruim zitplaats voorzien is, niet overladen zou worden met wandelaars? Zoals in Bornem lijken de eerste controleposten meer op wagenrusten van euraudax dan op rustposten van andere, gewone wandeltochten, en dan is een wandelaar toch vlugger geneigd om eerder verder te gaan.
Zoals vorig jaar geraakte ik in Marxzell door daags ervoor te overnachten in Mechelen bij Sally (dank je wel!), met haar mee te rijden naar Merksem om van daar af met Frank mee te rijden (ook dank je wel !). Deze keer echter vertrokken wij een uur eerder en kwamen dan ook mooi tijdig aan, namelijk kort na 11 uur. We hadden dus een rustige 2 uur om de nog weinige aanwezigen te begroeten, wat te eten (waldkornbroodjes met brokjes chocolade, met vriendschap aangeboden en bereid door Sally) en te drinken (gratis en ruim keuze). Een half uur voor de start smeerde ik mijn voeten in, trok wandelkousen en sandalen aan en wachtte op het startsein.
Dat werd dan gegeven door Willy die ons allen toesprak en ons dankte voor de opkomst (een 50-tal wandelaars). Hij verleende dan het woord aan Bertus die verkondigde dat op 24 mei Marcella was overleden, hij vroeg dan om een minuut stilte, wat hij natuurlijk verkreeg. Overigens was een overlijdensbericht in de garage (startzaal) bevestigd, naast de fotos van de tocht van vorig jaar (waar men kopies kon van bestellen). Vooraleer te vertrekken zei Willy nog dat we om ongeveer 20.30 uur al eens onze sporttas konden aanspreken, een extraatje dat niet op het overzicht van rustpauzes vermeld staat. Dat is dan ook op tijd om andere kousen aan te trekken en ons van ons reflecterend materiaal te voorzien. Doch dat is dus voor later.
Na wat stratenwerk bereikten we spoedig het Zwarte Woud. Dat is een dicht bebost gebied en middelgebergte in het zuidwesten van Duitsland, gelegen in de deelstaat Baden-Württemberg, aan de Rijn en aan de Franse grens. Het is het grootste middelgebergte in Duitsland. Geologisch is het verwant aan de Vogezen, die aan de Franse kant van de Rijn liggen. De hoogste top van het Zwarte Woud is de Feldberg met een hoogte van 1493 meter boven Normaal Amsterdams Peil (maar hier kwamen wij niet). Het Zwarte Woud is het grootste bosgebied in Duitsland en bestaat hoofdzakelijk uit dennen- en sparrenbomen. Tegenwoordig is het Zwarte Woud een van de populairste toeristenbestemmingen in Duitsland. De Romeinen noemden het dicht beboste gebergte met zijn kenmerkende donkere naaldbomen Silva Nigra - "het Zwarte of Donkere Woud", dat voor hen onheilspellend en bijna ondoordringbaar was. Het Duitse woord Schwarzwald werd voor de eerste keer in een document van het Zwitserse klooster St. Gallen uit het jaar 868 gebruikt. Her en der vind je wandelwegwijzers, soms naar steden in de buurt die bijna 50 km verder gelegen zijn, zoals Freudenstadt. Wij zijn de eerste 10 uur van onze wandeling nauwelijks het woud uit geweest, en hadden een rustpauze in Neusatz en een andere in Dobel (waar we afscheid namen van enkele wandelaars die voor de afstand van bijna 20 km waren ingeschreven, hoewel dat geen audax-afstand is). De bevoorrading op zon wagenrust is behoorlijk uitgebreid, met frisdranken, bier (met zeer weinig en met een beetje alcohol) en een gevarieerde keuze aan versnaperingen. In Dobel raadde Willy ons voor het vertrek aan om een flesje water en een zakje met banaan en een koek mee te nemen, want de volgende wagenrust bevond zich op 15,4 km. Ik had al een flesje cola (van Sally gekregen met het ontbijt) dat ik in Neusatz al had laten bijvullen, maar het water nam ik zeker in dank aan. Met het zakje voedsel haalde ik zonder me te haasten Frank in en bood het hem aan, ik had toch geen honger, na de pistolet met twee Bockwurste en mosterd gevolgd door een potje yoghurt op die wagenrust. Tussen Dobel en de parking Kreuzle passeerden wij een open hut, zoals er vele staan in het Zwarte Woud, en daar pauzeerden wij even om de lange tussenafstand wat te breken.
We wandelden dan verder naar de Kaltenbronn (waar we dus onze bagage ter beschikking hadden) en van daar naar de Keizer Wilhelmtoren die werd gebouwd in 1897, 30 m hoog is en 160 treden telt en gelegen is op de Hohloh. De meesten onder ons bestegen die treden om van zo hoog (990 m) op de wandelaars onderaan neer te kijken (letterlijk dan toch) en van het wijdse uitzicht in vier richtingen te genieten. We hoorden dan Willy fluiten en daalden de treden dus opnieuw af om onze wandeling verder te zetten, richting Bad Wildbad. Dat bereikten we na nog een pauze in Lautenhof (met onder andere rode wijn en blokjes kaas) en een mooie passage langs het Grote Hohlohmeer.
Bad Wildbad is een kuuroord (al in de 15de eeuw als dusdanig bekend) in het noordelijke deel van het Zwarte Woud, het behoort tot het district Calw. Het ligt in het Enzdal, een bijrivier van de Neckar. In het stadsdeel Calmbach vloeien de twee bronstromen Kleine Enz en Große Enz samen tot de eigenlijke Enz. We doorkruisten het centrum om dan in Hotel - Restaurant Alte Linde onze warme maaltijd te nuttigen. Dat bestond uit een bord aspergesoep en stoofvlees met frietjes en/of Spätzle, door te spoelen met een drank door Marc aan zijn tafelgenoten (Lucia, Sally, Conny, Geert, Frank en mij) aangeboden wegens zijn 12de Gouden Arend, hartelijk dank, santé en gefeliciteerd! In dat hotel hadden we 70 minuten tijd om te eten, ons eventueel op te frissen (voor mij: ander T-shirt en andere kousen) en wat te rusten.
Het was intussen natuurlijk al donker dus werd er voorlopig niet meer gefotografeerd, hoewel Bad Wildbad toch wat charmes heeft. Zo ging het via de Eyachbrug en 9 km verder een parking naar Dennach, waar wij in de kantine van het sportplein ons ontbijt kregen. Er was zelfs tijd (60 minuten) om andere kousen aan te trekken en wat te rusten alvorens we weer van het zonnetje en de mooie streek konden genieten. Op de laatste wagenrust, 12,8 km dichter bij Pfaffenrot, waren er zelfs diverse soorten schnapps en omdat ik mijn schnappskroesje van Denemarken toch altijd bij heb, proefde ik van de kersenjenever (die hut heet nochtans Weinbrünnle). Nog net geen 5 km scheidden ons van de eindmeet waar Willy dankwoorden uitsprak aan de wandelaars, de medewerkers en de seingevers. Hij had dan 5 Gouden Arenden uit te rijken, twee Duitse vogels (Marion en Karl) en drie Belgische (Marc, Louis en Joost), gratuliere en gefeliciteerd! Drie kwartier later vertrokken Frank, Sally en ik want wij moesten s anderendaags weer aan de slag (enkele anderen hadden het weekend wat uitgerokken in de streek).
Het was een mooie wandeling, en dat veel mij herinnerde aan mijn eerste deelname aan Euraudax Marxzell (een jaar of 4 geleden) stoort mij hoegenaamd niet. Het weer was ook mooi en het eten, de versnaperingen lekker en gevarieerd (op enkele wagenrusten waren er diverse taarten en grote cakes). Volgend jaar organiseert Willy de Superaudax en ik heb horen zeggen dat dit dan zijn laatste audax-organisatie wordt. Helaas, driewerf helaas! Er zijn maar 3 Duitse audax-tochten per jaar, dus t jonge volk (Marion, om geen namen te noemen ) wordt vriendelijk doch dringend verzocht een datum te vragen bij de verantwoordelijke voor de kalender aldaar.
Omdat ik me niet wou haasten, deze dag van de verkiezingen voor het Vlaams en het Europees Parlement, koos ik voor de bescheiden afstand van 15 km, dat er dan nog slechts 13,800 km waren. Deze omloop leidde mij langs vooral verharde, maar toch rustige wegen naar Oetingen waar ik twee keer langs mocht komen voor de stempelcontrole. Ik had er dus een lus te stappen van 4,800 km, deze keer had ik meer veldwegen en paadjes voor de voeten.
Terug in Oetingen bleek meteen dat er wat te doen was voor de kerk, want er stonden heel wat paarden, zowel met als zonder koets er achteraan. De medewerkers aan de stempelcontrole wisten ook niet wat er aan de hand was, de wandelaars die er vóór mij waren, hebben hen dus ook niet wijzer gemaakt, ik vermoed zoals zij dat het om een paardenwijding ging.
Nog 4 km scheidden mij van de aankomst, en die waren ook natuurlijker dan de eerste 5 km, waarvoor dank.
Het weer viel aardig mee, al was het bewolkt en kreeg ik de zon nauwelijks te zien, maar het bleef droog, en dat is ook een pluspunt.
29.05 - 01.06.2009 - 35ste Parijs-Tubize: Maandag, 01.06.2009 van Feignies naar Tubize, 60 km
Deze nacht had ik niet zo goed geslapen, er was te veel rumoer in mijn onmiddellijke omgeving. J In ieder geval, vandaag kwamen we aan in dezelfde stad als waar we met de bus vertrokken. De start van het parcours was niet helemaal hetzelfde, zo bereikten wij de Belgische grens niet langs de gebruikelijke gewestweg, we waren er ons zelfs niet van bewust. Ineens zag ik nogal veel autos samen met Belgische nummerplaten, de postbus zag er ook Belgisch uit net als de bushalte. Omdat we niet in taverne Le St.-Germain in Mons terecht konden, weken we uit naar Obourg, via Goegnies Chaussée, Quévy le Grand, Harveng, Harmignies en St.-Symphorien. In de voetbalkantine kregen we van de vrouw van voorzitter Fernand onze broodjes, mijn consumptiebonnetje en nog wat opleg wisselde ik uit voor een donkere Leffe (tja, ik weet niet of ze daar picon hadden voor in het pintje). De stoelen stonden er nogal dicht bij elkaar, wat niet praktisch is om zelfs maar kousen uit te trekken, en dan zat ik nog op de hoek van de tafel. Intussen was de voorzitter van de wandelclub van Binche er ook aangekomen, met zijn hondje en met in de andere hand folders voor de Marche de la Thudinie (ik ben al ingeschreven). Nadat mijn trappist was uitgedronken, ging ik mijn voeten verzorgen en nog wat buiten zitten.
Het werd dan tijd om naar Neufvilles te stappen, via het kerkhof van Casteau en ook al niet langs de wegen die we van voorgaande jaren kennen. Bovendien bereikten wij de cafetaria van de plaatselijke voetbalclub via de andere kant, niet via de steenweg waar het altijd bedrijvig is wat een beetje een kermissfeer geeft. Ik had Eddy (neofiet in deze vierdaagse) al wijsgemaakt dat we tomate crevette zouden krijgen, maar ik zat er naast. Het was tonijnsalade maar dan wel met weinig mayonaise, denk ik, want het smaakte behoorlijk droog. Daarbij waren groentjes en een aardappel in de eetbare schil. Na dat eten ging ik me verfrissen en mijn voeten verzorgen, vooraleer bij Luc langs te gaan. Mijn achillespees trok wat, het deed geen pijn maar ik voelde een bolletje, en vreesde dus voor een spierontsteking. Dat kon Luc wel beamen en hij masseerde mijn hiel met flexiumgel, zelf s anderendaags in de apotheek te halen. Nadien verpoosde ik nog wat, liever in de lommer want in de zon was het behoorlijk warm.
Vooraleer verder naar Braine le Comte te stappen, verzamelden de vrouwen voor een groepsfoto (ik verwacht die nog per mail), er waren genoeg fotografen. Vanaf hier was het parcours ongewijzigd en in Braine le Comte had ik nog een half uur te kletsen met Jill, Sue en Shaul (een der twee Israëlis) voor we gezamenlijk zouden vertrekken. Net op tijd kwamen Paul en Léo aan met Frans wiens rug geblokkeerd was en erg schuin aan de arm hing van afwisselend Paul en Léo. Luc liet daar weten aan hen hoe je het best Frans ondersteunt, hoe je zijn arm vast houdt. Zo gingen wij verder naar Tubize via nog 3 wagenrusten. Onderweg stonden Kadees André en Erna iedereen aan te vuren alsook de ouders van Marcel en de vriend van Vicky die door haar vader werd gesteund, vooral moreel dan. Na de laatste wagenrust hield het fietspad aan de rechterkant van de steenweg op en ik stak die steenweg over, daar was ook geen fietspad, maar ik zag dan tenminste het verkeer op me af komen. Waar de bebouwing dichter werd, zag ik Raymond verpozen en dat bleek dan aan het huis van kinesist Luc. Hij feliciteerde me met Proficiat Annemie! Ik moet wat verdwaasd geweest zijn (ik was wel moe maar niet zo erg dat ik er als een zombie bij liep) want ik zei dat Annemie er niet bij was. Ik merkte beweging aan de rand van mijn zichtveld, keek om en zag daar mijn allerbeste vriendin met Mark, haar sjoeke. Wat een fijne verrassing!!! Samen gingen wij verder en toen we de voorlaatste bocht namen, fotografeerde ik mijn persoonlijke supporters alvorens mijn fototoestel aan Mark uit te lenen. Intussen kwamen Léo en Frans eraan en ik liet hen door. Aan de aankomst werd over en weer gefeliciteerd, ook door Marleen die Paul en mij kwam halen.
Wij gingen dan binnen en terwijl Paul nog zijn public relations aan t verzorgen was, gingen Marleen en Mark onze bagage zoeken en Annemie en ik zochten een plaatsje in de zaal, dat we ook vlot vonden. Ik had dan al een donkere Leffe in de hand, mij geschonken door Stéphane, en binnen konden wij verder deelnemers feliciteren. Overigens was er nog een vierde opgever, naast Stéphane, Roland en Daniel: Rinde, een Nederlandse die een week eerder, ook al voor de eerste keer, deelnam aan de Superaudax, maar daar was ze wel succesvol. Intussen werd er al gespeecht en weldra was het tijd om recht te staan tijdens het spelen van een fragment van het nationale volkslied van alle landen die vertegenwoordigd waren: Frankrijk, Nederland, Duitsland, Groot-Brittannië, Denemarken en Israël. Dan werden de medewerkers in de bloemetjes gezet, ze kregen telkens een daverend applaus van de wandelaars en hun gezelschap. Verder werden de wandelaars naar voor geroepen met een zeker aantal deelnames, zoals Pascal (32 van de 35 edities), Bernard, Martine (stadsgenote van Daniel Pantani), en ik dus ook met mijn vijf passages. Dan was het de beurt aan de andere wandelaars, ook de opgevers kregen een aandenken. Wat dat was, weet ik niet, maar ik kreeg, behalve mijn beker, een trofee met daarop een foto van het kasteel van Pierrefonds (voorheen was het een kaartje van een dagetappe), een wegwijzer, een badge en een getuigschrift. Overigens kregen zowel Paul als ik van Marleen een mooie koffiekop met pralines in. Hartelijk dank !
Deze vijfde deelname was mij goed bevallen, afgezien van de twee koude douches, de aanwezigheid nog van lange, saaie stukken (hoewel er al een paar verdwenen zijn), want ik ben steeds op een behoorlijk uur aan de bestemming van de etappe geraakt. Overigens viel ook het weer goed mee, het was droog (op een sproeibuitje na, op maandagnamiddag) en zonnig, op zondag eerder licht bewolkt, wat goed uitkwam tijdens de langste namiddagetappe.
29.05 - 01.06.2009 - 35ste Parijs-Tubize: Zondag, 31.05.2009 van Ribemont naar Feignies, 75,4 km
Vandaag was dus de dag van de langste namiddag, maar daarvoor was de ochtendetappe dan ook korter. Vandaag ook was ons een wijziging in het parcours beloofd, de medewerkers wachtten ons op in Neuvilette, Hauteville, Proix, Grand Verly en Tupigny. Intussen had ik het gezelschap gekregen van Jill, een van de twee Engelse dames, haar vriendin Sue was wat verder op. Jill is een kanjer van een wandelaarster, overal waar een centurion (100 mijlen of iets meer dan 160 km in maximaal 24 uur) wordt georganiseerd, heeft ze die al succesvol volbracht, zelfs aan de leeftijd van 65 jaar (twee jaar geleden, op uitdrukkelijk verzoek van de organisatie). Ook nu nog hield ze een tempo aan waarbij ik al eens een tandje moest bijsteken, maar ik nam dat erbij, want doordat ze zoveel babbelt en vertelt als ze wandelt, ging de tijd en gingen de kilometers vlot voorbij. We kregen als nieuwigheid een lang stuk langs het kanaal die de Samber met de Oise verbindt. Het deed me wat denken aan een eind uit Vichte-Dhron van 2006 met al die sluiswachtershuizen. Het was vooral ook rustig, want we moesten niet uitkijken voor gemotoriseerd vervoer (behalve op het eind een beetje, er was blijkbaar een viswedstrijd aan de gang) en veel fietsers vlamden ons ook niet voorbij. De laatste bevoorradingsport voor de middagpauze, in Etreux, was op het terras van een café, Au trotteur en daar zaten vele bekenden, zoals Marie-Paule, Frans, Wim, Dany, Daniel Pantani, Patrick, Jaak, bij hen twee supporters (Rik en Isabelle), tevens Robert, Arne (de enige Deen in het deelnemersveld), Jean (Stéphanes vader) met nog een paar maten. Ik dronk een picon-bière, keek intussen wat TV (een sportprogramma) en nam een zelfportret-met-drank, wat Arne behoorlijk grappig vond. Nadien ging ik weg, gezien de snelle wandelaars (het groepje Marie-Paule, Frans, Wim, Dany, Daniel Pantani) nog op café zat, vond ik dat ik een goeie positie in het peloton had. De weg naar Boué (moet men dat als Bowé uitspreken?) was bekend en intussen hoorde ik Frans stem. Ik keek om en zag tot mijn grote verbazing dat Daniel ondersteund moest worden door Frans en Dany (even later door Wim en Dany). Blijkbaar had hij een rugprobleem (lumbago) opgelopen. Toch konden zij en Marie-Paule een tempo aanhouden dat mij na een tijd wat te rap was. Intussen liet Marie-Paule mij weten dat onze middagpauze niet plaats vond in de feestzaal zoals gebruikelijk, maar in een andere locatie. Daarvoor hadden wij een eind door een bos gewandeld vooraleer wij op de middagpost kwamen. Daar kregen we soep, koude schotel en een koek (maar die schoof ik door naar Monique). Ik ging dan wat zitten rusten - slapen kan je dat bezwaarlijk noemen - nadat ik mijn voeten had verzorgd en een ander T-shirt had aangetrokken. Het werd dan tijd om te vertrekken, maar eerst kwam de burgemeester langs, met in zijn kielzog een fotograaf. Buiten gaf de burgemeester een speech ten beste waarin hij ons welkom heette, succes wenste en de organisatoren en medewerkers bedankte. Hij deelde ook enkele geschenken (sjaals) uit en had Michel voorzien van trofeeën voor in Tubize. We gingen dan maar verder, niet terug door het bos, maar langs de openbare weg zodat we de feestzaal passeerden, daar had dus blijkbaar een trouwfeest plaats gevonden. Daniel Pantani probeerde mee te wandelen, maar het ging echt niet, zelfs niet aan de arm van Martine, en hij stapte ongetwijfeld in bij een medewerker (zoals Stéphane en Roland eerder). Jammer dat hij zo moest stoppen, nochtans een kanjer van formaat!
Er was nu geen merkelijk verschil meer in het parcours, zodat ik passeerde in Barzy, Beaurepaire, Petit Fayt, Dompierre, St.-Aubin, Limont Fontaine (waar ik het gezelschap kreeg van Henri Rik), St.-Rméy. Onderweg naar Neuf Mesnil zag ik ineens het groepje der snelle wandelaars: Marie-Paule op een stoel, Frans, Wim, Robert en Dany, bij Isabelle en Rik. Blijkbaar had Marie-Paule de champignonsaus niet verteerd (later hoorde ik dat Dany en Wim het er ook lastig mee gehad hadden), dat vrat aan haar energie (voordien had ik niet de indruk dat haar welslagen in de Centurion in Nederland een week eerder nog in haar benen hing). Eens ze een beetje bekomen was, gingen ze verder en ik er achteraan. Nog voor we de bevoorradingspost van Neuf Mesnil bereikten, had ze nog eens moeten stoppen voor enkele minuten. Maar nadien was ze toch genoeg bekomen om verder te stappen naar Feignies, zo energiek zelfs dat ik weer moest afhaken. Toch kwam ik in Feignies aan om 20.45 uur, wat voor mij erg vroeg was. Deze keer vond ik wel dat ik na de voorbereidingen voor de nacht (warme douche! En Stéphane had onze mijn, Pauls, Marcs en Yolandes - bagage al bij elkaar gezet) nog tijd had voor het avondmaal. En een geluk, want Bernard met rugnummer 43 had getrakteerd op zijn 25ste deelname met rode wijn. Ik nam zelfs tijd om mijn beenspieren door kinesist Luc te laten massac pardon: masseren. Ik moest de gelegenheid te baat nemen, want hij stopt er mee, na 20 keer wandelaars verzorgen (masseren, blaren behandelen), vrouw Françoise (ook in het team, pas op pre-pensioen) en kleinkinderen gaan voortaan voor. Kwam ik dus erg voorspoedig aan (zonder fierheid omdat ik profiteerde van de onpasselijkheid van Marie-Paule), Paul kwam er pas om half elf door, het licht was toen al uit. Mijn fotoalbum staat hier: http://picasaweb.google.com/9470hvds/ParijsTubize2009
29.05 - 01.06.2009 - 35ste Parijs-Tubize: Zaterdag, 30.05.2009 van Pierrefonds naar Ribemont, 81 km
Gedaan met uitslapen, we werden om 2 uur gewekt en ik had ook nu tijd genoeg voor het ochtendtoilet, het ontbijt, het klaarmaken van de bagage en nog wat gelanterfant. Alleen Stéphane van Ath kon blijven liggen: hij had opgegeven omdat hij zo goed als geen huid meer had op zijn voetzolen (al van voor het begin van de vierdaagse). Het was nu wat koeler, wat ook normaal is, want we vertrokken een uur eerder. Ik wierp nog een laatste blik op het kasteel van Pierrefonds, dat tot mijn grote verbazing niet verlicht was, en volgde de groep via St.-Etienne, Chelles, Martimont, Croutoy, Attichy, Bitry, Autrèche, Morsain, Selens, Trosly Loire en Guny. Intussen had Roland er de brui aan gegeven, hij had daags voordien al last van zijn nieren, en in een bos, waar we de openbare weg volgden, zat hij op een balustrade te wachten op een volgwagen. Terwijl ik aan de bevoorradingspost in Croutoy stond te drinken en knabbelen, kwam Dirk aan en vertelde tegen een der medewerkers dat Roland moest opgeven. Een andere medewerker (die over en weer reed, zoals Michel, om te zien of iedereen er nog bij was) ging Roland halen, intussen waren Christine (zij is arts) en Paul bij hem gebleven. In Guny was ook alweer een café om in te duiken en wat voor mij de Parijs-Tubize-drank is, te nuttigen. In Coucy-le-Château (zou het niet beter Coucy-les-Ruïnes heten?) was deze keer met krijt een pijl getrokken en ernaast 292 geschreven, al kende ik dit steile pad naar de Pont de Soissons al van de vorige keren. Deze toegangspoort werd nu gerestaureerd en ik nam er dan ook geen foto van. Een plannetje van het kasteel is te zien via deze link: http://www.coucy.com/plans/plan_coucy.html. Ha, zoals bij mijn eerste deelname konden de wandelaars weer onder een grote tent zitten, niet meer binnen in de zaal, zoals bij mijn andere deelnames (hoewel alleen vier jaar geleden het rotslechte weer de hoofdreden zal geweest zijn om binnenshuis te eten). Het nadeel was dan wel dat ook de sanitaire installaties niet konden gebruikt worden, men kon terecht in een openbare gelegenheid schuin tegenover de zijgevel van het gemeentehuis. In die tent was Stéphane aan het helpen, vooral bij het afruimen. Paul, die als gewoonlijk voor bezemwagen speelde, kwam pas om 12.45 uur aan, samen met Dirk en Christine. Zij had last aan de maag, wellicht van de champignonsaus van de avond voordien, daardoor had ze s nachts te weinig geslapen (al zullen de Superaudax in Vernon, Frankrijk, en de werkweek er ook voor iets tussen gezeten hebben). Maar ze hadden toch tijd om te eten en desnoods iets anders aan te trekken of de voeten te verzorgen.
Bij het vertrek, na Michels auto, speelde Paul voor seingever, en dat was blijkbaar nodig, want niet iedereen heeft het nodige geduld om een groep wandelaars te laten passeren. Langs nog bekende wegen en paden gingen we langs Septvaux, St.-Gobain, Missancourt, Fressancourt en Rogecourt. Daar kleefde op een verkeersbord een bizarre aankondiging van een bevoorrading: rechtdoor met water, rechtsaf zonder water. Ik was dus aangekomen aan het buffet chez Jeannine. Jeannine was echter niet te zien, mevrouw de burgemeester nam de honneurs waar, en toen ik haar liet weten dat ik Jeannine wou begroeten, vertelde ze dat de kleindochter 40° koorts had en oma met moeder en kindje naar het ziekenhuis gereden was. Het werd voor de wandelaars toch een leuke rustpauze, zelfs toen Michel kwam zeggen dat we maar verder gingen, het was toch maar om te lachen (tip: trakteer hem op een pintje ). Intussen was Paul ook aangekomen met zijn gezelschap (Dirk, Christine, Léo, Marcel en Vicky, twee jonge Nederlanders die enkel de wandelhobby delen), en Léo trakteerde zowat de halve tent. Inmiddels was Marcel aan t verzuchten dat het toch wel vermoeiend was en dat hij er de brui aan gaf. Hij gaf zelfs zijn rugnummer al aan Michel, maar met zijn allen konden wij hem toch overtuigen om door te gaan. Even later vertrokken wij dan eindelijk, na een paar kilometers ging ik er stilaan vandoor, Vicky had al een voorsprong genomen en toen ik haar had ingehaald (ze bleef toch wachten op Marcel) vroeg ik haar of hij soms spierpijn had. Nee, hij was gewoon moe. Awel, ik was al op vrijdag namiddag moe Ik ging verder op mijn gezapig tempo langs Versigny, Anguilcourt, en Surfontaine. Na de gebruikelijke onsteile maar lange hellingen verwachtte ik mij aan de afsteek naar Ribemont, maar welk pad zou het nu zijn? Ha, daar was weer een krijtpijl, maar wat ernaast stond, dat kon ik met de beste wil van de wereld niet ontcijferen. Ik nam het risico en dacht: Als ik me niets herinner na die flauwe bocht, keer ik weer. Maar het was wel het juiste dalende, stenige veldpad en ook bij een kruising met een private weg was een pijl getekend. Zo kwam ik aan de rand van het centrum van Ribemont, vanwaar ik de sportzaal voorspoedig bereikte, niet lang na Dany (die was wellicht nog gauw gaan tanken in een dorpscafé). Nadat ik mijn matras had opgeblazen (aan het elektrische netwerk) en een plaats had gereserveerd voor Paul, en nadat ik mij op dezelfde manier als in Pierrefonds gewassen had (om dezelfde reden ), was het al 22.00 uur. Hoewel het avondmaal een goeie portie spaghetti bolognese was, heb ik eraan verzaakt, liever vier uur slapen, ik eet thuis pasta genoeg.
29.05 - 01.06.2009 - 35ste Parijs-Tubize: Vrijdag, 29.05.2009 van Lagny-sur-Marne naar Pierrefonds, 75 km
Zoals we dat al gewoon zijn (dit is mijn 5de deelname) werden we om 3 uur gewekt, al was dat bij mij niet nodig, ik had dan ook nog niet gewandeld en was derhalve niet vermoeid. Ik maakte mij traag klaar, had een rustig ontbijt (nog met koude chocomelk, maar dat deerde niet), rolde kalm mijn matten op en had dan nog tijd om fotos te nemen en een frisse neus te halen. Na een korte speech stapte Michel in de auto en reed voor de groep van 71 wandelaars uit. Il est cinq heures: Paris-Tubize (op de tonen van Dutroncs Il est cinq heures, Paris séveille).
Deze eerste etappe had bij mijn weten geen nieuwigheden op de omloop die ons leidde langs Montevrain, Chessy, Chalifert, Lesches en daar kregen wij een eerste bevoorrading aan een bushalte. In Tribaldou lag ook de kleine bagage te grabbel aan de bevoorradingspost bij een brug, een uitgelezen gelegenheid om zaklamp en reflecterend vest uit te trekken, de zon kwam weldra op. De bevoorrading bestond nog steeds uit plat water, al dan niet aangelengd met een smaakje (grenadine, munt, citroen of appelsiensap) en stukken brood besmeerd met confituur en kaas. Verder ging het naar Charmentray, Charny, Plessy aux Bois, waar alweer medewerkers klaar stonden. In St-Soupplets vond ik gekende gezichten terug in een der pleisterplaatsen langs de route en ging dan ook even verpozen. Nadat zowat alle andere wandelaars vertrokken waren, ging ik zelf ook verder. Maar niet ver, hoor, want in Oissery had ik vorig jaar kennis gemaakt met nog een pleisterplaats, en deze vond ik ook nu weer terug, net als andere deelnemers. Dit café wordt door een echtpaar Vietnamezen uitgebaat, en daar kost de picon-bière al meteen enkele centen minder. Ver was het dan niet meer tot in Nanteuil, nog geen 5 km voorbij de laatste wagenrust, die in Ognes. Zoals vorig jaar was er in Nanteuil geen koude schotel meer, maar een baguette met naar keuze ham of kaas (misschien mocht je er ook 2 nemen, maarvoor mij volstond een exemplaar), de soep was wel gebleven, het water op tafel ook net als het blikje bier, al zijn Les Roses Noires wel van merk veranderd. Na het eten trok ik andere kousen en een ander T-shirt aan, verzorgde mijn voeten en was dus klaar voor de rest van de etappe. Deze ging langs Droizelles, Rosières (heb je in België ook), Leluat, Auger-St.-Vincent, Trumilly, Rocquemont, Glaignes (leuk plaatsje om een wagenrust te houden, naast een fris klaterende beek, de Sainte-Marie), Bethancourt, Elincourt, Palesne en Pierrefonds. En ja hoor, hier nam ik voor de vijfde keer fotos, ik kan er echt niet aan weerstaan! Net als vorig jaar hing er geen spandoek meer om de deelnemers aan deze vierdaagse welkom te heten, zoals enkele jaren geleden. Maar wel was er nog steeds de receptie aan de eetzaal en deze keer bleef ik er ook plakken alvorens mijn bed op te maken. Ik kletste er wat met deze en gene, dronk eerst een rood wijntje en daarna een wit met cassis in. Intussen had ik al vernomen dat de douches als naar goede gewoonte enkel koud water sproeiden, dus toen het zover was, behielp ik mij wel, alleen mijn haar spoelde ik met dat koud water, het weer was toch de hele dag lekker. Na de soep, rijst met kip en champignonsaus (de champignons mocht ik op Danys bord schuiven) en de yoghurt maakte ik mijn avondtoilet en schoof in mijn slaapzak. In tegenstelling tot vorig jaar heb ik, weliswaar kort en even onderbroken, lekker geslapen. Mijn fotoalbum staat hier: http://picasaweb.google.com/9470hvds/ParijsTubize2009