De briquet griffon vendéen is een hondenras dat afkomstig is uit Frankrijk.
Het is een kleinere versie van de Grand griffon vendéen.
Briquet griffon vendéen
Classificatie FCI: Groep 6 Sectie 1 #19
auteur : Nicaise op wamiz.com
Tijdens WO 1 en WO 2 is het ras vrijwel verdwenen, maar sinds 1946 wordt het ras weer gefokt.
Het is een jachthond die geschikt is voor zowel groot (de Grand griffon vendéen) als klein wild.
Briquet griffon vendéen
auteur : Alephalpha CC 3.0
Een volwassen reu is ongeveer 53 cm hoog, een volwassen teef ongeveer 51 cm.
Hun gewicht is ongeveer 24kg.
De vacht is effen of meerkleurig: rossig, haaskleurig, wit en oranje, wit en haaskleur en een driekleur in de genoemde kleuren.
De Briquet Griffon Vendéen heeft ruig zwaar halflang haar dat ruw aanvoelt.
De Briquet Griffon Vendéen heeft eveneens zware wenkbrouwen die de ogen net niet bedekken.
Het is een drijvende jachthond, die veel beweging nodig heeft en is niet echt geschikt als 'huishond'.
'Griffon' betekent 'ruwharig' en 'Vendéen' slaat op de streek in Frankrijk.
Over de afstamming zijn verschillende theorieën in omloop.
Waarschijnlijk hebben zowel de 'Chien de Fauve de Bretagne' (de hoogbenige vader van de Basset Fauve de Bretagne) als de 'Chien Blanc de Roi' (de witte gladharige jachthonden die koning Frans I in Evreux hield) bijgedragen aan het ontstaan van het ras.
Tot in de tweede helft van de negentiende eeuw kwamen er sporadisch kleinere en kortbenige honden voor in de meutes.
Maar pas tegen het einde van de negentiende eeuw werd bewust geprobeerd een kleinere en een kortbenige variant te fokken.
Zij waren namelijk meer geschikt voor het kreupelhout, de struiken en de jacht op het kleinere wild zoals hazen en konijnen.
De Brique du Forez is een Franse kaas uit de regio rond Lyon, uit de Monts du Forez.
De Brique du Forez is een geitenkaas van volle rauwe koemelk.
De kaas heeft een vetgehalte van 45%, rechthoekig van vorm met een lengte van 12 - 15cm en een breedte van 8cm bij een dikte van 5cm.
Het gewicht bedraagt 300gr.
Brique du Forez
De kaas wordt gemaakt in de vorm van een steen (brique) van geitenmelk, waar echter vaak een hoeveelheid koemelk aan toegevoegd is.
Andere namen die voor deze kaas gehanteerd worden zijn de Cabrion of de Chevreton.
Brique du Forez
Het stremsel was vanouds kalfsleb (Dierlijk stremsel, meer bepaald het enzym chymosine, wordt gehaald uit de lebmaag van kalveren)
Tegenwoordig wordt ook een bacterieel melkzuur stremsel toegepast, wat wel een duidelijke invloed op de smaak heeft.
Brique du Forez
De kaas heeft een witte, ietwat blauwachtige natuurlijke korst wanneer uitsluitend geitenmelk gebruikt is.
Zit er ook koemelk in de kaas, dan krijgt de kaas een wit-grijzige schimmelkorst.
Briochebrood is een zacht, zoet brood, dat oorspronkelijk uit Frankrijk komt.
Het is zo licht en luchtig, dat het eigenlijk niet echt brood is maar eerder een cake.
Engels : Brioche Duits : Brioche Frans : La brioche
Briochebrood - baksel of misbaksel?
auteur : Rainer Zenz CC 3.0
Brioche kan ook voor allerlei gebak gebruikt worden.
De volmaakte brioche is een subtiel evenwicht tussen een vochtig mondgevoel en een volle boterachtige smaak.
Het lichtgele brood wordt gekleurd met caroteen, ruikt sterk naar synthetisch vanille en is lang houdbaar.
Brioche kan ook in de broodbakmachine worden gemaakt.
Het brood kan met beleg worden gegeten, maar kan ook in dikke plakken worden geroosterd (wentelteefjes) of er kan een broodschotel van worden gemaakt.
Het recept verschilt met dat van gewoon brood in het extra gebruik van suiker, eieren en roomboter.
De originele brioche bestaat uit een grote bol, met daarop een kleiner bolletje, maar er worden ook taartvormen of langwerpige broden van gemaakt.
Briochebrood met pasen
auteur : Britte op etenofzo.nl
Een recept van: Rudolph van Veen
Ingrediënten :
235 g roomboter
335 g bloem
1 mespuntje zout
50 ml melk
1 zakje gedroogde gist
20 g suiker
4 eieren
Extra nodig :
1 cakevorm
boter om in te vetten
bloem om te bestuiven
1 ei om te bestrijken
plastic folie
Draai de boter luchtig.
Meng bloem en zout met elkaar.
Verwarm de melk tot het lauwwarm is, los de gist erin op en voeg de suiker toe.
Voeg de bloem toe aan de boter en schenk de melk erbij.
Roer goed door elkaar en meng er één voor één de eieren door.
Vet een kom in met olie en schep het deeg erin.
Dek af met ingevet plasticfolie en laat circa een half uur rijzen op kamertemperatuur.
Kneed het deeg door en zet eventueel in de koelkast tot het deeg steviger geworden is.
Vet het cakeblik in met boter.
Bestuif het aanrecht met bloem, kneed het deeg door en maak er een rol van.
Snijd het deeg in 4 gelijke porties en maak er bollen van.
Leg de bollen in het cakeblik en knip de bovenkant van de bollen in met een natte schaar.
Dek het cakeblik losjes af met plasticfolie en laat circa 2 uur rijzen op kamertemperatuur.
Verwarm de oven voor op 180 °C.
Kluts het ei en bestrijk de bovenkant van het brood ermee.
Bak het brood in de oven in circa 45 minuten goudbruin en gaar.
Haal de brood uit de vorm en serveer met roomboter.
Ik ben niet verantwoordelijk voor gebeurlijke misbaksels !
De brilmonarch (Symposiachrus trivirgatus, maar meestal Monarcha trivirgatus) is een zangvogel uit de familie monarchen en waaierstaartvliegenvangers (Monarchidae).
De brilmonarch is een vrij algemene soort.
Hij komt voor op de Zuid-Molukken, Timor, Nieuw Guinea en het oosten en noorden van Australië.
Engels : Spectacled Monarch, Spectacled Flycatcher, Spectacled Monarch Flycatcher Duits : Brillenmonarch, Brillen-Monarch Frans : Monarque à lunettes
Een volwassen brilmonarch heeft een zwarte vlek rond het oog en de oorstreek en een lichte ring om het oog, waarmee hij zich onderscheidt van vergelijkbare soorten.
De rug is blauwgrijs en de borst licht roodbruin.
Brilmonarch
auteur : op Go4Get.com
De vogel komt voor in leefgebieden met dicht struikgewas of ondergroei van tropisch laaglandregenbos.
De Excelsior is een Franse kaas uit Normandië.
De kaas is ontwikkeld in de dertiger jaren door de kaasmaker Henri Androuët.
Na een kleine aanpassing in de vorm heeft de kaas een andere naam gekregen, de Brillat-Savarin, hiermee eerde Androuët de 18e-eeuwse Franse gastronoom Jean Anthelme Brillat-Savarin, de auteur van "Physiologie du goût, ou Meditations de gastronomie transcendante".
De Brillat-Savarin is een witschimmelkaas van volle rauwe koemelk.
De kaas heeft een vetgehalte van 75%, cilindrisch van vorm met een doormeter van 13 cm en een dikte van 3,5cm.
Engels : Brillat-Savarin Duits : Brillat-Savarin Frans : Le Brillat-Savarin
Brillat-Savarin
auteur : www.formaggiokitchen.com
Van Brillat-Savarin is ook de uitspraak: "Un repas sans fromage est une belle à laquelle il manque un oeil, le fromage est le complément d'un bon repas et le supplément d'un mauvais" (een maaltijd zonder kaas is als een schone zonder oog, kaas vult een goed maaltijd aan en vult na een slechte maaltijd).
Brillat-Savarin
auteur : www.formaggiokitchen.com
De Excelsior was afkomstig uit Normandië, maar de Brillat-Savarin wordt tegenwoordig ook gemaakt in de Île-de-France-regio en/of de Bourgondië.
Het is een industrieel gemaakte kaas, het merk wordt door Lactalis geproduceerd.
De kaas wordt gemaakt van koemelk, in het proces wordt aan de melk nog room toegevoegd, zodat een triple crème kaas ontstaat.
In sommige gevallen zijn ook andere smaakmiddelen aan de kaas toegevoegd, zoals bijvoorbeeld (zomer)truffels.
De kaas heeft een heel hoog vetgehalte, de rijping van de kaas vindt plaats op vergelijkbare wijze als bij de Brie.
De kaas rijpt zon 12 dagen, daarna kan de kaas het beste gegeten worden.
De optimale tijd voor deze kaas is van april tot oktober.
De brillangoer heeft een lichaamslengte van 42 tot 61cm en een staartlengte van 50 tot 85 cm.
De mannetjes hebben een gemiddeld gewicht van 7,4kg en de vrouwtjes 6,5kg.
Jonge brillangoeren hebben een oranje vacht.
Brillangoer (volwassen mannetje)
auteur : Charlesjsharp CC 3.0
De brillangoer verblijft meestal in de bovenste lagen van de bomen.
Ze bewegen zich voornamelijk op handen en voeten en springen in vergelijking met andere soorten weinig.
Ze leven in kleine groepen van 5 tot 20 dieren op een territoriaal gebied van 5 tot 12 hectare.
Brillangoer
auteur : Reddust op zoom.nl
In de dierentuin van Arnhem (Burgers' Zoo) zijn enkele brillangoeren aanwezig.
Brillangoeren zijn zeer kieskeurige eters, hun menu bestaat hoofdzakelijk uit (vaak giftige) bladeren, aangevuld met vruchten en zaden.
De maag van de brillangoer bestaat - net als bij de koe- uit meerdere afdelingen als aanpassing aan het eten van moeilijk verteerbaar plantaardig materiaal.
De brilkaai
man of gewone kaaiman (Caiman crocodilus) is een krokodilachtige uit de familie alligators en kaaimannen (Alligatoridae) en de onderfamilie kaaimannen (Caimaninae).
Andere Nederlandse namen zijn witte- of Braziliaanse kaaiman en de wetenschappelijke naam was lange tijd Caiman sclerops.
Er zijn vier ondersoorten, door sommige biologen wordt de Yacarekaaiman (Caiman yacare) ook als ondersoort van de brilkaaiman gezien maar dit is omstreden.
De brilkaaiman heeft het grootste verspreidingsgebied van alle alligators en komt voor in een groot gedeelte van het noorden van Zuid-Amerika en in Midden-Amerika tot in de zuidelijke punt van Mexico.
Engels : Spectacled caiman, white caiman, common caiman Duits : Krokodilkaiman, (Nördlicher) Brillenkaiman Frans : le Caïman à lunettes
De landen waar de brilkaaiman voorkomt zijn Bolivia, Brazilië, Colombia, Costa Rica, Ecuador, El Salvador, Frans-Guyana, Guatemala, Honduras, Nicaragua, Panama, Peru, Suriname, Trinidad en Tobago en Venezuela.
Op Cuba, de Kleine Antillen, Puerto Rico en de Verenigde Staten (in Florida) komt de soort ook voor maar is in deze landen geïntroduceerd.
Het verspreidingsgebied is te danken aan het grote aanpassingsvermogen, de kaaiman is niet kieskeurig als het gaat om habitat, als er maar oppervlaktewater aanwezig is en zelfs in kunstmatige wateren als stuwmeren is de soort te vinden.
Ook wordt enigszins brakwater getolereerd, bij droogte schuilt de kaaiman in de modder, wachtend op nattere tijden.
Vrouwtjes zijn waarschijnlijk na 4 tot 7 jaar volwassen, afhankelijk van de populatie.
De 14 tot 40 eitjes (meestal ongeveer 22) worden in een nest afgezet en bedekt met plantaardig materiaal, na drie maanden komen ze uit.
De vrouwtjes delen de nesten wel eens, om ze efficiënter te kunnen bewaken.
Ook is bekend dat vrouwtjes elkaars jongen bewaken.
Een belangrijke vijand van de eitjes zijn de tejuhagedissen (Teiidae), een familie van grote hagedissen die net als varanen (die niet in Amerika voorkomen) dol zijn op de eieren en grote schade kunnen toebrengen aan de legsels.
Met name de reuzenteju (Tupinambis teguixin) zoekt actief naar krokodilleneieren.
De eitjes komen uit in het natte seizoen waardoor er voldoende voedsel voor de jongen is.
De brilkaaiman leeft als juveniel voornamelijk van in het water levende ongewervelden als insecten, kreeftachtigen en schelpdieren.
Grotere exemplaren eten voornamelijk vissen, watervogels, amfibieën en reptielen, ook het water betredende zoogdieren als varkens worden gegeten.
Indien er te weinig voedsel is worden ook soortgenoten aangevallen, de brilkaaiman is kannibalistisch.
De Nederlandse naam is te danken aan de opstaande benige rand tussen de ogen die de kaaiman een bebrild uiterlijk geeft.
De brilkaaiman is een kleine soort, mannetjes worden ongeveer 2 tot 2,5 meter lang, uitschieters bereiken 3 meter.
Vrouwtjes blijven kleiner: 1,4 tot maximaal 2 meter.
De snuit is duidelijk naar boven gekromd, boven de oogleden zijn kam-achtige verstevigingen aanwezig waaraan de soort te herkennen is.
De kleur is groenbruin, jongere dieren zijn lichter tot geel met zwarte stippen en strepen op het lichaam en een gebandeerde staart.
Deze kleuren en tekeningen verdwijnen met de jaren.
De brilkaaiman heeft een beperkt vermogen om van kleur te veranderen, dit komt ook voor bij sommige andere krokodilachtigen zoals de Amerikaanse alligator (Alligator mississippiensis).
De brilkaaiman heeft zowel in de boven- als in de onderkaak 1 rij kegelvormige tanden, die tweejaarlijks gewisseld worden.
Dat gebeurt in twee reeksen: het ene jaar wisselen de 'even' tanden, twee jaar later de 'oneven' tanden.
In totaal heeft de brilkaaiman 72 tot 78 tanden: in de bovenkaak 18 of 19 paar en in de onderkaak 18 tot 20 paar.
Een koppel brilkaaimannen
auteur : Tim Vickers - vrije foto
De brilkaaiman is één van de algemeenste soorten, het totale aantal in het wild levende exemplaren wordt geschat op meer dan 1 miljoen.
Dit heeft de kaaiman waarschijnlijk te danken aan het feit dat zijn huid niet zo geschikt is om krokodillenleer van te maken.
Door zijn grote verspreiding en algemene voorkomen is de brilkaaiman een ecologisch belangrijke soort.
In gebieden waar de brilkaaiman achteruit ging, bleken ook bepaalde vissoorten een terugval te laten zien omdat de door de kaaiman onder controle gehouden roofvissen in aantal toenamen.
Ook is de brilkaaiman een van de weinige soorten die geprofiteerd heeft van de jacht op andere krokodillen, waarvan de leefgebieden worden ingenomen.
De brilgrasmus (Sylvia conspicillata) is een vogel uit de familie van de Zangers van de Oude Wereld (Sylviidae) die broedt in Portugal, Spanje, Italië, Zuid-Frankrijk en Noord-Afrika.
De vogel is zowel in Nederland als in België éénmaal vastgesteld.
De Europese vogels trekken in de winter naar Afrika, de Afrikaanse exemplaren zijn standvogels.
Engels : Spectacled Warbler Duits : Brillengrasmücke Frans : La Fauvette à lunettes
Brilgrasmus - mannetje
auteur : Juan Emilio CC 2.0
Het mannetje heeft een bruinroze borst en buik, roestbruine tertials, een grijsbruine mantel, een witte keel en een blauwgrijze kop met een witte oogring en zwarte teugel.
Hij verschilt van het mannetje van de grasmus door een kortere handpenprojectie, de zwarte teugel en een donkerdere borst.
Het vrouwtje is bruin met een witte keel, lichte buik en heeft ook roestbruine tertials.
Zij verschilt van het vrouwtje van de gewone grasmus door de dunnere snavel, door het ontbreken van donkere veercentra en ze is kleiner.
Beide geslachten hebben geelroze poten.
De brilgrasmus broedt van april tot juni in lage struikvegetaties met veel gras en in Salicornia-vegetatie vlak bij de kust.
Ze nestelen laag bij de grond en bouwen een nest van twijgen, gras en wortels, dat goed verborgen ligt.
Er worden 4 tot 6 eieren gelegd, die door beide ouders bebroed worden.
Nadat de eieren zijn uitgekomen, wordt nog ongeveer twee weken voor de jongen gezorgd.
De aanwezigheid van water in de buurt van het nest is een pré.
Brilgrasmus
auteur : Jukka Brunell op www.okulaari.net
Brilgrasmussen eten insecten, larven, spinnen en andere ongewervelden, ook bessen, vruchten en nectar.
De brileidereend (Somateria fischeri) is een eend uit de familie van de Anatidae.
De brilduiker leeft voor de kust van Alaska en het noordoosten van Siberië.
Engels : Spectacled Eider Duits : Plüschkopfente Frans : L'Eider à lunettes
Koppel brileidereenden, mannetje op de voorgrond
auteur : Laura Whitehouse, USFWS - vrije foto
De brileidereend is een vrij grote eend met een lichaamslengte van 52 tot 57cm, de mannetjes hebben een gewicht van 1500 tot 1850gram en de vrouwtjes van 1400 tot 1650gram.
Ze zijn iets kleiner dan de nauwverwante eidereend.
Brileidereend, mannetje met tekening rond de ogen
auteur : USFWS - vrije foto
De mannetjes zijn heel duidelijk te herkennen aan hun zwarte lichaam, witte rug en geel-groene kop en twee grote witte vlekken rond de ogen.
De vrouwtjes zijn meestal bruin gekleurd, maar zijn vanwege hun grootte en vorm duidelijk te onderscheiden van andere eenden.
Ook de opvallende tekening rond de ogen en de aanblik van de snavel is kenmerkend.
Nest van een brileidereend
auteur : USFWS - vrije foto
Hun broedgebied ligt tussen de mondingen van de Siberische rivieren Kolyma en Indigirka en aan beide zijden van de Yukondeltas in Alaska.
Aan de kust ten noorden van Siberië waar ze vandaan komen, de Beringstraat tot aan de monding van de rivier de Lena.
Aan de kust van Alaska naar hun verspreidingsgebied omvat de kust tussen Point Barrow en de Bristolbay.
Ze gaan tot 120 kilometer diep het binnenland in.
Door de lange winters hebben ze slechts een heel kort broedseizoen.
De nesten worden gebouwd op land, meestal in de nabijheid van een waterplas.
In het nest op de toendrabodem zijn meestal legsels van 5 tot 9 eieren te vinden.
De eieren worden meestal gelegd met tussenpozen van 24 uur.
De brilduiker (Bucephala clangula) is een vogel uit de familie Anatidae (zwanen, ganzen en eenden).
Zij worden gekenmerkt door een witte vlek op iedere wang.
De vleugels maken tijdens de vlucht een "fluitend" geluid.
De brilduiker komt voor in een brede zone op het Noordelijk halfrond zowel in Noord-Amerika, als Europa en Azië.
Engels : Common Goldeneye Duits : Schellente Frans : Le Garrot à il d'or
Brilduiker (volwassen mannetje)
auteur : Calibas CC 3.0
Zoals bij veel eenden is er een groot verschil tussen het verenkleed van het mannetje en dat van het vrouwtje.
Het vrouwtje is een nogal onopvallende, compacte eend met een roodbruine kop, opvallend geel oog, grijzige flanken en een witte halsring.
Het mannetje is in de winter en het voorjaar opvallend zwart en wit.
De kop is glanzend blauwzwart met een ovale, bijna ronde vlek bij de snavel.
Brilduiker (volwassen vrouwtje)
auteur : D. Gordon/E. Robertson CC 3.0
Hij broedt aan heldere meren of traagstromende rivieren in uitgestrekte bossen.
Hij nestelt daar in holle bomen, vaak het nest van een zwarte specht.
In Scandinavië worden vaak nestkasten voor deze eend opgehangen aan de rand van meren.
In Nederland is de brilduiker een uiterst schaarse broedvogel.
Tussen Zwolle en Deventer worden langs de IJssel zo nu en dan broedende brilduikers aangetroffen in de holtes van knotbomen.
Brilduiker (mannetje en vrouwtje in de vlucht)
auteur : D. Gordon/E. Robertson CC 3.0
Heel anders is de situatie buiten de broedtijd.
De brilduiker kan dus het hele jaar door in Nederland waargenomen worden, maar het accent ligt op de wintermaanden, vooral de maanden december tot maart.
Grote aantallen (duizenden) bevinden zich in het deltagebied, op het IJsselmeer en in de grote rivieren, maar ook op kleinere wateren.
Dus zowel in zoet als in zout water.
Omdat de vogel als broedvogel zo zeldzaam is staat hij als gevoelig op de Nederlandse rode lijst, maar niet op de Vlaamse rode lijst.
De brilduiker is echter geen internationaal bedreigde soort, hij staat als niet bedreigd op lijst van de IUCN maar valt wel onder de AEWA.
De brilbladneusvleermuis (Carollia perspicillata) is een vleermuis van het geslacht Carollia die voorkomt van Oaxaca, Veracruz en Yucatán in Mexico tot Bolivia, Paraguay en Zuidoost-Brazilië.
Hij komt ook voor op Trinidad en Tobago en mogelijk Jamaica en de noordelijke Kleine Antillen.
Op Grenada komt hij echter waarschijnlijk niet voor.
De typelocatie is Suriname.
Hoewel er tegenwoordig geen ondersoorten worden onderscheiden, bestaan er mogelijk wel enkele (Simmons & Voss, 1998).
Engels : Seba's Short-tailed Bat Duits : Brillenblattnase Frans : Carollia perspicillata
Brilbladneusvleermuis
auteur : Alex Borisenko, Biodiversity Institute of Ontario CC 3.0
De brilbladneusvleermuis heeft een donkerbruine tot roestige kleur, maar 1 of 2 uit de 50 soorten hebben een lichtoranje vacht.
De kop-romplengte is ongeveer 48 tot 65 millimeter en het gewicht 10 tot 20 gram.
Hun armlengte is 35 tot 45 millimeter.
De brilbladneusvleermuis leeft in tropische loofbossen, matig regenwoud en matige bossen van vochtig groen of droge loofbomen.
Ze hebben de voorkeur voor een woonhoogte van 1000 tot 1500 m boven de zeespiegel, maar ze leven ook in bossen die gaan tot een hoogte van 2400 m.
De brilbladneusvleermuis kan maximaal 9 jaar oud worden in het wild en 19 jaar als het in gevangenschap leeft.
Brilbladneusvleermuis
auteur : Roberto Leonan Morim Novaes op morcegosdobrasil.blogspot.com
De brilbladneusvleermuis gaat in één nacht op verschillende plekken op zoek naar voedsel.
Ze jagen in zwermen van een paar honderd vleermuizen.
Bij zonsondergang vliegen ze uit en gaan op zoek naar fruit in een gebied tot ongeveer 1,5 kilometer afstand van hun slaapplaats.
De brilbladneusvleermuis eet voornamelijk fruit zoals piper, banaan en zaadjes, mango, koffie, amandel, guava en pitten van vruchten.
Soms eten ze ook nectar van planten of insecten als ze op dieet zijn.
Één brilbladneusvleermuis is in staat om tot 60.000 zaadjes op te eten in één nacht.
Ongeveer 1/10 van 1% van de opgegeten zaadjes wordt verteerd, waardoor een deel van het regenwoud door de vleermuis wordt herplant.
De brilbladneusvleermuis leeft met zo'n honderd tot duizenden in grotten, holle bomen of tunnels.
In hun verblijfplaats leven de vleermuizen in goed verdeelde groepjes.
De meeste mannetjes leven in aparte "vrijgezellengroepjes".
De vrouwtjes leven in groepjes, ook wel harems genoemd, van 10 tot 20 vrouwtjes.
Iedere harem heeft 1 volwassen mannetje, die de harem overdag beschermt tegen indringers of andere mannetjes.
's Nachts blijven de mannetjes hun harem beschermen als de vrouwtjes en de vrijgezelle mannetjes naar eten aan het zoeken zijn.
De beschermende mannetjes maken de tijd dat ze weg zijn van hun harem zo kort mogelijk door van planten te eten die vlakbij hun verblijfplaats zijn te eten.
Brilbladneusvleermuis
auteur : Tobias Gerlach & Jenny Theobald op deepgreenphoto.com
Als beloning van hun continue bescherming, hebben de beschermende mannetjes exclusieve rechten bij het paren met de vrouwtjes van hun eigen harem.
Het paren gebeurt zon twee keer per jaar.
De eerste periode is van juni tot augustus, als de fruitproductie het hoogst is.
De tweede periode is van februari tot mei, als de bloemen beginnen te bloeien na het droge seizoen.
Na een zwangerschapsperiode van 115 tot 120 dagen bevallen de vrouwtjes van één baby.
Eenmaal in de lente en eenmaal in de zomer.
De babys zijn ongeveer 5 gram bij hun geboorte.
De eerste weken na de bevalling dragen de vrouwtjes hun baby tijdens de jacht.
Als de baby's te groot worden om te dragen, blijven ze 's nachts in hun hol voor de rest van de zes weken, tot ze gespeend worden.
De vrouwtjes zijn binnen een jaar geslachtsrijp, waardoor ze op hun eerste verjaardag al zwanger zijn.
De mannetjes zijn geslachtsrijp in hun tweede jaar, maar om te kunnen voortplanten moeten ze eerst toegang krijgen tot een groep met vrouwtjes en dat duurt meestal een paar jaar voordat dat gebeurd is.
Er worden meestal 2 keer zoveel mannetjes geboren dan vrouwtjes, maar omdat de levensduur van de vrouwtjes langer is dan die van de mannetjes blijft de verhouding 1:1.
De brilbeer dankt zijn naam aan de blonde tekening rond zijn ogen.
De vacht is donkerbruin tot zwart en heeft geel-witte banden over de neusvleugels en soms over de kop.
Ook kan het voorkomen dat er witte strepen over de keel, borst en wangen lopen.
De vacht is dik en kortharig.
De brilbeer heeft scherpe klauwen en slechts 13 ribben, terwijl andere beersoorten er 14 hebben.
De lengte van de beer is gemiddled 120 tot 210 centimeter lang en ze kunnen een schofthoogte hebben van 70 tot 90 centimeter.
Het mannetje kan een tot wel twee keer zwaarder worden dan het vrouwtje, het mannetje weegt tot 130 kilo, het vrouwtje tot 60 kilo.
Het leefgebied beslaat westelijk Venezuela, Ecuador, Peru, westelijk Bolivia, noordwestelijk Argentinië en Panama.
Ondanks dit grote gebied en zijn perfecte aanpassing aan het leven in de meest onherbergzame delen van het Amazone gebied is dit de meest bedreigde berensoort.
Brilbeer
auteur : op www.artis.nl
Net als andere berensoorten is de brilbeer een solitair dier. Ze ontlopen elkaar en zijn daarbij niet territoriaal.
Ontmoetingen met mensen of andere brilberen verlopen gedwee maar wel met de nodige voorzichtigheid.
Als de moeder jongen heeft kan dit gedrag wel anders zijn, net als bij andere beren.
Er zijn voorvallen bekend waarbij stropers op extreem gewelddadige manier zijn aangevallen door vrouwtjes met jongen.