De jacht-ruit werd voor het eerst beschreven in de Vestiarium Scoticum (1842). De Barclays hebben ook een dress-tartan, die voor feesten en formele aangelegenheiden worden gebruikt. De naam werd oorspronkelijk als Berchelai gespeld en kan de Anglo-saxische spelling zijn van Beau (mooi) en lee (veld of weide).
De Barclays hebben hun wortels in Normandië. Roger de Berchelai en zijn zoon John kwamen met het gevolg van Margaretha aan in Schotland. Wegens hun goede diensten kregen ze de landerijen van Towie. De Barclay-familie bezaten ook een kasteel, Towie Barclay Castle, maar door een sterk geloof in een vloek, die alleen de mannen zou treffen, hebben ze die van de hand gedaan en kwamen in de handen van de bestuurders van Robert Gordon's Hospital.
Barcley jacht-ruit
Een aantal Barclays hadden hoge posities. Zo was Sir David Barclay bevriend met Robert Bruce en was Walter de Berkeley schatbewaarder van Schotland.
Ze hadden ook veel te maken met de Quakers. Beroepssoldaat David Barclay had gediend in het Zweedse leger van Gustavus Adolphus. Hij keerde terug naar Schotland, toen daar een burgeroorlog uitbrak en vocht voor de koning. Hij werd echter beschuldigd van vijandiggezindheid tegen de staat en werd in Edinburgh opgesloten. Hij bekeerde zich tot het Quakergeloof. Zo schreef Robert schreef Apologica, Vindication of the Principles and Doctrines of the People Called Quakers (Verklaring en Rechtvaardiging van de Grondbeginselen en Leer van de Mensen die Quakers worden genoemd). Dit werd in alle Europese talen vertaald. Hij had ook een grote aandeel in het idee om in Amerika een stad van broederschap te bouwen. De tweede zoon David ging naar Londen en werd een rijk koopman. Hij verwierf een stuk land in Jamaica en bevrijdde daar slaven en leerde hun een vak.
de Barclay Dress Tartan
Een andere Barclay werd de 'Grote Wandelaar' genoemd. Dit was Kapitein Robert Barclay-Allardyce, de laatste Laird van Urie. Zijn grootste prestatie was in 1000 uur 1000 mile (1609 km) af te leggen. Vijf dagen later ging hij met zijn regiment de strijd met Napoleon aan.
Nog een andere Barclay die tegen Napoleon had gevochten was de Russische Schot Michael Andreas Barclay. Hij had een groot aandeel in het overwinnen van Napoleon met zijn techniek 'de geschroeide aarde', dat bestond uit zich terugtrekken en de grond platbranden. Hierdoor moesten de troepen van Napoleon wegens honger en kou zich terugtrekken. Michael werd daarna met eerbewijzen overstelpt.
De Barcelona-stoel (model 250L) is een zetelstoel naar het ontwerp van architect Ludwig Mies van der Rohe en interieurontwerpster Lilly Reich.
Deze stoel uit 1929 is bedacht voor het Duits paviljoen van de wereldtentoonstelling dat tijdelijk in Barcelona opgericht werd. Bij deze stoel hoort een voetbank in dezelfde materialen als de stoel. De stoel draagt duidelijk het stempel van de ontwerper: eerlijk, functioneel, elegant zonder franje zijn adagium indachtig less is more. De stoel is geïnspireerd op een antieke vouwstoel door de in kruisvorm verchroomde poten. In de aanvang waren er twee exemplaren present.
barcelona stoel met voetbank ( 8000)
In een verder leven vond deze luxe uitstralende stoel zijn plaats in kantoor- en bankgebouwen. De officiële productie is sinds 1948 onder licentie van Knoll International. De Kortrijkse firma De Coene verkreeg in 1952 de licentie voor de Benelux om de stoel voor Knoll te produceren. De lederen handtassen fabriekant Delvaux maakte de handgemaakte kussens. De stoel met bijhorende kruk kost nu 8000 doordat er veel uren handwerk mee gemoeid is. Een ingegraveerde handtekening van Mies van der Rohe geeft het waarmerk van echtheid.
barcelona stoel met voetbank replica ( 595)
Deze zetelstoel genoemd "Model 250L Barcelona-stoel" heeft als technische kenmerken:
- frame: hard veerkrachtig plat staal met hoogglans, verchroomde afwerking, zware tuiglederen singels ondersteunen de kussens - bekleding: afzonderlijke kussens voor rug en zit, in schuimrubber van verschillende dichtheid; gestoffeerd met bies, en knopen in hoog kwaliteitsleder, elk ledervlak is op afzonderlijke mal gesneden
Een barcarolle (ofwel gondellied, van het Italiaanse barca = 'boot') is een volksliedje dat gezongen wordt door Venetiaanse gondeliers, of een muziekstuk dat in die stijl is gecomponeerd. Doorgaans is de barcarolle in een wiegende 6/8 maatsoort genoteerd.
De twee beroemdste barcarolles uit de klassieke muziek zijn die van Jacques Offenbach, uit zijn opera Hoffmanns vertellingen, en de Barcarolle in Fis majeur, op. 60, van Frédéric Chopin voor solo piano.
Ook Giuseppe Verdi (1813-1901) nam een barcarolle op in zijn opera Un ballo in maschera. Deze opera speelt zich dan ook af in Italië, en dit stukje wordt gezongen naar een gondelier toe.
video indien nodig ActiveX toestaan
Andre Rieu tijdens een concert in Toscane. Carmen Monarcha en Carla Maffioletti zingen Jacques Offenbach's Barcarolle. Uit de opera "The tales of Hoffman".
Dit bedrijf begon zijn productie in 1926 voortvarend. Er werd een groot scala van motorfietsen aangeboden: 125-, 175-, 250- en 350 cc-modellen, zowel kop- als zijkleppers met inbouwmotoren van JAP en Blackburne.
Vanaf 1933 werden ook 100- en 150 cc tweetakten met Villiers-blokken geleverd. Later volgden ook nog 150- en 250 cc JAP-kopkleppers in diverse uitvoeringen. Met 175- en 250 cc JAP-racemotoren werden enige kleine successen behaald, o.a. door Gaston Barbé, zoon van de oprichter, die echter onder de schuilnaam "Dickwell" reed.
In 1934 kon het merk het echter niet meer bolwerken en verdween het van het toneel.
Een barbier houdt zich bezig met het scheren, knippen en verzorgen van baarden en snorren. Tevens is hij vaak herenkapper.
Barbier een zeer oud beroep die bij de Egyptenaren al in hoog aanzien stond. De naam is afgeleid van het Latijnse barba dat baard betekent. Vanaf de 14de eeuw begonnen de barbiers zich te verenigen in gildes, een soort beroepsverenigingen.
originele barbier zaak in Cuenca, Equador auteur : Alfredobi
In de middeleeuwen omvatte het werkterrein van de barbier ook dat van chirurgijn, een soort tandarts en geneesheer. Het kiezen trekken en aderlaten waren de meest voorkomende behandelingen. Aan dit laatste herinnert de rood-witte stok bij de ingang van de kapperswinkel.
leerlingbarbier in Damascus auteur: Hendrik Dacquin CC
Het scheren van de baard gebeurt met een zeer scherp scheermes dat op leren banden gescherpt wordt. Door de ontwikkeling van het scheertoestel en het elektrische scheerapparaat raakt het beroep in Europa en Noord-Amerika steeds meer in onbruik. In veel Aziatische en Afrikaanse landen wordt het beroep van barbier echter nog steeds beoefend, vaak op straat, in combinatie met schoenenpoetsen.
De Barbet is een hondenras dat afkomstig is uit Frankrijk. Het is een jachthond die vooral gebruikt wordt voor het apporteren van geschoten waterwild. Het is vooral een prettige huis/gezinshond en tegenwoordig wordt de Barbet ook getraind als geleidehond. Het ras wordt ook wel Franse waterhond genoemd. Het dier heeft krullen over het gehele lichaam en een baard. Aan deze baard heeft het ras de naam Barbet te danken. Omdat de vacht niet verhaart, is deze hond vaak geschikt voor mensen met een allergie voor hondenhaar. De vacht wordt een paar keer per jaar ingekort met schaar of tondeuze. Het is een oud ras, waar waarschijnlijk diverse rassen, waaronder de Poedel uit is voortgekomen. Een volwassen reu is 58-65 centimeter hoog, een volwassen teef 53-61 centimeter.
barbet auteur : Nya
De Barbet is evenwichtig, meegaand, zeer aanhankelijk en trouw, levendig, vriendelijk, vrolijk en intelligent.
De Barbet leert relatief snel, is gevoelig voor de stem van de baas, die hij het graag naar de zin wil maken. Wel heeft hij een consequente opvoeding nodig net als heel veel andere rassen. De Barbet gaat goed om met soortgenoten en andere huisdieren. Ook de omgang met kinderen zal in de regel geen problemen geven. Bij onraad verheft de Barbet zijn stem, maar verdere actie komt er niet. De Barbet is van oorsprong een werkhond, die dol is op water en graag apporteert. De hond is graag bij zijn gezin en is een heerlijke huishond, beslist geen kennelhond. De Barbet gaat met veel plezier mee op de wandeling en vindt het heerlijk om zich dan ook regelmatig onaangelijnd te kunnen uitleven.
barbetpups Foto Amy : Indigodog
De Barbet werd ingezet bij het fokken van diverse latere rassen, zoals waarschijnlijk de Briard, Poedel, New Foundlander en Griffon. Na de tweede wereldoorlog had de Barbet zoveel terrein verloren door de opkomst van deze moderne rassen, dat hij helaas bijna uitstierf. Sinds de jaren 70 is men in Frankrijk begonnen het ras terug te fokken en daardoor is de populatie gelukkig weer aan het groeien.
De Barbera druif komt vooral voor in Noordwest-Italië. Het is een druivensoort die probleemloos op allerlei bodemsoorten gedijt en een royaal volume per hectare kan leveren. Kenmerkend voor wijn van deze druif is een hoge natuurlijke zuurgraad, een licht bitter aroma van kersen (soms ook rood fruit) en een laag tannine-gehalte. Lang werd Barbera als een tweederangs druif beschouwd. Sinds de jaren tachtig van de vorige eeuw is men in toenemende mate kwaliteitswijnen van deze druif gaan maken.
Toonaangevende Italiaanse herkomstbenamingen zijn Barbera dAlba, Barbera dAsti en Barbera del Monferrato. De druif groeit onder andere ook in Argentinië en Californië.
Ingredienten: 8 kleine inktvisjes, 3 bladeren snijbiet, 1/2 ui, 4 tenen knoflook, 1 bosje peterselie, 2 chipolata-worstjes in blokjes, 100 g boter, 80 g gare rijst, zeezout, peper, 3 lepels witte wijn, 1 lepel olijfolie, 3 lepels paneermeel, 1 stengel bleekselderij, 4 sjalotjes, 4 tenen knoflook voor de saus, 1 fles rode cotes de provence, tijm, 1/2 laurierblad, 1 dl kreeftensoep, 300 g aubergines, olijfolie, sap van 1 citroen, peper, 12 kleine filets rode barbeel
Bereidingswijze: Maak de inktvisjes schoon, snij koppen en vinnen klein. Zet zolang in de koelkast. Snij de nerf en bladeren van de snijbiet in stukjes en blancheer kort in kokend water. Laat schrikken en uitlekken. Schil ui en knoflook, snijd beiden fijn en hak de peterselie. Fruit de ui, voeg de stukjes inktvis, knoflook, worst, snijbiet, rijst en peterselie toe. Breng op smaak met zout en peper. Laat afkoelen. Vul de inktvisjes met het mengsel en steek tandenstokers door de uiteinden. Zet in de koelkast. Snij voor de saus de bleekselderij in stukken, hak de sjalot fijn en pel de knoflook. Breng de wijn aan de kook en flambeer die. Voeg selderij, tenen knoflook, sjalot, tijm en laurier toe en laat koken tot vrijwel alle vloeistof is verdampt. Doe de soep erbij, kook 3 minuten en zet warm weg. Was en schil de aubergines en snij in blokjes. Breng aan de kook, giet af en verdeel over een theedoek. Houd apart. Verwarm de oven voor op 200 graden. Verdeel de gevulde inktvis ober een met olijfolie ingevette ovenschaal en bak 10 minuten. Haal ze dan uit de oven, verwijder de tandenstokers, bestrooi royaal met peper en besprenkel met citroensap. Verwarm olijfolie en aubergines in een pan en breng op smaak met zout en peper. Bak de vis kort in hete olijfolie, eerst aan de huidkant, dan aan de andere kant. Verdeel de aubergines over de borden. Giet de saus er omheen. Verdeel de vis over de groenten en doe de inktvisjes erbij.
Bereidingswijze: Vet een ovenschaal in. Maak de vis goed schoon. Boen de citroenen schoon en snijd ze in plakjes. Ontvel de tomaten en snijd ze in plakjes. Maak de uien schoon en snijd ze in dunne ringen. Verdeel de helft van de uienringen over de bodem van de ovenschaal en bestrooi dit met de helft van de peterselie en leg er dan de rest van de uienringen op. Verdeel hierover de helft van de tomatenplakjes en steek het laurierblaadje ertussen. Leg hierop de vis en bestrooi de vis met wat zout en paprikapoeder. Verdeel om en om de plakjes tomaat en plakjes citroen over de vis. Strooi hier de rest van de peterselie over en leg hier en daar een vlokje boter. Leg een deksel op de schaal of dek de schaal af met aluminiumfolie. Zet de schaal 40 minuten in een voorverwarmde oven van 220 graden. Haal de laatste 10 minuten de deksel eraf.
Men kan met barbeel bv. ook een waterzooi van vis of tagliatelle bereiden. Of gewoon bakken in de pan.
De barbeel (Barbus barbus) is een gestroomlijnde karperachtige vis van de middenlopen van rivieren, de zogenaamde barbeelzone.
De barbeel is een bijna rolronde langgerekte vis met puntige kop, een onderstandige bek, twee grote baarddraden in de mondhoek en twee baarddraden aan de punt van de bovenkaak. De buik en de onderkant van de snuit zijn wat afgeplat.
De staartvin is ingesneden en de rugvin is kort. De barbeel heeft een korte rugvin met een verdikte en gezaagde derde vinstraal. De kleur is goudbrons tot groenig en de buikvinnen, de aarsvin en de onderkant van de staarvin zijn wat rood gekleurd.
Barbelen komen voor in de nog snelstromende middenloop van rivieren. Hij komt ook veel voor in grotere beken. Grote barbelen prefereren bodems van grof grind, kleinere barbelen komen meer voor op bodems met fijn zandig grind.
De barbeel leeft van allerlei bodemdieren, maar wat grotere exemplaren eten ook vaak visjes.
De barbeel wordt maximaal 100 cm en een max.gewicht van 10kg (record 14,7 kg). Hij bereikt een leeftijd van 25 jaar. De barbeel wordt na drie tot vier (mannetjes) of vijf tot acht (vrouwtjes) jaar geslachtsrijp.
Eerder zeldzaam in onze streken. Het is een typische rivier bodemvis met een voorkeur voor een zand- tot keiachtige bodem en redelijk stromend water. Is het meest actief tijdens de ochtend. Leeft tijdens de dag in kleine scholen, maar het is zeker geen typische schoolvis. Heeft ook een bepaald 'trekgedrag' en kan tot 10km per dag afleggen, zelfs stroomopwaarts.
éénzomerig barbeeltje
De kleine vissen voeden zich met dierlijk plankton. De volwassen barbeel is een alleseter en zoekt zijn voedsel vooral op de bodem en dit bij voorkeur 's avonds of 's nachts. Insectenlarven, weekdieren, kreeftachtigen en wormen.
een barbeel van 4,5kg auteur : Mike Holcombe
De barbeel was in het begin van de twintigste eeuw vrij talrijk in het stroomgebied van de Maas in Midden- en Zuid-Limburg. Toen kwam deze vis ook nog voor in de Waal, de Rijn en de Gelderse IJssel. Aan het eind van de negentiende eeuw was er ook nog een gerichte beroepsvisserij op barbeel.
Paaiplaatsen in de Jeker en de Geul gingen voor 1960 verloren. Tussen 1978 en 1990 ontbreken ook aanwijzingen voor voortplanting in de Maas. Zeer waarschijnlijk is de barbeel met meer dan een factor honderd (99%) achteruitgegaan in aantal sinds het begin van de vorige eeuw. De meeste vangsten van de barbeel tussen 1980 en 1995 kwamen uit de Maas, maar er waren ook incidentele vangsten in de grote rivieren, het Ketelmeer en het IJsselmeer.
De situatie is nu aanmerkelijk gunstiger in de Grensmaas komt weer veel barbeel voor en ook in de Waal, de IJssel, de Nederrijn, en de Lek worden vaak barbelen gevangen tijdens de visserij op voorn en brasem. Op veel plekken aan de IJssel en de Waal is het ook mogelijk om gericht op barbeel te vissen. Op plekken in de Waal waar veel stroming is en veel beschutting door stenen kunnen eenzomerige barbeeltjes worden gevangen. In absolute aantallen is de stand nog niet te vergelijken met die van de winde of de roofblei, maar het stemt toch hoopvol. Gezien het formaat van deze visjes is het in ieder geval zeker dat de barbeel zich in de Waal of Rijn succesvol voortplant. Ook in de Nederrijn komen barbelen voor, maar doordat de stroming in de zomer wegvalt door de stuwen bij Driel en Maurik zal de barbeel daar waarschijnlijk nooit meer de oorspronkelijke stand benaderen.
Barbatia ( beschreven door Grey in 1847 )is een geslacht van mariene tweekleppige schelpen.
De tamelijk stevige schelpen worden maximaal ongeveer 4 centimeter lang, zijn langgerekt ovaal van vorm, soms iets hoekig afgerond. De sculptuur bestaat uit vele fijne, dicht opeenstaande radiale ribben. De schelp heeft een ruw pluizig periostracum. Het slot is taxodont en loopt in een min of meer rechte lijn met vele gelijkvormige tanden. Barbatia is wijd verspreid in tropische en gematigde zeeën.
Barbatia novaezelandiae auteur: Graham Bould.
Barbatia novaezelandiae binnenkant auteur: Graham Bould.
Barbados is een land in het Caribisch gebied. Het bestaat uit één enkel eiland, dat behoort tot de Bovenwindse Eilanden van de Kleine Antillen. Het wordt ook wel Little England of Bimshire genoemd.
Barbados is het meest oostelijk gelegen gebied van de Antillen; het ligt ongeveer 175 kilometer ten oosten van Saint Vincent. Aan de zuid- en de westkust liggen veel stranden met fijn zand, terwijl het binnenland bezaaid is met heuvels. De stranden zijn omringd door koraalriffen. Er heerst een tropisch klimaat met een gemiddelde temperatuur van 26° C en overvloedige neerslag, vooral in het binnenland. Het regenseizoen duurt van juni tot november. Orkanen zijn in het gebied talrijk, maar door de zuidoostelijke ligging blijft Barbados vaak buiten schot.
De officiële munt is de Barbados dollar (of Barbadiaanse dollar), onderverdeeld in 100 cents. De voertaal is Bajan, een Creoolse taal. De officiële taal is Engels.
De naam Barbados komt van het Spaans of Portugees. De eerste Europese zeevaarders die er aankwamen vernoemden het eiland naar de veel voorkomende "bebaarde vijgenboom" Los Barbados.
kaart van Barbados
Barbados ligt in de Atlantische Oceaan en bestaat voor het grootste gedeelte uit koraalkalksteen. Rondom het eiland komen baaien met koraalzandstanden voor, waaronder :
- River Bay (noordwesten) - Gay's Cove (noordwesten) - Long Pond (westen) - Foul Bay (zuidwesten) - Long Bay (zuidwesten) - Oistins Bay (zuidoosten) - Carlisle Bay (zuidoosten) - Freshwater Bay (oosten) - Paynes Bay (oosten) - Alleynes Bay (oosten) - Six Men's Bay (noordoosten)
Aan de noord- en oostkant van het eiland is de zee veelal te wild om te baden, al wordt er wel gesurft. De meeste toeristen zijn dan ook te vinden aan de Caribische zuid- en de westkust. De belangrijkste kapen zijn:
- Ragged Point (in het zuidwesten), - The Chair (zuidwesten), - Kitridge Point (zuidwesten), - Zuid Punt (zuiden), - Harrison Point (noordoosten), - Noord Punt (noorden).
Het land telt weinig rivieren van enige omvang. De grootste zijn Constitution River in Bridgetown en Long Pond in de gelijknamige baai. De hoogte van het eiland loopt niet geleidelijk, maar in de vorm van terrassen, op naar het noordwesten doordat het eiland uit fasegewijs opgestuwde zeebodem bestaat. De vier bekendste heuvels liggen dan ook allemaal op dezelfde heuvelrug in het noordoosten die een halve cirkel rond Long Pond beschrijft:
- Mount Hillaby (340 m) (ten zuidwesten van Long Pond) - Castle Grant (338 m) (ten zuiden van Long Pond) - Farley Hill (251 m) (ten westen van Long Pond) - Mount Stepney (246 m) (ten noordwesten van Long Pond)
het strand aan Foul Bay
Mount Hillaby
Barbados heeft 284.589 (2009) inwoners, wat relatief veel is, gelet op de grootte van het land. Het eiland heeft een oppervlakte van 430 km². De bevolkingsdichtheid bedraagt 661,8/km² (2009). Het land is dus overbevolkt, en de bevolking neemt nog steeds toe, met een groeipercentage van een half procent per jaar. De levensverwachting bedraagt 76,5 jaar.
Circa 49,4% van de bevolking is Christen. Naast de Anglicanen (26,3%) zijn er veel christenen op Barbados die behoren behoren tot de zgn. opwekkingskerken. Naast het christendom treft men ook andere godsdiensten aan op Barbados, zoals het hindoeïsme en de islam.
Bridgetown, Chamberlain bridge
Op Barbados bestaat de bevolking voornamelijk uit afstammelingen van Afrikaanse slaven en mulatten. Het eiland werd vroeger bewoond door de Arowakken-indianen die zijn uitgestorven door Europese ziekten en de zware omstandigheden waaronder zij slavenarbeid moesten verrichten. Zoals in veel andere Caraïbische landen werden ook hier slaven uit Afrika geïmporteerd. Het eiland werd bezocht door de Spanjaarden en de Portugezen, waarna het land door de Britten werd bezet in 1627. Op 16 april 1816 begon de zwaarste slavenopstand die Barbados heeft gekend, onder aanvoering van Bussa. In 1838 werd de slavernij definitief afgeschaft. Barbados was even lid van de West-Indische Federatie (1958 - 1962) en verkreeg uiteindelijk zelfbestuur in 1961.
parlementsgebouw in Bridgetown, Barbados auteur: regani
Hoofdstad Bridgetown ongeveer 90.000 inwoners. De officiële taal is het engels. De munt is de barbadiaanse dollar. Nationale feestdag is 30 november. Inwonersaantal (2009) ongeveer 284.600. In Plenty and In Time of Need is het volkslied van Barbados. Het werd geschreven door Irving Burgie (1926) en gecomponeerd door C. Van Roland Edwards (1912-1985). Het werd als volkslied aanvaard in 1966.
In plenty and in time of need When this fair land was young Our brave forefathers sowed the seed From which our pride has sprung A pride that makes no wanton boast Of what it has withstood That binds our hearts from coast to coast The pride of nationhood refrein:
We loyal sons and daughters all Do hereby make it known These fields and hills beyond recall Are now our very own We write our names on history's page With expectations great Strict guardians of our heritage Firm craftsmen of our fate The Lord has been the people's guide For past three hundred years. With Him still on the people's side We have no doubts or fears. Upward and onward we shall go, Inspired, exulting, free, And greater will our nation grow In strength and unity. refrein
munten van Barbados, onderverdeling auteur: Don's World Coin Gallery CC
Een bararium is een rookvrije ruimte achter de bar van een café. Deze ruimte, waar het barpersoneel staat, is grotendeels afgescheiden van de rest van het café door middel van een glasplaat die verticaal boven de bar hangt. Het barpersoneel kan wel consumpties onder het glas door schuiven, en ook afrekenen is op deze manier geen probleem.
Bararium is een samentrekking van de woorden bar en aquarium. Het bararium werkt volgens het principe van overdruk. Twee roosters achter de bar laten frisse lucht binnen, waardoor achter de glasplaat overdruk ontstaat. Zo vormt zich tussen de toog en de glasplaat een 'luchtgordijn', dat geen rook of geur doorlaat, zodat het barpersoneel niet in de rook werkt.
Het principe is ontstaan in 2008. Met ingang van 1 juli van dat jaar is roken in de Nederlandse horeca verboden, teneinde het horecapersoneel tegen rook te beschermen. Het bararium is ontwikkeld door het bedrijf Jakon Air, in samenspraak met café-restaurant Frans op den Bult in het Twentse Deurningen, halverwege Hengelo en Oldenzaal. Dat restaurant, dat geëxploiteerd wordt door Irma Hellegers, wordt voornamelijk bezocht door vrachtwagenchauffeurs, waarvan vele zware rokers zijn. Hier werd het bararium dan ook als eerste in gebruik genomen.
Wanneer een Joodse jongen de leeftijd van dertien jaar bereikt, wordt hij verantwoordelijk onder de joodse wet. Op dat moment wordt de jongen een bar mitswa (Hebreeuws: בר מצווה - "zoon van het gebod"). Vóór deze tijd ligt alle verantwoordelijkheid bij de ouders.
Vanaf zijn dertiende heeft de jongen het recht om aan alle gebieden van het joodse gemeenschapsleven deel te nemen en is hij verantwoordelijk voor het volgen van de mitswot (wetten), tradities en ethiek.
Sinds de Middeleeuwen is het traditie het bar mitswa-worden te vieren. De huidige praktijk is meestal dat op de sabbat na zijn dertiende verjaardag, hij uit de Thora en Haftara leest. Soms geeft hij ook een Thorapraatje en leidt hij een deel van de gebedsdienst. Door de jongen voor de Thora op te roepen, wijst de gemeenschap erop dat hij nu volwassen is.
De dienst wordt vaak gevolgd door een feestmaaltijd met familie, vrienden en leden van de gemeenschap.
De bar is een natuurkundige eenheid van druk. De officiële (SI) eenheid voor druk is de pascal.
Een bar is precies gelijk aan 100 000 pascal en één bar betekent dat er 10 newton (benaderd 1 kgf) drukt op één vierkante centimeter. Dus 1 bar=10 N/cm². Dit is ongeveer 1 kgf/cm², wat ook ongeveer de atmosferische druk is. Dus benaderd is 1 bar= 1atm=1 kgf/cm² (wat soms foutief "1 kilo" druk genoemd wordt). Als men dus zegt "die band moet opgepompt worden tot 2,2 kilo" bedoelt men dus 2,2 bar, maar het is wel foutief.
Vroeger werd in de meteorologie de luchtdruk uitgedrukt in millibar (mbar); tegenwoordig wordt daar de eenheid hectopascal voor gebruikt, die precies dezelfde waarde heeft.
Een afgeleide van bar is barg (bar gauge), die een verschildruk aangeeft, meestal met de luchtdruk. Andere afgeleiden zijn bara, wat de absolute druk is en baro wat de overdruk is. Als een drukmeter (bijvoorbeeld een fietspomp met manometer) vrij in de atmosfeer de waarde nul aangeeft, dan is dat dus nul baro.
Een baptisterium of doopkapel (Italiaans:Battisterio) is een afgezonderd deel van een kerk dat het doopvont (ook wel piscina genoemd) omringt. Als het nodig is kan er ook een altaar in geplaatst worden en gebruikt worden als kapel.
De uitgebreide manier waarop de baptisteria versierd en gebouwd zijn wijst op de grote waarde die de christenen hechten aan het doopritueel. Het doopritueel symboliseert de intrede in een geloofsgemeenschap, het hoofd wordt besprenkeld met water (vroeger werd je geheel ondergedompeld) om je zonden af te wassen en je te zuiveren van de erfzonde. Na het ritueel ben je als lid van de kerk aangenomen, maar nog belangrijker: als kind van God.
batisteria van Pisa auteur : Elisabeth Naldera de Cassar CC
Het eerste baptisterium, dat van Lateranen, was achthoekig. Dit omdat het getal 8 vaak geassocieerd wordt met de wederopstanding omdat deze plaats vond acht dagen nadat Jezus Jeruzalem was binnen gegaan.
Dit model is vaak nagebouwd, soms werd het ook wel twaalfzijdig gebouwd. Het doopvont in het midden van het baptisterium stond drie treden hoog. Vaak werd er bij de versiering een gouden of zilveren duif gebruikt, voor de rest zijn alle iconen, frescos of mozaïeken gebaseerd op het leven van Johannes de Doper.
batisteria van Firenze foto : Richardfabi
Het doopvont zelf was voorheen altijd van steen, maar in latere tijden werd ook wel metaal gebruikt. Het water in het doopvont komt uit natuurlijke bronnen, en wordt gezegend door de pastoor.
Heel vroeger waren er nog geen sporen van baptisteria, deze kwamen pas toen drie keer per jaar grote groepen kinderen gedoopt werden. Door het grote aantal personen dat in het baptisterium moest passen, waren deze in die tijd erg groot. Als er een tijd niets op het programma stond, werd het baptisterium verzegeld met een special zegel van de pastoor. Later gingen ook volwassen hun zonden laten afwassen. Soms was een baptisterium verdeeld in twee delen, voor elk geslacht een. Je had zelfs kerken waar ze twee baptisteria hadden voor de scheiding.
baptisteria in Bergamo auteur: Kevin Cole
In het baptisterium was ook vaak een vuurplaats aangebracht, om de dopelingen warm te houden na de onderdompeling. Naast het dopen had het baptisterium ook nog andere functies: hoewel het verboden was door de Concilie van Auxerre (578) werd het baptisterium af en toe als begraafplaats gebruikt voor belangrijke personen.
Het doopvont in de vorm van een grieks kruis in het baptisterium van de Katapolianíkerk op het Griekse eiland Paros. auteur: Muriel Pecastaing-Boissiere CC
Bapao (of bakpao, bakpau) is een gestoomd broodje met meestal een vulling van rundvlees, kippenvlees, kip-saté, varkensvlees, ander vleeswaar of vegetarisch gehakt. Bapao heeft meestal de vorm van een kadetje maar is in tegenstelling tot deze wit omdat het gestoomd is. Bapao wordt wel eens gegeten met chilisaus, maar in China en Indonesië is dat niet gebruikelijk. Een groot bestandsdeel is varken, voornamelijk vet. Tegenwoordig worden er ook andere vleessoorten gebruikt.
broodje bapao
een bapao
Deze broodjes zijn van Chinese afkomst en zijn via de Indonesische keuken geïntegreerd geraakt in de Nederlandse keuken. De bapao is daarom ook erg bekend bij de Nederlanders.
Vele mensen noemen de bapao een 'broodje bapao'. Dit is eigenlijk een pleonasme: in het Chinees betekent bapao namelijk letterlijk varkensvleesbroodje.
In Nederland staan de broodjes op het menu bij diverse Chinese en/of Vietnamese (afhaal)restaurants. Ook liggen deze in het vriesvak van vrijwel iedere supermarkt in Nederland.
Baobab (Adansonia) is een geslacht van acht soorten dikstammige bomen uit droge, warme gebieden. De baobab of apenbroodboom boom is één van de weinige bomen in de tropen die zijn bladeren verliest. Zes soorten stammen uit Madagaskar, één soort uit het vaste land van Afrika en één soort uit Australië. De wetenschappelijke naam van het geslacht is ontleend aan de Franse natuuronderzoeker Michel Adanson. De bomen worden 5 tot 25 m hoog en hebben een uitzonderlijk grote stamomtrek (diameter van de Afrikaanse baobab tot 11 m met een omtrek tot 34 m). De boom slaat water op in de dikke stammen tijdens het natte seizoen om zo het droge seizoen te kunnen overleven.
Afrikaanse baobab (foto : Quinn Norton===>auteur : FlickrLickr ) CC
De zes Malagasische soorten zijn de nationale boom van Madagaskar. Deze soorten staan alle op de rode lijst van de IUCN.
Adansonia grandidieri ( auteur : Bernard Gagnon ) CC
Door zijn vorm lijkt het alsof de baobab op zijn kop staat. Volgens een legende van de bushmen (het San-volk) is de boom voor straf door de goden uit de hemel op de aarde gegooid en op zijn kop terechtgekomen. Daardoor lijkt het alsof de wortels in de lucht steken (en de kruin in de grond staat). De bomen kunnen erg oud worden. Olifanten gebruiken de baobab om de teken van hun huid af te wrijven. Maar ze eten ook de bast en het zachte hout uit de stam van de baobab. Regelmatig komt het voor dat hierdoor de boom zwaar beschadigd wordt of doodgaat. Bavianen en andere soorten apen eten graag de vruchten van de boom. Ook gebruiken mensen de vruchten om te eten. Er zit veel vitamine c in de vruchten.
De Baobab boom kan meer dan 1000 jaar worden. Exemplaren van deze hoge leeftijd zijn erg groot en indrukwekkend. Sommige wetenschappers zeggen dat de boom wel 2000 tot 5000 jaar oud kan worden. In Zuid-Afrika zou een baobab van 3000 jaar oud bestaan. De maximale ouderdom van deze boom wordt betwist. Feit is dat een grote Baobab boom moeilijk te doden is. Ook kunnen ze goed een brand doorstaan. Als er een restant van zijn wortels blijft staan, groeit er weer een nieuwe stam uit.
De boom speelt een grote rol in de volksverhalen van de lokale bevolking. Maar hij wordt ook heel praktisch gebruikt bijvoorbeeld als opbergplaats voor spullen om ze tegen de regen te beschermen. Bekend is dat sommige stammen de gewoonte hadden om er enkele duizenden liters water in op te slaan. Ze deden dit door de boom van boven af uit te hollen. Het water kan jarenlang goed blijven. Als het uithollen goed gebeurt gaat de boom niet dood. In Zimbabwe staat een baobab boom waarbinnen 40 mensen kunnen staan.
vrucht van de apenbroodboom ( auteur : Alex Antener [Lix] ) CC
Er is een verhaal over een baobab boom in Australië die eind 19e eeuw als gevangenis werd gebruikt. De aboriginals gebruiken de zaden van de vrucht om te eten, net als de mensen in Afrika doen. Ze noemen de boom soms ondersteboven-boom, omdat de kale kruin op een wortelstelsel lijkt.
De Arabieren kennen een legende met als thema een duivel die een boom uit de grond trekt en hem er omgekeerd weer inzet, met zijn wortels in de lucht. Zo zou de boom zijn ontstaan. Arabische handelaren hebben de baobab boom geïntroduceerd in India. Het woord baobab stamt uit het Arabisch; buhibab wat fruit met veel zaden betekent.
Bron :Wikipedia CC http://dier-en-natuur.infonu.nl/natuur/
Bantamoto is een historisch Brits merk van motorfietsen. Lettington Engineering Co Ltd of 16 Brunel Road, Londen. Na de Tweede Wereldoorlog kwamen Duitse industriële ontwerpen ter beschikking van geallieerde bedrijven. Lettington Engineering, een zuster- of dochteronderneming van Cyc-Auto Works Ltd, adverteerde weliswaar met de kreet 100% British, maar het ontwerp van deze autocycles was van Gerd Seifert (Burscheid). Richard Küchen, die na de oorlog in de Amerikaanse bezettingszone woonde (Ingolstadt) verbeterde het ontwerp en noemde het 38 cc blokje Küchen 38s. Zo kwam het blokje in Engeland terecht. Het werd geen succes. Hoewel het machientje in de ACU-rallys goed presteerde, mankeerde het waarschijnlijk aan de afwerking en de kwaliteitscontrole in de fabriek.
Een banshee is een fee die de dood van een mens aankondigt. Het is de Engelse fonetische spelling van het Ierse Bean sídhe dat 'vrouw van de sídhe' betekent.
De banshee verschijnt in drie verschillende vormen: een jong meisje, een statige dame en een oude heks. Ze heeft lang wit haar dat ze kamt met een zilveren kam.
Volgens het gebruik zong een vrouw een lied (Iers: caoineadh, IPA: [ˈkiːnʲə]) bij begrafenissen. Volgens de legende zou dit bij vijf grote Ierse clans, de O'Gradys,de O'Neills, de O'Briens, de O'Connors, en de Kavanaghs, door elfenvrouwen gedaan zijn.
In de Táin Bó Cúailnge wordt Fráech mac Idad na zijn dood door honderdvijftig vrouwen van de sídhe zijn grafheuvel in gedragen.
Volgens een verhaal verscheen een banshee aan Brian O'Bua. Dit was een Ierse koning, hij liep door het bos en zag toen een oude vrouw kleren wassen die bedekt waren met bloed en ze huilde. De volgende dag werd Brian dood aangetroffen in zijn tent. Dit zou omstreeks het jaar 1000 gebeurd zijn; sindsdien horen mensen vaak de ijselijke gil van de banshee en de dag daarna is een familielid of een kennis gestorven.
De banshee is een populair deel van de Ierse folklore.
Tekening van een banshee uit Fairy Legends and Traditions of the South of Ireland door Thomas Crofton Croker, 1825 auteur: W.H.Brooke
Banshee (motorfiets)
Banshee is een historisch Brits motorfietsmerk. Smith, Jackson & Co., Hull, Yorkshire, later Banshee Mfg. Co. Ltd., Bromsgrove (1921-1924). Banshee maakte middelmatige motorfietsen met 269 cc Villiers-, 346 cc oliegekoelde Bradshaw- en 347 en 497 cc Blackburne-motoren. Daarnaast gebruikte Banshee ook als een van de eerste merken de Barr & Stroud-348 cc motor.
Een banpaal is (meestal) een stenen paal die de grens van de Banne (het rechtsgebied) aangeeft van een stad. Banpalen markeren daarmee tevens de stadsgrenzen.
Door hedendaagse samenvoeging van gemeenten zijn banpalen vaak verdwenen of zijn binnen de stadsgrenzen komen te liggen. Oude banpalen zijn onder andere nog te vinden om of in Amsterdam (Sloten), Amstelveen/Ouderkerk aan de Amstel aan de westzijde van de Amstel in de berm, in Amstelveen langs de Amsterdamseweg, Gouda (Hekendorp), Alkmaar (weg naar Bergen) en langs de N301 tussen Barneveld en Nijkerk.
banpaal van het voormalig rechtsgebied van de stad Hoorn ( 1408 )
Uit de stad verbannen personen mochten zich na hun verbanning niet meer binnen het door banpalen gemarkeerd gebied ophouden. Deze personen waren dan 'verbannen' ofwel 'uitgestoten' en leefden voortaan in 'ballingschap'. Dergelijke personen werden 'balling' of 'banneling' genoemd. Zij waren in de 'ban' gedaan, dat wil zeggen, dat de 'banvloek' over hen was uitgesproken, dat was een vonnis tot 'uitbanning', ofwel 'excommunicatie'. 'Bannen' betekent 'verdrijven' of 'uitwijzen'. 'Verbanning' was dus een vorm van straf, bedoeld om geen last meer van iemand te hebben.
banpaal inscriptie op de Amsteldijk in Amsterdam " "Terminus Proscriptiones. Uijtterste palen der ballingen" auteur : Ceinturion CC
De jurisdictie (rechtspraak) van de stad hield bij de banpaal op.
Iemand die uit een gebied wordt verbannen, kan tot 'Persona non grata' worden verklaard. Dan is zo'n persoon uit de 'gratie' geraakt. Als hij zich desondanks toch binnen de 'banpalen' begeeft van het gebied waaruit hij is verbannen, is hij strafbaar en moet de gevangenis in.
Het komt ook voor dat zo'n persoon na een aantal jaren weer 'in de gratie' komt, en terug mag keren in het rechtsgebied waaruit hij eerder verbannen was.