Een broch is een ronde, stenen toren, waarvan de muur bestaat uit twee parallel aan elkaar verlopende wanden, soms meer dan 10 meter hoog.
Deze bouwwerken, waarvan de functie onbekend is, stammen uit de IJzertijd.
De meeste brochs zijn te vinden op de Orkney-eilanden, Shetlandeilanden en de regio Caithness van Schotland.
De term broch komt van dezelfde stam als het woord burg, oftewel burcht.
Deze term werd pas in 1872 als officiële benaming voor dit type bouwwerk ingevoerd, maar deze term kwam toen al in een groot aantal namen van brochs voor.
Vermoedelijk stamt het woord uit het tijdperk van de Vikingen, aangezien in het Noors een burcht een borg wordt genoemd.
Daarom wordt er wel gedacht dat sommige brochs nog ter verdediging werden gebruikt in de tijd van de Vikingen.
Locaties van brochs in Schotland
auteur : Bubobubo2 CC 3.0
Een broch moet niet worden verward met een dun.
Dat is een Gaelische term die een versterkte plaats aanduidt, waar echter niet per se een door mensen gemaakte structuur op hoeft te staan.
In het verleden zijn veel versterkte plaatsen langs de westkust van Schotland aangeduid als duns, waaronder een aantal brochs, zoals bijvoorbeeld Dun Telve en Dun Troddan.
Deze namen waren bij de officiële invoering van de term broch al zo bekend, dat de namen niet meer zijn aangepast in latere tijd.
Verder zijn er ook wheelhouses, aisled roundhouses en Atlantic roundhouses.
Deze komen in dezelfde regio's van Schotland voor als de brochs.
Een wheelhouse is een rond gebouw met binnenin muren die er op de plattegrond uitzien als de spaken van een wiel, vandaar de naam.
De binnenmuren komen echter niet in het centrum samen, er is een open ruimte in het midden.
Een aisled roundhouse lijkt sterk op een wheelhouse, maar de binnenste muren komen niet tot aan de ronde buitenmuur.
Het is in zo'n gebouw dus mogelijk volledig rond te lopen langs de binnenkant van de buitenmuur.
De term Atlantic roundhouse betekent alleen een rond gebouw, gelegen in de Atlantische regio.
In het verleden werd deze term gebruikt voor alle gebouwen die niet te classificeren waren als broch, wheelhouse of aisled roundhouse.
In de 21e eeuw geeft een aantal archeologen er de voorkeur aan om Atlantic roundhouse als een overkoepelende term te gebruiken.
De broch is daarvan dan een specifieke vorm.
De broch is overigens de enige van deze bouwwerken die etages van steen heeft.
Mousa Broch, op Shetland, de best bewaard gebleven broch
auteur : Otter CC 3.0
De oudste brochs dateren mogelijk al uit 600 v. Chr.
De meeste brochs werden echter gebouwd tussen 100 v.Chr. en 100 na Chr.
De Picten leefden voor een groot deel in hetzelfde gebied als de bouwers van de brochs.
De brochs kunnen echter niet aangeduid worden als Pictic towers, zoals soms wordt beweerd.
De oudste vermelding van de Picten stamt namelijk pas uit 297 na Chr. waardoor de Picten hooguit als afstammelingen van de broch-bouwers gezien kunnen worden.
Brochs komen het meeste voor op de Orkney-eilanden, Shetlandeilanden, Caithness, Sutherland en de Hebriden (met name Skye).
Er zijn echter ook meer zuidelijk in Schotland brochs te vinden, zoals bijvoorbeeld in de regio van Stirling.
De gebouwen zijn uniek voor Schotland.
De dubbele wand van broch Dun Troddan
Te Glenelg in de Schotse Highlands
auteur : Bubobubo2 CC 3.0
Met name aan het einde van de 19e eeuw en het begin van de 20e eeuw is er veel onderzoek gedaan naar vergelijkbare structuren in andere landen.
De enige structuren die volgens meerdere archeologen uit die tijd nog enigszins vergelijkbaar waren met een broch, waren de torens op Sardinië, die aldaar nuraghe genoemd worden.
Het inwendige van een nuraghe is echter geheel anders dan het inwendige van een broch. Zo heeft een nuraghe meerdere vertrekken boven elkaar in het inwendige van de toren.
Ook de periode waarin de beide structuren gebouwd zijn, is verschillend.
De meeste nuraghi stammen namelijk uit de zesde eeuw v. Chr. en niet uit het begin van de jaartelling, zoals de meeste brochs.
Men gaat er daarom tegenwoordig van uit dat er geen relatie is tussen de brochs en de nuraghi.
De meerderheid van de brochs ligt in de buurt van de kust.
Precieze aantallen van de hoeveelheid brochs zijn niet te geven.
Enerzijds zijn er veel verloren gegaan in de loop van de geschiedenis, anderzijds zijn sommige ruïnes nog onvoldoende onderzocht om te kunnen beoordelen of het om een broch, dun of een ander soort van Atlantic roundhouse gaat.
Schattingen voor heel Schotland lopen uiteen van 374 tot 500.
Broccoli (Brassica oleracea convar. botrytis var. cymosa) is een groente die verwant is aan bloemkool.
Van broccoli worden de nog gesloten bloemknoppen gegeten, van bloemkool zijn dat de aanlegsels van de bloemknoppen (bloemknopprimordia).
Van de groenten bevat broccoli de meeste glucosinolaten.
Broccoli is de koning van de kruisbloemige groenten, en heeft meer beschermende kwaliteiten dan eender welke andere koolsoort.
Broccoli is rijk aan praktisch elke vitamine die je kan denken : A, Bs, C, E en K.
De enige vitamines die in broccoli ontbreken is D (die door het lichaam aangemaakt wordt onder invloed van zonlicht) en B12 (die alleen door bacteriën aangemaakt wordt).
Behalve deze bevat broccoli alles, zowel de macromineralen als calcium, magnesium en kalium, evenals de sporenelementen zink, ijzer, koper.....
Broccoli wordt meestal gekookt of gebakken gegeten.
De rassen voor de professionele teelt zijn hybriderassen, die elkaar snel opvolgen.
Southern Comet, een hybride ras dat goed voldoet
Groene calabrese, een Italiaanse vorm met meerdere kleine knoppen
Purple sprouting, paars
Van de rassen voor de professionele teelt wordt alleen de hoofdscherm geoogst.
Bij deze rassen lopen de zijknoppen na de oogst nauwelijks meer uit, dit in tegenstelling tot de rassen voor de volkstuinder.
Na de oogst van het hoofdscherm lopen de zijknoppen uit.
Als deze geoogst worden dan lopen er weer nieuwe zijknoppen uit enz.
De schermen worden telkens kleiner.
Bij broccoli komen ??n- en tweejarige rassen voor. Spruitbroccoli is de verzamelnaam voor een groep van tweejarige rassen die purperen of witte kleine, bebladerde, langwerpige, paarse of witte bloemhoofdjes vormen nadat ze op het veld hebben overwinterd.
Men noemt ze ook winterbroccoli.
Zomerbroccoli (of Calabrese rassen) is beter gekend en groeit veel sneller.
De rassen zijn éénjarig.
De bloemschermen zijn donkergroen met een blauwe gloed.
Dit is in onze streken de meest geteelde rassengroep.
Broccoli is iets minder veeleisend dan bloemkool.
Toch moet de grond ook goed vochthoudend zijn, zonder wateroverlast.
Een hoge pH (6,5-7,5) zorgt voor een vlotte opname van de voedingselementen en werkt de uitbreiding van knolvoet tegen.
Een humusrijke bodem zorgt eveneens voor een doorlopende aanvoer van voedingselementen.
Vooral op lichte gronden doet broccoli het goed onder wat koelere omstandigheden.
Op deze gronden kan halfschaduw een voordeel zijn tijdens de zomerperiode.
Tijdens de eerste weken na het planten moet de wortelvorming gestimuleerd worden en wordt er, tenzij in uitzonderlijke situaties, geen water gegeven.
Pas als de broccoliplant zes tot zeven bladeren is bijgegroeid mag er geen droogtestress meer zijn.
Vanaf dat moment is beregenen of water geven aangewezen, zeker op droogtegevoelige en lichte gronden.
Onderzoek heeft aangetoond dat Broccoli de ziekte van Alzheimer zou kunnen tegengaan, omdat deze groente dezelfde werking als alzheimermedicatie zou kunnen hebben.
Verder hebben onderzoekers aan de Universiteit van Californië - Berkeley ontdekt dat bepaalde bestanddelen van broccoli (indolen, glucosinolaten) het lichaam tegen kanker schijnen te verdedigen.
Ook zou broccoli tegen UV-licht beschermen, waarschijnlijk door de stof sulforafaan.
Deze indolen worden in de maag afgebroken en omgezet tot het bestanddeel 3,3-di-indolylmethaan (DIM).
DIM lijkt kanker een halt toe te roepen.
DIM zou ook zorgen voor een verhoogde aanmaak van een bepaald eiwit dat kankercellen doodt en voor een verminderde aanmaak van een ander eiwit, waarvan kankercellen juist een verhoogde concentratie nodig hebben om te overleven.[1]
Een Brits onderzoek toont vermindering van risico op prostaatkanker met 400 gram broccoli per week in vergelijking met een controlegroep met 400 gram erwtjes.[2]
Onderzoekers van de universiteit van Warwick toonden aan dat koken of diepvriezen de gunstige werking met driekwart kan verminderen, terwijl bij wokken, stomen of bereiding in de magnetron de werkzame stoffen worden behouden.[3]
De gunstige invloed van broccoli ter voorkoming van prostaatkanker was al eerder aangetoond.[4]
Onderzoek toont ook een versterking van het immuunsysteem door het bestanddeel di-indolylmethaan in broccoli.[5]
Bloeiwijze van brocolli
auteur : Thomas Björkman, Cornell University CC 3.0
Ziekten en aantastingen :
Buiten Noord-Holland is knolvoet (Plasmodiophora brassicae) de belangrijkste ziekte.
Aantastingen door rupsen van onder andere het Groot koolwitje, Klein koolwitje, koolbladroller, kooluil en koolmot komen veelvuldig voor.
Daarnaast is er aantasting door de koolvlieg en de koolgalmug.
Broccoli zou sommige giftige en kankerverwekkende stoffen neutraliseren. Het is dus een zeer gezonde groente.
Broccoli is rijk aan koolhydraten, caroteen en vitamines C en E.
Om de vitamines goed te behouden, stoom je broccoli het best of bereid je de groente in zeer weinig water.
Broccoli bevat een niet te verwaarlozen hoeveelheid foliumzuur en staat bekend als een natuurlijke remedie tegen depressie.
Een quiche met broccoli, spek en zalm
auteur : Unilever Foods
De Britse regelingen rond vlaggengebruik op zee zijn vaak ingewikkeld vergeleken met die van andere landen.
De vaandel die gehesen wordt op Britse schepen is afhankelijk van de functie van het schip.
Er zijn drie vaandels, de rode, de blauwe en de witte.
De zogenaamde red ensign, de blue ensign en de white ensign.
Het blauwe vaandel
auteur : publiek domein - vrije foto
Het blauwe vaandel is bedoeld als staatsvlag ter zee voor overheidsschepen, maar is ook voor schepen van de Royal Naval Reserve en voor koopvaardijschepen waarop een bepaald aantal mensen met een geschiedenis bij de marine werken.
Het blauwe vaandel is ook voor een aantal oude Britse scheepsclubs (behalve tijdens de beide wereldoorlogen).
Het rode vaandel
auteur : publiek domein - vrije foto
Sinds 1864 doet het rode vaandel dienst als handelsvlag.
Het witte vaandel
auteur : publiek domein - vrije foto
Het witte vaandel doet dienst als marinevlag.
Buiten de zeevaart zijn er verschillende vlaggen die gebaseerd zijn op deze vaandels, sommigen gebruiken dezelfde kleuren, andere vlaggen hebben een meer excentriek veld, zoals het hemelsblauw van de vlag van de Britse Royal Air Force.
Vaandel van de Royal Air Force
auteur : Butter Stick - vrije foto
De vlag van Fiji en de vlag van Tuvalu zijn beiden hemelsblauwe vaandels.
Niue, een zelfregerende eilandengroep van Nieuw-Zeeland is een gele vaandel, waar het Sint-Georgekruis van de Union Flag echter is bijgewerkt met een gestileerde versie van het Zuiderkruis.
De vlag van het Brits Antarctisch Territorium heeft een wit veld met daarop het schild van het gebied.
Vlag van Fiji sedert 10 okt 1970
auteur : publiek domein - vrije foto
Vlag van Tuvalu
auteur : publiek domein - vrije foto
Vlag van Niue
auteur : SKopp - vrije foto
Vlag van het Brits Antarctisch Territorium
auteur : Masur CC 2.5
Voor 1864 waren rood, wit en blauw de kleuren van de drie squadrons van de Royal Navy, die gevormd werden door de reorganisatie van de marine in 1652 door Robert Blake.
Elk squadron had zijn eigen respectievelijke kleuren.
Het rode squadron patrouilleerde de Caraïbische eilanden en de noordelijke Atlantische Oceaan, het witte de kust van de Britse eilanden, Frankrijk en de Middellandse Zee, terwijl het blauwe vooral voer in de zuidelijke Atlantische Oceaan, de Stille Oceaan en de Indische Oceaan.
De vlaggen van de vroegere Britse kolonies hebben vaak de achtergrond van hun beschermende squadron.
Bermuda (rood), Australië en Nieuw-Zeeland (blauw) volgden dit patroon.
Vroege vlaggen van de Amerikaanse kolonies voor de Revolutie waren gewijzigde Rode Vaandels.
De Grand Union Flag voegde zes witte strepen toe aan de vaandel, en in 1777 werd de Union Flag in het kanton vervangen door de huidige sterren.
Vaandel van de RFA (militaire bevoorrading)
vrije foto
Vaandel van het Britse ministerie van defensie
vrije foto
Vaandel van de RMAS (burgerbevoorrading)
vrije foto
Vaandel van de Royal Engineers (geniesoldaten)
vrije foto
Logistiek korps onder bevelvoerend officier
vrije foto
Logistiek korps onder bevelvoerend onderofficier
vrije foto
Douane en accijnzen
vrije foto
Vaandel van de zeecadetten
vrije foto
Elk squadron had zijn eigen officieren. Bijvoorbeeld Horatio Nelson was viceadmiraal van het Witte Squadron op het moment van zijn dood.
In 1868 maakte de Britse admiraliteit de Blauwe vaandel de vlag van schepen onder het bevel van de Canadese regering.
In 1892 keurde de Admiraliteit het gebruik van de Rode vaandel goed op Canadese handelsschepen.
Een blauwe vaandel met het wapenschild van Québec werd gebruikt als Vlag van Québec tot 1950.
Van 1870 gebruikte Canada officieus een Rode vaandel met de wapens van de provincies als de nationale vlag (het Canadese Rode Vaandel).
In 1924 werd de vlag officieel aangenomen.
De provinciale schilden met het wapen van Canada.
De rode vaandel werd in 1965 na een lang debat vervangen door de huidige vlag van Canada.
Vuurtoren autoriteiten van Schotland en Isle of Man
vrije foto
De shilling was tot 1970 een rekeneenheid in Groot-Brittannië en Ierland.
De waarde was het twintigste deel van een pond.
Het pond was opgedeeld in 20 shilling en een shilling was 12 pence.
Luxegoederen en honoraria (artsen en advocaten) werden geprijsd in guineas, en één guinea was één pond en één shilling, 21 shilling dus.
Deze situatie is vergelijkbaar met de stuiver die in Nederland in het begin van de 19e eeuw nog een rekeneenheid was.
Britse shilling - 1933
auteur : Welkinridge - vrije foto
Met de invoering van het decimale stelsel werd de shilling afgeschaft.
Er werden nieuwe muntstukken geslagen die even groot waren als de munten met het opschrift one shilling en two shillings, maar met het opschrift 5 new pence en 10 new pence.
De oude munten bleven geldig.
Britse shilling - 1956
auteur : United Kingdom Government - vrije foto
In tegenstelling tot het woord stuiver is het woord shilling in de volksmond niet gebleven als naam voor het muntstuk.
Het nieuwe muntstuk wordt five penny piece genoemd.
In 1990 zijn nieuwe, kleinere muntstukken in roulatie gekomen.
De oude shillingen zijn met de invoering van deze muntstukken geleidelijk uit het betalingsverkeer verdwenen.
De Brits korthaar is (al dan niet tot uw verbazing) een kortharig kattenras.
Het is een stevige, gedrongen kat die aan het eind van de 19e eeuw in Engeland gefokt werd voor specifieke kleur en tekening in de vacht.
Door het kruisen met perzen kregen de Brits kortharen meer lichaamsvolume en kopomvang.
Als gevolg van die kruisingen worden er af en toe langharige kittens geboren, die door de meeste Brits korthaarfokkers als erfenis uit het verleden worden aanzien en als huisdier worden verkocht.
Sommige fokkers vinden de langharige nakomelingen echter op zich leuk genoeg om mee door te fokken onder de naam Brits langhaar of Lowlander.
Het ras heeft in verhouding kleine oren en grote ronde ogen, en vooral de katers hebben erg bolle wangen.
Het is een grote en gespierde kat met een korte, dikke staart waarvan de top lichtjes afgerond is.
Vroeger kwam het ras voornamelijk in de kleur blauw voor.
Tegenwoordig zijn er veel verschillende kleuren (denk aan lilac, crème, chocolate, cinnamon, schildpad met wit, zilvertabby etc.).
De Brits korthaar heeft een korte en dichte vacht die niet plat tegen het lichaam ligt.
Ook hebben de katten een goede ondervacht, nochtans met een fijne dichte textuur.
Brits korthaar
auteur : M.Eschelwek - vrije foto
tricolor Brits korthaar
auteur : Squeaky Knees CC 2.0
De Brits korthaar is niet veeleisend in de omgang en evenwichtig van aard.
Het karakter is rustig en introvert en het ras aardt prima binnenshuis.
Het benodigde territorium (leefomgeving) is niet groot en daarom is het een geschikte kat om in een appartement of flat te houden.
Het dier is geen aandachtvrager maar laat subtiel door zacht mauwen of bij de eigenaar te komen zitten duidelijk dat aandacht nodig is.
Het ras is geen echte schootkat, maar zit liefst dicht in de buurt naast de mensen op de bank of naast de stoel.
Het zijn geen katten om veel op te tillen, ze bezitten een eigen onafhankelijkheid en volgen de huiselijke activiteiten op kleine afstand.
Een Brits korthaar kan prima fungeren als enig huisdier en stelt indien gekozen wordt voor een andere kat of hond prijs op een dier met een gelijkaardig rustig karakter.
roodgemarmerd Brits korthaar
auteur : Mysterious1980 CC 3.0
Er komen bij dit ras vaker dan normaal bij de kat twee op termijn dodelijke, erfelijke ziektes voor.
Hypertrofische cardiomyopathie (HCM) resulteert vroeg of laat in acuut hartfalen, en cystenieren (PKD) leiden tot geleidelijk nierfalen.
Verantwoordelijke fokkers laten dieren preventief testen op beide problemen.
De gentest voor PKD is meteen 100% uitsluitselgevend.
Voor HCM is nog geen gentest beschikbaar en daarom laten fokkers hun dieren jaarlijks door een gespecialiseerde dierenarts (cardioloog/radioloog) via een echografie onderzoeken.
Dieren die aan één van de twee aandoeningen lijden dienen uit de fok gehaald te worden.
Kopers van een kitten behoren testuitslagen van de ouderdieren in te kunnen zien.
Door het relatief zware gewicht van het ras is ook het laten nakijken van ouderdieren en kittens op het voorkomen van Patella luxatie (loszittende knieschijven) aan te bevelen.
zwartzilver gemarmerd Brits korthaar
auteur : Kattefreakske CC 3.0
Brits-Togoland was een Brits mandaatgebied, klasse B (zoals Ruanda-Urundi van België), in West-Afrika.
Hoofdstad Ho, nu de hoofdstad van regio Volta in Ghana.
Op 26 augustus 1914 werd het Duitse protectoraat Togoland binnengevallen door Franse en Britse legers en na vijf dagen kort verzet gaf het land zich over.
In 1916 werd het in twee administratieve zones verdeeld tussen Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk.
Na de Eerste Wereldoorlog werd Togoland officieel een mandaatgebied van de Volkenbond.
Vlag van Brits-Togoland van 1916 tot 1956
auteur : Yaddah/Zscout370 - vrije foto
Na de Tweede Wereldoorlog werden de mandaatgebieden trustschappen van de Verenigde Naties.
Brits-Togoland werd geregeerd vanuit het aanpalende Goudkust onder de naam Trans-Volta Togo.
kaart van Brits-Togoland - het groene deel
auteur : Xfigpower CC 3.0
In 1954 informeerde de Britse regering de VN dat ze het gebied niet meer konden regeren als Goudkust onafhankelijk werd.
Hierdoor werd er een referendum gehouden en 58% koos voor aanhechting bij Goudkust.
De vereniging werd officieel op 13 december 1956.
Er werd nu één entiteit gevormd die Ghana zou heten en onafhankelijk werd op 6 maart 1957.
Brits-Somaliland was een kolonie van het Verenigd Koninkrijk in de Hoorn van Afrika.
De hoofdstad was Hargeisa.
Naast Brits-Somaliland bestond hier ook Frans-Somaliland (thans Djibouti) en Italiaans-Somaliland.
Brits-Somaliland werd in 1960 onafhankelijk.
Het gebied werd rond 1884 veroverd door Egypte dat zich in 1884 terugtrok wegens een conflict in Soedan.
In datzelfde jaar vestigde het Verenigd Koninkrijk hier een protectoraat.
Het werd aanvankelijk bestuurd als onderdeel van Brits-Indië.
Van 1898 tot 1905 werd het gebied bestuurd door het Britse Ministerie van Buitenlandse Zaken (Foreign Office), vanaf 1905 door Koloniale Zaken (Colonial Office).
Militair gezien viel het onder het garnizoen van Aden.
De Britten noemden het gebied wel "Aden's butcher's shop" ("de slagerij van Aden"), omdat het vlees leverde voor het garnizoen in Aden.
Vlag van Brits-Somaliland van 1903 tot 1950
auteur : Permjak CC 3.0
Van 1899 tot 1920 voerden de Britten, samen met de Italianen, Fransen en Ethiopiërs strijd tegen Mohammed Abdullah Hassan, de Sultan van de Somalische Derwisj Staat, die een opstand was begonnen.
Tot aan de Eerste Wereldoorlog vonden vier expedities plaats tegen Mohammed Abdullah Hassan, die door de Britten The Mad Mullah werd genoemd.
Pas na de Eerste Wereldoorlog lukte het de Britten het verzet te breken.
Hierbij werden voor het eerst in Afrika militaire vliegtuigen ingezet, een tactiek waarmee tijdens de Wereldoorlog ervaring was opgedaan in Frankrijk.
kaart van Brits-Somaliland
afbeelding op newsfromeastafrica.blogspot.be
kaart van Brits-Somaliland en omgeving
afbeelding op www.boublog.nl
Op 3 augustus 1940 vielen gemechaniseerde Italiaanse troepen het gebied binnen vanuit Italiaans-Somaliland.
Aan Italiaanse zijde vochten ook afstammelingen mee van de derwish-strijders van Mohammed Abdullah Hassan.
De Britse troepen waren geen partij voor de Italiaanse overmacht en op 17 augustus 1940 evacueerden de Britten hun troepen via de haven van Berbera naar Aden.
Omdat ze relatief weinig verliezen hadden geleden meende Winston Churchill dat er niet hard genoeg was gevochten.
Generaal Archibald Wavell vond het juist een evacuatie volgens het boekje wegens numeriek overwicht van de tegenstander.
Hij zou Churchill, onder verwijzing naar de informele naam voor Brits-Somaliland, hebben voorgehouden dat een bebloede slagersrekening nog geen bewijs was voor goede tactiek.
Vlag van Brits-Somaliland van 1950 tot 1960
auteur : Jolle (Jaume Ollé) CC 3.0
In maart 1941 heroverden troepen van het Verenigd Koninkrijk en het Brits Gemenebest het gebied weer ("Operation Appearence"), maar een deel van de Italianen voerde een guerrilla-oorlog tegen de Britten, die tot de zomer van 1942 duurde.
Op 26 juni 1960 werd Brits-Somaliland onafhankelijk.
Toen Italiaans-Somaliland op 1 juli van datzelfde jaar onafhankelijk werd, fuseerden beide staten na een referendum tot Somalië.
In 1991 verklaarde het voormalige Brits-Somaliland zich onafhankelijk van Somalië.
Het staat sindsdien bekend als Somaliland maar is internationaal nog niet erkend als onafhankelijke staat.
Brits-Indië was de naam van een gebied dat de huidige landen India, Sri Lanka, Pakistan, Bangladesh en delen van Myanmar (Birma) omvat.
Het was tot 1947 een Britse kolonie.
Het gebied werd tot 1858 onder een handvest bestuurd door de Britse Oost-Indische Compagnie.
Vanaf 1876 regeerde de Britse koningin Victoria deze kolonie niet meer als koningin van het Verenigd Koninkrijk en het Britse Rijk, maar nam zij ook de titel Keizerin van India aan.
Men spreekt van 1876 tot 1947 dan ook wel van het Keizerrijk India.
Victoria regeerde overigens niet zelf, een onderkoning trad op als haar plaatsvervanger.
Deze maakte op zijn beurt weer gebruik van de macht van Indiase adel (Radja's en Maharadja's).
Mede door deze afgedwongen samenwerking lukte het de Britten India, waarvan de bevolking vele malen groter was dan die van het 'moederland', onder controle te krijgen.
Een groot deel van Brits-Indië bleef dus door inheemse vorsten bestuurd worden.
Zij werden bijgestaan en in de gaten gehouden door Britse bestuursambtenaren.
Hoewel de vorsten soms zelfs een eigen leger en luchtmacht bezaten, was hun onafhankelijkheid door verdragen en de dominante positie van de Britten sterk ingeperkt.
Vlag van Brits-Indië van 1858 tot 1947
auteur : Barryob - vrije foto
Portugal was het eerste Europese land dat om Kaap de Goede Hoop zeilde en India bereikte.
Zij vestigden daar de kolonies Bon Bahia en Goa.
Vanaf de 17e eeuw begon Engeland de situatie in India te beïnvloeden.
In 1676 vestigden ook de Fransen zich aan de oostkust van India bij Pondicherry, ten zuiden van Madras.
Ook de Nederlandse Vereenigde Oostindische Compagnie vestigde zich in India, in Malabar aan de zuidwestelijke kust en in de Bengalen het hedendaags Bangladesh.
Vanaf 1858, nadat de Muiterij van Sepoy was neergeslagen, beheersten de Britten met uitzondering van het huidige Afghanistan heel het voormalige Mogolrijk.
Rond die tijd werd er ook een begin gemaakt met de bouw van een spoorwegnet door het subcontinent, dat nog altijd een van de meest zichtbare erfenissen van het Britse bewind is.
In de loop van de 19e eeuw hebben zij hun Aziatische bezittingen zelfs nog uitgebreid met Opper- en Neder-Birma, (het zuidelijke deel van het huidige Myanmar), Noordoost-India, de door Tamils beheerste Zuidpunt van India en het eiland Sri Lanka, wat de Mogols nooit gelukt was.
Sri Lanka viel overigens onder een afzonderlijk Brits koloniaal bewind, vanaf 1937 ook de Birmese delen.
Tot 1947 werd India geregeerd als een onderdeel van het Britse rijk.
In deze periode was Brits-Indië een land waar grote verdeeldheid heerste.
Dat kwam doordat mede doordat de Britten de gebruiken van de Indiërs niet altijd eerbiedigden.
De Britten veroorzaakten veel onrust door bijvoorbeeld heilige koeien te slachten en onreine dieren te eten.
Daardoor ontstond er bij veel Indiërs onvrede met de aanwezigheid van de Britten.
Ten behoeve van hun Indische vazallen en het bestuursapparaat stichtte de Britse koningin een aantal Koloniale Ridderorden.
Omdat in de periode van de Britse overheersing van India elders in de wereld de slavernij werd afgeschaft, werden er veel Indiërs geronseld om te gaan werken als contractarbeider in plaats van de Afrikaanse slaven op de plantages in andere Britse koloniën, maar ook in de Nederlandse kolonie Suriname.
In 1872 werd een tractaat gesloten door de Nederlandse regering met de Britse regering.
Dit werd door Koningin Victoria ondertekend op 10 februari 1872.
Koning Willem III bekrachtigde het zes dagen later.
Op 5 juni 1873 arriveerde het eerste schip met Brits-Indische contractanten, de Lalla Rookh, in Suriname.
Bankbiljet van één roepie met de afbeelding van koning George V
foto op chennai.olx.in
Na de Tweede Wereldoorlog was het Britse Rijk vooral geconcentreerd op zaken die zich dichter bij huis afspeelden.
Daarom was het Rijk niet voorbereid op de opkomst van anti-koloniale nationalistische bewegingen in hun kolonies.
Een voornamelijk geweldloze opstand onder Mahatma Gandhi en Jawaharlal Nehru vormde een onderdeel van de weg naar de onafhankelijkheid van Brits-Indië.
Hoewel zij in het westen als de grote helden van de onafhankelijkheid worden gezien waren Chandu SkeQar Azad en zijn groep volgens de Indiërs zelf de echte helden.
Uddam Singh, Chandu SkeQar Azad en Bhagat Singh leidden met hun groep de onafhankelijkheid van Brits-Indië in 1947.
Het Indische subcontinent werd door de Britten verdeeld in de seculiere staat India en de kleinere moslimstaat Pakistan.
Bangladesh, voorheen Oost-Pakistan, werd in 1971 onafhankelijk van Pakistan.
Brits-Indisch imperium in 1906
auteur : Edinburgh Geographical Institute; J. G. Bartholomew and Sons. - vrije foto
De onafhankelijkheid van Brits-Indië in 1947 betekende het einde van een 40 jaar durende nationalistische strijd.
Het land deelde zich uiteindelijk wel in India en Pakistan, nadat burgeroorlogen naar aanleiding van de Deling van Brits-Indië minstens een half miljoen levens hadden gekost en in totaal circa 7 miljoen vluchtelingen in beide richtingen.
De heftige religieuze spanningen leidden in januari 1948 tot de moord op de grote inspirator van deze strijd, Mahatma Gandhi, omdat die te toegeeflijk zou zijn geweest tegen de moslims.
Het door de Britten aanvaarden van India als een republiek in 1949 wordt gezien als het begin van het moderne, postkoloniale Gemenebest.
Brits-Indië had vlak voor de onafhankelijkheid in 1947 zeventien provincies:
Ajmer-Merwara-Kekri
Andamanen en Nicobaren
Assam
Beloetsjistan (Chief Commissioners Province of Baluchistan)
Bengalen (Bengal Province)
Bihar
Bombay (Bombay Province)
Central Provinces and Berar
Coorg
Delhi (Delhi Province)
Madras (Madras Province)
Noordwestelijke Grensprovincie (North-West Frontier Province)
Panth-Piploda
Orissa
Punjab (Punjab Province)
Sindh
United Provinces of Agra and Oudh
Brits-Honduras (zie Belize 25-02-2010) is de vroegere naam van een Britse kolonie (van 1862 tot 1964) op de oostkust van Centraal-Amerika.
Vlag van Brits-Honduras van 1950 tot 1981
auteur : Jolle (Jaume Ollé) CC 3.0
De kolonie is nu de onafhankelijke staat Belize.
Het gebied werd door Europeanen voor het eerst in de 17e eeuw gekoloniseerd.
Locatie van Brits-Honduras
auteur : Rei-artur CC 3.0
Brits-Honduras werd in 1840 een Britse kolonie en was een kroonkolonie van het Verenigd Koninkrijk van 1862 tot 1964, wanneer het zelfregerend werd.
De naam Belize wordt sinds juni 1973 gebruikt, maar Belize werd pas volledig onafhankelijk in 1981.
Brits-Guiana was de naam van een Britse kolonie (1814 - 1966) op de noordkust van Zuid-Amerika.
Deze vormt van af 1966 de onafhankelijke republiek Guyana.
Het gebied werd vanaf 1600 bezocht door Nederlanders.
Aan de rivieren Pomeroon, Essequebo en Berbice werden kleine handelsposten gevestigd.
Hier vond voornamelijk ruilhandel plaats met de indianen en men begon op kleine schaal met plantagebouw.
Vlag van Brits-Guiana van 1919 tot 1954
auteur : Jolle (Jaume Ollé) CC 3.0
De koloniën Essequebo en Berbice lagen in het octrooigebied van de West-Indische Compagnie (WIC).
De WIC gaf de stichter van de kolonie Berbice, Abraham van Peere, toestemming om deze kolonie te besturen.
Essequebo werd rechtstreeks bestuurd door de WIC Kamer Zeeland.
Nadat de naburige kolonie Suriname na de Tweede Nederlands-Engelse Oorlog met de Engelsen werd geruild voor Nieuw-Nederland ontstond er een uitgestrekte strook Nederlandse koloniën op de Guiana's, genaamd Nederlands Guyana. Berbice en Essequebo bleven, vergeleken met Suriname, kleine plantage-koloniën.
Geteisterd door kaapvaarders, slaventekorten en beperkende WIC-regels konden deze koloniën niet uit de schaduw van zusterkolonie Suriname stappen.
De rivier Demerary, vallende onder de kolonie Essequebo, werd in 1745 opengesteld voor exploitatie.
In de tweede helft van de 18e eeuw kwamen de koloniën Essequebo, Demerary en Berbice tot bloei.
Na de opheffing van de WIC in 1791 en de Sociëteit van Berbice in 1795 groeide de productie naar een recordhoogte.
Locatie van Guyana
auteur : Vardion - vrije foto
Na de napoleontische oorlogen in 1814 werd de helft van het toenmalige Nederlands Guyana van Nederland afgenomen.
De Nederlandse planters in het gebied behielden hun oude rechten, en kregen toestemming om op alle Engelse en Nederlandse havens te varen.
De meesten bleven onder deze gunstige voorwaarden in de nieuwbakken Engelse koloniën wonen.
De drie koloniën (Essequibo, Demerara en Berbice) werden in 1831 verenigd tot één enkele kolonie.
Deze werd op 26 mei 1966 onafhankelijk.
kaart van Brits-Guiana
Map by the Edinburgh Geographical Institute & John George Bartholomew - "Cartographer to the King"(1860-1920)