De berkenspikkelspanner (Aethalura punctulata) is een nachtvlinder uit de familie van de spanners, de Geometridae. De voorvleugellengte van de vlinder bedraagt tussen de 13 en 16 millimeter.
De grondkleur varieert van licht- tot donkergrijs.
Een niet zo gewone soort die vooral wordt waargenomen op de zandgronden en in de duinen, op plaatsen waar voldoende berken groeien.
In Nederland is de berkenspikkelspanner niet zo gewoon en in België vrij gewoon. De vliegtijd is van eind maart tot en met juni in één jaarlijkse generatie.
Bron : Wikipedia CC 3.0 De Vlinderstichting/Werkgroep Vlinderfaunistiek, 2008. Vlindernet, versie 2 (2/6/2010) Vlindernet
Herdenkingen - Gebeurtenissen VANDAAG - 3 juni 2010
Gebeurtenissen VANDAAG 3 juni
1621
De West-Indische Compagnie (WIC) wordt opgericht door de Staten-Generaal.
1875
Overleden : Georges Bizet (36), Frans componist.
1880
Alexander Graham Bell gebruikt zijn fotofoon voor de eerste keer om een draadloos telefoongesprek te verzenden.
1899
Overleden : Johann Strauss jr. (73), Oostenrijks componist.
1920
Als uitvloeisel van het Verdrag van Versailles wordt in Duitsland de dienstplicht afgeschaft.
1924
Overleden : Franz Kafka (40), Joods-Tsjechisch schrijver.
1963
Overleden : Paus Johannes XXIII (81), geboren als Angelo Giuseppe Roncalli.
1965
Lancering van de Gemini 4, piloot Edward White voert als eerste Amerikaan een ruimtewandeling uit.
1966
De astronauten Stafford en Cernan bevinden zich aan boord van de Gemini 9A die ruim 72 uur in de ruimte verblijft.
1973
Tijdens een luchtvaartshow bij Parijs stort een Russische Toepolev Tu-144 neer. Er vallen vijftien doden, onder wie zes bemanningsleden.
1984
Een Brits vliegtuig stort neer tijdens een luchtvaartshow bij Aschaffenburg in Beieren. De schietstoel, waarmee de piloot zich redt, slaat neer in het publiek en doodt een 40-jarige man.
De berkenschildwants (Elasmostethus interstinctus) is een wants uit de insecten-familie Acanthosomatidae, ook wel schildwantsen genoemd. Er zijn echter nog meer families met deze Nederlandse naam.
Deze wants leeft zoals de naam al aangeeft alleen op de berk, die ook als voedselplant gebruikt wordt want er worden plantensappen opgezogen. Ook de eitjes worden onder de bladeren of op de bloemen gelegd. De strenge winters worden overleefd doordat de wants tussen de bladeren onder de sneeuw een winterslaap houdt.
Opmerkelijk is dat de lichaamssappen een soort 'antivries' bevatten waardoor de wantsen pas bevriezen bij veel lagere temperaturen dan normaal, hierdoor kunnen ze in veel koudere gebieden leven. Het verspreidingsgebied ligt dan ook noordelijker dan dat van veel andere wantsen, zo komen ze voor in noordelijk Azië en noordelijk Europa tot de poolgrens in Scandinavië en ook in het noorden van Noord-Amerika in Alaska. Ook in Nederland, België en Groot-Brittannië is deze soort vrij algemeen.
Van de eveneens inheemse soort Acanthosoma haemorrhoidale (geen Nederlandse naam) is de berkenschildwants te onderscheiden doordat eerstgenoemde een geelgroene, stekelachtige punt op de buikzijde heeft en gemiddeld iets groter wordt. De eitjes worden rond mei gelegd en komen rond augustus uit. De nimfen blijven enige tijd bij elkaar en zijn in het begin nog rond en vleugelloos. De kleur is groen, maar de voorzijde is zwart en op de rug zitten kleine zwarte, witomrande vlekjes in een brede rode lengtestreep.
Het lichaam is ongeveer 10 millimeter lang en enigszins schild-vormig en groen aan de bovenzijde, de buikzijde is geel. De zes pootjes zijn duidelijk zichtbaar en iets korter dan de twee gelede antennes die een donker uiteinde hebben. Op de rug zitten vaak twee bruine tot rode schuine strepen die elkaar aan de onderzijde van de rug kruisen, aan weerszijden zitten twee roodbruine vlekjes. Bij sommige exemplaren is echter een afwijkende lijnen- of landkaarttekening te zien. Deze soort lijkt sterk op de berkenwants (Elasmucha grisea ) maar er zijn enkele verschillen;
- de berkenschildwants heeft geen rijen zwarte vlekjes aan weerszijden van de rug; - de weerszijden van de voorkant van het lichaam zijn gepunt en iets donkerder van kleur, bij de berkenwants zijn deze niet gepunt.
De berkenmuis (Sicista betulina) is een huppelmuis die voorkomt in de bossen van Oost-Europa tot Centraal-Azië. Het is een van de kleinere Europese knaagdieren.
De berkenmuis komt voor van Zuid-Finland en de Baltische staten oostwaarts tot ver voorbij het Baikalmeer. Geïsoleerde populaties leven ook in Sleeswijk-Holstein in Duitsland, Denemarken, Zuidwest-Tsjechië & Oost-Oostenrijk, de Karpaten en in West-Scandinavië. De verwante driekleurige muis leeft meer ten zuiden van zijn verspreidingsgebied.
Engels : Northern Birch Mouse Duits : Waldbirkenmaus of Streifenhüpfmaus Frans : siciste de bouleau
Hij is te herkennen aan een zwarte streep van circa 3 mm breed, die over zijn rug loopt van de kop tot de staart. Van andere muizen met een rugstreep die in dezelfde regio voorkomen, de driekleurige muis (Sicista subtilis) en de brandmuis (Apodemus agrarius), is hij te onderscheiden door de veel langere staart, die over het algemeen anderhalf keer zo lang is als de rest van zijn lichaam. Tijdens het rennen krult hij vaak zijn staart omhoog. De brandmuis wordt veel groter dan de berkenmuis, de driekleurige muis is ongeveer even groot. De bovenlip van de berkenmuis is niet gespleten, zoals bij andere muizen. De berkenmuis kan de buitenste tenen van de voor- en achterpoten onafhankelijk bewegen, als een duim, wat het dier ondersteuning geeft bij het klimmen.
De berkenmuis wordt tussen de 50 en 70 millimeter lang, en hij heeft een staart die 76 tot 110 millimeter kan bereiken. Hij weegt tussen de 5 en 13 gram. De berkenmuis is het zwaarst in de aanloop naar de winterslaap.
De berkenmuis heeft een voorkeur voor loofbossen en gemengde bossen met een dichte ondergroei, waar hij voornamelijk leeft in de dichtbegroeide, vochtige tot drassige en koele plekken van het bos. In het noorden van zijn verspreidingsgebied leeft hij vooral in berkenbossen, in het zuiden leeft hij voornamelijk in bergwouden. Zo leeft hij in de Karpaten voornamelijk in sparrenbos. De berkenmuis is een goede klimmer en klimt regelmatig in bomen, alhoewel hij ook vaak op de grond te vinden is.
De berkenmuis is een nachtdier. Hij eet voornamelijk insecten en larven, aangevuld met granen, vethoudende zaden en bessen. Hoewel hij goed kan klimmen maakt hij zijn nest onder de grond in een zelfgegraven hol of op de grond in een omgevallen boom. Het nest is een ronde bal, gemaakt van gras en mos. In oktober kruipt hij in een klein holletje in de grond voor een winterslaap van minstens zeven maanden. In april of mei ontwaakt hij pas weer. Voor de winterslaap bouwt een vetreserve op waardoor hij ruim 12 gram kan gaan wegen. Tijdens de winterslaap kan zijn lichaamsgewicht met wel 50% zakken.
De berkenhermelijnvlinder (Furcula bicuspis) is een nachtvlinder uit de familie van de tandvlinders (Notodontidae). De berkenhermelijnvlinder heeft een voorvleugellengte van 16 tot 19 millimeter. Over de witte voorvleugels loopt een zwartgrijze band die vlak bij de buitenrand is toegeknepen, verder is er wat zwarte tekening en een rij punten langs de buitenste vleugelrand. De achtervleugels zijn ook wit, met punten langs de buitenste vleugelrand.
Engels : Large Red-belted Clearwing Duits : Kleine Birken-Glasflügler Frans : Harpye bicuspide of Queue fourchue de l'aulne
De berkenhermelijnvlinder komt verspreid over een groot deel van het Palearctisch gebied voor. De habitat is (productie)bos.
De berkenhermelijnvlinder is in Nederland en België een niet zo gewone soort die verspreid over het hele gebied voorkomt. Hij vliegt van eind april tot halverwege augustus in één of (waarschijnlijk) twee jaarlijkse generaties.
De waardplanten van de berkenhermelijnvlinder zijn de berk, en soms ook de els. De rups is te vinden van juni tot augustus. De rups wordt 33 tot 37 millimeter lang. De grondkleur is groen. Op de rug heeft hij een witgerand bruin ruitvormig "zadel" dat uitloopt in de gevorkte "staart". Ook bij de kop zit een witgerande bruine vlek. De pop overwintert in een stevige cocon tegen de bast.
De berkenglasvlinder (Synanthedon culiciformis) is een nachtvlinder uit de familie sesiidae, de wespvlinders. De voorvleugellengte bedraagt tussen de 12 en 14 millimeter. De soort lijkt veel op de appelglasvlinder, maar is groter, heeft wat rood aan de basis de voorvleugel en heeft rode palpen. De soort komt voor in het Palearctisch en het Nearctisch gebied.
Engels : Large Red-belted Clearwing Duits : Kleine Birken-Glasflügler
Berkenglasvlinder auteur : Edward H. Holsten, USDA Forest Service, Bugwood.org CC 3.0
De berkenglasvlinder is in Nederland en België een zeldzame soort. De vlinder kent één generatie die vliegt van eind april tot in augustus.
Rups: juli-mei. De rups maakt gangen onder de bast, verpopt zich daar en overwintert in een cocon die gemaakt is van houtspaanders. Let op kleine gaatjes en houtpoeder op de randen van boomstronken, tussen de bast en het houtgedeelte.
Waardplanten : Vooral berk ; soms els of andere loofbomen.
Herdenkingen - Gebeurtenissen VANDAAG - 1 juni 2010
Gebeurtenissen VANDAAG 1 juni
1494
"John Cor" is de naam van de frater die de eerste schriftelijke referentie vastlegde met betrekking tot de productie van Schotse Whisky op 1 juni 1494.
1533
Anne Boleyn wordt gekroond tot koningin van Engeland.
1568
Achttien edelen worden in Brussel onthoofd in opdracht van Alva.
1788
Kapitein William Bligh licht het anker in de Valsbaai en zet koers naar de Oost met zijn schip de HMAV Bounty.
1796
Op 1 juni 1796 werd Tennessee formeel, als 16de, een staat van de Verenigde Staten.
1836
Charles Darwin komt aan in Kaapstad.
1846
Overleden : Paus Gregorius XVI (80), geboren als Bartolommeo Alberto Cappellari.
1881
Eerste Nederlandse openbare telefoonnetwerk wordt in gebruik genomen.
1901
De Ongevallenwet treedt in werking. De wet is de eerste markering van de verzorgingsstaat die in Nederland gestalte gaat krijgen.
1925
Overleden : Jef Cassiers (57), Vlaams acteur.
1951
De eerste cartoon van WiBo verschijnt op de voorpagina van de Volkskrant.
1951
In Nederland worden veiligheidsgordels verplicht.
1956
De NV Alabastine Holland wordt opgericht en in Ammerzoden wordt gestart met tweedehandse Britse machines voor de productie van het vulmiddel.
1962
Overleden : Adolf Eichmann (56), Duits nazi-functionaris in het Derde Rijk en oorlogsmisdadiger.
1962
In Kerkrade wordt profvoetbalclub Roda JC opgericht na een fusie tussen Roda Sport en Rapid JC.
1965
Overleden : Richard Minne (73), Vlaams dichter en schrijver.
1965
Ontdekking van de kosmische achtergrondstraling door Arno Allan Penzias en Robert Wilson; deze ontdekking bevestigt de theorie van de oerknal.
1967
Het Beatles-album Sgt. Pepper's Lonely Hearts Club Band komt uit in het Verenigd Koninkrijk.
1977
Oprichting van profvoetbalclub sc Heerenveen als afsplitsing van Heerenveen.
1980
Eerste uitzending van de Amerikaanse nieuwszender CNN van Ted Turner.
1990
Nabij Tbilisi (Georgië) vallen twee cabines van een kabelbaan naar beneden nadat een kabel is gebroken: vijftien doden.
1998
De Europese Centrale Bank wordt opgericht met Frankfurt als vestigingsplaats.
2001
In de Nepalese hoofdstad Kathmandu vindt een bloedig drama plaats waarbij onder andere koning Birendra de dood vindt in zijn paleis. De kroonprins Dipendra raakt in coma en sterft twee dagen later.
2003
Overleden : Joe Harris (59), Vlaams zanger.
2004
Treinkaartjes die aan het loket worden gekocht, worden 50 eurocent duurder. De heffing is bedoeld om het gebruik van kaartautomaten te bevorderen.
2007
RTL zendt sinds vandaag officieel alle programma's uit in breedbeeld.
2008
Overleden : Yves Saint Laurent (71), Frans modeontwerper.
2009
Een Airbus A330-200 van Air France verdwijnt boven de Atlantische Oceaan plots van de radar. Bij de vliegtuigramp met vlucht F447 komen 228 mensen om, waaronder twee Nederlanders. Het is de grootste vliegtuigramp met een burgervliegtuig sinds 2001.
De Berkenbrandvlerkvlinder (Pheosia gnoma) is een vlinder uit de familie van de tandvlinders (Notodontidae), die verspreid over Eurazië voorkomt. Hij heeft een voorvleugellengte van 20 tot 26 mm. De vlinder overwintert als pop onder de grond.
Engels : Lesser Swallow Prominent Duits : Birken-Zahnspinner of de Birken-Porzellanspinner
De brandvlerkvlinder is in Nederland en België een vrij gewone soort die verspreid over het hele gebied voorkomt. Hij vliegt van half april tot eind september.
Het imago kan vrij gemakkelijk verward worden met de brandvlerkvlinder. Deze laatste is echter groter, en de witte wigvormige figuur aan de achterrand aan de binnenkant van de voorvleugel is bij de brandvlerkvlinder langer en smaller.
De berkemeyer is een type drinkglas dat bestaat uit een brede, cilindervormige holle stam en een trechtervormige kelk.
De berkemeyer is verwant aan de roemer, maar de laatste heeft een bolle kelk.
Berkemeyer (1646) Anna Visscher
De vorm is afgeleid van een houten drinkbeker, die gemaakt werd van een dikke berkentak of berkemei, en ook de noppen op de stam van het glas verwijzen naar de knoestige zijtakken. Anderen menen dat de noppen een middel zijn om de grip op het glas te verstevigen, dit was van belang omdat toentertijd vorken nog geen gemeen goed waren, en de handen van de eter zodoende vaak vet en gliberig waren.
berkemeyer eerste helft 16e eeuw
Berkemeyerglazen werden oorspronkelijk in Duitsland vervaardigd, en wel sedert de 15e eeuw. Ook tegenwoordig worden ze nog gefabriceerd. Het oorspronkelijke materiaal noemde men bosglas, daar de glasovens in bosrijke gebieden lagen waar voldoende houtskool voorhanden was. Dit glas was groenig van kleur door verontreinigingen met ijzerverbindingen.
De vlinder heeft een voorvleugellengte van 17 tot 21 millimeter. De voorvleugel is zilvergrijs met een anthracietgrijze middenband. In deze middenband bevindt zich een kenmerkend maanvormig zwart vlekje. De achtervleugel is vuilwit met een helderder witte band.
De berken-orvlinder is in Nederland een vrij gewone maar lokale soort, voornamelijk te vinden op de zandgronden van het binnenland. in België is de soort niet zo gewoon. De vliegtijd is van halverwege mei tot halverwege augustus in één jaarlijkse generatie. Bij gunstige jaren is er een partiële tweede generatie te zien.
Berkelium is een scheikundig element met symbool Bk en atoomnummer 97. Het radioactieve berkelium wordt slechts in zeer kleine hoeveelheden geproduceerd voor wetenschappelijk onderzoek. Industriële toepassingen komen niet voor.
In de natuur komt berkelium op aarde niet voor. Het wordt op kunstmatige wijze geproduceerd.
Berkelium is voor het eerst gesynthetiseerd in 1949 door Glenn Seaborg, Albert Ghiorso, Stanley G. Thompson en Kenneth Street aan de Universiteit van Californië - Berkeley. Hierbij maakten zij gebruik van een cyclotron om americium-241 te bombarderen met neutronen.
De naam berkelium is afgeleid van de naam van de universiteit waar het element voor het eerst is gesynthetiseerd.
Hoewel berkelium tot op heden (2004) nooit is geïsoleerd, is er al voldoende materiaal geproduceerd om onderzoek te kunnen doen naar enkele eigenschappen. Met redelijke zekerheid is aan te nemen dat het een metaal is dat vrij eenvoudig oxideert aan de lucht en oplost in verdunde minerale zuren. Röntgendiffractietechnieken hebben bijgedragen aan de identificatie van enkele berkeliumverbindingen zoals oxiden, fluoride en oxychloride. In de biologie speelt berkelium geen rol.
Berken zijn bomen die tot het geslacht Betula horen. De bomen van dit geslacht komen verspreid voor over het noordelijk halfrond: ze zijn uiterst winterhard. Ze zijn de enige boomsoorten die van nature voorkomen op Groenland en IJsland. Berken zijn pioniersplanten.
Kenmerkend voor berken is het in horizontale banden afbladderen van de bast op de stam. De nieuwe bast is soms wit, maar kan afhankelijk van de soort ook rood of zoals bij de meeste soorten bruin zijn.
Engels : Birch Duits : Birken Frans : bouleaux
ruwe berk - Betula pendula
De mannelijke bloeiwijze van berken heeft gele, hangende rupsvormige katjes, die reeds voor de winter aanwezig zijn. De staande vrouwelijke bloeiwijzen onder aan de mannelijke bloeiwijzen zijn met knopschubben omgeven. De vrucht is een klein dubbelgevleugeld nootje.
Berken hebben voor en bij het uitkomen van het blad een zeer sterke sapstroming en kunnen daarom alleen in de herfst en winter gesnoeid worden.
Berken leven in symbiose met bodemschimmels en moeten daarom met een grote kluit verplant worden. Alleen tot drie jaar oude bomen kunnen nog zonder kluit verplant worden. Één van deze schimmels is de vliegenzwam.
berk met kanker gebruiker : MarkusHagenlocher CC 3.0
Bij voorkeur groeit de berk in moerassige streken, maar hij stelt weinig eisen aan zijn omgeving en komt dus in alle milieus en grondsoorten voor. In het hoge noorden of tegen de boomgrens kan de berk zich niet meer overeind houden en kruipt dan als een struik over de grond. Daar is de dwergberk (Betula nana) één van de laatste bomen die nog opgewassen is tegen de barre omstandigheden. Ook in de toendra krimpt ze tot het formaat van een kleine struik.
Berk is afgeleid van het Oudindische woord bharg wat glanzend betekent en waarschijnlijk betrekking heeft op de witte schors. Betula heeft te maken met het Keltische woord betu wat slaan betekent en betrekking heeft op het slaan met berketakken op het lichaam na een sauna om de bloedsomloop te stimuleren.
doorsnee door stam, met vals kernhout (aantasting)
De buitenste laag van de schors van een berk is voortdurend bezig zich te vernieuwen en valt soms in dunne repen naar beneden. Deze repen hebben een groot weerstandsvermogen tegen bederf omdat de schors betuline bevat. Deze eigenschap maakt het mogelijk om van de schors kano's, schoenen en dakspanen te maken. Ook zijn deze repen dunne schors buitengewoon geschikt om, ook als het nat is, als vuurstarter te gebruiken. In Amerika en de Scandinavische landen werd de schors als dakbedekking gebruikt omdat deze licht, waterafstotend en zeer duurzaam is. De Saami gebruikten traditioneel de schors voor jassen en beenbekleding en de Zweden maken tasjes en mandjes van gevlochten repen berkenschors. Het sap wordt ook wel toegepast in berkenwater. Dit kan volgens sommigen gebruikt worden als algemeen versterkingsmiddel en als middel ter bevordering van de haargroei, maar de werking is nooit wetenschappelijk bewezen. Daarnaast worden ook de knoppen en bladeren gebruikt om er werkzame stoffen aan te ontlenen, zoals: saponinen (zeepstoffen), looistof, hars, vluchtige olie en glycosiden (suikerachtige stoffen).
berkenblad - Betula pendula
Volksgebruiken
In Noorwegen, Zweden en Schotland worden op de midzomeravond van 23 juni de huizen versierd met berkentakken.
Op sommige plaatsen in Engeland worden op de eerste pinksterdag de huizen en kerken versierd met berkentakken.
De meiboom was oorspronkelijk een berk. In Noord-Duitsland kent men het zgn. "Maibaumpflanzen", waarbij in de tuin van mensen die in ondertrouw zijn, op het punt staan communie te doen, vrijgezellen en bij zelfstandigen 's nachts een berkentak in de tuin wordt gezet. De dag erop gaat men alle huizen weer langs om de "boom" te begieten. Er wordt aan de deur een lied gezongen en als beloning krijgt men een drankje aangeboden.
berkenkatjes - Betula pendula
Sagen & Mythen
De berk was een mysterieuze en een heilige boom van de Noorse volkeren. De geest van de berk was een rijpe vrouw die af en toe vanuit de wortels verscheen. Als een mens van haar melk dronk vertienvoudigde zijn/haar kracht. Bij de Finnen zat de wereldgeest als adelaar op de berk. Voor de Germanen was de berk de boom der wijsheid. Zij kenden aan bladeren, twijgen en sap magische en geneeskrachtige eigenschappen toe. Zij geloofden dat berken de aardse behuizing vormden van de godin Freya. Bij de Kelten is de berk gewijd aan Bergha of Brigit, godin van het onderricht in de dichtkunst, waarzeggen, geneeskunst en smeedwerk. De heilige Bridget van Kildare was de godin van de wedergeboorte. Op 1 februari wordt in Ierland nog steeds het feest van de Heilige Bridget gevierd.
Een oud Fins liedje beschrijft hoe berken klagen en wenen omdat kinderen elke lente opnieuw hun stammen openrijten en uit hun buiken de levenssappen roven, dat de herders uit hun witte gordel korven maken, de meisjes hun takken afsnijden om er bezems van te maken.
Bonifatius noemde de berk een duivelse boom omdat hij hoopte daarmee de heidense gebruiken uit te roeien.
Berini (Motorenfabriek Pluvier NV, Rotterdam) is een historisch Nederlands bromfietsmerk en ook bekend vanwege de clip-on motortjes. Het bedrijf werd opgericht in december 1949 te Den Haag. Het idee was afkomstig van de Solex bromfiets, maar de oprichters wilden dat hun model op elke stevige fiets zou passen.
Omdat de naam Italiaans klonk, wekte het bedrijf in het begin de indruk een Italiaans product te leveren, omdat dat beter zou verkopen. In werkelijkheid kwam de naam van de oprichters BErnd Neumann, RInus Bruynzeel en NIco Groenendijk.
Bernard Neumann, Rinus Bruynzeel en Nico Groenendijk
De eerste Berini had een 25,7 cc clip-on motor die vanwege het eivormige tankje dat er op zat ook wel het Berini-eitje genoemd werd. De motor werd gebouwd op basis van uit Duitsland meegesmokkelde tekeningen waarbij de motor in het achterwiel zat. Dit was niet praktisch en men besloot de motor boven het voorwiel te zetten. Twee aan elkaar gesoldeerde DKW-koplampen vormden de tank die daardoor zijn eivorm kreeg. Toch ging de achterwielmotor niet verloren. Dit zou later de Cyclemaster worden. Door het succes van deze eerste Berini ging de firma Pluvier ook een 32- en een 48 cc versie maken.
Wereldberoemd (in Nederland): Het Berini-"eitje" foto : Hans de Waal CC 3.0
In 1950 verhuisde het bedrijf naar Rotterdam, in die tijd maakte men met 80 werknemers ongeveer 180 Berini's per dag. De PTT reed ook met Berini (met de M21), dit model was verlengd en er zat een vast gelaste bagagedrager op voor de zware posttassen.
In 1955 verscheen de eerste Berini-bromfiets, waarbij het frame als brandstoftank diende. De bromfiets werd als M 21 (één versnelling) of als M 22 (twee versnellingen) geleverd.
Door onenigheid tussen Hart, Nibbrig en Greeve en Pluvier (de toenmalige aandeelhouders) kwamen de Berini-bromfietsen in 1956 ook onder de naam Pluvier op de markt.
Eind 1958 presenteerde men de "Speedomatic", een systeem dat vanaf 4000 toeren de gasschuif steeds verder sloot zodat de bromfiets de ingestelde snelheid van 38 km/uur niet kon overschrijden.
Berini M21 speedomatic
De vraag naar Berini brommers was zo groot dat de directie op zoek ging naar een extra vestigingsplaats. In 1960 besloot men een fabriek te bouwen in Emmen. Maar vanaf de opening in 1961 waren er organisatorische problemen, zowel in de fabriek zelf als bij de bevoorrading ervan vanuit Rotterdam. Twee jaar bestond de Emmense bromfietsfabriek, in februari 1963 ging ze alweer dicht. Alles bij elkaar kostte dit avontuur zeven miljoen gulden.
In 1964 viel uiteindelijk het doek voor Berini als bromfietsfabrikant. De Pluvierfabriek ging failliet.
Berini M25
Naast de interne logistieke problemen was ook de komst van vele andere modellen er de oorzaak van dat de fabriek moest sluiten.
De Anker Kolen Maatschappij kocht de inboedel. De Anker Laura zoals dat later ging heten maakte de motoren en Gazelle maakte de frames en zo werd onder meer de Berini M48 nog vele jaren geproduceerd. Vanaf de jaren zeventig werden de Berini bromfietsen voorzien van zowel Anker als Suzuki motoren. De Berini modellen werden ook gemaakt voor Union, Sparta, Locomotief en Simplex.
In 1981 werd het merk verkocht naar Korea. Daar produceerde men ruim 15 jaar lang Berini bromfietsen voor de lokale markt. Hierover is echter weinig bekend.
Rond het jaar 1999 kwam het merk per toeval weer in Nederlandse handen en sindsdien rolt er vanuit een fabriek in China een gehele nieuwe generatie Berini Scooters van de band, voorzien van 50cc Japanse motoren. Klinkende modelnamen als 'Bella Milano' en 'Dolce Vita' (modellen 2009) moeten de suggestie van een band met Italiaans design, waarmee men het merk ooit begonnen was, levend houden. Daarnaast voert men o.a. nog de retroscooters 'Eagle Wings' en de 'Classic'.
Het mineraal beril is een kleurloos, wit, gelig wit, geelgroen tot groen, roze, blauwig tot groenblauw, rood of goudgeel aluminium-beryllium-silicaat. Het mineraal, met de chemische formule Al2Be3Si6O18, behoort tot de cyclosilicaten.
Het mineraal is beril genoemd door Plinius naar het Griekse woord berullos (= "edelsteen met zeegroene kleur").
beril
Beril komt voor in pegmatieten en in hydrothermaal-pneumatolitische en metamorfe gesteenten en is vrij zeldzaam. De typelocatie is niet nader gedefinieerd, maar per variëteit verschillend. Het mineraal wordt onder andere gevonden in de VS (South Dakota, Connecticut), Brazilië, Duitsland en Australië. Het grootste beril-kristal had een lengte van 18 meter en was 3,5 meter breed.
beril - aquamarijn
De toepassingen van het mineraal zijn: grondstof voor het metaal beryllium, ruimtevaart, (half)edelsteen (facetstenen, cabochons). In de middeleeuwen zou het mineraal, na slijpen, gebruikt zijn om de gezichtsscherpte te verbeteren. Het woord 'bril' is daarvan afgeleid. Echter, volgens Plinius keek keizer Nero reeds door een smaragd (dat is een groene beril).
beril - smaragd
De hardheid van het mineraal is 7,5 tot 8 (bros) op de schaal van Mohs en de streepkleur is wit. Het mineraal, dat in kristallen, korrelige, compacte of radiale aggregaten of keitjes voorkomt, is doorzichtig tot doorschijnend en heeft een glasachtige, matte glans. Het soortelijk gewicht van beril is 2,63-2,80 en het heeft hexagonale kristalstructuur.
Beril wordt naar kleur en chemische samenstelling onderscheiden in een aantal variëteiten:
Beriberi is een aandoening die wordt veroorzaakt door een tekort aan vitamine B1 (thiamine), waarbij één vorm het hart- en vaatstelsel aantast en een andere vorm zich manifesteert met neurologische symptomen. De naam beriberi is afkomstig uit het Singalees (de belangrijkste taal van Sri Lanka) en betekent "zwakte, zwakte".
De basis voor het onderzoek naar beriberi werd in de jaren 1890 gelegd door de Nederlandse arts en latere Nobelprijswinnaar Christiaan Eijkman in Nederlands Indië, die ontdekte dat vogels die met gepelde rijst gevoed werden vergelijkbare symptomen vertoonden als zijn beriberipatiënten en dat ze genezen konden worden als ze ook de rijstpellen te eten kregen. In 1912 isoleerde de Poolse biochemistCasimir Funk de anti-beriberifactor van rijst en noemde het vitamine - een voor het leven (Latijn: vita) essentiële amine. In de jaren 1930 publiceerde Robert R. Williams de chemische formule van vitamine B1.
Christiaan Eijkman
Beriberi komt vooral voor waar de voeding hoofdzakelijk bestaat uit geslepen rijst, een product dat arm is aan thiamine. De ziekte wordt het meest aangetroffen in Azië en kwam daar met name tot de 19e eeuw zeer veel voor. In de westerse wereld komt beriberi vooral voor bij chronische alcoholisten door een combinatie van deficiënte voeding, een gestoorde resorptie en een gestoorde opslag van thiamine. Ook een inadequate intake bij westerse personen kan leiden tot beriberi. Verder is het ziektebeeld beschreven bij patiënten die een gastric bypass surgery (Roux-Y) hebben ondergaan, bij nierdialyse, bij patiënten met totale parenterale voeding, bij verschillende malabsorptiesyndromen waaronder HIV-enteropathie, en bij hypermetabole condities zoals lymfomen. Verder zorgen antacida voor een verminderde resorptie van thiamine en verhogen lisdiuretica de thiamine-excretie. Tenslotte bevatten rauwe vis en schaaldieren veel thiaminase, een enzym dat thiamine afbreekt.
De ziekte heeft twee verschijningsvormen: natte beriberi (cardiovasculaire systeem) en droge beriberi (neurologische systeem). Patiënten kunnen zich met één of met beide vormen presenteren. Thiamine-deficiëntie resulteert in beschadiging van het autonome en andere zenuwsystemen door een tekort aan energie in de vorm van ATP en een tekort aan acetylcholine en myeline, die gevormd worden uit acetyl-CoA. Bovendien treedt er een lactaatacidose op door toename van lactaat en pyruvaat in het bloed en worden er door het gestoorde metabolisme meer vrije radicalen gevormd. Het exacte biochemische defect dat de cardiovasculaire vorm veroorzaakt is nog niet volledig opgehelderd. Cardiovasculaire disfunctie is mogelijk het gevolg van energiedepletie en oedeemvormig in het hartspierweefsel en uitval van de spierwand rondom de bloedvaten.
Beriberi wordt behandeld met thiaminehydrochloride, toegediend door middel van een injectie of in tabletvorm. Naast substitutie is het aanpakken van de oorzaak van de thiaminedeficiëntie van belang om herhaling van beriberi te voorkomen.
Patiënten met natte beriberi kunnen binnen enkele uren na behandeling al een sterke verbetering vertonen. Binnen enkele uren stijgen de bloeddruk en de perifere weerstand, verbetert de perifere circulatie en daalt de lactaatconcentratie. Volledig herstel volgt binnen twee weken. Het effect van behandeling van natte beriberi met alleen conventionele therapie voor hartfalen is gering. Conventionele therapie voor hartfalen in combinatie met thiaminesuppletie is wel van belangrijke waarde, waarbij vooral plasmedicatie een voorname rol spelen. Droge beriberi reageert minder snel op thiaminesuppletie en herstel is niet altijd volledig.