Bermuda is een overzees gebiedsdeel onder soevereiniteit van het Verenigd Koninkrijk in de Atlantische Oceaan, voor de kust van Noord-Amerika. Het is vooral bekend door de Bermudadriehoek.
Bermuda bestaat uit meerdere eilanden, waarvan de grootste: - Bermuda of Main Island - Saint George - Saint David - Somerset
Bermuda heeft een van de hoogste inkomens per persoon ter wereld. In 2008 was dit $91.407 (7/12/2008). Slechts 20% procent van het land is beschikbaar voor landbouw. Op het eiland zijn veel financiële bedrijven gevestigd.
Kaart van Bermuda
Bermuda is onderverdeeld in negen parishes (laagste bestuursniveau in Engeland) en twee gemeenten.
Het vliegveld van Bermuda heet Bermuda International Airport en ligt op Saint Georges Island.
Er zijn geen spoorwegen en snelwegen op Bermuda. Er is één echte hoofdweg in Bermuda, en die loopt over het hele eiland.
Per boot is het mogelijk naar de andere eilanden te varen.
Er is één brug tussen de eilanden: "The Causeway". Deze loopt tussen Bermuda en Saint Georges Island. Dat is vooral handig voor het toerisme, want dan hoeft men na aankomst op het vliegveld niet met de boot naar de hoofdstad Hamilton.
Eén van de roze zandstranden rond Bermuda Bermuda Ministry of Tourism & Transport auteur : JGHowes
Bermuda heeft veel stranden en rond het eiland is veel koraal te vinden. Doordat deze riffen redelijk ondiep liggen, valt hier goed naar te duiken.
Ook zijn er grotten te vinden en zijn er meerdere parken en reservaten op de eilanden.
Verder is Bermuda bekend geworden door de Bermudastormvogel die alleen op Bermuda voorkomt. Deze vogel leek al in 1620 volledig uitgeroeid te zijn, maar werd in 1951 weer gesignaleerd.
Luchtfoto van Bermuda, op de voorgrond St George en St David Bermuda Ministry of Tourism & Transport auteur : JGHowes
Munteenheid : Bermuda-dollar (BMD) Tot 1970 werd het Pond sterling als betaalmiddel gebruikt. De waarde is sinds de invoering aan de Amerikaanse dollar gekoppeld: 1 US-$ is 1 BMD. De Bermuda-dollar wordt niet verhandeld buiten Bermuda. De Amerikaanse dollar wordt algemeen geaccepteerd als betaalmiddel in Bermuda.
Herdenkingen - Gebeurtenissen VANDAAG - 9 juni 2010
Gebeurtenissen VANDAAG 9 juni
68
Overleden : Keizer Nero (30), Romeins keizer.
1756
De vijftien koningen, keizers en regenten van Timor, Roti, Solor en Soemba tekenen een verdrag waardoor het Nederlandse gouvernement de soevereiniteit verkrijgt.
1783
Bob Dylan ontvangt een eredoctoraat in de Muziek aan de Princeton University.
1822
Octrooi wordt toegekend aan Charles Graham voor het kunstgebit.
1870
Overleden : Charles Dickens (58), Brits schrijver.
1934
Donald Duck maakt zijn debuut in de tekenfilm The Wise Little Hen.
1946
Koning Rama VIII van Thailand wordt doodgeschoten gevonden in zijn slaapkamer. Hij wordt opgevolgd door zijn broer Bhumibol als koning Rama IX.
1957
De Broad Peak(8047m) -Faihan Kangri- zoals de berg in het Hunza wordt genoemd, werd voor het eerst beklommen op 9 juni 1957 door de Oostenrijkers Marcus Schmuck, Fritz Wintersteller, Kurt Diemberger en Hermann Buhl.
1976
Overleden : Paul Rodenko (55), Nederlands schrijver en dichter.
Het bermpje (Barbatula barbatula) is een in Europa inheemse bodemvis. Tot recentelijk werd het bermpje bij de familie van de Modderkruipers (Cobitidae) ingedeeld. Sinds enige tijd echter wordt hij ingedeeld in de familie van de Steenkruipers (Balitoridae).
Engels : stone loach Duits : Schmerle of Bartgrundel Frans : loche franche
bermpje
Het bermpje wordt tot 15 cm lang. Hij heeft een onderstandige bek en een zestal tasters bij zijn bek. Het bermpje kan in beken op de zandgrond plaatselijk vrij talrijk voorkomen mits de omstandigheden gunstig zijn. Hij heeft een voorkeur voor relatief ondiep water (10-25cm) dat middelmatig snel stroomt. Hij verbergt zich hier overdag onder en tussen objecten zoals stenen en hout. Hij kan echter ook in de oeverzone van rivieren voorkomen, zij het dan minder talrijk.
Het bermpje wordt 's nachts actief en jaagt dan op kleine waterinsecten en wormen. De soort is niet erg gevoelig voor vervuiling, maar wel voor normalisatie en kanalisatie van beeklopen en (kleine) rivieren.
Herdenkingen - Gebeurtenissen VANDAAG - 8 juni 2010
Gebeurtenissen VANDAAG 8 juni
1042
Eduard de Belijder volgt zijn overleden halfbroer Hardeknoet op als koning van Engeland.
1042
Overleden : Hardeknoet (23/24), Viking koning van Denemarken en Engeland.
1783
De vulkaan Laki, in IJsland, begint een uitbarsting die acht maanden zal duren, en die meer dan negenduizend mensen het leven kost. Ook was dit het begin van een zevenjarige hongersnood.
1809
Overleden : Thomas Paine (72), Engels filosoof en revolutionair.
1874
Overleden : Cochise (?), opperhoofd van de Chiricahua Apaches.
1965
Achttienduizend mensen op de vliegbasis Woensdrecht zien twee leden van het stuntteam 'Whisky Four' dodelijk verongelukken tijdens een vliegshow.
1969
De Nederlandsche Radio Unie en de Nederlandse Televisie Stichting besluiten samen op te gaan in de Nederlandse Omroep Stichting, NOS.
1972
In Vietnam maakt fotograaf Nick Ut de beroemde foto van het meisje Kim Phuc dat na een napalmbombardement gillend wegrent.
2004
Eerste zonnetransit van de planeet Venus sinds 1882, de volgende is op 6 juni 2012.
De bermooievaarsbek (Geranium pyrenaicum) is een vaste plant uit de ooievaarsbekfamilie (Geraniaceae). De plant komt van nature voor in West-Europa en Azië. In Nederland is de plant vrij zeldzaam.
Engels : Mountain cranesbill Duits : Bergstorchschnabel Frans : Géranium des Pyrénées
In België vrij algemeen in het Maasgebied en in de zuidelijke Ardennen. Elders vrij zeldzaam en zeer zeldzaam in de Kempen en de Hoge Ardennen. De bloemen staan met 2 bij elkaar in losse bloeiwijzen. Ze zijn paarsrood, roze of soms wit en 1,4 tot 2 cm groot. De kroonbladen zijn 2-spletig. De kelkbladen zijn 4 tot 5 mm lang en toegespitst.
Geranium pyrenaicum auteur : David Fenwick
De bloeitijd is van mei tot oktober. Ze komen voornamelijk voor op open, min of meer vochtige, voedselrijke grond aan wegbermen en rivier- en spoordijken. De plant wordt 20-60 cm hoog en heeft naar boven toe steeds meer klierharen.
De berkenzwam (Piptoporus betulinus) is een schimmel uit de familie Fomitopsidaceae.
Deze gaatjeszwam is een typische zwakteparasiet gebonden aan één enkele houtsoort namelijk de berk. Wegens haar specialisatie op verzwakte of gekwetste berkenbomen wordt zij in de volksmond ook wel eens berkendoder genoemd.
Berken die in moerassen of op een beschaduwde plaats staan lopen het meeste gevaar om door de schimmel te worden aangestast.
Engels : birch polypore, birch bracket, of razor strop Duits : Birkenporling Frans : Polypore du bouleau
De nog levende zwam heeft een roestbruine kleur, de dode zwam is bedekt met een korzelig, wit vlies.
De buisjes van de zwam staan altijd horizontaal, hoe de tak ook aan de boom zit of op de grond ligt. De sporen kunnen zich hierdoor altijd verspreiden.
Bomen die besmet zijn met de berkenzwam, leggen vroeg of laat het loodje. In berkenbestanden kan deze parasiet grote schade aanrichten. De bomen sterven na infectie versneld af, waarna de zwam als saprofiet met de afbraak in staande of liggende stammen verder gaat. Opvallend is de bestendigheid van berkenschors tegen aantastingen, in vergelijking met het snel verterende hout. De schors bevat betuline die naast zwammen ook dierlijke organismen weerhoudt van vraat.
Gedroogd zijn ze heel lang te bewaren. De droge zwam open snijden lukt nauwelijks. Het verdroogde mycelium is taai. Het vlees wordt verkocht onder de naam polyporus en wordt door entomologen gebruikt om gedroogde insecten op te prikken voor verzamelingen. In de natuur worden de droge zwammen opgevreten door larven van de zwamkever. Alleen het witte vlies is ook voor deze kevers onverteerbaar.
Van de berkenzwam is bekend dat het stoffen bevat voor medicinale toepassingen.
De 5300 jaar oude ijsmummie Ötzi had gedroogde berkenzwam bij zich, vermoedelijk om medicinale redenen. In de meer recente geschiedenis werd de berkenzwam aangewend als vloeikussen en om scheermessen te slijpen.
Herdenkingen - Gebeurtenissen VANDAAG - 6 juni 2010
Gebeurtenissen VANDAAG 6 juni
1683
In Oxford opent het Ashmolean Museum, het eerste universiteitsmuseum ter wereld..
1826
Oprichting van de kristalfabriek van Val-Saint-Lambert.
1831
Overleden : Jeremy Bentham (84), filosoof.
1943
Eerste transport van kinderen vanuit Kamp Vught naar Sobibór, waar zij een dag na aankomst worden vergast. Dit betrof kinderen in de leeftijdcategorie van 0 tot en met 3 jaar, een dag later gevolgd door een groep kinderen van 4 tot 16 jaar. Totaal aantal: ruim 1200 kinderen.
1944
D-Day : de landing in Normandië.
1944
De YMCA wordt opgericht in Londen.
1968
Overleden : Robert F. Kennedy (42), Amerikaans politicus.
De berkenwintervlinder (Operophtera fagata) is een onopvallende kleine spanner. De vlinder lijkt op die van de herfstspanner en de kleine wintervlinder, maar is lichter van kleur en groter dan de kleine wintervlinder.
De vrouwtjes van de berkenwintervlinder hebben gereduceerde vleugels met duidelijke zwarte bandjes.
Engels : Northern Winter Moth Duits : Buchen-Frostspanner Frans : Cheimatobie du Hêtre
berkenwintervlinder mannetje auteur : Konrad Lackerbeck CC 2.5
De spanwijdte van de vleugels van het mannetje is 32 tot 40 millimeter.
Voorvleugellengte: 14-18 mm. Het mannetje heeft een vrij licht gekleurde voorvleugel met een enigszins zijdeachtige glans; de achtervleugel is witachtig. De vleugelstompjes van het vrouwtje reiken tot halverwege het achterlijf.
berkenwintervlinder wijfje foto : Hannes Lemme CC 3.0
Een zeldzame soort die bij ons vooral voorkomt in Overijssel, Gelderland, Noord-Brabant en Limburg.
De habitat is vooral bossen, heiden en struwelen. Waardplanten zijn vooral berk en beuk, maar ook andere loofbomen.
De vliegtijd is van begin oktober-half december in één generatie. Het begin en het eind van de vliegtijd hangen af van de weersomstandigheden.
De berkenwants (Elasmucha grisea) is een insect, een wants uit de familie Acanthosomatidae.
Deze soort lijkt enigszins op de berkenschildwants (Elasmostethus interstinctus), maar is ervan te onderscheiden door de twee rijen zwarte vlekjes aan weerszijden van de rug, die de laatste soort niet heeft. Eigenlijk zijn het zwarte strepen die doorlopen onder de vleugels en slechts voor een deel te zien zijn.
De maximale lengte ligt meestal tussen 6 en 9 millimeter lang en het lichaam is enigszins driehoekig, en heeft zoals de meeste wantsen een duidelijk zichtbaar driehoekig 'schildje' op het midden van de rug, dit wordt ook wel scutellum genoemd. Bij een aantal soorten wantsen waaronder deze soort wijkt de kleur van het scutellum iets af en steekt het iets naar boven en is duidelijk zichtbaar. De kleuren van dit dier zijn soms prachtig rood met groen, maar ook meer bruine tot grijze exemplaren komen voor.
Zoals de naam al doet vermoeden leeft deze wants uitsluitend op berken en zuigt plantensappen op. De wants komt daarom in Nederland overal voor waar berken staan en is zeer algemeen. Ook de jonge dieren (nimfen) leven van plantensappen en lijken vlak na de geboorte nog niet op de ouderdieren omdat ze afwijkende kleuren hebben en nog geen vleugels. Net uit het ei zijn ze nog zwart met een geel lijf, later kleuren ze groen met een gele lijnentekening.
Opmerkelijk is dat de moederwants haar eieren en de pas uitgekomen jongen een tijd bewaakt. Vlak nadat de nimfen een eigen weg gaan zit haar taak erop en sterft ze korte tijd later. Ook zoeken de vrouwtjes elkaar op en bewaken elkaars jongen waardoor grote hoeveelheden nimfen kunnen worden aangetroffen. Het komt wel meer voor dat insecten de eitjes en/of de jongen beschermen, maar dat diverse ouderdieren elkaars jongen bewaken gaat net iets verder. Bij deze soort heeft de aanwezigheid van roofdieren als mieren daar waarschijnlijk mee te maken; zonder bescherming van de moeder worden de nimfen binnen korte tijd allemaal opgegeten.
De berkentandvlinder (Odontosia carmelita) is een nachtvlinder uit de familie van de tandvlinders (Notodontidae).
De grondkleur varieert van licht- tot donkergrijs.
De berkentandvlinder gebruikt berk en els als waardplanten.
Engels : Scarce Prominent Duits : Mönch-Zahnspinner ook Karmeliterin Frans : bombyx carmélite
berkentandvlinder auteur : Stanislav Krejcík CC 3.0
De berkentandvlinder heeft een voorvleugellengte van 18 tot 21 millimeter. De vleugels zijn blauwgrijgrijs overlopend naar roodbruin aan de voorrand. Over de vleugel lopen twee dwarslijnen. Aan de voorrand van de vleugel ligt bij de buitenste dwarslijn een duidelijke kommavormige cremekleurige vlek, bij de binnenste dwarslijn een onduidelijk vlekje.
Een niet zo gewone soort die vooral wordt waargenomen op de zandgronden en in de duinen, op plaatsen waar voldoende berken groeien.
In Nederland is de berkenspikkelspanner niet zo gewoon en in België vrij gewoon. De vliegtijd is van eind maart tot en met juni in één jaarlijkse generatie.
De rups is te vinden van mei tot juli. De soort overwintert als pop
De berkenspikkelspanner (Aethalura punctulata) is een nachtvlinder uit de familie van de spanners, de Geometridae. De voorvleugellengte van de vlinder bedraagt tussen de 13 en 16 millimeter.
De grondkleur varieert van licht- tot donkergrijs.
Een niet zo gewone soort die vooral wordt waargenomen op de zandgronden en in de duinen, op plaatsen waar voldoende berken groeien.
In Nederland is de berkenspikkelspanner niet zo gewoon en in België vrij gewoon. De vliegtijd is van eind maart tot en met juni in één jaarlijkse generatie.
Bron : Wikipedia CC 3.0 De Vlinderstichting/Werkgroep Vlinderfaunistiek, 2008. Vlindernet, versie 2 (2/6/2010) Vlindernet
Herdenkingen - Gebeurtenissen VANDAAG - 3 juni 2010
Gebeurtenissen VANDAAG 3 juni
1621
De West-Indische Compagnie (WIC) wordt opgericht door de Staten-Generaal.
1875
Overleden : Georges Bizet (36), Frans componist.
1880
Alexander Graham Bell gebruikt zijn fotofoon voor de eerste keer om een draadloos telefoongesprek te verzenden.
1899
Overleden : Johann Strauss jr. (73), Oostenrijks componist.
1920
Als uitvloeisel van het Verdrag van Versailles wordt in Duitsland de dienstplicht afgeschaft.
1924
Overleden : Franz Kafka (40), Joods-Tsjechisch schrijver.
1963
Overleden : Paus Johannes XXIII (81), geboren als Angelo Giuseppe Roncalli.
1965
Lancering van de Gemini 4, piloot Edward White voert als eerste Amerikaan een ruimtewandeling uit.
1966
De astronauten Stafford en Cernan bevinden zich aan boord van de Gemini 9A die ruim 72 uur in de ruimte verblijft.
1973
Tijdens een luchtvaartshow bij Parijs stort een Russische Toepolev Tu-144 neer. Er vallen vijftien doden, onder wie zes bemanningsleden.
1984
Een Brits vliegtuig stort neer tijdens een luchtvaartshow bij Aschaffenburg in Beieren. De schietstoel, waarmee de piloot zich redt, slaat neer in het publiek en doodt een 40-jarige man.
De berkenschildwants (Elasmostethus interstinctus) is een wants uit de insecten-familie Acanthosomatidae, ook wel schildwantsen genoemd. Er zijn echter nog meer families met deze Nederlandse naam.
Deze wants leeft zoals de naam al aangeeft alleen op de berk, die ook als voedselplant gebruikt wordt want er worden plantensappen opgezogen. Ook de eitjes worden onder de bladeren of op de bloemen gelegd. De strenge winters worden overleefd doordat de wants tussen de bladeren onder de sneeuw een winterslaap houdt.
Opmerkelijk is dat de lichaamssappen een soort 'antivries' bevatten waardoor de wantsen pas bevriezen bij veel lagere temperaturen dan normaal, hierdoor kunnen ze in veel koudere gebieden leven. Het verspreidingsgebied ligt dan ook noordelijker dan dat van veel andere wantsen, zo komen ze voor in noordelijk Azië en noordelijk Europa tot de poolgrens in Scandinavië en ook in het noorden van Noord-Amerika in Alaska. Ook in Nederland, België en Groot-Brittannië is deze soort vrij algemeen.
Van de eveneens inheemse soort Acanthosoma haemorrhoidale (geen Nederlandse naam) is de berkenschildwants te onderscheiden doordat eerstgenoemde een geelgroene, stekelachtige punt op de buikzijde heeft en gemiddeld iets groter wordt. De eitjes worden rond mei gelegd en komen rond augustus uit. De nimfen blijven enige tijd bij elkaar en zijn in het begin nog rond en vleugelloos. De kleur is groen, maar de voorzijde is zwart en op de rug zitten kleine zwarte, witomrande vlekjes in een brede rode lengtestreep.
Het lichaam is ongeveer 10 millimeter lang en enigszins schild-vormig en groen aan de bovenzijde, de buikzijde is geel. De zes pootjes zijn duidelijk zichtbaar en iets korter dan de twee gelede antennes die een donker uiteinde hebben. Op de rug zitten vaak twee bruine tot rode schuine strepen die elkaar aan de onderzijde van de rug kruisen, aan weerszijden zitten twee roodbruine vlekjes. Bij sommige exemplaren is echter een afwijkende lijnen- of landkaarttekening te zien. Deze soort lijkt sterk op de berkenwants (Elasmucha grisea ) maar er zijn enkele verschillen;
- de berkenschildwants heeft geen rijen zwarte vlekjes aan weerszijden van de rug; - de weerszijden van de voorkant van het lichaam zijn gepunt en iets donkerder van kleur, bij de berkenwants zijn deze niet gepunt.
De berkenmuis (Sicista betulina) is een huppelmuis die voorkomt in de bossen van Oost-Europa tot Centraal-Azië. Het is een van de kleinere Europese knaagdieren.
De berkenmuis komt voor van Zuid-Finland en de Baltische staten oostwaarts tot ver voorbij het Baikalmeer. Geïsoleerde populaties leven ook in Sleeswijk-Holstein in Duitsland, Denemarken, Zuidwest-Tsjechië & Oost-Oostenrijk, de Karpaten en in West-Scandinavië. De verwante driekleurige muis leeft meer ten zuiden van zijn verspreidingsgebied.
Engels : Northern Birch Mouse Duits : Waldbirkenmaus of Streifenhüpfmaus Frans : siciste de bouleau
Hij is te herkennen aan een zwarte streep van circa 3 mm breed, die over zijn rug loopt van de kop tot de staart. Van andere muizen met een rugstreep die in dezelfde regio voorkomen, de driekleurige muis (Sicista subtilis) en de brandmuis (Apodemus agrarius), is hij te onderscheiden door de veel langere staart, die over het algemeen anderhalf keer zo lang is als de rest van zijn lichaam. Tijdens het rennen krult hij vaak zijn staart omhoog. De brandmuis wordt veel groter dan de berkenmuis, de driekleurige muis is ongeveer even groot. De bovenlip van de berkenmuis is niet gespleten, zoals bij andere muizen. De berkenmuis kan de buitenste tenen van de voor- en achterpoten onafhankelijk bewegen, als een duim, wat het dier ondersteuning geeft bij het klimmen.
De berkenmuis wordt tussen de 50 en 70 millimeter lang, en hij heeft een staart die 76 tot 110 millimeter kan bereiken. Hij weegt tussen de 5 en 13 gram. De berkenmuis is het zwaarst in de aanloop naar de winterslaap.
De berkenmuis heeft een voorkeur voor loofbossen en gemengde bossen met een dichte ondergroei, waar hij voornamelijk leeft in de dichtbegroeide, vochtige tot drassige en koele plekken van het bos. In het noorden van zijn verspreidingsgebied leeft hij vooral in berkenbossen, in het zuiden leeft hij voornamelijk in bergwouden. Zo leeft hij in de Karpaten voornamelijk in sparrenbos. De berkenmuis is een goede klimmer en klimt regelmatig in bomen, alhoewel hij ook vaak op de grond te vinden is.
De berkenmuis is een nachtdier. Hij eet voornamelijk insecten en larven, aangevuld met granen, vethoudende zaden en bessen. Hoewel hij goed kan klimmen maakt hij zijn nest onder de grond in een zelfgegraven hol of op de grond in een omgevallen boom. Het nest is een ronde bal, gemaakt van gras en mos. In oktober kruipt hij in een klein holletje in de grond voor een winterslaap van minstens zeven maanden. In april of mei ontwaakt hij pas weer. Voor de winterslaap bouwt een vetreserve op waardoor hij ruim 12 gram kan gaan wegen. Tijdens de winterslaap kan zijn lichaamsgewicht met wel 50% zakken.
De berkenhermelijnvlinder (Furcula bicuspis) is een nachtvlinder uit de familie van de tandvlinders (Notodontidae). De berkenhermelijnvlinder heeft een voorvleugellengte van 16 tot 19 millimeter. Over de witte voorvleugels loopt een zwartgrijze band die vlak bij de buitenrand is toegeknepen, verder is er wat zwarte tekening en een rij punten langs de buitenste vleugelrand. De achtervleugels zijn ook wit, met punten langs de buitenste vleugelrand.
Engels : Large Red-belted Clearwing Duits : Kleine Birken-Glasflügler Frans : Harpye bicuspide of Queue fourchue de l'aulne
De berkenhermelijnvlinder komt verspreid over een groot deel van het Palearctisch gebied voor. De habitat is (productie)bos.
De berkenhermelijnvlinder is in Nederland en België een niet zo gewone soort die verspreid over het hele gebied voorkomt. Hij vliegt van eind april tot halverwege augustus in één of (waarschijnlijk) twee jaarlijkse generaties.
De waardplanten van de berkenhermelijnvlinder zijn de berk, en soms ook de els. De rups is te vinden van juni tot augustus. De rups wordt 33 tot 37 millimeter lang. De grondkleur is groen. Op de rug heeft hij een witgerand bruin ruitvormig "zadel" dat uitloopt in de gevorkte "staart". Ook bij de kop zit een witgerande bruine vlek. De pop overwintert in een stevige cocon tegen de bast.
De berkenglasvlinder (Synanthedon culiciformis) is een nachtvlinder uit de familie sesiidae, de wespvlinders. De voorvleugellengte bedraagt tussen de 12 en 14 millimeter. De soort lijkt veel op de appelglasvlinder, maar is groter, heeft wat rood aan de basis de voorvleugel en heeft rode palpen. De soort komt voor in het Palearctisch en het Nearctisch gebied.
Engels : Large Red-belted Clearwing Duits : Kleine Birken-Glasflügler
Berkenglasvlinder auteur : Edward H. Holsten, USDA Forest Service, Bugwood.org CC 3.0
De berkenglasvlinder is in Nederland en België een zeldzame soort. De vlinder kent één generatie die vliegt van eind april tot in augustus.
Rups: juli-mei. De rups maakt gangen onder de bast, verpopt zich daar en overwintert in een cocon die gemaakt is van houtspaanders. Let op kleine gaatjes en houtpoeder op de randen van boomstronken, tussen de bast en het houtgedeelte.
Waardplanten : Vooral berk ; soms els of andere loofbomen.