Hoe ik nu ineens op dat woord kom weet ik niet. Klakkeren. Toen wij kind waren gebruikten wij dat woord om bij iemand de klep van de brievenbus voortdurend open en dicht te laten vallen. Kinderstreken om iemand een beetje te pesten. Als we dan geklakkerd hadden, gingen we ergens achter een hoek staan om de reactie te zien. Allemaal zeer onschuldig. Zo hingen we soms ook een zwarte garen draad over de straat. Niemand ziet dat, maar als je daar tegen loopt of fietst geeft dat een eigenaardig gevoel. Er was een mevrouw, wij zegden daar signollebolleke tegen, omdat die een vals haarstukje op had, die ooit dat signolleke verloor met achter dat draadje te blijven hangen. Toen hebben we even schrik gehad dat ze hier of daar zou gaan aanbellen. Dat waren nog onschuldige kinderstreken.
|