Een bloeiwijze is een wijze waarop bloemen in een plant gegroepeerd worden. De term bloeiwijze of bloemgestel wordt ook gebruikt voor het samenstel van bloempjes die op zo'n manier gegroepeerd zijn.
Het is niet altijd eenvoudig om de juiste bloeiwijze te onderscheiden, soms is dit alleen te zien aan de inplanting van de schutbladen, bijvoorbeeld bij de tros en de waaier.
Bij één bloem per bloemsteel is het mogelijk dat het toch gaat om een bloeiwijze, maar dat die gereduceerd is tot één bloem (1-bloemig), zoals bij het vrouwelijke hoofdje van alsemambrosia. Er zijn dan omwindselblaadjes aanwezig in plaats van kelkbladen.
Engels : Inflorescence Duits : Blütenstand, Infloreszenz Frans : L'inflorescence
Middelpuntzoekende, centripetale of racemeuze bloemgestellen. Bij deze bloeiwijzen is de groei van de hoofdas onbeperkt, omdat de hoofdas niet eindigt in een bloem. De buitenste of onderste bloemen bloeien het eerst.
Circaea lutetiana (groot heksenkruid) auteur : Pethan CC 3.0
Een tros (racemus) is een bloeiwijze met spiraalsgewijs geplaatste, alleenstaande, gesteelde bloemen langs de bloemspil.
Er zijn verschillende soorten:
- ijl: als de bloemen ver van elkaar staan, - eenzijdig: als alle bloemsteeltjes aan dezelfde zijde van de spil staan, - schermvormig: als de bloemstelen dicht op elkaar zitten en de onderste zo lang zijn, dat alle bloemen bijna in een vlak liggen, - hoofdjesachtig, zoals bij klaver en de grote kaardenbol.
Een tros groeit aan het uiteinde door waardoor er meestal geen eindbloem is en de jongste bloemen aan het uiteinde van de tros zitten.
Platanthera chlorantha (bergnachtorchis) auteur : BerndH CC 3.0
Een aar (spica) is een bloeiwijze die bestaat uit een niet-verdikte hoofdas met zittende bloemen. Vele graansoorten en sommige grassoorten hebben aren. Maar ook planten die niet tot de grassen behoren kunnen aren hebben, zoals Waterbies (Eleocharis), Zegge (Carex), Grote lisdodde en ook tweezaadlobbigen als Vederkruid (Myriophyllum) en Grote kattenstaart (Lythrum salicaria).
Er zijn ook samengestelde bloeiwijzen, die uit een pluim met zeer kort gesteelde aartjes bestaan en zo een dichte, smalle aarpluim vormen, zoals bij de grote vossenstaart of iets langer gesteeld, zoals bij kamgras.
Arum maculatum (gevlekte aronskelk) auteur : GerardM CC 3.0
De bloeikolf of kolf is een bloeiwijze die bestaat uit een vlezige aar (spadix), zoals van maïs en de aronskelk. De kolf van maïs bestaat alleen uit vrouwelijke bloemen.
Microscopisch bestaat de kolfas uit vaatbundels die afbuigen naar de vrouwelijke en mannelijke bloemen.
De kolf komt voor bij sommige eenzaadlobbigen speciaal bij de Aronskelkfamilie, waarbij het omgeven is door een groot schutblad. Bij maïs is de kolf omgeven door veel schutbladen die de kolf nauw omsluiten.
Allium fistulosum (stengelui) auteur : Wouter Hagens CC 3.0
Een scherm (umbella) is een bloeiwijze waarbij alle zijassen (bloemstelen) uit één punt ontspringen. De vorm van het scherm kan variëren van van boven ongeveer plat tot helemaal bol, zoals bij Allium. Aan de voet van de zijassen zit meestal een krans van schutblaadjes, het omwindsel genoemd bij enkelvoudige schermen. Bij een samengesteld scherm heet deze krans bij het schermpje ( scherm van de 2de orde) het omwindseltje.
Anthriscus sylvestris (fluitjeskruid) auteur : Rasbak CC 3.0
Naar deze bloeiwijze is de familie van de Schermbloemigen genoemd. De meeste Schermbloemigen hebben een samengesteld scherm.
Soort:
- Enkelvoudig scherm: elke zij-as draagt maar één bloem. - Samengesteld scherm: elke zij-as draagt weer een schermpje.
- Samengesteld scherm van de 1ste orde: elke zij-as draagt weer een schermpje. - Samengesteld scherm van de 2de orde: elke zij-as van de zijjas van de 1ste orde draagt weer een schermpje.
Matricaria recutita (echte kamille) auteur : Fir0002/Flagstaffotos GNU 1.2
Een hoofdje (capitulum) of korfje (anthodium) is een bloeiwijze waarbij de hoofdas schotelvormig of bolvormig is uitgegroeid tot een schotelvormige of kegelvormige bloembodem met dichtopeenzittende ongesteelde bloemen en een goed ontwikkeld omwindsel (schutbladen) zoals bij de composietenfamilie (Asteraceae). Soms is er een duidelijk onderscheid tussen de bloempjes op de bloembodem. Er worden drie typen onderscheiden: lintbloemen, buisbloemen en straalbloemen. Tussen de bloemen kunnen soms vliezige schutblaadjes voorkomen, de stroschubben zoals bij valse kamille.
Taraxacum officinale (paardenbloem) auteur : Frank Vincentz CC 3.0
Sommige bloeiwijzen lijken op een hoofdje, maar zijn dat niet. Zo is de bloeiwijze bij klaver geen hoofdje maar een hoofdjesachtige tros.
De bloedzuigers (Hirudinea) zijn wormachtige verwanten van de regenworm.
Het grote verschil echter is het feit dat bloedzuigers zuignappen aan beide uiteinden van hun lichaam hebben. Ook bezitten ze vaak tanden. De bloedzuiger ontleent zijn naam aan het feit dat veel soorten bloed zuigen uit dieren en/of mensen.
Er zijn twee orden van echte bloedzuigers (Euhirudinea):
Rhynchobdellida, "kaakloze" bloedzuigers.
Arhynchobdellida, "proboscisloze" bloedzuigers.
Bloedzuigers worden vooral gevonden in gebieden waar zoet water aanwezig is, al kunnen sommige soorten ook in de zee worden aangetroffen. De meeste bloedzuigers zijn relatief klein, ongeveer 0,5 5 cm. Sommige soorten kunnen echter 30 cm lang worden.
Engels : Leech Duits : Egel, Blutegel Frans : sangsue
bloedzuigers
Enkele bekende soorten bloedzuigers in de Benelux zijn: de medicinale bloedzuiger, de visbloedzuiger en de onechte paardenbloedzuiger.
De medicinale bloedzuiger (soms afgescheiden als Hirudo medicinalis) werd gebruikt voor aderlatingen. Men zette de bloedzuiger op de huid en hij zoog het bloed op. Daarna werd het bloed eruit geduwd want anders zou de bloedzuiger verzadigd zijn. Aan de hand van het bloed werd de ziekte vastgesteld. De medicinale bloedzuiger beschikt over een stof, het zogenaamde hirudine die de bloedstolling tegengaat. Hierdoor is het dier in staat ongestoord te zuigen. Vroeger kon men bloedzuigers in de apotheek kopen. In sommige grote Amerikaanse staten en in Azië wordt de bloedzuiger nog gebruikt. Weliswaar in veel mindere mate dan vroeger, vooral als men weet dat honderddertig jaar geleden alleen al in de Parijse ziekenhuizen zon zes miljoen bloedzuigers werden gebruikt.
De achterste zuignap bevindt zich aan de achterzijde van het lichaam, de voorste zuignap bevindt zich rondom de mond. Deze mond is met drie aparte kaken uitgerust. Elke kaak bevat een aantal scherpe tanden waarmee de huid van een prooi kan worden doorboord. Het bloed wordt hierna naar binnen gezogen door middel van een gespierde farynx (slokdarmhoofd). Deze is vlak achter de mond gesitueerd. Door middel van een in de mond afgescheiden secreet wordt belet dat het bloed van de gastheer stolt voordat de bloedzuiger zijn hele darmkanaal heeft gevuld. Dit heeft elf paar blindzakken, waarin het opgezogen bloed heel lang, zelfs meerdere maanden vrijwel onveranderd blijft.
Aan het voorste gedeelte van het lichaam (een hoofd is niet goed te onderscheiden) bevinden zich tien ogen. Bloedzuigers zijn tweeslachtig; paring vindt plaats tussen twee verschillende dieren en is wederkerig. De eieren worden gehuld in broedzakjes die de bloedzuiger meedraagt op zijn buik en later op de bodem van de vijver laat vallen. Bloedzuigers verplaatsen zich door middel van hun zuignappen. Eerst wordt de voorste zuignap op de ondergrond geplaatst, dan trekt hij zijn lichaam samen en plaatst hij de achterste zuignap achter de voorste. Hierna schuift hij zijn lichaam opnieuw naar voren.
medicinale bloedzuiger - opgezwollen met bloed auteur : Maderibeyza CC 3.0
Medicinale bloedzuigers zijn nu zeldzaam in Nederland. Het is nog onduidelijk of dit te wijten is aan biotoopvernietiging of het stoppen van de import van bloedzuigers. Ze zijn te herkennen aan de donkergroene rug met roodgele lengtestrepen onderbroken door zwarte stippen. De zeer algemene en ongevaarlijke 'onechte paardenbloedzuiger' Haemopis sanguisuga heeft een egaal donkergroene of zwarte rug.
Een andere bloedzuiger is de visbloedzuiger (Piscicola geometra). Hij is vrij langerekt en is groen met witte banden. Deze bloedzuiger leeft in vijvers, beken en sloten en blijft vooral aan stekelbaarsjes en snoek vastzitten. Hij leeft van het bloed van de vissen. Als de eitjes, die ze op de bodem van de vijver leggen uitkomen, zwemmen de kleine bloedzuigertjes naar een waterplant en klimmen ze erop om zich daarna aan een voorbijzwemmende vis vast te haken en het bloed op te zuigen. Ook andere soorten visbloedzuigers komen voor in de België en Nederland.
visbloedzuiger - Piscicola geometra
De Eendenbloedzuiger (Theromyzon tessulatum) probeert zich vast te zetten op de snavel van een eend, waarna hij het neusgat binnendringt en vastzet om zich met bloed te voeden. Als hij zich volgegeten heeft verlaat hij de gastheer weer. Hij reageert op de schaduw en de golfbewegingen veroorzaakt door de eend.
Een andere bekende soort is de paardenbloedzuiger of Limnatis nilotica, die in Algerije, Egypte en Syrië voorkomt en grote overlast veroorzaakt als hij zich vastzet op de neusgaten of op het slijmvlies van drinkende dieren. Ook kan hij zich vastzetten in andere inwendige openingen, ook bij mensen. Hij voedt zich met bloed en kan bloedarmoede en verstikking veroorzaken.
De in Nederland en België zeer algemeen voorkomende 'onechte paardenbloedzuiger' Haemopis sanguisuga verdient de naam bloedzuiger eigenlijk niet, want hij voedt zich vooral met slakken of rottend vlees.
reuzenbloedzuiger - giant leech
Er bestaan talloze huismiddeltjes die preventief tegen bloedzuigers zouden helpen, waarvan het effect betwist wordt. Het enige werkelijk effectieve preventieve middel tegen bloedzuigerbeten is het vermijden van de habitat van het dier.
Wanneer men toch gebeten wordt dan laat het dier meestal na ongeveer 20 minuten zelf los. De wond zal door de stollingsremmende middelen in het speeksel van de bloedzuiger langer bloeden dan gewoonlijk. Jeuk is ook vaak gesignaleerd. Een beet van een bloedzuiger veroorzaakt geen levensbedreigend bloedverlies. Wel kunnen via bloedzuigers ziekteverwekkers worden overgebracht, of kan het speeksel een allergische reactie veroorzaken.
De zeer algemene en ongevaarlijke 'onechte paardenbloedzuiger' Haemopis sanguisuga heeft een egaal donkergroene of zwarte rug.
bloedzuiger - mannetje (India) auteur : J.M.Garg CC 3.0
Een bloedzuiger heeft een bruingroene kleur met een donkere tot zwarte achterzijde en staart. De grove schubben zijn licht gekield en staan wat op. De nekkam heeft naaldachtige stekels en een zaag-achtige rugkam, beweeglijke oogleden en een gebandeerde staart.
Mannetjes zijn groter dan vrouwtjes, hebben een rode keel en oogleden en meestal twee zwarte vlekken op de hals. De agame is in staat redelijk snel van kleur te veranderen, hoewel niet zo snel als bijvoorbeeld kameleons, de hagedis kan diverse groen- en bruintinten aannemen.
Calotes versicolor - mannetje (Malediven) auteur : angelika maria boes CC 3.0
De wat merkwaardige naam is te danken aan de mannetjes, die in de paartijd een felrode kop krijgen, alsof ze net bloed hebben gedronken.
Net zoals de meeste hagedissen eet deze agame echter alleen insecten en andere kleine geleedpotigen zoals sprinkhanen, kevers en vlinders, geen prooien groter dan de kop en zeker geen bloed. Het uiterlijk lijkt een beetje op de kolonistenagame (Agama agama), maar deze laatste soort heeft een oranje kop en een blauw lichaam en leeft in groepen in Afrika.
Het is een boombewoner die in struiken en op takken klimt en de prooi meestal bespringt en op de grond opeet. Vijanden van deze hagedis zijn slangen en katachtigen.
bloedzuiger hagedis - vrouwtje (India) auteur : J.M.Garg CC 3.0
Tijdens de paartijd zijn de mannetjes erg territoriaal. Sommige exemplaren worden tot 40cm groot, waarvan bijna 30cm staart.
De vrouwtjes leggen 5 tot 16 eieren in een ondiepe vochtige kuil, de broedtijd is 6-7 weken.
Bloedwraak, in extremere gevallen met vendetta, het Zuid-Italiaanse woord voor bloedwraak, aangeduid, is een vorm van eigenrichting (meer specifiek: stammenrechtspraak) waarin de familie of stam van een dode het recht heeft die te wreken op de schuldige, ook als de dood het gevolg was van een ongeval. Als de dode niet wordt gewroken, verliest de getroffen familie of stam haar maatschappelijke eer (Turks sjeref, Arabisch sharaf). Bloedwraak moet niet verward worden met eerwraak.
Het doel van bloedwraak is het herstellen van het machtsevenwicht tussen de stammen en daarmee het herstellen van de maatschappelijke eer. Na de tweede dode, dus bij een gelijke stand, is de bloedwraak in principe afgedaan. Als de tweede dode door zijn positie meer 'waard' was, of de getroffen familie de tweede dode 'onterecht' vindt, kan een bloedvete ontstaan.
Bloedwraak is een eeuwenoud cultureel fenomeen. In het eerste Bijbelboek Genesis (en ook in andere Bijbelboeken uit het Oude Testament) wordt gesteld dat een moordenaar gedood moet worden. Er wordt daarbij niet bepaald, wie verantwoordelijk is voor het doden van een moordenaar.
Binnen een stam, en zeker binnen een familie, komt bloedwraak relatief zelden voor; men deelt immers dezelfde maatschappelijke eer en door onderlinge conflicten kan men die verliezen zonder dat er een schuldige van buiten de familie kan worden aangewezen.
Zo was de moord op Abel door zijn broer Kaïn (Genesis 4:8) een intern conflict. Kaïn had door de moord de stam verzwakt en afbreuk gedaan aan haar integriteit jegens de buitenwereld. Volgens het gewoonterecht bepaalt de stam in zo'n geval zelf de strafmaat. Die hoeft niet de dood te betekenen: er is immers geen schuldige buiten de eigen stam van wie bloed geëist kan worden. Bovendien is het ongebruikelijk om 'eigen' bloed te doen vloeien. Kaïn werd uit de stam verstoten en verbannen.
In het algemeen zijn verstotenen vogelvrij: als ze gedood worden, komt de stam niet meer voor hen op door hun 'bloed te wreken'. Maar bij wijze van uitzondering kreeg Kaïn van God een merkteken, waardoor duidelijk was dat hij, anders dan andere verbannenen, toch bescherming genoot. Degene die hem zou doden, moest rekenen met bloedwraak van God zelf (zie Genesis 4:15).
Vanaf de verhalen over de Zondvloed wordt het vonnissen van moordenaars in de Bijbel bij officiële en onafhankelijke instanties neergelegd: hiermee werd de doodstraf gelegitimeerd, maar de bloedwraak veroordeeld.
Ook in de Koran wordt het recht op vergelding (qisaas) met zoveel woorden erkend, maar de gelovigen wordt dringend geadviseerd genoegen te nemen met een afkoopsom of 'bloedgeld' (diya) (Koran 2:178). In Jemen haalde een geval van ultieme vergevingsgezindheid de pers: een vader vergaf de moordenaar van zijn zoon en zag bovendien af van bloedgeld. Hij vond dat de moordenaar zich al voor God moet verantwoorden. Hierdoor voorkwam hij de executie van de moordenaar.
Bloedwraak werd in Europa toegepast door de Germanen. Met de komst van een overheid die zorg draagt voor het bestraffen van misdadigers zou bloedwraak als gerechtvaardigde reden voor moord uit vrijwel heel Europa verdwijnen. Alleen op Corsica, Sicilië en Albanië en onder Serven/Montenegrijnen verspreid over de Balkanlanden komt in Europa bloedwraak nog steeds voor.
Een bloedwraakmoord, dat wil zeggen een tweede dode, kan leiden tot een nieuwe (derde) dode, die weer gewroken moet worden. Dit wordt ook wel een vendetta, een bloedvete oftewel een wraakneming zonder einde, genoemd.
De kans een vendetta te beëindigen is het grootst wanneer er aan beide zijden evenveel slachtoffers zijn gevallen. Maar de telling is niet zo simpel omdat ook de status van de slachtoffers van belang is. Zo geldt een ouder slachtoffer als 'waardevoller' dan een jonge vrijgezel.
Hoewel bloedwraak in principe een kwestie tussen families of stammen is, komt het fenomeen ook voor tussen criminele benden. De liquidatiegolf in de Amsterdamse onderwereld, die sinds 2000 al tientallen slachtoffers heeft geëist, kan gezien worden als een vorm van vendetta. Overigens is bekend dat criminele benden, met name die Amerikaanse maffia, vaak als familie-organisaties zijn begonnen en wordt de onderlinge band en loyaliteit tussen de leden gezien als die tussen familieleden.
Op Corsica kostte het verschijnsel vendetta tussen 1359 en 1729 naar schatting meer dan 30.000 levens. Vooral tijdens de Genuese overheersing (16e tot en met de 18e eeuw) vonden er veel bloedwraakmoorden op Corsica plaats, vooral omdat de autoriteiten zich weigerden te bemoeien met binnenlandse conflicten. Pas in 1920 werd bloedwraak op Corsica bij wet verboden.
In Albanië komt bloedwraak met name in het noorden voor. Koning Zog had zoveel vijanden gemaakt dat hij constant voor zijn leven moest vrezen. Autoriteiten weigeren zich niet alleen met dergelijke situaties te bemoeien, maar zien dit ook als normaal. Een in 1995 wegens bloedwraak opgepakte man werd veroordeeld voor illegaal wapenbezit!
Een bloedwraak- of bloedvetemoord moet voldoen aan strikte regels die per regio verschillen. Een algemene regel is dat vrouwen en kinderen (tot 12 jaar) nooit het slachtoffer mogen worden. Het doden van vrouwen is niet eervol; bij het doden gaat het immers om het herstellen van de eer en dat kan alleen volgens de gewoonterechtelijke regels. Verder mag - meestal - telkens niet meer dan een slachtoffer worden gedood. In 2003 werden in een bloedvete in Egypte meer dan 15 mannen uit één familie tegelijk gedood, juist toen ze op weg waren naar een rechtszitting over de zaak. Dergelijke moorden zijn uitwassen in een bloedvete en gelden niet als eervol.
Overigens spelen vrouwen een grote rol bij het voortzetten van een bloedvete. De bebloede kleren van een nog ongewroken slachtoffer worden door de moeder of weduwe bewaard en dikwijls getoond aan een broertje of zoon die, als hij groot genoeg is, zijn broer of vader zal moeten wreken. In veel gemeenschappen waar bloedwraak voorkomt wordt gedacht dat de ziel van de overledene geen rust zal kennen totdat hij gewroken is.
Bloedwraak is soms af te kopen met geld (in het Nederlands weergeld, zoen of ook wel bloedgeld genoemd). Pas na de tweede dode, of bij een andere gelijke stand, is afkopen doorgaans mogelijk. Soms, met name wanneer de eerste dode is gevallen als gevolg van een ongeluk, kan ook deze worden afgekocht. Ook verwondingen kunnen worden afgekocht.
Nadat de familie van het slachtoffer het bloedgeld aanvaardt, is er geen reden meer voor voortzetting van de bloedvete. Volgens de islam is aanvaarden van een compensatie sterk aan te bevelen en is het voortzetten van de bloedvete na het ontvangen van een afkoopsom streng verboden (Koran Soera 2:178).
De compensatie moet overigens niet gezien worden als smartengeld voor het leed, maar moet zowel recht doen aan de positie van de overledene binnen de gemeenschap als aan het gezichtsverlies dat de accepterende partij oploopt door überhaupt bloedgeld te accepteren in plaats van een (tweede) dode uit de stam van de schuldige. In verband met gezichtsverlies 'mag' bloedgeld niet te vlot worden geaccepteerd. Onderhandelingen tussen de partijen zijn hierdoor vaak bijzonder moeizame processen die alleen met de hulp van goede, vaak hooggeplaatste, bemiddelaars kunnen worden bereikt. Zo vroeg een Koerdische familie in Zevenaar in 2001 bij de gemeente een subsidie van 100.000 gulden aan als genoegdoening voor de familie van haar slachtoffer. Hiermee hoopte men een vendetta, die al vijf levens had geëist, te kunnen beëindigen.
In Irak is bloedwraak een tamelijk normaal fenomeen. Het is bekend dat het Amerikaanse, maar ook het Engelse leger tijdens de oorlog in Irak (2003-2005) stammen bloedgeld aanboden voor gevallen burgerslachtoffers.
Bloedworst is een worst gewoonlijk bestaande uit een mengsel van bloed (meestal van het varken, maar er bestaat ook runderbloedworst), vet of reuzel (smout), spek, kruiden en vulmiddelen (rogge, brood, gerst, en/of havermout).
Het is een bijproduct van de slacht en wordt traditioneel in de herfst gemaakt.
Engels : Black pudding, blood pudding Duits : Blutwurst, Rotwurst, Schwarzwurst, Topfwurst, Griebenwurst, Puttes, Flönz, Blunzen Frans : Le boudin noir
zwarte pensen
Recepten en vormen verschillen per streek. Soms worden uien toegevoegd. Het spek kan in blokjes van een halve vierkante centimeter duidelijk te zien zijn (foto) of vergruisd worden toegevoegd. Het mengsel kan zijn vorm krijgen in een darm of gietvorm. Ook tongenworst is een soort bloedworst: de stukken tong zitten in een bloedworstmengsel.
De worst kan een diameter hebben van maximaal zo'n 10 cm en is in Nederland gewoonlijk te koop in cilindervorm, soms gelardeerd met stukjes vet. Bloedworst wordt gegeten in plakken van ongeveer 1 cm dik die in een koekenpan worden gebakken. Soms wordt er een plak appel meegebakken of wordt het gerecht met stroop geserveerd.
Spaanse Morcilla de arroz - Morcilla de Burgos auteur : Tamorlan CC 3.0
In België heeft de bloedworst de grootte van een banaan. De worst wordt soms in zijn geheel gebakken, soms in stukjes van 2 cm dik gesneden. Bij de bloedworst worden meestal gebakken appels met bruine suiker of appelmoes gegeten.
In Vlaanderen wordt de bloedworst ook ongebakken gegeten.
Omdat de bloedworst bijna overal gegeten wordt in België, kent men er vele namen voor. In de Kempen spreekt men vooral van beulingen, in het Hageland en Klein-Brabant van zwarte pensen, terwijl men in Zuidoost-Vlaanderen vaak zwarte trippen or zwarte triepen zegt. In West-Vlaanderen spreekt men eerder van bloelink.
De Brusselse variant heet bloempanch.
Nog steeds is het gebruik van vers bloed en penskruid of piment het belangrijkste. Dit kruid, beter bekend als allspice, ligt qua smaak tussen zwarte peper en kruidnagel, het geeft aan zwarte pensen een zeer verfijnde smaak. Als variant op de zwarte pensen wordt in de Kempen ook kwet bereid. Kwet bevat dezelfde ingrediënten als de Kempense zwarte pens, de pensenbrij wordt vervolgens echter apart gekookt en in schalen gegoten. Kwet is eigenlijk balkenbrij, maar net zoals voor bijna alle traditionele slachtbereidingen bestaan er heel wat regionale benamingen. Bijvoorbeeld in Beringen spreekt men van pensding of in Overpelt over kroepoet.
Engelse Black pudding auteur : Emmanuel Boutet CC 3.0
Ook in andere landen wordt bij de slacht bloedworst gemaakt van bloed met andere goedkope stukken vlees.
Zo wordt in Spanje butifarra negra en morcilla gemaakt, in Frankrijk boudin noir, in Engeland black pudding, in Duitsland en Oostenrijk Blutwurst, in Italië sanguinaccio insaccato, maar ook in Azië komt bloedworst voor, zoals bijvoorbeeld de Koreaanse sundae.
De Bloedvlektetra (Hyphessobrycon erythrostigma) is een tropische vis die ook als aquariumvis gehouden wordt. Het behoort tot de familie van de Characidae (Karperzalmen).
Ze komen oorspronkelijk uit Zuid-Amerika (Colombia).
Het is een vreedzame scholenvis die ook paarsgewijs gehouden kan worden. Samen te houden met andere rustige vissen. Het aquarium van minimaal 80 cm moet dicht beplant worden met in het midden voldoende vrije zwemruimte. Een donkere bodem en over turf gefilterd water doen de kleuren extra naar voren komen.
Het geslachtsonderscheid is niet moeilijk, de man heeft eenuitgegroeide rugvin die tot ver achter de staartvin kan reiken. De vrouwtjes zijn voller en ronder dan de mannetjes.
Bij jonge dieren is het geslachtsonderscheid moeilijk te zien.
Als men deze vissen wil aanschaffen moet men zeker zijn dat men de juiste soort koopt. De bloedvlektetra wordt dikwijls met Hyphessobrycon socolofi verward.
Het is een alleseter met een voorkeur voor muggenlarven en droogvoer.
Hyphessobrycon erythrostigma www.diskussmann.de
Ze worden in een groot aquarium tot 7 cm lang. Neem dus geen te klein aquarium. Een schooltje van 6 à 9 exemplaren moet toch een aquariumgrootte hebben van 100 cm. Zoniet gaan de vissen hun volle ontwikkeling missen.
De kweek is in het aquarium nog maar zelden gelukt en waarschijnlijk dus toe te schrijven aan toeval.
Een bloedsinaasappel, ook wel bloedappelsien, wijnsinaasappel, wijnappelsien of moro-appelsien genoemd, is een soort sinaasappel die binnenin rood is.
Oorspronkelijk is de sinaasappel afkomstig van China. Tegenwoordig komt men ze tegen in: Sicilië, Spanje, Marokko en Israël. Hoewel citrusbomen tegenwoordig in alle tropische en subtropische gebieden worden geteeld, zijn citrusbomen strikt gesproken geen tropische planten.
Rondom de aarde, tussen 40° noorderbreedte en 40° zuiderbreedte, strekt zich als het ware een citrusgordel uit. Citrus is de meest geteelde fruitsoort ter wereld.
Bloedsinaasappels zijn verkrijgbaar van half december tot eind februari.
Bloedsinaasappel variëteit "moro" auteur : Allen Timothy Chang CC 3.0
De bloedsinaasappel herken je aan zijn bloedrode binnenkant. Ook het sap van deze sinaasappelsoort is rood, waardoor het lijkt alsof de vrucht bloedt al hem opensnijdt. Denk je liever niet aan bloed, maar vind je wijn wel fijn, dan ligt de naam wijnsinaasappel jou allicht beter.
De vroegere zeelieden plantten overal waar ze kwamen sinaasappelbomen, omdat sinaasappels lang houdbaar zijn en veel vitamine C bevatten. Citrusbomen kunnen immers op veel verschillende bodems goed groeien, op voorwaarde dat er voldoende drainage en voedsel is.
Sinaasappels uit de tropen missen vaak de dieporanje kleur. Dit komt door het feit dat er in de tropen geen koude nachten zijn, die nodig zijn voor het rijpingsproces.
bloedsinaasappel
Bloedappelsienen hebben donkerrood vruchtvlees en soms een rode schil. Door de aanwezigheid van rijke vulkaangronden op Sicilië hebben de Siciliaanse bloedsinaasappels een diepere rode kleur en een vollere smaak.
Het ras Tarocco is een volbloedsinaasappel met een mooie, donkerrode kleur. De Morro heeft als halfbloedsinaasappel naast de rode kleur ook blond vruchtvlees.
Bloedsinaasappels hebben een overbekende heerlijke aromatische geur die de hele kamer vult als je er een schilt.
De smaak is bitterder en zuurder dan die van de gewone sinaasappel.
Trifle van bloedsinaasappel met mascarpone en amaretti
Bloedsinaasappels worden vooral verkocht als vers fruit. Het vruchtvlees wordt daarnaast ook gebruikt om er ingevroren concentraat of vers sap van te maken. De schil bevat drie etherische oliën, die worden gebruikt voor productie van verschillende smaak- en geurstoffen. Daarnaast kun je bloedappelsienen gebruiken in desserts, gebak, fruitsalades, mousses, soufflés, ijs en sorbets. Je kunt sinaasappels uitpersen, maar bewaar in dat geval de schil voor andere doeleinden (de schil kun je met basterdsuiker mengen en over muesli strooien of in gebak of vla gebruiken).
Het sap kun je drinken of gebruiken in marinades voor gevogelte of vis. Verse plakjes sinaasappel smaken goed bij specerijen als kaneel, gember en kardemom. Bloedsinaasappels zijn ook erg geschikt voor hartige gerechten, bijvoorbeeld met waterkers, rode bieten, witloof en rode uiringen.
Bloedsinaasappels zijn vers het lekkerst, gewoon schillen en opeten of uitpersen. Ze zijn goed houdbaar. Je kunt ze twee weken bij kamertemperatuur bewaren.
Sinaasappelsap en sinaasappelschillen geraspt kun je ook invriezen.
Bloedrode kniptor auteur : Trachemys / Jan Raba CC 3.0
De soort is te herkennen aan het voor kniptorren plat en zeer langwerpig lichaam, en verder de bloedrode dekschilden op het achterlijf en diepzwarte kop, borststuk en poten. De pootjes en tasters kunnen volledig onder het schild worden teruggetrokken, bij verstoring houdt de kever zich dood. Het borsststuk is glanzend, de dekschilden zijn in de lengte gegroefd. De maximale lengte is ongeveer 12 tot 17 millimeter.
Ampedus sanguineus foto : gezieferwelt
Van de ongeveer 30 andere Ampedus-soorten is de bloedrode kniptor niet altijd goed te onderscheiden, maar er zijn ook soorten die er totaal niet op lijken.
A. elegantulus is meer geel van kleur en heeft een zwarte achterlijfspunt, A. sanguinolentus heeft een zwarte vlek op het midden van de rug, A. nigrinus is geheel zwart van kleur en A. rubricus heeft een zwarte kleur maar rode kop.
Bloedrode kniptor foto : gezieferwelt
De larve of ritnaald is erg lang en smal en leeft niet onder de grond zoals de meeste ritnaalden, maar leeft de eerste tijd van rottend hout. Zowel eik, beuk als naaldbomen zijn geschikt. Later schakelt de larve over op een totaal ander menu; andere insectenlarven en -poppen, vooral die van boktorren.
De volwassen kever is in bossen op bloemen te vinden, vooral die van schermbloemigen. De bloedrode kniptor komt voor in Europa en Azië in bosrijke gebieden met dood en rottend hout.
De bloedrode heidelibel (Sympetrum sanguineum) is een libel uit de familie van de korenbouten (Libelludae).
De libel is in grote delen van zijn areaal een algemene soort die te herkennen is aan de dieprode kleur, hoewel het niet de enige libel is met een dergelijke kleuring. Het is met een vleugelspanwijdte tot 6 centimeter een middelgrote soort.
De bloedrode heidelibel komt voor in grote delen van Europa, waaronder België en Nederland. Het is hier een generalist die rond verschillende wateren leeft en een van de meest voorkomende heidelibellen (geslacht Sympetrum).
Engels : Ruddy Darter Duits : Blutrote Heidelibelle Frans : Le sympétrum rouge-sang, sympètre rouge-sang, sympétrum sanguin
bloedrode heidelibel Koppeltje, links, rechts auteur : Sylfred1977 CC 3.0
De bloedrode heidelibel dankt zijn naam aan de dieprode kleur van de mannetjes, de vrouwtjes zijn geel gekleurd. De soortnaam sanguinea betekent 'bloedrood'. In andere talen verwijst de naam ook naar de rode kleur, zoals het Engelse ruddy darter wat 'blozende libel' betekent.
Het borststuk is roodbruin en draagt de krachtige voor- en achtervleugels en de drie paar poten. De vleugels zijn doorzichtig en hebben geen donkere dwarsbanden zoals bij sommige soorten.
Aan de vleugelbasis is een oranje kleur aanwezig, waarvan het oppervlak groter is dan bij soorten als de bruinrode en steenrode heidelibel, maar een echte oranje vlek zoals bij de geelvlekheidelibel ontbreekt. De kleur wordt veroorzaakt door een fijne oranje beharing. Het pterostigma, de gekleurde cellen van de vleugels, zijn bij mannetjes roodbruin gekleurd, bij vrouwtjes bruin.
De mannetjes vallen op door hun opvallend rode lichaam, ze zijn daarom op het eerste gezicht te verwarren met andere rood gekleurde soorten zoals de vuurlibel. Van andere heidelibellen zijn zowel het mannetje als het wijfje echter relatief eenvoudig te onderscheiden door de volledig zwarte poten. De zwarte poten zijn een onderscheid met veel andere soorten die in de lengte geel gestreepte poten hebben.
De gelijkende vuurlibel heeft rode poten en is hieraan te onderscheiden.
Sympetrum sanguineum paringstandem auteur : Rosenzweig CC 3.0
De bloedrode heidelibel kan verward worden met verschillende soorten. De mannetjes zijn bij alle soorten rood van kleur, terwijl de vrouwtjes meestal geelbruin zijn. De bloedrode heidelibel is één van de ruim zestig soorten uit het geslacht Sympetrum, waarvan veel soorten die een Nederlandse naam hebben met heidelibel aan worden geduid. Bij veel soorten zijn de mannetjes rood van kleur en de vrouwtjes meer bruinachtig maar er zijn uitzonderingen.
De heidelibellen maken weer deel uit van de korenbouten (Libellulidae), een familie van kleurrijke echte libellen.
In Nederland leven ongeveer 20 soorten korenbouten, waarvan de helft tot de heidelibellen behoort (geslacht Sympetrum).
De bloedrode heidelibel werd voor het eerst in 1764 wetenschappelijk beschreven door Otto Friedrich Müller als Libellula sanguinea.
bloedrode heidelibel etend mannetje auteur : Guido Gerding CC 3.0
De bloedrode heidelibel komt voor in grote delen van Europa, met uitzondering van noordelijk Scandinavië. Ook in Groot-Brittannië komt de soort voor, vooral in het centrale en oostelijke deel, in het westen en noorden is de soort minder algemeen. In het verleden zijn waarnemingen bekend uit de omgeving van Glasgow. Ook in Ierland komt de soort overal in het land voor, met uitzondering van het uiterste noorden. De soort is vooral bekend uit De Burren en de Irish Midlands, de centrale vlakte van Ierland.
De bloedrode heidelibel is in België vrij algemeen en komt verspreid over het gehele land voor. In Nederland is de soort zeer algemeen. Het is de meest voorkomende heidelibel en zelfs één van de meer algemene soorten Nederlandse libellen.
Het verspreidingsgebied strekt zich oostelijk uit tot in Siberië en in zuidelijke richting tot in noordelijk Afrika.
In Afrika komt de libel plaatselijk voor. In Zuidelijk Europa, rond het Middellandse Zeegebied, ontbreekt de soort in het zuidelijk deel van het Iberisch Schiereiland, Italië en de meeste Mediterrane eilanden.
De habitat bestaat uit gebieden met stilstaande tot langzaam stromende wateren, er is enige tolerantie voor brakwater. Er dient voldoende onderwatervegetatie aanwezig te zijn en boven het water uitstekende planten als riet en bies, zoals mattenbies (Schoenoplectus lacustris). De larven prefereren onderwaterplanten als lisdodde Typha en paardenstaart (Equisetum).