Broeder Jacob is een Belgisch biermerk.
Het bier wordt verspreid door brouwerij Broeder Jacob, gevestigd te Wezemaal.
Er zijn twee soorten: bruin en tripel.
Broeder Jacob Bruin is een donker bier met een alcoholpercentage van 7,5% en Broeder Jacob Tripel is een blond bier met een alcoholpercentage van eveneens 7,5%.
Broeder Jacob bruin en tripel
Broeder Jacob werd gecreëerd door twee bierliefhebbers, Johan Claes en Bruno Verbiest.
Het eerste brouwsel was klaar op 16 oktober 2010.
De primeur van het proeven was weggelegd voor de cafetaria van het rust- en verzorgingstehuis Huyze De Pauw in Onze-Lieve-Vrouw-Waver.
Intussen is het bier verkrijgbaar in meerdere drankhandels en eet- en drankgelegenheden.
De naam van het bier verwijst naar het internationaal bekende kinderliedje Broeder Jacob, in Nederland bekend onder de naam Vader Jacob.
De makers kiezen bewust voor een band met de muziek.
Daarom staan de noten van het liedje op alle flesjes en glazen van het bier.
Onderin het glas is ook een solsleutel gegraveerd.
Broeder Jacob tekst op etiket
Omdat de makers er niet in slaagden een brouwerij over te nemen, wordt het bier in opdracht van hen gebrouwen door brouwerij Du Bocq te Purnode.
Intussen werd al meer dan 400 hectoliter gebrouwen, wordt het bier, in samenwerking met brouwerij Celis reeds uitgevoerd naar de Verenigde Staten en wordt onderhandeld met andere landen.
Beide bieren zijn verkrijgbaar in flesjes van 33 cl, flessen van 75 cl en in vaten van 20 liter.
De specifieke smaak van het bier wordt bekomen door toevoegen van bitternat en koriander en voor de bruine ook sinaasschillen.
Recept voor stoofvlees met Broeder Jacob
auteur : blog.fransmuthert.nl
Broeder is een Nederlands gerecht en wordt vooral in West-Friesland en in de Zaanstreek gegeten.
Broeder wordt hier dan ook wel Jan in de zak genoemd.
Wat opzoekwerk leert ons dat een gelijkaardig gerecht zowat overal in Nederland en Vlaanderen terug te vinden is.
De benamingen varieren van Jan in de Zak, Broeder Jan in de Zak, Jan in 't Hemd, Broeder en Poffert, maar ook Zwartepietenbrood komt wel eens voor.
De hoeveelheden kunnen verschillen van plaats tot plaats.
Soms worden ook sukade en oranjesnippers toegevoegd.
Broeder
Bereiding :
Zeef de bloem boven een kom en voeg het zout toe.
Verwarm de melk lauwwarm en los de gist op met wat lauwe melk.
Giet de gistoplossing bij de bloem en doe het ei erbij.
Al roerend de rest van de lauwe melk er bij gieten tot het een mooi glad beslag is.
Het beslag 1 uur afgedekt met een vochtige doek op een warme plek laten rijzen.
Was de rozijnen en laat ze goed uitlekken.
Schep de rozijnen door het beslag.
Laat in een braadpan met een middellijn van circa 20 cm. 1 eetlepel slaolie goed warm worden.
Doe het beslag in de pan en bak de onderkant van de broeder op hoog vuur snel bruin.
Zet het vuur laag en laat de broeder in 1 uur gaar worden.
Neem een breinaald en prik daarmee in het gebak om te zien of het gaar is.
Neem de broeder uit de pan.
Doe nog een eetlepel olie in de pan en bak ten slotte ook de andere kant van de broeder mooi bruin.
Verwarm de stroop, naar gewenst met een beetje boter.
De broeder dient warm geserveerd te worden met de warme stroop.
Het is een vorm van vegetatieve vermeerdering.
Broeder in tulbandvorm
In de Zaanstreek werd het broederbeslag in een natte broederzak gedaan, waarna het geheel in een pan water twee uur werd gekookt.
De broeder werd met een draadje in plakken gesneden en met een sausje van boter en stroop geserveerd.
Broeder kan als hoofdmaaltijd of als dessert gegeten worden.
De broeder kan ook in een zak of in een cakevorm gekookt worden.
Deze kan direct gegeten worden met stroop en boter of men kan de broeder laten afkoelen, in plakken snijden en deze plakken opbakken in roomboter en serveren met stroop of stroopsaus.
Een broedbol of bulbil is botanisch gezien een bol en wordt in de bloeiwijze van sommige planten, zoals de Sint-jansui en het moeslook (Allium oleraceum) gevormd en is een vorm van valse viviparie (letterlijk levendbarendheid).
Ook kunnen broedbolletjes ontstaan langs de stengel, zoals bij de knolduizendknoop of langs de bolschijf van de ouderbol, zoals bij de akkergeelster.
In dit laatste geval wordt in de bloembollenteelt van een klister gesproken.
Engels : Bulbil Duits : Achselbulbillen Frans : Bulbille
Bij de vermeerdering van bloembollen wordt verklistering vaak kunstmatig opgewekt door een temperatuurbehandeling of door de bol een kruis te snijden of de onderkant uit te hollen.
Kruisen en uithollen wordt onder andere bij de hyacint gedaan.
Broedbolletjes bij Allium caeruleum
auteur : SEWilco CC 3.0
Plantensoorten met valse viviparie vormen vaak geen of weinig zaad.
Zo wordt bij de Sint-jansui (Allium fistulosum var. bulbifera, synoniem: Allium cepa var. proliferum) geen en bij de moeslook maar weinig zaad gevormd.
Het is een vorm van vegetatieve vermeerdering.
broedbolletjes langs de stengel van Lilium bulbiferum subsp. bulbiferum
auteur : Mag. Dr. Markus Hohenegger CC 3.0
Ook sommige varens produceren aan hun bladeren broedbollen.
Soms alleen een enkele aan de top van het blad.
Soms meerdere tot vele tientallen- onder of bovenop het blad.
Soms alleen langs de centrale steel van het blad, soms ook langs de zijnerven.
Een broedbol is te beschouwen als een weefseluitstulping die in staat is zelfstandig tot een nieuwe volwassen varen uit te groeien.
Soms kan dat alleen als de broedbol aan het blad vast blijft zitten totdat het contact met de grond heeft gemaakt om zich daar met wortels te kunnen vasthechten, zoals bij de kettingvaren, Woodwardia radicans .
Soms valt de broedbol van het blad af op de grond, om daar zelfstandig tot wortelvorming en vervolgens uitgroei te komen, zoals bij de bolletjesvaren, Cystopteris bulbifera.
Soms ontwikkelen de broedbollen zich al verder aan het blad, ook al hebben ze nog geen contact met de grond gekregen om tot een eigen ontwikkeling te komen, tot kleine miniatuur volwassen plantjes, zoals bij enkele Polystichum setiferum vormen, langs de hoofdnerf of bij Asplenium bulbiferum langs de zijnerven, of bij Woodwardia orientalis verspreid over het gehele blad.
Tekst overgenomen van www.nederlandse-varenvereniging.nl
Broedbolletjes op de Cystopteris bulbifera
foto op : http://www.nederlandse-varenvereniging.nl
De Brockenbahn is een 19 km lange smalspoorlijn van de Harzer Schmalspurbahnen (HSB), in de Harz.
Het traject loopt vanuit Drei Annen Hohne, via Schierke naar de hoogste berg van Noord-Duitsland, de Brocken (1141 m).
De lijn wordt met name gebruikt door toeristen.
Vanaf 1869 kwam het plan om een smalspoorlijn te bouwen naar de Brocken, dat eerst werd afgekeurd.
Een nieuw verzoek voor de bouw van de lijn kwam in 1895, en op 30 mei 1896 werd er met de bouw van de lijn begonnen.
Op 20 juni 1898 werd het eerste stuk tussen Drei Annen Hohne en Schierke geopend.
Één jaar later werd op 27 maart 1899 het traject tussen Schierke en de Brocken geopend.
Engels : Brockenbahn Duits : Brockenbahn Frans : Brockenbahn
De Brockenbahn rond 1900
auteur : Photoglob AG, Zürich, Switzerland or Detroit Publishing Company, Detroit, Michigan - vrije foto
Het bedrijf Nordhausen-Wernigeroder Eisenbahn-Gesellschaft (NWE) exploiteerde destijds het smalspoor traject vanaf de opening tot 1948.
In 1948 ging de NWE over in de Vereinigung Volkseigener Betriebe (VVB).
Op 11 april 1949 werd de VVB overgenomen door de Deutsche Reichsbahn (DR).
In de tijd van de bouw van het ijzeren gordijn moest het traject naar de Brocken op 13 augustus 1961 worden stilgelegd voor het publiek.
Alleen het plaatsje Schierke kon met een speciaal vervoersbewijs bereikt worden.
Het traject naar de Brocken werd vanaf 1961 alleen nog gebruikt om goederen zoals kolen, olie en bouwmateriaal voor de grenstroepen te vervoeren.
Ook de soldaten van de DDR en de Sovjet-Unie maakten gebruik van deze spoorlijn, om zich op de berg te kunnen stationeren.
Na de éénwording van Oost- en West-Duitsland was het nog maar de vraag of de Brockenbahn opnieuw in gebruik zou worden genomen.
Door aandrang van verschillende enthousiastelingen en de politiek, gaf Dr. Horst Rehberger de Brockenbahn een tweede kans.
Na de renovering van de Brockenbahn werd op 15 september 1991 de Brockenbahn met twee stoomlocomotieven (99 5903 en 99 6001) heropend.
Sinds de privatisering in 1993, exploiteert de Harzer Schmalspurbahnen (HSB) vanaf 1 februari 1993, de Brockenbahn, Harzquerbahn en de Selketalbahn.
De grensovergang werd afgesloten op 13 aug. 1961
foto : Uhlemann, Thomas
auteur : Bundesarchiv, Bild 183-1990-0910-010 / Uhlemann, Thomas / CC-BY-SA CC 3.0
Vanuit Drei Annen Hohne rijden er stoomtreinen naar de Brocken, met op de heenweg een 10 minuten lange tussenstop in Schierke.
Hier wordt extra water in de stoomtrein geladen, om de bergtocht naar de Brocken te kunnen halen.
Op de terugweg stopt de trein ca. 3 minuten in Schierke.
In de dienstregeling heeft de Brockenbahn als lijnnummer 325.
De snelste trein kan in 49 minuten de top van de Brocken halen.
De Brockenbahn is het enige traject van de HSB, dat uitsluitend door stoomtreinen wordt bereden.
De kosten voor een kaartje naar de Brocken bedraagt sinds 2012, 21,- voor een enkele reis en 32,- voor een retour.
Hierbij maakt het niet uit vanuit welk station men van de HSB opstapt.
Een dagticket voor een familie (2 volwassenen en 3 kinderen) bedraagd 81.
De eerste beklimming was waarschijnlijk in het jaar 1572.
De arts Johannes Thal uit Nordhausen beschreef in zijn boek voor het eerst de flora van de Brocken.
Graaf Christian von Stolberg-Wernigerode, aan wie het gebied behoorde waarin de Brocken lag, liet het Brockenhäuschen bouwen, een kleine hut voor "toeristen" om in te schuilen.
In 1800 werd een eerste herberg gebouwd en in 1850 werd de hoogte van de berg bepaald op 1141 meter.
Op 23 juli 1859 brandde de herberg af.
In 1862 werd het Wolkenhotel geopend.
Professor Albert Peter richtte op de berg de eerste Duitse alpentuin in, met een grootte van 4600 m².
De bouw van het eerste weerstation volgde in 1895.
De smalspoorbaan van de Brockenbahn werd op 27 mei 1899 geopend.
In het jaar 1935 lukte het voor het eerst om vanaf de Brocken een televisieverbinding met een mobiele zender uit te zenden.
In het jaar daarop werd de eerste televisietoren ter wereld op de berg gebouwd.
In 1937 werd de Brocken samen met de Wurmberg, de Achtermann en de Acker tot natuurgebied Oberharz verklaard.
Het huidige weerstation dateert uit 1939.
Bij een luchtaanval op 17 april 1945 werd het hotel door bommen verwoest.
Van 1945 tot april 1947 was de berg bezet door Amerikaanse troepen.
Daarna volgde de overname door het Rode Leger, daar het gebied tot de Sovjet-bezettingszone behoorde.
Van 1948 tot 1959 is de Brocken vrij toegankelijk.
Vanaf 1961 wordt de berg, welke in het grensgebied van de DDR en de Bondsrepubliek Duitsland lag, tot militaire zone verklaard.
De bergtop wordt omgebouwd tot een vesting en door het Sovjetleger en de Stasi voor bewakings- en spionagedoeleinden gebruikt.
Met de Duitse Hereniging werden vanaf 1990 de militaire voorzieningen verwijderd.
De Brocken kan sindsdien weer door iedereen bezocht worden.
Hoogte merkteken op Brocken
auteur : Arnulf zu Linden CC 3.0
Op de Brocken heersen extreme weersomstandigheden.
Door de geïsoleerde ligging (het is de hoogste berg van Noord-Duitsland) komen er regelmatig zware stormen voor.
Mede daardoor ligt de top boven de boomgrens.
Er heerst een 'alpien klimaat', met korte zomers, zeer lange winters, een vele maanden gesloten sneeuwbedekking en lage temperaturen.
Het klimaat kan worden vergeleken met dat in IJsland.
Het is 306 dagen per jaar mistig (record 330 dagen in 1958)
De zon schijnt er gemiddeld 4u/dag (2002 - 2011) (max 2004,5 uur in 1921 - min 972,2 uur in 1912)
Er ligt gemiddeld 120 dagen sneeuw (in 1973 205 dagen)
85 dagen per jaar blijft het de hele dag onder de 0 °C
In de winter treden minimum temperaturen op tot -28 °C
De gemiddelde jaartemperatuur bedraagt 3,9 °C (2002 - 2011)
Er valt gemiddeld 1.786,6 millimeter (2002 - 2011) neerslag per jaar (max 2725mm in 2007 - min 984mm in 1953)
De hoogst gemeten windsnelheid bedroeg 263 kilometer/uur op 24 november 1984.
Luchtopname van het weerstation en de zendmast op Brocken
auteur : JurecGermany CC 3.0
Al in de jaren 30 van de 20e eeuw wist men de Brocken als perfecte locatie voor zenders te vinden.
Tussen 1936 en 1937 werd een televisiezender gebouwd, de eerste in de wereld, met een hoogte van 53 meter.
Ook in de tijd van de Koude Oorlog was de Brocken in gebruik als zendlocatie.
Omdat de oude zender niet meer toereikend was, werd in 1973 een nieuwe, 123 meter hoge, zendmast gebouwd.
Deze toren staat op drie poten, waarin zich kabelgoten en toegangsmogelijkheden bevinden.
In tegenstelling tot de oude mast is de huidige niet voor het publiek toegankelijk.
In de eerste helft van de jaren 90 werd de oude mast afgebroken en werden de voorzieningen geheel naar de nieuwe toren overgebracht.
Op de oude toren werd een radarinstallatie gebouwd, ten behoeve van de Duitse luchtverkeersleiding.
De Brocken is met 1141,1 meter de hoogste berg van Noord-Duitsland in de Harz.
De Hochharz, waarvan de Brocken deel uitmaakt, is een nationaal park.
De Brocken wordt ook Blocksberg genoemd en is met vele legenden omgeven.
In Faust I van Goethe speelt de berg een hoofdrol.
Engels : Brocken Duits : Brocken Frans : Le Brocken
Ligging Brocken Saksen-Anhalt, Duitsland
Brocken
De Brocken is de hoogste top van het Harzgebergte en van de Duitse deelstaat Saksen-Anhalt.
De berg ligt op de waterscheiding van de stroomgebieden van Wezer en Elbe.
Van het stroomgebied van de Weser vormt de Brocken het hoogste punt.
De berg is buitengewoon dominant.
Binnen een straal van honderden kilometers is geen hoger punt te vinden, de dichtstbijzijnde hogere top, de Fichtelberg (1.214 m) in het Ertsgebergte, ligt zuidoostelijk op 223 km afstand.
Het uitzicht vanaf de top van de Brocken is indrukwekkend.
Het gehele Harzgebergte is te overzien.
Bij ideale atmosferische omstandigheden reikt de blik onder meer tot de bergen van het Thüringer Woud, de Wasserkuppe in de Rhön, de Kahler Asten in het Sauerland en de Dom van Magdeburg.
De bergtop van de Brocken in de winter, met weerstation
auteur : Andreas Tille CC 3.0
Aan de voet van de Brocken ligt in het Bundesland Saksen-Anhalt het dorpje Schierke.
Van daaruit wordt de Brocken door veel binnen- en buitenlandse toeristen te voet beklommen.
De bestijging van de Brocken te voet is geen bijzonder zware opgave, en wellicht daarom zo populair.
Een ander gunstig uitgangspunt om de Brocken te voet te bestijgen is het dorpje Torfhaus.
Van daaruit kan men de Brocken bestijgen via de zogenaamde Goetheweg.
Vermoedelijk heeft de schrijver en dichter Goethe deze weg ooit bewandeld.
Een stoomlocomotief van de Brockenbahn boven op de Brocken
auteur : Nawi112 CC 3.0
Tegenwoordig pendelt de smalspoortrein van de Brockenbahn weer tussen Wernigerode en de Brocken.
De treinen worden voornamelijk door stoomlocomotieven getrokken.
Het metersporige netwerk van de Harzer Schmalspurbahnen is met 132 kilometer het langste smalspoornetwerk van Duitsland.
Het doorzichtig tot doorschijnend zwarte, maar typisch groen tot smaragdgroene brochantiet heeft een glas- tot parelglans, een vaalgroene streepkleur en de splijting is perfect volgens het kristalvlak [100].
Brochantiet heeft een gemiddelde dichtheid van 3,97 en de hardheid is 3,5 tot 4.
Het kristalstelsel is monoklien en het mineraal is niet radioactief.
Brochantiet
auteur : Rob Lavinsky, iRocks.com CC 3.0
Brochantiet is een mineraal dat secundair gevormd wordt in aride klimaten en in snel oxiderende koper-sulfide afzettingen.
De typelocatie is gelegen in Chuquicamata, Chili.
Het wordt ook gevonden in Lidwig, Lyon county, Nevada, Verenigde Staten en in Goulmina, Er Rachidia in Marokko.
Brochantiet
auteur : Leinsken
Brochantiet lijkt soms erg veel op Malachiet (een carbonaat) maar bruist niet in zoutzuur
Van alle brochs zijn alleen de stenen overgebleven.
Men weet daarom niet of er altijd houten constructies aanwezig zijn geweest.
In de negentiende eeuw waren er meerdere archeologen die ervan uitgingen dat de brochs vloeren op enkele etages hadden.
Echter, er zijn geen duidelijke openingen in de muren te vinden die suggereren dat er balken in de muur hebben gezeten voor een vloer.
Bovendien zouden de onderste etages geen licht hebben, behoudens van vuren, terwijl er door houten vloeren tussen de etages geen afvoer kon zijn van rook.
De scarcement ledges, zoals hierboven beschreven, geven daarentegen aan dat er mogelijk wel etages in de broch hebben gezeten.
Men gaat ervan uit dat de brochs een dak hadden, dat de gehele bovenzijde van de broch bedekte.
Sommige archeologen menen dat het dak steunde op de scarcement ledges.
Dit zou echter betekenen dat de stenen muren nog enkele meters rondom het dak omhoog staken.
In een dergelijke constructie is er geen manier om regen en sneeuw van het dak af te voeren, waardoor er lekkages zouden kunnen ontstaan en er een groot gewicht op het dak kwam bij hevige sneeuwval.
Deze constructie ligt dus niet voor de hand.
Het dak zal vermoedelijk bovenop de broch hebben gezeten.
Mogelijk rustte het dak op de binnenste van de twee wanden, terwijl verplaatsing van het dak voorkomen werd door de buitenste wand, die dan iets hoger zou moeten zijn geweest.
Dun Telve, Glenelg, Highland, Schotland - binnenzijde
auteur : Otter CC 3.0
Er zijn ook meerdere theorieën over de reeks verticale openingen in de binnenste wand.
Aanvankelijk werd aangenomen dat dit diende om het gewicht van de muur te verkleinen, waardoor het gebouw steviger werd.
Ook werd gesuggereerd dat deze openingen dienden om meer licht tussen de twee wanden te krijgen, waardoor je daglicht bij de trap kreeg.
Beide ideeën lijken niet aannemelijk.
Ten eerste zorgt een verticale rij openingen over de gehele hoogte van de broch voor een potentiële zwakke plek, waarlangs de muur over de gehele lengte zou kunnen breken.
Verder reiken de openingen ook naar de delen tussen de twee muren die te smal zijn om toegankelijk te zijn voor volwassenen.
Daglicht in een dergelijk deel van de broch is dus niet zinvol.
De vraagstukken rondom deze openingen, lijken gerelateerd te zijn aan vraagstukken over het nut van de open ruimte tussen de twee wanden van de hogere brochs.
Een recente hypothese suggereert dat de open ruimte tussen de muren werkte als een buffer naar het klimaat buiten de broch.
Het zou dus om een soort spouwmuur gaan.
De openingen zouden dan dienen om warme lucht tussen de muren te krijgen en het vocht (van onder andere regen) te beperken tot de binnenzijde van de buitenste muur.
Overblijfsel van de Broch of Gurness en omringende bouwsels, Orkney, Schotland
auteur : Rob Burke CC 2.0
Er zijn geen geschreven teksten gevonden in de brochs.
Wel zijn er gebruiksvoorwerpen aangetroffen in verschillende brochs, onder andere weefkammen, naalden, spelden en bewerkte platte stenen.
Veel gebruiksvoorwerp
en waren van bot gemaakt, op de Orkney- en Shetlandeilanden vaak walvisbot.
Verder zijn er potscherven gevonden, doorgaans van kookpotten.
Soms bleek het aardewerk echter van latere datum te zijn.
Het aardewerk laat verschillen zien tussen de regio's.
Het is over het algemeen rijk versierd.
IJzeren en bronzen voorwerpen zijn vermoedelijk in de loop van de tijd vergaan, uiteraard net als houten en leren voorwerpen en textiel.
Naast de gebruiksvoorwerpen zijn er ook resten van vee en wild gevonden, zoals schapen, koeien, varkens en herten.
De vondsten suggereren dat de bewoners van de brochs met name leefden van landbouw en visserij.
Voorwerpen of structuren die geassocieerd kunnen worden met een religieuze functie zijn niet tevoorschijn gekomen.
Zelfs graven van de bewoners van de brochs zijn niet gevonden.
Wel zijn er hier en daar menselijke resten opgegraven.
We weten nog steeds niet waar het architectonische idee vandaan kwam.
Aanvankelijk werd door archeologen gedacht, dat brochs bouwwerken van een ander volk waren, dat zich nieuw in de regio had gevestigd en zijn architectuur-ideeën had meegenomen.
Aanhangers van deze zienswijze worden aangeduid als diffusionisten.
Tegenwoordig gaan archeologen er veelal van uit dat het idee ontwikkeld is door de lokale bevolking, mogelijk voor een klein deel geïnspireerd door migranten of door inzichten die via bijvoorbeeld handelscontacten verspreid raakten.
Broch Dun Carloway, Lewis, Scotland
auteur : Lewis MacDonald - vrije foto
De functie van de brochs is nog onduidelijk.
De bouw met hoge muren en slechts één ingang suggereert een verdedigende functie, bijvoorbeeld tegen invallers die vanaf schepen het land kwamen plunderen.
Voor een langdurige belegering waren de brochs niet geschikt door hun beperkte levens- en opslagruimte.
De watervoorzieningen in de meeste brochs zijn onvoldoende om mensen voor langere tijd van water te voorzien.
Verder was het dak niet gemakkelijk toegankelijk voor de mensen in de broch, want zoals beschreven bij de bouw van de hogere etages, was alleen bij Mousa Broch de ruimte tussen de twee wanden van de muur tot bovenaan breed genoeg om een trap erin te passen.
Er was daarom vermoedelijk geen sprake van een borstwering, waar de verdedigers van de broch hun tegenstanders van bovenaf konden bestoken.
Hierbij sluit aan dat de deur van de broch zich meestal pas halverwege de gang bevond, waardoor tegenstanders niet meer van bovenaf aangevallen konden worden, als ze eenmaal in de gang voor de deur zaten.
Tegenstanders zouden gemakkelijk een vuur hebben kunnen plaatsen voor de deur om zo de broch in te nemen.
Sommige brochs liggen bovendien op plekken die strategisch moeilijk te verdedigen zijn.
Zo ligt de broch Loch na Beirgh bijvoorbeeld op een klein eilandje, waarbij de nabijliggende kust hoog boven de broch uitkomt.
Het is ook opvallend dat slechts bij enkele brochs tekenen van strijd gevonden zijn.
Een andere hypothese is dat brochs vooral bedoeld waren als het vaste onderkomen van een kleine nederzetting.
Ook worden de brochs in de oudere literatuur wel gezien als kleine kastelen van plaatselijke landeigenaren.
Als nederzetting of kasteel, zou de broch hebben kunnen dienen om indruk te maken op omliggende gemeenschappen of personen.
De ligging van de brochs maakt hun functie niet duidelijk.
Veel brochs zijn te vinden in gebieden met goede landbouwgrond, maar er zijn eveneens brochs in gebieden met arme grond.
Het feit dat de meeste brochs bij de kust liggen, maakt het aannemelijk dat de bewoners van de zee leefden.
Sommige onderzoekers suggereren dat de brochs misschien bakens waren, mede omdat men vanuit een broch vaak een andere broch kan zien.
De brochs zouden dan hebben kunnen dienen als vuurtorens om hun eigen schepen thuis te loodsen en als bakens om elkaar te waarschuwen voor naderende tegenstanders.
Bron : - Wikipedia CC 3.0
- I. Armit, Towers in the North - The Brochs of Scotland, Tempus Publishing Ltd (2003), ISBN 0-7524-1932-3.
- J.N.G. Ritchie, Brochs of Scotland, Shire Archaeology, 2nd edition (1998), ISBN 0-7478-0389-7.
- tinternet