Schiphol, of Luchthaven Schiphol (in het Engels Schiphol Airport, Amsterdam Airport, Schiphol Airport Amsterdam of Amsterdam Airport Schiphol genoemd), is de grootste Nederlandse luchthaven, en een van de belangrijkste luchthavens van Europa.
Schiphol was in 2010 qua aantallen in passagiersvervoer het vijftiende vliegveld ter wereld.
Het vliegveld ligt in de gemeente Haarlemmermeer en bevindt zich ongeveer 15 kilometer ten zuidwesten van Amsterdam.
Op 17 mei 1920 opende de KLM haar eerste lijndienst: de luchtlijn Amsterdam-Londen.
Schiphol deed dienst als landingsplaats voor Amsterdam.
Dat jaar waren er 440 passagiers.
Schiphol is de thuishaven van de Nederlandse luchtvaartmaatschappijen KLM, Corendon, Martinair, ArkeFly en Transavia.
Daarnaast is het de Europese hub van Delta Air Lines en de derde hub van prijsvechter Vueling.
Ook easyJet gebruikt de luchthaven als hub.
De luchthaven ligt enkele meters onder zeeniveau en telt zes start- en landingsbanen.
Op de plaats waar Schiphol nu ligt, heeft eerder een dorp gelegen: Rijk.
De naam "Schiphol" wordt ook gebruikt als plaatsnaam, evenals Schiphol-Oost en Schiphol-Rijk.
De luchthaven is eigendom van de Schiphol Group (statutaire naam: "N.V. Luchthaven Schiphol"), met als aandeelhouders de Nederlandse Staat, en de gemeenten Amsterdam en Rotterdam.
De naam Schiphol komt al voor in een stuk gedateerd 11 september 1447 ("Sciphol").
De oorsprong van de naam staat niet vast, maar hij zou verwijzen naar een moerasachtig stuk land waar men hout (Gotisch: 'scip') kon halen; naar een bedding voor schepen; of naar de scheepsrampen die juist in deze noordoostelijke hoek van het Haarlemmermeer ("scheeps-hel") veel voorkwamen omdat die lagerwal was bij de meest voorkomende windrichting.
Een andere verklaring die hier enigszins op aansluit wijst op een oud woord 'hol' dat 'graf' betekende.
Weer een andere theorie zoekt het bij een woord dat verwant is met 'hal' (en het Engelse "hall"), wat juist zou duiden op een toevluchtsoord voor schepen in nood, een veilige haven.
Ook kan 'hol' nog duiden op een speciaal aangelegde halfronde dijk in de Haarlemmermeer die er van boven uit zag als een hol.
Hierachter konden schepen schuilen tijdens noodweer.
Volgens een informatiepaneel nabij Bovenkerk van de Stichting 'Oud Aalsmeer' werd 't Schipholl voor het eerst in 1447 genoemd: "Vier maden lands liggende in de Aelsmerbanne in Schipholl".
Betekenis: Laaggelegen land waar takken werden gesneden (Scip = afgesneden tak).
't Schipholl bestond en bestaat uit de Kleine Poel, het Zwarte Pad, het oeverlanden reservaat en het poldertje van Sloothaak met stadskwekerij.
Het gebied behoort waterstaatkundig tot de Buitendijkse Buitenveldertse polder.
Na de noordelijke grenssloot, het voormalige fort en het militaire vliegveld siert nu de nationale luchthaven zich met de naam van dit gebiedje aan de noordoostelijke grens van Aalsmeer: Schiphol.
Die naam is dus in de loop der eeuwen enkele kilometers naar het westen verschoven.
Schiphol wil de komende jaren de capaciteit verder uitbreiden naar 65 miljoen passagiers en tussen de 600.000 en 650.000 vluchten per jaar.
Om de concurrentie aan te kunnen gaan met Frankfurt en Londen Heathrow zou een zevende baan, parallel aan de Kaagbaan, noodzakelijk zijn.
Om dit te realiseren zou er een nieuwe terminal komen aan de noordwestzijde van Schiphol Centrum.
Dit plan is echter in 2009 opzij geschoven.
Hiervoor in de plaats is er in 2010 begonnen aan de realisatie van een nieuw Masterplan 2020-2025.
Dit plan behelst uitbreiding van de pieren ten zuiden van de huidige B-pier, en de aanleg van een nieuwe vertrek/aankomsthal in dit gebied.
Schiphol zal zich blijven concentreren op de hub-functie voor KLM en de SkyTeam luchtvaartmaatschappijen, maar daarnaast ook (sterk) blijven groeien in het low-cost airline segment.
Op de langere termijn na 2020 zullen naar verwachting een aantal chartervluchten (point-to-point leisure vervoer) worden verplaatst naar de regionale luchthavens Lelystad en Eindhoven.
Tenzing Norgay (verm. in het klooster Ghang La (Tibet), °15 mei 1914 - Darjeeling (India), 9 mei 1986) was een Nepalese sherpa, die samen met Edmund Hillary als eerste de top van de hoogste berg ter wereld, de Mount Everest, bereikte.
Volgens een memo van Edmund Hillary in het archief van de Royal Geographical Society was deze als eerste op de top, hoewel Norgay en Hillary later hadden afgesproken dit niet bekend te maken.
1953 was voor Norgay een belangrijk jaar. Tenzing Norgay was de sherpa-begeleider van Edmund Hillary.
Op 29 mei 1953 bereikten Hillary en Tenzing als eerste mensen het hoogste punt op aarde, de Mount Everest (8848m).
Tenzing Norgay was drager van een hoge Britse onderscheiding voor dapperheid; de George Medaille.
In 1996 trad zijn zoon Jamling Tenzing in de voetsporen van zijn vader.
Tijdens de klim, die ook wel de '1996 Everest disaster' wordt genoemd omdat er acht klimmers uit een ander team omkwamen, bereikte hij samen met twee medeklimmers de top van de Mount Everest.
Het Frans Hals Museum is een gemeentelijk museum in Haarlem en staat bekend als museum van de Gouden Eeuw.
Het museum is opgericht in 1862 en was gehuisvest in het stadhuis dat voor het museum werd uitgebreid met een aantal museumzalen aan het Prinsenhof.
In 1913 verhuisde het museum naar het Oudemannenhuis, een 17e-eeuws hofje aan het Groot Heiligland.
De collectie is gebaseerd op de rijke verzameling van de stad zelf die al vanaf de 16e eeuw is opgebouwd.
Het museum bezit honderden schilderijen waaronder meer dan een dozijn schilderijen van Frans Hals, waaraan het museum zijn naam dankt.
De moderne collectie is te vinden in het museum de Hallen, een dependance van het Frans Hals Museum.
De schilderijen van Frans Hals, van zijn voorgangers, zijn leerlingen, zijn collegas én zijn concurrenten bieden een prachtig overzicht van de Haarlemse schilderkunst van de Gouden Eeuw (zie ook: schilderkunst in Haarlem).
In de aanloop naar de Gouden Eeuw waren er enkele zeer getalenteerde schilders in Haarlem, Jan van Scorel en Maarten van Heemskerck en later Cornelis Cornelisz van Haarlem, Hendrick Goltzius en Karel van Mander, die de schilderkunst in Haarlem op hoog niveau brachten.
Zij werkten allen naar Italiaans voorbeeld.
Omstreeks 1600 sloegen enkele kunstschilders een nieuwe richting in.
Zij gingen over tot wat nu de typisch Hollandse schilderkunst genoemd wordt:
alledaagse onderwerpen op huiskamerformaat in een realistische stijl
landschappen
zeegezichten
stadsgezichten
visstillevens
bloemstillevens
alledaagse tafereeltjes en portretten
Deze nieuwe ontwikkeling had te maken met maatschappelijke veranderingen.
De economie groeide explosief en een geheel nieuwe klantenkring diende zich aan: de rijk geworden burgers.
Zij vroegen om kleine schilderijen met herkenbare voorstellingen.
De schilders specialiseerden zich in één of twee genres en bereikten daardoor een ongekend hoog niveau.
Van al die nieuwe genres zijn in het Frans Hals Museum schitterende voorbeelden te vinden: portretten van Frans Hals, landschappen van Jacob van Ruisdael, huishoudens van Jan Steen, ontbijtjes van Floris van Dijck stuk voor stuk hoogtepunten van de Gouden Eeuw.
Als gemeentemuseum herbergt het Frans Hals Museum vanouds de kunstwerken van de stad.
Het begin van de collectie van de stad Haarlem werd gevormd in 1581, vlak na de Reformatie, toen Haarlem van de Staten van Holland alle goederen van de katholieke kloosters en andere katholieke instellingen in Haarlem kreeg.
In 1590 schilderde Cornelis Cornelisz van Haarlem in opdracht van het stadsbestuur vier grote schilderijen voor het Prinsenhof, een onderdeel van het stadhuis.
Drie van de vier hangen nu in het Frans Hals Museum.
Toen in 1625 de laatste broeder van het belangrijke Sint-Jansklooster overleed, kwam een deel van de kunstwerken van het klooster in handen van de stad, waaronder Jan van Scorels Doop in de Jordaan.
In 1797 werden de schutterijen opgeheven.
Negen grote schuttersstukken uit de verenigingsgebouwen werden in het stadhuis in veiligheid gebracht.
Vier van de negen waren geschilderd door Frans Hals, de overige door Pieter de Grebber en anderen.
In 1862 opende het zogenaamde Stedelijk Museum van Haarlem zijn deuren.
Het was gevestigd in het stadhuis. Er werden 123 schilderijen getoond.
De verzameling werd gestaag uitgebreid met schenkingen en een groot bruikleen van het Sint Elisabeth Gasthuis.
In die tijd kende het museum beroemde bezoekers: Monet, Liebermann, Whistler en anderen bezochten het museum om de werken van Frans Hals te bestuderen.
De collectie werd flink uitgebreid door de in 1875 opgerichte Vereeniging tot uitbreiding der Verzameling van Kunst en Oudheden.
Zodat de collectie te groot werd en een eigen gebouw verdiende.
In 1913 werd het Frans Hals Museum geopend in het voormalige Oudemannenhuis aan het Groot Heiligland, een gebouw dat voor die nieuwe functie stevig onder handen was genomen.
De stedelijke collectie verhuisde daarheen.
Sindsdien is de collectie uitgebreid door legaten, schenkingen en aankopen, de laatste mede dankzij de steun van de Vereniging van Vrienden van het Frans Hals Museum en andere instellingen.
Sinds 2000 is Karel Schampers de directeur van het Frans Hals Museum, voorgangers waren onder andere Dick Couvée en Derk Snoep.
Het huidige gebouw van het Frans Hals Museum stamt in oorsprong uit de 17e eeuw: de typisch Hollandse trapgevels aan de voorzijde herinneren aan die periode.
Het museum ligt rondom een binnentuin, die in 17e-eeuwse stijl is aangelegd.
Het museum was oorspronkelijk een Oudemannenhuis, een bejaardenhuis voor mannen.
Wie voor het gebouw staat, ziet meteen dat het oudemannenhuis geen armlastige instelling was.
De toegangspoort (nu de entree van het museum) is fraai versierd met pilasters, een cartouche met wapenschilden en bovenop een beeld van een oude man.
Het Oudemannenhuis werd destijds zo mooi gevonden dat men schreef: het Oldemannenhuys schijnt veel eerder een Paleis van een Prince.
Het Oudemannenhuis werd gebouwd in opdracht van het stadsbestuur.
Wie het ontworpen heeft, is niet zeker.
Voorheen is gedacht dat Lieven de Key het ontwerp maakte: hij was in die periode stadsmeestermetselaar en ontwierp bijvoorbeeld de Vleeshal.
Tegenwoordig echter gaat men er van uit dat het ontwerp afkomstig was van Pieter van Campen (Amsterdam 1568-Haarlem 1615), de vader van Jacob die het Paleis op de Dam bouwde.
Het Oudemannenhuis werd gebouwd in 1607-1611 in opdracht van het stadsbestuur van Haarlem.
Om de bouw te financieren werden een rederijkersfeest en een grote loterij georganiseerd, met een totale opbrengst van maar liefst 55.000 gulden.
Op 1 februari 1609 betrokken de eerste oude mannen het gebouw.
Het waren toen kleine huisjes naast elkaar, gebouwd rondom een vierkante binnentuin.
In elk huisje woonden twee mannen.
Er konden maximaal 60 oude mannen wonen.
In 1810 kreeg het gebouw nieuwe bewoners: 127 wezen werden er ondergebracht.
De oude mannen verhuisden naar het Proveniershuis aan de Grote Houtstraat.
De zolders van de huisjes werden doorgebroken, zodat er ruimte ontstond voor slaapzalen.
In 1854 werd het weeshuis eigendom van de Hervormde Kerk.
Er werd ook nieuw personeel aangenomen, naast de binnenvader en de binnenmoeder.
Er kwamen in de geest van de Verlichting - nu ook een naaimoeder, een schoolmeester en een kinderjuffrouw in dienst.
In 1858 werd het gebouw uitgebreid met twee klaslokalen.
Ook stadskinderen konden er terecht voor onderwijs.
Het gebouw werd begin 20e eeuw te klein en te duur in onderhoud.
De wezen verhuisden naar een nieuw weeshuis in de Olieslagerslaan.
De gemeente kocht het pand weer terug van de kerk om er de stedelijke kunstcollectie onder te brengen.
Delen van het regelmatig aangepaste gebouw worden gesloopt en in vroeg-17e-eeuwse stijl weer opgebouwd naar een ontwerp van stadsarchitect L.C Dumont.
De oorspronkelijke plattegrond, de toegangspoort en het hoofdgebouw met de oude eetzaal, de regentenkamers en de ziekenzaal van de oude mannen blijven gehandhaafd.
Op 14 mei 1913 werd het museum geopend.
Het werd genoemd naar Haarlems beroemdste kunstenaar: Frans Hals.
De Jonagored is een kleurmutant van het appelras Jonagold ontdekt door de Belgische boomkweker Jos Morren uit het Limburgse Halen.
Hij ontdekte dit ras toevallig nadat één tak uit zijn boomgaard bijzonder fel-roodgekleurde appels droeg.
Dit triploïde ras is vorstgevoelig, net als de standaard Jonagold.
Dit toont zich door het droogvriezen van hele bloemtrossen en de zogenaamde stropdassen (vorststrepen) op de vrucht.
De kleur van Jonagored is donkerder dan die van de standaard Jonagold.
De productie bij virusvrij materiaal is net zo hoog als bij virusvrije standaard Jonagold.
De appel bevat veel voedingsvezels en natuurlijke suikers. Voedingsvezels zorgen voor een goede spijsvertering.
Ze helpen ook bij de opname van andere belangrijke voedingstoffen.
De natuurlijke suikers in appels worden langzamer opgenomen dan gewone suiker.
Daardoor geven ze langer energie.
Daarnaast bevat de appel relatief veel vocht.
Daarom bewaren we al eeuwen een appeltje voor de dorst.
De Jonagored is zoetzuur van smaak.
De Jonagored is het lekkerst als handappel of als dessertappel, door de yoghurt en in de muesli.
Appels zijn een handig tussendoortje en kennen bovendien vele toepassingen.
Verwerk ze in fruitsalades, bak ze in de schil in de oven, vul, stoof of frituur ze.
Maak er sap, saus of appelmoes van, of een compote en vul daarmee een taartbodem of cake.
Verwerk ze in nagerechten en bijvoorbeeld in chutney of jam.
Door het hoge pectinegehalte van appels stolt jam sneller.
Een goede appel moet er gaaf uitzien, is stevig en onbeschadigd.
Appels zijn erg stootgevoelig.
Stoten of butsen veroorzaakt beurse plekken.
Behandel appels dan ook voorzichtig.
Wanneer de appel rijper wordt, voelt de schil vettig aan.
Controleer de kwaliteit door te kijken en te voelen.
Appels zijn na aankoop circa 2 weken houdbaar.
Bewaar appels op een koele, donkere plaats.
Appels die op de fruitschaal liggen worden snel overrijp en doordat ze veel ethyleen produceren beïnvloeden ze bovendien het overige fruit op de fruitschaal nadelig.
Was de appel, verwijder het klokhuis en schil de appel indien gewenst.
Appels verkleuren na het schillen snel.
Voeg een beetje citroensap toe om bruinverkleuring te voorkomen.
Uit vondsten in Italië en Zwitserland van resten van gekweekte appels die al zo'n 4500 jaar geleden zijn geteeld, blijkt dat de appel al lang bekend is.
De appel is verreweg de belangrijkste fruitsoort van het noordelijk halfrond en wordt in toenemende mate ook verbouwd op het zuidelijk halfrond.
Nederland is een appelland bij uitstek, zowel qua consumptie als productie.
Tandpasta is een product waarmee de tanden gepoetst kunnen worden.
Dit wordt gedaan om de mondhygiëne te optimaliseren en te behouden.
In vroegere tijden poetsten de mensen ook al hun tanden, echter niet met tandpasta en een tandenborstel maar met een takje van een geneeskrachtige boom of plant.
Ook zout werd wel gebruikt om tanden mee te poetsen.
De voorloper van tandpasta was tandpoeder.
De antieke Egyptenaren gebruikten een mengsel van as, myrthe, gebroken eierschalen en gemalen puimsteen.
Later werden tal van soortgelijke -en soms vreemdsoortige- middelen gebruikt, onder andere ook gemalen botjes.
In 1824 ontwikkelde de Amerikaanse drogist John Peabody tandpoeder van zeep en glycerine dat met een stokje op de tanden werd aangebracht.
Het voordeel van tandpasta boven tandpoeder is, dat het gemakkelijk op de tandenborstel is aan te brengen.
Tandpasta werd voor het eerst geproduceerd in 1850, door de Amerikaan Washington Wentworth Sheffield.
Deze werd gemaakt van zeep en kalk en aanvankelijk verkocht in een glazen pot ('Dr. Sheffields Creme').
In 1892 werd door Sheffield het bedrijf Beecham's opgericht dat de productie en verkoop van tandpasta krachtig toe deed nemen.
Vanaf dat moment werd de tandpasta in tubes verkocht.
De verkoop van tandpasta startte in Nederland omstreeks 1936.
Het werd vervaardigd in de Erdal-fabrieken te Amersfoort.
Pas na de tweede wereldoorlog werd fluoride toegevoegd om tandbederf te voorkomen.
De volgende stoffen zitten in tandpasta:
schuur- en polijstmiddelen (ter verwijdering van de tandplaque), zoals Al(OH)3 Voor het schuurmiddel worden ook wel kleine plastic bolletjes gebruikt.
humectantia (om uitdroging van de pasta te voorkomen);
detergentia;
bindmiddel;
smaak- en zoetstoffen;
conserveringsmiddelen;
kleurstoffen;
water;
stoffen voor therapeutische- of esthetische doeleinden.
Voor tandpasta voor jonge kinderen en kinderen in de wisselfase worden vaak andere samenstellingen van grondstoffen gebruikt en worden minder agressieve grondstoffen gebruikt.
Dat is nodig omdat melkgebitten andere bescherming behoeven dan de blijvende tanden en kiezen en ook omdat sommige jonge kinderen een deel van de tandpasta tijdens het poetsen doorslikken.
Wellicht heeft dat dan weer te maken met het feit dat kindertandpasta meestal een lekker zoete vruchtensmaak en een vrolijke kleur heeft.
Sommige tandpasta's bevatten gekleurde strepen.
Om dit in de tube niet te laten vermengen moet de pasta of gel vrij visceus zijn en dienen de verschillende delen exact dezelfde dichtheid te hebben.
Het eerste zorgt ervoor dat de pasta's niet mengen bij schudden, het tweede sluit de invloed van de zwaartekracht uit.
In tegenstelling tot wat veel (reclame)afbeeldingen willen doen geloven is de hoeveelheid van een erwt voldoende om de tanden mee te poetsen.
De Buick Model 21 werd geïntroduceerd en geproduceerd in 1911.
Hij werd gemaakt in drie modellen, de touring, de close-coupled touring en de rumble-seat roadster.
één van de weinige resterende Buick Model 21 5-zitters
foto : bill1975 op www.passatworld.com
Dit model had een wielbasis van 2794mm en een spoorbreedte van 1422mm.
De vier cilinder in lijn motor met 2 kleppen per cilinder, had een inhoud van 4188cc en leverde 39pk.
De marktprijs was 1.500$ (1,550$ voor de roadster).
1911, Buick Model 21 touring
foto : bill1975 op www.passatworld.com
Luxe, confort, schoonheid en een onberispellijke afwerking waren toen een streven van Buick.
Maar bovenal en voor alles een betrouwbare en krachtige motor.
De buick motoren waren toen wereldwijd bekend voor hun efficiëntie, eenvoud van constructie en mechanische perfectie.
een zicht op de motor van de Buick Model 21
foto : bill1975 op www.passatworld.com
De benzinetank had een inhoud van 56,8 l.
Het verbruik in de stad bedroeg 40,4 l/100km, over lange afstand 14,7 l/100km en gemiddeld 24,1 l/100km.
De HMS Beagle was een zeilschip dat bekend werd door een van zijn passagiers, Charles Darwin.
Op 11 mei 1820 werd de Beagle te water gelaten op de rivier de Theems.
Nadat het vijf jaar in reserve was gehouden werd het op 27 september 1825 omgebouwd.
Van 22 mei 1826 tot 14 oktober 1830 maakte de Beagle zijn eerste reis.
Deze eerste reis was een expeditie naar Patagonië en Vuurland voor hydrografisch onderzoek.
Kapitein was aanvankelijk Pringle Stokes.
Nadat deze zelfmoord had gepleegd, kreeg Robert FitzRoy het bevel.
Er werden vier Vuurlanders meegenomen, met de bedoeling ze tot het Christendom te bekeren, tot zendeling op te leiden en weer terug te brengen naar Vuurland.
Van 1831 tot 1836 maakte de Beagle, opnieuw onder FitzRoy, een reis rond de wereld.
Op deze reis voer ook Charles Darwin mee als natuuronderzoeker.
Vanuit Southampton werden eerst opnieuw de kusten van Zuid-Amerika alsmede de Falklandeilanden bezocht.
Drie Vuurlanders werden weer naar hun geboorte-eiland teruggebracht.
Via de Galapagoseilanden, Australië en Zuid-Afrika keerde men terug naar Engeland.
Tussen 1837 en 1842 werd de Beagle voor de derde keer voor hydrografisch onderzoek gebruikt.
Kapitein was aanvankelijk John Clements Wickham, die al als tweede man aan de tweede reis had deelgenomen, later John Lort Stokes.
Op deze reis werden de kusten van Australië onderzocht, waarbij onder meer restanten van het op de klippen gelopen VOC-schip Zeewijk werden gevonden.
Aan het einde van zijn leven deed de Beagle dienst voor de douane als een anti-smokkel-patrouilleboot langs de kust van Essex.
In 1870 werd het schip verkocht aan schroothandelaren.
De Maeslantkering is een stormvloedkering op de grens van Het Scheur en de Nieuwe Waterweg bij Hoek van Holland.
De kering maakt deel uit van de Europoortkering, het meest recente onderdeel van de Deltawerken.
De bouw van de Maeslantkering begon in 1991.
Op 10 mei 1997 werd de waterkering door koningin Beatrix officieel in gebruik gesteld.
Op deze dag werd de kering om 16.30 uur voor het eerst gesloten, gelijktijdig met het model van de Maeslantkering in Madurodam.
De kosten van het project bedroegen ongeveer 1 miljard gulden, ofwel 450 miljoen euro.
In de oorspronkelijke Deltaplannen was geen afsluiting opgenomen van de Westerschelde en de Nieuwe Waterweg, dit om de havens van Antwerpen en Rotterdam toegankelijk te houden.
In plaats daarvan zouden dijken worden aangelegd.
Halverwege de jaren 80 van de 20e eeuw bleek echter dat de geplande dijken langs de Nieuwe Waterweg niet hoog genoeg waren om het dichtbevolkte gebied van Zuid-Holland Zuid te beschermen.
Het aanleggen van de (verhoogde) dijken zou een bijzonder kostbare zaak worden.
Niet alleen vanwege de kosten van de aanleg zelf maar vooral vanwege het feit dat grote strekkingen van de te verzwaren dijken in stedelijke gebieden liggen.
Voor de verzwaringswerken zou een strook vrijgemaakt moeten worden ten koste van bestaande bebouwing en infrastructuur.
Daarom werd gezocht naar een alternatief, een beweegbare kering.
In de Theems was al eerder een beweegbare kering gebouwd, maar de kering in de Nieuwe Waterweg moest een veel grotere opening hebben.
In 1987 werd het besluit genomen een beweegbare kering aan te leggen.
De kering bestaat uit twee enorme deuren.
De deuren zijn eigenlijk twee drijvende pontons die leeg naar hun plaats kunnen worden gebracht.
Hier aangekomen laat men de deuren vol water lopen, zodat massieve barrières ontstaan.
Als de kering weer open moet gaan, worden de deuren leeggepompt en worden ze naar buiten bewogen.
Hier varen de deuren aan beide zijden weer in een soort droogdok met deur.
De deur gaat dicht en het droogdok wordt leeggepompt.
Zo worden de deuren dus droog bewaard, dit om corrosietechnische redenen.
Een computersysteem, Beslis en Ondersteunend Systeem (BOS) genaamd, beslist automatisch of de kering bij dreigend hoogwater gesloten moet worden.
Dit gebeurt als de waterstand in Rotterdam boven de 3 meter NAP of in Dordrecht 2.90 meter boven NAP dreigt te komen.
Bijzonder is dat dit computersysteem de kering volledig zelfstandig sluit, ook wanneer er geen personeel aanwezig is.
Naast de Maeslantkering bestuurt het BOS ook de Hartelkering.
Omdat de keringen automatisch sluiten, zonder tussenkomst van mensen, worden hoge eisen aan het BOS gesteld.
Dit is dubbel redundant uitgevoerd om uitvallen zo veel mogelijk te voorkomen.
In het geval dat de computer volledig dienst weigert kan het bedieningspersoneel alsnog de beslissing nemen om de kering te sluiten.
De deuren (cirkelsegmenten van 22 meter hoog en 210 meter groot, die op het water drijven omdat ze hol zijn van binnen), draaien vervolgens naar elkaar toe.
Op het moment dat ze elkaar (bijna) raken, stromen ze vol met water zodat ze afzinken naar de bodem en de Nieuwe Waterweg vrijwel volledig wordt afgesloten.
Om te voorkomen dat de deuren beschadigen blijft er een kleine opening (ca. 80 cm) tussen de deuren, maar hierdoor kan slechts weinig water stromen.
De scharnierpunten van de twee deuren vormden voor de bouw een grote technologische stap: ze moesten niet alleen toestaan om de deuren open en dicht te draaien, maar moesten ook in staat zijn om de deuren omhoog en omlaag te laten gaan.
Uiteindelijk zijn hiervoor de grootste kogelgewrichten ter wereld gemaakt; de kogels hebben een diameter van 10 meter.
De kogelgewrichten zijn gemaakt door koda.
Dit was de enige fabrikant die ze met de gewenste nauwkeurigheid kon fabriceren.
De horizontale verplaatsing van de deuren wordt bekrachtigd door redundante 5-cilinder-oliedrukmotoren.
Voor deze techniek is gekozen omdat ze zeer betrouwbaar is, en bovendien een constante kracht kan leveren onafhankelijk van de snelheid.
De motoren draaien via tandraderen een tandradbaan aan de bovenzijde van de deur opzij.
De motoren zelf zijn verticaal vrij opgehangen zodat ze bij elke waterstand kunnen werken.
De faalkans bij sluiting van de kering is volgens officiële cijfers 1:100, er zijn echter publicaties die uitgaan van een grotere faalkans.
Op 3 maart 2006 meldde het Algemeen Dagblad op basis van een vertrouwelijk rapport dat de kering veel minder veilig is dan werd gedacht.
De kering had volgens dat artikel slechts een betrouwbaarheid van 1 weigering op 50 sluitingen.
Enkele weken eerder had het televisieprogramma TweeVandaag reeds gemeld dat de kering een nog hogere faalkans heeft.
De Tweede Kamer vroeg het kabinet om uitleg, op initiatief van GroenLinks.
Naar aanleiding van de geconstateerde problemen is in de jaren erna een reeks van maatregelen bepaald, die moeten leiden tot het bereiken van het vereiste veiligheidsniveau van de kering.
De maatregelen, die onder meer betrekking hebben op het onderhoud van de kering, zijn structureel en met succes doorgevoerd.
Als de Maeslantkering gesloten wordt, zal Rotterdam beschermd worden tegen een hoge waterstand.
Echter, een sluiting heeft ook tot gevolg dat één van de drukste waterwegen van Nederland volledig wordt afgesloten voor scheepvaart.
Het spreekt vanzelf dat een sluiting niet zomaar kan plaatsvinden, maar dat er een scala van procedures aan voorafgaat.
Het BOS berekent constant het verwachte waterniveau in de Nieuwe Waterweg.
Wordt er een waterstand voorspeld van meer dan 2,60 meter boven NAP in Rotterdam,dan gaat het systeem automatisch over tot de voorbereidende werkzaamheden voor een sluiting.
Dit hoeft niet te betekenen dat de Maeslantkering werkelijk sluit.
Deze moet gesloten zijn wanneer het peil van 3,00 NAP is bereikt.
Het systeem blijft het waterniveau berekenen en als er geen veranderingen in positieve zin plaatsvinden, dan wordt uiterlijk 6 uur voor de daadwerkelijke sluiting het Haven Coördinatie Centrum gewaarschuwd.
Zij bereiden zich voor om aan schepen het bericht af te geven dat het zeer waarschijnlijk is dat binnen een bepaalde tijd de waterweg wordt afgesloten.
Vier uur voor sluiting wordt dit bericht daadwerkelijk aan de schepen gemeld.
Twee uur van tevoren wordt al het scheepvaartverkeer gestremd, om te zorgen dat de waterweg volledig vrij is om de deuren te laten afzinken.
Een half uur voor sluiting wordt het waterniveau in de dokken waarin de deuren liggen, op gelijk niveau gebracht met het waterniveau in de Nieuwe Waterweg.
De daadwerkelijke duur van het volstromen van de dokken is 6,5 minuten.
In het stormseizoen zijn de dokken zelfs constant gevuld.
Dat dit afzinken zo lang duurt komt doordat de deuren gecontroleerd moeten zinken.
Tijdens het zakken ontstaat er namelijk een stroomversnelling onder de deuren.
Deze waterstroming wordt gebruikt om de zogenoemde drempel waarop de deuren uiteindelijk moeten rusten, schoon te spoelen, zodat het zeewater van de Noordzee zo goed mogelijk wordt gekeerd.
Op 8 november 2007 werd de Maeslantkering voor het eerst sinds de bouw in stormcondities gesloten, vanwege de hoge waterstand en de harde noordwesterwind.
Voor deze sluiting was het niet zeker of de Maeslantkering wel echt zou werken.
De sluiting op 8 november begon om 23.05 uur.
De volgende dag, 9 november, werd de kering vanaf 17.45 uur weer geopend.
Na het leegpompen van de keerwanden werd de kering vanaf 20.00 uur teruggevaren.
Om 20.20 uur was de doorgang weer vrij voor de scheepvaart.
Tegelijk met de Maeslantkering is ook de Hartelkering bij Spijkenisse gesloten.
De keringen zijn beide gedurende twee hoogwaters gesloten geweest.
De reden hiervoor was dat er pas na het tweede hoogwater werd voldaan aan de voorwaarden om te openen.
De waterstand aan de zeezijde van de kering moet dan lager zijn dan de waterstand achter de kering.
Om de Maeslantkering te testen, wordt deze elk jaar 1 maal gesloten.
Dit heet een functioneringssluiting.
Dit was tot nu toe steeds op een zaterdag in de weken voor 15 oktober (start van het stormseizoen).
De functioneringssluiting is publiekelijk toegankelijk.
Iedereen die dat wil kan de sluiting bijwonen vanaf het terrein rond het Keringhuis.
De Buick Model 14 en 14b werd reeds gebouwd in 1908 en stond ook bekend als de "Buggyabout".
1908 Buick Model 14B Roadster
auteur : science vision -foto op weeklyseries.blogspot.be
1908 Buick Model 14B
auteur : science vision -foto op weeklyseries.blogspot.be
Dit model onderging enkele wijzigingen maar de kleine wielbasis van 2007mm bleef behouden.
Evenals de 2-cilinder 2 liter motor welke 16pk leverde.
1910, Buick Model 14 Runabout
auteur : Joe Kieliszek op forums.aaca.org
1910 Buick Model 14
auteur : Lars-Göran Lindgren op www.swedishbrasscar.com
Het Model 14 had dubbele kettingaandrijving op de achteras.
Er werden 18.844 stuks geproduceerd (1908 - 1911)
1911 Buick Model 14 Runabout
foto op www.ohtm.org
1911 Buick Model 14
auteur : Wayne McPherson op photos.aaca.org
De Model 14 was een lageprijs auto en werd te koop gesteld voor 550$.
Het idee van lageprijs modellen werd al vlug verlaten en General Motors Buick produceerde daarna nog enkel duurdere en krachtigere auto's, het "Premium Motor Cars" plan.
De Gerbrandytoren of Zendmast Lopik is een 367 meter hoge zendmast in het Nederlandse IJsselstein voor FM-radio- en televisie-uitzendingen.
De toren werd op 9 mei 1961 geopend door koningin Juliana.
Toen de mast in gebruik werd genomen, stond de mast in de gemeente Lopik.
Na de gemeentelijke herindeling van 1989 behoort het grondgebied waarop de toren staat tot de gemeente IJsselstein (de wijk Zenderpark).
De toren is in 1965 genoemd naar oud-minister-president mr. P.S. Gerbrandy, door toedoen van het dispuut N.A.T. van de studentenvereniging S.S.R.U.
Eigenaar NOVEC (destijds: Nozema) gebruikt nog steeds de naam "Lopik" om de toren aan te duiden.
In Lopik staat overigens nog wel een andere zendmast.
Deze zendmast is van de middengolfzender Lopik.
Het bouwwerk bestaat uit een circa 100 meter hoge betonnen toren met daarop een stalen buismast van 259,6 meter.
De buismast wordt door tuidraden gesteund. Bovenop de buismast staat nog een antenne waardoor de totale hoogte van de Gerbrandytoren 366,8 meter is.
De toren is lange tijd het hoogste bouwwerk van Europa geweest.
De totale hoogte was oorspronkelijk 382,5 meter, maar in 1987 werd deze gereduceerd tot 375,7 meter.
De analoge televisiezendantenne met horizontale polarisatie van KPN Broadcast Services op het topje van de zendmast was sinds december 2006 buiten gebruik en is vervangen door een nieuwe antenne voor digitale DVB-T uitzendingen met verticale polarisatie.
Naar aanleiding van het succesvol inkorten van de tv-toren Goes heeft een gespecialiseerd helikopterbedrijf op 2 augustus 2007 met een Super Puma helikopter de oude antennes naar beneden gebracht en de nieuwe geplaatst.
De oude antenne woog ruim 8000 kilo.
Sinds het plaatsen van de nieuwe antenne is de Gerbrandytoren 9 meter korter: 366,8 meter.
Hiermee is de toren nog altijd 43 meter hoger dan de Eiffeltoren.
De toren staat op een fundering van 132 heipalen van 12 meter lengte.
Het betonnen deel van de Gerbrandytoren weegt 8000 ton.
De binnendiameter van de betonnen toren bedraagt 10,3 meter.
De wanddikte van deze betonnen toren is 30 centimeter.
Naast trappen is het betonnen deel van de toren voorzien van een lift, waarmee de top van de betonnen toren is te bereiken.
De stalen buismast heeft een diameter van 2 meter en weegt 235 ton.
De wanddikte van deze stalen mast varieert tussen de 10 en 14 millimeter.
De buismast is voorzien van een (kleine) lift, waarvan het hoogste stoppunt op 335 meter hoogte ligt.
De top van de mast is bereikbaar via een steile trap.
De toren is op 155, 226, 297 en 350 meter hoogte voorzien van tuidraden.
De tuidraden zijn op de grond aan tuiblokken bevestigd.
Deze tuiblokken hebben elk een gewicht van circa 1000 ton en zijn voorzien van een dubbele omheining tegen sabotage.
Onder de toren bevindt zich de Noodstudio Lopik, welke eigendom is van de Rijksvoorlichtingsdienst.
Deze bunker bevat levenssystemen, noodantennes en afweergeschut en wordt heden ten dage nog altijd onderhouden voor het geval rampen of oorlogen de verspreiding van signalen in de weg staan.
De studio kan binnen 24 uur operationeel zijn.
Er is sprake van een ingewikkelde eigendomsconstructie: de betonnen toren is eigendom van Alticom, de metalen (getuide) mast daarop is eigendom van NOVEC terwijl de grond waarop het geheel staat, exclusief de eerste 3 meter direct rond de betonnen toren, van KPN is.
Op 15 juli 2011 was er een kleine brand in de toren.
De brandweer hoefde niet te blussen. Later die dag ontstond er een grotere brand in Zendstation Smilde, waarbij de stalen mast aldaar instortte.
Uit voorzorg werden daarna de zenders in de Gerbrandytoren tijdelijk uitgeschakeld, waardoor de ontvangst van FM-radio en digitale televisie (Digitenne) in grote delen van Nederland wegviel.
De brand in IJsselstein is mogelijk veroorzaakt door kortsluiting als gevolg van water in de antennekabels.
Op 11 april 2012 was de zendmast weer volledig operationeel.
De toren is goed zichtbaar vanaf de A2, de A12 en de A27.
Ook in dorpen en steden rondom IJsselstein is de verlichte mast goed te zien, bij gunstige weersomstandigheden tot op ruim 30 kilometer afstand.
Sinds 1992 worden in de kersttijd extra tuien bevestigd en voorzien van lampen.
De toren is dan de grootste kerstboom ter wereld.
De kerstboom bleef achterwege in 1995 (defect aan tuidraden), 1999 en 2001 (te hoge kosten), 2002 (werkzaamheden aan de toren) en 2006 (probleem met organisatie).
In 2011 bleef de kerstboom in de traditionele vormgeving achterwege wegens herstelwerkzaamheden aan de eerder door brand getroffen antenne-installatie.
Wel is bovenop de toren de "piek" geplaatst (net als in andere jaren in de vorm van een felle witte lamp) en er zijn aan de voeten van de tuidraden zoeklichten geplaatst die naar de top gericht zijn.
Hiermee is getracht toch een soort kerstboom te creëren, maar het effect is minder spectaculair dan voorgaande jaren.
In 2012 was de grootste kerstboom weer zichtbaar; op 7 december werd de grootste kerstboom weer ontstoken.
De revolutionaire Buick Bug racewagen werd gemaakt in drie weken tijd, hij kreeg eerst de volgnaam Model 60.
Deze vooraan gelegen vier-cilinder (2x2) kopklepmotor had een inhoud van 10.192cc. en zorgde voor aandrijving op de achter-as.
Louis Chevrolet en Bob Burman in hun "Buick Bugs"
foto op buickcity.blogspot.be
De "Buick Bug" kreeg een aerodinamysche aluminium body.
De gestroomlijnde body liep ook door over de volle schijven op de wielen die de spaken bedekten.
1910, Buick Racer
foto op buickcity.blogspot.be
Het was de eerste racewagen waar de bestuurder zowel in de breedte als in de lengte centraal gezeten was.
De Mont Pelée is een actieve vulkaan van 1397 meter hoog op het Caraïbische eiland Martinique.
De grote uitbarsting van 8 mei 1902 verwoestte de toenmalige hoofdstad Saint-Pierre volledig; de gehele bevolking van de stad en directe omgeving (30.000 inwoners) kwam op 2 man na om, voornamelijk ten gevolge van gloedwolken.
De laatste uitbarstingen dateren van 1929 en 1932.
Ook toen waren er gloedwolken, maar minder ernstig.
De Kracht van vulkanen
Projects by Students for Students
St. Pierre is de hoofdstad van Martinique, een eiland in de Caribische Zee onder Frans bestuur.
De 30.000 inwoners van dit stadje woonden er al twee eeuwen in de schaduw van "hun" vulkaan.
Ze waren er tot mei 1902 vertrouwd mee, alsof het een vredig slapend draakje in hun achtertuin was.
Deze vulkaan, de Mount Pelée was een stratovulkaan van zo'n 1400 m. hoog gelegen op het noordelijk gedeelte van Martinique.
Niets in de historie van de vulkaan wees erop dat alle 30.000 Pierrotins, zoals de inwoners van St.Pierre genoemd werden, op twee na door een uitbarsting gedood zouden worden.
Zo verwachtte ook niemand dat die onopvallende berg een dramatisch hoogtepunt zou worden in de wetenschap van de vulkanologie.
We kunnen het moment van de alles vernietigende uitbarsting precies vaststellen: het was op de ochtend van 8 mei 1902, om 8 minuten over 8.
De klok van het militair hospitaal van St. Pierre is namelijk op dit tijdstip stil blijven staan.
Helemaal onverwacht kwam de uitbarsting niet, kun je achteraf zeggen.
De vulkaan "waarschuwde" wel degelijk: op 2 april kwam er stoom uit, op 23 april waren er wat lichte aardschokken en viel er een lichte asregen op de stad neer.
Op 25 april spuwde de vulkaan as en gesteente uit.
De autoriteiten sloegen geen acht op deze verschijnselen en waarschuwden de bevolking niet.
Maar gedurende de laatste dagen van april en de eerste van mei bleef de vulkaan doorgaan met het uitstoten van as en steen.
Ook ging het steeds meer naar gas ruiken op het eiland.
Op 7mei werden de bewoners van St.Pierre opgeschrikt door een enorm gerommel.
Vlakbij de top waren twee kraters die een gloed uitspreidden als hoog opgestookte fornuizen en boven de vulkaan hing een grote wolk waar bliksemflitsen uit kwamen.
De volgende dag om 10 voor 8 kwam de eigenlijke uitbarsting.
Twee geweldig grote wolken vulkanisch materiaal werden uitgestoten.
Een wolk steeg meteen de lucht in maar de andere rolde langs de vulkaanhelling richting St.Pierre.
Deze ongelooflijk gloeiende en hete gloedwolk vernielde in enkele ogenblikken de hele stad met alle inwoners op twee na!
Na deze ramp kwam de vulkaan nog een paar keer tot uitbarsting, maar er viel niets meer kapot te maken.
Alles was al vernietigd.
Alfred Lacroix, een vulkanoloog, onderzocht na de ramp een jaar lang de Mount Pelée.
Hij ontdekte en beschreef het tot dan toe onbekend verschijnsel van de nuée ardente, de gloedwolk die St.Pierre verwoest had, die ontstaan was door een zijwaartse uitbarsting van vulkanisch materiaal.
Langzaam aan kwam de Mount Pelée weer tot rust, maar in october 1902 ontdekten geologen dat uit de krater van L'Etang Sec (zo heet een van de twee kraters van de vulkaan) een reusachtige zuil van gestolde lava oprees, omhoog gestuwd door de druk in de vulkaan.
Deze zuil,de toren van de Pelée genoemd, was 100 tot 150 m. breed en vertoonde allerlei kleuren.
Uiteindelijk kwam de lavazuil zo'n 300m. hoog boven de rand van de vulkaan uit.
Hij was echter niet stabiel en in september 1903 stortte hij in.
Bronnen : - Wikipedia CC 3.0
Artikel op library.thinkquest.org / Projects by Students for Students
Sony werd op 7 mei 1946 opgericht door Masaru Ibuka en Akio Morita onder de naam "Tokyo Tsushin Kogyo" (Tokyo Telecommunications Engineering).
In het begin had het bedrijfje slechts twintig werknemers.
Het allereerste product was een rijstkoker.
Toen Tokyo Tsushin Kogyo een Romaanser klinkende naam voor hun bedrijf zocht, om zichzelf beter in de markt te plaatsen, kozen de oprichters voor de naam Sony.
De initialen van de bedrijfsnaam (TTK) werden namelijk al gebruikt door het spoorwegbedrijf Tokyo Kyuko.
De naam Sony was een mix van het Latijnse woord sonus, de oorsprong van geluid, en sonny boy: een in Japan populaire Engelse uitdrukking voor een jong persoon met een vrije en pionierende geest.
Sony was een van de eerste Japanse bedrijven die hun naam in het Latijnse schrift schreven.
Mitsui Banking, de huisbankier van TTK, vond de naamsverandering vreemd.
Als de naam toch veranderd moest worden, moest het Sony Electronic Industries, Sony Teletech of iets dergelijks worden, vond de bank.
Maar Morita en Ibuka hielden voet bij stuk.
Zij meenden dat de bedrijfsnaam niet gebonden moest zijn aan een bepaalde industrie.
Uiteindelijk keurde ook de bank de nieuwe naam goed en Sony Corporation was geboren.
Sony Corporation is een Japans conglomeraat (een groot bedrijf dat uit verschillende divisies bestaat die niet met elkaar in verband staan).
Het wereldwijd aanwezige concern is primair actief als fabrikant van consumentenelektronica en is een grote mediaspeler als globaal mediaconglomeraat.
Hiernaast produceert Sony computerspellen en spelconsoles (Sony Computer Entertainment) en verzorgt het financiële dienstverlening aan Japanse consumenten.
Het hoofdkantoor staat in Tokio, Japan en het concern heeft divisiehoofdkantoren in Berlijn (Europa), New York en Culver City (beide Noord-Amerika).
Van een elektronicabedrijf met twintig werknemers is Sony uitgegroeid tot een wereldwijd vertegenwoordigd concern met meer dan 162.700 werknemers (2012).
Zelf opgericht in 1947, is Sony eigenaar van bedrijven met een langere geschiedenis dan het concern zelf, waaronder het oudste platenlabel ter wereld (Columbia Records, waarvan de geschiedenis teruggaat tot 1888) en Metro-Goldwyn-Mayer (opgericht in 1924).
Sony is de op een na grootste producent van consumentenelektronica ter wereld, achter het eveneens Japanse Matsushita Electric (voornamelijk bekend via de merknaam Panasonic) en vóór het Nederlandse Koninklijke Philips.
De kracht van Sony is het marketen van tamelijk dure, mooi ontworpen, hoog-technologische consumentenelektronica.
In de jaren negentig brak Sony bijvoorbeeld de markt van de spelconsoles open.
Tot dan toe was die verdeeld tussen Sega en Nintendo.
Sony is min of meer verantwoordelijk voor het feit dat Sega geen consoles meer verkoopt.
Sony is ook groot geworden door jarenlang de marktleider te zijn in Japan in veel van de markten binnen de consumentenelektronica.
Door hypes en rages te starten (waaronder met de Walkman), waar Japanners over het algemeen dol op zijn, bereiken zij binnen een bepaalde sector vaak in één klap een groot marktaandeel door de introductie van een nieuw model.
Sony wordt tegenwoordig ook aangeduid als een mediaconglomeraat, dat slaat op het grote aantal film, televisie en muziekbedrijven die het bedrijf bezit.
Hoewel het bedrijf begon als een elektronicafabrikant, is het sinds de jaren 80 zich ook gaan ontwikkelen naast de consumentenelektronica, in het begin voornamelijk door middel van grote overnames, waarbinnen de overnames van CBS Records, Columbia Pictures, Metro-Goldwyn-Mayer, Screen Gems en de MGM Studios (tegenwoordig Sony Pictures Studios) vallen.
Tegenwoordig is Sony door die ontwikkeling richting de media een van de grootste spelers op het gebied van muziek, televisieproductie en film geworden.
Het hoofdkantoor staat in Tokio, Japan en het concern heeft divisiehoofdkantoren in Berlijn (Europa), New York en Culver City (beide Noord-Amerika).
Sony Pictures Entertainment is een van de grootste filmstudio's ter wereld en uitermate dominant op de wereldwijde filmindustrie.
Columbia TriStar Motion Picture Group (Columbia Pictures, TriStar Pictures en Sony Pictures Classics), Metro-Goldwyn-Mayer (MGM), United Artists (door de overname van MGM) en Triumph Films maken onder andere deel uit van de Sony Pictures Entertainment Group.
In 1988 nam Sony Columbia Music/CBS Records over.
Columbia werd omgedoopt in Sony Music Entertainment Group en vormde in 2004 een joint venture met BMG Music van Bertelsmann.
De nieuwe combinatie heet Sony BMG Music Entertainment.
In dit bedrijf bezitten Sony en BMG ieder vijftig procent van de aandelen.
De combinatie Sony BMG, samen met het grootste muziekconcern ter wereld Universal Music Group, beheerst zestig procent van de wereldwijde muziekmarkt, waardoor veel kleinere muzieklabels tegen het samengaan van BMG met Sony Music waren.
Toch keurden zowel de Amerikaanse toezichthouder Securities and Exchange Commission, als de Europese Commissie de fusie goed.
artikel overgenomen zonder nazicht op onjuistheden
Bron : - Wikipedia CC 3.0
De Penny Black is de allereerste postzegel ter wereld, deze werd uitgegeven, te weten op 6 mei 1840 in Groot-Brittannië.
Aanvankelijk werd de postzegel alleen in Londen verspreid en later door heel Groot-Brittannië.
De postzegel draagt de beeltenis van koningin Victoria.
Sir Rowland Hill bedacht het idee om de afzender van poststukken vooraf te laten betalen in plaats van het gebruik om de ontvanger hiervoor verantwoordelijk te houden.
Ook wilde Sir Rowland het systeem van tarieven vereenvoudigen.
Tot de uitgifte van de Penny Black werd het tarief vastgesteld naar aanleiding van de afstand die het poststuk moest overbruggen.
Het idee achter de Penny Black was om één standaardtarief van 1 penny in te voeren voor poststukken tot een bepaald gewicht, de zogenaamde penny postage.
Na ongeveer een jaar werd de Penny Black vervangen door de Penny Red.
Dit werd mede gedaan omdat de rode afstempeling moeilijk te zien was op de zwarte postzegel, terwijl de rode stempelinkt eenvoudig kon worden verwijderd zodat de postzegel opnieuw gebruikt kon worden.
Hoewel de Penny Black de eerste echte postzegel in de wereld was is het geen zeldzaamheid in de filatelie.
artikel overgenomen zonder nazicht op onjuistheden
Bron : - Wikipedia CC 3.0
In 1910 introduceerde Buick zijn Model 19.
Deze Buick Model 19 kreeg een wielbasis van 266,7cm.
Dit model was voorzien van solide assen met half-elliptische bladveren en hydraulische remmen op twee wielen.
De motor was gebasseerd op deze van de Model D uit 1907 met een inhoud van 4.178cc.
Deze vier-cilinder (2x2) kopklepmotor van Walter Marr en Eugene Richard had een vermogen van 29pk en had drie versnellingen.
McLaughlin Buick Model 19 Touring
foto op engineact.com
De Model 19 werd aangeboden in Buick groen en ivoorkleurige wielen en onderwerk.
Het 5-persoons touring model werd verkocht voor 1.400$, in 2009 werd op een veiling een gerestaureerd Model 19 verkocht voor 83.600$.
1910, Buick Model 19 touring
foto : www.hymanltd.com op www.secondchancegarage.com
Met een productie van 4000 Model 19's in 1910 toonde deze zich een populaire wagen.
Zeker als je weet dat van de veel goedkopere Model 10 er slechts 11.000 werden verkocht over een periode van 3 jaar.
1910, Buick Model 19 touring tijdens de veiling van Amelia Island, 2012
verkocht voor 35.750$ kosten inbegrepen
foto www.sportscardigest.com
5-zitter touring
vier-cilinder (2x2)kopklepmotor
inhoud : 4178cc
drie versnellingen, achterwiel aandrijving
vermogen : 29pk
nieuwprijs : 1400$
Bronnen : - Verschillende bronnen op tinternet zo goed als mogelijk geverifieerd
Ik ben niet verantwoordelijk voor mogelijk foute informatie
Chanel No. 5 is een parfum dat in opdracht van de Franse modeontwerpster Gabrielle 'Coco' Chanel gecreëerd werd door parfumeur Ernest Beaux.
Volgens het verhaal zou Gabrielle Chanel op zeker moment hebben besloten dat haar modehuis ook een eigen parfum moest hebben.
Ze had al de nodige naam gemaakt door de verkoop van simpele mantelpakken, soepele jurken en sportkleding.
Het nieuwe parfum moest de vrouw bevrijden van toen heel gewone eenbloemige geuren en daarom vroeg Gabrielle Chanel aan Ernest Beaux een parfum te creëren, dat als een vrouw ruikt.
"Een vrouw moet ruiken als een vrouw en niet als een roos [bloem]," zei ze.
Ernst Beaux ontwikkelde op basis hiervan twee reeksen van parfums de ene was genummerd van 1 tot 5 en de andere van 20 tot 24.
Zonder aarzelen koos Chanel voor het vijfde parfum.
Ze bracht het op de markt in 1921, op de vijfde dag van de vijfde maand, omdat ze in het geluk van het getal 5 geloofde.
En inderdaad was het een groot succes.
Wereldwijd wordt er heden ten dage iedere dertig seconden een fles verkocht.
De wereldwijde verspreiding gebeurde door de industriëlen Pierre en Paul Wertheimer.
Samen richtten ze in 1924 de Société de parfums Chanel op.
Tegenwoordig is dit parfumhuis nog steeds in handen van de familie Wertheimer.
Chanel No. 5 is nog steeds één van de best verkochte parfums ter wereld.
Bekende fans waren en zijn o.a. Andy Warhol, Catherine Deneuve en Marilyn Monroe, die ooit beweerde dat ze in bed niets anders droeg dan Chanel No. 5 en daarmee de verkoopcijfers fors deed stijgen.
In 2003 maakte regisseur Baz Luhrmann een twee minuten durende reclamespot voor het parfum.
De Australische actrice Nicole Kidman werd het gezicht van de glamoureuze revival; Audrey Tautou is tegenwoordig het (nieuwe) gezicht van het parfum.
De reclamespot van Luhrmann met Nicole Kidman werd de duurste ooit gemaakt en was vanaf eind 2004 te zien op televisie en in bioscopen wereldwijd.
Chanel No. 5 is een mijlpaal in de parfumerie.
Hoewel het niet het eerste parfum is waarin aldehyden zijn gebruikt, is het wel het eerste grootschalig verkochte parfum dat grote hoeveelheden aldehyden bevat.
Chanel No. 5 is daarmee het eerste parfum van het type dat later bloemig aldehyde is gaan heten.
Andere voorbeelden hiervan zijn: Arpège (Lanvin, 1927), Madame Rochas (Rochas, 1960), Calandre (Paco Rabanne, 1968), Rive Gauche (YSL, 1970) en White Linnen (Lauder, 1978)
De geur bestaat onder andere uit:
Topnoten: aldehyden, oranjebloesem.
Hartnoten: jasmijn en roos uit Grasse, ylang ylang.
Basisnoten: sandelhout, vetiver, muskus en vanille.
De verpakking is een ware designklassieker geworden en bestaat uit een eenvoudige, vierkante flacon, identiek aan de plattegrond van de Place Vendôme in Parijs.
De sobere verpakking zorgt ervoor dat de aandacht op het parfum gevestigd blijft en wordt gezien, en beschreven, als tijdloos, authentiek, hedendaags en modern tegelijkertijd.
artikel overgenomen zonder nazicht op onjuistheden
Bron : - Wikipedia CC 3.0
Buick stelde de Model 10 voor op de New York Automobile Show in november 1907.
De Buick Model 10 werd slechts 3 jaar geproduceert, vandaag is het één van de meest herinnerde Buicks ooit gemaakt.
Ondanks een financiele paniek eind 1907 verkocht Buick 8.820 auto's in 1908 waarvan zowat de helft Model 10's.
William Durant gebruikte Buick als hoeksteen voor het oprichtten van General Motors op 16 september 1908.
Buick was de nummer twee autoproducent in de VS toen.
1908 Buick Model 10
foto General Motors Archive op history.gmheritagecenter.com
De Model 10 werd aangedreven door een vier-cilinder in lijn kopklepmotor.
Samen met de Model16, Model 17 en de Model D kon de Model 10 bogen op een succesvolle race historie in de periode 1908 - 1910.
Race chauffeurs Bob Burman, Louis , Arthur Chevrolet en Louis Strang wonnen meer dan 500 races tussen begin 1908 en eind 1910.
Drie-zitter Buick Model 10, 1908
foto op kolarscarbarn.com
Er werden 8.100 Model 10's geproduceert in 1909 en 10.998 wagens in 1910.
Dit Model 10 (bijnaam 'The White Flash' te danken aan de kleur 'Buick white') onderging wel enkele wijzigingen, zo werd het chassis verlengd tot 233,7 cm in 1909.
Tegen 1910 was de Model 10 te verkrijgen in 13 verschillende uitvoeringen.
Ondanks dit succes besloot Buick de productie van de Model 10 te staken na 1910 en zich toe te leggen op zwaardere en duurdere modellen.
Dit bleek een foute beslissing want Buick zakte weg naar de vijfde plaats als autoproducent eind 1911.
Bronnen : - Standard Catalog of Buick 1903-2000 - Second edition. Robert C. Ackerson (compiler). Krause Publications, Inc. 1999
- The Buick A Complete History Revised Fifth Edition. Terry B. Dunham and Lawrence R. Gustin with the staff of Automobile Quarterly. 1997
- Seventy Years of Buick. George H. Dammann. Crestline Publishing Company. 1973
Drijfzand is een gel van korrelig materiaal zoals zand of klei en water.
Drijfzand is zowel vloeibaar als een vaste stof.
De viscositeit kan plotseling veranderen onder druk.
Desalniettemin geldt de wet van Archimedes; aangezien de dichtheid van drijfzand groter is dan van het menselijk lichaam, zullen mensen drijven in of op drijfzand.
Wel is het, eenmaal terechtgekomen in drijfzand, erg lastig om er uit te komen.
Zo helpt het niet om te proberen jezelf eruit te trekken door te "stampen" met de voeten.
Dit resulteert enkel in het dieper zakken (tot zover als bepaald door de wet van Archimedes).
Wel is het aan te raden om, indien mogelijk, plat op de rug te gaan liggen zodat de borstkas minder diep ligt, waardoor de druk lager is en ademhalen mogelijk blijft.
Drijfzand is in principe niet gevaarlijk, maar iemand die erin vast komt te zitten wordt kwetsbaar voor andere gevaren, bijvoorbeeld verhongering, overmatige blootstelling aan de zon, onderkoeling of op het strand verdrinking door de opkomende vloed.
Dit drijfvermogen geldt echter niet voor droog drijfzand.
Droog drijfzand is een mengsel van lucht en fijn zand.
Daardoor is de dichtheid te klein om mensen en dieren te kunnen dragen en kan men erin omkomen door verstikking, zoals bij verdrinking.
In de woestijn komt droog drijfzand veel voor.
artikel overgenomen zonder nazicht op onjuistheden
Bron : - Wikipedia CC 3.0