Brie komt van oorsprong uit het departement Seine-et-Marne in de Île-de-France, met de oorspronkelijke 'Brie'-kaas Brie de Meaux en Brie de Melun.
Beide zijn altijd beschermd geweest, maar er bestaan vele imitaties.
De Brie de Meaux en de Brie de Melun zijn de enige twee brie-soorten die ook een AOC-keurmerk hebben, een appelation d'origine controlée, wat inhoudt dat strikt gereglementeerd is welke melk, uit welk gebied gebruikt mag worden voor de kaas, en daarnaast hoe de kaas geproduceerd moet worden, hoe en hoe lang de kaas moet rijpen.
Verder zijn er ook nog de kazen van Île de France zoals Coulommiers, Brie de Monrereau, Brie de Nangis, Brie de Provins, Brie noir en de Brie fermier.
En ook de Brie de Melun bleu, Brie petit moulé, Brie laitier en de Bons Mayennais niet vergeten.
Traditionele brie wordt zowel van rauwe als gepasteuriseerde melk gemaakt.
De wrongel wordt niet gesneden of geperst.
De kunst van het brie-maken is om de lagen wrongel gelijkmatig in de kaasvormen te scheppen en de wei er goed uit te laten lopen.
Wanneer de kaas stevig is geworden, worden deze op (stro)matjes gelegd.
Door ze regelmatig te keren en te bestrooien met een speciaal schimmel (Penicillium candidum, Penicillium camemberti en/of Brevibacterium linens) krijgen ze de kenmerkende smaak en vorm.
Brie rijpt het best bij constante temperatuur.
De Coulommiers of de Brie de Coulommiers is een Franse kaas van het type witschimmelkaas, gemaakt van koemelk.
De oorsprong van de kaas ligt in het gebied van de Seine-et-Marne, rond het plaatsje Coulommiers, waar de kaas vroeger op de markt aangeboden werd.
De Coulommiers wordt vrijwel identiek aan de Brie geproduceerd, hij lijkt er qua smaak ook sterk op.
De Coulommiers is wel een stuk kleiner dan de Brie, zit met zn 14 cm diameter tussen de Brie en de Camembert in.
De fabricage van de Coulommiers vindt zowel industrieel als op de boerderij plaats, zij het dat de handmatig geproduceerde Coulommiers steeds moeilijker te vinden is.
De handmatige productie op de boerderij gebeurt veelal nog met rauwe melk.
De smaak van de kaas is iets sterker dan die van de Brie, de rijping van de kaas verloopt sneller (3-4 weken) dan bij de Brie.
Brickfilm (Engelse benaming, te vertalen met iets als steentjesfilm) is de betiteling van een animatiefilm waarin plastic kunststofblokjes als voornamelijk element gebruikt wordt, LEGO bijvoorbeeld.
Wie de naam brickfilm bedacht heeft is niet bekend, waarschijnlijk is de naam gegeven door een brickfilmer (iemand die brickfilms maakt).
Brickfilms zijn ook wel bekend als brickmotions, maar ook als Lego-films of Legomotions: Brickfilms gebruiken namelijk vooral LEGO-steentjes als materiaal.
de basis van een Brickfilm
Hoewel er geen echte geschiedenis over de brickfilm is, is er wel bekend dat er in de periode 1984-1989 een animatiefilm met LEGO is gemaakt, met als naam The Magic Portal: een 16 minuten durend filmpje met een simpel verhaal dat zich zowel in een LEGO-omgeving afspeelt als in een echte.
Waarschijnlijk is dit de eerste echte brickfilm ooit gemaakt.
The Magic Portal had in principe een groot succes kunnen zijn, doch dit was niet het geval, doordat er bijna geen mogelijkheid was om het bekend te maken.
Later, met de opkomst van het internet, werd The Magic Portal ontdekt en is intussen een bekende film in de brickfilm-wereld.
Ondertussen werd er in 1999 gewerkt aan een controversiëlere brickfilm: Rick and Steve, the happiest gay couple in all the world, wat in ieder geval niet geschikt is voor kinderen.
Er kan weinig informatie op het internet over gevonden worden: LEGO, het bedrijf dat de materialen gemaakt heeft, probeert namelijk Rick and Steve zoveel mogelijk te verbergen.
De LEGO-steentjes zijn voornamelijk voor kinderen.
Met de opkomst van het internet kreeg de brickfilm de kans zich uit te breiden, en dat deed hij dan ook.
De website Brickfilms.com werd opgericht, en al snel groeide deze uit tot de grootste brickfilm-gemeenschap op het internet.
Nog steeds groeit Brickfilms.com uit, en worden er nog steeds goede brickfilms gemaakt.
Tot slot nog even iets over Spite Your Face Productions Ltd.
Dit bedrijf is het enige professionele bedrijf dat brickfilms maakt: het bedrijf heeft namelijk een aantal officiële Brickfilms gemaakt in samenwerking met LEGO.
Brice en zusterbier Joup zijn vernoemd naar de twee verenigingen van het dorp Homburg.
In 1591 werd de Schuttersvereniging St Brice (Société Royale de Tir St Brice) opgericht.
De leden organiseerden feesten en andere activiteiten in de parochie.
Eén van hun taken was tijdens de processie de Houten Maagd te dragen, maar toen ze in 1881 het beeld, ten gevolge van de hitte, neerzetten in een talud was de pastoor op zijn tenen getrapt.
Deze besloot alles in het werk te zetten om een nieuwe broederschap op te richten en zo ontstond in 1882 de Vereniging St Joseph (La Société Saint Joseph).
Etiket van een Brice
Van toen af werd het dorp in twee verdeeld, de groenen Brice of de roden Joup en een huwelijk tussen een groene en een rode was niet altijd mogelijk.
Men kon uit de kleur van de afsluiting van een boerderij zelfs opmaken bij welke vereniging de betreffende boer hoorde.
Tot op heden bestaan deze twee verenigingen in het dorp nog steeds.
De brouwer heeft ze wel verenigd op het bierglas, maar rug aan rug zodat ze geen ruzie kunnen maken.
Brewery Ommegang is een bierbrouwerij in het Amerikaanse Cooperstown (New York).
Het bedrijf werd opgericht in 1997 door Don Feinberg met de bedoeling bier te brouwen op de Belgische manier, of het Belgian styles beer.
Sinds 2003 is de brouwerij eigendom van de Brouwerij Duvel Moortgat.
De inkom van Brewery Ommegang
De brouwerij bevindt zich op een domein van 55 ha, dat vroeger diende voor het kweken van hop.
Het brouwerijcomplex herinnert aan de vroeger bouwstijl van de monumentale hoeves in het Belgische Henegouwen.
De voorgevel draagt twee jaartallen: 1549 het jaar van de eerste ommegang in Brussel en 1997 het jaar van de oprichting.
De site is gelegen in een gebied dat New Belgium wordt genoemd, omwille van de talrijke immigranten uit België.
Enkele van de bekende Ommegang-Ales
De brouwerij heeft een jaarlijkse productie van 18.000 hectoliter.
Enkele van hun populaire bieren zijn :
Ommegang Abbey Ale
Hennepin Farmhouse Saison
Rare Vos Amber Ale
Ommegang Witte Ale
Three Philosophers
BPA (Belgian Pale Ale), begonnen als seizoensbier het jaar rond gebrouwen sinds 2011.
Seizoensbier in 2007 :
Ommegeddon Funkhouse Ale, en de
Ommegang Chocolate Indulgence Stout, ook de
Ommegang Biere de Mars, een amberkleurige ale werd gebrouwen in 2007.
In 2009 was er de :
Ommegang Adoration Strong Winter Ale: 10% ABV, een donkere, kruidige ale met moutsmaak.
Een bier (Obamagang) gebrouwen door de Ommegang-Brewery ter ere van de inauguratie van President Obama in 2009, kreeg flinke tegenwind van de Amerikaanse overheid en mocht deze niet op de markt brengen omdat een wet het gebruik van persoonsnamen in een merk verbied.
Het bier werd op de markt gebracht als Inauguration Ale.
De verboden Obamagang
foto : Kim Jastremski op www.its-pub-night.com
In 2010 werden de volgende Limited Edition speciaalbieren gebrouwen :
Chocolate Indulgence Stout
Ommegang BPA (wegens groot succes het jaar rond gebrouwen)
Ommegang Zuur (een Flanders Brown Ale, in samenwerking met de Liefmans brouwerij)
Ommegang Tripel Perfection (een gekruide trippel)
Ommegang Cup O' Kyndnes (een Belgische scotch ale, gebrouwen met gerookte mout en heide bloemen)
een verbeterde Ommegang Adoration Strong Winter Ale.
Een brevis is een notenwaarde uit het middeleeuwse muziekschrift.
Incidenteel komt ze ook in het moderne muziekschrift voor, bij zeer lang aan te houden tonen.
De brevis ontstond, samen met de longa, toen men in het Gregoriaanse notenschrift de verschillen in lengte tot uitdrukking wilde brengen.
Een longa was relatief lang, een brevis relatief kort.
Later werd bepaald dat een longa in principe drie keer zo lang werd als een brevis.
Engels : Double whole note, breve Duits : Brevis, Doppelganze Frans : la carrée
De brevis in drie notaties - vrije tekening
Toen men ingewikkelder composities wilde gaan maken en opschrijven - tweestemminge, driestemmige en vierstemmige gezangen - bestond de behoefte aan meer notenwaarden, zodat de voorraad werd uitgebreid met de duplex longa (veelal een noot op rustpunt, twee keer zo lang als een longa), en de semibrevis, in principe een derde van een brevis.
Met de invoering van de tempus imperfectum ten tijde van de Ars Nova kon een brevis ook de helft van een longa duren, en de semibrevis kon een halve brevis zijn.
De rust met dezelfde lengte als de brevis - vrije tekening
In de eeuwen daarna werden de notenwaarden steeds langzamer geïnterpreteerd, zodat de brevis van een korte in een lange notenwaarde veranderde.
Uiteindelijk werd de semibrevis de hele noot van het huidige westerse muziekschrift.
Bij langzame maatsoorten treft men de brevis nog wel aan; dit is met name het geval bij koormuziek.
De meest voorkomende maatsoort waar een brevis in kan voorkomen is 4/2, ook de 2/1 maat komt voor.
De noot wordt gewoonlijk weergegeven als een hele noot met links en rechts een streepje.
Het corresponderende rustteken is een zwart blokje tussen de tweede en de derde lijn van de notenbalk.
Het Bretons spikkeldikkopje (Pyrgus armoricanus) is een dagvlinder uit de familie van de Hesperiidae, de dikkopjes.
Het imago heeft een voorvleugellengte van ongeveer 13 millimeter.
Engels : Oberthür's Grizzled Skipper Duits : Zweibrütige Würfel-Dickkopffalter, Zweibrütiger Puzzlefalter Frans : LHespérie des potentilles, l'Armoricain
Het Bretons spikkeldikkopje is in België uitgestorven.
Uit Nederland is maar een waarneming bekend uit Bloemendaal, waarschijnlijk in de periode 1890-1900.
In de buurt van Duinkerken, in Saarland en in Denemarken worden wel nog waarnemingen gedaan.
In het Saarland zou srpake zijn van een flinke uitbreiding van het areaal.
De vlinder komt verspreid over de rest van Europa voor.
Pyrgus armoricanus
auteur : Pascal Thenaisie CC 3.0
Het bretons spikkeldikkopje vliegt in twee generaties van halverwege mei tot en met juni en van augustus tot halverwege september.
De vlinders voeden zich met nectar van verschillende kruiden.
Bretons spikkeldikkopje
foto : François Spill op www.lepinet.fr
De waardplanten van het Bretons spikkeldikkopje komen uit het geslacht potentilla (ganzerik) zoals de voorjaarsganzerik en vijfvingerkruid.
De rups overwintert halfwassen.
Gelijkende soorten zijn het kalkgraslanddikkopje en de aardbeivlinder.
Naamgeving :
Pyrgus: purgos = een toren op een muur, kantelen. Waarschijnlijk wordt de geblokte franje bedoeld. Ook zou mogelijk zijn dat het een vorm is van Pyrgi, een stad in de Peloponneses; dit is echter onwaarschijnlijk daar Hübner nooit aardrijkskundige namen gebruikte.
armoricanus: Armirica is de Latijnse naam voor Bretagne waar Rennes ligt.
De Bresse (of Bressekip) is een kippenras uit de Bresse-regio in Frankrijk.
De kip wordt slechts in een kleine regio grootgebracht en was het eerste dier dat in Frankrijk een Appellation d'origine contrôlée ontving.
Engels : Bresse Duits : Bressehuhn Frans : La poule de Bresse, le poulet de Bresse
Bresse kip met kuikens
Alleen hoenders die aan bepaalde eisen voldoen, mogen onder deze naam commercieel verkocht worden.
De Bresse is een heel bijzonder en heel oud kippenras.
Het leefgebied van de Bresse is al meer dan 400 jaar een strook in oostelijk Frankrijk van zo'n 100 km lang en 40 km breed.
In het noordoosten beschermd door de bergkammen van de Jura en in het zuidoosten door de Alpen.
Al voor 1500 kwamen hier hoenders voor van het landhoentype.
Bresse haan
auteur : Bresse(Peter) op kippenforum.nl
Een Bresse is een kip in zijn meest oorspronkelijke vorm, een fiere rechte kam die bij de hennen charmant aan de achterkant mag omvallen en een forse sierlijke staart.
De Bresse staat op een paar stevige niet te lange blauwe poten.
Van vroeger uit is er altijd sprake is geweest van drie types.
- Waarbij het type van de Bresse van Louhans die wat lichter is en vroeger alleen in zwart voorkwam, het type is, wat in onze huidige standaard staat omschreven.
Deze leggen ook de grootste eieren volwassen hennen leggen eieren van minstens 65 gram.
- De witte kleurslag (Bresse van Beny-Marbox) is het best te vergelijken met de witte nut-Bresse.
Deze zijn ± 1 kg zwaarder en ook iets anders van type, dan beschreven in de standaard.
- Dan is er nog de zilverpel (Bresse van Bourg) die zit er wat type en gewicht betreft net tussen in.
Het gewicht van de Bresse zoals in de standaard omschreven is, 2,25 tot 2,75 kg voor de hanen, en 1,75 tot 2,25 kg voor de hennen.
De kip wordt gezien als een luxeproduct met hoge kwaliteit, zoals een zeer mals en smaakvol vlees.
De kippen zijn dan ook relatief duur, vergeleken met normaal kippenvlees.
De Bresse is in Nederland erkend in de kleuren zwart, wit en zilverpel.
Zoals zijn type al verraadt, zijn het dieren met een geweldige legwaarde, het zijn echte eierenpoepers.
Deze eieren zijn zeer groot en zuiver wit van schaal, de moderne nut-Bresse heeft vaak getinte eieren.
De eikleur verraadt dat er een ander ras is in gekruist.
Zomer of winter, het maakt niet uit, de Bresse legt haar zware grote eieren.
Wie ze los wil laten lopen moet over een grote ruimte beschikken, want ze nemen een groot foeragegebied.
Brent Olie is de naam van een oliesoort die in de internationale oliehandel wordt gebruikt om olie met verschillende eigenschappen te classificeren.
Iedere oliesoort heeft zijn eigen prijs.
De naam Brent olie is afgeleid van het olieveld Brent in de Noordzee.
Dit olieveld van Royal Dutch Shell was ooit één van de productiefste olievelden van Groot-Brittannië maar nadert nu het einde van zijn gebruik.
Aardolie uit Europa, Afrika en het Midden-Oosten wordt geprijsd op basis van de prijs van Brent olie.
Brent olie is zo de maatstaf (benchmark) voor het bepalen van de prijs van soortgelijke olie.
Andere klassen olie zijn de OPEC Reference Basket, Dubai Crude en West Texas Intermediate (WTI).
De Brent olievelden liggen op 186 km (116 miles) ten noordoosten van Lerwick, Schotland.
De Brent olievelden zijn ontdekt in juli 1971 en de eerste tanker is geladen op 13 december 1975.
Het symbool voor Brent aardolie is LCO. Vroeger werd het verhandeld op de open-outcry(vloerhandel) International Petroleum Exchange in London.
Sinds 2005 wordt het echter verhandeld via de elektronische Intercontinental Exchange, genoemd de ICE.
De contracten worden tot nu toe verhandeld in U.S. dollars.
Er kan ook via allerlei afgeleide producten indirect in oliecontracten gehandeld worden bijv. een ETFS(Tracker).
Brennivín is een IJslandse gedestilleerde sterkedrank, die beschouwd wordt als de nationale drank.
Brennivín wordt volgens een IJslands recept gemaakt van gefermenteerde aardappelpulp en op smaak gebracht met komijn, karwijzaden of engelwortel, en bevat 37,5% alcohol.
Het kwam na het opheffen van de drooglegging in 1935 op de markt.
Brennivín met glas
Het label op de fles is zwart van kleur, omdat men hoopte dat het hierdoor voor de consument minder aantrekkelijk werd om de drank aan te schaffen.
Het plan faalde echter, en dit label zorgde, samen met de uitgesproken smaak, ervoor dat Brennivín ook wel Svarti dauður ("Zwarte dood") wordt genoemd.
Oorspronkelijk stonden de letters ÁTVR (Áfengis- og tóbaksverslun ríkisins, ofwel drank- en tabakshandel van de staat) binnen de cirkel op het etiket.
Tegenwoordig is het de contour van IJsland.
hákarl (Groenlandse haai die voor menselijke consumptie geschikt is gemaakt)
wordt meestal samen met Brennivín gedegusteerd
Brennivín betekent in het Nederlands letterlijk brandende wijn.
Het smaakt ook wel wat naar de ouderwetse brandewijn, echter met een speciale nasmaak.
Ondanks de onofficiële status als nationale drank, is het op IJsland geen populaire drank.
Meestal wordt het gedronken bij patriottistische gelegenheden zoals het mid-winterse Þorrablót (een IJslands midwinterfestival), als begeleider bij een glas bier of om indruk op buitenlanders te maken.
Ondanks het feit dat IJsland een hoge belasting op alcohol heft, is Brennivín relatief een van de goedkoopste sterkedranken die in de nationale drankenhandel Vínbúð te krijgen is.
Brennivín werd door de IJslanders puur gedronken, maar tegenwoordig vaak in combinatie met water of cola.
De Brenne-orchis (Dactylorhiza brennensis) is een zeldzaam voorkomende Europese orchidee van het geslacht Dactylorhiza (handekenskruiden).
Het is een soort die voorkomt in zonnige, vochtige graslanden en kalkmoerassen.
De plant is endemisch in de Brenne, een moerassige streek in midden-Frankrijk.
De botanische naam Dactylorhiza is ontleend aan het Oudgriekse 'dactylos' (vinger) en 'rhiza (wortel), wat slaat op de vingervormige wortelknollen van dit geslacht.
De soortaanduiding brennensis slaat op de streek van voorkomen, de Brenne.
Engels : Brenne Orchid Duits : Brenne Knabenkraut Frans : Orchis de la Brenne
Brenne-orchis
De Brenne-orchis is een overblijvende, niet-winterharde geofyt(levensvorm).
Het is een maximaal 40 cm grote, slanke plant met vier tot zes bladeren.
De bloeiwijze is een min of meer verlengde, armbloemige aar met ten hoogste een dertigtal roze bloemen, die ver boven de bladeren uitsteekt.
De bladeren zijn meestal ongevlekt, lijn- tot lijnlancetvormig, de onderste platliggend, de bovenste opstijgend.
Hoger langs de stengel komen nog enkele schutbladachtige bladeren voor.
De echte schutbladeren, die de bloemen ondersteunen, zijn gekleurd en meestal korter dan de bloemen.
Dactylorhiza brennensis
auteur : Elisabeth Gaillard op www.espacionatural.com
De bloemen zijn roze tot licht-violet gekleurd en vrij groot.
De zijdelingse kelkbladen zijn afstaand, de toppen teruggebogen en aan de binnenzijde donkerder gevlekt.
Het middelste kelkblad vormt samen met de bovenste kroonbladen een helmpje.
De lip is min of meer drielobbig, de zijlobben lichtjes naar achter teruggeslagen, de middenlob aan de basis lichter gekleurd met een honingmerk (de tekening op de lip) van donkerder purper tot lila stipjes en lijntjes.
Het spoor is breed, driekwart de lengte van het vruchtbeginsel en naar onder buigend langs het vruchtbeginsel.
De bloeitijd is van eind mei tot juni.
Brenne-orchis
Dactylorhiza brennensis behoort tot het geslacht van de handekenskruiden (Dactylorhiza), die alle sterk op elkaar gelijken.
Ze wordt door sommige botanici als een ondersoort van de grote rietorchis (Dactylorhiza elata) beschouwd.
Ze onderscheidt zich daar vooral van door de beperkte afmetingen en de lichter gekleurde bloemen.
Dactylorhiza brennensis komt voor op vochtige, kalkrijke bodems in volle zon, zoals in vochtige kalkgraslanden en kalkmoerassen.
De soort is endemisch in de Brenne, een moerassige streek in het Franse departement Indre.
Dactylorhiza brennensis wordt net als de meeste andere Dactylorhiza bedreigd door het verdwijnen van zijn voorkeurshabitat door drooglegging, ingebruikname door de landbouw of bosbouw, en vermesting van vochtige biotopen.
In Frankrijk is de Dactylorhiza brennensis momenteel niet beschermd.
De Bren LMG, ook wel genoemd Brengun, is een Britse volautomatische lichte mitrailleur.
Het vuurwapen werd van 1938 tot 1958 gebruikt door het Britse leger en anderen.
De naam is afgeleid van de Tsjechische wapenfabriek Brno, waar het wapen was ontwikkeld en de Engelse wapenfabriek te Enfield, waar het wapen in licentie werd gemaakt.
Gedurende een aantal jaren na de Tweede Wereldoorlog beschikte Nederland ook over de lichte mitrailleur Bren in het kaliber .303 British.
Engels : Bren light machine gun, Bren, Bren Gun Duits : Bren, Bren Maschinengewehr Frans : Le fusil mitrailleur BREN
De Bren LMG onderscheidde zich van andere wapens doordat de patroonhouder boven op het wapen zat.
Een standaard patroonhouder (magazijn) voor een Bren LMG kon maximaal 30 patronen kaliber.303 British (7,7 x 56 R) bevatten.
In de praktijk werd het magazijn met niet meer dan 28 patronen gevuld.
Er was, voor gebruik op voertuigen, ook een trommelmagazijn met een capaciteit van 100 patronen.
De Bren LMG was 633 mm lang, en woog 10,35 kilo.
De internationaal geaccepteerde metrische aanduiding van de patroon (het kaliber) .303" British is 7,7 x 56 R.
Infanterist van het 5th Canadian Armoured Division met een Bren Mark 1
op 15 april 1945 nabij Arnhem
auteur : Jack H. Smith - vrije foto
Het idee in de jaren 30 was dat de Bren de vickers zou vervangen als machinegeweer waardoor er op de Bren Mk1's ook een telescoop vizier gemonteerd kan worden.
Dit idee was al snel achterhaald omdat de Bren werkte met magazijnen en niet met een patroonband en zodoende de vuursnelheid niet hoog genoeg was.
Van de Bren Mk1 zijn er ook maar 30.000 gemaakt waarvan er ongeveer 26.000 zijn achtergebleven in Duinkerken.
Dit had ook als reden dat het wapen vast wilde lopen als er een tijdje mee gevuurd was.
Dit probleem werd veroorzaakt omdat een gedeelte van de gasopeningen om gas af te voeren onder de bipod zaten en de bipod vast ging zitten en de gas druk niet voldoende meer werd opgebouwd.
Dit probleem is verholpen en de bevestiging voor het telescoopvizier werd geschrapt en dit leidde tot de Bren Mk1(m), beter bekend als Bren Mk1.
Die gemakkelijk te onderhouden en in- en uitelkaar gehaald kan worden.
Om de productie te versnellen werd de Bren versimpeld en minder afgewerkt.
Dit leidde tot het ontwerp van de Bren MkII.
De Bren Mk1 werd ook nog steeds gemaakt na deze ontwikkeling en later volgde nog de Bren MkIII voor de tropen en de Bren MkIV.
Bren LMG
auteur : Fargo84 op world-war-2.wikia.com CC 3.0
De Bren LMG was een luchtgekoeld wapen met verwisselbare loop, accuraat tot op ongeveer 1000 yards en kan zowel semi- als volautomatisch vuren.
Tijdens snelvuur werden er vuurstoten van 4 à 5 patronen gegeven.
Na ongeveer 10 magazijnen met snelvuur moet de loop verwisseld worden om de conditie van de loop te behouden.
Als er geen reserveloop aanwezig was, moest de schutter zijn vuur aanpassen mits dat naar zijn inzicht mogelijk is.
Tijdens het vuren maakt de schutter gebruik van de bipod of als deze aanwezig was de tripod die eventueel ook omgezet kon worden tot AA stand.
De richtmiddelen zitten naast de loop van het wapen.
Dit heeft het grote voordeel dat de schutter bij het richten geen last heeft van luchtwervelingen door de hitte-uitstraling van de loop.
Bij het originele ontwerp is er gebruik gemaakt van een butt handle, deze is later weggelaten maar kon nog wel steeds bevestigd worden als deze aanwezig was.
De voorvleugellengte bedraagt 22 tot 23 millimeter.
De waardplant is brem (Cytisus ratisbonensis) en andere soorten uit het geslacht Cytisus, mede afhankelijk van de plaats.
De eitjes worden bij voorkeur afgezet op jonge scheuten in de zon op een plant met veel loten en in de nabijheid van stenen.
Colias myrmidone
auteur : Tom Nygaard Kristensen CC 3.0
De soort komt zeer lokaal voor in Oost- en Zuidoost-Europa, het westen van Siberië en in Kazachstan.
De soort gaat in Europa sterk achteruit, waarschijnlijk door verlies aan geschikt habitat.
De vlinder is te vinden op warm, droog grasland met veel bremstruiken, bijvoorbeeld op zuidelijke hellingen.
rups van de bremvlinder
foto : op www.freenatureimages.eu
De rups overwintert volgens sommige auteurs in de strooisellaag, volgens anderen tegen de stam van de waardplant.
De vliegtijd is van mei tot september in twee tot drie jaarlijkse generaties.
De (gewone) brem (Cytisus scoparius, soms ook Sarothamnus scoparius) is een struik uit de vlinderbloemenfamilie (Leguminosae) die veel lijkt op de aanzienlijk zeldzamere gaspeldoorn, maar geen doorns heeft.
De struik kan een hoogte van 2 m bereiken.
De takken en twijgen zijn vijfkantig en niet behaard.
Wanneer insecten de bloem bezoeken, wordt het stuifmeel op hen afgeschoten.
Brem komt zeer algemeen voor, vooral op zandgrond, heidevelden, in duinen en langs spoordijken.
Brem bloeit in mei en juni, soms is er een tweede bloei in de herfst.
Engels : Broom, Common Broom, Scotch Broom, English Broom Duits : Besenginster, Besenkraut, Besenstrauch, Gilbkraut, Mägdebusch, Mägdekrieg, Rehweide Frans : Le Genêt à balais, Cytise à balai, Genettier, Grand genêt, Juniesse, Sarothamne, Spartier à balais, Sparte
Brem heeft maar weinig bladeren en ze zijn erg klein.
De onderste zijn drietallig handvormig samengesteld, de bovenste enkelvoudig.
De blaadjes vallen gauw af, maar de takken blijven desalniettemin groen.
Brem heeft handvormige samengestelde bladeren.
De bloemen zijn goudgeel en ongeveer 2 cm lang.
Ze vormen losse trossen.
De bloemstelen zijn ongeveer 1 cm lang.
De stijl is opgerold.
Brem draagt een zwarte peul van 2,5-4 cm lang.
Alleen de randen van de peulen zijn behaard, de rest is kaal.
bloemen van de brem (detail)
auteur : Jeffdelonge CC 3.0
De brem vindt men terug in West-, Zuidwest- en Midden-Europa.
Noordelijk tot in Schotland en Zuid-Zweden.
Ingeburgerd elders in gematigde streken.
Ook in Nieuw-Zeeland en op de eilanden Madeira en Tenerife.
Brem groeit liefst op zonnige plaatsen op voedselarme, droge, zure tot zwak zure, kalkarme en vaak omgewerkte grond.
Op hellingen, bermen, langs spoorwegen (spoordijken), bosranden, struwelen, open plekken in loofbossen, langs brede boswegen, kapvlakten, heide, duinen, voormalige akkers, randen van rivierdalen en op wanden van afgravingen zoals zandgroeven.
Van de twijgen van brem kunnen bezems gemaakt worden (in het Engels betekent broom zowel brem als bezem).
Ook de Romeinen kenden deze toepassing al.
Heksen zouden de brem gebruiken voor hun heksenbezem, in andere streken werd de brem juist als een afweermiddel tegen heksen gezien.
In Engeland plantte men brem langs stukjes grond waar schapen graasden, zodat de dieren de bloemen en jonge scheuten aten en zo gezond bleven.
In het verleden werd de vezel van de plant in tijden van schaarste gebruikt als vervanger van jute.
verspreidde brem op een heuvel
auteur : Guido Gerding CC 3.0
Neem het voorbehoud bij medische informatie in acht.
Raadpleeg bij gezondheidsklachten een arts.
Brem bevat het giftige sparteïne, dat een stimulerende werking heeft op het hart.
In de fytotherapie wordt de plant daarom ook gebruikt bij hartzwakte.
Ook wordt brem gebruikt bij lichte reumatische aandoeningen.
Van de jonge scheuten en bloemen werd ook een verzachtende thee en wijn bereid.
De as van de brem werd, gemengd met wijn, gebruikt tegen waterzucht.
Bron : - Wikipedia CC 3.0
- http://wilde-planten.nl
- tinternet