B b B b 1 k(3) |
Bake (toponiem) |
Een bake (baken, of bagge) was een varken, varkens, die vanwege het voedsel, eikels en beukennootjes, in bossen werden gehoed of gehouden, waarschijnlijk in de nabijheid van vermogende lieden. Omdat de bomen in zo'n bakenbos (eik en beuk) geen overstromingen verdragen, en varkens het liefst daarbij ook nog in de modder baggeren, is het waarschijnlijk dat deze bossen op een verhoging lagen in de nabijheid van water. Het toponiem bake- komt haast alleen voor in samenstelling met bos (Bakenbos). In de plaats Bakel, waarvan de oudste notatie (8e eeuw) Baclaos en Bagolos(o) is,wordt bos (=loo) 1x en in Bakelbos 2x genoemd. |
Het toponiem wordt gevonden in Zuid Nederland en België, hetgeen consistent is met het exclusieve voorkomen van de achternaam (van de) Biggelaar (in N. Brabant), en het overwegende voorkomen van de achternaam van/verBakel in deze provincie. Volgens de historicus J.G. Kikkert werden "Deze Brabanders, door Caesar enigszins denigrerend (al) aangeduid als 'varkensmesters'". Het woord baken treft men nog in een middeleeuws gedicht uit West Brabant: "Deensche baken, deensche ulecken, Die harde dicke waren van specken, Rentvleesch ende scapen, mede, Dat herde wit was in den snede." |
In het Duits is Bagge een zeug, terwijl men in het Oud Hoogduitse woordenboek "baco* 6?, bacho*, lat.-ahd.?, M.: nhd. Schinken; ne. bacon" vindt. Dit is het Engelse (pig) bacon, het Nederlandse big welk vandaag nog in Zuid-oost Brabant wordt uitgesproken als 'nen baag'. |
|
Bron :Wikipedia J.G. Kikkert De Brabanders Oorsprong en geschiedenis van De Brabanders MCMLXXX Elsevier Nederland B.V., Amsterdam / Brussel D/MCMLXXX/0199/812 ISBN 9010031993: pagina 32 |
|