Broodpudding (ook bodding genaamd) is een Belgische lekkernij, gemaakt van broodresten, rozijnen, eieren en suiker, waarvan de origine waarschijnlijk in de Middeleeuwen is terug te vinden.
Het is ook populair in de locale keukens van Ierland, Groot Brittannië, Frankrijk, Puerto Rico, Mexico, Malta, Argentinië, Creools Louisiana en de zuidelijke Verenigde Staten.
Engels : Bread pudding Duits : Brotpudding Frans : Le pouding au pain
Broodpudding met gember
foto op de-smaak-van-mieke.skynetblogs.be
Broodpudding wordt gemaakt door (oud) brood en andere bakkerijproducten (broodpudding in bakkerijen bevat vaak ook koffiekoeken) te weken in melk.
Wanneer het brood geweekt is kunnen andere smaakmakers toegediend worden.
Populaire toevoegingen zijn kaneel, suiker, (gedroogd) fruit, cacao, puddingpoeder.
Creoolse broodpudding met vanille whisky sauce
vrije foto
De pudding wordt gebakken in een hete oven (+- 180C) en wordt nadien vaak geglazuurd.
bodding met rozijnen
foto op veggievriendje.be
Een recept voor 8 personen
800 g oud wit brood
6 sneetjes peperkoeken
2 theelepels kaneelpoeder
2 vanillestokjes
12 dl melk
160 g bruine suiker
200 g witte chocolade
6 eieren
1 dl rum
2 klontjes boter
bloem
bloemsuiker
zout
200 g rozijnen
Bereiding :
Verwarm de oven voor op 170°C.
Doe de rozijnen in een schaaltje en schenk er de rum bij. Laat de rozijnen hierin wellen. (Wie geen rum in huis heeft, kan ook cognac of zoete witte wijn gebruiken).
Zet een pot of pannetje op een zacht vuur en schenk hierin de melk.
Snij de vanillestok overlangs en schraap er met de mespunt de zaadjes uit. Voeg de vanillezaadjes en de lege peul toe aan de melk.
Verhit de vanillemelk op een zacht vuur.
Snij ondertussen de sneetjes (oud) brood in grove stukken van zon 2 bij 2 cm. De korstjes kan je gewoon mee versnijden. Doe de stukjes brood in een mengschaal.
Voeg het kaneelpoeder en de bruine suiker toe, samen met de eieren.
Snij de schijfjes peperkoek in kleine brokjes.
Schep ook de gewelde rozijntjes in de mengschaal (zonder het vocht).
Vis de peul van de vanillestok uit de warme melk en schenk de melk over de broodmengeling.
Roer het mengsel zorgvuldig om, zodat het brood en de peperkoek de melk kunnen absorberen. Blijf mengen tot je een egaal beslag verkrijgt. Er mogen best grotere stukjes brood of peperkoek inzitten.
Hak de witte chocolade in fijne stukjes. Gebruik hiervoor een scherp mes. Zo krijg je een mengeling van chocoladeschilfers en kleine chocoladebrokjes. Meng de chocoladestukjes onder het broodbeslag.
Meng eventueel een klein snuifje zout onder het beslag (naar smaak).
Smelt een klontje boter in een pan (op een zacht vuur) en wrijf de cakevorm in met deze vloeibare boter.
Schep er een beetje bloem in en bepoeder zo de hele bakvorm. Schud de overtollige bloem weg. Hierdoor zal de broodpudding na het bakken gemakkelijk loskomen uit de vorm.
Giet het beslag in de bakvorm en strijk het glad.
Bak de cake in een oven van 170°C, gedurende ongeveer één uur. Controleer regelmatig even, want de baktijd is afhankelijk van het type oven dat je gebruikt.
Snij indien nodig de warme gebakken broodpudding los met een scherp mesje.
Laat de cake afkoelen en bepoeder het gebak met een beetje bloemsuiker.
Een broodkaart is een vorm van distributiebon voor het verkrijgen van voedsel.
Broodkaarten werden veelal in muntvorm (ze heten dan ook wel Broodpenningen) gemaakt van een goedkope metaalsoort zoals zink en aluminium.
Broodkaart achtkant
Broodkaart Dendermonde
Bekend zijn de penningen van de socialistische verbruikersorganisatie (of coöperatie) Vooruit (1880-1970), die in 1880, eerst als coöperatieve bakkerij Vooruit, werd opgericht om de fabrieksarbeiders te beschermen tegen de labiliteit van het grootkapitaal.
Broodkaart vierkant
Broodkaart Dendermonde
De achtkantige penningen van Dendermonde werden in aluminium geslagen, de vierkante penningen in zink.
Broodkaart Roeselare
Broodkaart
De penningen dragen dus het jaartal 1880, het stichtingsjaar van de Vooruit in Gent (België), latere uitgaven werden steeds met het jaartal 1880 uitgegeven, Dendermonde (België) sloot veel later aan bij de Vooruit, de datum 1880 bleef echter steeds op de penningen (jetons) staan.
Broodkaart Wetteren
Broodkaart WOI
Broodkaart Nederland
Broodkaart Duitsland
Nieuw lied der broodkaarten (Nederland)
Dit lied is gepubliceerd in Wouters en Moormann, Het straatlied deel 2, Amsterdam 1934, p. 126 en in Wouters, Distributiegijn en -pijn, Amsterdam 1940, p. 12.
Een broodjesvloer, ook wel combinatievloer genoemd, is een dragende vloer waarbij kleine elementen van beton of isolatiemateriaal fungeren als bekisting.
Engels : Beam and block floor, beam and pot floor, beam and EPS floor Duits : Frans : planchers à poutrelles
voorbeeld dwarsdoorsnede van een broodjesvloer
De broodjesvloer wordt samengesteld door allereerst op regelmatige afstand prefab balken van gewapend beton te plaatsen.
Deze balken hebben een omgekeerde T-vorm.
Vervolgens worden dragend op de balken elementen van beton of polystyreen (de "broodjes") geplaatst.
Hierover wordt extra wapening aangebracht, waarna beton wordt gestort om het geheel te koppelen en te verstevigen.
een broodjesvloersysteem met voorgespannen liggers
Het voordeel van de broodjesvloer boven dat van een elementenvloer (waar de vloer wordt opgebouwd uit grotere zwaardere elementen) is dat de broodjesvloer bestaat uit kleinere samen te stellen onderdelen, waardoor deze geschikt is om toe te passen op moeilijk bereikbare plaatsen, zoals een uitbouw achter een woning, onbereikbaar voor vrachtverkeer.
een broodjesvloersysteem van Ploegsteert
Een spaanplaat ondervloer voor parket wordt ook een broodjesvloer genoemd.
Deze broodjesvloer ligt diagonaal onder de plankenvloer.
Een broodjeaapverhaal of stadssage (Engels: urban legend) is een (meestal) verzonnen verhaal dat als waar gebeurd wordt doorverteld.
Vaak ontbreken exacte data, locaties en namen van personen en zijn er ook geen bronnen terug te vinden die het verhaal bevestigen.
Degene die het verhaal vertelt, heeft het veelal via iemand anders gehoord die het op zijn beurt ook weer van iemand anders heeft vernomen.
De oorspronkelijke verteller is hierdoor meestal al even onbekend.
Broodjeaapverhalen zijn vaak sensationele of bizarre anekdotes die inspelen op de al dan niet latente angsten en vooroordelen van mensen.
Over het algemeen zijn veel van deze verhalen compleet verzonnen.
Sommige zijn qua oorsprong wel op een waar voorval gebaseerd, alleen is het verhaal al zo vaak doorverteld dat er van de feiten weinig meer klopt.
Ook verleidelijke pseudowetenschappelijke onzin die al zo vaak is doorverteld dat men algemeen aanneemt dat het waar is, valt onder het broodjeaapverhaal in bredere zin.
Engels : urban legend, urban myth, urban tale, contemporary legend Duits : Moderne Sagen, Großstadtlegenden, moderne Mythen, Wandermärchen Frans : Une légende urbaine, légende contemporaine
Broodje met aap
Het begrip broodjeaapverhaal raakte in Nederland in zwang nadat de schrijfster Ethel Portnoy in 1978 een aantal van dergelijke verhalen had gebundeld in een boekje Broodje Aap.
De folklore van de postindustriële samenleving.
De titel is ontleend aan het verhaal dat in een bepaald restaurant broodjes met apenvlees te koop zouden zijn.
In het Nederlandse taalgebied spreekt men ook wel van een stadssage of, analoog aan het Engelse urban legend, over een stadslegende (hoewel het geen legenden, maar sagen betreft).
De sage en het broodjeaapverhaal zijn nauw aan elkaar verwant.
Broodjeaapverhalen zijn in feite de opvolgers van de traditionele sagen en worden daarom ook wel moderne sage of stadssage (urban legend) genoemd.
Spreekt uit de oude sagen bijvoorbeeld de latente angst voor het bovennatuurlijke, zoals duivels, spoken, heksen en witte wieven, in de hedendaagse sagen zijn dat regelmatig aardse angsten voor rampen, bizarre ongelukken, criminaliteit, moderne technologie en sociale pijnlijkheden.
Moderne sagen worden ook regelmatig verteld om er van te kunnen griezelen.
Broodjeaapverhalen zijn over het algemeen even kort als sagen.
Broodje met aap
Een bekend broodjeaapverhaal is het verhaal van de crimineel met de haak.
Een koppeltje ligt ergens 's nachts aan de kant van de weg in hun auto te vrijen.
Plots vernemen ze via de radio dat er een seriemoordenaar ontsnapt is met een haak aan zijn hand.
Het meisje wordt bang en dwingt haar vriend om haar terug naar huis te rijden.
Na wat gediscussieer brengt de vriend haar dan toch maar thuis.
Als ze uitstappen, zien ze tot hun ontzetting dat er een hand met een haak aan hun autodeur is blijven hangen.
Een voorbeeld van een wetenschappelijk onmogelijk broodjeaapverhaal is het verhaal van de jongen die in het badwater masturbeerde, ejaculeerde en dan de kuip verliet zonder het water te laten weglopen.
Een vrouwelijk familielid (meestal de moeder of de zus) stapt vervolgens in het badwater en is kort daarop zwanger van de jongen.
Broodjes met aap
Popzangeres Mariah Carey zou ooit beweerd hebben dat ze "even slank wilde worden als de arme kinderen in Afrika".
Dit verhaal is een "dom blondje-mop" waar men de naam van een bekend persoon aan heeft gekoppeld om het publiek te amuseren.
Hetzelfde verhaal wordt ook wel eens gekoppeld aan soortgelijke beroemdheden die niet bekendstaan om hun intelligent imago, zoals Britney Spears of Paris Hilton.
Walt Disney zou zich na zijn dood hebben laten invriezen. In werkelijkheid werd hij gecremeerd.
In de riolen van bepaalde steden zouden krokodillen voorkomen, bijvoorbeeld de sewer (alli)gator van New York City.
Steekmuggen zouden op licht afkomen. Dit is niet waar. Hoewel andere insecten wel door licht worden aangetrokken, komen steekmuggen vooral op zweetgeur en het (ook) door mensen uitgeademde koolstofdioxide (CO2) af.
Wanneer Baileys wordt gemengd met dranken als lemon, tonic of bepaalde wijnen kan het stollen. In België en Nederland doet een bekend broodjeaapverhaal de ronde dat het combineren van Baileys en tonic (of andere zuurhoudende dranken) dodelijke gevolgen zou hebben.
Het woord smartlap komt van het beschilderde doek waarmee middeleeuwse straatzangers hun liederen illustreerden.
De geest, huizend in een menselijk lichaam, weegt precies 21 gram, zijnde het spontane massaverlies tijdens het overlijden. Komt voor in de film 21 Grams.
Een man heeft een onenightstand met een vrouw. Als hij wakker wordt blijkt één van zijn nieren operatief verwijderd (in sommige verhalen overkomt het de vrouw).
De broodboom (Artocarpus altilis, synoniem: Artocarpus communis) is een tot 26 m hoge, eenhuizige, in droge tijden bladverliezende boom, die verwant is aan de nangka (Artocarpus heterophyllus) en de tjampedak (Artocarpus integer).
De grijs-bruine stam bereikt een doormeter van 60cm tot 1 meter.
De plant komt van nature voor in Zuidoost-Azië en Polynesië.
Wereldwijd wordt de plant in de tropen tussen beide 17e breedtegraden gekweekt.
Engels : Breadfruit Duits : Brotfruchtbaum Frans : L'arbre à pain
De grote, verspreid staande bladeren zijn glanzend groen en bestaan uit vijf tot elf puntige lobben.
Het blad is tot 90 x 50 cm groot en in omtrek eivormig.
Zijn groene, tot 2 kg zware vruchten met wit vruchtvlees worden voornamelijk als hoofdvoedsel gebruikt in Azië.
De vruchten bevatten tot 22% zetmeel en 1-2% eiwi.
De kleine bloemen groeien per geslacht gescheiden in bloeiwijzen in de bladoksels.
Hieruit ontwikkelen zich tot drie oogsten per jaar, die elk tot 50 vruchten opleveren.
De boom blijft tot 70 jaar productief.
Broodvrucht is de naam voor de vrucht van de broodboom, die bekend is geworden dankzij kapitein William Bligh van de HMS Bounty.
broodvrucht aan de broodboom
auteur : Hans Hillewaert CC 3.0
Eén van de verhalen over de beroemde muiterij op de Bounty was het gevolg van de broodvrucht :
William Bligh heeft 1787 van koning George III de opdracht stekken van de broodboom van Tahiti naar de West-Indië te brengen.
Het moet als een goedkoop voedsel voor slaven in de plaatselijke suikerrietplantages dienen.
Dit was de eerste door een overheid gesteunde poging om een economisch belangrijke plant te verbouwen op een nieuwe locatie.
De matrozen van de Bounty, waren echter verontwaardigd dat het kostbare drinkwater werd gebruikt voor de irrigatie van de zaailingen op het schip en gooiden de lading overboord.
broodvrucht
auteur : US Pacific Basin Agricultural Research Center - vrije foto
Als hoofdvoedsel wordt de broodvrucht vooral in Polynesië, het Caraibisch gebied, in Zuid-India en Sri Lanka gebruikt.
De broodvruchten worden groen geoogst, ze is goudgeel als ze rijp zijn en dan hebben ze een sterke, zoete smaak.
Onrijpe vruchten worden gekookt als groente of als puree verbruikt.
Het gebruik ervan is net zo divers als met aardappelen, je kunt ze bakken, in salades verwerken, enz. met behulp van dezelfde recepten.
Wanneer ze volledig rijp zijn is het fruit rauw eetbaar.
De vrucht bevat 16 tot 24 grote kastanjevormige vruchten en daarvan worden de zetmeelrijke zaden na het branden tot meel gemalen.
Zo worden ze verwerkt in deeg en tot brood gebakken.
De bronzen pantsermeerval (Corydoras aeneus) is een vis uit de familie pantsermeervallen (Callichthyidae).
Ze zijn wijd verspreid in Zuid-Amerika aan de oostelijke kant van de Andes, van Colombia en Trinidad tot het Río de la Plata bassin.
Ze werden oorspronkelijk beschreven als Hoplosoma aeneum door Theodore Gill in 1858 en zijn ook wel aangeduid als Callichthys aeneus.
Engels : bronze corydoras, green corydoras, bronze catfish, lightspot corydoras, wavy catfish Duits : Metallpanzerwels, Goldstreifenpanzerwels Frans : La Corydoras vert, Corydoras cuivré
Bronzen pantsermeerval
vrije foto
De lengte is ongeveer 6,5 centimeter voor de mannetjes, vrouwtjes worden ongeveer 7 cm en de gemiddelde levensverwachting is ongeveer 10 jaar.
Het heeft een geel of roze lichaam, witte buik, en is blauw-grijs over zijn hoofd en rug.
De vinnen zijn geel of roze en vlekkeloos.
Zoals bij de meeste Corydoras hebben de rug-, borst-en vetweefsel vinnen een extra scherpe weerhaak en geven een zwak gif af aan vissen die proberen om hen aan te vallen gestoken worden.
Een bruin-oranje patch is meestal aanwezig op het hoofd, net voor de rugvin, en is het meest onderscheidende kenmerk wanneer bekeken van boven.
Hun bovenzijde heeft vaak een groenachtige kleur, wat de reden is van de algemene naam van deze vissen, de groene Corydoras.
Hij voedt zich met wormen, schaaldieren, insecten en planten.
Corydoras aeneus
vrije foto op www.free-pet-wallpapers.com
In de natuur is de voortplanting met het begin van het regenseizoen, waardoor de chemie van het water verandert.
Vrouwtjes paaien 10 tot 20 ei-koppelingen met meerdere mannen tegelijk, maar een hele ei koppeling wordt geïnsemineerd met sperma van één mannetje.
Bronzen pantsermeervallen hebben een unieke methode van de inseminatie.
Wanneer deze vissen gaan paaien zal de man zal zijn buik naar de vrouw leggen.
Het vrouwtje zal zich met haar mond hechten om de genitaliën van de man, wat zorgt voor de bekende "T-stand" welke vele Corydoras tentoonstellen tijdens de balts.
De vrouwelijke corydoras zal dan de zaadcellen drinken.
Het sperma beweegt snel door haar darmen en wordt afgevoerd samen met haar eieren in een zakje gevormd door haar buikvinnen.
Het vrouwtje kan dan wegzwemmen en het zakje ergens anders storten.
Omdat de T-positie ook wordt getoond bij andere soorten dan alleen C. aeneus , is het waarschijnlijk dat ze ook eenzelfde gedrag vertonen.
In het wild, worden de eitjes gelegd op waterplanten.
albino van de bronzen pantsermeerval
vrije foto
De bronzen pantsermeerval is waarschijnlijk de meest populaire onder de corydorassoorten bij aquariumliefhebbers.
Hij wordt jaarlijks in grote hoeveelheden gekweekt en vervoerd over de hele wereld.
Het zijn nuttige aquariumvissen die ondanks hun kleuring niet opvallend of ongewoon zijn.
Veel aquarianen zijn gefascineerd door de gewoonten van deze vissen.
Ze kammen onophoudelijk de bodem van het aquarium af naar voedsel en laten zich door niets storen, ze verwerken het afval dat losjes is neergedaald op de bodem.
Zij worden best gehouden in groepen van 5 of meer en zijn de ideale visjes voor een gezelschapsaquarium.
Andere Corydoras soorten kunnen worden geplaatst in dezelfde aquarium, ondanks de sterke gelijkenis die vele soorten vertonen met elkaar, de soorten hebben de neiging zich te scheiden en zich alleen bewegen onder hun eigen soort.
Een albino ras werd speciaal gekweekt voor aquaria.
De Bronx Zoo (oorspronkelijk Bronx Zoological Park and the Bronx Zoological Gardens) is een dierentuin gelegen in het Bronx Park in New York City.
Het is de grootste stadsdierentuin in de Verenigde Staten en beslaat 107 hectare, de dierentuin ligt ten zuiden van de New York Botanical Garden.
In 2010 huisvestte de dierentuin meer dan 4000 dieren van 650 soorten, waarvan vele bedreigde diersoorten.
Één van de ingangen van de Bronx Zoo
auteur : Stavenn CC 2.0
Het land was van de Universiteit van Fordham toen de dierentuin en de New York Botanical Garden er zich op vestigde.
Fordham verkocht het voor $ 1.000 aan de stad met als voorwaarde dat het lang zou gebruikt worden voor een dierentuin en tuin, dit was om een natuurlijke buffer te maken tussen de campus en de stedelijke expansie die naderde.
Plattegrond van de Bronx Zoo
afbeelding op www.kwaree.com
In de jaren tachtig van de negentiende eeuw kwam de stad met een idee voor het land om er een park van te maken.
In de jaren negentig charterde de stad de New York Zoological Society (later hernoemd naar de Wildlife Conservation Society) om een dierentuin op te richten.
Toenmalig directeur William Hornaday voedert een grote koedoe (1920)
vrije foto
De dierentuin opende voor het publiek op 8 november 1899, het park bevatte destijds 843 dieren.
Heins & LaFarge ontwierp de originele gebouwen als deel van een serie Beaux-Arts paviljoens.
Momenteel lopen er allerlei tentoonstellingen, zowel indoor als outdoor.
De Bronx Zoo wordt ook continue aangepast en gemoderniseerd aan de dagelijkse noden.
De bronskopeend (Anas falcata) is een decoratieve siereend, die gemakkelijk te houden is.
De verspreiding van de bronskopeend is Midden-Siberië tot Noord-Japan in moerassen, woudzone, 's winters op rijstvelden en vaak in zoetwatermeren.
De bronskopeend komt als dwaalgast voor in Nederland en, België.
Engels : Falcated Duck, Falcated Teal Duits : Sichelente Frans : Le Canard à faucilles
Bronskopeend - mannetje
auteur : Tony Hisgett CC 2.0
Kleiner dan de wilde eend.
De woerd heeft een kastanjerode kruin.
De voorkant van de kop en de wangen met brons-purperen weerschijn, brede groene band begint bij het oog en gaat over in de langgerekte kap achter op de kop.
Keel en de voorhals zijn wit met een zwarte halsband.
Rug en borst zijn wit met zwarte, geschubde bandering.
De vleugeldekveren zijn lichtgrijs met witte punten.
Aan beide kanten van de staart zitten sikkelvormige, zwart-witte, afhangende vleugelveren.
Onderstaartdekveren zijn zwart met een grote roomkleurige zijvlek.
De flanken en de buik zijn zwart-wit gestreept.
Het vrouwtje ziet er bijna hetzelfde uit als de wilde eend maar met enigszins verlengde halsveren.
Anas falcata -vrouwtje
auteur : Dick Daniels CC 3.0
De bronskopeend is een decoratieve siereend en heeft niet veel verzorging voor nodig.
Voor een groot deel herbivoor.
Bij het houden van meerdere paren wordt gemeenschappelijk gebaltst door zowel woerden als vrouwtjes.
Het fokken is niet moeilijk waar tegenwoordig alleen gefokte vogels worden aangeboden, die zelfs bij rijk beplante tuinvijvers broeden.
De nesten zijn vaak iets van het water verwijderd tussen de struiken, niet in broedhokken of nestkasten.
De legtijd is half mei tot half juni.
Het legsel zijn meestal 6 tot 10 bruinig gele eieren.
De broedduur is 25 tot 26 dagen.
Jongen zijn na een jaar al geslachtsrijp.
Bronskleurig eekhoorntjesbrood (Boletus aereus) is een boleet uit de familie Boletaceae die veel gegeten wordt in Baskenland en Italië.
Bronskleurig eekhoorntjesbrood komt vooral in Centraal- en Zuid-Europa veel voor.
In koudere klimaten zoals dat in Nederland en België, is zijn voorkomen zeldzaam.
Engels : Boletus aereus Duits : Bronze-Röhrling, Schwarzhütige Steinpilz Frans : le bolet bronzé, Cèpe tête-de-nègre
Het bronskleurig eekhoorntjesbrood heeft zijn ietwat verouderde naam te danken aan de tint van zijn hoedje, dat chocoladekleurig en soms bijna zwart is.
Hij is vroegrijp en komt veelvuldig voor in de loofbossen van Zuid-Europa, want hij is dol op warmte en licht.
Kenmerkend voor deze paddestoel is de kastanje- tot zwartbruine hoed die opvallend contrasteert met de wittige poriën van jonge exemplaren.
De hoed is vijf tot twintig cm breed, halfbolvormig, uitgespreid tot bijna vlak, heeft dik vlees en vertoont vaak rimpels.
Het oppervlak is eerst fluwelig, later glad, en kastanje-, donker- tot zwartbruin.
De buisjes hebben wittige tot bleke poriën totdat de paddestoel volgroeid is, daarna kleuren ze groengeel om uiteindelijk bruinig te worden.
De steel, vijf tot twaalf cm lang en twee tot zes cm dik, is eerst bol, later knots- of cilindervormig en bruin tot roodbruin.
Bovenaan de steel voor tweederde deel bedekt met een fijn netpatroon in dezelfde kleur als de hoed.
Het vlees is dik en aanvankelijk heel stevig, later wordt het zachter.
Op een breukvlak verandert het niet van kleur.
Het is vrijwel reukloos als het vers is en ruikt naar cumarine bij verdroging, de smaak in overheerlijk.
Deze soort kunt u van mei tot oktober ontmoeten onder eiken, minder vaak onder beuken en kastanjes en alleen maar in gebieden met een thermofiele flora.
Hij groeit zowel in het laagland als in heuvellandschap, maar komt zelden algemeen voor.
Vanwege de heerlijke smaak leent dit eekhoorntjesbrood zich voor allerlei culinaire doeleinden.
Het lekkerst zijn de gedroogde paddestoelen, omdat het aroma door het droogproces wordt versterkt.
Bron : - Wikipedia CC 3.0
- www.worldexplorer.be
- tinternet
Deze kikker wordt niet langer dan 6 centimeter en de kleur van de rug en poten is roodbruin, de buik is wit en over het hele lijf zitten kleine, zwarte wratjes.
Vanwege het gedrongen lichaam en stompe kop denkt men eerder aan een pad-achtige als men deze kikker ziet.
De bronskikker houdt van klimmen, en zit meestal in bomen of struiken langs beken en rivieren en blijft altijd in de buurt van water.
De pupil is horizontaal en deze soort komt voor in Ecuador, in vochtige regenwouden in bergachtige streken en vaak bij watervallen en rotswanden.
Het is een nachtactieve soort die zich overdag verstopt tussen bladeren van planten en tijdens de schemering gaat jagen op insecten, wormen en andere kleine ongewervelden.
Bij het lokken van het vrouwtje maakt het mannetje harde blaffende geluiden die wel duidelijk hoorbaar zijn, maar in vergelijking met familiegenoten qua geluid meevallen.
Deze kikker heeft een enorm territorium waar vaak het hele leven in wordt doorgebracht en soortgenoten bevochten worden als ze te dichtbij komen, vooral geslachtsgenoten.
Brons is een legering van koper en tin (ca. 10 tot 30%).
De legering heeft een roodachtige tot gelige kleur, afhankelijk van het tingehalte.
Door corrosie ontstaat een groene oxidelaag.
Engels : Bronze Duits : Bronze Frans : Le bronze
Bronzen spiegel met draakmotief (Tang Dynastie)
auteur : Gary Lee Todd CC 3.0
De ontdekking van brons maakte het mogelijk voor mensen om metalen objecten te creëren die beter waren dan dat daar voor mogelijk was.
Gereedschappen, wapens, uitrustingen, en verschillende materialen om dingen mee te bouwen, zoals gedecoreerde tegels, gemaakt van brons waren harder en sterker dan steen en koper, de voorlopers van brons.
Aanvankelijk werd brons gemaakt van koper en arsenicum.
Later gebruikte men tin, wat het enige type brons werd in de late 3de eeuw voor christus.
Tin brons was beter dan arseen brons omdat het gemakkelijker was om het te maken (Omdat tin beschikbaar was als een metaal) en het sterker en makkelijker toe te passen was bij het maken van brons producten.
Ook, in tegenstelling tot arseen, is tin niet giftig.
Het eerste tin-bevatte brons wijst terug naar de late vierde eeuw voor christus in Susa (Iran) en een aantal oude delen in China, Luristan (Iran) en Mesopotamië (Irak).
Koper en tin ertsen worden zelden samen gevonden (Op een oud deel in Thailand en een deel in Iran na).
Dit heeft altijd de ruilhandel beïnvloed voor onder andere brons werken.
In Europa was de grote bron voor tin in Groot-Brittannië op de stortplaats voor ertsen in Cornwall, welke verhandeld werden tot Phoenicia in de oosterse mediterraan.
Desondanks brons in het algemeen harder en sterker is dan ruig ijzer, met vickershardheid van 60-258 tegen 30-80, de bronstijd werd al snel de ijzertijd, dit gebeurde omdat ijzer makkelijker te vinden en makkelijker te verwerken was.
Brons werd nog steeds gebruikt in de ijzertijd, bijvoorbeeld door officieren in het romeinse leger die bronzen zwaarden hadden.
Soldaten hadden ijzereren zwaarden.
Brons is door de toevoeging van tin harder en minder buigzaam dan koper en heeft een kleinere buigsterkte, het heeft een grote dichtheid waardoor het in de bouw en constructie weinig toepassingen heeft, wel kan het makkelijk gegoten worden.
Door de toevoeging van de tin heeft het een lager smeltpunt dan puur koper.
Bronzen beeld van Jason Thompson - Dagdromer
auteur : Samiam26 CC 3.0
De periode in de geschiedenis waarin de mensheid op grote(re) schaal gebruikmaakte van voorwerpen gemaakt van brons, heet traditioneel de bronstijd.
Brons is het eerste metaal (op enkele eerdere voorwerpen van koper uit het neolithicum na) dat in de lage landen door de mens werd gebruikt, ter vervanging van steen in het paleolithicum.
Het is een taai en corrosiebestendig materiaal, dat zich goed leent voor bewerking.
Een bronzen oppervlak krijgt na een zekere tijd een groen patina.
Bronzen voorwerpen, van heel kleine tot heel grote, worden gegoten volgens de bronsgiettechniek.
Kerkklokken zijn (net als vele standbeelden) vrijwel altijd van brons.
Kerkklokken hebben in verhouding met ander gegoten bronzen voorwerpen (10%) een hoger percentage aan tin (20%).
Brons wordt soms verward met messing, vooral wanneer het materiaal verweerd is.
Nieuwe bronzen objecten zijn gemakkelijker te onderscheiden aan de kleur.
Messing is wat geel van kleur en brons is meer rood/roze van kleur.
De bronforel (Salvelinus fontinalis) is een vis die oorspronkelijk voorkwam in Noord-Amerika van de Hudsonbaai en noordoost Canada tot de bovenlopen van de Mississippi en de oostkust van de VS van de staten New Jersey tot Noord-Georgia.
Engels : brook trout, eastern brook trout, speckled trout, squaretail, coaster trout, coasters Duits : Bachsaibling Frans : Le saumon de fontaine, omble de fontaine, truite mouchetée
Bronforel
auteur : Karelj - vrije foto
Deze vissoort is op grote schaal geïntroduceerd in de rest van Noord-Amerika, Zuid-Amerika, Azië, Europa en Zuid-Afrika, meestal in bergbeken.
Er zijn zichzelf instandhoudende populaties ontstaan onder andere op Corsica, Tsjechië en Zuid-Duitsland.
Bronforel
auteur : Engbretson, Eric - vrije foto
De gemiddelde lengte van deze vis is ca. 26 cm, de maximumlengte 86 cm en het maximumgewicht 9,4 kg.
In het oorspronkelijke verspreidingsgebied komen zowel anadrome (een anadrome vis is een vis die vanuit zee de rivieren optrekt om te paaien.) populaties voor als wel populaties die alleen in zoetwater blijven.
Uitgezette exemplaren komen voor in de Geul en Maas.
De bronforel kan zich in Nederland niet voortplanten.
Hij voedt zich met kleine waterbeestjes (macrofauna), soms kleine visjes.
Er bestaan ook bij opkweken kunstmatig verkregen (onvruchtbare) bastaarden met de forel, de zogenaamde tijgerzalm of tijgerforel (vanwege de fraaie tekening).
Daar waar gezonde populaties van de wilde forel aanwezig zijn met hetzelfde formaat als de bronforel, zal de wilde forel domineren over deze exoot.
Deze vissoort staat in de (Nederlandse) Visserijwet.
Het vangstseizoen is van 1 oktober tot en met 31 maart gesloten, verder geldt een minimummaat van 25 cm.