Pieter Cornelis (Piet) Mondriaan (°Amersfoort, 7 maart 1872 - New York, 1 februari 1944) was een Nederlandse kunstschilder en kunsttheoreticus, die echter een groot deel van zijn leven in het buitenland woonde en werkte.
Mondriaan wordt algemeen gezien als een pionier van de abstracte en non-figuratieve kunst.
Vooral zijn latere geometrisch-abstracte werk, met de kenmerkende horizontale en verticale zwarte lijnen en primaire kleuren, is wereldberoemd en dient als inspiratiebron voor vele architecten en ontwerpers van toegepaste kunst.
Hij was een van de belangrijkste medewerkers van het tijdschrift De Stijl en ontwikkelde een eigen kunsttheorie, die hij Nieuwe Beelding of Neo-plasticisme noemde.
Hij is in het buitenland beter bekend als Mondrian, een verfransing (verengelsing) van zijn achternaam.
Mondriaan werd op 7 maart 1872 aan de Kortegracht in Amersfoort geboren als zoon van de streng christelijke hoofdonderwijzer, Pieter Cornelis Mondriaan en zijn vrouw Johanna Christina de Kok.
Hij werd gedoopt in de Nederlandse Hervormde Kerk en werd christelijk opgevoed.
Omdat zijn moeder vaak ziek was, leidde zijn zus Christien op nog geen achtjarige leeftijd het huishouden.
Zijn vader was naast hoofdonderwijzer ook tekenleraar en leerde hem al vroeg tekenen.
In april 1880 verhuisde het gezin Mondriaan naar Winterswijk, waar Mondriaans vader hoofd werd van de School voor Christelijk Nationaal Onderwijs.
. . .
. . .
Vrijwel onbekend zijn de literaire aspiraties van Mondriaan.
In het inmiddels opgeheven weekblad De Nieuwe Groene publiceert hij in 1920 een kort verhaal dat hij 'futuristisch' noemt.
Datzelfde jaar stuurt hij eveneens een verhaal naar Lodewijk van Deyssel die deel uit maakt van de redactie van De Nieuwe Gids.
Uit de reactie van Van Deyssel spreekt waardering, maar hij kan Mondriaans verhaal wegens ruimtegebrek pas twee jaar later publiceren.
Aangezien Mondriaan dit te lang vindt, vraagt hij zijn kopij echter terug. Doordat zijn beeldend werk uiteindelijk de overhand krijgt, laat hij zijn literaire ambities varen.
De erfenis van zijn literaire uitstapje is zodoende gebleven bij twee verhalen, 'De Groote Boulevards' en 'Klein Restaurant - Palmzondag', die pas in 1987 in boekvorm, onder de titel Twee verhalen, worden gepubliceerd.
Het periodiek systeem der elementen is een tabel met daarin een systematische weergave van alle scheikundige elementen.
Op deze manier kunnen de chemische en fysische eigenschappen van de elementen in kaart worden gebracht en zelfs voorspeld worden.
Deze tabel, ook de tabel van Mendelejev genoemd, kent een lange geschiedenis.
Alle bekende elementen staan op volgorde van atoomnummer zodanig ingedeeld dat de elementen uit dezelfde periode naast elkaar staan en elementen uit dezelfde groep boven elkaar.
Tevens staan de elementen die tot hetzelfde blok en dezelfde reeks behoren bij elkaar in de buurt.
In 1866 publiceerde John Newlands zijn Wet van de Octaven.
Mendelejev had aan een vergelijkbare theorie gewerkt.
Op 6 maart 1869 gaf hij een formele presentatie aan het Russische Chemische Genootschap, met als titel Over de relaties tussen de eigenschappen van elementen en hun atoommassa's
Dmitri Ivanovitsj Mendelejev (Tobolsk (West-Siberië), 8 februari 1834 - Sint-Petersburg (Rusland), 2 februari 1907) was een Russisch scheikundige die als de grondlegger van het huidige periodiek systeem wordt gezien.
Mendelejev stelde vast dat de elementen volgens een vast patroon zijn te rangschikken.
Dit uitgangspunt maakte het voor hem mogelijk om de eigenschappen van elementen te voorspellen nog voor ze ontdekt waren.
Mendelejev baseerde zich bij het opstellen van zijn Tabel op zijn favoriete kaartspel, patience.
In de tijd dat Mendelejev zijn systeem ontwikkelde was er veel kritiek. Men begreep niet dat een systematische ordening in massagetal structuur in de eigenschappen van elementen bloot zou leggen. Kritieken beweerden dat de aanpak heilloos was en dat Mendelejev derhalve zijn elementen net zo goed op alfabetische volgorde had kunnen ordenen.
Meer weten over Mendelejev en het periodiek systeem.
De ZX81 is een homecomputer die door Sinclair Research van Sir Clive Sinclair op 5 maart 1981 op de markt werd gebracht.
Het was de opvolger van de Sinclair ZX80.
Hij werd geproduceerd door Timex.
De ZX81 is grotendeels hetzelfde als zijn voorganger, maar er zijn toch een paar verschillen.
Zo werd de ZX81 geleverd in een zwarte uitvoering terwijl de ZX80 wit was.
Net als bij de ZX80 is een membraantoetsenbord gebruikt; het indrukken van een toets was dan ook niet altijd even duidelijk voelbaar.
Een groot voordeel van de ZX81 ten opzichte van de ZX80 is onder andere de uitbreiding met floating point-berekeningen en de mogelijkheid slow mode te gebruiken.
De ZX80 kende alleen een fast mode waarbij tijdens het doorlopen van een programma geen uitvoer naar beeldscherm beschikbaar was.
Bij de ZX81 kon men nu tijdens de verwerking van een programma wel beeld blijven zien.
Nadeel is wel dat daardoor de berekeningen tot vier maal langzamer konden plaatsvinden.
De ZX81 heeft namelijk uit kostenbesparing geen afzonderlijke grafische chip.
De Z80 processor moet daarom zelf de beeldschermuitvoer verzorgen en is hier tot wel 75% van de tijd mee bezig.
De computer heeft naast een tekst mode ook een grafische mode waarmee men kon plotten met een resolutie van 64x44.
Hobbyisten schreven later software waarmee de computer in staat bleek om ook graphics in een resolutie van 256x192 weer te geven.
Een zwak punt waren de externe RAM-uitbreidingsmodules waarmee het geheugen met 16 kilobytes (en later meer) kon worden uitgebreid.
De modules waren zo wankel bevestigd dat vaak een reset van de computer volgde wanneer de geheugenmodule per ongeluk werd aangeraakt, of zelfs als de tafel waarop de computer stond trilde.
De ZX80 is bijna geheel opgebouwd uit discrete componenten en TTL IC's (21 stuks).
In de ZX81 daarentegen zitten nog maar vier voor die tijd hoog-geïntegreerde componenten.
Deze componenten zijn een 1K RAM IC, een 8K ROM IC, een Z80 processor en de zogenaamde Glue chip (een Uncommitted Logic Array (ULA) gemaakt door Ferranti) die alle communicatie tussen de chips en de buitenwereld regelde.
In totaal zouden er meer dan 1,5 miljoen ZX81's worden verkocht.
Het model werd in 1982 opgevolgd door de ZX Spectrum.
artikel overgenomen zonder nazicht op onjuistheden
Bron : - Wikipedia CC 3.0
Het Zwanenmeer (Russisch: Lebedinoje Ozero) is een ballet van de choreografen Marius Petipa en Lev Ivanov op de muziek van Pjotr Iljitsj Tsjaikovski.
Het ballet werd gemaakt op verzoek van het Keizerlijk Theater in Moskou.
De aangezochte componist was Tsjaikovski die er een jaar over deed om de muziek te schrijven.
De compositie werd in 1876 voltooid.
De oorspronkelijke choreograaf was Julius Reisinger.
De première was in het Bolsjojtheater te Moskou op 4 maart 1877.
Deze uitvoering was een verkorte versie van het complete werk.
Aanvankelijk was het ballet geen groot succes omdat het publiek moest wennen aan het gegeven dat de muziek zo'n overheersende rol vervulde en de choreografie er dienstbaar aan was en enkel diende als secundaire uitbeelding van de verhaallijn die primair door de muziek bepaald werd.
Pas na de dood van de componist werd het werk voor het eerst in zijn volledige lengte uitgevoerd op 17 februari 1895 in Sint-Petersburg.
Het is uiteindelijk een van de meest uitgevoerde balletten ter wereld geworden en de meeste huidige uitvoeringen sluiten in de gekozen choreografie nog nauw aan bij het origineel van Petipa en Ivanov.
Het ballet geldt als een van de hoogtepunten van het klassiek-romantische balletgenre.
Verhaallijn
In het kasteel
Prins Siegfried wordt op zijn verjaardagsfeest aan het koninklijke hof gedwongen door zijn ouders uit de aanwezige meisjes een bruid te kiezen. Hij is boos en verdrietig omdat hij niet uit liefde en vrije keuze een vrouw mag uitzoeken en verlaat het bal om in het bos buiten te gaan jagen om zijn zinnen te verzetten.
Het zwanenmeer
Hij ziet een vlucht zwanen overvliegen, volgt ze naar de rand van een meertje in het bos en richt zijn boog. Als hij er een in het vizier heeft schiet hij niet, want voor zijn ogen verandert de zwaan in een prachtige jonge vrouw gekleed in een witte jurk van zwanenveren. Hij benadert haar en de twee dansen samen. Het meisje vertelt hem dat zij prinses Odette is die met haar gezellen ontvoerd is door een boze tovenaar, Von Rothbart, die de meisjes betoverd heeft zodat zij overdag zwanen zijn en alleen 's nachts weer tijdelijk meisjes worden. Ze verblijven 's nachts bij het meer in het bos dat gevormd is door de tranen van de ouders van Odette toen die hoorden van de ontvoering. Siegfried wordt verliefd op Odette, zweert eeuwige trouw aan haar en wil dat door een huwelijk bezegelen. Dit is de enige manier om de betovering van Von Rothbart te verbreken. De tovenaar verschijnt ten tonele en Siegfried dreigt hem te doden maar Odette komt tussenbeide. Als Von Rotbart zou sterven voordat de betovering verbroken is, kan deze niet meer ongedaan worden gemaakt. De prins keert terug naar het bal in het koninklijk kasteel.
. . .
Meer over het verhaal, de bedrijven en personages :
Zie Zwanenmeer
artikel overgenomen zonder nazicht op onjuistheden
Bron : - Wikipedia CC 3.0
TIME (ook wel TIME Magazine genoemd) is een Amerikaans wekelijks verschijnend opinieblad dat wereldwijd invloed heeft.
Het is opgericht in 1923 en wordt uitgegeven door het tijdschriftenconcern Time Inc., een onderdeel van mediabedrijf Time Warner.
De eerste TIME kwam uit op 3 maart 1923.
De oprichters wilden een lichter, spannender geschreven blad uitbrengen dan de toen gangbare opiniebladen.
De eerste editie had 28 bladzijden en bevatte onder meer artikelen over het Amerikaanse alcoholverbod en de hongersnood in Rusland.
Het blad bleef lang zelfstandig, hoewel de uitgeverij steeds meer titels uitbracht, zoals het fotoblad Life.
In 1990 fuseerde het tijdschriftenbedrijf met Warner (van het filmbedrijf Warner Brothers), in 1996 met het bedrijf Turner Broadcasting System (eigenaar van de tv-zender CNN) en in 2000 met Internetbedrijf America Online (AOL).
Het blad TIME heeft inmiddels internationale edities voor Europa, Azië en Canada, alsmede een editie voor kinderen.
In totaal ligt de oplage boven de 5 miljoen.
TIME legt vaak de nadruk op de belangrijke personen op het wereldtoneel.
Meestal staat er een persoon op de cover.
Ook heeft het blad een aantal tradities in het belichten van de groten der aarde..
TIME is het meest bekend vanwege de jaarlijkse uitverkiezing van de "Person of the Year" (tot en met 1998 "Man of the Year").
In december van ieder jaar kiest de redactie een persoon uit die in het afgelopen jaar van grote invloed is geweest in de wereld.
In 2004 was dit de Amerikaanse president George W. Bush, maar ook Charles Lindbergh (als eerste, in 1927), Adolf Hitler en Jozef Stalin hebben de eer gehad.
Aan het eind van de twintigste eeuw verkozen de lezers van TIME Albert Einstein tot "Person of the Century".
Voor het jaar 2007 werd Vladimir Poetin, president van de Russische Federatie, verkozen tot "Persoon van het Jaar".
Barack Obama werd verkozen in 2008 en 2012, Ben Bernanke in 2009 en Mark Zuckerberg in 2010.
Sinds 2004 publiceert TIME in april de "TIME 100", een lijst van de honderd meest invloedrijke mensen ter wereld.
In 2005 stond Ayaan Hirsi Ali op deze lijst.
artikel overgenomen zonder nazicht op onjuistheden
Bron : - Wikipedia CC 3.0
De Concorde was een supersonisch passagiersvliegtuig.
Er zijn slechts 20 toestellen van gebouwd, waaronder 4 prototypes.
Het vliegtuig vloog voor het eerst op 2 maart 1969, het maakte zijn laatste vlucht op 24 oktober 2003.
De Concorde kon tot op 18 kilometer hoogte vliegen en een snelheid bereiken van Mach 2,04; ruim tweemaal de snelheid van het geluid.
Daardoor vloog het toestel in minder dan drie uur van Londen naar New York.
De Concorde heeft op het traject New York Londen een snelheidsrecord gevestigd van 1920 km/u.
Dit gebeurde op 7 februari 1996 (bron: FAI).
De Concorde was een prestigeproject van de Britse en Franse regeringen.
De plannen voor het toestel werden al in 1955 gemaakt.
De ontwikkeling ging gepaard met allerlei samenwerkingsproblemen tussen de Britten en de Fransen, die vaak op hoog politiek niveau moesten worden beslecht.
Dat er in beide landen een productielijn werd aangehouden werkte ook niet erg mee.
Dit zou echter wel enkele jaren later leiden tot het ontstaan van het internationale consortium Airbus.
Door politieke en financiële tegenslagen maakte de Concorde zijn eerste vlucht pas op 2 maart 1969.
Om 15.50 uur steeg het eerste Franse toestel op in Toulouse.
Op 9 april volgde het eerste Britse toestel, vanaf het Britse vliegveld Filton.
Op 1 oktober 1969 brak de Concorde voor het eerst door de geluidsbarrière, waarna het toestel op 4 november van datzelfde jaar Mach-2 haalde.
Het toestel had een startsnelheid van ongeveer 400 km/u en een landingssnelheid rond 290 km/u.
De eerste trans-Atlantische vlucht werd september 1971 uitgevoerd, maar reguliere vluchten vonden pas in 1976 plaats.
Op 21 januari 1976 vertrok een British Airways Concorde van Londen naar Bahrein, en vertrok een Air France Concorde van Parijs naar Rio de Janeiro.
In feite was het toestel op dat moment al onrendabel door de gestegen brandstofprijzen.
Hoewel de Concorde het voor een reiziger mogelijk maakte op één dag naar New York te vliegen, daar zaken te doen en dezelfde dag nog terug te keren, vonden veel zakenreizigers het tarief toch te hoog; een retourtje Londen-New York kostte 11.000.
Toen de brandstofprijzen nog verder stegen werd in oktober 2003 gestopt met de dagelijkse trans-Atlantische vluchten.
Dat betekende het einde van de Concorde, die was verslagen door de tragere maar veel goedkopere widebody-vliegtuigen, zoals de Boeing 747.
Voor het in de lucht houden van vijf Concordetoestellen had Air France 200 mensen in dienst.
De Concorde was een van de zeer weinige passagiersvliegtuigen die straalmotoren met naverbranders bezaten ter vergroting van de stuwkracht.
Ook de kenmerkende deltavleugel was ongebruikelijk voor een passagiersvliegtuig.
Omdat het toestel bij de landing gebruik maakt van vortexlift (waarvoor een grote invalshoek nodig is) is de neus van het toestel neerklapbaar zodat de cockpitbemanning toch enig zicht op de landingsbaan behoudt.
Landingen van de Concorde stuitten her en der op lokaal verzet vanwege de geluidsoverlast, luchtvervuiling en mogelijke veiligheidsrisico's.
Economische belangen waren soms ook een reden om de Concorde tegen te werken.
De Concorde is slechts enkele malen op Schiphol geland.
Op 25 juli 2000 kwamen 113 mensen (100 passagiers, 9 bemanningsleden en 4 mensen op de grond) om het leven bij een ramp met een Concorde van Air France. Het toestel steeg op van luchthaven Parijs-Charles de Gaulle met een brandende brandstoftank, probeerde nog een noodlanding te maken, maar werd onbestuurbaar en stortte ruggelings neer op een bijgebouw van een hotel in het dorp Gonesse, even ten noordoosten van Parijs. De British Airways Concordes en de resterende vijf Air France Concordes werden direct na het ongeluk aan de grond gehouden. British Airways nam echter de beslissing, na het overwegen van de risico's, om een dag later alweer commerciële vluchten uit te voeren. Op 16 augustus 2000 werden ook de BA-Concordes door de luchtvaartautoriteiten aan de grond gehouden, door het intrekken van het bewijs van luchtwaardigheid.
Volgens een later gepubliceerd onderzoeksrapport was de Concorde bij de start over een metalen beugel gereden (losgekomen van een motor van een DC-10 die even daarvoor was opgestegen) die op de startbaan lag. Hierdoor klapte een band van het landingsgestel en sloegen stukken van die band tegen de linkervleugel (tevens brandstoftank). Dit veroorzaakte een schokgolf, waardoor de brandstoftank scheurde. De lekkende brandstof begon te branden door vonken van de bekabeling van het landingsgestel die eveneens bij de klapband was beschadigd. Bovendien kwamen stukken rubber via de luchtinlaat in de twee linkermotoren terecht die daardoor uitvielen. Omdat het landingsgestel niet meer kon worden ingetrokken was de luchtweerstand zo groot dat de twee resterende motoren het toestel niet meer in de lucht konden houden. De brand zelf verwoestte in korte tijd de besturingsorganen van de linkervleugel. Door het verlies van stuwkracht en bestuurbaarheid was het toestel niet meer in de lucht te houden en stortte het binnen een minuut na opstijgen neer.
Continental moest een boete ter waarde van 200.000 euro betalen, maar dit is in hoger beroep teruggedraaid. Een onderhoudsmonteur is veroordeeld tot een celstraf van vijftien maanden voorwaardelijk. Het Europese luchtvaartconsortium EADS is door de rechter civielrechtelijk aansprakelijk gesteld, deze schadevergoedingen te betalen aan nabestaanden.
De ramp leidde tot lagere aantallen passagiers en hogere onderhoudskosten, en heeft zo bijgedragen aan de versnelde beëindiging van het Concorde-programma in 2003.
Op 31 mei 2003 voerde Air France de laatste Concorde-vlucht uit. Op 24 oktober 2003 was het de beurt aan British Airways om afscheid te nemen van de Concorde. De laatste commerciële vlucht werd uitgevoerd tussen Londen en New York. Met de retourvlucht naar Londen, die uitsluitend bestemd was voor genodigden, kwam er (voorlopig) een einde aan het supersonisch tijdperk in de burgerluchtvaart, dat in totaal 28 jaar heeft geduurd.
Sinds eind 2000 staat een exemplaar van de Concorde opgesteld in het Duitse Auto & Technik Museum in Sinsheim, maar het eerste prototype (de Franse 001) dat in maart 1969 als eerste vloog, staat opgesteld in het luchtvaartmuseum op het vliegveld van Le Bourget; het tweede prototype (de Engelse 002) staat in het Fleet Air Arm Museum in Yeovilton, Somerset (UK), terwijl de British Airways-Concorde 216 (G-BFKX) sedert 26 november 2003 terug is waar hij (in 1979) is gebouwd; bij British Aerospace/Airbus in Bristol.
Een ander exemplaar, serienummer 100-010 (G-BOAD), van BA is te zien in het centrum van New York. Het is opgesteld bij het "sea air and space" museum "The Intrepid Experience".
Op het vliegveld Blagnac bij Toulouse, op het terrein van de Airbus A330 fabrieken, staat nog een Air France toestel (F-BVFC) opgesteld, dat door het publiek te bezichtigen is als deel van een rondleiding.
In juni 2005 kondigden Frankrijk en Japan aan, samen een opvolger te gaan ontwikkelen voor de Concorde. Dit supersonische passagiersvliegtuig zou 300 zitplaatsen moeten krijgen, driemaal zoveel als de Concorde.
Eind mei 2010 werd bekend dat onderzoekers van de Britse Save Concorde Group en de Franse organisatie Olympus 593 met succes de motoren van een Franse Concorde hebben getest. Bij deze testen zijn geen grote technische mankementen aangetroffen en dit zou betekenen dat de Concorde in de toekomst zonder problemen weer kan vliegen. Als vervolg op de test wordt bekeken hoe het toestel weer startklaar kan worden gemaakt, gevolgd door een proefrit en een mogelijke vlucht.
Het uiteindelijke doel was om in 2012 weer te vliegen, overigens is het de bedoeling dat het supersonische vliegtuig in de toekomst alleen zal worden ingezet bij speciale evenementen. Zo wilden de initiatiefnemers het toestel laten vliegen tijdens de opening van Olympische Spelen in Londen in 2012. Dit is overigens niet gebeurd.
artikel overgenomen zonder nazicht op onjuistheden
Bron : - Wikipedia CC 3.0
De Wuppertaler Schwebebahn is een metrolijn in de Duitse stad Wuppertal.
De Schwebebahn (zweefbaan) is bedacht door ingenieur Eugen Langen en is na een bouwtijd van drie jaar geopend op 1 maart 1901.
Bij de opening maakte Keizer Wilhelm II de officiële openingsrit met de 'Kaiserwagen'.
De rijtuigen hebben wielen op het dak en hangen aan een 12 meter hoog hangspoor.
Er is één rail per rijrichting.
De grote wielen hebben aan beide kanten van de rail een wielflens.
Het is dus een hangende monorail.
De wagens kunnen ook enigszins heen en weer zwaaien (pendelen).
Omdat het systeem geen gelijkvloerse kruisingen kent met ander verkeer, mag het systeem een metro genoemd worden.
De eenrichtingwagens en de bijbehorende keerlussen aan de eindpunten van de lijn doen meer aan trams denken.
De keuze voor dit vervoermiddel kwam voort uit ruimtegebrek : de rivier de Wupper was in het dichtbebouwde gebied de enige plek die nog vrij was voor een spoorbaan.
De Schwebebahn loopt grotendeels boven de rivier en loopt van Wuppertal-Vohwinkel in het westen via Wuppertal Hauptbahnhof naar Wuppertal-Oberbarmen in het oosten.
In Vohwinkel is de lijn over enige afstand boven een straat gelegen.
De lijn telt 20 stations en is 13,3 kilometer lang.
Er zijn 470 steunpunten, de meeste in de oevers van de Wupper.
Tussen 1972 en 1974 werden door MAN 28 nieuwe rijtuigen gebouwd.
Sinds het ongeluk in 1999 zijn er nog 27 van in dienst.
De Schwebebahn vervoert dagelijks (op werkdagen) 72 000 reizigers en wordt geëxploiteerd door de Wuppertaler Stadtwerke AG.
Op de Schwebebahn zijn de tarieven van het Verkehrsverbund Rhein-Ruhr (VRR) geldig.
Er zijn geen verhoogde perrons zoals bij de gewone spoorwegen.
De vloer van een trein is immers niet veel hoger dan de onderkant van de trein.
Wel geldt echter dat het hele systeem, dus ook de perrons, zich hoog boven het maaiveld bevindt.
De perrons aan weerszijden van het spoor zijn met metaalgaas aan elkaar verbonden.
Dit gaas beschermt de onvoorzichtige passagier die naast het perron stapt en daardoor meters naar beneden zou vallen.
Aan de andere kant zullen de passagiers niet vrijwillig over het gaas lopen, zodat de weg vrij blijft voor de treinen.
De Schwebebahn is in de loop der jaren een relatief veilig vervoermiddel gebleken.
Het enige ernstige ongeluk hiermee vond plaats op 12 april 1999, toen een trein ontspoorde en in de Wupper viel.
Bij dit ongeval vielen vijf doden en 46 gewonden.
De oorzaak van dit ongeval was een stuk gereedschap dat door een spoorwerker op het spoor was achtergelaten.
Het ongeval heeft het vertrouwen in de Schwebebahn nauwelijks aangetast.
Direct na de heropening werd er volop gebruikgemaakt van het vervoermiddel.
artikel overgenomen zonder nazicht op onjuistheden
Bron : - Wikipedia CC 3.0
Guust (Frans: Gaston) is een stripreeks rond stripfiguur Guust Flater (Frans: Gaston Lagaffe) die werd bedacht en getekend door André Franquin.
De strip bestaat sinds 28 februari 1957.
De strip speelt zich af op de redactie van het stripblad Robbedoes (originele Franse naam: Spirou), en Guust werkt daar als postsorteerder.
Zijn werk neemt hij niet al te serieus: een groot deel van de dag slaapt hij en als hij toch wakker is, zet hij de boel op stelten met allerlei bizarre experimenten.
Vaak leiden die tot een complete chaos: de redactie loopt onder water of een van zijn volstrekt onbetrouwbare uitvindingen explodeert.
Guusts reactie hierop is doorgaans een laconiek: "Nou moe?" (originele uitroep in het Frans M'enfin)
Guusts baas (Kwabbernoot, later vervangen door Pruimpit) heeft heel wat met hem te stellen en probeert hem op alle mogelijke manieren aan het werk te krijgen.
Ongewild weet Guust de contractbesprekingen tussen zijn bazen en Meneer Demesmaeker altijd te verstoren.
Ook agent Vondelaar wordt vaak het slachtoffer van Guusts praktijken.
Enkele kenmerkende bezittingen van Guust zijn zijn krakkemikkige auto (een Fiat 509) die van ellende aan elkaar hangt en de Flaterfoon, een zelfgemaakt muziekinstrument dat verwoestende klanken voortbrengt.
Uiteraard weet Kwabbernoot daar alles van; keer op keer heeft hij zonder succes geprobeerd om van dat onding af te komen.
Hoofdfiguren
. . .
Kwabbernoot (Frans: Fantasio) - was de eerste chef van Guust totdat Franquin stopte met het tekenen van Robbedoes.Later keerde hij even terug uit Rommelgem.
Krasser (Frans: Yves Lebrac) - Krasser is de tekenaar van redactie Robbedoes, een jonge man van dezelfde generatie als Guust. Over het algemeen kan Krasser het redelijk met Guust vinden. Toch weet Guust hem vaak tot woede te drijven wanneer zijn tekenwerk weer wordt verknoeid. Vooral de Oost-Indische inkt zorgt regelmatig voor ongelukken. Krasser is een heethoofd en kan erg gestrest raken. Hij is verliefd op een donkerharige secretaresse wier naam nooit wordt onthuld.
. . .
Juffrouw Jannie (Frans: M'oiselle Jeanne) - Juffrouw Jannie is het vriendinnetje van Guust. Ze is een lieve jongedame met rood haar, een paardenstaart en een bril. Jannie is naïef en stapeldol op "meneer Guust". Meestal ontsnapt ze heelhuids aan de bizarre ongelukken veroorzaakt door de onhandigheid van Guust.
. . .
Van Guust Flater zijn twee grote reeksen verschenen.
De eerste en populairste staat bekend als "de klassieke reeks", die 16 albums bevat met de meest diverse titels en covers.
De latere reeks, een definitieve reeks, bestaat uit 19 albums die alleen een volgnummer hebben, geen aparte titel.
In 2009 werden de eerste 17 albums herdrukt, deze keer wel weer met een titel.
Ondanks het groter aantal albums is de nieuwe reeks nauwelijks uitgebreider dan de klassieke.
In het begin besloegen de verhalen van Guust een halve pagina.
Er zijn daarvan vijf albums in oblongformaat verschenen.
Vanaf album 6 (1968) waren de verhalen een volledige pagina.
Nadat de eerste vijf albums uitverkocht waren geraakt zijn deze als R1 t/m R4 heruitgegeven in groot formaat, aangevuld met onuitgegeven gags en geïllustreerde tekstverhalen.
Dat er geen groot formaat Guust album 5 was werd vervolgens een running gag op de achterzijde van de albums.
Er bestaat een pirateneditie nummer 5 met zwart-wit fotoreproducties van een aantal op dat moment nog onuitgegeven gags in oblong, maar ook die uitgave vulde het hiaat niet op; er bestond wel een oblong nummer 5, maar geen vol formaat 5.
Pas later toen gewerkt werd aan de integrale uitgave van alle Flaterstrips is ook een R5-album samengesteld (1986).
Om de chaos compleet te maken, kreeg het verjaardagsalbum in 2007 het nummer 50.
Buffalo Bill (Scott County, 26 februari 1846 - Denver, 10 januari 1917), eigenlijk William Frederick Cody, was een van de kleurrijkste figuren uit het Wilde Westen.
Zijn bijnaam kreeg hij toen hij een baan aannam om de werkers aan de Kansas Pacific Spoorweg te voorzien van bizonvlees (de Engelse benaming voor de bizon is buffalo).
De bijnaam werd eerder al gegeven aan een zekere Bill Comstock.
Cody won de bijnaam toen hij in een wedstrijd "buffels schieten" won met 69 tegen 48.
Hij had veel baantjes, waaronder huidenjager (trapper) stierenvanger, goudzoeker (Fifty-niner) in Colorado, ruiter in de Pony Express in 1860, gids bij kolonisten-karavaans, menner van postkoetsen, soldaat in de Amerikaanse Burgeroorlog en hotelmanager.
Hij werd beroemd door zijn Wild West Show.
William Cody ontving in 1872 de eremedaille (Medal of Honor) voor "betoonde moed in actie" gedurende zijn dienst als burgerverkenner voor de Cavalerie.
Deze medaille werd op 5 februari 1917, 26 dagen na zijn dood, weer ingetrokken omdat hij burger was en er geen recht op had volgens nieuwe richtlijnen die het leger in 1917 uitgaf.
In 1989 werd de medaille nogmaals aan hem toegekend.
Na zijn belevenissen in het "westen" ging Buffalo Bill de showbusiness in.
Hij toerde door de Verenigde Staten met spektakels gebaseerd op zijn "Western"-avonturen.
In 1883 richtte hij de "Buffalo Bill Wild West Show" op, een circusachtige attractie die jarenlang rondtrok.
Zowel Annie Oakley (een vrouwelijke scherpschutter) als Sitting Bull maakten deel uit van deze show.
De show van Buffalo Bill inspireerde Irving Berlin tot het schrijven van de musical Annie Get Your Gun in 1946.
In 1887 trad hij met het hele circus op in Londen bij de viering van het jubileum van koningin Victoria en in 1889 maakte hij een tour door Europa, inclusief de Wereldtentoonstelling in Parijs.
Hij sloeg zijn tenten op in de nabijheid van de wereldtentoonstelling van 1893 in Chicago, een slimme zet die zeer bijdroeg tot zijn populariteit.
Tijdens zijn veelbewogen leven zag hij het Amerikaanse westen dramatisch veranderen.
Tegen het eind van zijn leven maakte hij nog mee dat in zijn geliefde Wyoming de exploitatie van steenkool, aardolie en aardgas begon.
In 1904 werd in de Shoshonerivier een stuwdam gebouwd voor de opwekking van elektriciteit en voor irrigatie.
Deze kreeg de naam Buffalo Bill Dam.
Na zijn dood werd hij op eigen verzoek begraven in het Lookout Mountain Park in Colorado, even ten westen van de stad Denver aan de rand van de Rocky Mountains en uitkijkend over de grote vlakte (Great Plains).
Buffalo Bill mag dan een ruige buitenman zijn geweest, hij had zeker een liberale inslag met zijn uitgesproken mening over de rechten van zowel Indianen als vrouwen, en hoewel hij bekend werd als doder van de buffels sprak hij zich uit voor conservering van dit Amerikaanse symbool.
Hij was tegenstander van de huidenjacht en vóór instelling van een jachtseizoen.
Vanuit zijn ervaring als verkenner met respect voor de oorspronkelijke bevolking zei hij eens:
"Ieder gevecht met Indianen dat ik heb meegemaakt was het gevolg van het breken van beloftes en verdragen door de regering."
Ondanks de manier waarop Indianen werden tentoongesteld in zijn Wild-Westshows beijverde hij zich voor betere behandeling van deze bevolkingsgroep.
Naast Sitting Bull had hij nog veel andere Indianen in dienst, niet in de laatste plaats omdat hij het gevoel had dat ze daardoor een beter leven hadden.
Hij noemde hen "de vroegere vijand, huidige vriend, de Amerikaan."
In 1896 stichtte Cody, samen met enkele geldschieters, de stad Cody in Wyoming.
In deze stad bevindt zich tegenwoordig het "Buffalo Bill Historical Center".
Op slechts 80 kilometer van het Yellowstone National Park is het een echte toeristentrekker geworden waar vaak hooggeplaatsten komen jagen.
Muhammad Ali, geboren als Cassius Marcellus Clay (Louisville (Kentucky), 17 januari 1942), bijgenaamd The Greatest of Louisville Lip, is een voormalig Amerikaans bokser.
Ali werd door het sportblad Sports Illustrated uitgeroepen tot Sportman van de Eeuw.
Hij werd driemaal wereldkampioen in het zwaargewicht en won een gouden medaille in het lichtzwaargewicht op de Olympische Spelen van 1960 in Rome.
Ali wordt door velen als de beste zwaargewicht bokser ooit beschouwd.
. . .
Ondanks deze nipte en twijfelachtige overwinningen tegen Doug Jones en Henry Cooper, werd Clay de belangrijkste gegadigde voor een titelgevecht tegen regerend kampioen Sonny Liston.
Ondanks Clays indrukwekkend palmares, werd niet verwacht dat hij de kampioen zou verslaan.
Het gevecht zou op 25 februari 1964 in Miami, Florida plaatsvinden.
Tijdens de weging, de dag voorafgaand aan het gevecht, tartte de immer strijdbare Clay Liston in de aanloop naar het gevecht door hem onder andere "de grote lelijke beer" te noemen, te verkondigen dat hij zou "bewegen als een vlinder en steken als een bij" (float like a butterfly and sting like a bee) en, in een poging zijn strategie om Listons aanvallen uit de weg te gaan samen te vatten, zei: "Je handen kunnen niet raken wat je ogen niet kunnen zien".
. . .
Sonny Liston werd wereldkampioen in het zwaargewicht, nadat hij Floyd Patterson in 1962 via een knock-out in de eerste ronde onttroond had.
Met een van de zwaarste stoten aller tijden, stonden andere zwaargewichten niet te popelen de kampioen uit te dagen.
Liston stond te boek als een timide persoon, die weinig lachte en de pers niet graag te woord stond.
De spaceshuttle Discovery (NASA-aanduiding: OV-103) was de derde van de vijf operationele spaceshuttles die werden gebouwd.
Doordat de Challenger en de Columbia zijn verongelukt zijn er nu nog drie spaceshuttles over.
Laatste vlucht STS-133 van 24 februari 2011 - 9 maart 2011
De Discovery is genoemd naar een van de twee schepen van de Britse ontdekkingsreiziger James Cook die rond 1770 werden gebruikt voor reizen over de Grote Oceaan die hebben geleid tot de ontdekking van Hawaï.
Naar het zusterschip van Cooks Discovery is de spaceshuttle Endeavour vernoemd.
Omdat er veel ervaring was opgedaan met de bouw van de Enterprise, de Columbia en de Challenger was de Discovery een stuk lichter dan de Columbia.
De eerste vlucht van de Discovery vond plaats op 30 augustus 1984.
Sindsdien heeft de Discovery onder meer de ruimtetelescoop Hubble en de ruimtesonde Ulysses in de ruimte gebracht.
In 1997 en 1999 heeft de Discovery nog onderhoudsbezoeken gebracht aan de ruimtetelescoop Hubble.
In 2000 en 2001 zijn met deze shuttle 3 missies naar het Internationaal ruimtestation ISS uitgevoerd voor het leveren van compartimenten voor het station, het afwisselen van de bemanning en het leveren van voorraden.
. . .
Op 17 april 2012 maakte de Discovery zijn laatste vlucht.
Op een Shuttle Carrier Aircraft werd hij vervoerd naar het Steven F. Udvar-Hazy-centrum van het National Air and Space Museum in Chantilly (Virginia).
Jan van Os (Middelharnis, 23 februari 1744 Den Haag, 7 februari 1808) was een Nederlands kunstschilder.
Hij schreef ook gedichten en toneelstukken.
Jan van Os was de 'stamvader' van een Nederlandse kunstenaarsfamilie.
Hiertoe behoorden zijn zoons, de kunstschilders Pieter Gerardus van Os (1776 1839) en Georgius Jacobus Johannes van Os (1782 1861), zijn dochter Maria Margaretha van Os (1780-1862) en zijn kleinzoon Pieter Frederik van Os (1808-1892).
Jan van Os trok op jeugdige leeftijd naar Den Haag, waar hij in de leer ging bij Aart Schouman.
In 1773 werd hij ingeschreven als lid van het kunstenaarsgenootschap Confrerie Pictura in Den Haag.
Zijn portret is geschilderd door Hendrik Pothoven.
Op 17 september 1775 trad hij in het huwelijk met de (naar verluidt) doofstomme portretschilderes Susanna de la Croix, een dochter van de eveneens doofstomme schilder Pieter Frederik de la Croix.
Zij kregen zeven kinderen van wie 3 zoons en 1 dochter de volwassen leeftijd bereikten.
Jan van Os schilderde aanvankelijk voornamelijk zeegezichten, maar vermaardheid verwierf hij met zijn stillevens met bloemen en fruit, waarmee hij een internationale reputatie opbouwde.
Zijn werk werd tentoongesteld in Engeland, Frankrijk en Duitsland.
artikel gedeeltelijk overgenomen zonder nazicht op onjuistheden
Bron : - Wikipedia CC 3.0
Robert Stephenson Smyth Baden-Powell (Londen, 22 februari 1857 Nyeri, 8 januari 1941) was een luitenant-generaal in het Britse leger, schrijver en de grondlegger van scouting.
. . .
In 1904 wordt Baden-Powell benoemd tot luitenant-generaal.
Zijn baan bevalt hem niet erg, want hij heeft er niet de opleiding voor en het betreft vooral kantoorwerk.
Als scouting onverwachts een nieuwe vereniging wordt, ziet hij hier een grote uitdaging.
Koning Edward VII vraagt Baden-Powell om zijn militaire loopbaan af te sluiten, omdat hij met scouting meer voor zijn land kan betekenen.
. . .
Tussen 1911 en 1913 maakt Robert Baden-Powell een wereldreis om de start van scouting te stimuleren op alle vijf de werelddelen.
Tijdens de reis, met het schip Arcadian, ontmoet hij begin 1912 Olave St. Clair Soames, met wie hij in oktober van dat jaar huwt.
"Hij was over de vijftig toen de verkennersbeweging goed en wel op gang was en de meeste mensen moeten gedacht hebben dat hij een verstokt vrijgezel zou blijven. Het was daarom een prettige verrassing, toen men hoorde dat hij ging trouwen met miss Olave St. Claire Soames, in 1912.
Van toen af genoot hij bovendien de vreugde van het gezinsleven" schrijft iemand in een levensbeschrijving van Baden Powel.
. . .
Baden-Powell was een uitstekend illustrator en een goed schrijver.
In het leger verkocht hij verhalen en illustraties aan kranten. Hij schreef een groot aantal boeken, zowel over het leger als over scouting.
Baden-Powell was zowel links- als rechtshandig, waardoor hij naar eigen zeggen twee keer zo snel werkte omdat hij met beide handen tegelijk tekende.
Van Baden-Powell zijn later in zijn leven ook boeken uitgekomen met aquarellen uit Afrika.
Alle tekeningen in Scouting for Boys zijn van zijn hand en het succes van het boek is voor een belangrijk deel te danken aan zijn directe schrijfstijl.
. . .
Baden-Powell had vooruitstrevende ideeën voor zijn tijd (deels ook voor tegenwoordig).
De onderwijsmethode die hij in scouting bouwde, is verwant aan onderwijsmethoden waar zelf- en groepsleren centraal staan zoals Freinetonderwijs, Daltononderwijs, Jenaplan, Montessorionderwijs en Iederwijs. Maria Montessori beschouwde scouting als de voortzetting van haar onderwijsmethode voor oudere kinderen. Jonge mensen kunnen kennis en vaardigheden opdoen door samenwerking in natuurlijke groepen van vrienden die verantwoordelijkheid voor elkaar nemen. Ze leren door te doen en worden zo zelfstandig. Het ging Baden-Powell om leren buiten het klaslokaal door avontuur en zonder vastgesteld leerplan; zo had hij zelf in zijn jeugd het meeste geleerd.
In zijn geschriften verdedigde hij de toen opkomende Labour Party (socialistische partij) al was hij het niet eens met hun radicale oplossingen. Staken vond hij geoorloofd. Zijn politieke opvattingen waren sociaal-christelijk maar hij heeft zich nooit aan een partij gebonden.
Baden-Powell was een voorstander van vrouwenemancipatie die na de Eerste Wereldoorlog opkwam - bij scouting werden meisjes gelijk behandeld als jongens, met een even stevig programma.
Baden-Powell verafschuwde de preutsheid van zijn tijd en was een groot voorstander van seksuele voorlichting, desnoods door scouting als ouders hun taak verzaakten. In zijn boeken gaf hij ook voorlichting zover als hij in zijn tijd kon gaan.
In 1804 bouwde Trevithick's werelds eerste functionerende stoomlocomotief.
Deze locomotief, die geen naam kreeg, werd gebruikt in de Pen-y-Darren ijzermijn bij Merthyr Tydfil in Wales.
Daar beschikte men over rails waar met paardenkracht wagens over werden vervoerd.
De stoomlocomotief kon tien wagens trekken met een snelheid van ongeveer 8 km/h.
De eerste rit vond plaats op 21 februari 1804.
Maar de locomotief was eigenlijk te zwaar voor de gietijzeren rails, die dan ook regelmatig braken.
Praktisch was hij ook niet wan men moest meelopen met de trein.
Trevithick had al eerder, in Coalbrookdale in Engeland, een experimentele locomotief gebouwd maar daar is verder weinig over bekend.
De Paricutín is een vulkaan in Mexico.
De Paricutín bevindt zich bij het gelijknamige dorp in de staat Michoacán en is 3170 meter hoog.
De topografische prominentie is 424 meter.
De vulkaan is pas in 1943 ontstaan en is daarmee de jongste van het westelijk halfrond.
Begin 1943 werden in het dorp Paricutín aardschokken gevoeld en gerommel gehoord.
Op 20 februari zag boer Dioniso Pulido de grond van zijn graanveld opensplijten.
De dorpsbewoners probeerden de spleet te vullen met stenen en aarde, totdat er lava en pyroclastisch materiaal begon uit te spuiten.
De bewoners van Paricutín en omringende dorpen sloegen op de vlucht.
Aan het eind van de dag was de vulkaan al 10 meter hoog.
De vulkaan bleef materiaal uitstoten.
De volgende dag was de vulkaan tot 50 meter hoogte gegroeid, en na een week was hij al 100 meter hoog.
In maart begon de vulkaan kilometers hoge aswolken uit te stoten.
Op 12 juni begon de lava te stromen.
De dorpen Paricutín en San Juan ondergingen hetzelfde lot als Pompeii en Herculaneum, maar de bevolking kon op tijd geëvacueerd worden.
Er zijn slechts 3 doden gevallen, allen als gevolg van bliksem die gepaard ging met de uitbarsting.
Na zes maanden begon de vulkaan te kalmeren; er was toen al 25 vierkante kilometer door lava verwoest.
Pas in 1952 kwam de Paricutín helemaal tot rust.
Hij was toen gegroeid tot 424 meter boven het graanveld waar hij was ontstaan.
De Paricutín is een zogenaamde monogenetische vulkaan, wat betekent dat hij na de eerste uitbarsting nooit meer actief zal worden.
De schilder Dr. Atl maakte het ontstaan van de Paricutín mee.
Hij schreef er het boek Cómo nace y crece un volcán, el Paricutín ("Hoe een vulkaan geboren wordt en ontstaat, de Paricutín") over.
Tijdens zijn waarnemingen liep hij een ziekte op, waardoor een van zijn benen geamputeerd moest worden.
artikel gedeeltelijk overgenomen zonder nazicht op onjuistheden
Bron : - Wikipedia CC 3.0
De vlag van Nederland is de vlag van het land Nederland.
Zij staat daarnaast symbool voor de eenheid en de onafhankelijkheid van het gehele Koninkrijk der Nederlanden.
Het rood-wit-blauw is zowel te land als ter zee in gebruik als civiele vlag, dienstvlag en oorlogsvlag.
Op 19 februari 1937 tekende Koningin Wilhelmina op haar vakantieverblijf in Zell am See het kortste Koninklijk Besluit ooit, luidend:
"De kleuren van de vlag van het Koninkrijk der Nederlanden zijn rood, wit en blauw.
De Nederlandse vlag is een horizontale driekleur in rood, wit en blauw.
In de vlaginstructie van het Ministerie van Algemene Zaken worden de kleuren benoemd als helder vermiljoen, helder wit en kobaltblauw.
In normblad 3055 zijn deze kleuren vastgesteld in Éclairage-coördinaten.
Deze kleuren zijn niet direct in Pantone-codering om te zetten, zodat voor de laatste uiteenlopende waarden gebruikt worden.
Over de afmetingen van de vlag zijn geen voorschriften.
In de niet-bekrachtigde Vlaggenwet van 1937 werd de verhouding tussen hoogte en lengte vastgesteld als 2:3, en over het algemeen wordt die verhouding nog steeds nagevolgd.
De drie banen zijn even hoog.
. . .
De juiste wijze voor het vouwen van de vlag is als volgt:
Twee vlaggendragers pakken de vlag vast in de lengterichting met één hand op de scheiding van rood en wit, en met de andere hand aan het einde van het blauw;
de vlag wordt nu overlangs dichtgevouwen, zodanig dat wit opgesloten wordt tussen rood en blauw (er ontstaat dus een Z-vorm);
met rood boven, wordt de vlag vervolgens tweemaal dubbelgeslagen, zodanig dat het blauw boven komt te liggen (lus en touw aan de broekingszijde bovenop).
Pluto werd op 18 februari 1930 ontdekt door de astronoom Clyde Tombaugh tijdens het vergelijken van fotografische platen met behulp van een blinkcomparator op het Lowell Observatory in Arizona.
Tombaugh was op zoek naar een onbekende Planeet X in een baan buiten Neptunus, die was voorspeld door Percival Lowell.
De naam Pluto is niet geheel willekeurig gekozen: hij begint met de initialen van voornoemde Percival Lowell, de astronoom die lange tijd heeft gezocht naar een negende planeet, maar dit hemellichaam nooit heeft kunnen ontdekken.
Een combinatie van de letters P en L werd gekozen als het symbool van Pluto.
Pluto is een in 1930 ontdekt hemellichaam in ons zonnestelsel dat tot 24 augustus 2006 werd geclassificeerd als planeet en sindsdien als dwergplaneet.
Op 13 september 2006 kreeg Pluto ook een nummer in de catalogus van planetoïden, namelijk 134340.
De dwergplaneet is vernoemd naar de gelijknamige Romeinse god van de onderwereld, Pluto.
Gemiddelde baansnelheid: 4,7 km/s
Helling van het baanvlak tegen over het baanvlak van de aarde: 17,14°
Soortelijke massa (dichtheid): 2,1g/cm²
Ontsnappingssnelheid: 1,2 km/s
De baan van Pluto is zo excentrisch dat dit hemellichaam gedurende 20 jaar van zijn 248 jaar durende omlooptijd dichter bij de zon staat dan de planeet Neptunus.
De laatste keer dat dit gebeurde was van 7 februari 1979 tot 11 februari 1999.
Behalve Pluto en Charon bewegen er andere Kuipergordel-objecten in een vergelijkbare baan, met een 2:3 baanresonantie met Neptunus: de Plutino's.
Enkele bekende objecten in deze klasse zijn (90482) Orcus en (28978) Ixion.
Madama Butterfly is een Italiaanse opera door Giacomo Puccini (1858-1924).
Deze tragedie in drie aktes is gebaseerd op Madame Butterfly, een kort verhaal van John Luther Long.
Het libretto is geschreven door Luigi Illica en Giuseppe Giacosa.
De opera werd voor het eerst opgevoerd in het Scala-theater in Milaan op 17 februari 1904.
Luitenant B.F. Pinkerton is een Amerikaanse marineofficier wiens schip de USS Abraham Lincoln in de haven van Nagasaki ligt.
Hij huwt de vijftien jaar oude Japanse geisha Cio-Cio-San ('tsotsosan'), die hij Butterfly noemt.
De huwelijksmakelaar Goro, die het huwelijk heeft gearrangeerd, heeft een huisje op de heuvel gehuurd voor de pasgehuwden.
De Amerikaanse consul Sharpless, een aardige man, smeekt Pinkerton om het huwelijksvoornemen op te geven, als hij erachter komt hoe de onschuldige Butterfly dit huwelijk serieus neemt, terwijl de Amerikaan het als een tijdverdrijf opvat.
(In die tijd kon in Japan aan het einde van een maand een huwelijk worden opgezegd, net als de huur van een huis.)
De luitenant lacht om de bezorgdheid van Sharpless.
De stoet verschijnt met de vrienden en de bruid, statig en glimlachend.
Sharpless komt erachter dat Butterfly afscheid van haar voorouders heeft genomen, om haar vertrouwen in Pinkerton te tonen.
Zodoende kan ze niet meer terugkeren naar haar familie (Butterfly: "Luister wat ik je wil vertellen").
Pinkerton komt er ook achter dat ze de dochter is van een in ongenade gevallen samurai die seppuku (zelfmoord) pleegde.
Daarom werd ze als klein meisje verkocht en opgeleid tot geisha.
De Mobile Army Surgical Hospital ( MASH ) verwijst naar een medische eenheid in het leger van de Verenigde Staten, een volledig functioneel ziekenhuis in een gevechtsgebied.
De eenheden werden voor het eerst opgericht in augustus 1945, en werden ingezet tijdens de Koreaanse Oorlog en latere conflicten.
Het Amerikaanse leger deactiveerde de laatste MASH-eenheid op 16 februari 2006.
De opvolger van de Mobile Army Surgical Hospital is de Combat Support Hospital.
Een Mobile Army Surgical Hospital (of MASH of MASH ) was een medisch centrum gebruikt tijdens de oorlogen, om de zorg van de soldaten die gewond raakten tijdens de gevechten op te lossen.
Ze waren een alternatief voor de veldhospitalen die gebruikt werden in de Tweede Wereldoorlog en echte ziekenhuizen.
Tijdens de Koreaanse Oorlog hadden soldaten 97% kans om te overleven van een blessure dankzij dit soort ziekenhuizen.
Ze werden ook gebruikt in de Vietnam-oorlog en de eerste Golfoorlog, maar werden geleidelijk vervangen door Combat Support ziekenhuizen of CSHs die momenteel worden gebruikt.
Veel mensen kennen deze eenheid dankzij een tv-film en de tv-serie M * A * S * H genaamd, gebaseerd op een roman van Robert Altman over een ziekenhuis als dit tijdens de Koreaanse Oorlog.
De MASH-eenheid werd bedacht door Michael E. DeBakey en andere chirurgische adviseurs als het "mobile army surgical hospital".
Col Harry A. Ferguson, de bevelvoerend officier van het Tokyo Army Hospital, heeft ook geholpen bij de oprichting van het MASH programma.
artikel gedeeltelijk vertaald uit de Engelse Wikipedia
Bron : - Wikipedia CC 3.0