Max Liebermann 1847-1935 was een Duitse kunstschilder
Max Liebermann 1847-1935 was een Duitse kunstschilder.
Klik op de foto om enkele van zijn overige werken te bekijken
Max Liebermann (Berlijn, 20 juli 1847 -Berlijn, 8 februari 1935) was een Duitse schilder. Max Liebermann was de zoon van een Joodse zakenman. Vanaf 1868 volgt Liebermann onderricht aan de academie van Weimar.
In 1873 gaat hij naar Parijs en later naar Barbizon. Hij ontmoet Munkácsy, Troyon, Daubigny, Corot, Millet en Manet. Van 1874 tot 1914 schildert hij in de zomer in Nederland, soms samen met Isaac Israëls. Vooral Laren, Scheveningen en Noordwijk. Van 1899 tot 1911 is hij voorzitter van de Berliner Sezession. Van 1920 tot 1933 is hij voorzitter van de Pruisische academie. Vanwege zijn Joodse achtergrond moet hij in 1933 aftreden. In zijn werk is een overgang van realisme naar impressionisme zichtbaar.
Liebermann was meer dan 60 jaar actief en maakte zon 1200 olieverfschilderijen. De eerste decennia van zijn carrière werd zijn werk door de kritiek verguisd, hij schilderde toen nog naturalistisch maar het was niet een gebrek aan vakmanschap dat de critici deed steigeren, wél zijn gekozen onderwerpen: vrouwen die ganzen plukken of groenten kuisen, zon dingen schilderen dééd je niet! Bijbelse taferelen, maar toch geen boerin die haar varken voert!
Jarenlang werd Liebermann de apostel van de lelijkheid genoemd. Toch was hij baanbrekend en avant-gardistisch. Wanneer hij later, vaak in opdracht portretten schilderde, worden ook die neergesabeld omdat de kunstenaar weigert zijn modellen te idealiseren. Het echt impressionistische werk komt er pas eind 1800. In Nederland laat hij zich inspireren door de weidse landschappen, de zee en het strand.
In 1910 bouwt hij een zomerhuis langs de over van de Wannsee, van dan af tot aan zijn dood schildert hij voornamelijk zijn zelf ontworpen tuin. Zelfs de bloemensoorten koos hij in functie van wat hij wilde schilderen. Liebermann was één van Duitslands toonaangevende impressionisten, hij was rijk genoeg om heel zijn leven aan de kunst te wijden.
Ray LaMontagne is in 1974 geboren in Nashua, New Hampshire. Zijn vader was muzikant. Kort na Rays geboorte verliet zijn moeder zijn vader, terwijl deze op tournee was. Ray heeft jarenlang geen contact gehad met zijn vader. Het gezin reisde veel en vertrok uiteindelijk naar het noorden. Rays moeder verhuisde met haar zes kinderen naar elke plek waar ze werk kon vinden. Omdat de kinderen altijd weer nieuw waren op school maakten zij weinig vrienden. In zijn vrije tijd las Ray vooral Fantasy boeken in het bos.
Uiteindelijk belandde hij op de Morgan High School in Morgan, Utah. Hij voerde op school weinig uit, en spijbelde en vocht vaak met andere kinderen. Vanweg zijn lage cijfers slaagde hij met de hakken over de sloot. Na high school verhuisde LaMontagne. Hij ging van zijn familie naar Lewiston, Maine.
LaMontagne vond een baan in een schoenenfabriek in Lewiston. Hij werkte hier ruim 65 uur per week. Op een morgen, om 4.00 uur, hoorde hij het liedje Treetop Flyer van Stephen Stills op de radio. Nadat hij het album had gekocht, besloot LaMontagne om zijn baan eraan te geven en een poging te doen om een zangcarrière te beginnen. In 1999 begon hij met toeren. Daarnaast werkte hij ook nog als timmerman. In de zomer van 1999 nam hij een demo op met tien nummers die hij naar verschillende zalen in de omgeving stuurde. De eigenaar van een theater in de buurt nodigde hem uit om op te treden in een zaal waar ook folkmuziek-muzikanten stonden als John Gorka en Jonathan Edwards. Een zakenman hoorde later LaMontagnes demo en stelde hem voor aan Jamie Ceretta van Chrysalis Music Publishing. CMP nam Rays eerste album op en verkocht het aan RCA Records in Amerika en Echo Records in Engeland.
The Neville Brothers is een R&B-groep die gospel, soul, funk en pop speelt. De groep werd opgericht in 1977 in New Orleans
Voordat
The Neville Brothers werd opgericht hadden de broers al een carrière
achter de rug. Art richtte de band The Hawketts tijdens zijn
highschool-periode op. The Hawketts hadden een grote hit met "Mardi Gras
Mambo" in 1954. Daarna richtte Art de band The Meters op, samen met
George Porter Jr., Joseph (Zigaboo) Modeliste en Leo Nocentelli. In 1975
werd Cyril Neville gevraagd om mee te gaan spelen. In 1966 had Aaron
een solo-hit met "Tell It Like It Is", dat in de jaren 80 weer werd
uitgebracht, met groot succes, en toerde Aaron samen met de band van Art
door de Verenigde Staten.
Charles begon op zijn twaalfde
saxofoon te spelen in een schoolband genaamd 'Turquoise while
teenagers'. Ook speelde hij mee met The Hawketts. Toen hij vijftien was
verliet hij school en ging Charles toeren met Gene Franklin & the
Houserockers. Dit was een soort reizende variétéshow. Toen de toer klaar
was kwam Charles terug naar New Orleans en speelde daar in een lokaal
bekend café: de Dew Drop Inn. Van 1956 tot 1958 was Charles bij de
marine en speelde hij in een lokaal bandje in Memphis, Tennessee. In
Memphis kwam hij B.B. King tegen en ze werden goede vrienden. Charles
verliet de marine en ging weer terug naar New Orleans waar hij naar de
universiteit ging. Maar hij miste de muziekindustrie en ging weer
toeren. Tijdens deze periode raakte hij verslaafd aan heroïne en kwam
een paar keer in de gevangenis terecht. Daarna ging hij naar New York
City en speelde samen met onder anderen Johnny Taylor, Clarence Carter
en O.V. Wright.
De oom van de broers - George Landry - vroeg de
broers in 1976 om mee te werken aan zijn album "The Wild Tchoupitoulas"
en dat deden ze.
De broers wisten dat hun ouders graag wilden
dat ze samen gingen werken. Doordat ze het album samen met hun oom
hadden opgenomen, richtten ze in 1977 een eigen groep op onder de naam
The Neville Brothers. Voor iedereen werd de droom eindelijk waarheid,
met Art op piano, Charles op de saxofoon, Cyril op de conga's en Aaron
als zanger. Ze kregen een contract bij Capitol, maar die vroegen zich af
of de muziek die de broers maakten wel aan zou slaan bij het grote
publiek. De muziek was namelijk typisch Nevilles en niet in een hokje te
plaatsen, zoals men zei. Capitol wist niet hoe ze de muziek moesten
verkopen. De eerste plaat, "The Neville Brothers", werd geen hit en het
contract werd ontbonden. De broers hadden drie jaar lang geen contract.
Producer Joel Dorn nam contact op met vele platenmaatschappijen, maar
niemand wilde de broers contracteren. De broers bleven ondanks de
problemen wel toeren. Tijdens één van de concerten kwam Bette Midler en
zij vond de broers geweldig. Ze kregen een contract bij A&M en
maakten "Fiyo On the Bayou" in 1981. Dit album bevatte veel invloeden
van The Meters. In het achtergrondkoor zaten Cissy Houston en haar
jongste dochter. Het album werd slecht verkocht.
Wederom werd er
geen energie in de groep meer gestoken door een platenmaatschappij. Pas
in 1981 durfde A&M het weer aan om een album met de broers te maken:
"Yellow Moon", geproduceerd door Daniel Lanois. Het album werd een
wereldhit, mede doordat de broers de liedjes zelf mochten schrijven
(zeven van de twaalf liedjes zijn door de Neville-broers geschreven).
Daarna
maakten ze vooral live-albums en toerden ze als The Neville Brothers.
Ze maakten ook studio-albums, maar die overtroffen "Yellow Moon" niet.
Toen Art ziek werd, eind jaren negentig, gingen de andere broers hun
eigen projecten doen, tot hun comeback in 2004. Ze kregen een contract
bij Back Porch Records en maakten het album "Walkin' In The Shadow Of
Life". Heden ten dage toeren ze over de hele wereld met groot succes.
Ivan Neville speelt sinds de laatste jaren mee met de groep.
Fleetwood Mac is een oorspronkelijk Britse band, opgericht door Peter Green (zang, gitaar en mondharmonica). Oorspronkelijk bestond de band uit Peter Green en Mick Fleetwood (drums), Jeremy Spencer (gitaar) en Bob Brunning (bas). Fleetwood Mac begon als bluesband en heette oorspronkelijk Peter Green´s Fleetwood Mac. In eerste instantie is John McVie bij de Bluesbreakers gebleven maar heeft in een later stadium Bob Brunning vervangen. Na het vertrek van Peter Green bleef de naam Fleetwood Mac. Mick Fleetwood en John McVie zijn dan ook de constante factor in de groep gebleven. De groep evolueerde in de loop der jaren tot een popgroep met steeds wisselende bezettingen. In Nederland en België zijn ze vooral bekend door hun hits als Go your own way, Dreams, Everywhere en Little lies.
Owner of a Lonely Heart is een lied van de rockband Yes. Het is het openingsnummer van hun album 90125 uit 1983.
Het nummer is geschreven door het indertijd nieuwe bandlid Trevor Rabin. Het nummer bereikte de eerste plaats in de Amerikaanse Billboard Hot 100. Owner of a Lonely Heart was Yes grootste hitsucces. Naderhand is het nummer nog vaak heruitgebracht. Op de B-kant van de single staat het nummer Our Song.
Owner of a Lonely Heart was allereerst als ballade geschreven. Bandlid Jon Anderson overtuigde producer Trevor Horn ervan dat er een aantal gitaarriffs bij moesten. Door de Yes-afsplitsing Anderson Bruford Wakeman Howe werd het nummer live alsnog als ballad gespeeld.
Vandaag de dag geniet het nummer nog steeds populariteit. Zo is Owner of a Lonely Heart geremixt door Max Graham, en viel het nummer te beluisteren in de soundtrack van het immens populaire computerspel Grand Theft Auto: Vice City op het radiostation Flash FM.
Michael Whitaker Smith (Kenova (West Virginia), 7 oktober 1957) is een Amerikaanse gospel- en praiseartiest. De christelijke zanger heeft als doel om het evangelie te verkondigen via zijn muziek, ook wil hij God hiermee vereren.
Smith groeide op in zijn geboorteplaats Kenova, als zoon van een olieraffinaderijwerker. Tegen zijn tiende levensjaar aan werd hij overtuigd christen en begon hij met enkele vrienden een band. Het ging goed met Michael, totdat hij na zijn highschool-periode alcohol- en drugsverslaafde werd. Hij kreeg in die tijd, 1979, een geestelijke instorting. Na zijn geestelijke instorting zag hij het Licht, en dat was keerpunt in zijn leven. Michael besloot om zijn leven (opnieuw) te geven aan Jezus. Niet veel later werd hij lid van de band Higher Ground en was hij keyboard-speler, ondertussen kickte hij af van zijn verslavingen. Een bedrijf was erg geïnteresseerd in zijn songteksten en Smith begon songteksten te schrijven voor bekende artiesten als Sandi Patti, Kathy Troccoli en Amy Grant. Enkele jaren later tourde hij met Amy Grant als toetsenist. In 1983 kwam zijn debuut op de markt, en dat kan worden gezien als de echte start van zijn muziekcarrière.
Vele albums volgden en in 2001 maakte hij opnieuw een grote doorbraak in de muziekmarkt. Zijn album Worship, dat uitkwam op 11 september 2001, werd een ongekend grote hit en Michael werd hiermee voor veel christenen een belangrijke leider in worship (aanbiddingsmuziek). Hij bleef een tijd bezig in dit genre, maar kwam in 2004 terug met een vertrouwd klinkende popplaat: Healing Rain.
Michael W. Smith heeft recent gewerkt aan een film, geregisseerd door de vooral als zanger bekendstaande Amerikaan Steve Taylor, genaamd The Second Chance. De film kwam begin 2006 uit. Smith speelt het personage Ethan Jenkins, een muzikale pastor in een grote kerk.
Het album "Stand" kwam november 2006 uit. Voor maart 2007 stond er een Europese tour gepland, maar omdat Smith tegen die tijd opa hoopte te worden, werd het uitgesteld tot oktober 2007. In 2007 kwam hij twee keer naar Nederland: tijdens het XNoizz Flevo Festival op 16 augustus en op 6 oktober tijdens de EO-Gezinsdag in het GelreDome te Arnhem. 's Avonds gaf hij daar een concert samen met Darlene Zschech. Op 16 oktober 2007 verscheen er een nieuw kerstalbum van Smith, genaamd It's A Wonderful Christmas.
Op 28 oktober 2008 kwam het album "A new Hallelujah" uit, in navolging van de 2 live worshipalbums. De plaat is op 20 juni 2008 opgenomen tijdens een concert in de megakerk "Lakewood Church" in Houston (Texas), samen met aanbiddingsleiders Israel Houghton en Coalo Zamorano, een 250 koppen tellend koor en een Afrikaans kinderkoor. Zelf betitelt Smith het project als "het meest globale worshipproject in mijn hele carrière". Het album bevat 15 nummers inclusief een aantal klassiekers, zoals "Amazing Grace/My Chains Are Gone", "Mighty To Save" en "I Surrender All". De titelsong schreef Smith samen met zijn vrouw Debbie en vriend Paul Baloche. Op 12 juni 2008 heeft Smith opgetreden in het GelreDome met zijn nieuwe album. De dag erna was hij ook nog te gast bij de 35e EO-Jongerendag.
Op 28 september 2010 kwam het nieuwste album van Smith uit, genaamd "Wonder".
Smith is getrouwd met Debbie en samen hebben ze vijf kinderen.
Pat Benatar (oorspronkelijke naam Patricia Mae Andrzejewski, 10 januari 1953) is een Amerikaanse zangeres die verschillende hits scoorde in de jaren '80.
Pat Benatar, die geboren werd in Brooklyn, New York, studeerde aanvankelijk opera-muziek. In 1971 trouwde ze met Dennis T. Benatar, waardoor ze de achternaam kreeg waarmee ze beroemd werd. In 1977 werd haar zangtalent ontdekt tijdens een talentenjacht in een New Yorkse club.
Ze scheidde van Benatar en trouwde later met de gitarist van haar band, Neil Giraldo. Samen kregen ze twee dochters.
In de jaren '80 scoorde ze enkele grote hits, waarvan Love is a battlefield de bekendste is. Dit nummer uit 1983 werd in onder meer Nederland een nummer 1-hit. Tussen 1980 en 1983 won ze vier jaar achtereen een Grammy Award voor beste vrouwelijke rockact. Later werd ze nog vier keer genomineerd voor deze categorie.
Benatar werd later in haar muziekcarrière woordvoerder van de batterijenfabrikant Energizer.
Laura Pausini (Faenza, 16 mei 1974) is een Italiaanse zangeres die zeer populair is in de Italiaans- en Spaanssprekende wereld. Ze heeft ook veel aanhang in België en Nederland. Ze zingt vooral romantische liedjes, niet alleen in het Italiaans maar ook in het Spaans, Portugees (met Gilberto Gil) en Engels. Zij heeft een warme krachtige stem met een groot stembereik. Haar nummers gaan vooral over de liefde, maar Laura zingt ook over vrede, armoede en racisme. Met name in de jaren 90 was Pausini in Nederland erg populair. Na Italië was Nederland het eerste land waar de zangeres succes kreeg met haar muziek.
INXS is een Australische muziekband. De band werd opgericht in Sydney op 16 augustus 1979. Eerst heette de band The Farriss Brothers, met Andrew (keyboard), Jon (drums) en Tim Farriss (leadgitaar), Michael Hutchence (zang), Kirk Pengilly (saxofoon en gitaar) en Garry Gary Beers (bas). De naam verandert nog datzelfde jaar in INXS, uitgesproken als "in excess" (in overvloed). De naam is samengesteld uit IXL (een merk jam) en XTC.
In mei 1980 wordt hun eerste single, Simple Simon (We are the vegetables), uitgebracht, met sterke invloeden van ska en punk, en vooral opmerkelijk door de vreemde titel. Hun eerste Australische hit is Just keep walking, een stevig rocknummer dat hen een schare hardrockfans oplevert voor hun debuut-LP INXS (1980). Een tweede hitalbum Underneath the colours (geproduceerd door Richard Clapton) wordt uitgebracht in 1981.
De derde LP, Shabooh Shoobah (1982), waarop INXS wat meer neigt naar dance rock, zorgt ervoor dat ze ook in de Verenigde Staten bekend worden. Daar krijgen ze in 1983 een platencontract bij Atlantic en wordt hun single The one thing een grote hit, mede doordat de videoclip veel op MTV wordt getoond. Door hun medewerking aan het Live Aid-concert in 1985 en door de release van het album Listen like thieves worden ze wereldwijd bekend.
Michael Hutchence staat ook buiten de optredens altijd in het middelpunt van de belangstelling, en heeft bij ieder feest weer een ander model aan zijn arm. Mede door Michaels charisma en extraverte persoonlijkheid wordt het album Kick uit 1987 een succes en wint de band alle grote prijzen tijdens de MTV Awards van 1988.
In 1993 keert INXS na een paar minder succesvolle albums terug naar de oorsprong van hun succes, en ze toeren in het oude circuit: kleine cafés en clubs waar ze als de Farriss Brothers ook kwamen. Van hieruit ontstaat het veel rauwere rockalbum Full moon, dirty hearts (1993). Het album krijgt geen goede kritieken noch is het commercieel een succes, en het is voor de platenmaatschappij aanleiding om INXS: The greatest hits (1994) uit te brengen.
De band houdt het daarna even voor gezien, maar Hutchence blijft berucht door zijn affaires, met name door het afbreken van zijn relatie met het Deense supermodel Helena Christensen en zijn relatie met Paula Yates, Brits televisiepresentatrice en vrouw van Bob Geldof.
Elegantly wasted uit 1997 is het volgende album, maar Hutchence eist de meeste aandacht. Terwijl de band bezig is zich voor te bereiden op een nieuwe wereldtour staat Hutchence in november wereldwijd op de voorpagina's door zijn plotselinge dood. Op 22 november 1997 trof men Hutchence levenloos aan in een hotelkamer in Sydney onder verdachte omstandigheden. Volgens het autopsierapport was de doodsoorzaak zelfmoord. Sommigen speculeren echter dat hij stierf door wurgseks.
Sinds Hutchence' dood treedt INXS af en toe nog op met o.a. de Australische zanger Jimmy Barnes, Terence Trent D'Arby en Jon Stevens (van Noiseworks). In 2005 schreef de Amerikaanse televisiezender CBS een wedstrijd uit in de vorm van een reality-televisieshow (zoals Big Brother) waarvan de winnaar de nieuwe zanger van INXS wordt. De winnaar was de 31-jarige Jason Dean Fortune, ook bekend als JD Fortune, geworden. Met deze nieuwe zanger uit Canada gaat de band sowieso één album uitbrengen en één keer op wereldtournee. Het nieuwe album "Switch" ligt op 29 november 2006 in de winkels. Maar eerst is er de single Pretty Vegas, die J.D. samen geschreven heeft met Andrew Farriss (de toetsenist en "hofleverancier" van de meeste nummers van INXS. Verder op het album ook een eerbetoon aan Michael Hutchence in God's Top Ten.
Het uitgestelde (en uitverkochte) concert van 13 oktober 2006 vond plaats op vrijdag 29 juni 2007 in Paradiso te Amsterdam.
Elmore James (Richland (Holmes County), Mississippi), 27 januari 1918 - Chicago, 24 mei 1963) is een Amerikaans bluesgitarist, zanger en liedjesschrijver, die ook bekend is onder de naam Elmore Brooks.
Op zijn tiende leerde hij blueszingen en gitaarspelen op een zelfgemaakte gitaar. Hij speelt samen met mensen als Robert Johnson en Sonny Boy Williamson I. Hij debuteerde in 1951 met plaatopnames voor Lillian McMurrys Trumpet Records. Hij nam meer dan 100 nummers op en werd weldra bekend als King of the Slide Guitar. Met zijn rauwe scheurende muziek legde de basis voor wat later de Rock and roll gaat worden.
Elmore James was een verlegen persoonlijkheid die door de opnametechnici over zijn schroom werd geholpen door hem te laten denken dat hij aan het repeteren was op het moment dat er eigenlijk opnames plaats vonden.
Er zijn geen opnames van Elmore James bewaard gebleven uit de periode 1929 en 1952. Toch wordt hij zelfs door Little Richard bestempeld als een rockartiest. Ook Jimi Hendrix zegt door hem beïnvloed te zijn.
Zijn bekendste nummer is Dust My Broom. Vooral het intro van dit nummer is een riff die door bluesgitaristen veel wordt gebruikt als opening van hun nummers.
The Allman Brothers Band speelde Done Somebody Wrong en One Way Out van hem en Chairmen of the Board wijdde Elmo James aan hem. Ook Eric Burdon, ex zanger van The Animals, heeft een nummer over hem geschreven, genaamd No More Elmore.
John Martyn, pseudoniem van Iain David McGeachy (New Malden (Surrey), 11 september 1948 - Ierland, 29 januari 2009) was een Britse singer-songwriter en gitarist in het genre van de folk.
Hij werd opgevoed door zijn grootmoeder omdat zijn ouders als operazangers vrijwel altijd op tournee waren. Op zijn 17e ging hij zelf spelen en zingen in de straten van Londen. Zijn doorbraak kwam in 1967 met de LP London Conversation op Island Records. Als songwriter werkte hij onder meer samen met Eric Clapton, Phil Collins, David Gilmour en Ringo Starr en beïnvloedde artiesten als U2, Portishead en Eric Clapton. In 2003 moest zijn rechterbeen worden geamputeerd vanwege een gebarsten cyste. De laatste jaren trad Martyn op in een rolstoel.
Martyn overleed op 29 januari 2009 op 60-jarige leeftijd
Albert Van Dyck 1902 - 1951 was een Vlaams schilder
Albert Van Dyck 1902 - 1951 was een Vlaams schilder
Klik op de foto om een filmpje over hem te bekijken
Albert Van Dyck (Turnhout, 1902 - Antwerpen, 1951) was een Vlaams kunstschilder.
Toen Van Dyck begon als kunstenaar, was het Vlaamse expressionisme via de Latemse Scholen de gezaghebbende kunststroming geworden in de Vlaamse kunstwereld. Aanvankelijk evolueerde Albert Van Dyck, via een luministische stijl, naar een zuiver picturale schilderkunst, waarbij hij vooral aandacht schonk aan het kind en aan het schrale Kempense landschap, vooral dan de omgeving van Kasterlee en Schilde, waar hij verbleef. Mede met onder anderen War Van Overstraeten, Albert Dasnoy, Jozef Vinck en Marcel Stobbaerts reageerde hij echter op de door hen als buitensporig aangevoelde evolutie van het expressionisme. Door critici werd hun kunst als Animisme omschreven.
Bij zijn artistieke vorming, studeerde Albert Van Dyck aan de Academie en aan het Hoger Instituut voor Schone Kunsten te Antwerpen, onder de leraars Isidoor Opsomer en Jules De Bruycker. In 1932 richtte hij een eigen vrije Academie op te Antwerpen. Hij had er onder anderen Jan Vaerten als leerling. In 1949 werd hij in die stad professor in het tekenen, aan het Hoger Instituut.
Naast verrukkelijke kinderportretten schilderde Albert Van Dyck ook poëtisch zingende landschappen, voortreffelijke naakt-studies en uitbundige stillevens.
Ondanks een eerder teruggetrokken leven en een bescheidenheid die spreekwoordelijk was, wordt wijlen Albert Van Dijck door de ingewijden gewaardeerd om zijn intrinsieke gaven als schilder en tekenaar, om zijn eigenheid en om zijn menselijkheid.
Albert Van Dyck overleed in 1951 aan een slepende ziekte.
Zelfportret
In Schilde werd op 4 oktober 1997 het Museum Albert Van Dyck geopend. In het museum zijn meer dan 190 schilderijen en tekeningen van deze kunstschilder tentoongesteld.
Rene Aubry is een Franse componist geboren in 1956. Hij is een multi-instrumentalist bekend voor het mengen klassieke harmonieën met moderne instrumentatie. Aubry heeft gecomponeerd voor choreografen als Carolyn Carlson, Pina Bausch en Philippe Genty.
Kopje mirakel: we hebben koffie nodig om onszelf te zijn
Kopje mirakel: we hebben koffie nodig om onszelf te zijn
Twee derde van de Amerikaanse volwassenen drinkt koffie, velen nippen van hun eerste kopje in het uur nadat ze wakker werden.
65 procent van de 1009 ondervraagde Amerikanen die koffie drinken,
consumeren gemiddeld 13 kopjes per week. Drie op de vijf heeft cafeïne
nodig om de dag te starten. 28 procent van de koffiedrinkers neemt zijn
eerste kopje al in het kwartier nadat ze uit hun bed stapten, 68 procent
binnen het uur. 57 procent voegt suiker of een andere zoetstof toe, 54
procent zegt dat ze koffie nodig hebben om zichzelf te voelen.
Vandaag is het in de Verenigde Staten nationale koffiedag.
Murray Head (Londen, 5 maart 1946) is een Engelse acteur en zanger.
Murray Head is de zoon van een documentairemaker en een actrice. Zijn jongere broer Anthony Stewart Head is bekend van Buffy the Vampire Slayer.
Murray Head zong de rol van Judas Iskariot op de albumversie van de musical Jesus Christ Superstar van Andrew Lloyd Webber. Rond dezelfde tijd speelde hij mee in de film Sunday Bloody Sunday', die een Oscar won. Ondanks deze successen bleef hij voor het grote publiek een grote onbekende. In 1984 was hij één van de sterren in de musical Chess. Het lied One Night in Bangkok uit deze musical werd een grote hit in Nederland en bereikte de 1e plaats in de Nationale Hitparade. De muziek van dit nummer is geschreven door Benny Andersson en Björn Ulvaeus van ABBA en de teksten door Tim Rice.
Head heeft vanaf 1973 met wisselend succes een aantal singer-songwriter albums uitgebracht. Na jaren stilte vanaf 1995 komt in 2007 het album Tête à Tête uit.
Michael Bolton, geboren als Michael Bolotin (New Haven, 26 februari 1953) is een Amerikaans acteur, schrijver en zanger, voornamelijk bekend om zijn rock-ballads en zijn tenor-stem.
Hij verkocht tot op heden 53 miljoen albums wereldwijd, had acht top-tien albums en twee nummer een hits. Won diversen prijzen waaronder American Music Award en Grammy Award. In Nederland is Bolton vooral bekend om zijn 1990-hit How Am I Supposed to Live Without You.
The Doobie Brothers is een Amerikaanse rockband waarvan de kern wordt gevormd door de zangers/gitaristen Tom Johnston en Pat Simmons. De band is vooral bekend van hun hits Long Train Running, What a Fool Believes en Listen to the Music. Alleen al in de VS zijn meer dan twintig miljoen albums verkocht.
Yves Montand, geboren als Ivo Livi, (Monsummano Alto (Italië), 13 oktober 1921 - Senlis, 9 november 1991) was een Frans acteur en zanger van Italiaanse komaf.
Montand werd geboren nabij Florence. Zijn vader was Giovanni Livi, later actief lid van de Communistische Partij. Montand was zelf ook een sympathisant van deze partij. Met zijn ouders, die op de vlucht waren voor het fascistische regime van Mussolini, vertrok hij op jonge leeftijd naar Frankrijk.
Hij bracht zijn jeugd door in Marseille, waar hij later ging werken, onder andere als kapper in de kapsalon van zijn oudere zus, als havenarbeider en als nachtclubzanger. Tijdens deze optredens nam hij de naam "Yves Montand" aan. Hij bedacht deze naam door te denken aan wat zijn moeder vroeger naar hem riep als ze gingen eten: "Ivo, monta!" (Ivo, kom boven!).
In Parijs, 1944 werd hij ontdekt door de beroemde Franse zangeres Édith Piaf, die hem onder haar hoede nam. Ze kregen een relatie en samen speelden ze in de film Etoile sans Lumière (1946). Internationale roem kwam met de hoofdrol in de film Le Salaire De La Peur (1953) van Georges Clouzot. Op 21 december 1951 trouwde hij met actrice Simone Signoret. Ze zouden tot haar dood in 1985 bij elkaar blijven. Samen speelden ze in een Franse versie van The Crucible van Arthur Miller, zowel in de toneelversie als in de filmversie Les Sorcières de Salem uit 1956.
In 1959 trok hij naar de Verenigde Staten. Hij had een one man show op Broadway en speelde in enkele films, waaronder Let's Make Love (1960), Sanctuary, Goodbye Again (beiden 1961) en My Geisha (1962). Op de set van de musical Let's Make Love kreeg hij een relatie met Marilyn Monroe, die veel aandacht kreeg van de roddelpers. In de jaren zestig begon hij een samenwerking met de eveneens politiek geëngageerde filmmaker Costa-Gavras, wat resulteerde in films als Z (1969), L'Aveu (The Confession, 1970) en État de Siège (State of Siege, 1973), maar opmerkelijk genoeg ook in de veel romantischer en psychologischer film Clair de femme, met als tegenspeelster Romy Schneider, gesitueerd in het Russische immigrantenmilieu in Parijs. Cimetière du Père-Lachaise
In de jaren tachtig speelde Montand een memorabele rol als een hebzuchtige, listige boer in de tweedelige filmsaga Jean de Florette (1986) en Manon des Sources (1986) van Claude Berri. In 1992 kwam zijn laatste film uit, IP5.
Montand stierf in 1991 op 70-jarige leeftijd aan een hartaanval. Hij was twee keer getrouwd, met Simone Signoret van 1951 tot 1985 en met zijn assistente Carole Amiel van 1987 tot zijn dood. Met Carole heeft hij één zoon, Valentin Montand, geboren in 1988.
Een andere vrouw beweerde een kind van hem te hebben, en spande een rechtszaak aan voor een DNA-test. Montand ontkende de vader te zijn en weigerde een DNA-test. De vrouw bleef echter volharden, zelfs na de dood van Montand. Een rechtbank stelde de vrouw uiteindelijk in het gelijk, en in 1998 werd het lichaam van Yves Montand opgegraven voor een vaderschapstest. Hij bleek de vader niet te zijn.
In 2004 publiceerde Catherine Allégret, Montands stiefdochter en Signorets dochter uit haar eerste huwelijk, een boek (Un monde à l'envers/ De wereld op z'n kop ISBN 2-253-11442-1) waarin ze beweert dat Montand haar vanaf haar vijfde jaar seksueel misbruikt heeft.
Montand is begraven op de beroemde begraafplaats Père-Lachaise