Trein en bus, wandelen en weer, en van die hobby's meer
12-12-2008
12 december 2008
Een van de buitenbeentjes onder de Belgische langeafstandswandelpaden is de Tour du Brabant Wallon, kort TBW, die een rondwandeling van 215 km in één van onze mooiste wandelprovincies mogelijk maakt. Wij zijn ondertussen al in Saintes aanbeland, en voor vandaag staat er een 18 km lange tocht gepland. Die zal ons langs Rebecq en Quenast naar Virginal brengen. Quenast, dat zijn voor ons de harde knallen van het in de steengroeven gebruikte dynamiet, elke dag opnieuw om 16:00, en dat in onze lang vervlogen kinderjaren. We spelen wel geen echte thuismatch, maar toch minstens een derby. Mooie landschappen krijgen we vandaag genoeg, maar met een TWQ van 14 % scoort dit deel van de TBW slecht. Spijtig genoeg is deze regio duchtig geasfalteerd en gebetonneerd, maar toch is dit geen ontgoochelende wandeling. Voor de spoorliefhebbers is het traject bovendien nog extra aantrekkelijk: je kruist de lijnen 94, 1, 115 en 96, en op het einde kun je nog wat restjes vinden van de vroegere tramlijn die Braine-le-Comte/Rebecq verbond met Braine-l'Alleud/Nivelles. Het weer is spijtig genoeg te somber om foto's te maken, maar als treinliefhebber kom ik hier zeker nog terug.
De verplaatsing had vandaag niet veel om het lijf. De heenreis was zelfs bepaald eenvoudig: om 8:25 stappen we in de bus van lijn 471 (ab 4601-15, van Naway, een Jonckheere Transit 2000) die ons na een rit van 14 minuten deponeert aan de halte Saintes (Maison Communale). De bus is behoorlijk gevuld: Colruyt stelt hier veel mensen te werk.
De terugrit is bijna even gemakkelijk, al heb ik wijselijk geopteerd voor een rit met de rechtlijnige lijn 65. Lijn 474 had ook gekund, maar bij de TEC-BW hebben ze geknoeid met de publicatie van de dienstregeling op het net: dezelfde bladzijde is twee keer beschikbaar, en uiteraard ontbreekt de tweede. Bovendien is het een ingewikkelde lijn met een heen- en terugtraject dat verschillend is, en het netplan is ook al van de site verdwenen.Die zou ons nochtans naar Tubize gebracht hebben, en niet naar Braine-le-Comte, zoals lijn 65. De bus van lijn 65 (ab6685, Irisbus Agora S, van stelplaats Nivelles) ziet er na 3 jaar dienst al wat afgeleefd uit; idem dito voor de norse chauffeur. Maar de rit verloopt gunstig (14:02 - 14:24) en alleen op het einde loopt het wat stroef, wat uiteindelijk 2 minuten vertraging oplevert. We hebben een goede overstap naar IR 3713 (14:32 - 14:43), vandaag bestaat die nog uit 4 ms 96 (wij kiezen voor ms 441), maar vanaf maandag zal deze trein met M6 gereden worden. We bereiken Halle ruimschoots op tijd, waar ik nog snel 2 spoorboekjes koop, een om te gebruiken en een om te bewaren.
Izegem is vandaag onze bestemming, en dat valt flink tegen. We volgen het 8 kilometer lange "Pekkerspad" dat ons nauwelijks uit de stadskern brengt, en dat is op zich de enige verdienste (?) van de ontwerpers: hoe je zo'n afstand puurt uit een aaneenrijging van nietszeggende straten en pleinen, onbereikbare kastelen en gesloten kerken is me een compleet raadsel. De TWQ bedraagt nog 10 %, maar die staan helemaal op de rekening van een weinig aantrekkelijk asfaltpad. Ironisch genoeg rijden we naar Izegem met een shoppingbiljet, want ook op dat vlak scheert dit stadje van schoenen en borstels geen hoge toppen. Gelukkig is er de treinreis: die valt van begin tot eind mee.
Nog één zondag en één zaterdag kunnen we tijdens het weekend gebruik maken van de IR's Binche - Brussel-Noord, maar ook vandaag zijn we ruimschoots op tijd om de IC naar Schaarbeek te nemen, die enkele minuten voor de IR rijdt: vanaf zondag wordt de dienstregeling aangepast: de stop van "den Binche" vervalt, en in de plaats zal de IR Leuven - Quiévrain stoppen. Een simpele ingreep die weekendreizen naar en uit Halle tijdens de weekends een stuk eenvoudiger en aangenamer zal maken. De IC 1907 dus: Halle 8:27 - Brussel-Zuid 8:39, met de 2155 achteraan en rijtuig 58060 vooraan. We zitten nu volop in de drukke decemberdagen en dat merk je ook in dit eersteklasserijtuig. We bereiken Brussel-Zuid stipt, en terwijl we op de IR naar De Panne staan te wachten, maakt de Kerstmarkttrein van de TSP zijn opwachting op het tegenoverliggende spoor. De K-rijtuigen zien er ijsbeerachtig koud uit, maar de 2 bolle neuzen vooraan produceren al volop stoom: dra zal een aangename warmte, onderstreept door het kenschetsende sissen van de stoom, zich van de coupés meester maken. Nooit komen er nog betere en aangenamere rijtuigen dan deze kranige 70'ers, waarvan de maximumsnelheid nu toch wel tot 80 km/u is teruggebracht. Mooi zo, des te langer kan de droomreis duren. Wij mogen anders ook niet klagen: de IR 3631 die ons van Brussel-Zuid (8:56) naar Lichtervekde (10:27) zal brengen bestaat uit 3 niet gemoderniseerde klassieke stellen. In stel 202 verspreidt het toilet dan wel een weinig frisse geur, maar daar is in het coupé gelukkig niets van te ruiken. We bereiken Lichtervelde net tegelijkertijd met de L 680 naar Kortrijk: dat is stel 185 en het brengt ons stipt naar Izegem (10:34 - 10:46).
Voor de terugreis kiezen we voor een reisweg langs Kortrijk: IC 813 Oostende - Kortrijk bestaat uit 2 ms 96; we zitten in ms 490. Izegem (14:02) - Kortrijk (14:12) loopt vlot tot net voor Kortrijk. Ik vermoed dat het onze volgende trein is die voor de hinder zorgt. Het zou pas een toppunt zijn als daardoor de aansluiting in het water viel, maar beide IC's staan aan hetzelfde perron. IC 2313 (Kortrijk 14:15 - Brussel-Zuid 15:25) vertrekt zelfs zo goed als op tijd. Vanuit ms 398 kunnen we genieten van een tocht door de Vlaamse Ardennen op een zonnige winterdag. Mooi! Nog mooier is dat de IC tussen Denderleeuw en Brussel-Zuid 4 minuten uitloopt op zijn dienstregeling. Daardoor wacht ons geen aansluiting van 52 minuten, want de L naar Braine-le-Comte biedt nu een schitterende aansluiting: het is de dag van de bordeaux stellen: ms 682 brengt ons stipt naar Halle (15:26 - 15:41) en zo zijn we 44 minuten vroeger thuis dan voorzien.
De wandeling mag dan wel tegengevallen zijn, de treinreizen vielen des te meer mee.
Elk jaar voorzie ik ook wel wat tussendoortjes, korte wandelingen die gebruikt kunnen worden op een druilerige dag, op drukke momenten en nog van die toestanden. Eentje daarvan was ongetwijfeld wandeling 5 in Malonne van de wandel- en fietskaart van de stad Namur. Volgens die kaart zou de met een gele ruit aangeduide wandeling 7 kilometer lang zijn, maar ik kom niet eens aan 5 kilometer. Met zulke korte wandelingen kan het twee kanten uit: ofwel komt ze nooit echt van de grond en heb je nooit de indruk dat je je van je vertrekpunt verwijderd hebt, ofwel krijg je een schitterende wandeling gepresenteerd die alleen maar kort is omdat men al het ballast zorgvuldig heeft verwijderd. De waarheid zit hier in de contradictie, want deze wandeling blijft ergens tussenin hangen. We kregen inderdaad enkele mooie bosstroken aangeboden, maar ook veel asfalt. Gelukkig waren er wat mooie huisjes te zien, al dan niet in staat van restauratie, en af en toe konden ook de in nevel gehulde landschappen charmeren. De TWQ bedraagt amper 14 %, maar doordat de wandeling langs toch wel
erg rustige wegen loopt, valt dat alles bij elkaar nog wel mee.En het moet gezegd: Malonne wordt vandaag niet onder de voet gelopen door pelgrims op weg naar de graftombe van Broeder Mutien-Marie, en dat maakt van dit dorpje, dat voor de helft uit scholen lijkt te bestaan, zowaar een te appreciëren plekje, zo dicht bij het grote Namur, dat de stadsdiensten van de TEC zelfs tot hier reiken.
Om te vermijden dat we 's middags tussen het jonge volkje terechtkomen, opteren we voor een aankomst in Malonne net voor de middag, zodat we na de woensdagmiddagspits opnieuw naar huis kunnen. Dat ziet er als volgt uit: - van Halle naar Brussel-Zuid met CR 3659 (9:31 - 9:49 - stipt - ms 998); onze coupé zit voor de helft vol, maar het is er aangenaam rustig; - Brussel-Zuid - Namur doen we in IC 2410 (10:03 - 11:09 - ms 302, met de zachte onderstellen); de twee stellen staan al een tijdje klaar om aan perron 13 te komen, maar dat is buiten een loc van de reeks 16 gerekend die spoor 13 heeft ingepalmd; na het vertrek van de IC naar Eupen wordt onze trein dan ook verspoord naar spoor 14; het is met een kleine vertraging dat de IC zijn reis aanvat; Namur bereiken we met 2 minuten vertraging, na een stipt vertrek in Gembloux: het is me al enkele keren opgevallen dat de 11 minuten tussen Gembloux en Namur net niet volstaan; - in Namur stappen we naar het busstation: zowel de weg ernaartoe als het station zelf blijven klantonvriendelijk; je moet al verdomd lang zoeken om te weten te komen op welk perron je bus zal vertrekken, maar gelukkig is de informatie juist en hebben we voldoende overstaptijd. Het is de gelede Jonckheere 4352 die ons naar Malonne zal brengen (11:20 - 11:36), op lijn 6b, met de b van barré. We vertrekken enkele minuten te laat, en die vertraging (2 minuten) hebben we ook nog aan de halte Fond Place. De bus is opvallend proper, zowel aan de buiten- als aan de binnenkant.
Voor de terugrit moeten we het stellen met een enkele standaardbus: ab4883, alweer een Jonckheere, die jaren ouder mag zijn dan onze gelede van de heenrit, maar ook erg goed onderhouden lijkt. Ook nu is de vertraging 2 minuten als we het Naamse station bereiken (13:53 - 14:08), maar de aansluiting blijft overeind. Onderweg help ik nog een gevallen reiziger overeind, die opvallende stabiliteitsproblemen heeft; - van Namur gaat het naar Brussel-Noord met IC 2135 (14:21 - 15:18). Loc 1359 trekt vijf M6'en, en wij zitten in het eerste: 61011. De twee minuten vertraging bij vertrek uit Namur wordt moeiteloos weggewerkt tussen Gembloux en Brussel-Luxemburg, dat we 4 minuten te vroeg bereiken. Totale stilstand: 7 minuten. Ook nu valt de meer dan behoorlijke bezetting op in eerste klasse, en dat zal ook zo zijn in de volgende trein: - IR 3286 (ms 435) die ons van Brussel-Noord (15:22) naar Halle (15:45) brengt. Onze internetbiljetten worden zowaar voor de vierde keer geknipt; in de 2410 hebben we zelfs onze identiteitskaart moeten bovenhalen. Als hofleverancier heb je nu eenmaal verplichtingen, zullen ze bij de NMBS denken, want dat is nu officieel: de leden van het Koningshuis gebruiken ook de trein!
Hacowa kan best van al beschouwd worden als een uit de hand gelopen en
persisterende jeugdzonde. Editie 94 stond voor vandaag gepland, en met
wat geluk komt versie 100 eraan in 2010, dertig jaar na de allereerste
uitstap van Blanmont naar Villers-la-Ville. Voor wie niet meteen inziet
hoe lang dat geleden is: van Villers-la-Ville spoorden we naar
Ottignies met een oeroud M1-TD-stel.
Onze herfstuitstap 2008 liep van Opbrakel naar Geraardsbergen, langs
Everbeek-Boven en Everbeek-Beneden, net geen 16 kilometer is dat. De
zelf ontworpen tocht scoort 55 % op de TWQ-schaal, en dat valt nog net
binnen mijn doelstellingen. Dit zacht golvend gebied waar de Vlaamse
Ardennen overgaan in de Denderstreek is bijna vanzelfsprekend een
aangenaam wandelgebied. Daar kan de stevige regen van de vorige nacht
weinig aan afdoen, al liggen bepaalde stroken veldweg er erg glad bij.
Toch zul je me niet horen klagen: van dinsdag al was het bang volgen
wat er zich op de weerkaarten afspeelde, en dat voorspelde aanvankelijk
weinig goeds. We konden gelukkig genieten van een adempauze tussen twee
slechte weerepisodes in, en de paraplu's bleven dicht...
Soms valt het nog wel eens mee met het openbaar vervoer tijdens de
weekends, maar vandaag wordt weer volop geïllustreerd hoe slecht een en
ander op zaterdag en zondag wel eens wil uitkomen. Rekening houdend met
middagpauzes en invallende duisternis, moeten we liefst na 10:00 en
voor 11:00 aan de wandeling beginnen. Aan De Lijn zal het deze keer
niet liggen: op lijn 21 van Zottegem naar Ronse wordt een uurdienst
gereden. Maar hoe raak je verdorie in Zottegem? In de week is dat geen
probleem, maar op zondag? We kunnen natuurlijk de IC nemen naar
Poperinge in Brussel-Zuid, maar een overstaptijd van meer dan 50
minuten is dat niet echt aangewezen. Het alternatief is nauwelijks
beter, maar dan wordt de wachttijd tenminste wat beter verdeeld, al
zijn mijn 32 medewandelaars echt niet zo naïef dat ze niet snel
doorhebben dat dit niet meteen het summum van openbaar vervoer is.
Het wordt dus IC 1929 van Halle (8:34) naar Ath (9:00) met loc 2140
vooraan en onze gereserveerde plaatsen in rijtuig 52305. Zonder ons
zitten er in deze trein nauwelijks 10 reizigers. Toch slaagt een dame
erin in ons gereserveerde coupeetje te zitten. Gelukkig is de bende
uitbundig, en ze houdt het na een paar minuten al voor bekeken. De loc
lijkt wat te sukkelen met herfsttoestanden, en dat resulteert in 2
minuten vertraging in Ath. We worden er keurig opgevangen door een
onderstationschef en de klevers nemen opnieuw een volledig coupé in van
ms 174 (4879 - 9:07 - 9:30). Deze trein rijdt wel op tijd, en we
bereiken Geraardsbergen zelfs iets te vroeg. Dat hoeft niet echt want
we hebben ook hier alweer 28 minuten aansluitingstijd op de L-trein
1880 naar Zottegem (Gent-Sint-Pieters).
Er zijn dit weekend geen werken op lijn 122 tussen Geraardsbergen en
Zottegem. Maar lange vertragingszones wijzen erop dat de
vernieuwingswerken, die nu al enkele weekends met verbussing gepaard
gaan, nog niet helemaal achter de rug zijn. Mw 4187 rijdt dan ook met 3
minuten vertraging Zottegem binnen. Dat brengt onze
trein-busaansluiting niet in gevaar.
We nemen zo goed als alle zitplaatsen in in ab220945 van firma Geenens,
een comfortabele Jonckheere Transit 2000. Tussen het station en de
markt worden we voorafgegaan door een lustig spelend muziekgezelschap,
wat ik eigenlijk liever gereserveerd had voor onze 100ste uitstap.
Stapvoets rijden dus, in deze winkelwandelstraat, maar toch bereiken we
Opbrakel (Sint-Maartensstraat) op tijd.
De terugrit is iets eenvoudiger, al maken we opnieuw de omweg via Ath.
L 4866 (ms 616 - ik had hetzelfde stel als vanmorgen verwacht, maar
mogelijk is dat gezien zijn hoge leeftijd schielijk overleden) brengt
ons stipt naar Ath: 16:30 - 16:53, waar we kunnen overstappen op IC
1916 (17:00 - 17:26). Onze gereserveerde plaatsen bevinden zich in het
laatste rijtuig (52405), en we rijden op het voorziene uur Halle binnen. Loc 2108 en haar bestuurder hebben zich goed van hun taak gekweten.
Oh, simpele ziel die hier gisteren schreef dat de provincies Liège, Luxembourg en Namur in de maanden oktober tot december voor de wandelaars taboe zijn. Voeg daar maar de provincie Hainaut aan toe. Toen we gisteren op de GR 123 tussen Harchies en Erbisœul stapten, werd dat wel heel duidelijk. Eerst leken we nog geluk te hebben, want de meeste affiches gaven weekends aan als klopjachtdagen, maar midden in het bos van Baudour hadden we prijs. Battue le 29-10-2008. Je houdt het niet voor mogelijk: waarom laat men ons tot hier komen, waar er plots geen alternatief meer is (tenzij terugkeren), omdat we nu eenmaal niet over 4 x 4 's beschikken zoals de bloeddorstige Vlamingen en 'Ollanders die hier maar al te graag de Waalse kassen komen spijzen. Er is geen schot te horen (als je het hoort is het te laat), maar doorgaan is de enige optie. De affiche hangt tenslotte bij een splitsing, links van de door ons gevolgde weg, maar dat weten de kogels niet. De twee kinderen op de fiets met herdershond, en een wat oudere dame, ook op de fiets, zijn zich ook van geen kwaad bewust. Ik weet dat we maar best meteen achter een dikke boom, liefst aan de juiste kant, en zo mogelijk plat op de buik kunnen gaan, als de opziener op zijn hoorn blaast. Het komt gelukkig niet zo ver vandaag: er valt geen schot tussen 13:30 en 14:40. We zijn ontsnapt, en dat is meer dan de arme wilde dieren zullen kunnen zeggen als de hel straks of een van de volgende dagen losbarst. Dat we niet de enigen zijn met problemen, moge hier blijken: http://jurbise.forumactif.com/salon-nature-environnement-f17/chasse-t79.htm . Hoe lang moet deze waanzin nog doorgaan? Natuurverenigingen, dierenbescherming, wandelclubs: we zijn toch met veel meer? Het antwoord is duidelijk: zolang de rijke jagers meer geld in het Waalse laatje brengen met hun prehistorisch wangedrag.
Dit stukje GR voert ons van Harchies naar Erbisœul door een aantal mooie bossen in herfstplunje, rakelings langs het industriegebied van Tertre en Baudour. Behalve een weeë geur hebben we daar nauwelijks last van. Het wordt een prima boswandeling, zonder meer. Een TWQ van 59 % is niet zo slecht, maar de gevolgde wegen geven de indruk dat de wandeling nog hoger scoort. Prachtig!
Wie denkt dat het hier met het openbaar vervoer wel snor zit, komt bedrogen uit. Toen ik de eerste keer wat dienstregelingen opzocht, kwam ik nog op een comfortabel vertrekuur uit: 8:17. Sinds 2 oktober is dat alleen nog mogelijk op vrijdag. Het zal dus 7:17 moeten worden. Het is het verhaal van het openbaar vervoer in een notendop dat we hier beleven, al heeft dat verhaal in Vlaanderen de laatste jaren wel een heel andere wending genomen. Tot 1984 werden alle dorpen tussen Mons en Tournai meer dan behoorlijk bediend door de stoptreinen (toen nog omnibussen) van treinlijn 78. Tijdens de spits had men meer dan een uurdienst, en daarbuiten meer dan een twee-uurdienst. Met het IC-IR-plan verdwenen de meeste halten, op enkele na die nog door P-treinen bediend werden. Harchies is er daar één van. De treinen werden vervangen door de nieuwe buslijn 78 (toen nog 78a) die een bruikbare frequentie meekreeg. Hoeft het gezegd dat die in de voorbije twintig jaar altijd maar schraler werd. De laatste inkrimping kwam er begin oktober toen de Proxibus van Bernissart begon te rijden. Die rijdt op maandag, donderdag en vrijdag en de centen werden gezocht in het budget van lijn 78. Zo gaat het altijd bij de TEC: investeren in A betekent besparen in B. Echt vooruitkomen doet men dus nooit.
Waarom dan niet per trein naar Harchies, als er toch nog P-treinen rijden? Die rijden spijtig genoeg op voor ons onmogelijke uren, en meestal in de verkeerde richting. 's Morgens dus van Harchies naar Halle, bij manier van spreken, 's avonds in de andere richting. Maar we hebben al moeilijker problemen opgelost, en ook vandaag mag het resultaat gezien worden:
- Halle - Mons doen we met IR 3728 (7:17 - 7:52 - ms 417), die 4 minuten vertraging maakt: er lijkt eerst iets mis te gaan in Braine-le-Comte en ook tussen Ghlin en Mons loopt het stroef. Deze ene break zit op deze vakantiedag bij aankomst in Mons behoorlijk vol; - van Mons naar Saint-Ghislain gaat het met IR 3806 (8:02 - 8:13). Die mag vandaag niet te veel vertraging maken, of het loopt mis met de overstap in Saint-Ghislain. (Ik heb plan B bedacht, dat er in bestaat door te rijden tot Blaton, en daar de bus van lijn 78 terug te nemen - dat zou ons wel een half uur vertraging opleveren.) De trein rijdt gelukkig stipt, en bestaat vandaag uit ms 746. Ook dat is behoorlijk gevuld; zou hier normaal geen vierledig stel moeten rijden? Gelukkig slaapt de schoolgaande jeugd nog uit, al zijn er opvallend veel studenten op stap. In Saint-Ghislain maken we voor het eerst gebruik van het vernieuwde busstation. Dat is nu toch al enkele maanden in dienst, maar dienstregelingen zijn er niet te bespeuren. ARIbus ontbreekt ook, al sluiten enkele buslijnen toch duidelijk aan op de treindiensten. Dat is ook het geval voor "onze" 78, die dus ongetwijfeld zou vertrekken zonder wachten bij vertraging van de trein. Het is ab4521-06 (een Van Hool Linea, van de firma Nicolay). Tot Harchies zijn we de enige reizigers, maar daar worden we afgelost door een wat oudere dame. We komen er met een tweetal minuten vertraging aan, na een rustige rit waarin we ons steeds verder lijken te verwijderen van de industrie met haren stank.
Voor de terugrit maken we gebruik van een soort hinkstapsprong. Om 14:40 nemen we de L-trein naar Soignies (4084 - 14:40-14:56 - ms 768). De trein rijdt gemakkelijk op tijd. Net voor Soignies komt de treinbegeleider. Als hij hoort dat we biljetten nodig hebben van Erbisœul naar Halle, haalt hij zijn neus op, en zijn kleine greintje enthousiasme verdwijnt helemaal, als hij ook nog te horen krijgt dat ik met VISA wil betalen. Hij verwijst ons prompt naar het stationsloket. Met een overstaptijd van 5 minuten, en een IC-trein die aangekondigd wordt op het ogenblik dat wij op perron 1 aankomen, is dat niet erg evident. Ik zoek dan ook de TBG van deze trein op, leg hem het geval uit, en hij belooft dat hij langskomt. We gaan vooraan in het eersteklasserijtuig 58055 zitten (de trein wordt geduwd door loc 2143) maar de 5 minuten tussen Soignies en Braine-le-Comte zijn ook net iets te kort: de treinbegeleider bevond zich inderdaad ergens halfweg de trein, en was dus waarschijnlijk daar aan het controleren. Hij zal ook wel niet gedacht hebben dat we er in Braine-le-Comte al opnieuw uit moesten. Misschien vraagt hij zich nog altijd af waar dat koppel met de rugzakken en de wandelstokken (échte, geen nordic) verzeild is geraakt. In Braine-le-Comte zal het ons dan toch lukken. De TBG staat toe te kijken op de koppeling van de 2 stellen die CR 3665 (Braine-le-Comte 15:13 - Halle 15:30) zullen vormen. Ik leg haar het geval uit, maar van Erbisœul heeft ze nog nooit gehoord. Ze zal tijdens de rit langskomen. De eersteklasseafdeling van ms 635 hangt vooraan. De joviale TBG vraagt om Erbisœul te spellen, en haar computertje lijkt het inderdaad te kennen. Prompt komen de biljetten eraan gerold. Ik verbaas me over de lage prijs, en merk pas later dat we voor 2de klasse betaald hebben. Mijn eerlijk hart zou nu opnieuw op zoek willen naar de TBG, maar dat zou dan 4 keer zijn in amper een klein uur. Ik beschouw het dan maar als een heel kleine compensatie voor al die keren dat we wél voor eerste betaald hebben, en dat andere reizigers met 2de-klasbiljetten net hetzelfde krijgen als wij. We komen in Halle aan om 15:30, stipt én levend.
Normaal gezien zijn de provincies Liège, Namur en Luxembourg tijdens de maanden oktober tot december taboe voor ons, wandelaars, omdat je voor je het weet met een klopjacht geconfronteerd wordt, maar in Onhaye zijn de bossen daar te klein voor, en dat wordt dus vandaag onze bestemming. Lang geleden tufte of bromde hier het trammetje Dinant - Florennes voorbij, maar behalve een bushalte "Ancienne Gare Vicinale" blijft daar niets meer van over. We volgen wandeling 13 (Frumont et Brochamps), die ons langs stevig golvende wegen door een mooi herfstlandschap brengt. Met een TWQ van 18 % scoort deze wandeling wel bijzonder laag, en ook een verdwaalde bui (waren die vandaag niet gereserveerd voor de kust? - van verdwaald gesproken) zet een domper op het enthousiasme, maar halfweg de bijna 8 kilometer lange wandeling, komen de echte boswegen en de zon voor dat extra zorgen, dat van deze uitstap toch een echte opkikker maakt. De wandeling vind je op een NGI-kaart Onhaye "Au Pays de St.Walhère"; de bewegwijzering is onberispelijk.
We vertrekken voor een keer erg laat, en dat heeft toch wel wat te maken met de wat eigenzinnige dienstregeling van buslijn 20 Dinant - Florennes. In Vlaanderen zou men voor een interstedelijke verbinding als deze al minstens aan een uurdienst denken, maar bij de TEC is men al tevreden met een onregelmatig rooster, dat vooral garant moet staan voor goede aansluitingen in Dinant. (Nu ja: de laatste bus van de dag komt in Dinant aan om 18:15, de trein vertrekt om 18:14...) Onze verplaatsing ziet er als volgt uit: - van Halle sporen we naar Brussel-Zuid met CR 3661 (ms 682 - niet gemoderniseerd, zalig! - 11:31 - 11:49) die de klus moeiteloos klaart: - van Brussel-Zuid gaat het naar Dinant met IC 2412 (de tweede break 351 gaat naar Dinant: 12:03 - 13:46). De stiptheid van deze trein is wat volatiel, om het met een woord te zeggen dat de laatste dagen erg in trek is geweest: 8 minuten vertraging bij vertrek in Brussel-Zuid, de trein komt te laat aan rijden uit Vorst; in Gembloux blijft daar maar één minuut meer van over, maar in Dinant zijn het er opnieuw 4, zonder aanwijsbare reden, behalve dat de dienstregeling tussen Jambes en Dinant toch wel bijzonder krap lijkt. Maar Aribus werkt degelijk: onze bus krijgt 2 minuten wachttijd voorgeschreven, en de chauffeur leeft dat ook stipt na. Hij bestuurt bus 4879 (een Jonckheere Transit). In Onhaye moet de bus wegens werken omrijden, zodat we uiteindelijk 4 minuten later dan voorzien aankomen. Gelukkig is het maar een kleine omleiding, en is de halte hoop en al 50 meter verplaatst (een andere is wel afgeschaft). In deze tijd van het internet zou je zo iets moeiteloos op de website van de TEC moeten kunnen terugvinden, maar de module "Perturbations" wordt door de TEC-Namur-Luxembourg al maanden niet meer bijgehouden. Mogelijk is dat ene personeelslid dat hiermee om kan ziek of gepensioneerd. De klant is nu ook weer niet zo belangrijk.
Voor de terugrit hebben we geopteerd voor de bus van 17:02. Dat is ab4491, een vrij recente Jonckheere Transit, maar toch is een onverlaat er al in geslaagd een zetel met kauwgom te besmeuren. De bus is iets te vroeg, maar dat komt goed uit voor de aansluiting in Dinant. We bereiken Dinant met 1 minuut vertraging. Er blijven er nog vijf over voor de overstap. (Aan de halte Onhaye Centre hangt een mededeling dat de eerste bus 's morgens tijdens de werken 5 minuten vroeger zal rijden, om de aansluiting in Dinant te verbeteren - dat is pas snel inspelen op de reële situatie!) IC 2538 (ms 394) loopt opnieuw wat vertraging op tussen Dinant en Jambes, maar de echte vertraging komt van het treindeel dat van Liers komt, en in Namur aangekoppeld wordt. In Brussel-Noord blijven er maar 2 minuten vertraging meer over, en dat is niet genoeg om onze aansluiting in gevaar te brengen. Deze IC (met 2 breaks) zit behoorlijk vol. In Gembloux stapt een heerschap van de subspecies crapulosis op: als die een eersteklasbiljet heeft, dan is mijn naam Obama. Als de trein vertraagt voor Ottignies wordt het hem allemaal te veel. Hij gaat rustig roken op het platform. Wedden dat hij er gewoon op gehoopt had, dat hij zijn sigaretje rustig in eerste zou kunnen roken hebben, maar dat daar net iets te veel volk zat om het te riskeren? IR3740 (ms 339 - 18:53 - 19:14) is zoals altijd druk, maar dat heeft weinig invloed op de stiptheid. De treinbegeleidster controleert in één coupeetje en houdt het dan voor bekeken. Té druk, waarschijnlijk. We rijden Halle binnen om 19:15, een minuutje later dan voorzien. Door de openstaande deuren kan ik vooraan in de stuurpost kijken: het station van Halle is zowaar de moeite waard, zo in de avond...
Meer foto's op : http://s62.photobucket.com/albums/h98/overweg13/wandelingen/onhaye/
Voor vandaag staat er een triootje op het programma. Niet dat ik er nu plots een partner heb bijgenomen, maar de sportdienst van de gemeente Pittem beschrijft in zijn keurige folder hoe het Landouwepad, het Gaverpad en het Breemeerspad samen het Meersenpad vormen. Drie, wat kortere, wandelingen die samen toch goed zijn voor 13.140 km. Wie de wandelingen wil maken, MOET folder en liefst ook nog een goede topografische kaart gebruiken, want de bewegwijzering vertoont grote hiaten. De folder vermeldt dan wel dat verdwenen signalisatie gemeld kan worden, maar dat is onbegonnen werk. In een streek waar men het aandurft prachtige kapellen toegankelijk te maken voor de gelovige ziel op pad, zal het wel niet de vandaliserende jeugd zijn die verantwoordelijk is voor het verdwijnen van ettelijke paal met bord; ik gok op landbouwers die met hun al te grote machines de palen gewoon omver rijden, als ze al niet moedwillig de borden verwijderen om pottenkijkers op afstand te houden. De hele wandeling staat dan ook in het teken van land- en tuinbouw, met prei en bloemkool duidelijk aan de kop van de hitparade. Van meersen is er nog nauwelijks sprake, die zijn allemaal deskundig drooggelegd. Het dient gezegd dat de ontwerpers onverharde wegen gebruikt hebben waar dat kon, maar met amper 19 % als TWQ is het resultaat eerder pover. De wandeling kan dan ook zelden boeien, maar hoge verwachtingen heb ik zelden als ik naar het Wilde Westen trek, dus al bij al is het niet eens echt een ontgoocheling geworden.
Het lijkt erop dat het vandaag de dag van de gewijzigde samenstellingen wordt. Van Halle naar Brussel-Zuid gaat het met IC 1907 (8:27 - 8:39 - stipt), die niet uit zijn gewone stel M4 bestaat, maar uit 2 gemoderniseerde tweeledige stellen. We zitten in ms 624; de capaciteit is nog voldoende, maar als men tegen morgen geen andere oplossing vindt, zal het voor minstens een IC naar Brussel in de avond "trekken en duwen" worden, en daar bedoel ik deze keer geen TD-treinstel mee. Ook de IR 3631 naar De Panne (8:56) heeft een originele samenstelling: 3 tweeledige stellen, waarvan twee niet gemoderniseerde. Daar gaat het hartje van de treinliefhebber van popelen: we zitten in ms 203, helemaal vooraan. Het coupeetje raakt half vol tegen Tielt (10:15), en er zitten zowaar 2 senioren die het vertikken om een braderiebiljet te kopen voor 4 EURO en met betaalde biljetten in eerste reizen, tegen een veelvoud van de prijs van het seniorenbiljet. Als ik dat later doe zal het een soortement statement zijn, laat ons het er nu bij houden dat ze van mening zijn dat de vakantie in de trein begint. Gelijk hebben ze! De trein vertrekt met 6 minuten vertraging in Brussel-Zuid, maar daar is in Denderleeuw niets meer van over. Van buffertijd gesproken, dat zijn geen buffers meer, maar heuse steunmuren. In Tielt staat de bus van lijn 80 naar Roeselare al te wachten: het is ab5026-02 (een Jonckheere Transit 2000) van de firma De Laere, Popelier & Desmet Partners. Als ik deze tekstjes gegevens over bussen vermeld, dan komen die bijna altijd van dé bussite www.zone01.be . Ere wie ere toekomt. We betalen 3 zones voor een afstand van nauwelijks 6 kilometer. Dat verbaast me enigszins, maar we rijden inderdaad door 3 zones. Dat je geen tarieven kunt berekenen, is een van de grootste lacunes op de website van De Lijn. Bij de TEC kan dat wel! Ongetwijfeld heeft het iets te maken met het feit dat je bij De Lijn voor hetzelfde parcours langs verschillende reiswegen nog altijd een verschillende prijs kunt betalen. We rijden een tijdje achter een vehikel dat niet meer mag dan 25 km/u, en dat resulteert in 6 minuten vertraging.
De chauffeur van de terugreis (14:00 - 14:07) vindt blijkbaar ook dat het langeafstandstarief voor de korte afstand Pittem - Tielt overdreven is en rekent maar 2 zones aan. Hij zit aan het stuur van ab5026-01, exacte kopie van de bus van vanmorgen. We bereiken zonder problemen en stipt het station van Tielt. Net voor de trein aankomt, wordt omgeroepen dat hij van spoor 3 zal vertrekken i.p.v. spoor 1. Het brugje voor rolstoelen bevindt zich op perron 2/3 en inderdaad: er is een rolstoelreiziger aan boord. Dat wist men ongetwijfeld ook al 10 minuten geleden, waarom dan zo lang wachten met de aankondiging? Het is stel 381 dat ons naar Brussel zal brengen, en vanaf Aalst velen met ons. Het treintje is dan ook compleet vol bij aankomst in Brussel. Mag het echt niet een beetje meer zijn op zaterdag en zondag? Want dit gebeurt helaas maar al te vaak. De trein arriveert stipt in Brussel-Zuid. IR3938 (ms 812) brengt ons vlot en stipt (17:17-17:28) naar Halle. Pittem mist wel wat pit, maar toch is het een deugddoende uitstap geworden.
Voor vandaag staat er iets meer dan 19 kilometer op het programma, langs GR 128, en wel tussen Leuven en Hoksem. Met Vlaamse GR's weet je nooit echt wat het wordt, maar het moet gezegd, dit is een goed uitgekiend traject. Al beginnen we eigenlijk nog volop in Leuven, het gaat al snel de boerenbuiten op, en we lopen dan ook zowat het hele traject langs de herfstige akkers, waar de maïs en de suikerbieten het nog een tijdje proberen uit te zingen. Lardeer al de veldwegen met af en toe een strookje bos, of wat beekvallei, en je hebt meteen alle ingrediënten voor een aangename stapdag onder een stralende, aangename herfstzon. Met een TWQ van 56 % scoort dit stukje GR niet zo slecht, zeker als je weet dat wat kasseistroken, de snelwegen van vroeger, niet als Trage wegen werden gerekend.
De heenreis is van het eenvoudige type:
- Halle - Brussel-Zuid met IC 1908 (9:27 - 9:39) - loc 2153 duwt o.a. rijtuig 51041; de trein is aangekondigd met 6 minuten vertraging en komt op spoor 4 i.p.v. 2 - volgens de website zijn er werken tussen Edingen en Halle, wat in 3 minuten vertraging zou moeten resulteren. Het worden er dus iets meer, maar doordat de trein meteen op lijn 96N getrokken wordt, bereiken we Brussel-Zuid met maar 4 minuten vertraging;
- daar staat IC 508 die we willen nemen naar Leuven (9:57 - 10:25) ook al met 6 minuten vertraging aangekondigd. Dat worden er zelfs nog iets meer, omdat de TBG's van deze trein de tussenkomst van Securail ingeroepen hebben; een drietal reizigers wordt dan ook met open armen ontvangen in het voor de rest rustige Zuidstation. Loc 1348 duwt o.a. 11827, maar ook deze trein loopt flink wat vertraging in tussen Brussel-Noord en Leuven, want hij wordt voor een keer meteen de lijn 36N opgestuurd. Vier minuten vertraging blijven er in Leuven;
- op perron 5 van het in mijn ogen toch wel erg kleine busstation nemen we bus 4551 op lijn 8 - ook deze bus (een Jonckheere Transit 2000) zal ons met 4 minuten vertraging naar de Elizabethlaan brengen, waar de GR 128 de Tiensesteenweg kruist.
Voor de terugreis hebben we de belbus van lijn 713 gereserveerd: die zal ons om 16:54 van Hoksem Kerk naar Tienen station moeten brengen. Na een kwartier is er nog altijd geen belbus te bespeuren. De belbuscentrale is al een tijdje dicht (16:00), en dus onderneem ik maar een poging langs het algemene 070-nummer. Dat lukt wonderwel, al duurt het even voor alle gegevens nagekeken zijn. Zoals meestal, is de bus ondertussen komen aanrijden; hij is opgehouden geweest door een wielerwedstrijd. Ik verwittig de chauffeur dat hij zo meteen een oproep zal krijgen van De Lijn, en dat gebeurt ook. Ik kan het hele gesprek volgen, en meteen daarna aan de operator van de centrale van De Lijn bevestigen dat we al op de bus zitten. De chauffeur verbaast zich wat over onze ongerustheid, en nog meer als ik zeg dat onze ervaring is dat belbussen meestal te vroeg komen voorrijden. Dat is hier in het Tiense volgens hem onmogelijk: ze rijden gewoon altijd in vertraging. Het is de 3013-03 van de firma "De Bezembinder", een Mercedes Sprinter II, een kraaknette minibus, die niet minder dan 6 reizigers naar Tienen moet brengen.
IC 1539 zal ons naar Brussel-Zuid voeren: het is een dubbel stel M6, en wij zitten in het gedeelte naar Knokke, dat van Genk komt. Zelfs in eerste klas is er een behoorlijke bezetting. Loc 2754 sleept o.a. 61012. Ook deze trein vertrekt met 7 minuten vertraging, maar ook nu wordt een flink stuk van de vertraging tussen Leuven en Brussel-Noord weggewerkt. Brussel-Noord wordt bereikt met 3 minuten vertraging. Met een aansluitingstijd van 47 minuten komt het trouwens niet op een minuutje aan;
- het is vierledig stel 801 dat ons als IR 3940 naar Halle (19:08 - 19:28) zal brengen. Het is de enige trein die vandaag van begin tot einde volledig op tijd zal rijden. We vangen nog een glimp op van de TSP-trein, en ik neem me voor vanaf volgend jaar, wanneer de vrijetijd wenkt, weer wat meer aan die uitstappen deel te nemen.
Meer foto's op: http://s62.photobucket.com/albums/h98/overweg13/wandelingen/leuven%20-%20hoksem%20GR128/
Poppel ligt in de derde van de drie bulten die de noordzijde van België (en van de provincie Antwerpen) tooien. Vandaag stappen we er het Overbroekse Pad, dat ik aantrof op een weinig bruikbare overzichtskaart met wandelroutes in de Kempen, uitgegeven door het NGI. Gelukkig heb ik ook nog een wandelfolder van de gemeente Ravels op de kop kunnen tikken, maar die is al even onduidelijk, en de kaart op 1:25.000 van het NGI (die weldra vervangen zal worden door een hopelijk nauwkeuriger variant op 1:20.000 en 1:10.000)is al net zo'n regelrechte ramp. Niet alleen is er blijkbaar wat ruilverkaveld, maar oudere, niet verharde wegen ontbreken al even goed op deze kaart uit 1988.
Gelukkig is de bewegwijzering onberispelijk, want anders zou het vandaag ongetwijfeld een dag van trial and error geworden zijn. De hoofdrol wordt gespeeld door het riviertje, met de nadruk op tje, de Aa, een regelrechte zegen voor de opstellers van kruiswoordraadsels. Op de stafkaart zijn zelfs die 2 letters nog te lang, en wordt het kortweg A. De Aa (of is het het Aa?) is eigenlijk niet meer dan een flinke beek, die hier zelfs een tijdje de grens vormt. We stappen voortdurend in zijn buurt, nu eens over graspaadjes, dan weer over half verharde boerenwegen, en eigenlijk toch ook over flink wat beton. Dat resulteert in een TWQ van 35 %.
Het noordelijkste punt is de Rovertkapel. Daar staat nog altijd een gedenksteen die teruggaat op de inhuldiging van het GR-pad van de Kempen. Bijzonder vervelend is dat dit pad ondertussen verlegd lijkt te zijn. We hadden het hier vroeger al over...
Het is nog altijd wachten op een weekendverbinding tussen Brussel en Turnhout, en dat zou nog wel eens een hele tijd kunnen duren, en dus wordt het een verbinding met 3 treinen en 1 bus, en wel als volgt:
- omdat de IC 1906 met 15 minuten vertraging aangekondigd staat, wordt het voor een keer de IR 3906 (7:32 - 7:43 - ms 830) - die rijdt wel stipt op tijd:
- van Brussel-Zuid tot Antwerpen-Berchem wordt het de 3258 (8:05 - 9:00) met 2 duikbrillen - wij nemen de 928; dit is zo een typisch halfslachtige treindienst, en dat merk je ook aan de manier waarop hij wordt aangekondigd: in Brussel-Zuid is het een L-trein (die weliswaar niet stopt tussen Mechelen-Nekkerspoel en Antwerpen-Berchem) en in Mechelen kondigt men hem dan ook wijselijk als IR aan; waarom iedereen in het 2de rijtuig instapt en dan door de 1ste klasse naar het 1ste rijtuig verhuist, is me niet duidelijk;
- in Antwerpen-Berchem moeten we de IR naar Turnhout nemen: dat is trein 4929 (9:09 - 9:54) met break 376. In Tielen of all places worden we even opgehouden voor het inrijsein (slapende seingever?) wat uiteindelijk toch 2 minuten vertraging bij aankomst in Turnhout met zich meebrengt.
Gelukkig is de vertraging beperkt, want Aribus vertoont een eigenaardig beeld: blijkbaar is er wat verkeerd met het inbrengen van de gegevens zodat het laatste cijfer van de minuutaanduiding een rij te laag in het rood staat vermeld. En de controlecijfers zijn daardoor ook beperkt tot 1 cijfer. Maar zoals gezegd, we hebben 11 minuten aansluitingstijd, en maken ons dus geen zorgen. Lijn 450 Turnhout - Tilburg zal ons stipt naar Poppel brengen, en dat met ab 1198-12, die zijn sinds 2003 gewijzigd nummer (1101-12) nog op de flank draagt. Het is een Jonckheere Transit 2000 van B&C.
Met iets meer dan 10 km voor de boeg mikken we naar de bus terug van 14:25, en dat lukt dan ook moeiteloos.
Het is ab1198-09 van dezelfde firma B&C, van alweer hetzelfde type bus, dat ons naar Turnhout terug zal brengen. In Poppel vertrekken we met 6 minuten vertraging, maar we bereiken Turnhout met een kleine vertraging van 2 minuten. De terugreis per trein loopt analoog aan de heenreis:
- Turnhout - Antwerpen-Berchem 4915 15:06 15:51, met ms 382 - stipt;
- Antwerpen-Berchem - Brussel-Noord 3286 16:00 16:46, met ms 935 - stipt, wat niet kan gezegd worden van de Benelux die normaal gezien onze trein moet voorafgaan vanaf Mechelen, maar die zoveel vertraging heeft, dat de reizigers voor Brussel allemaal naar onze trein versluisd worden; de IC zal trouwens afgeschaft worden tussen Brussel-Noord en Zuid, lezen we in Brussel-Noord;
- Brussel-Noord - Halle 3938 17:08 17:28 met ms 830, waarmee we de dag ook begonnen.
Zes treinen zo goed als op tijd, fris maar mooi wandelweer, een vrij aangenaam wandelpad: tevredenheid alom, en klaar voor een nieuwe werkweek.
Ik weet niet of het weer dan wel de voorspellers deze week het noorden kwijt waren. Eerst leek het alsof we een zonnige weke ingingen, maar dag na dag werd het somber en werd beterschap voorspeld voor de volgende dagen, maar nu is het vrijdag, en ook vandaag zal het eerder somber blijven, met wat zon na de middag. Dat het ook relatief fris blijft, is een meevaller. We stappen vandaag langs GR575 (Tour du Condroz Namurois), tussen Champion (Emptinne) en Leignon. Deze GR loopt niet langs het station van Ciney, en dus stappen we liever door tot Leignon, en ook de afstand (net geen 15 km) past dan beter bij onze geplogenheden. Het is een Condrozwandeling zoals ik ze me voorstel: mooie vergezichten door een bij uitstek ruraal gebied, maar met veel verharding: de TWQ bedraagt dan ook nauwelijks 17 %, twee niet zo lange stukjes bosweg, en meteen hebben we het gehad. Toch valt het parcours nog best mee: Champion, Emptinalle en Leignon zijn rustige, aangename en af en toe pittoreske gehuchtjes, en Leignon voegt daar nog de pracht van een kasteel en een mooie kerk aan toe.
Het is een bus van lijn 13 Ciney - Andenne die ons naar het vertrekpunt Emptinne (Champion) zal brengen. Dat lijkt op het eerste gezicht een belangrijke interstedelijke verbinding, maar in Wallonië en meer bepaald bij de TEC werkt dat niet zo. Vooral tussen Ciney en Ohey is de dienstregeling uiterst dun, zo dun dat we zelfs verplicht zijn om in Ciney de bus te nemen van 8:24. Onnodig te zeggen dat we vroeg uit de veren moeten.
In Halle nemen we IR 3905 naar Brussel-Zuid (6:09-6:19) - die bestaat uit vierledig stel 826, dat al aardig bezet is. De rit verloopt vlekkeloos, zodat we ruimschoots de tijd hebben om in Sam's Café koffie in te slaan, die we meteen op de volgende trein bij het ontbijt zullen nuttigen. Dat is ms 521 (IC 2106 Brussel-Zuid 6:33 - Ciney 8:00). De werken voor het GEN zijn opnieuw volop van start gegaan, maar de invloed op de stiptheid is miniem. We bereiken Ciney dan ook stipt. Ab4309 (stelplaats Ohey - een Van Hool) staat langs de kant, maar komt toch min of meer op tijd voorrijden. Van de 4 minuten vertraging bij vertrek blijft er in Champion niets meer over. Aankomst 8:38, precies zoals voorzien. Het is er heerlijk stil en fris. Het heeft ongetwijfeld zijn charme, vroeg beginnen stappen.
De terugrit vanuit Leignon verloopt al even voorspoedig als de heenreis: goeie ouwe 229 brengt ons als trein 5784 van Leignon (13:48) naar Ciney (13:51). We krijgen in die korte tijd zelfs contole, en moeten ook onze verminderingskaart (088) tonen. Zo zou het eigenlijk altijd moeten. In Ciney is de overstap bijna ideaal: niet te lang, niet te kort, en op hetzelfde perron. IC2135 wordt gesleept door loc 1359, en bestaat ui 5 M6-rijtuigen. Wij zitten in rijtuig 61023. In Ciney (14:00) vertrekken we met 4 minuten vertraging, en het duurt tot Brussel-Luxemburg tot die volledig is opgeslorpt. Elektrische stellen klaren dit zaakje duidelijk vlugger. We krijgen opnieuw snel controle, en deze keer worden onze internetbiljetten zelfs ingescand. Ook nu moeten we onze kaarten bovenhalen. Soms reis je weken zonder deftige controle, nu krijgen we er 2 op 15 minuten tijd. Nogmaals: zo zou het altijd moeten zijn. Brussel-Noord bereiken we met 1 minuutje vertraging, maar dat brengt de aansluiting met IR3286 niet in het gedrang. We hadden trouwens ook kunnen doorreizen tot Brussel-Zuid, waar de aansluitingstijd 8 i.p.v. 4 minuten groot is. Ms312 brengt ons stipt naar Halle (15:22 - 15:45), waar het weer ondertussen even wat vriendelijker is geworden.
Dit GR-traject biedt ook wel wat mogelijkheden voor de spoorwegarcheoloog. Het begint al meteen in Champion, waar de oude trambedding van de lijn Ciney - Andenne nog behoorlijk te traceren is in het landschap, behalve waar nieuwe landbouwgebouwen pal op de bedding zijn neergezet. Onderweg verraden bomenrijen onmiskenbaar de loop van de bedding. Wat verder kom je als liefhebber langs de oude NMBS-lijn 126 van Ciney naar Statte. Men is volop bezig met de aanleg van een RaVEL.
Voor onze laatste vakantiewandeling (daarna zoeken we het weer wat dichter bij huis) rijden we naar Schönberg. We baseren ons op een folder "Wandelingen St.Vith" met aankoopdatum 21 juni 1983. Ik hoor sommigen al denken: wat kun je daar nu nog mee doen? Eerlijk, van bewegwijzering op de paden S1 en S3 valt niets meer te bespeuren, maar je kunt beide wandelingen nog perfect volgen, op een klein stukje S1 na waar de weg nog wel herkenbaar maar toch zo goed als verdwenen is. Voor de rest wordt dit een waardige afsluiter van mijn laatste zomervakantie. Volgend jaar rond deze tijd krijg ik namelijk levenslang(e vakantie), als er niets meer mis loopt. Het is een tocht met de nadruk op bos, maar met af en toe ook mooie vergezichten, en met de Our, een prachtig riviertje, in een discrete nevenrol. De TWQ bedraagt 67 %, maar ook de verharde wegen bieden veel moois, zodat we terecht van een geslaagde uitstap kunnen spreken.
Van alle verplaatsingen van deze vakantie kondigt deze zich als de moeilijkste (alhoewel vlotte) aan. Er kan op weg naar Schönberg zoveel verkeerd gaan, dat het niet denkbeeldig is dat we het lieve dorp nooit bereiken. Van Halle naar Brussel-Zuid lukt het nog wel: we nemen zelfs een vroegere trein dan gepland: IR 3256 (7:15 - 7:25) naar Brussel-Zuid, met o.a. ms 354. De 3906 heeft weer vertraging, maar anders dan gewoonlijk vertrekken we eerst met de 3256 en we mogen zelfs meteen op lijn 96, zodat we niet de gewone voorrang moeten verlenen in Lot. Voor vandaag heeft men een variant in aanbod: de 3906 wordt in Halle meteen de 96N op gestuurd en zal ons uiteindelijk in Ruisbroek voorbijrijden. Dat resulteert in 2 minuten vertraging voor onze 3256, maar uiteraard hebben we meer dan overstaptijd genoeg. We nemen nl. de 506 (Brussel-Zuid 7:57 - Liège-Guillemins 9:03) en die komt zonder al te veel vertraging door de NZV, en dan gaat het voor de rest vlot. Loc 1352 duwt o.a. 11812, en we bereiken Liège zelfs nog een minuut te vroeg. In Liège moeten we de IR 113 naar Luxemburg nemen. Die staat zonder vertraging aangekondigd en dus kunnen we de eventuele noodvariant via Verviers plus bus opbergen. De Luxemburgse loc 3014 trekt een mooie sleep I6-rijtuigen (3 tweedeklasrijtuigen en 1 eersteklasrijtuig: 11615): het blijft één van mijn favoriete treinen (en lijnen) al wordt mijn enthousiasme wat bekoeld als we net voor Tilff opgehouden worden om de 5579 (de L van Jemelle naar Liers) en de 108 (onze tegenligger op de lijn Luxemburg - Liers) door te laten. Blijkbaar wordt er aan een brug gewerkt, en dat kost ons 8 minuten vertraging, waarvan op geen enkele manier gewag gemaakt wordt op de website van de NMBS. Dat is toch wel een belangrijke lacune, vind ik, op een lijn met beperkt verkeer en met nogal wat aansluitingen met TEC-bussen onderweg: Aywaille, Trois-Ponts, Vielsalm, Gouvy. Die 8 minuten zijn alarmerend genoeg met 9 minuten overstaptijd in Vielsalm. Echt veel inlopen van de vertraging zit er niet in: in Vielsalm bedraagt de vertraging nog altijd 7 minuten. De bus van lijn 401 staat echter mooi klaar voor het station, en de chauffeur maakt zelfs nadat we ingestapt zijn, nog niet meteen aanstalten om te vertrekken. Het is ab7561-17, een Mercedes O.405 van de firma Satracom die ons via Sankt-Vith naar Schönberg zal brengen. Er is onderweg zelfs aardig wat belangstelling voor deze rit, maar dat heeft alles te maken met de markt in het stemmige stadje. Veel keuze biedt deze buslijn niet: de voor ons enige haalbare bus is deze van halfweg de voormiddag; de enig haalbare bus terug is die van halfweg de namiddag. Het heeft me zelfs verplicht de oorspronkelijke combinatie van wandelingen te wijzigen, zodat we met iets minder dan 12 km in de voeten nog terug thuis raakten. Even tussen haakjes: deze lijn moet het licht gezien hebben eind jaren 1940, maar dan wel onder het nummer 296. Voor de inwoners van Schönberg moet dat een zegen geweest zijn, want een bediening door de pittoreske spoorlijntjes in de streek had er voor hen nooit ingezeten. De oorspronkelijke bediening bestond uit 2 ritten heen en terug. Nu in 2008 bestaan deze ritten nog altijd, zij het enigszins verschoven en versneld, en aangevuld met enkele beperkte ritten die duidelijk op een schoolpubliek gericht zijn. De vervoersbehoeften zijn hier in bijna 50 jaar niet veranderd, of moeten we er eerder van uitgaan dat men nooit de moeite gedaan heeft om deze lijn wat meer op de realiteit af te stemmen?
Nochtans, de bus van de terugrit (hetzelfde voertuig en dezelfde chauffeur van de heenrit), heeft minstens 12 reizigers mee, wat toch wel op een zeker potentieel wijst. Het vertrekuur in Schönberg is 15.37, het aankomstuur in Sankt-Vith 15:56. Dat wordt door de chauffeur schitterend gerespecteerd. Na enkele minuten zal deze bus doorrijden naar Vielsalm. Wie nu denkt dat we ons parcours van vanmorgen overdoen, zit rats verkeerd: deze bus komt in Vielsalm namelijk enkele minuten te laat aan om aansluiting te geven met de IR naar Liège. Dan is er eens een bus, dan maakt men hem op deze manier voor een deel van het publiek onbruikbaar. Begrijpe wie kan: in deze tijd zou het zelfs mogelijk moeten zijn om met de gegevens van de elektronische planners te onderzoeken waar aansluitingen net de mist in gaan. Gelukkig bestaat er voor ons een alternatief: om 16:25 vertrekt er in Sankt-Vith een bus van lijn 394 naar Eupen (ak. 17:32) en zo geraken we toch zonder al te veel tijdverlies op weg naar Brussel. Bus 7521-24 van Blaise is een erg comfortabele Setra met Mercedesmotor, even degelijk als de wat oudere chauffeur die er mee rijdt. Het wordt een aangename rit, waarschijnlijk voor het laatst dit jaar over de Hoge Venen. Van Eupen gaat het naar Brussel-Noord met IC 541 (18:12 - 19:54). Deze rit verloopt vlekkeloos. Rest ons nog wat wachten op de CR naar Geraardsbergen (1591) van 20:17, die ons om 20:37 in Halle zou moeten deponeren. Blijkbaar schort er iets met de deuren (en in het laatste stel 994 waar wij zitten is er evenmin licht), zodat we Halle uiteindelijk bereiken met 7 minuten vertraging. Slecht voor mijn vertragingsstatistieken, maar uiteindelijk onschuldig. We hebben zowel voor heen- als voor terugreis gebruik gemaakt van de enig mogelijke verbinding Halle - Schönberg, en het is ons nog gelukt ook. Plaats daar nog een mooie wandeling bovenop, en we kunnen terugblikken op een geslaagde dag.
In 1997 verscheen bij de Uitgeverij Labor in samenwerking met de RTBF "Guide des Chemins du rail (Volume 1)" van Gilbert Perrin. Perrin is op zoek gegaan naar restjes oude spoorweg (trein en tram), en dat heeft geresulteerd in een bijzonder handig werkje met 40 suggesties voor wandelingen, waarvan telkens minstens een deel over de oude spoorbedding loopt. Voor de terugkeer is gezocht naar interessante mogelijkheden langs zoveel mogelijk onverharde paden. Voor lijn 150 (Tamines - Jemelle) worden 2 mogelijkheden beschreven: Rochefort - Villers-sur-Lesse en Houyet - Hour. Wij kiezen vandaag voor het laatste.Over een kleine 4 km (van de 10) wordt de oude lijn 150 gevolgd, meer bepaald tussen Houyet en Hour-Havenne). We kwamen o.a. over enkele oude Lessebruggen, een trio goed bewaarde mistbakens, en liepen er ook door een 450 m lange, spijtig genoeg verlichte tunnel. Ook de terugweg mocht er zijn: een onverharde weg halfweg de helling met mooie vergezichten op en over de Lessevallei. Spijtig genoeg moest een laatste stukje weg zonodig geasfalteerd worden, wat de TWQ van 86 % terugbrengt tot 71 %. Enige reden voor de asfaltering: de bediening van de wat protserige Ferme de Harroi, restaurant, manège e.d.m. Je kunt maar raden hoe vaak de Schepen van Openbare Werken van Houyet gratis gebruik zal mogen maken van de diensten van dit etablissement.
Zelfs op zondag (en zeker in het kayakseizoen) is Houyet bereiken uiterst makkelijk. Wij deden het als volgt:
- van Halle namen we de IC1906 van 7:27 naar Brussel-Zuid 7:39. Loc 2148 duwt o.a. rijtuig 51036; - van Brussel-Zuid gaat het naar Dinant met ms 437 (8:03 - 9:39); - en in Dinant nemen we de ICT 6945 met mw 41 (4123); de twee mw brengen ons stipt naar Houyet. De dienstregeling is dan ook 5 minuten langer dan die van de reguliere L-treinen, en dat is nodig, want in Anseremme worden beide motorwagens bestormd door horden kayakkers, die vooral bier, wijn en slechte manieren aandragen. Het doet me aan commerciële zenders en aan de fata morgana's van een andere zender, die beter zou moeten weten, denken. Uiteraard loopt ook de kleine eersteklasseafdeling vol. Bij controle blijken zowat alle reizigers over treinbiljetten te beschikken. In Anseremme loopt wel een kanariepietje van de NMBS op het perron, maar die heeft die biljetten zeker niet aangemaakt. Ik vraag me dan ook af hoe al deze gelegenheidstreinreizigers aan hun biljetten komen in het onbemande station van Anseremme.
De terugreis in de vroege namiddag verloopt probleemloos: - Houyet - Dinant (13:54 - 14:09) met L8064 (mw 4162), die met het gewone minuutje vertraging in Dinant binnenrijdt; ik vermoed dat het binnenrijden in Dinant op het "bezette" spoor 1 die vertraging veroorzaakt; op spoor 1 staat immers ook al de IC naar Brussel te wachten: voor de reiziger is deze oplossing comfortabel én veilig, omdat de sporen niet overgestoken moeten worden; - Dinant - Brussel-Noord verloopt in ms 394 (IC 2435); de trein rijdt stipt: 14:21 - 15:48. In eerste klasse loopt de bezetting geleidelijk op tot zo'n 60 % en er blijken niet eens reizigers met een tweedeklasbiljet bij te zitten; - Brussel-Noord - Halle ten slotte doen we met IR 3937 (16:08 - 16:28) in ms 825.
We hebben er een uiterst relaxte en voor treinliefhebbers ook nog interessante uitstap op zitten.
Vorig jaar waren we gestrand op enkele kilometers van het eindpunt van GR130 die van Maldegem (het Krekengebied) naar Stavele (de IJzervallei) loopt. Gelukkig konden we dat korte eindstuk combineren met een nieuw stukje GR5A, zodat we vandaag bijna 18 km ver konden stappen, door een zo goed als volledig vlak gebied. De TWQ bedraagt 71 %, wat meer dan behoorlijk is in een grotendeels verhard West-Vlaanderen: daar zorgt een minuscuul paadje langs de IJzer voor, gedurende meer dan 10 kilometer, maar ook verderop ontdekten we nog wat overgebleven onverharde veld- en voetwegen. Toch liepen we ook vaak langs beton- en asfaltwegen, vaak langs kleurloze boerderijen, maar dat weet je eigenlijk vooraf als je naar dit deel van de Vlaanders trekt. Toch viel het allemaal nogal mee, en eigenlijk neem ik mijn hoedje af voor de ontwerpers van deze GR's in een gebied dat wandelaars niet altijd even veel te bieden heeft. Om het allemaal nog wat erger te maken, wordt op dit ogenblik het paadje langs de IJzer verbreed, zodat het weldra tot territorium verklaard zal worden voor de wielerterroristen.
De heenreis verliep vlot op deze zaterdagmorgen. In Halle namen we IC 1906 (7:27 - 7:39) die ons onder impuls van de duwende 2114 in rijtuig 58059 stipt in Brussel-Zuid deponeerde. We profiteren van een goede aansluiting naar De Panne: IR 3630 zal ons naar Veurne (7:56 - 9:54) brengen. We zitten helemaal vooraan in ms 439, met een bezetting van 50 % in eerste klasse. In Veurne blijven nog 3 minuten van de vertraging over die we in Denderleeuw hebben opgelopen. Het was de 2306 uit Poperinge die ons dat lapte. In Veurne rijden we op het rechterspoor binnen; ik kan me voorstellen dat je hier soms aan de verkeerde kant van de overweg staat te wachten tot de trein vertrokken is, en dat voor het station je bus vertrekt. Gelukkig is dat vandaag niet zo: ab 3773 (een Van Hool A360K) brengt ons langs lijn 50 naar de Oostvleterense halte Elzendamme, waar we stipt om 10:26 aankomen. Drie jongeren nemen zowat 8 plaatsen in door languit te gaan liggen, maar de chauffeur laat begaan. Achteraan maakt een luidruchtige gsm meer lawaai dan goed is.
De belbus (ab4330) zal ons van Proven naar Poperinge brengen. We bevinden ons hier in het belbusgebied Poperinge-Noord, en eigenlijk is de belbus toch wel een gezegende noodoplossing. Toen we lang geleden begonnen te stappen werd deze streek nog bediend door min of meer regelmatige busdiensten, maar in de jaren 1980 verschrompelden deze diensten tot school- en marktdiensten. Het was echt geen sinecure om hier te komen wandelen. Sinds de komst van de belbus kun je hier zelfs op zaterdag en zondag probleemloos aankomen en vertrekken. Je neemt er graag bij dat de bus nog ommetjes maakt langs de Trappistenabdij van Westvleteren en langs Abele. Enig probleem was dat Proven wat geteisterd is door werken, en daardoor is de haltepaal van de halte Proven Dorp verdwenen. Zeer handig als je voor het eerst in Proven komt... Vanuit Poperinge naar Halle zou geen probleem mogen vormen, maar op zaterdag en zondag is het dat wel. Door de slechte spreiding van de treinen (waaraan in december een einde zou komen), moeten we in Brussel-Zuid 52 minuten wachten. De reisweg langs Moeskroen is niet echt een alternatief, maar toch komen we 2 minuten vroeger in Halle aan, en de lange wachttijd wordt uitgesmeerd over het hele traject. Zo deden we het: - van Poperinge reden we met IC2316 naar Kortrijk (16:31 - 17:09) - ms 376 deed dat heel stipt; in Poperinge kon ik me wel nog eens druk maken over het lange stel M6 dat daar het weekend doorbrengt, en waarvan zo'n 5-tal rijtuigen ongelooflijk ontsierd zijn door graffiti. Ik denk soms: wanneer gaan die mannen zich eens te buiten gaan aan privé-wagens. Ik wed dat de kwaal dan op enkele weken de kop ingedrukt is. Maar nu het maar treinen zijn, kan men rustig verder doen; - van Kortrijk ging het naar Moeskroen met ms 716 (17:23 - 17:31) voor een korte, snelle rit; - van een goede aansluiting is hier in Moeskroen geen sprake: de IC vertrekt pas om 18:09, maar dat is alvast minder dan in Brussel, en de trein staat hier ook veel langer klaar: het is hetzelfde rijtuigenstel als vanmorgen, maar deze keer kiezen we voor rijtuig 51043. Met één minuutje vertraging komen we in Halle aan, na een lange omzwerving. Dat was ook de TBG van IC 716 opgevallen, maar hij wist dat ik het allemaal wel goed uitgekiend zou hebben. Ik verdenk er hem van dat hij mijn tekstjes leest.
Ik weet niet of je dit deeltraject van de GR 57 tussen La Roche en Nadrin, dat bijna 17 km lang is, nu moeilijk, zwaar, gevaarlijk of spectaculair moet noemen. Het heeft van alles wat: het is zwaar door een drietal beklimmingen (La Roche, Cheslé en Hérou), moeilijk door het niet altijd even begaanbare pad langs de Ourthe, gevaarlijk door het pad (?) dat over de rots van de Hérou loopt, rakelings langs de ravijn en spectaculair om al deze dingen. Feit is dat je dit pad best kunt volgen als je wat conditie hebt, en de laatste dagen hebben we die blijkbaar voldoende opgebouwd om tegen een stootje te kunnen. Met een TWQ van 87 % scoort dit stukje GR ook bijzonder hoog: eigenlijk is er alleen in La Roche en na Maboge wat verharde weg: voor de rest is het een rits boswegen en paadjes langs de Ourthe.
La Roche bereiken is niet echt een probleem, maar Nadrin, dat is een ander paar mouwen. Met amper 2 bussen per dag in elke richting op lijn 15/2 is het een van die verbindingen waarvan je je afvraagt of de TEC-NL er zelf nog in gelooft. Nee dus, want de bussen rijden bovendien op de onmogelijkste momenten. Van Nadrin naar La Roche rijdt de bus al voor 15:00, en dat haal je niet, tenzij je in een stuk doorstapt. Naar Houffalize dan maar, en dan van daar verder proberen te geraken.
We namen 's morgens de IR 3906 (Halle 7:09 - Brussel-Zuid 7:19 - ms 815): er is veel plaats vandaag, en daar zal de vooravond van het verlengde weekend wel voor iets tussen zitten. Van Brussel-Zuid naar Marloie (7:33 - 9:15) gaat het met de Vauban. Die is vandaag 4 rijtuigen langer dan normaal: 2 eersteklasrijtuigen en 2 tweedeklasrijtuigen werden vooraan toegevoegd, net achter loc 2003. Ook dat zou wel eens met de terugkeer van de eurocraten net voor het lange weekend te maken kunnen hebben, maar dat is speculatie. We zitten in het Zwitserse rijtuig 61 85 1090 244, en beleven onze aangenaamste verplaatsing van het jaar. Het zitcomfort is top, het blijft er rustig, het rijtuig rijdt prima, en vanaf Namur rijdt de trein ook nog perfect op tijd. Alleen stapt in Ciney een dame op met een hondje dat mogelijk wat te diep in de fles Black&White gekeken heeft. Hij kan zich in eerste instantie nauwelijks rustig houden, maar kalmeert na een tijdje, typisch gedrag voor dronkaards. We bereiken Marloie perfect op tijd.
Lijn 15 is de snelste verbinding tussen Marloie en La Roche: ab 4812 (van Marloie: een Jonckheere 041-II) zou ons op 29 minuten (9:23 - 9:52) in La Roche moeten brengen, maar dat is onmogelijk. Met 7 minuten vertraging bereiken we de Quai du Gravier, en je moet je afvragen - vermits dit geen alleenstaand feit is - hoe lang de knoeiers van de TEC-Luxemburg nog compleet onrealistische dienstregelingen zullen opstellen. Want de chauffeur is op tijd vertrokken, en heeft echt geen tijd verloren onderweg.
Voor de terugrit is het dus wachten op lijn 15/2. Die moet in Nadrin doorkomen om 16:57 en in Houffalize aankomen om 17:19. Ook hier is de dienstregeling te krap, al beperkt de schade zich tot 2 minuten. Met een 12-tal reizigers moet dit een van de betere dagen zijn van lijn 15/2. De bus is een Jonckheere S2000T van Marloie. En dan wordt het wachten op aansluiting. Lijn 163c zou ons naar Gouvy kunnen brengen, maar de bus komt daar 2 minuten na het vertrek van de trein naar Liège aan. Het minder aantrekkelijke alternatief is wachten op dé 1011: dat geeft ons meteen de kans om zowat heel Houffalize te ontdekken, want we hebben 1 uur 22 minuten overstaptijd.
Althans, dat vermoed ik: vanaf 1 september wordt lijn 1011 vrij duchtig aangepast; wie de volledige en precieze en volledige dienstregeling per halte opvraagt op de website van de TEC, krijgt alleen nog die vanaf 1 september te pakken. Niet echt handig als je op 14 augustus reist. Gelukkig kun je nog wel pdf-versies van de oude en de nieuwe dienstregeling op de site vinden. De voornaamste wijziging is wel dat zowat alle bussen voortaan vanaf Werbomont via de E25 naar Chênée rijden: dat levert een tiental minuten tijdswinst op. Voor Harzé betekent dat wel een serieuze terugval op het vlak van openbaar vervoer, voor Aywaille is het alleen erg voor wie naar Harzé, Houffalize, Bastogne enz. moet, want tussen Liège en Aywaille mocht je toch al niet op deze bus. De bus komt aan met een achttal minuten vertraging: zo goed als alle zitplaatsen zijn dan ook ingenomen. Het is de 6081-26 van LIM-Collard-Lambert, een BOVA Lexio. Dat betekent dat alle grotere rugzakken, koffers e.d. in de kofferruimte moeten van dit autocarachtige ding, en dat leidt tot tijdsverlies aan de meeste halten. Het is bovendien akelig om te weten dat je bagage wel eens per vergissing zou kunnen worden meegenomen, door de verkeerde. Het is al gebeurd! De bus volgt de normale reisweg, zoals we hem al ettelijke keren hebben weten doen. Maar vanaf Aywaille loopt het anders: de bus slaat rechtsaf, richting autoweg, in plaats van linksaf naar Aywaille Place. De chauffeur meldt nog dat reizigers voor Aywaille en Beaufays hier aan een nieuwe halte van de 1011 moeten uitstappen. (Waarom dit nu al gebeurt, terwijl de dienstregeling officieel pas op 1 september wijzigt, is me een raadsel. De TEC-Luxemburg houdt van raadsels: dat zal ook wel de reden zijn waarom er nog altijd talrijke haltebordjes zijn zonder informatie.) In Remouchamps gaan we de autoweg op, en dat maakt dat we sneller dan voorzien in Liège aankomen.
Dat is uiteraard meegenomen, al is de IC naar Oostende net vertrokken. Gelukkig staat er nog een IC, al is die wel van een erg verschillend kaliber: het is de 1742 naar Saint-Ghislain. Loc 2701 trekt een 6-tal M4's, wij zitten achteraan in 58065. Vertrek is voorzien om 20:06, aankomst in Brussel-Noord 21:23. Tussen Liège en Landen is de treinbegeleider in een vrij stevige gsm-discussie met het thuisfront (?) verwikkeld, maar hij slaagt er toch in 2 biljetten te knippen. Ik krijg zelfs te horen dat we in Brussel moeten overstappen, en dat hij dat zegt omdat ze soms wel in Halle stoppen. Inderdaad, de laatste rit van de dag! IR 3942 (21:32 - 21:51) brengt ons met ms 810 van Brussel-Noord naar Halle. Onze rust wordt geslachtofferd door 3 verschillende NMBS'ers. Een is van Securail; moeten die niet voor rust zorgen op de treinen? Onderwerp van gesprek: het verschil in mentaliteit tussen Haine-Saint-Pierre en La Louvière tijdens de carnavalsperiode. We komen nog een minuutje te vroeg in Halle aan; de stevigste uitstap van deze vakantie is achter de rug...
Vanmorgen is mijn eerste werk de pc aanzetten om te kijken hoe het met het weer gesteld is. Buiten is het al een tijdje aan het regenen, zonder veel wind, en nu komt het eigenlijk gewoon neer op: hoe ver is de regenzone opgeschoven? Het beeld is verkwikkend: als de regenzone tegen deze snelheid over het land blijft scheren, starten we met droog weer. En dat zal achteraf ook correct blijken te zijn, al moet ik daar nog een belangrijke voetnoot aan toevoegen. Na enkele kilometers worden we getrakteerd op een stevige bui, die blijkbaar - getuige de radarbeelden die ik 's avonds bekijk - precies onze wandelregio had uitgekozen. Na een twintigtal minuten pijpenstelen liepen zowat alle 27 wandelaars er drijfnat bij. En dat terwijl we van de ene holle weg naar de andere stapten. Zo konden we aan den lijve ondervinden hoe zo'n holle weg ontstaat en altijd maar dieper uitgegraven wordt. Want het eerste deel van onze wandeling stond volledig in het teken van de holle wegen: we kregen enkele prachtexemplaren onder onze voeten, en zolang het droog bleef was het volop genieten van deze wondere wegen. Toen we rond de middag in Loksbergen aankwamen, bij het museum "De Reinvoart" waren we alweer wat opgedroogd. De enthousiaste gidsen toonden ons hun museum met gepaste trots. Het zegt wel veel over mijn mede-wandelaars dat de meeste curiosa die hier tentoongesteld worden, gewoon uit onze jeugdjaren stammen. Straks worden we ook opgezet in een heemkundig museum. Droog en tegelijk gelaafd konden we het tweede deel van onze tocht aanvatten: geen holle wegen meer, daarvoor waren we te diep in de vallei van de Velp afgezakt, maar wel een wat bizarre Rotemse Molen, en heel wat herinneringen aan De Slag der Zilveren Helmen, die hier in deze contreien geleverd werd, precies op de dag na 94 jaar geleden.
De tocht is iets meer dan 15 km lang. Toen we hem verleden jaar uitstippelden en verkenden, wisten we al dat het een mooie én interessante tocht zou worden. Mijn mede-stappers komen me dat enkele keren bevestigen. Het mooie weer van de namiddag, met nog altijd imposante, maar nu onschuldige cumuluspartijen, en het streeklikeurtje hebben ons de intense buienellende snel doen vergeten. Met een TWQ van 47 % scoor ik net iets lager dan goed, maar de kwaliteit van de niet-verharde wegen zal velen de indruk geven dat ze nauwelijks op asfalt gestapt hebben.
Uiteraard reisden we tegen groepstarief. Nu ja, uiteraard is een iets te uitbundige verwoording, want vanzelfsprekend lijkt dat al lang niet meer te zijn. Ik wil jullie het verhaaltje niet onthouden. Op 16 juni (!) diende ik via de website de aanvraag in voor de groepsreis. Zoals dat mijn gewoonte is, voeg ik daar wat commentaar bij; IC1507 van 8:40 zal ons uit Brussel-Noord net op tijd in Diest brengen om daar om 9:40 de bus van lijn 22 te nemen naar Zelk, ons vertrekpunt. Hoe het van Halle naar Brussel-Noord moet, laat ik aan de Cel Groepsreizen over, omdat ik niet weet welke treinen tussen Halle en Brussel toegelaten zijn. Ik suggereer zelfs dat we van het groepstarief afzien tussen Halle en Brussel, en gebruik maken van de Keycard. Voor de terugreis kan er nauwelijks een probleem zijn: Diest - Brussel-Noord met IC 1539, en dan nog een trein naar Halle, opnieuw te bepalen door de Cel Groepsreizen. Na een vijftal weken ("We helpen u zo snel als we kunnen...") krijg ik het voorstel van de NMBS. Ik val net niet plat achterover, als ik het voorstel bekijk: aankomst in Diest met overstap in Leuven om 12:06. Onderaan staat de laconieke mededeling is dat dit de eerst mogelijke verbinding is tegen groepstarief. 's Avonds: een voorstel met overstap in Leuven. Ik begrijp dit dus niet: de beide IC's zijn treinen met een maximale samenstelling die wij ('s morgens) gebruiken als de pendelaars het schip verlaten hebben en ('s avonds) voor ze het schip opnieuw bezet hebben. Ik grijp dan ook meteen naar de telefoon, maar ik kan eigenlijk net tegen een muur praten. Zeggen dat die beide IC's praktisch leeg rijden, de truc met de Keycards uitleggen, het haalt allemaal niets uit. Resultaat is dat ik de groepsreis laat annuleren. Dit heeft echt geen zin. Ik werk een systeem uit met 4 verschillende tarieven: 65+ of niet, persoonlijke vermindering of niet. Want tot overmaat van ramp geldt het seniorentarief pas vanaf Leuven. Ik moet mijn mensen afschuwelijk hoge prijzen aanrekenen, zeker in vergelijking met het goedkope groepstarief. Toch laat ik dit niet zo: ik bel naar de ombudsman, en daar vertelt een vriendelijke stem me dat dit niet het eerste probleem is met de groepsreizen. Ze vraagt me om alle gegevens per brief door te sturen, en dat doe ik dan ook prompt: mijn eigen aanvraag met commentaren, de C3 die ik van de Cel Groepsreizen terug gekregen heb, en mijn bezorgdheid, ook als individueel reiziger, omdat het aantal groepen zonder reservering alleen maar kan toenemen. Uiteindelijk bezondigen we er ons zelf ook aan. Ik ben dan ook erg verbaasd als ik op een 29/07 een mailtje vind met de vraag de Cel telefonisch te contacteren. En zie: plots lijkt alles op te klaren. Ik krijg zelfs te horen dat ik in mijn eigen voorstel alles op een presenteerblaadje aangereikt heb, en dat hun eerste voorstel alles behalve klantvriendelijk was. Of ik nog interesse heb voor de groepsreis? Natuurlijk heb ik daar interesse voor, ik zal sommige koppels 10 EURO kunnen terugstorten. En plots kan het allemaal: de 1507 tussen Brussel en Diest, de rechtstreekse verbinding tussen Diest en Halle 's avonds met IC 1539. Alleen voor 's morgens is er geen oplossing (tenzij de Keycard) omdat er niet meer gereserveerd wordt naar Brussel tijdens de spits, en 's avonds moeten we ons tevreden stellen met de CR naar Braine-le-Comte, maar kom, dat scheelt nauwelijks in tijd. De dag zelf loopt er - wat de groepsreis betreft toch - maar een kleinigheid mis: we worden verwezen naar het tweede rijtuig van de 1507, maar daar is niets gereserveerd. Volgens de TBG hangen de klevers mogelijk in het tweede treindeel, dat van Knokke. Maar er is plaats zat! En zeggen dat we deze trein niet mochten nemen wegens zijn bezetting. De terugreis verloopt vlot, snel en probleemloos. En toch...
Vermits we 's morgens vrij konden kiezen, viel mijn oog op P 7574 van 7:55 (ak. Brussel-Noord om 8:14). Dat gaf ons voldoende ruimte, maar ik vermoedde dat deze trein wel niet zo dik bezet zou zijn. Dat bleek ook waar te zijn: loc 2127 trok zijn sleep M4 (wij zaten in 52169), en we konden gewoon bij elkaar zitten, alsof er gereserveerd was. Natuurlijk zat er hier en daar een sukkel tussen ons, die de uitbundigheid van de groep moest ondergaan. We bereikten Brussel-Noord met 4 minuten vertraging. Op de schermen stond er één trein met vertraging: de onze. Tien minuten. Dat kon nog wel meevallen: we hadden weliswaar maar 6 minuten overstaptijd in Diest, maar de trein zou wel wat vertraging inlopen, en als we in Diest de 22 misten, konden we nog altijd de 299 nemen, zo'n 20 minuten later. Tot de vertraging plots aangepast werd: van 10 ging het ineens naar 35 minuten! Ik kon me al perfect de samenstelling van deze trein voorstellen: probleemstellen M6, hoe zou het anders kunnen. We stonden op spoor 1 en zagen trein na trein perfect op tijd aankomen en vertrekken, behalve de onze. Die vertrok uiteindelijk met 39 minuten, en hield er daar in Diest nog 35 van over. Loc 2752 en 69031 maakten voor ons de dienst uit. We trakteerden onszelf op zitjes in de vroegere eersteklasafdeling van het multifunctionele rijtuig. Wat eerst een krappe aansluiting trein/bus leek te worden, werd nu plots een erg ruime aansluiting. Het werd dus niet de bus van 9:40, maar die van 10:40: een comfortabele Mercedes Citaro (3306-84), die ons met een goedgeluimde en geïnteresseerde chauffeur naar Zelk bracht.
's Avonds stapten we om 17:06 op de bus van lijn 22 in Halen (Singellaan). Oorspronkelijk was dat niet mijn bedoeling, maar het uur vertraging liet ons weinig keuze. In plaats van de bus van 16:06 (de geplande) en nog een nabespreekpint in Diest, werd het nog een snelle pint in Halen en meteen de trein op in Diest. Gelukkig reed de bus (ab 3307-01, een Citaro II) zo goed als op tijd. Toen we op het perron kwamen, konden we de trein in de verte al zien. Deze keer was er wel gereserveerd (in rijtuig 65008). Eén van de locs was de 2756, maar die hoorde eigenlijk bij het andere treindeel. In Brussel-Noord moesten we de IR naar Binche laten rijden (geen groepstarief mogelijk), maar de CR 3787 volgde 3 minuten later. Het was het Stellastel 777 dat ons perfect op tijd naar Halle bracht. De IR naar Binche telt nu 2 vierledige stellen: ik durf alvast wedden dat de bezettingsgraad in de verboden IR lager lag dan in de toegelaten CR, waar we zoals gewoonlijk enkele reizigers van de gereserveerde plaatsen moesten sturen.
Met Hacowa 93 op dinsdag, probeerden we vandaag toch wat vroeger thuis te zijn, maar ja, vroeger terug, is vroeger vertrekken. Normaal reserveren we dit voor de hete zomerdagen, maar ik vermoed dat die er dit jaar niet meer komen - over 20 dagen begint de meteorologische herfst! Het was dus een extra vroege uitstap, ook al omdat Lessive, waar we vandaag naartoe trekken, nu niet bepaald verwend wordt door de TEC. Nu, vroeg stappen kan enorm meevallen, en dat is ook vandaag het geval. De bossen van de Famenne blazen hun ochtendadem uit, en dat levert mooie panorama's op. We volgen 2 lussen, 3 en 5, waarvan vooral nummer 3 bijzonder goed meevalt. Lus 5 heeft wat last van verharding en volgt te lang een gelukkig niet erg drukke N955. Dat resulteert in een TWQ van 32 %. De kaart die ons inspireert is andermaal "Bewegwijzerde Wandelingen in de Boven-Lesse". De bewegwijzering van destijds is ondertussen vervangen door gestandaardiseerde plaatjes, en dat leidt ook tot een aanpassing van het parcours van L5, dat er ongetwijfeld beter door geworden is.
Early to bed, and early to rise, keeps a man healthy, wealthy and wise en we zullen dus vandaag al minstens op 3 vlakken ons voordeel doen. De eerste trein vertrekt in Halle om 5:15. Dat is de IR3254 naar Antwerpen-Centraal, maar we nemen hem vandaag natuurlijk maar tot Brussel-Zuid: 5:15 - 5:25 met ms 395. Zelfs op dit vroege uur slaagt men er niet in hem zonder hapering in Brussel-Zuid aan het perron te zetten.Twee tweeledige stellen moeten eerst buiten rijden, voor wij binnen kunnen. Met 8 minuten aansluitingstijd is zo een stilstand net voor Brussel-Zuid niet bepaald goed voor het hart; maar we slagen er zelfs nog in om koffie uit een automaat te toveren, niet bepaald een delicatesse, maar toch bijzonder welkom als toetje bij het ontbijt dat we op IC 2105 zullen nemen. Deze IC zal ons naar Jemelle brengen (5:33 - 7:22, met ms 502, en nog een ander ms 96). De treinbestuurder weet op bewonderenswaardige manier zijn rijstijl af te stemmen op de ruime dienstregeling. Ik geloof niet dat hij een keer een halve minuut ergens te vroeg aangekomen is, wat het vaak ergerlijk wachten drastisch beperkt. Hoeft het gezegd dat we Jemelle stipt op tijd bereiken. Het stationsbuffet is gesloten; dat wordt dus bijna een half uur wachtzaal, want de bus van lijn 166a naar Lessive vertrekt pas om 7:55. Het is ab5641-16, van Toussaint uit Beauraing, een Jonckheere Transit 2000 met Scania-motor. Ik vraag me opnieuw af waarom in dezelfde bussen van de pachters in het Halse alles los lijkt te zitten, terwijl dat hier (en elders) niet het geval is.
Wie denkt dat je voor dat vroege opstaan beloond wordt met een vlotte terugrit, komt bedrogen uit. Gelukkig bestaat er een oplossing door naar Éprave te stappen waar in de schoolvakanties enkele bussen van lijn 29 hun eind- en beginpunt hebben. Het moet een van de weinige lijnen zijn die niet uitgebaat worden op schooldagen, maar wel op alle andere dagen. Het is ab4125 van Wellin (die we nog niet zo lang geleden ook hadden tussen Wellin en Tellin) die ons naar Jemelle zal brengen: 12:12 - 12:31. Dat levert een schitterende aansluiting op met de IC naar Brussel. De aansluiting wordt wat langer doordat de IC met 9 minuten vertraging vertrekt. Het is ms 507, en het is heerlijk rustig: om te lezen vallen de oogleden net iets te vaak dicht, en dus halen we wat slaapachterstand in. Hoe ik het klaarspeel, weet ik niet, maar toch heb ik een mooi lijstje voor de specialisten: deze treinbestuurder mag wel voluit gaan en dat leidt tot de geleidelijke afbouw van de vertraging: Jemelle +9 - Marloie +8 - Ciney +7 - Namur +6 - Gembloux +5 - Ottignies +6 - Brussel-Luxemburg +1, en zo zou het blijven tot Brussel-Noord. Drie minuten volstaan voor de aansluiting met IR 3285 naar Geraardsbergen, met ms 305. We arriveren stipt in Halle. Thuis wil ik zo snel mogelijk weten wat de weersvoorspellingen zijn voor morgen. Vandaag is het best meegevallen, met een half bewolkte, vrij zonnige voormiddag, maar wat men ons reserveert voor morgen is andere koek: intense regen en stevige wind. In zo'n geval kun je alleen nog hopen dat het hele scenario al gespeeld is tegen de volgende ochtend, maar dat lees je in een volgende bijdrage.
Voor vandaag staat er wat steviger werk op het programma langs GR 15, en wel tussen Monschau en Eupen. Vroeger was dit de GR AE (Ardennen - Eifel) maar sinds de grondige hertekening van het GR-net in Wallonië heet deze GR15. Stevig is alvast het opstijgen uit Monschau naar de Hoge Venen, maar vanaf de Belgische grens (de echte, niet die van de Vennbahn) is het eigenlijk een lange afdaling naar de vallei van de Vesder. Het is een ongelooflijk knap stukje GR, dat een must is voor elke rechtgeaarde GR-wandelaar. Monschau is schattig - je houdt ervan of niet - en de trapjes en enkele mooie voetwegen langs de Kleiner Laufenbach, die de Rur voedt met heerlijk veenwater, zijn een mooie aanloop naar een schitterend traject aan de rand van de Venen, door het Ost-Hertogenwald, en voor een groot stuk langs de Getzbach. De Getzbach: ze lijkt zo uit de boeken van Bessy uit de verre kinderjaren te komen. Zelfs de bomen lijken op die van Willy Vandersteen. Het is een beek die het moet hebben van plotse versnellingen, over grillige rotsen, door een wondermooi bos. Helemaal op het einde loopt ze zich te pletter op de afdamming van de Weser (Vesder) in Eupen, waar het kunstmatige meer voor adembenemende vergezichten zorgt. Zelfs het deel tot Eupen is nog van hoge kwaliteit. De TWQ bedraagt 62 %, maar misschien vinden sommigen dat een lange geasfalteerde bosweg ook als trage weg beschouwd moet worden. Dan komt het cijfer nog wat hoger te liggen.
De bus 385 rijdt van Eupen naar Monschau (en Kalterherberg) en dat alleen op zaterdag en zondag. Vroeger zouden we ongetwijfeld voor de Vennbahn geopteerd hebben, maar nu moeten we het stellen met een busverbinding, die vier keer per dag rijdt, om de twee uur, en dat is frequent naar TEC-normen. Toch zal ook vandaag een en ander mislopen, maar deze keer is het niet de TEC die de miserie veroorzaakt. Halle (7:26) - Brussel-Zuid (7:37) verloopt probleemloos, in rijtuig 51034 met loc 2148 achteraan. Maar in Brussel-Zuid ziet het er minder fraai uit: er staat één trein op het bord met vertraging, de 506, en die zou ons naar Eupen moeten brengen. Nu is 15 minuten niet meteen een ramp, omdat tussen Brussel en Leuven en tussen Leuven en Liège heel wat vertraging kan ingelopen worden, maar ik vermoed dat er alweer iets mis is met de 13 (de Trees) die onze trein naar Eupen moet duwen. Dat wordt ook aangekondigd, en de trein wordt inderdaad niet geduwd door een 13, maar getrokken door een 21. (2119 - rijtuig 11813). Dan weet je wel hoe laat het is: 140 km/u i.p.v. 200 km/u: de vertraging zal niet slinken, eerder toenemen. In onze afdeling zit een wandelaar die zich blijkbaar al eerder ongerust gemaakt heeft, want de TBG komt nog even langs om hem op de hoogte te stellen van de nieuwe situatie. De aansluitingen naar Maastricht en Luxemburg zullen wachten in Liège. Voor ons is er minder goed nieuws: de trein zal beperkt worden tot Verviers-Central. Daar is de vertraging inderdaad al opgelopen tot 32 minuten. Er is wel een aansluiting naar Welkenraedt en Aachen, maar Eupen? De onderstationschef stelt ons voor de IR naar Welkenraedt te nemen, maar dat is het kluitje in het riet, of te wachten op de volgende trein naar Eupen. Dat is de enige oplossing voor ons. Ons hele dagprogramma schuift meteen 2 uur op. Eigenlijk hebben we nog geluk dat de 385 om de 2 uur rijdt, en dat we 's avonds in Eupen een halfuurdienst van Bellmerin naar het Bushof kunnen nemen. De koffie wordt vervroegd van Monschau naar Eupen, en we kunnen bij een banketbakker tussen Bahn- en Bushof zelfs koffie krijgen voor 1.00! De bus van 12:00 vertrekt met 6 minuten vertraging: 12:00 - 12:25. In Monschau is er zelfs nog een minuutje bijgekomen. De rit door Eupen is dan ook veel te scherp opgesteld voor ab7561-19 van Satracom, een Mercedes O.405. De vorige keer reed hier een Duitse bus: zou er een beurtrol zijn voor de bediening van deze lijn?
's Avonds nemen we de 725 aan de halte Bellmerin, het eindpunt van een soort stadsdienst op de verlengde lijn 725 van Verviers naar Eupen. Het is ab5649 van stelplaats Eupen, een Renault-EmiR312 (18:47 - 18:55). Er is een omleiding voor een rommelmarkt, en de bus arriveert 3 minuten later dan voorzien aan het Bushof. Wacht ons nog de klim naar het station. IC 542 staat al klaar. Loc 1355 sleept o.a. 11803. Dit lijkt een erg rustige rit te worden. In Welkenraedt stappen 2 jongeren in, en die krijgen meteen van de kordate treinwachtster te horen dat ze met hun 2de-klasbiljet niet in 1ste mogen. Als ze bij ons langskomt blijkt ze toch Vlaamse te zijn. De aankondiging in Eupen was in meer dan behoorlijk Duits en Frans gebeurd, ik zou gewed hebben dat ze van Welkenraedt was; later zou blijken dat ook haar Nederlands erg behoorlijk klonk. In Liège stapt een familie met 2 kinderen op: in het Pajottenland noemt men dergelijke kinderen die met veel lawaai een heel rijtuig terroriseren "miskweekt". Nochtans behoren ze tot een cultuur die de hele wereld weer gehoorzaamheid wil leren. Het is wachten op de TBG. Blijkt dat ze toch internationale eersteklasbiljetten hebben. Nadat de enige andere reiziger ook nog naar 2de gestuurd wordt, beslissen wij om naar het volgende rijtuig te verhuizen: 11812. Zo hebben ze het rijtuig voor zich alleen - misschien is dat de truc. Voor de rest verloopt de reis zonder veel problemen. Nog even IR 3942 naar Halle (21:08 - 21:28) met vierledig motorstel 844, dat ons een minuutje te vroeg in Halle brengt. Dat is precies 59 minuten later dan voorzien. Als je weet dat we op een bepaald moment 133 minuten achter zaten op ons schema, dan zul je moeten toegeven dat we stevig gestapt hebben, over een niet zo makkelijk parcours, dat eerst serieus steeg, en later door de vele stenen niet altijd moeilijk begaanbaar was.
Eigenlijk zou ik nu eens moeten proberen om bij de NMBS een schadeloosstelling te vragen voor de 2 uur vertraging die we door hun schuld hebben opgelopen. Want het is ten slotte hun vertraagde trein die ons 2 uur later in Monschau heeft doen arriveren. Maar omdat ik zeker ben dat ik bot zal vangen, bespaar ik me die moeite.
Dit is een van die zomers waarin je twee dingen kunt doen: zeuren over hoe slecht het weer wel is (terwijl de zomer met de normale waarden flirt, en zelfs iets te warm lijkt te worden...) of profiteren van elke dag goed weer die ons gegund wordt. Dat is de reden van onze driedaagse 4-6 augustus, want voor donderdag en vrijdag lijkt er weer weinig goeds in de maak. Ze voorspellen zowaar zomerse hitte vandaag en dat noopt ons tot een vroege start en een niet te lange wandeling. Tussen Hasselt en Bilzen hangt er een miniem laagje altocumulus castellanus - meestal belooft zoiets niet veel goed. Maar zoals gezegd: genieten wanneer het mogelijk is, en dat zullen we ook doen. Ik beschik over een niet eens zo oude folder van de VVV Bilzen Wandelgebied Bilzen - Alden Biesen, met o.a. het Alden Biesenpad van iets minder dan 11 km, dat we vandaag willen volgen, maar ook hier heeft de Grote Veranderaar toegeslagen. Van het pad is geen bewegwijzering meer te vinden, want er is ondertussen een nieuwe folder (die we ook kopen) en natuurlijk zijn de parcours op een aantal plaatsen gewijzigd. Koppig als we zijn blijven we toch het oude pad volgen, waarvan we zelfs nog een goed bewaard wegwijzertje terug vinden; op een probleem aan een weide van een boer die waarschijnlijk niet erg hoog oploopt met het begrip Trage Wegen na, is de wandeling nog perfect te volgen. Bilzen is voor ons een verrassing. Niet alleen kun je langs de Katteberg vlug en aangenaam de stad uit, maar het aantal trage wegen, van loswegen tot echt charmante voetwegjes, is hier nog opvallend hoog. Voeg daar de omgeving van de Commanderij van Alden Biesen en het Apostelhuis bij, en je hebt een wandeling met klasse. De TWQ bedraagt 64 % en dat is een aangename verrassing.
Zeker tijdens de week is van Halle naar Bilzen sporen geen probleem. In Halle nemen we om 7:09 de IR 3906 (bestaande uit 2 vierledige stellen, waaronder onze 813 van gisteren, waarin we opnieuw terechtkomen) en er volgt meteen een controle door de treinbegeleider. Dat is de verrassing van de dag, en dat zie je ook aan de snuiten van een aantal reizigers dat met veel tegenzin de treinkaart bovenhaalt. Begrijpe wie kan! Ik bedoel uiteraard de reactie van dit geborneerde zooitje zuurbonbons. We komen in Brussel-Zuid aan met een minuut vertraging, wat ons nog 10 minuten geeft voor de overstap op de IC 1506 naar Tongeren van 7:30. Voor ons is het onze maidentrip in deze combinatie rijtuigen - loc - rijtuigen - loc. Omdat ik vermoed dat de trein in Hasselt gehalveerd wordt, stappen we in het tweede treindeel in: daar hangt o.a. M6 61012, en het is loc 2760 die het duwwerk voor haar rekening neemt. Blijkt dat de trein in Hasselt toch niet gesplitst wordt en in zijn geheel doorrijdt naar Tongeren. De trein rijdt zo goed als op tijd over zijn hele traject, maar net voor Bilzen gaat het even langzaam. Zo komen we uiteindelijk toch nog met 2 minuten in het erg goed geconserveerde station van Bilzen aan.
De terugreis verloopt bijna even vlot. IC 1536 (Bilzen 13:52 - Brussel-Noord 15:21 - ms 531) krijgt vanaf Leuven wel de IC naar Oostende voor de voeten en vermoedelijk is dat de oorzaak van de 3 minuten vertraging in Brussel-Noord. Oorspronkelijk was het onze bedoeling om voor een keer door te rijden tot Brussel-Zuid omdat de aansluitingstijd naar IR3286 daar net een paar minuten langer is dan in Brussel-Noord, maar met de vertraging van de 1536 heeft dat geen zin meer. Het moet dan maar de 3936 naar Binche worden (Noord 15:32 - Halle 15:51). Eén vierledig stel lang is deze trein, en geloof het of niet, het is opnieuw de 813: 3 keer in 2 dagen! Die vertrekt dan wel op tijd in Brussel-Noord, maar toch zal hij op weg naar Halle wat vertraging oplopen. Blijkbaar is er wat aan de hand (geweest) op lijn 36 (vandaar misschien de verlate IC naar Oostende, maar ook nog 2 IC's naar Quiévrain met vertraging) en in Halle wordt den Binche ook nog opzij gezet om de IC naar Quiévrain door te laten.
De temperatuur is ondertussen opgelopen tot zo'n 29.5 °, zal ik thuis kunnen aflezen, en in een vierledig stel zorgt de luchtverversing er dan voor dat de hete lucht van buiten lustig naar binnen geblazen wordt. In de jaren 1970 was dat verbeterd comfort...
Als er iemand is die in de voorbije decennia zijn stempel gedrukt heeft op wandelen in België als individuele vrijetijdsbeleving dan is het wel Julien van Remoortere. In zijn Groot wandelboek Ardennen (ed.1996) beschrijft hij 100 lusvormige wandelingen - ik verdenk hem van een zekere aversie voor het openbaar vervoer, vandaar de lussen - en één daarvan situeert zich in Wanlin, rustig maar verwaarloosd dorp in de Famenne. De wandeling is net geen 6 km lang, maar als tussendoortje kan zo iets best meevallen. Dat is ook vandaag het geval. Vooral het gedeelte en corniche langs de Lesse is topklasse: een vlot stijgend en dalend rotspad dat ons naar de Pont d'Havenne brengt. Dan wordt het allemaal wat minder, maar paradoxaal genoeg is het laatste stuk langs de dubbelvaks macadamweg nog de moeite waard: dat komt vooral door de vergezichten over de glooiingen van de Famenne, met de Lesse (en zijn bijloop de Biran) helemaal beneden in de vallei. De TWQ bedraagt 40 %, en dat is wat tekenend voor deze streek waar onverharde wegen de neiging hebben dood te lopen.
De verplaatsing verloopt vlot, al kun je de dienstregeling van lijn 166 a (Jemelle - Houyet) niet echt goed gestoffeerd noemen. En de aansluiting in Jemelle is slecht. Het lijnnummer wijst erop dat we hier met een vervangingslijn te maken hebben. Toen de NMBS in de jaren 1950 een hele rits lijnen sloot, verdween ook de schitterende lijn van Houyet naar Jemelle (via Rochefort). Deze lijn was een onderdeel van een lange lijn 150 Tamines - Dinant - Jemelle; waarom de buslijn destijds 166a gedoopt werd, is me een raadsel. Want je raadt het, het was buslijn 166a die spoorlijn 150 moest vervangen. De NMBS verkocht de verbussing destijds door de vaak povere treindienst te vervangen door een frequentere busdienst; dat was ook hier het geval. Maar de overname door de NMVB, en daarna de opsplitsing van die laatste in De Lijn en de TEC waren even zoveel breekpunten. Telkens ging men over tot een inkrimping van de dienstregeling. Van een weekenddienst is hoegenaamd geen sprake meer.
Van Halle naar Brussel-Zuid gaat het met IR 3908 (9:09 - 9:19; ms 813). De twee vierledige stellen komen in Brussel aan met 1 minuutje vertraging. Dan moeten we IC 2109 (Zuid 9:33 - Jemelle 11:22) nemen: 2 ms 96; wij kiezen voor ms 513; veel verschil maakt het niet uit, want de 2 eersteklasseafdelingen hangen in het midden tegen elkaar geplakt. De trein geraakt geleidelijk vol: vanaf Brussel-Luxemburg worden reizigers met een tweedeklasbiljet toegelaten in eerste. Ik wijs er de treinbegeleider op dat dit niet fair is: ten slotte betalen we 5 keer meer voor onze rit dan de senior aan de overzijde. Misschien is dat de reden waarom de reizigers vanaf Namur naar 2de moeten. Nu, toegegeven, vermoedelijk deed de brave TBG gewoon wat mogelijk was. Met een tweetal jeugdgroepen (één met reservering) en een massa Walibigangers zat de trein inderdaad behoorlijk vol (klassiek zomerverschijnsel voor deze IC's die dan met een te korte samenstelling rijden), en gelukkig bleef het erg rustig. Dankzij de ruime dienstregeling heeft de volledige bezetting (inclusief enkele fietsen) geen dramatische gevolgen voor de stiptheid; in Jemelle komen we één minuut later aan dan voorzien.
Een probleem is dat niet, want de aansluitingstijd is er 48 minuten groot. Tijd voor een koffie in het stationsbuffet. Wie nooit de trein neemt, denkt bij stationsbuffet misschien aan die romantische ruimte uit de films van de jaren 1930 waar reizigers aankomen en vertrekken, met knorrige obers en ontroerende afscheidsscènes, maar tegenwoordig zijn de meeste buffetten verkommerd tot cafés waar de klanten terechtkomen die niet passen in het interieur van de chiquere taveernes. Dat is in Jemelle niet anders, al is de geur van het potje dat hier klaar staat voor het dagmenu best te smaken. We betalen elk 10 cent meer dan op het menu staat ( 1.60 i.p.v. 1.50), en op de enige rookvrije (wat een grap!) tafel staat een asbak. Hier was het ook dat ik enkele jaren geleden een smaakloze iced-tea van den Aldi uit een automaat toverde die nochtans duidelijk Lipton Ice-Tea afficheerde. Inspecteurs van wat dan ook: hier is iets te verdienen!
Het is ab5641-08 (een Jonckheere Transit 2000 van de Autobus Toussaint uit Beauraing) die ons naar Wanlin zal brengen. Blijkbaar is er een belangrijke wielerwedstrijd met aankomst in Jemelle. Op weg naar Rochefort en ook voorbij Rochefort ontplooit zich een stevige politiemacht, naast de gewone vrijwillige signaleurs. Toch komen we op tijd in Wanlin aan. Ik informeer nog even bij de chauffeur of er bussen afgeschaft zullen worden wegens de wedstrijd, maar hij beweert van niet: hoogstens zal er wat vertraging zijn.
Dat blijkt ook bij de terugrit: de bus van 15:31 heeft 5 minuten vertraging, en met 9 minuten aansluitingstijd in Houyet kan het krap worden. Uiteindelijk bereiken we Houyet met 3 minuten vertraging. Nochtans moeten net nu 2 oude dametjes weten hoe laat ze de bus terug hebben, en de chauffeur gaat uitvoerig op hun vraag in. De bus is een wat aftandse Mercedes O.405. Een nummer draagt hij niet meer, al kun je zijn oude nummer nog wel lezen: 5652-41. Dat zou een bus van Penning moeten zijn, maar mogelijk is hij ondertussen tweedehands in een andere garage terechtgekomen.
Van Houyet gaat het met de L 6086 naar Dinant. Een vader met kinderen is per vergissing op spoor 3 op zijn trein gaan wachten. Hij moet met het kroost helemaal over de overweg en dan terug: gelukkig hebben 2 dames de treinbegeleider op de hoogte gebracht. Mw 4157 arriveert met 1 minuutje vertraging in Dinant; ik heb de indruk dat dit minuutje een klassieker is. Op hetzelfde perron staat de Ic 2537 naar Brussel-Zuid te wachten: 2 breaks, wij kiezen voor die vooraan: ms 356. Het wordt een rustige rit tot Brussel-Noord, waar we alweer een minuutje te laat aankomen. Met 5 minuten overstaptijd naar IR 3739 is er niet echt een probleem, zeker niet als blijkt dat deze trein met 6 minuten vertraging aangekondigd staat. Dat worden er uiteindelijk 12, en even denken we erover om de CR naar Braine-le-Comte te nemen. Sommige reizigers doen dat trouwens; uiteindelijk zullen we een drietal minuten voor de CR in Halle aankomen (in ms 563). De treinbegeleider controleert tussen Brussel-Zuid en Halle en 9 (negen!) reizigers worden verzocht een plaatsje te zoeken in tweede, wat moeiteloos lukt. Negen reizigers, dat is één derde van wat er in de eersteklasafdeling zit. Ik besef dat de NMBS met andere prioriteiten worstelt, maar dit gaat toch te ver. Inspecteurs van wat dan ook: hier is iets te verdienen!
Op 6 juli liep onze poging om van Sankt-Vith naar Ligneuville te stappen langs GR56 op een sisser af, omdat de chauffeur van TEC-lijn 394 eventjes geen zin had om langs het station van Eupen te rijden, en vandaag doen we dus onze tweede poging. We plannen onze overstap nu in Verviers naar lijn 395, niet omdat we lijn 394 plots niet meer vertrouwen, maar omdat het nu zo iets beter uitkomt. Van Halle naar Brussel-Zuid namen we IR3256 (7:15 - 7:25 - ms 424), daarbij vergezeld van een aantal reizigers dat IR 3906 (van 7:09 met 6 minuten vertraging) laat voor wat hij is. De sukkels zullen andermaal bedrogen uitkomen, want ook nu vertrekken beide IR's zo goed als tegelijkertijd, maar logischerwijs zal het die van 7:15 zijn die in Lot die van 7:09 zal moeten laten voorgaan. Ons maakt het allemaal niet zo veel uit, want we zitten al op een vroegere trein dan die waarvoor we geopteerd hadden, en hebben dus een ruime aansluiting in Brussel-Zuid. Van Brussel-Zuid gaat het naar Verviers-Central met IC506: loc 1349 duwt o.a. 11818, dat tot Brussel-Noord goed gevuld blijft, maar vanaf dan delen we het rijtuig nog met een vijftal rustige medereizigers. Tussen Trooz en Pepinster maken we 7 minuten vertraging want in Olne moeten we opzij om de L-trein uit Verviers door te laten. Het spoor richting Liège is over enige afstand opgebroken en dat noopt tot verkeer op enkelspoor. Zeven minuten is meer dan de NMBS op haar site aankondigt, maar nog altijd veel te weinig om onze aansluiting (15 minuten) met de bus van lijn 395 in het gedrang te brengen. In Verviers wordt op dat vlak trouwens een traditie van betrouwbaarheid hoog gehouden, zeker voor de lange lijnen die daar vertrekken, zoals 390 en 395. Het is bus 7531-14 van LIM-Collard-Lambert, een Jonckheere Transit 2000. Onderweg zijn de restanten van het ambachtenfeest in Sart-lez-Spa en zelfs van de 24 uren van Francorchamps opgeruimd, en de rit verloopt dan ook vlot. We komen zelfs 6 minuten te vroeg in Sankt-Vith aan. (Wel verontrustend is dat de bus in Malmédy precies op tijd vertrokken is, en niet gewacht heeft op de aansluiting van lijn 745 uit Trois-Ponts, voor ons een even bruikbaar alternatief als het parcours uit Trois-Ponts.)
GR56 (ook genoemd GR van de Oostkantons) is een klassieker. Wie de Oostkantons wil ontdekken heeft een ferme kluif aan deze GR, en komt telkens weer tot de vaststelling hoe schitterend deze streek vecht voor haar authenticiteit van rust, beschaving en traditie. Als België ooit gesplitst zou worden, dan moeten we de aanhechting van de Oostkantons bij Vlaanderen eisen. Dan hebben we tenminste die nog om fier over te zijn, want de rest... We stappen bijna 4 km lang hetzelfde parcours als zaterdag, maar dat is net prettig: weten wat er komt, kan soms zo handig en geruststellend zijn. In Ober-Emmels kiezen we echter resoluut en definitief voor de GR. Die brengt ons naar het schiiterende Emmelser Wald (niet het laatste uitgestrekte bos van vandaag), langs het biermuseum van Rodt: een ongelooflijke verzameling flesjes en glazen, vooral Belgische... Ook herkenning kan een aangename gewaarwording zijn. Wie herinnert zich nog de oude etiketten van Affligem, Westmalle, Guinness? Alhoewel er gekookt wordt, mogen we er probleemloos onze bokes verorberen. Van het museum tot Recht loopt de tocht bijna volledig door het Emmelser Wald. Op onze weg komen we nog 2 merkwaardige kruisen tegen: het Hubertuskreuz en het Antonikreuz,dat volgens mij verkeerd staat op de NGI-kaart. Eigenaardiger nog is de Goldgruben, al heeft hier waarschijnlijk nooit een echte goldrush plaatsgevonden. Recht zelf is een erg mooi, rustig dorp, dat o.m. kan bogen op een museum in een oude leisteengroeve. De wagentjes op rails die daarvoor gediend hebben, sieren enkele hoekjes in het dorp. Door het even mooie Bambusch bereiken we Pont, met schattige kapel, vanwaar we de prille Amblève volgen tot Ligneuville, waar we de meeste horecazaken gesloten vinden. Gelukkig is er nog Saint-Hubert waar we op het terras kunnen nagenieten van een prachtige wandeling met een TWQ van maar 32 %, maar dat is typisch voor de Oostkantons: veel verharding, zelfs dwars door het bos, maar dat wordt hier rijkelijk gecompenseerd door de vergezichten en de sfeer.
Voor de terugreis rekenen we op de laatste bus richting Verviers. Die komt stipt om 17:59 aangereden (ab 7531-09, een Van Hool A600, opnieuw van LIM-Collard-Lambert), maar in Malmedy moeten we deze keer wel overstappen. De bus die ons van Malmedy naar Verviers brengt is de 7531-13, zelfde type als de 14 van vanmorgen. Die zet ons 1 minuutje later dan voorzien af in Verviers. De terugreis verloopt voorspoedig: IC 542 (Verviers-Cl. 19:34 - Brussel-Noord 20:54) ondervindt nauwelijks hinder van de werken op lijn 37, en bereikt Brussel stipt. Wij hebben daar een ruime overstap naar de CR naar Geraardsbergen (1592 - ms 629).
We konden het vandaag weer droog houden: tijdelijk was er wel wat bewolking (cumulus en stratocumulus), maar de zon kon meestal toch wel haar glanzende stempel op het weer drukken. Frisjes was het wel, en de hemdsmouwen werden pas tegen het einde van de wandeling opgerold. Maar voor hittehaters als wij, is dat natuurlijk precies wat we willen.