Brons is een legering van koper en tin (ca. 10 tot 30%).
De legering heeft een roodachtige tot gelige kleur, afhankelijk van het tingehalte.
Door corrosie ontstaat een groene oxidelaag.
Engels : Bronze Duits : Bronze Frans : Le bronze
Bronzen spiegel met draakmotief (Tang Dynastie)
auteur : Gary Lee Todd CC 3.0
De ontdekking van brons maakte het mogelijk voor mensen om metalen objecten te creëren die beter waren dan dat daar voor mogelijk was.
Gereedschappen, wapens, uitrustingen, en verschillende materialen om dingen mee te bouwen, zoals gedecoreerde tegels, gemaakt van brons waren harder en sterker dan steen en koper, de voorlopers van brons.
Aanvankelijk werd brons gemaakt van koper en arsenicum.
Later gebruikte men tin, wat het enige type brons werd in de late 3de eeuw voor christus.
Tin brons was beter dan arseen brons omdat het gemakkelijker was om het te maken (Omdat tin beschikbaar was als een metaal) en het sterker en makkelijker toe te passen was bij het maken van brons producten.
Ook, in tegenstelling tot arseen, is tin niet giftig.
Het eerste tin-bevatte brons wijst terug naar de late vierde eeuw voor christus in Susa (Iran) en een aantal oude delen in China, Luristan (Iran) en Mesopotamië (Irak).
Koper en tin ertsen worden zelden samen gevonden (Op een oud deel in Thailand en een deel in Iran na).
Dit heeft altijd de ruilhandel beïnvloed voor onder andere brons werken.
In Europa was de grote bron voor tin in Groot-Brittannië op de stortplaats voor ertsen in Cornwall, welke verhandeld werden tot Phoenicia in de oosterse mediterraan.
Desondanks brons in het algemeen harder en sterker is dan ruig ijzer, met vickershardheid van 60-258 tegen 30-80, de bronstijd werd al snel de ijzertijd, dit gebeurde omdat ijzer makkelijker te vinden en makkelijker te verwerken was.
Brons werd nog steeds gebruikt in de ijzertijd, bijvoorbeeld door officieren in het romeinse leger die bronzen zwaarden hadden.
Soldaten hadden ijzereren zwaarden.
Brons is door de toevoeging van tin harder en minder buigzaam dan koper en heeft een kleinere buigsterkte, het heeft een grote dichtheid waardoor het in de bouw en constructie weinig toepassingen heeft, wel kan het makkelijk gegoten worden.
Door de toevoeging van de tin heeft het een lager smeltpunt dan puur koper.
Bronzen beeld van Jason Thompson - Dagdromer
auteur : Samiam26 CC 3.0
De periode in de geschiedenis waarin de mensheid op grote(re) schaal gebruikmaakte van voorwerpen gemaakt van brons, heet traditioneel de bronstijd.
Brons is het eerste metaal (op enkele eerdere voorwerpen van koper uit het neolithicum na) dat in de lage landen door de mens werd gebruikt, ter vervanging van steen in het paleolithicum.
Het is een taai en corrosiebestendig materiaal, dat zich goed leent voor bewerking.
Een bronzen oppervlak krijgt na een zekere tijd een groen patina.
Bronzen voorwerpen, van heel kleine tot heel grote, worden gegoten volgens de bronsgiettechniek.
Kerkklokken zijn (net als vele standbeelden) vrijwel altijd van brons.
Kerkklokken hebben in verhouding met ander gegoten bronzen voorwerpen (10%) een hoger percentage aan tin (20%).
Brons wordt soms verward met messing, vooral wanneer het materiaal verweerd is.
Nieuwe bronzen objecten zijn gemakkelijker te onderscheiden aan de kleur.
Messing is wat geel van kleur en brons is meer rood/roze van kleur.
De bronforel (Salvelinus fontinalis) is een vis die oorspronkelijk voorkwam in Noord-Amerika van de Hudsonbaai en noordoost Canada tot de bovenlopen van de Mississippi en de oostkust van de VS van de staten New Jersey tot Noord-Georgia.
Engels : brook trout, eastern brook trout, speckled trout, squaretail, coaster trout, coasters Duits : Bachsaibling Frans : Le saumon de fontaine, omble de fontaine, truite mouchetée
Bronforel
auteur : Karelj - vrije foto
Deze vissoort is op grote schaal geïntroduceerd in de rest van Noord-Amerika, Zuid-Amerika, Azië, Europa en Zuid-Afrika, meestal in bergbeken.
Er zijn zichzelf instandhoudende populaties ontstaan onder andere op Corsica, Tsjechië en Zuid-Duitsland.
Bronforel
auteur : Engbretson, Eric - vrije foto
De gemiddelde lengte van deze vis is ca. 26 cm, de maximumlengte 86 cm en het maximumgewicht 9,4 kg.
In het oorspronkelijke verspreidingsgebied komen zowel anadrome (een anadrome vis is een vis die vanuit zee de rivieren optrekt om te paaien.) populaties voor als wel populaties die alleen in zoetwater blijven.
Uitgezette exemplaren komen voor in de Geul en Maas.
De bronforel kan zich in Nederland niet voortplanten.
Hij voedt zich met kleine waterbeestjes (macrofauna), soms kleine visjes.
Er bestaan ook bij opkweken kunstmatig verkregen (onvruchtbare) bastaarden met de forel, de zogenaamde tijgerzalm of tijgerforel (vanwege de fraaie tekening).
Daar waar gezonde populaties van de wilde forel aanwezig zijn met hetzelfde formaat als de bronforel, zal de wilde forel domineren over deze exoot.
Deze vissoort staat in de (Nederlandse) Visserijwet.
Het vangstseizoen is van 1 oktober tot en met 31 maart gesloten, verder geldt een minimummaat van 25 cm.
Nicolas Brondoit was schoenmaker van beroep, maar maakte rond 1900 zijn eerste viertakt-inbouwmotoren die door Bayard als hulpmotor in fietsframes werden gemonteerd.
Tussen 1902 en 1918 produceerde Brondoit voornamelijk stationaire motoren.
Brondoit - 1922
foto op www.motos-france.de
SA Brondoit & Cie werd pas in 1919 opgericht.
Onder de naam Ideal-Brondoit werden 97 cc tweetakt-hulpmotortjes op de markt gebracht.
Vanaf 1925 ging het bedrijf lichte en goedkope 250 cc motorfietsen en gemotoriseerde tandems produceren.
Hoewel de merknaam weer "Brondoit" was, komt men op onderdelen toch het woord "Ideal" tegen.
Brondoit - 1922
foto op www.motos-france.de
In 1927 werd het bedrijf overgenomen door Paul le Bussy.
Naast de 250 kwam er nu ook een 350 cc-model, en in 1928 zelfs een 500 cc met een Zwitserse MAG-motor.
Le Bussy verongelukte in 1928, waarna het bedrijf korte tijd door zijn broer Georges werd geleid.
In 1929 werd het bedrijf verkocht aan Olivier Joly, een motorrevisiebedrijf.
Bromelia's zijn een van de meer recente plantgroepen die zijn ontstaan in het einde van het Krijt, ruim 65 miljoen jaar geleden.
Fossiele bromelia's zijn gedateerd op 30 miljoen jaar geleden.
grootste aantal primitieve soorten wordt in de hoge Andes van Zuid-Amerika gevonden.
De West-Afrikaanse soort Pitcairnia feliciana is de enige bromelia, die niet inheems in Amerika en is gedacht Afrika te hebben bereikt via lange-afstands versnippering ongeveer 12 miljoen jaar geleden.
bloem van de Pitcairnia feliciana
auteurs : Brunken, U., Schmidt, M., Dressler, S., Janssen, T., Thiombiano, A. & Zizka, G. 2008. West African plants - A Photo Guide. www.westafricanplants.senckenberg.de. - Forschungsinstitut Senckenberg, Frankfurt/Main, Germany.
Mensen gebruiken bromelia's al duizenden jaren.
De Inca's, Azteken, Maya's en anderen gebruikten ze uitgebreid voor voedsel, bescherming, vezels en ceremonies, net zoals ze vandaag de dag nog steeds worden gebruikt.
Europese interesse begon toen de Spaanse veroveraars terug kwamen met de ananas, die werd zo populair als een exotische vrucht dat het beeld van de ananas snel werd ingepast in de Europese kunst en beeldhouwkunst.
In 1776 werd de soort Guzmania lingulata geïntroduceerd in Europa, dit veroorzaakte een sensatie bij de tuinders die nog nooit een dergelijke plant hadden gezien.
In 1828 werd Aechmea fasciata ingevoerd in Europa, gevolgd door Vriesea splendens in 1840.
Deze planten werden zo succesvol dat ze nog steeds een van de meest geteelde bromelia-soorten zijn.
Vriesea splendens van de bromeliafamilie
auteur : Semolo75 - vrije foto
In de jaren 1800 begonnen kwekers in België, Frankrijk en Nederland planten te kruisen voor de groothandel.
Veel exotische cultivars werden geproduceerd tot de Eerste Wereldoorlog, waarin kruisprogramma's stopten, wat leidde tot het verlies van sommige cultivars.
De planten ervoeren een toename in populariteit na de Tweede Wereldoorlog.
Sindsdien hebben de Nederlandse, Belgische en Noord-Amerikaanse kwekerijen een uitgebreide kweek van bromelia's.
Hechtia texensis van de bromeliafamilie
auteur : Stan Shebs CC 3.0
Hoewel de ananas het enige lid van de familie gekweekt voor levensmiddelen is, is het geslacht Bromelia het enige andere bromelia-geslacht met eetbare vruchten.
De vruchten smaken een beetje als ananas, maar worden als minder lekker ervaren en er zitten niet veel vruchten aan elke plant.
Ananasstengels zijn een bron van het eiwit-splitsende enzym bromelaïne, gebruikt om vlees malser te maken.
Omdat verse ananas ook bromelaïne bevat, kan het niet gebruikt worden in gerechten met gelatine omdat het enzym de eiwitten (en dus de gelatine) afbreekt.
Guzmania conifera van de bromeliafamilie
auteur : Raimond Spekking - CC 3.0
Tevens worden verschillende soorten waaronder Neoglaziovia variegata, een rietachtige plant waarvan de bladeren tot 1,2 meter lang zijn, gecultiveerd als een bron van vezels.
Ze bevatten een vezel bekend als caroa, die wordt gebruikt voor het maken van touw, stof, netten en verpakkingsmateriaal.
Spaans mos (Tillandsia usneoides) bevat een harde, draderige kern die ooit werd gebruikt als materiaal voor de opvulling van bekleding.
Vele andere bromelia's zijn populaire siergewassen, die zowel worden gekweekt als kamerplant in gematigde streken en als tuinplant in warmere streken.
In een toenemend aantal tropische landen is de bromelia als tuinplant op zijn retour, omdat de ziektenverspreidende tijgermug aan het water in een bromelia voldoende heeft om zich voort te planten.
De bromeliafamilie (Bromeliaceae) is een familie van eenzaadlobbige planten.
De familie ontleent zijn naam aan het geslacht Bromelia.
Het zijn vaak epifytische en epilithische planten die vanwege de fraaie bloemen ook wel als kamerplant gekweekt worden, onder de algemene naam bromelia.
De bekendste vertegenwoordiger is toch wel de ananas (Ananas comosus).
Vaak wordt de familie onderverdeeld in drie onderfamilies: Bromelioideae, Pitcairnioideae en Tillandsioideae.
Engels : Bromeliaceae, the bromeliads Duits : Bromeliengewächse, Bromeliaceae, Ananasgewächse Frans : Les Broméliacées, Bromeliaceae
Ananas comosus van de bromeliafamilie
auteur : MANOJTV CC 3.0
Bromelia's zijn een sterk gevarieerde groep van organismen, aangepast aan een aantal klimaten.
Het blad heeft veel verschillende vormen, van dunne naalden tot breed en plat, symmetrisch of onregelmatig, puntig of zacht.
De bladeren groeien meestal in een rozet.
Veel bromelia's slaan water op in een soort vijvertje middenin hun rozet, maar er zijn ook geslachten zoals de wortelloze, grijsbladige Tillandsia die alleen via het blad water opneemt en de succulente soorten die in de woestijn voorkomen.
Wortelvormen variëren naar gelang van het soort plant.
Terrestrische bromeliasoorten, zoals de Ananas comosus en Puya chilensis hebben complexe systemen die water en voedingsstoffen verzamelen via de wortels, terwijl epifytische en epilithische bromelia's zich alleen met draad-achtige wortels hechten aan bomen of rotsen.
Guzmania berteroniana van de bromeliafamilie
auteur : Scott Zona CC 3.0
Veel cultivars hebben bonte bladeren met groene, paarse, rode, gele, witte en crème kleuren.
De bloeiwijzen van bromelia's zijn ook beschouwd als aanzienlijk diverser dan die van enige andere plantenfamilie.
Sommige bloempieken kunnen een hoogte van 10 meter bereiken, terwijl anderen slechts bloemen hebben van enkele millimeters.
Sommige bromelia's zijn licht geurend terwijl anderen sterk geurend zijn.
De geur van de bloemen van Tillandsia cyanea lijkt op die van kruidnagel.
De grootste bromelia is Puya raimondii (ter grootte van een boom) en de langste het Spaans mos (Tillandsia usneoides).
Alcantaraea imperialis van de bromeliafamilie
foto : Accardo Filho CC 3.0
De bromeliafamilie is alom vertegenwoordigd in het natuurlijke verspreidinsgebied in Amerika.
Bromelia's horen thuis in de tropische en subtropische gebieden van Zuid-, Midden- en Noord-Amerika.
Zij kunnen gevonden worden op een hoogte van zeeniveau tot 4200 meter hoogte, van woestijnen tot regenwouden.
Ongeveer de helft van de soorten zijn epifytisch, sommige zijn lithofytisch, en sommige zijn terrestrisch.
Dergelijke planten kunnen worden gevonden in de Andes-hooglanden, van het noorden van Chili tot Colombia, in de Peruaanse kust-woestijnen, in de nevelwoud regio's van Zuid- en Centraal-Amerika, en in het tropische klimaat van de regio Florida.
Slechts één soort (Pitcairnia feliciana) wordt gevonden in West-Afrika.
Deze stamt waarschijnlijk af van zaden die door trekvogels verspreid zijn.
Puya raimondii, de grootste van de bromeliafamilie
auteur : Uta Freund - vrije foto
Bromelia, is een geslacht van eenzaadlobbige, voornamelijk terrestrische planten uit de bromeliafamilie.
Dit geslacht is genoemd naar de Zweedse arts en botanicus Olaf Bromelius (1639-1705).
De planten hebben stugge bladeren die groeien in diep ingesneden rozetten.
De bladrozetten zijn vaak gedoornd.
De bladeren zijn omgebogen als gootjes die het water opvangen.
Aan de basis van het blad bevindt zich een schede, waardoor een waterhoudende bladkoker wordt gevormd.
De bloemen groeien uit het hart van de rozet.
Dit geslacht is voornamelijk te vinden in tropisch en subtropisch Midden- en Zuid-Amerika.
De stevige vezel die wordt gewonnen uit de soorten Bromelia serra en Bromelia hieronymi, bekend als chaguar, is essentieel voor de economie van de Wichí-stam in de Gran Chaco regio van Argentinië.
De brolgakraanvogel (Grus rubicunda) is een vogel uit de familie van de kraanvogels (Gruidae).
De soort komt voor in Australië en Nieuw-Guinea.
In het wapen van de Australische deelstaat Queensland neemt de brolgakraanvogel een belangrijke plaats in.
De brolgakraanvogel komt voor in het noorden en oosten van Australië en een klein gebied in het zuiden van Nieuw-Guinea.
De soort migreert niet, maar trekt rond afhankelijk van de regenval.
De omvang van de totale populatie is slecht bekend, maar wordt geschat tussen de 20.000 en 100.000 volwassen dieren.
Engels : Brolga, Native Companion, Australian Crane Duits : Brolgakranich, Australischer Kranich Frans : La Grue brolga, Brolga
brolgakraanvogel
auteur : jjron, edited by Fir0002 CC 3.0
De brolgakraanvogel is een lange, zilvergrijze vogel met een hoogte van circa 160 cm, een spanwijdte van ongeveer 180 cm en een massa van zo'n 6 kg.
Op de achterkant van de kop bevindt zich een opvallende rode band, die bij jonge vogels ontbreekt.
Beide geslachten zien er hetzelfde uit, maar het mannetje is iets groter.
Een paar brolgakraanvogels tussen andere watervogels
bron : Paul Thomsen (wildfoto.com.au)
auteur : Djambalawa CC 3.0
De habitat van de brolgakraanvogel bestaat uit draslanden, waar hij zich voedt met moeras- en waterplanten, insecten, amfibieën en week- en schaaldieren.
In het noordelijke deel van zijn verspreidingsgebied vormen de knollen van de Chinese waterkastanje (Eleocharis dulcis) een hoofdbestanddeel van het voedsel van de soort.
Grus rubicunda
auteur : Rod from Livonia, Michigan CC 2.0
De broedperiode van de brolgakraanvogel hangt in de eerste plaats af van de regenval en verschilt daardoor van plaats tot plaats.
Net als de andere kraanvogelsoorten heeft de soort een uitgebreide balts waarvan dans een belangrijk onderdeel vormt.
De vogels bouwen hun eenvoudige nest op een eilandje in ondiep water.
Soms wordt zelfs geen nest gebouwd en worden de eieren op de grond of in een verlaten zwanennest gelegd.
Het legsel van twee eieren wordt door beide ouders in ongeveer 30 dagen uitgebroed.
Na ongeveer 100 dagen vliegen de jongen uit, maar de ouders beschermen hen nog lang, soms wel twee jaar.
De brokmop is een kubusvormig anijsgebak dat volgens geheim recept door één bakker in Leende, een dorp in de Nederlandse provincie Noord-Brabant, wordt gebakken.
Volgens traditie gebeurd dit voorafgaand aan de folkloristische jaarmarkt tijdens halfvasten.
Sinds 1657 wordt er in Leende daags na halfvastenzondag (laetare) een jaarmarkt georganiseerd.
In de volksmond wordt deze ook wel Lind Mèrt genoemd.
De laatste jaren is deze jaarmarkt vooral uitgegroeid tot een folkloristische markt waarin allerlei Leendse ondernemers en verenigingen hun koopwaar aanbieden.
Het bekendste product van deze markt is de Brokmop.
Dit anijsgebak wordt enkel in de weken voorafgaand, maar vooral tijdens deze markt verkocht door de plaatselijke bakker.
Dit alles volgens een geheim recept van voor WO II.
Bakker Piet van de Ven (1885-1966) kwam oorspronkelijk uit Valkenswaard maar verhuisde naar Leende.
Hij ontwikkelde de brokmop en verkocht deze enkel tijdens de jaarmarkt van Leende.
Een traditie was geboren.
Toen van de Ven stopte met zijn bakkerij droeg hij het geheime recept over naar bakker Toon van Engelen die de traditie voortzette.
Daarna was het de beurt aan Frans Rooijmans en vervolgens naar Piet van Weert.
Piet dn Bakker droeg zijn bakkerij en daarmee ook het recept van de brokmop in 2004 over aan zijn nichtje Chantal van Weert.
Hoewel het officiële recept niet bekend is wordt de brokmop wel door veel Leendenaren zelf gebakken.
En ook al verschilt deze zelfgebakken variant van smaak en structuur van de originele brokmop wordt ook dit recept door de meeste eigenaren niet zomaar gegeven.
De populariteit van de brokmop beperkte zich niet enkel tot het gebak zelf.
Een Leends cabaretgezelschap heeft zich naar dit baksel vernoemd om de band met het dorp te benoemen.
Dit gezelschap trad vanaf 1976 een aantal keren per jaar op in het dorp om de lokale en landelijke politiek op de korrel nemen.
Begin jaren tachtig hield dit gezelschap op te bestaan.
In 2003 herleefde een deel van dit gezelschap om opnieuw optredens te verzorgen.
Omdat de samenstelling was veranderd deed men dit ook met de naam.
Dit veranderde in v/h de Brokmop. Oftewel voorheen de Brokmop.
In 2007 verzorgde deze dames en heren het laatste optreden.
Brokmöpke
2 Leendenaren kwamen in 2008 op het idee om de Brokmop niet alleen in gebak op de jaarmarkt te laten verschijnen maar dit ook in vloeibare vorm te doen.
Met behulp van een professionele destilleerder werd een anijslikeur ontwikkeld met o.a. toevoeging van karamel om een zachte smaak te verkrijgen die dicht in de buurt van de smaak van het brokmopgebak komt.
De likeur mocht echter door wetgeving niet zonder vergunning op de jaarmarkt worden verkocht.
In 2009 werd deze likeur voor de laatste keer tijdens de jaarmarkt verkocht.
Brokmöpke ondersteunt sindsdien een aantal Leendse activiteiten waaronder het ter beschikking stellen van de CD "Mijn dierbaar Leende" waarop het Linds Volkslied in 4 verschillende versies te beluisteren is.
De brokkelzakamaniet (Amanita submembranacea) is een in België en Nederland zeldzaam voorkomende eetbare paddenstoel uit het geslacht der amanieten (Amanita).
De soort wordt in België in Vlaanderen, Brussel en Wallonië als inheems (1a) beschouwd.
In België staat de brokkelzakamaniet dan ook niet op de Rode Lijst (status op 26/07/2011).
Brokkelzakamaniet
foto S.Poumarat op mycologie.catalogne.free.fr
De brokkelzakamaniet heeft een hoed die tussen de 5 en 12 cm diameter kan worden.
De kleur is olijfachtig groen tot grijs met een aanvankelijk bleke rand.
De hoedrand is gevoord (gestreept).
De streping verloopt over minder dan een kwart van de afstand rand-centrum.
Op de hoed zijn vaak grijze velumresten aanwezig.
De hoed kan een centraal bultje vertonen (umbo).
De lamellen zijn wit en staan niet bijzonder dicht op elkaar.
Ze hebben de neiging wat grijzig of bruinig te verkleuren bij het ouder worden.
De lamellen liggen vrij van de steel.
Er zijn tevens vrij veel kort lamellen (lamelulae) die bovendien ongelijk verdeeld zijn tussen de langere lamellen.
Deze korte lamellen zijn enigszins afgeplat.
Amanita submembranacea
auteur : James Lindsey at Ecology of Commanster CC 3.0
De steel is bleker dan de hoed, maar niet wit.
De steel heeft geen ring.
De steel heeft grijsachtige schubjes.
De beurs is schilferend en verbrokkeld met een wit tot grijze kleur.
Na het openbreken van de beurs, bij het tevoorschijn komen van de hoed, wordt de kleur snel grijs.
Het uitzicht kan dan omschreven worden als een gecracqueleerd schilderdoek.
De sporen zijn inamyloïd en rondachtig, (soms) ellipsoïde, met een grootte variërend tussen 9,5 en 11 µm.
Brokkelzakamaniet
auteur : Irene Andersson (irenea) at Mushroom Observer CC 3.0
De brokkelzakamaniet komt zowel voor in loof- als naaldbos in de maanden augustus-oktober op zurige leembodems.
Deze paddenstoel kan gevonden worden onder dennen, berken, lork of sparren.
In gebergtes kan de soort worden aangetroffen onder fijnsparren.
De brokkelzakamaniet kan makkelijk verward worden met de prachtamaniet, de grijze slanke amaniet en de Amanita battare.
De brokkelster (Ophiothrix fragilis (Abildgaard)) is een stekelhuidige uit de klasse van de slangsterren (Ophiuroidea).
De brokkelster werd in 1789 voor het eerst wetenschappelijk beschreven door Abildgaard, in O.F. Müller.
Engels : Ophiothrix fragilis, common brittle star Duits : Ophiothrix fragilis, Zerbrechlicher Schlangenstern Frans : L'ophiure fragile
Het dier bestaat uit een schijf van 2 cm doorsnede en vijf armen tot 7 cm lang.
De kleur varieert.
Zoals alle slangsterren hebben brokkelsterren geen zuignappen aan de voetjes.
Ze slaan hun armen om stenen om zich voort te trekken en om voedseldeeltjes uit het water te vissen.
De Latijnse naam fragilis (breekbaar) dankt het dier aan het feit dat zijn armen gemakkelijk breekbaar zijn.
Nu is dat niet zo erg, want de brokkelster heeft, net als alle zeesterren, een prima regeneratievermogen.
Ze komen voor onder stenen en zeewier tot 500 m (incidenteel zelfs tot 4.000 m!) diep.
Het schijnt, dat hoe dieper de dieren leven, hoe feller de centrale plaat gekleurd is en hoe langer en breekbaarder de armstekels zijn.
Het is een algemeen voorkomende soort, die in sommige jaren - vooral na zachte winters - hele tapijten kan vormen van wriemelende armen.
Dit kan zo erg worden, dat het een plaag wordt.
Andere dieren worden verstikt of krijgen geen voedsel meer, omdat de brokkelsterren alles opeten.
Dit is de laatste jaren in de Oosterschelde enige malen opgetreden.
De verspreiding is van de Oostzijde van de Atlantische Oceaan, van Noorwegen tot Zuid-Afrika, ook in de Middellandse Zee komen ze voor.
Brokkelster bij een anemoon
auteur : PedroPVZ CC 3.0
De voortplantingsorganen zitten op de onderkant van de centrale schijf, tussen de armen.
Er zijn mannetjes en vrouwtjes, alhoewel je ongeveer een brokkelster moet zijn om het verschil te kunnen zien.
Er zijn nauw verwante soorten die aan broedzorg doen, maar de brokkelster laat de geslachtscellen gewoon los in het water.
Daar vindt de bevruchting plaats.
Er ontstaan weer (net als bij andere stekelhuidigen, maar wel met vormvariaties per soort) speciale pluteuslarven, kunstwerkjes om te zien, die na een verblijf in het plankton een gedaanteverwisseling ondergaan en uitgroeien tot volwassen brokkelsterren.
Bron : - Wikipedia CC 3.0
- www.soortenbank.nl
- tinternet
De broker is een van de twee rollen die een lid van de effectenbeurs kan vervullen.
De andere mogelijke rol is de dealer.
Broker is een Engelse term en in het Nederlandse komt "effectenmakelaar" nog het dichtste in de buurt.
De term beurshandelaar geldt voor beide rollen, broker zowel als dealer, en maakt het onderscheid niet.
De term broker slaat overigens zowel op een persoon als op een bedrijf.
De broker als persoon is degene die actief handelt, de broker als bedrijf is degene die de handelaren (plus ondersteunend personeel) in dienst heeft.
Engels : Stockbroker Duits : Börsenmakler Frans : Un agent de change
Spotprent van stock brokers in San Francisco, jaren 1860
auteur : Edward Jump - vrije foto
Een broker is een lid van de beurs die uitsluitend in opdracht van anderen werkt.
De broker neemt opdrachten aan van andere partijen zoals particuliere klanten en van institutionele beleggers als pensioenfondsen.
Hij kan als "makelaar" een koper en een verkoper bij elkaar brengen, of een grote order zelf uithandelen op de beurs.
Een broker kan actief zijn in alle financiële producten zoals aandelen, opties en obligaties.
Het is de broker ten strengste verboden om voor eigen rekening en risico op de beurs te handelen.
Een broker haalt zijn inkomsten uit de commissies op de transacties en heeft zelf geen belang bij de richting van de beurs.
Er zijn wel beursmembers die beide rollen mogen vervullen, de broker-dealer members.
Deze bedrijven moeten wel aan strenge eisen voldoen voor wat betreft de interne scheiding van de twee rollen, handelen voor klanten en handelen voor eigen rekening mogen nooit vermengd worden.
Deze interne scheiding werkt via Chinese Walls, afdelingen die zich binnen een bedrijf hiermee bezig houden moeten strikt gescheiden blijven.
Anders zou een member bijvoorbeeld zijn klanten kunnen adviseren om te verkopen zodat hij vervolgens zelf goedkoop kan aankopen of vice versa.
Brokers op de werkvloer (Londense beurs 1/04/97)
foto REUTERS op einestages.spiegel.de
Beleggersbanken zoals Binck fungeren als broker voor particulieren.
Grote banken zoals Fortis, Rabobank en Dexia zijn nagenoeg altijd broker-dealer.
Onafhankelijke pure brokers voor voornamelijk institutionele partijen zijn bijvoorbeeld Icap, AFS, Tradition en Aespen.
Er bestaan verschillende manieren voor brokers om kopers en verkopers van effecten bij elkaar te brengen.
Electronisch. Het automatisch doorgeven van beleggingsorders naar de centrale markt op de beurs is anno 2008 standaard voor particuliere orders bij beleggersbanken.
Voice Brokerage. Brokers zoeken telefonisch naar een tegenpartij onder de market makers en institutionele klanten voor een bepaalde order. Dit geldt met name voor grote transacties.
Dark pools. Anoniem kunnen grote aantallen aandelen ingelegd worden in dark pool systemen van brokers.
Hedendaagse spotprent van een broker
afbeelding op www.galvestoneconomicreport.com
auteur : David Stanowski, Publisher
Brokers brengen de belegger verschillende kosten in rekening.
Per transactie dienen er transactiekosten afgedragen te worden.
Daarnaast wordt soms bewaarloon en regeltarief gehanteerd, die jaarlijks worden verrekend.
Actieve beleggers die veel handelen kunnen vaak gebruik maken van kortingen.
Zo kan er bij transactiekosten een staffelkorting gelden, waarbij geldt dat het tarief per extra transactie lager wordt.
Brokaat is een satijnweefsel waarin goud of zilverdraad is meegeweven.
Meestal wordt er zijde gebruikt, maar tegenwoordig ook kunstzijde.
De wever verwerkt de draden meestal zo dat een patroon ontstaat.
Brokaat is kostbaar, en daarom is het gebruik altijd voorbehouden geweest aan de rijken en machtigen.
Brokaat wordt dan ook vaak teruggevonden in ambtskleding, kroningsmantels, de paramenten van de geestelijkheid en als opsmuk van paleizen en kerken.
Schilders beeldden vroeger heiligen vaak af met brokaten gewaden.
Populaire motieven om in brokaat te weven zijn granaatappel, lelie, blad- en bloemvormen.
Engels : Brocade Duits : Brokatstoff Frans : Un brocart
Zijdebrokaat met goud en zilver uit Rusland
Een typisch gebruik van brokaat is het erekleed dat achter een troon hangt of op schilderijen uit de Renaissance achter een Madonna is geschilderd.
In de mode wordt brokaat spaarzaam gebruikt, het is kostbaar en stug.
In kimono's en andere Japanse gewaden wordt vaak brokaat verwerkt.
Ook in de Westerse "haute couture" en als schoenbekleding komt het nog wel voor.
De Kaäba, het heiligdom in Mekka, krijgt ieder jaar een nieuwe brokaten omhulling.
In de beeldhouwkunst en de architectuur vinden we ook het goedkopere en minder kwetsbare geperst brokaat, waarbij de structuur van brokaat wordt geïmiteerd door een elastische massa van warme bijenwas en hars, verstevigd met loodwit, lijnolie, krijt en lijm in een bewerkte koperen plaat te drukken.
In de koperen plaat kan men, net als bij een etsplaat, heel precies de structuur van een geweven stof etsen.
Na afkoeling worden de vellen geperst brokaat op schilderijen, meubels of houten schermen geplakt, beschilderd en verguld.
Geperst brokaat werd bijna uitsluitend toegepast op hout.
In de Pieterskerk in Leiden is het bij hoge uitzondering op stenen zuilen aangebracht (15e eeuw).
Koningin Beatrix draagt een lange goud brokaat robe-manteau met bordeaux ingeweven patronen.
Copyright Prinsessen van ons land 2012 op prinsessenvanonsland.weblog.nl