Brugse mokken gelden als specialiteit uit Brugge.
Het zijn ronde koekjes die nog steeds op ambachtelijke wijze worden gemaakt volgens het recept van Stefanie Vervarcke, die de apotheekbakkerij, vandaag de zaak Oud Huis Deman, oprichtte in 1880.
De ingrediënten zijn tarwebloem, roggebloem, kaneel, zout, kandijsuiker, boter, margarine, kruiden en bicarbonaat (rijsmiddel).
De etymologie van het woord is niet helemaal duidelijk.
Het is mogelijk dat mokken slaat op het Brugs voor een "jong meisje", maar het kan ook komen van het Franse motte, wat zoveel betekent als "kluit" of "klont (boter)".
Recept (www.kriskookt.be): ingrediënten :
220 gr boter, op kamertemperatuur
270 gr bloem
60 gr suiker
1 ei
snuifje zout
3.5 gr bakpoeder
1/2 vanillestok
werkwijze :
Schraap de vanille uit de vanillestok
Maak van alle ingrediënten een mooi egaal deeg
Maak van het deeg een rol van 4 cm diameter
Wikkel deze rol in plasticfolie en laat 20 minuten rusten in de koelkast
Strooi een laagje suiker op het werkblad en rol het deeg door de suiker
Snijd koekjes van 0.5 cm dikte
Bak de koekjes 20 minuten in een warme oven van 160 graden
Brugse kletskoppen gelden als specialiteit uit Brugge.
Het zijn flinterdunne koekjes die nog steeds op ambachtelijke wijze worden gemaakt volgens het recept van Stefanie Vervarcke, die de apotheekbakkerij, vandaag de zaak Oud Huis Deman, oprichtte in 1880.
Engels : Dentelles de Bruges Duits : Brügger Kletskop", Mandelkeks Frans : Les dentelles de Bruges
Brugse kletskoppen
De ingrediënten zijn boter, bloem, amandelen en kandijsuiker.
Met behulp van een spuitzak wordt het beslag in toefjes op de bakplaat gespoten.
Als de koekjes uit de oven komen, blinken ze als het ware als opgepoetste kletskoppen (kale hoofden).
Pas als de kletskoppen afkoelen worden ze knapperig hard : eigenlijk is het de karamel die het koekje zo knapperig maakt als de koekjes koud zijn.
Lekker bij de koffie, thee of als knapperige afwerking in nagerechten.
Brugse kletskoppen (variatie)
foto op www.koekjesbakken.com
Recept (www.koekjesbakken.com): ingrediënten :
90 gram bloem
90 gram kristalsuiker
90 gram ongezouten boter op kamertemperatuur
90 gram amandelsnippers (of amandelen fijngestampt in de vijzel)
120 ml stroop
werkwijze :
Oven voorverwarmen op 180 graden.
Klop de boter met de suiker tot room.
Klop nu de bloem onder de room.
Klop dan de stroop onder het deeg.
Klop als laatste de amandelen onder het koekjes deeg.
Rol het deeg op in een dikke rol en laat afkoelen in de ijskast of diepvries.
Als het deeg goed handelbaar is, snijdt u koekjes van minimum 3 millimeter. Snijdt u koekjes van bijvoorbeeld 1 centimeter, dan zullen ze nog steeds uitvloeien tot flinterdunne koekjes met een veel grotere diameter.
Plaats de koekjes op een bakpapier op een ovenplaat en bak tot de koekjes volledig goudbruin gekleurd zijn (6 tot 10 minuten: de kletskoppen zijn gebakken als de kleur van het lichte deeg is volledig veranderd tot donkerbruin).
Neem de kletskoppen uit de oven en laat een beetje afkoelen vooraleer u ze wil vormgeven (of laat ze gewoon rond!).
U kan met uitsteekvormpjes werken (wat overblijft is lekker voor op roomijs) of rolletjes en hoorntjes maken. Dit vraagt wel enige oefening wat de koekjes zijn nog steeds heet.
Brugse Zot is een Belgisch bier gebrouwen door Brouwerij De Halve Maan in Brugge.
Na een grondige renovatie en modernisering van de brouwinstallatie werd Brouwerij De Halve Maan in 2005 heropgestart en werd het bier Brugse Zot gelanceerd, een goudblond bier met een alcoholgehalte van 6%.
Het bier wordt gebrouwen met 4 verschillende moutsoorten en 2 aromatische hopvariëteiten en viel onmiddellijk in de smaak, zowel in Brugge als ver daarbuiten.
Brugse Zot
Naast de blonde werd later ook een bruine variant van de Brugse Zot gecreëerd : Brugse Zot Dubbel, met een alcoholgehalte van 7,5%.
Het wordt gebrouwen met 6 speciale moutsoorten.
Men koos ook voor de Tsjechische Saaz-hop uit atec.
Het winnen van verschillende kwaliteitsprijzen voor het bier en de stijgende populariteit ervan zorgden ervoor dat de brouwerij haar capaciteit meerdere keren diende uit te breiden.
Brugse Zot
foto : buddhabar op buddhabar.deviantart.com
De bijnaam van de Bruggelingen is "(Brugse) zotten".
Deze bijnaam danken ze aan volgende legende : nadat ze Maximiliaan I van Oostenrijk, in hun strijd om autonomie, voor een tijd gevangen hadden gehouden, verbood deze het houden van een jaarmarkt en andere festiviteiten.
In een poging om hem te sussen, hield Brugge voor hem een groot feest en vroeg daarna de toelating opnieuw een jaarmarkt te mogen houden, belastingen te mogen innen én ... het bouwen van een nieuw zothuis.
Hij antwoordde : "Sluit alle poorten van Brugge en je hebt een zothuis!".
Brugse Zot blond
Brugse Zot dubbel
Gewonnen prijzen :
Australian International Beer Awards 2012 - Zilveren medaille voor Brugse Zot Blond in de categorie Belgian & French Style Ale - Abbey Blonde
Australian International Beer Awards 2012 - Bronzen medaille voor Brugse Zot Dubbel in de categorie Belgian & French Style Ale - Abbey Dubbel
World Beer Cup 2010 - Zilver voor Brugse Zot Blond in de categorie Best Belgian-Style Blonde Ale or Pale Ale
In 1278 werd Gwijde van Dampierre graaf van Vlaanderen.
Hij had het graafschap in leen van de koning van Frankrijk, maar die bemoeide zich weinig met Vlaanderen.
Maar dat veranderde nu.
Gwijde vond dat niet prettig, hij was liever zelf de baas.
Hij zocht daarom steun bij Engeland, het land waar de wol vandaan kwam die zo belangrijk was voor de lakennijverheid in Vlaanderen.
Hierdoor ontstond er een openlijke strijd tussen Van Dampierre, de schoonvader van Floris V, en zijn leenheer, koning Filips IV, de Schone.
En in 1300 lijfde Filips IV heel Vlaanderen met geweld weer in bij zijn kroondomein.
Engels : Bruges Matins Duits : Brügger Frühmette Frans : Les matines de Bruges
Gwijde van Dampierre, zijn oudste zoon Robrecht van Bethune en verscheidene andere Vlaamse ridders verdwenen in Franse gevangenschap.
Filips IV benoemde de hoge edelman Jacques de Châtillon tot landvoogd van Vlaanderen.
Dat had hij beter niet kunnen doen.
In Vlaanderen stonden namelijk niet alleen de aanhangers van de graaf (de Liebaards) en die van de koning (de Leliaards) tegenover elkaar, maar in de steden stonden ook de patriciërs, die het bestuur in handen hadden, en het gewone volk tegenover elkaar.
Het volk wilde de landvoogd wel aanvaarden, maar dan moest het wel invloed krijgen op het bestuur.
De Châtillon steunde echter tot woede van het volk de patriciërs.
De ambachtslieden kozen daarop massaal partij voor de Liebaards.
De situatie werd er in mei 1301 niet beter op toen Filips IV een blijde intrede hield in Vlaanderen.
In Gent, de grootste stad ten noorden van Parijs, was de bevolking zeer ontevreden.
Het bestuur van de stad had namelijk een nieuwe belasting ingevoerd op verbruiksgoederen zoals bier en mede (een honingdrank) om de schulden van de stad te verminderen.
Bij de intrede van de koning vroeg het volk de afschaffing van dit 'ongeld'.
Filips stemde hierin toe.
De patriciërs In Brugge waren bang dat hetzelfde ook in hun stad zou gebeuren.
Zij verboden het volk - op straffe des doods - daarom ook maar één verzoek te doen aan de koning.
Het gevolg was dat het volk de verbaasde Filips met een ijselijke stilte ontving : een blamage voor de patriciërs - meestal Leliaards - die kosten noch moeite hadden gespaard voor de ontvangst.
De bom barstte toen de leden van het Brugse stadsbestuur de kosten van hun peperdure feestkleding uit de stadskas wilden betalen.
Wever Pieter de Coninc, een begaafd redenaar, en Jan Breydel werden de leiders van de woedende massa.
In juni 1301 sloot het stadsbestuur De Coninc op, maar zijn aanhangers bevrijdden hem uit de cel en de Liebaards namen het bestuur van de stad over.
Landvoogd De Châtillon had niet veel gevoel voor de situatie.
Hij legde Brugge namelijk zware straffen op : 486 opstandelingen, De Coninc op kop, werden verbannen.
Bovendien maakte hij tot ieders woede een einde aan de oude stadsprivileges (voorrechten) van de stad.
Intussen zaten de zonen van Gwijde van Dampierre, die nog op vrije voeten waren, niet stil. Jan en Gwijde van Namen riepen de opstandelingen op de strijd niet te staken.
Op hun aandringen keerde De Coninc in februari 1302 terug naar Brugge.
Toen even later het bericht kwam dat de hoogste Franse rechtbank het Brugse beroep tegen het verlies van zijn privileges verwierp, kon een opstand niet uitblijven.
Pieter de Coninck begon samen met Willem van Gullik, een kleinzoon van Gwijde van Dampierre, een succesvolle aanval op de kastelen van Sijsele en Male, die beide in Franse handen waren.
De landvoogd verzamelde als reactie een legertje van 1.100 man, onder wie 120 ridders, om Brugge te straffen.
Gwijde van Namen en Willem van Gullik vluchtten uit Brugge, terwijl Pieter de Coninc en zijn Liebaarts door de angstige bevolking verdreven werden.
Op 17 mei 1302 arriveerde de woedende landvoogd met veel machtsvertoon in Brugge.
Veel Bruggelingen vreesden een bloedbad en zij riepen 's nachts de verbannen Liebaards terug om dit te voorkomen.
In de vroege ochtend van 18 mei 1302 vielen de Vlaamse opstandelingen de Fransen aan.
Om de Fransen en de leliaards (Fransgezinde Vlamingen) van de liebaards te onderscheiden werd elk verdacht persoon gevraagd om scilt ende vriend te zeggen.
Franstaligen hadden hier veel moeite mee, en zodoende was het meteen duidelijk wie men mocht vermoorden.
Minstens 120 van hen kwamen om, ongeveer 90 anderen werden gevangen genomen.
De landvoogd zelf kon op het nippertje ontsnappen.
Nu was er geen weg meer terug.
Naar middeleeuwse maatstaven hadden de Vlamingen een verschrikkelijke misdaad gepleegd.
De laffe nachtelijke aanval op zijn soldaten was voor Filips IV een nog veel zwaardere belediging dan de opstand tegen zijn gezag.
De koning moest zich wreken, de Bruggelingen - die nu niets meer te verliezen hadden - kozen voor de totale mobilisatie.
Op 11 juli 1302 begon in de buurt van Kortrijk de veldslag.
Het Franse leger bestond uit 2500 man adellijke cavalerie, 1000 kruisboogschutters, 2000 piekeniers en 3000 andere soldaten.
In totaal zo'n 8500 man.
Het Vlaamse leger bestond uit soldaten uit Brugge (3000), van het Brugse ommeland (2500), uit Ieper (500) en uit Oost-Vlaanderen (2500).
In totaal 9000 man, van wie slechts 400 edelen.
De Vlamingen wonnen de strijd.
Zij achtervolgden het vluchtende Franse voetvolk en de overgebleven ridders en maakten hen af.
De volgende dag vonden de Vlamingen 500 vergulde sporen.
Aan deze sporen dankt de slag zijn (moderne) naam, de Guldensporenslag.
Bron : - Stichting Leerplanontwikkeling SLO, Enschede CC 3.0
- tinternet
Tijdens de Brugse Metten, op vrijdag 18 mei 1302, doodden de Bruggelingen leden van het Franse garnizoen in hun stad tijdens een nachtelijke verrassingsaanval.
Jacques de Châtillon, landvoogd voor de Franse koning die leenheer van het graafschap Vlaanderen was, had de stad kort tevoren bezet.
Hij kon ternauwernood ontsnappen.
Engels : Bruges Matins Duits : Brügger Frühmette Frans : Les matines de Bruges
Om de Fransen en de leliaards (Fransgezinde Vlamingen, meestal patriciërs) van de liebaards te onderscheiden werd elke verdachte persoon gevraagd om het sjibbolet scilt ende vrient uit te spreken.
Dit was moeilijk voor de Fransen, en zodoende was het duidelijk wie men mocht doden en wie niet.
Een alternatieve uitleg is dat het niet om scilt ende vrient zou gaan, maar om des gilden vrient.
Lodewijk van Velthem, een eigentijdse Brabantse schrijver, noemde deze gebeurtenis "Goede Vrijdag" en beschreef het als volgt in enkele zinnen (ernaast een vrije vertaling) :
Dese dach heet men binnen Brucge
'goet vridach' om dese daet
Hieraf es comen menich quaet
Daer worden verslagen inder stede
wel 24 baenroetse mede
ende ridderskinder ende serjande
van Vranckrike, ende van andre lande
menicheen daer ict tgetal
niet wel af en can genoemen al.
Deze dag noemt men in Brugge
'Goede Vrijdag' wegens deze daad.
Hieruit kwam veel kwaad
Er werden in de stad gedood
wel 24 banierheren (edelen) en
kinderen van ridders en sergeanten
uit Frankrijk, en uit andere landen
waarvan ik het aantal
niet precies kan noemen.
Omdat deze gebeurtenissen zich hadden afgespeeld op een vrijdag, noemden de Bruggelingen deze dag "Goede Vrijdag", al was Pasen reeds lang voorbij.
Pas veel later werd de naam "Brugse Metten" gegeven aan deze gebeurtenissen, in analogie met de "Siciliaanse Vespers", een gelijkaardige opstand op Sicilië in 1282.
Enkele dagen na de Brugse Metten deed Pieter de Coninck, samen met Willem van Gulik op 23 mei 1302 triomfantelijk zijn intrede in Brugge.
Twee weken voordien had hij moeten vluchten uit Brugge naar Zeeland omdat hij met de dood werd bedreigd en de publieke opinie volledig tegen zich had.
Jan Breydel nam waarschijnlijk geen deel aan de Brugse Metten en wordt in de kronieken in dit verband niet vermeld.
Lodewijk van Velthem beschrijft de terugkeer van Pieter de Conick aldus :
Doen quam in Peter die Coninc
metten andren die uut waren
doe haer viande lagen in baren
diese wilden hebben doen hangen
Met groter bliscap waren si ontfangen.
Toen kwam Pieter de Coninck terug
met anderen die vertrokken waren
toen hun vijanden opgebaard lagen
die hen hadden willen doen hangen.
Met grote vreugde werden ze ontvangen.
Filips IV van Frankrijk was hierover vreselijk woedend en beval dat de Bruggelingen en hun handlangers geen genade mochten kennen.
Hij stuurde een leger, onder leiding van zijn beste krijgsheer Robert van Artois om het opstandige gewest te straffen, maar dat werd op 11 juli 1302 verslagen in de Guldensporenslag.
Het standbeeld van Jan Breydel en Pieter de Coninck, gemaakt door Paul de Vigne en ingehuldigd in 1887, staat in het centrum van de Grote Markt in Brugge.
Een brugrestaurant is een wegrestaurant dat is gebouwd als brug over de weg, meestal een autosnelweg.
Het restaurant is daardoor toegankelijk voor bezoekers uit beide richtingen zonder dat ze hoeven over te steken, al dan niet via een tunneltje of loopbrug.
Engels : Bridge-restaurant Duits : Brückenrestaurant Frans : Un pont-restaurant
's werelds eerste brugrestaurant
auteur : TheWhitePelican CC 3.0
Het eerste brugrestaurant is in 1957 gebouwd in Oklahoma (VS) over de Will Rogers Turnpike.
In 1958 startte de bouw van nog vijf brugrestaurants over de North Illinois Toll Highway, deze werden tegelijk met de opening van de snelweg in 1959 in gebruik genomen.
Brückengasthaus "Frankenwald"
auteur : FritzG CC 3.0
In 1959 bracht Angelo Bianchetti, de huisarchitect van de Italiaanse restaurantketen Pavesi, het idee naar Europa.
Hij zag kans om het eerste brugrestaurant in Europa in iets meer dan een half jaar de realiseren.
Daarna zijn in Italië nog 13 brugrestaurants gerealiseerd en is het idee ook elders overgenomen.
Het brugrestaurant in Alfaterna was zelfs voorzien van een tweede laag met hotel accommodatie, de brugconstructie is inmiddels gesloopt en de pleisterplaats heet tegenwoordig Nocera Inferiore.
eerste wegrestaurant in Europa, Fiorenzuola dArda, Italië
Copyright Italia - Brevetti/Marchi/Prodotti 1948-1970
In Nederland is er de verzorgingsplaats Den Ruygen Hoek, gelegen aan de A4 Amsterdam Delft.
In België wordt een nieuw wegrestaurant gebouwd over de E42 in Verlaine, er is een wegrestaurant over de E411 in Wanlin(Aire de Wanlin) en over de E429(A8) in Opzullik(Silly) Henegouwen.
Brugmansia is de botanische naam van een geslacht van planten in de nachtschadefamilie (Solanaceae).
De soorten in dit geslacht vielen vroeger onder het geslacht Datura.
Ze zijn hiervan onder meer te onderscheiden doordat de bloemen bij brugmansia's hangen en bij datura's niet.
Er zijn echter wel cultivars van Brugmansia die wat afstaan en niet zo duidelijk hangen.
Alle soorten zijn zeer giftig.
Engels : Brugmansia, angel's trumpets Duits : Engelstrompeten Frans : Les brugmansias
Brugmansia candida
auteur : Walter J. Pilsak at de.wikipedia CC 3.0
De planten zijn afkomstig uit Zuid-Amerika, en wel uit Peru en Chili.
Intussen zijn ze als sierplant in Europa en Noord-Amerika redelijk verbreid.
Uit de 7 oorspronkelijke wilde soorten zijn inmiddels honderden verschillende hybriden gekweekt voor in tuinen.
Het geslacht is vernoemd naar Sebald Justinus Brugmans.
De planten zijn te kweken uit zaad, hoewel hybriden meestal gestekt worden, wat voor veel cultivars vrij tot zeer gemakkelijk gaat.
In tuincentra worden de grootbloemige cultivars, ook wel onder de naam Engelentrompet, aangeboden als kuipplant.
De bloemen geven, vooral tegen de avond, een sterk zoete geur af die het hele terras kan vullen.
Ze groeien snel en hebben veel water en mest nodig.
In de tuin, geplant in de volle grond, kunnen ze een grote omvang bereiken.
In het Nederlandse klimaat overleven ze echter de winter niet, ze moeten op een koele plaats vorstvrij overwinteren.
De bloemen zijn tot ca 30 cm lang, hangen meestal, zijn vooral wit tot geel, creme, oranje en rose, en kunnen bij cultivars ook een dubbele kelk hebben.
Vele verspreiden een zware, zoete geur.
De plant bloeit onafgebroken gedurende de gehele zomer.
Een goede potgrond in een ruime behuizing, veel water geven (elke dag) met eens per week een dopje vloeibare plantenvoeding toegevoegd zorgen voor de onafgebroken bloei.
In de herfst moet de plant op een koele plaats in huis worden gezet om te overwinteren.
Dit is ook het moment waarop de plant in vorm kan worden bijgesnoeid.
Water geven moet dan teruggebracht worden tot hooguit eenmaal per week.
In maart de grond in pot of kuip vervangen door nieuwe grond en weer beginnen met regelmatig water geven.
Brugmansia boom
auteur : Jlantzy (Jamie Lantzy) CC 3.0
Voorkomen van de wilde soorten :
Brugmansia arborea. Andes (Ecuador tot noord-Chili).
Brugmansia aurea. Andes (Colombia tot Ecuador).
Brugmansia insignis. Laaggebergtezone van oost-Peru.
Brugmansia sanguinea. Andes (Colombia tot Peru en Bolivia).
Brugmansia suaveolens. Zuidoost Brazilië west naar Bolivia en Peru.
Brugmansia versicolor. Ecuador.
Brugmansia vulcanicola. Andes (Colombia tot Ecuador).
De soorten kunnen worden verdeeld in twee natuurlijke, genetisch geïsoleerde groepen.
De sectie Brugmansia bestaat uit de soorten aurea, insignis, suaveolens, and versicolor, en wordt ook wel aangeduid als de 'warme groep'.
De sectie Sphaerocarpium omvat de soorten arborea, sanguinea, and vulcanicola en wordt ook wel aangeduid als de koude groep.
Het bier werd vanaf 1987 onder de naam Brugse Tripel gebrouwen door brouwerij De Gouden Boom te Brugge.
Sinds de overname van deze brouwerij door Palm Brouwerijen is de merkaam veranderd in Brugge Tripel en wordt het bier in de Palmfabrieken gebrouwen.
nieuw etiket (brouwerij Palm)
oud etiket (export Verenigde Staten)
Omschrijving op www.debierschuur.be :
Brugse Tripel is een bier van hoge gisting met een erg volle en oorspronkelijke smaak dat zijn eigenheid dankt aan een subtiel mengsel van eerste kwaliteitsmout, aromatische hop en water uit eigen putten. Een intense koking zorgt voor de karamelisering van de moutsuikers en geeft het zijn unieke smaak. Na de hoofdgisting en de verdere gisting in de rijpingsvaten wordt het bier op flessen gevuld. Nu wordt het geduld van de brouwmeester op proef gesteld en moet hij nog drie weken wachten voor hij zijn bier optimaal aan de klanten kan aanbieden. Echte bierliefhebbers van artisanale bieren zullen deze Brugse Tripel geestdriftig begroeten. Brugse Tripel bevat 9 % alcohol. Het wordt bewaard bij een temperatuur van 5 tot 10 °C en geschonken aan 10°C. Brugse Tripel is verkrijgbaar in flessen van 33 cl en in magnumflessen (1,5 L), per stuk verkrijgbaar in zijn typisch Brugse verpakking. Wanneer het bier de brouwerij verlaat is het perfect op smaak. Michael Jackson omschrijft dit als volgt: "De eigen Brugse Tripel is voller in zijn gouden kleur en heeft een zeer afgerond moutkarakter, met verwarmende alcohol, een geparfumeerd hopkarakter en een grote complexiteit aan smaken". Flessen van 33 cl worden staande bewaard en zo uitgeschonken. De grote flessen met champagnekurk worden best liggend bewaard en worden uitgeschonken in schuinliggende houding. Soms komt bij het schenken een beetje gist mee. Geen nood, gist is gezond, het is vitamine B!
de vroegere Brugse Tripel
foto op www.debierschuur.be
De brug is een turntoestel.
De mannen turnen op een brug met twee leggers op gelijke hoogte, de vrouwen op een brug met twee leggers op verschillende hoogte.
De leggers die meestal tijdens de training worden gebruikt zijn van hout, soms versterkt met een stalen kern.
De nieuwste brugleggers worden gemaakt van fiberglas.
Engels : Parallel bars, uneven bars Duits : Barren (Turngerät), Stufenbarren Frans : les barres parallèles, les barres asymétriques
turnen aan de brug in 1913
auteur : Bundesarchiv, Bild 137-014951 / CC-BY-SA CC 3.0
De herenbrug (of brug met gelijke leggers) bestaat uit twee parallelle, in hoogte verstelbare leggers.
In het herenturnen wordt de hoogte van de leggers zodanig gekozen dat ook bij verschillende zwaaivormen de voeten de grond niet kunnen raken.
De damesbrug (of brug met ongelijke leggers) heeft twee ongelijke, in hoogte verstelbare leggers.
De lage legger is 146 cm tot 196 cm hoog en de hoge legger is 226 cm tot 276 cm hoog.
De breedte kan ook nog versteld worden (traploos van 110 cm tot 180 cm, diagonaal gemeten), maar voor een goede zwaai is de breedste stand het meest ideaal (180 cm.).
Epke Zonderland op de Europese kampioenschappen turnen in Berlijn (2011)
auteur : sport1 foto op www.sport1.nl
Op de herenbrug kunnen verschillende soorten elementen worden geturnd, zoals :
zwaaien (steunzwaai)
kiepen
statische elementen (handstand)
lengte- en breedteasdraaien
vluchtelementen
afsprongen
Chinese turnster tijdens het WK in Rotterdam 2011
auteur : De Persgroep Digital foto op www.hln.be
Op de damesbrug kunnen verschillende soorten elementen worden geturnd, zoals :
zwaaien (zoals reuzenzwaai)
draaien (zoals buikdraai, zolendraai)
kiepen
beenzwaaibewegingen (zoals ophurken en tegenspreiden)
vluchtelementen
afsprongen
brug met ongelijke leggers
foto op turnen.tipjes.nl
brug met parallelle leggers
foto op turnen-sport.webklik.nl
Op de lagere niveaus van het turnen worden vooral de draaien geturnd, zoals de buikdraai (het geheel gestrekt met de buik tegen de ligger ronddraaien).
Op de hoge niveaus worden steeds meer elementen zwaai- en vluchtelementen geturnd zoals heren ook aan rek turnen.
Een voorbeeld van een zwaaielement is de reuzenzwaai, waarbij de turnster geheel gestrekt rond de ligger draait.
Bij vluchtelementen 'vliegt' de turnster over de legger, zoals bij een paksalto, waarbij de turnster de legger loslaat, in de vluchtfase een salto maakt en de andere legger weer beetpakt.
Een veel voorkomende afsprong is de salto.
Een tandheelkundige brug is een constructie ter vervanging van een of meer afwezige natuurlijke gebitselementen, bevestigd op naburige elementen.
Een klassieke brug bevat een in één stuk gegoten metalen structuur (in een goudlegering of in een edelstaal legering) met erboven een porselein of een kunsthars bedekking .
Engels : bridge (dentistry), fixed partial denture Duits : Brücke (Zahntechnik) Frans : Un bridge (chirurgie dentaire)
Brug op model
auteur : Bernard bill5 from nl CC 3.0
De elementen die de ontbrekende tanden vervangen wordt de pontic genoemd.
De tanden die de brug houden worden de pijlertanden genoemd.
De pijlertanden worden door de tandarts beslepen.
In feite bestaat een brug uit minimaal twee kronen met ertussen minimaal één ponticelement.
Implantaten kunnen ook als pijler gebruikt worden.
driedelige porceleinen brug
auteur : Wagonerj CC 3.0
Men kan de bruggen indelen enerzijds volgens het materiaal waaruit ze gemaakt zijn of anderzijds volgens hun vorm. Indeling volgens het materiaal waaruit ze gemaakt zijn:
Vmk-brug (porselein gebakken op edel- of op niet-edel metaal structuur)
kunsthars op edel- of niet-edelmetaal structuur
volkeramisch
glasvezelversterkte composietbruggen
kunstharsbruggen (worden enkel als voorlopige brug aangewend)
voorbereidend werk van de tandtechnieker
auteur : RosarioVanTulpe - vrije foto
Indeling volgens hun vorm:
De gewone brug (pontic bevindt zich tussen de pijlertanden)
De vrijeind brug (de pijlertanden bevinden zich enkel aan één kant van de pontic)
De etsbrug, kleefbrug, of ook nog Maryland brug genoemd (de etsbrug bevat in feite enkel een pontic en twee metaalvleugeltjes die aan de buurtanden gekleefd wordt)
Een brug ter vervanging van voortanden in de onderkaak kan met de Prummelklem worden bevestigd.
De brug is op een schip de plaats van waaruit het schip bestuurd wordt.
Op de brug vindt men de diverse nautische apparaten nodig voor een veilige vaart op zee zoals echolood, radar, VHF, kaartentafel, stuurwiel, stuurautomaat, telegraaf en kompas.
Engels : bridge(nautical) Duits : Kommandobrücke, Brücke Frans : La passerelle, timonerie
op de brug van de Alexey Maryshev, een oud Russische ijsbreker
foto op www.waarismarco.nu
Op de brug wordt de koers en vaart van het schip geregeld alsmede de plaatsbepaling.
Ook rust bij de stuurman van de wacht het commando bij eventuele calamiteiten om deze te voorkomen, dan wel bestrijden.
Men zegt wel: is de machinekamer het kloppend hart, dan is de brug het hersen- en zenuwcentrum van het schip.
op de brug van de Charles de Gaulle, Frans nucleair vliegdekschip
foto op www.militarypictures.info
Tijdens het varen is de brug altijd bemand.
Hiervoor kent men diverse vormen afhankelijk van het vaarwater waar het schip zich bevindt en de weersomstandigheden.
Bezetting bij: Zeer drukke kustwateren en/of rivieren
kapitein, stuurman, roerganger, uitkijk Mist of slecht weer
kapitein, stuurman, uitkijk Normale omstandigheden overdag
stuurman, de uitkijk mag vervallen als er een wachtalarm (dodemansknop) is Normale omstandigheden 's nachts
stuurman, uitkijk
op de brug van de Abeille Bourbon, Franse hoogzeesleper
auteur : Yannick Le Bris CC 3.0
Op de brug moet wettelijk ook een van de scheepsenergie voorziening onafhankelijke spreekverbinding zijn met de machinekamer en met de hut van de kapitein.
Vroeger waren dit spreekbuizen (populair genoemd lulpijp), tegenwoordig is dit een telefooninstallatie met een eigen accu als alternatieve energiebron.
Wat ook regelmatig voorkomt is een telefoon voorzien van een dynamo.
Door middel van een draaiwieltje moet deze zo'n 10 seconden worden opgewonden totdat een luide zoemtoon klinkt en er een spreekverbinding met de machine- dan wel stuurmachinekamer tot stand is gebracht.
Op een snaarinstrument worden de snaren tussen de brug en de kam gespannen.
Zij dient om de snaren op een kleine afstand van de toetsen te houden, zodat deze door indrukken te bespelen zijn.
brug op een Yamaha BB424X elektrische basgitaar
foto op www.bax-shop.nl
Op gitaren is soms op de brug een tremolo bevestigd waarmee de spanning en daardoor de toonhoogte van de snaar kan worden veranderd.
Brug Type Strat ADI250C
foto op www.demonte.be
Een tremolo (Italiaans voor "trillend") of whammy bar is een soort hefboom gemonteerd op de brug van een elektrische gitaar die er voor zorgt dat de mensuurlengte van de snaren kan variëren.
Hierdoor wordt de toonhoogte van de op dat moment aangeslagen snaar (snaren) iets verhoogd of verlaagd en ontstaat een vibrato-effect op alle snaren tegelijk.
brug op een Crafter GAE15/N elektrisch-akoestische western gitaar
foto op www.bax-shop.nl