De (vermoedelijk) oudste teruggevonden blokfluit is een pruimenhouten sopraan van 256 mm lang uit de 14e eeuw, in juni 1987 gevonden in Göttingen. Het fluitje is helaas nogal beschadigt, een deel van het labium en van het luchtkanaal ontbreekt, maar er is een reconstructie van gemaakt door Hans Reiners. Er kunnen twee octaven op gespeeld worden. Het fluitje wordt bewaard in de Georg-August Universiteit van Göttingen (Inventarisnummer L-131). Het fluitje is 256 mm lang, heeft zeven vingergaten en een duimgat. Het onderste vingergat is dubbel, om zowel rechts- als linkshandig te kunnen spelen. Het ongebruikte gaatje werd dan met bijenwas dichtgemaakt. De boring van de gaten is aan de buitenkant wijder dan aan de binnenkant, in tegenstelling tot blokfluiten vanaf de 15e eeuw.
Uiterlijk vertoont het fluitje overeenkomsten met fluiten waarop in Zuid-Europa vandaag nog gespeeld wordt, zoals de Kroatische Curlik en de Turkse Düdük.
14e eeuwse blokfluit, opgegraven in Tartu, Estland(2005)
Een andere zeer oude blokfluit is uitgegraven in het kasteel "Huis te Merwede" te Dordrecht, en staat daarom als "Dordrechtfluit" bekend. Horace Fitzpatrick nam aan dat de fluit uit het midden van de 13e eeuw stamde, maar Dietrich Hakelberg vindt begin 15e eeuw waarschijnlijker.
Het instrument is ongeveer 30 cm lang met precies evenveel gaatjes op dezelfde manier gerangschikt als het fluitje uit Göttingen. Het fluitje wordt bewaard in het gemeentemuseum in Den Haag.
Beide oude fluitjes zijn heel verschillend van bouw en karakter. Vanaf het begin dat blokfluiten in Europa werden gebruikt zijn er duidelijk geen eenduidige "renaissance"- of "Ganassi"-fluiten.
Herbert W. Meyers stelt in een historisch onderzoek het bestaan van een blokfluitensemble vast in 1385 bij de bruiloft van van een dochter van Philips de Stoute van Bourgondië.
14e eeuwse "Dordrecht-fluit"
In de 16e eeuw was Venetië hoofdstad van de blokfluit. De beste bloklfuitbouwers (Ganassi) en blokfluitvirtuozen (De Bassani) hadden er hun standplaats, in en rond Venetié was het blokfluitconsort een geliefd en veelbespeeld instrumentarium.
Ook in de 17e en 18e eeuw is de blokfluit een populair instrument geweest.
Het belang van de blokfluit blijkt ook uit de voorgeschreven blokfluitpartijen in composities van vrijwel alle grote componisten uit die periode: Monteverdi, Schütz, Purcell, Bach, Händel, Vivaldi, die in hun Cantates, Concerti Grossi of Opera's de hobo's of traverso's op dramatische plekken vaak door blokfluiten vervingen.
De bloeitijd van de altblokfluit lag in de periode 1695-1720.
Sopraanblokfluit van Engelbert Terton, (1676-1752) foto : Windkanal
In de eerste helft van de 18de eeuw werd met de aanduiding flauto piccolo normaal gesproken een kleine blokfuit, soms een kleine flageolet bedoeld.
Het woord flautino betekende in Italië in de 17de eeuw trouwens altblokfluit in G.
Armonia di flauti, bloklfuit met vier daaraan gekoppelde bourdonpijpen, gebouwd in 1650 door Manfredo Settala foto : Rainer Weber
In de op de barok volgende vroegklassieke en klassieke periode werd er nauwelijks meer voor blokfluit gecomponeerd, evenmin als gedurende de romantische periode. Andere, luidere, instrumenten namen haar plaats in.
De moderne periode luidde een heropleving van de blokfluitmuziek in, waarbij nieuwe blokfluitwerken werden gecomponeerd.
Ook de herleving van de belangstelling voor oude muziek heeft aan de heropleving van de blokfluit als volwaardig instrument bijgedragen.
Adriana Breukink met de grootste blokfluit ter wereld foto : Nederlandse Blokfluitpagina
De "grootste blokfluit ter wereld" is gemaakt door de Nederlandse blokfluitbouwster Adriana Breukink.
Zij heeft er in totaal drie gemaakt; er zijn er twee in Nederland en één in België in gebruik.
De blokfluit (of bekfluit) is een houten blaasinstrument met een labium. Het labium bevindt zich achter het blok dat in een cilindrische buis geschoven wordt (vandaar de naam blok-fluit).
Zowel archeologisch als literair onderzoek wijst er op dat de blokfluit als zodanig in de tweede helft van de 14e eeuw in Europa opduikt. In welk land voor het eerst blijft een open vraag. Het kan Engeland, Frankrijk, Duitsland, Nederland of Spanje geweest zijn.
Engels : recorder, beak flute, fipple flute, duct flute, English flute, common flute Duits : Blockflöte, Schabelflöte Frans : flûte douce, flûte à bec, flute à neuf trous
blokfluit cartoon auteur : Peter de Visser
De blokfluit (kernspleet, uitslaanbaar blok, 7 vingergaten boven, duimgat onder) is een West-Europees instrument. Hoewel de wortels ervan ongetwijfeld in de oostelijke culturen liggen, is daar nooit een instrument gevonden dat aan bovenstaande definitie beantwoord. Het instrument ziet er eenvoudig uit: een houten pijpje met gaatjes, zonder kleppen met een open kant onder en een inblaaskant boven. Je blaast tegen een opsnede, waartegen de luchtstroom zich splijt en gaat wervelen, zodat er een toon ontstaat.
Het wordt gemaakt van hout of been, het instrument is eenvoudig te construeren en relatief eenvoudig te bespelen.
langsdoorsnede van een blokfluit - auteur : Bluewave A - blok B - kernspleet C- aanblaaskant - labium
De blokfluit wordt meestal van hout gemaakt. De gebruikte houtsoorten zijn zachte Europese houtsoorten (perenhout, pruimen, kersen, esdoorn / ahorn, olijfhout, noten, buxus / palmhout) of harde tropische houtsoorten (palissander, cocobolo, rozenhout, ebbenhout, coromandel, grenadille, bubinga, West-Indische buxus). De prijs van een instrument hangt onder andere af van het soort hout dat werd gebruikt.
Goedkope blokfluiten worden ook gemaakt van kunststof, wat een aantal voordelen heeft ten aanzien van zuiverheid en ongevoeligheid voor vocht. Kunststof blokfluiten zijn vrijwel onderhoudsvrij en worden in kwaliteit alleen overtroffen door veel duurdere houten fluiten. De meeste kunststof blokfluiten worden gebruikt voor lessen op muziekscholen, waar leerlingen net beginnen en nog niet weten of ze doorgaan of niet. Houten fluiten gaan bij het blok snel kapot.
Fluiten kunnen ook van andere materialen gemaakt worden zoals glas, maar hier betreft het curiositeiten.
enkele soorten blokfluit - auteur : Saskii van boven naar onder bas tenor alt sopraan sopranino
Blokfluiten zijn er in zeer veel verschillende soorten en maten, de lengte kan van 10 cm tot zo'n 320 cm variëren. Veel van deze blokfluiten krijgen een verhoogde toon (één octaaf hoger dan grondtoon) als men 'overblaast'. Een C 1 gestreept, wordt dan een C 2 gestreept. Dit effect bereik je door (te) hard te blazen.
- benaming - toonsoort - lengte
Kleine sopranino/Garklein C 17 cm Sopraninoblokfluit F 24 cm Sopraanblokfluit C 32 cm Altblokfluit F 48 cm Tenorblokfluit C 62 cm Basblokfluit F 93 cm Grootbasblokfluit C 120 cm Contrabasblokfluit of Subbasblokfluit F
Blokdruk is een druktechniek afkomstig uit China. Een boek dat op een dergelijke wijze is vervaardigd, wordt een blokboek genoemd.
De techniek vond in Europa pas in de eerste helft van de 15e eeuw zijn toepassing. Snel hierna werd in West-Europa het drukproces met losse letters in gebruik genomen. De blokdruk werd alleen nog gebruikt voor de productie van afbeeldingen.
Engels : Woodblock printing Duits : Druckstock Frans : xylographie
de Diamanten Sutra anno 868
De praktijk is waarschijnlijk ongeveer tweeduizend jaar oud.
Het oudst bekende voorbeeld, de Dharani Sutra van onbevlekte zuiverheid en licht dateert waarschijnlijk van rond 750 en werd gevonden in een stoepa bij Kyongyu in Korea, dat eertijds de hoofdstad van het koninkrijk Silla was. Het oudste gedateerde voorbeeld uit China, de Diamanten Sutra, stamt uit 868 (momenteel bewaard in het British Museum).
De blokdruk kenden in China een sterke ontwikkeling tijdens de T'ang-dynastie (618-907). Onder de late T'ang-keizer Ming Tsung 926-933 kwam de techniek in algemeen gebruik.
pagina uit een blokboek Boek der leken - Biblia pauperum (1460-1470)
De eerste stap in blokdruk is de productie van het oorspronkelijke document. Dit wordt gelegd op een groot, houten blok en omgekeerd.
Daarna snijden vaklieden de tekst of afbeeldingen in het blok. Het blok kan nu met inkt worden behandeld en in een drukpers worden gebruikt om duplicaten van origineel te maken.
Een Blokart is een door wind aangedreven één-persoons landvoertuig met drie wielen en een zeil.
De Blokart is in 1999 door Paul Beckett ontworpen in Nieuw-Zeeland. Zijn idee was om een landzeilwagen te maken die door een brede doelgroep gebruikt zou kunnen worden. In 2007 waren er al meer dan 6000 verkocht wereldwijd. In een groeiend aantal landen vormen zich clubs en mede daardoor zijn er inmiddels vele wedstrijden en kampioenschappen voor dit standaardmodel landzeiler wereldwijd. Ook zijn er georganiseerde trektochten, de zogenaamde "Raids" waar men aan kan deelnemen. De ontwikkelingen hebben niet stilgestaan: zo kun je met de schaatsenset voor Blokart op het ijs zeilen, en Blokart heeft in samenwerking met een catamaranspecialist een catamaran-romp ontwikkeld.
blokart race
Het voorwiel wordt gebruikt om te sturen en de achterwielen draaien gefixeerd om hun as. Men neemt plaats in het zitje dat tussen de achterwielen is geplaatst. De besturing komt in grote lijnen overeen met de besturing van een zeilboot. Eén hand bedient de schoot (het touw dat met het zeil verbonden is), de andere hand bedient het stuur.
De besturing met de hand is uniek in de landzeilsector (waar sturen met de voeten gebruikelijk is).
stap 1 montage van een blokart stap 2
De eigenschappen zijn :
- handgestuurd - zeer wendbaar (het is mogelijk om 360° manoeuvres uit te voeren en op 2 wielen te rijden) - te vervoeren in een kleine auto (ingepakte afmetingen: 118 cm, 80 cm, 20 cm (lxbxh)) - binnen 10 minuten op te bouwen - eenvoudige besturing - geschikt voor een grote doelgroep (vanaf 8 jaar)
stap 3 montage van een blokart stap 4
Er worden regelmatig club- en officiële Blokart-wedstrijden gehouden. Hierbij wordt het deelnemersveld opgesplitst in 2 categorieën. In de "production"-categorie rijden de piloten met een standaard, niet-aangepaste blokart. In de "performance"-categorie rijden piloten die hun blokart wel mogen aanpassen, die door middel van bijvoorbeeld een stijvere mast (uit carbon) of een aerodynamisch windscherm (de zogehete POD). Bij grotere deelnemersvelden worden nadien de categorieën nog eens in gewichtsklasses onderverdeeld.
De regelgeving voor de officiële wedstrijden gebeurt door de European Blokart Association (in Europa) en de International Blokart Racing Association (in de rest van de wereld).
stap 5 montage van een blokart stap 6
Sinds de introductie van de blokart zeilwagen is het blokarten zeer populair geworden als onderdeel van actieve evenementen aan de kust. Blokarten is hierdoor voor iedereen toegankelijk geworden en is zeker aan de Nederlandse kust een ware beleving.
Na een instructie van minder dan 5 minuten kunt u al rijden op verschillende locaties in Nederland (zoals Wijk aan Zee en IJmuiden).
Blokart in Oostduinkerke
Door zijn wendbaarheid en het aanbod van verschillende zeilmaten (2, 3, 4 en 5,5 m²) is de Blokart op veel plaatsen in te zetten bij een groot aantal windsterktes.
- Een 2,0 m² zeil: geschikt voor een windkracht van rond de 6 Bft of meer voor volwassenen, tussen de 2 - 6 Bft voor kinderen - Een 3,0 m² zeil: tussen de 4 - 6 Bft voor volwassenen, tussen de 3 - 5 Bft voor kinderen - Een 4,0 m² zeil: tussen de 2 - 5 Bft voor volwassenen, tussen de 2 - 3 Bft voor kinderen - Een 5,5 m² zeil: voor wind onder of rond de 2 Bft
Meest gebruikte plaats in Nederland en België om te Blokarten is het strand, maar in principe is een Blokart niet aan een specifieke locatie gebonden. Goede Blokartlocaties voldoen aan de volgende eisen:
- Minimaal 100 meter lang - Minimaal 30 meter breed - Vlakke, harde ondergrond (bijvoorbeeld verhard strand, asfalt of kort gras)
tweezitter half gesloten
Afmetingen opgebouwde blokart
Hoogte
330 cm, 420 cm, 510 cm of 600 cm
Breedte
140 cm
Wielbasis
165 cm
Afmetingen Blokart in de tas
Lengte
120 cm
Breedte
80 cm
Hoogte
20 cm
Gewicht
27 kg
Onderdelen
Zeil
2,0 m², 3,0 m², 4,0 m² of 5,5 m²
Mast
Respectievelijk 3, 4, 5 of 6 delen van glasfiber óf carbonfiber
Chassis
3 typen: Pro = roestvast staal, Sport = hoogwaardig staal (elektrisch gegalvaniseerd en zilver gepoedercoat) en Classic = zwart gepoedercoat
Een blogkermis is een soort evenement op een blog. Het is gelijkwaardig aan een magazine, in die zin dat het artikels rond een specifiek thema bundelt en aanprijst aan een lezersgroep.
Een blogkermis verschijnt in de vorm van een blogpost, waarin links geplaatst worden naar artikels van andere bloggers.
Engels : Blog carnival
Een blogkermis wordt samengesteld door een organisator. De organisator is een blogger die links inzamelt van andere interessante bloggers. Hij of zij doet dit gedurende een vooraf aangekondigde tijdsperiode. Tijdens deze inzendingsperiode maakt de organisator een selectie uit alle inzendingen. Op de dag van de blogkermis publiceert de organisator de links (eventueel voorzien van een korte omschrijving van het artikel) naar de uitgekozen artikels op zijn blog, waarvan hij of zij van mening is dat het artikel kwaliteitsvol en relevant is voor de blogkermis.
Vanaf de publicatie van een blogkermis worden de blog(ger)s die in de blogkermis opgenomen zijn, uitgenodigd om een link te leggen naar de blogkermis op hun eigen blog. Zo worden ook de lezers van de participerende bloggers op de hoogte gebracht van de verzamelde artikels in de blogkermis.
Wanneer een blogkermis door verschillende bloggers georganiseerd wordt, dan wordt de blogkermis beschouwd als een rondtrekkend fenomeen. De deelnemende bloggers krijgen hierdoor de kans om hun meest recente artikels te introduceren aan nieuwe lezersgroepen. Het afwisselen van organisatoren verdeelt bovendien de lasten en baten als gevolg van het organiseren van de blogkermis.
Door het samenbrengen van opinies in een blogkermis, op een afgesproken tijdstip, krijgen anderen de kans om een uitgebreide conversatie te voeren rond het thema van de blogkermis. Hierdoor ontstaan vaak nieuwe ideeën en inzichten die de kennis van alle betrokken partijen vergroot.
Het doel van een blogger om een blogkermis te organiseren is zijn lezers artikels te laten vinden waar ze naar op zoek zijn. Bloggers die hun artikel(s) inzenden voor deelname aan een blogkermis en een positieve review en link krijgen van de organisator, worden beloond met nieuwe lezers.
Het concept van een blogkermis werd voor de eerste maal geïntroduceerd in de Engelstalige blogosfeer in september 2002 op de blog van Silflay Hraka.
De blogkermis kreeg de naam "the Carnival of the Vanities"
Bloemkool is een groente die hoort bij het geslacht kool uit de kruisbloemenfamilie (Brassicaceae). De botanische naam voor bloemkool is Brassica oleracea convar. botrytis var. botrytis. De bloemkool bestaat uit nog ongedifferentiëerde bloemknoppen, dit in tegenstelling tot broccoli.
De teelt in Nederland vindt vooral plaats in De Streek (regio West-Friesland, Noord-Holland ), in de omgeving van Barendrecht, op de Zuid-Hollandse eilanden en rondom Venlo. Winterbloemkool wordt vrijwel uitsluitend in Zeeland, op de Zuid-Hollandse eilanden en in De Streek geteeld, omdat elders de kans op uitvriezen te groot is.
- Bloemkool is een typische zomergroente, het bloemkolenseizoen loopt van mei tot en met oktober. - Bloemkool bestaat in drie varianten: witte, groene en torentjesbloemkool of romanesco. - Bloemkool is rijk aan vitamine C en bevat weinig calorieën en weinig zout.
Engels : Cauliflower Duits : Blumenkohl Frans : Chou-fleur
bloemkool
Teeltwijzen : - Winterteelt onder glas met oogst in maart - Winterteelt buitenteelt met oogst in april en mei - Weeuwenteelt met oogst in juni. Deze teelt wordt echter bijna niet meer toegepast. - Vrijsterteelt of vroege teelt met oogst in eind juni tot en met begin juli - Zomerteelt met oogst in juli, augustus en september - Herfstteelt met oogst in oktober tot december
Voor de vroege teelt worden rassen met een korte groeiduur gebruikt. De rassen voor de late herfstteelt hebben de langste groeiduur, van 130 tot 190 dagen. Het oude ras Alpha voor de vroegste teelten, dat door de volkstuinder veel wordt gebruikt heeft een korte groeiduur. In de beroepsteelt worden overwegend hybriderassen gebruikt.
Bij deze teeltwijze wordt begin oktober gezaaid en zodra het eerste ware blaadje zichtbaar is verspeend in bloempotten van 10 cm doorsnede onder platglas. Hoe groter de pot des te minder kans op te vroege koolvorming, boren genoemd, in het voorjaar. De hele winter worden ze vorstvrij gehouden door noppenfolie en/of rietmatten en bij zeer strenge vorst ook nog met dubbele ramen platglas. Half maart tot half april worden ze buiten uitgepoot.
Bij bloemkool kan door slechte groeiomstandigheden, zoals vochttekort of hoge temperaturen tijdens de groei, doorwas en schift optreden, waardoor de kool er harig uitziet. Bij doorwas groeien de doorgaans witgekleurde schutblaadjes door de kool. Bij schift komen de bloempjes te vroeg uit het bloemscherm tevoorschijn.
Buiten Noord-Holland is knolvoet (Plasmodiophora brassicae) de belangrijkste ziekte. Daarnaast zijn de schimmelziekten vallers en kankerstronken veroorzaakt door Phoma lingam en valse meeldauw (Peronospora parasitica) van belang. Aantasting door valse meeldauw veroorzaakt zwartverkleuring van de kool. De bacterieziekte Xanthomonas campestris veroorzaakt zwartnervigheid. Rupsaantastingen door o.a. het Groot koolwitje, Klein koolwitje, koolbladroller, kooluil en koolmot komen veelvuldig voor. Daarnaast komt vaak aantasting voor van de koolvlieg, de koolgalmug en de melige kooluis. Een niet parasitaire afwijking is waterziek, dat zich uit in glazige en later bruinwordende vlekken op de kool.
Bloemkool behoort tot de 'lichtere' koolsoorten, concreet betekent dat eigenlijk 'licht verteerbaar'. Maar er is nog een meer letterlijke betekenis van toepassing: bloemkool houdt de consument slank met slechts 24 kcal per 100 gram. Het bevat dan weer wel veel vitamine C, een enkele portie bloemkool zou zelfs volstaan om in de dagelijkse aanbevolen hoeveelheid te voorzien.
In lang vervlogen tijden was bloemkool een geliefde groente (ondermeer bij de Romeinen), maar tegenwoordig vindt men de smaak maar gewoontjes. Men kookt bloemkool vaak te lang en dompelt de brokstukken vervolgens onder in een bad van elastische kaassaus, zogezegd om het wat aantrekkelijker te maken. Zonde! De smaak van bloemkool komt het best tot zijn recht als je de groente precies gaar stooft.
Het is ook mogelijk de bloemkoolroosjes los te snijden van de stronk en die te bakken in een rijkelijke hoeveelheid (olijf)olie. Gebruik daarvoor een grote braadpan of wok met deksel (indien nodig een tikkeltje water toevoegen en kort stomen).
Vanwaar komt die onaangename geur wanneer ik een koolsoort bereid?
- Alle koolsoorten bevatten een vluchtige zwavelachtige olie. - Bij het koken of verhitten vervliegt de zwavel en verspreidt hij zijn duivelse geur in de keuken. - De geur wordt zwakker wanneer je een in azijn gedrenkte doek op het deksel van de pan legt, azijn en zwavel proberen elkaar namelijk te neutraliseren. - Een andere manier om de kwalijke geurtjes te verdrijven, is een snee brood laten meekoken, het brood slorpt een deel van de vieze-geur-veroorzaker op.
- Je bewaart bloemkool best in de koelkast of in een koele berging, bewaar ze bij voorkeur in een open zak of omwikkel ze met papier om uitdrogen te voorkomen. - Voor de bereiding verwijder je de bladeren en de hardste gedeelten van de stronk, was de bloemkool onder stromend water en leg de bloemkool met de stronk naar boven 10 minuten in gezouten water om eventuele insecten te verwijderen. - Bloemkool is zowel gekookt (in puree of met saus op basis van haar kookvocht) als in koude bereidingen (kleine apertitiefstronkjes met een dipsaus) erg lekker. - Wist je dat de smaak van de bloemkool nog pittiger en opvallender wordt als je het blad meekookt?
Een bloemformule is een notatiemethode om de opbouw van een bloem weer te geven met behulp van letters, getallen en symbolen. De bloemformule kan worden aangevuld met een bloemdiagram.
De algemene formule wordt gebruikt om de opbouw van een bloem van een plant (familie) aan te geven.
Engels : Floral formula Duits : Blütendiagramm Frans : Formule florale
De volgende letters, getallen en symbolen worden gebruikt:
= calyx (kelk) (kelkkrans; bijv. K5 = 5 kelkbladen) of % = corolla (kroon) (kransen met bloembladen; bijv. C3(x) = 3 bloembladen in x kransen) Z = toegevoegd bij tweezijdig symmetrisch (zygomorf) (bijv. CZ6 = tweezijdig symmetrisch met 6 bloembladen) = toegevoegd bij met twee of meer symmetrie vlakken (actinomorf) = toegevoegd bij spiraalsgewijze inplanting = androecium (kransen van meeldraden; bijv. A = veel meeldraden) = gynoecium (vruchtbeginsel met vruchtblad of vruchtbladen (carpel of carpels); bijv. G1 = één vruchtblad)
x - kleine x staat voor "een getal" - staat voor ">10"
Daarnaast worden nog verscheidene andere symbolen gebruikt.
Als gelijksoortige bloemdelen met elkaar vergroeid zijn wordt dit aangegeven met (). Wanneer het niet-gelijksoortige vergroeide bloemdelen betreft, wordt dit aangegeven met { }. betekent dat het vruchtbeginsel vergroeid is. Inplanting van de bloemdelen kan spiraalsgewijs (symbool ) , actinomorf (symbool ) of zygomorf (symbool %) zijn. Bovenstandig, tussenstandig of onderstandig vruchtbeginsel resp. , , , .
Als voorbeeld de bloemformule van de boterbloem.
Kruipende boterbloem Bloemformule: K5C5A
Kruipende boterbloem
Bloemdiagram
Het bloemdiagram is een schematische voorstelling van een dwarsdoorsnede van een bloem. De dwarsdoorsnede gaat door het meest kenmerkende deel van de bloemdelen. De onderdelen van de bloem worden in hun onderlinge verband weergegeven, eventueel aangevuld met details van de vormen.
Sterk vergroeide bloemdelen worden met een doorgetrokken boogje en zwak vergroeide met een gestippeld boogje aangegeven.
Het bloemenblauwtje (Glaucopsyche alexis) is een dagvlinder uit de familie Lycaenidae, de kleine pages, vuurvlinders en blauwtjes.
Engels : Green-Underside Blue Duits : Alexis-Bläuling Frans : LAzuré des cytises
bloemenblauwtje auteur : Luis Miguel Bugallo Sánchez CC 3.0
De vlinder komt in vrijwel heel Europa voor op droge bloemrijke graslanden. Het bloemenblauwtje komt niet voor in Nederland en op de Britse eilanden.
In berggebieden komen ze tot een hoogte van 1500 meter voor.
Glaucopsyche alexis auteur : Banco de imágenes del CNICE - MEC CC 2.5 Spanje
Het bloemenblauwtje is een mooie verschijning op droge en vochtige bloemrijke grazige vegetaties, zoals hooilanden en open plekken in bossen. Ze kunnen er in flinke aantallen vliegen.
De eitjes worden tussen de bloemen van allerlei klaversoorten gelegd, onder andere Astragalus (hokjespeul), Cytisus (brem), Genista (heidebrem), Vicia (wikke), Coronilla (kroonkruid) en Melilotus (honingklaver) soorten.
De rupsen voeden zich van de bloemen. Ze worden regelmatig bezocht door de werksters van verschillende mierensoorten. De rupsen overwinteren halfvolwassen in de strooisellaag.
Het bloemenblauwtje vliegt in één generatie per jaar.
Een thyrsus is een samengestelde bloeiwijze, waarbij de hoofdas trosvormig is en de zijassen geheel of gedeeltelijk bijschermen zijn. Vaak is de bloeiwijze sterk vertakt en in het midden het breedst.
Engels : Inflorescence Duits : Blütenstand, Infloreszenz Frans : L'inflorescence
Middelpuntvliedende, centrifugale of cymeuze bloemgestellen. Bij deze bloeiwijzen is de groei, doordat de hoofdas eindigt in een bloem (de eindstandige bloem), beperkt. Bij de twee- en meertakkige bijschermen zijn de zijassen langer dan de hoofdas en bloeien de bovenste of binnenste bloemen het eerst.
- Gevorkt bijscherm
- Gevorkt eentakkig bijscherm
Hypericum pulchrum L. (fraai hertshooi) gebruiker : Follavoine CC 3.0
Een schroef is een bloeiwijze, waarbij de op elkaar volgende takken loodrecht op elkaar staan en steeds in dezelfde richting draaien. De opeenvolgende zijassen ontspringen alle uit de rechter- (met de klok mee) of alle uit de linkerzijde (tegen de klok in). In knop is dit duidelijk te zien aan de stand van de bloemknoppen en verschil in grootte. Het verschil met een sikkel is dat de zijassen bij een sikkel niet loodrecht op elkaar staan.
Een schroef is afgeleid van een enkelvoudig gevorkt bijscherm (tweetakkig gevorkt bijscherm), waarbij per niveau telkens hetzelfde bloempje ontbreekt (gereduceerd is).
Borago officinalis (bernagie) auteur : Teun Spaans CC 3.0
Een schicht (monochasium) is een bloeiwijze, waarbij de zijassen beurtelings links en rechts ontspringen van de vorige as. De bloemen blijven in dezelfde verticale as en zijn gewoonlijk naar een zijde gebogen. Deze bloeiwijze komt onder andere voor bij de Ruwbladigenfamilie.
Het verschil met een waaier is dat de opeenvolgende verticale vlakken waarin de zijassen zijn ingeplant bij een schicht een rechte hoek met elkaar vormen.
Een schicht is afgeleid van een tweetakkig bijscherm, waarbij per niveau afwisselend telkens het linkse of rechtse bloempje ontbreekt (gereduceerd is).
Enkelvoudig gevorkt of tweetakkig gevorkt bijscherm
- Enkelvoudig scherm (dichasium): een gevorkt bijscherm met twee zijassen. - Samengesteld scherm (pleiochasium): een gevorkt bijscherm met meer dan twee zijassen. - Schijnkrans: bestaat uit twee ineengedrongen gevorkte bijschermen, zoals bij de Lipbloemigen.
Cerastium arvense (akkerhoornbloem) auteur : Teun Spaans CC 3.0
Het gevorkt bijscherm of tweetakkig scherm is een bloeiwijze, waarbij de hoofdas is afgesloten door een bloem. Hieronder staan twee zijtakken ingeplant, die weer afgesloten worden door een bloem. Op deze zijtakken staan weer twee zijtakken enz. De vertakkingen staan loodrecht op elkaar. Bij een gevorkt bijscherm staat de oudste bloem in het midden.
Samengesteld scherm (pleiochasium): een gevorkt bijscherm met meer dan twee zijassen.
Lamium album (witte dovenetel) auteur : Teun Spaans CC 3.0
Schijnkransen zijn samengesteld uit 2 tegenoverstaande (en meestal gedrongen) bijschermen die in de oksel van bladen of schutbladen staan.
Ook bv. rhododendron en hondsdraf hebben schijnkransen.
Euphorbia amygdaloides (Amandelwolfsmelk) auteur : Bogdan CC 3.0
Een meertakkig bijscherm is een bloeiwijze, waarbij de hoofdas is afgesloten door een bloem. Hieronder staan meer dan twee zijtakken onder een rechte hoek op dezelfde hoogte ingeplant. De verdere zijassen zijn op dezelfde wijze vertakt.
Een meertakkig bijscherm komt voor bij o.a. de prachtanjer, wolfsmelk en de geelgroene vrouwenmantel.