Onze man van wie ik dacht dat hij ooit prof aan de KUL geweest was, heeft er wel de air van. Hij zegt nooit wat, ook geen goeiedag of goeie avond. Hij stapt altijd met zijn kin omhoog. Wat schrijf ik nu stappen, nee hij stapt niet hij schrijdt. Hij schuift zijn voeten met grote passen over de vloer. Zoals ik eerder al schreef is hij niet asociaal, maar eerder verlegen. Ik probeerde net weer een gesprek met hem te beginnen, maar hij vertrok zonder één woord. Toch krijg ik hem ooit aan de praat. Dat zijn dingen die mij intrigeren en waar ik graag de achtergrond van wil weten. Als ik meer weet schrijf ik het onmiddellijk. Vertelde ik al van de dame met de schaar? Een dame brengt bij de boterhammen altijd een schaar mee om haar korsten af te snijden. Nochtans geen harde korsten, maar het is uit gewoonte, denk ik. Korsten eet ze niet. Misschien een slechte herinnering uit haar kindertijd. Ik denk dat ik al schreef dat het woord "alstublieft" niet in haar woordenschat staat. Ze zegt gewoon "Boterham" als ze graag heeft dat die doos met boterhammen bij haar terecht komt. Het beleg dat hier voor iedereen klaar staat, eet ze ook niet, ze brengt haar eigen dingen mee. Het is altijd dezelfde kommentaar: "da eet ich ni zur" en dan haalt ze haar eigen pakjes en potjes boven. De man die daar ooit mee getrouwd was, moet afgezien hebben. Ze heeft een echt zuur gezicht. Toen een van de dames hier trouwde was zij de enige die er niet was. Enfin je kan lezen dat ik het er niet voor heb.
|