Kokosnoot of klapper is eigenlijk geen noot maar een steenvrucht van de kokospalm, waarvan het mesocarp (het vruchtvlees) niet vlezig maar vezelig is.
Daarbinnen zit het harde endocarp, dat het zaad omgeeft met drie duidelijk zichtbare kiemopeningen.
Bij de kieming komt de kiem door een van deze openingen naar buiten.
De drie kiemopeningen zijn de overblijfselen van de in aanleg uit drie vruchtbladen bestaande vrucht.
Het zaad bestaat uit één kiemlob, de palm is immers een eenzaadlobbigge, dat het transport van het reservevoedsel naar de kiemende plant verzorgt.
Het reservevoedsel in het zaad bestaat uit wit, vet, vezelig kiemwit (endosperm), de kokos die onder andere gedroogd als kokosmeel in de handel komt en een half troebele vloeistof, het klapperwater (het vloeibare kiemwit).
Bij een volledig rijpe vrucht bestaat al het kiemwit uit het vezelige kiemwit.
De vrucht bevindt zich in een groene bolster.
Deze wordt na de oogst verwijderd, waarna de harige, houten noot verschijnt die in de winkels ligt.
Het vruchtvlees wordt gebruikt in allerlei gerechten en voor de vulling van de chocoladereep Bounty.
INFO:
Kindjes komen uit bloemkolen of boerenkolen maar NIET uit kokosnoten.
(en dit staat zelfs niet in wikipedia!)
artikel overgenomen zonder nazicht op onjuistheden
Bron : - Wikipedia CC 3.0
Vogel Rok is een volledig overdekte achtbaan in het Nederlandse attractiepark de Efteling en staat in het themagebied Reizenrijk.
De naam van de attractie is ontleend aan de vogel Roc uit 1001 Nacht.
Ook de aankleding van de rit, de wachtrij en de directe omgeving van het attractiegebouw zijn op dit thema gebaseerd.
Deze attractie, gebouwd door Vekoma, model Custom MK-900, werd op 9 april 1998 geopend.
De achtbaan haalt een maximale snelheid van 65 kilometer per uur en een rit duurt 1 minuut en 41 seconden.
De maximale g-kracht die men tijdens de rit ervaart is 3,5 g (positief).
De karretjes van de achtbaan zijn voorzien van een geluidssysteem, hierdoor is tijdens de rit muziek te horen.
Deze muziek is geschreven door Ruud Bos.
In totaal kostte Vogel Rok 28 miljoen gulden (ongeveer 12,7 miljoen euro), waarmee het destijds de duurste attractie in het park was.
De Vogelrok heeft twee "records" in handen; het is de 1e non-disney attractie met on-board audio en er staat de grootste (niet echte) vogel ter wereld.
De attractie werd in het openingsjaar nogal koel ontvangen door het publiek en daarom werd zij in 1999 flink verbouwd.
Zo werden er een aantal effecten aan de rit toegevoegd, waaronder lasers en een gigantisch model van een slangenkop.
Tijdens de rit gaan de karretjes door de open bek van deze slangenkop.
De laatste bocht van de achtbaan werd aangekleed met een tunnel met glasvezelverlichting.
Er wordt aangenomen dat deze verlichting een tunnel met diamanten moet voorstellen.
Ook werd de foto-installatie van de actiefoto, die tijdens de rit gemaakt wordt, in dat jaar verplaatst.
De wachtrij werd tijdens de verbouwing van 1999 ingekort en zodanig verbouwd dat deze (door een grote ruit) uitkijkt op de ruimte waarin de achtbaan zich bevindt.
Een reeds aanwezig schaalmodel van een eiland met daarop de Vogel Rok werd tijdens de verbouwing verplaatst naar de nieuwe ruiten die uitzicht bieden op de baan.
Wanneer een treintje het model van Vogel Rok passeert, wordt de vogel verlicht, zodat deze goed zichtbaar is vanuit de wachtrij.
Tevens werd er in 1999 een lasershow in de wachtruimte gebouwd.
Deze lasershow toonde scènes uit het verhaal van Sinbad en de vogel Roc, om het verhaal achter de attractie duidelijker uit te leggen aan de bezoekers.
Het lauwe debuut van de overdekte achtbaan was namelijk mede te wijten aan de onduidelijke relatie tussen het oorspronkelijke verhaal en de schaars aangeklede achtbaanrit.
De lasershow en de andere toevoegingen van 1999 waren erop gericht deze minpunten te verbeteren.
In het begin van seizoen 2002 werd de lasershow in de wachtruimte echter weer opgeheven.
Begin 2007 werd de attractie voor een budget van 300.000 euro opnieuw verbouwd.
Het ging ditmaal enkel om de wachtruimten, de route van het stationsperron naar de uitgang en de fotobalie.
De ontwerpen voor de nieuwe wachtrij zijn door Karel Willemen gemaakt.
De achtbaanrit zelf bleef ongemoeid.
Voor de verbouwing werd de wachtrij opnieuw sterk ingekort en de ruimte die uitzicht bood op de achtbaan verdween geheel.
De wachtruimten werden voorzien van nieuwe decoraties die aansluiten op het bestaande thema van Vogel Rok.
Zo werden er rotspartijen, kandelaars, beenderen (vermoedelijk van een olifant) en Oosters ogende boogstructuren aan de wandelgangen toegevoegd.
De route richting het perron loopt sinds de verbouwing totaal anders: de bezoekers betraden voorheen via de kelder het perron, maar nu komen zij daar via een hoger gelegen verdieping terecht.
De fotobalie en de uitgang werden dichter bij de ingang geplaatst, waardoor bezoekers niet langer onnodig om hoeven te lopen.
Sinds 2007 is er tevens een nieuw effect toegevoegd aan de wachtruimte waarin het perron zich bevindt.
Om de zoveel tijd kan de vogel uit het verhaal worden gehoord terwijl hij 'over' het perron heen vliegt.
Dit geluidseffect galmt na door de hele ruimte en wordt bijgestaan door het dimmen van de verlichting bij iedere vleugelslag.
artikel overgenomen zonder nazicht op onjuistheden
Bron : - Wikipedia CC 3.0
Het Bahrain World Trade Center bestaat uit twee torens en is een van de grootste gebouwen van Bahrein.
Het gebouw staat in de hoofdstad Manamah.
De torens zijn elk 240 meter hoog en hebben elk 50 verdiepingen.
Het is ook 's werelds eerste wolkenkrabber waarin windturbines zijn geïntegreerd.
Mede hierdoor heeft het project verschillende onderscheidingen gekregen voor duurzaamheid.
De turbines zijn voor het eerst gelijktijdig ingeschakeld op 8 april 2008.
Verwacht wordt dat ze 50% van de tijd operationeel zijn.
Doordat dit gebouw windturbines heeft worden de twee torens verbonden door drie bruggen.
Elk van deze bruggen bevat 1 windturbine met een diameter van 29 meter.
Deze turbines zijn gericht naar het noorden, de richting waar normaal gesproken de wind van de Perzische Golf vandaan komt.
De torens zijn in de vorm van een zeil gebouwd waardoor de wind tussen de twee gebouwen door wordt "geperst" zodat de wind maximaal benut wordt.
Dit wordt bevestigd door windtunneltests, die aantonen dat het gebouw een 'S'-vormige stroom creëert en dit garandeert dat elke wind onder een hoek van 45° aan elke kant van de centrale as waardoor de wind loodrecht op de turbines komt.
Dit is een significante verbetering waardoor het opwekken van elektriciteit beter is gegarandeerd.
Er wordt verwacht dat deze turbines tussen de 11 en 15% van het totale stroomverbruik van de toren voor hun rekening nemen, of ongeveer 1,1 tot 1,3 GWh.
Dit staat gelijk aan het verbruik van 300 huishoudens.
artikel overgenomen zonder nazicht op onjuistheden
Bron : - Wikipedia CC 3.0
De Wereldgezondheidsorganisatie (Engels: World Health Organization, WHO) is een gespecialiseerde organisatie van de Verenigde Naties gevestigd in Genève met als doel wereldwijde aspecten van de gezondheidszorg in kaart te brengen, activiteiten op het gebied van de gezondheidszorg te coördineren en de gezondheid van de wereldbevolking te bevorderen.
De WHO werd op 7 april 1948 opgericht door de Verenigde Naties en telt 193 lidstaten, waaronder België en Nederland.
Directeur-generaal van de WHO is de Chinese Dr. Margaret Chan.
De Wereldgezondheidsorganisatie telt naast de hoofdzetel te Genève 6 regionale kantoren die gezondheidskwesties aanhalen die specifiek zijn voor hun regio.
Het Regionale Bureau voor Europa (WHO-EURO) helpt de lidstaten in de Europese regio om de globale richtlijnen en normen te integreren in de specifieke context van elk land.
Daarbij focust de WHO-EURO zich op het verstrekken van bijstand en het delen van ervaringen.
WHO-EURO telt 53 lidstaten en is gevestigd te Kopenhagen (Denemarken).
De WHO streeft ernaar het hoogst mogelijke niveau van gezondheid voor allen te bereiken.
Gezondheid wordt door de WHO gedefinieerd als een toestand van volledig fysiek, mentaal en sociaal welzijn en niet slechts de afwezigheid van ziekte.
De organisatie tracht ervoor te zorgen dat iedereen een gezondheidspeil bereikt dat toelaat een sociaal en economisch productief leven te leiden.
Om dat waar te maken, is de WHO o.m. verantwoordelijk voor:
het opstellen van internationale regels, normen en standaarden;
het verlenen van advies en technische bijstand aan de lidstaten;
het opvolgen van internationale gezondheidstrends en hierop een gepast antwoord bieden;
het leveren van informatie over gezondheidszorg.
De WHO opereert in een erg complexe en snel veranderende omgeving.
Volksgezondheid wordt immers sterk beïnvloed door omgevingsfactoren.
Enkele belangrijke trends en uitdagingen sturen de mondiale gezondheidsagenda van de WHO:
Collectieve veiligheid
Risicofactoren voor een gezonde levensstijl
Roken
Obesitas
Versterken van gezondheidssystemen
Hiv/aids, malaria en tuberculose
In het logo van de WHO is een esculaap verwerkt.
De wereldgezondheidsorganisatie houdt zich ook bezig met classificatie van aandoeningen (ICD-10) en geneesmiddelen (ATC-codering).
De Intelsat I, ook bekend als Early Bird, was de eerste commerciële telecommunicatiesatelliet, gelanceerd in de jaren 60 van de 20e eeuw.
In 1961 nodigde de toenmalige president John F. Kennedy "alle landen uit om deel te nemen in een communicatiesatellieten-systeem in het belang van de wereldvrede en een grotere broederschap onder de mensen op de hele wereld". Daarop werd in augustus 1964 de organisatie Intelsat (International Telecommunications Satellite Organization) opgericht.
De operationele tak van deze organisatie heet Comsat (Communications Satellite Corporation).
De lancering vond plaats op 6 april 1965 met een Delta-D-draagraket.
De satelliet kwam aanvankelijk terecht in een geosynchrone baan.
Na diverse manoeuvres kwam Early Bird op 14 april 1965 in een geostationaire baan op 28° westerlengte terecht.
Het grote voordeel hiervan is dat men geen ingewikkelde beweegbare antennes nodig heeft om de satelliet te blijven volgen; de kosten voor de bouw van meerdere grondstations vallen hierdoor aanzienlijk lager uit.
Daarna werd de antenne optimaal gericht op het grondstation te Andover (V.S.) en Europa.
De antenne te Andover (die ook werd gebruikt voor andere communicatiesatellieten) had een gewicht van 380.000 kg.
Deze satelliet leek veel op de Syncom; beide types werden door de firma Hughes geconstrueerd.
De Early Bird functioneerde aanzienlijk langer dan de ontwerpers hadden gehoopt.
In plaats van de geplande anderhalf jaar bleef hij (met onderbreking) bijna vier jaar in gebruik.
De kunstmaan werd operationeel op 28 juni 1965 en bleef dit tot januari 1969, toen modernere Intelsat-versies het stokje overnamen.
Echter in verband met de eerste bemande maanlanding in de zomer van 1969 liep de vraag naar trans-Atlantische verbindingen dermate hoog op, dat men zich genoodzaakt zag om van 29 juni tot 13 augustus 1969 de Early Bird tijdelijk opnieuw in te schakelen.
In 1984 werd Early Bird nog even ingeschakeld om de 20e verjaardag van de ITSO (International Telecommunications Satellite Organization) te vieren.
Medio november 2010 draaide Early Bird nog steeds om de Aarde.
Naar moderne maatstaven waren afmetingen, gewicht en prestaties een lachertje, echter voor die tijd betekende de lancering van deze kunstmaan een grote sprong voorwaarts.
De capaciteit was 240 telefoongesprekken of één tv-kanaal, over te seinen tussen Noord-Amerika en Europa.
Hij had een cilindrische vorm met een diameter van 72 cm en een hoogte van 59 cm.
Eenmaal in zijn baan woog hij slechts 39 kg en zonnecellen zorgden voor een vermogen van 40 watt.
Om het ontwerp van de boordinstrumenten zo eenvoudig mogelijk te houden draaide hij om zijn middenas.
artikel overgenomen zonder nazicht op onjuistheden
Bron : - Wikipedia CC 3.0
Jacob Roggeveen (januari 1659- 31 januari 1729) was een Nederlandse ontdekkingsreiziger die in 1721 werd uitgezonden om het Zuidland te vinden, maar toevallig Paaseiland ontdekte.
Zijn vader, Arent Roggeveen, was een bemiddeld man, een dichter, een wiskundige met veel kennis van ook sterrenkunde, aardrijkskunde en de theorie van de zeevaart.
Hij was cartograaf bij de VOC kamer te Zeeland en hield zich met zijn zoon Johan bezig met onderzoek naar het onbekende Zuidland.
Hij kreeg rond 1671 een octrooi van de West Indische Compagnie voor een ontdekkingstocht, maar vanwege de ontwikkelingen in het Rampjaar is het project niet voortgezet.
Hij produceerde een atlas van de westkust van Amerika, maar overleed in 1679.
Het was uiteindelijk zijn zoon Jacob die op 62-jarige leeftijd drie schepen uitrustte en de reis maakte.
Voordat hij de financiën rond had en aan zijn expeditie begon, had hij al een veelbewogen leven achter de rug.
Hij vestigde zich als notaris in Middelburg op 30 maart 1683.
Op 12 augustus 1690 promoveerde hij tot doctor in de rechten aan de Universiteit van Harderwijk.
Hij werkte tussen 1707 en 1714 als Raadsheer van Justitie te Batavia.
In 1715 kwam hij weer terug naar Middelburg.
Hier raakte hij in opspraak doordat hij de vrijzinnige predikant Pontiaan van Hattem ondersteunde door het uitbrengen van diens pamflet De val van 's werelds afgod.
Het eerste deel verscheen in 1718 in Middelburg, en werd vervolgens in beslag genomen door het stadsbestuur en in het openbaar verbrand.
Roggeveen moest hierna Middelburg, en later ook Vlissingen, verlaten.
Hierna vestigde hij zich in Arnemuiden, en bracht deel 2 en 3 uit van de serie, waardoor hij opnieuw controverse creëerde.
Op 1 augustus 1721 vertrok hij vanuit Texel en in dienst van de West-Indische Compagnie, om met drie schepen het Zuidland te zoeken.
Hij voer via de Canarische Eilanden en Trinidad naar Vuurland om vers voedsel en brandhout in te slaan.
De jongste matroos, die driemaal was gekielhaald vanwege messentrekkerij, werd daar aan land gezet.
Vanwege de aanhoudende stormen werden de zwaarste kanonnen in het ruim gehesen.
Hij voer rond Kaap Hoorn en in de Grote Oceaan bezocht hij de Juan Fernandez eilanden en op 5 april 1722 (paaszondag) ontdekte hij Paaseiland.
Via de Tuamotu-Archipel, de Genootschapseilanden en Samoa en nadat een van de drie schepen De Afrikaanse Galei verloren ging, besloot Roggeveen in juni naar Stateneiland (Nieuw-Zeeland) te gaan om vervolgens via een zuidelijker route weer terug te gaan naar Kaap Hoorn.
De bemanning was echter uitgeput en er zat niets anders op dan naar Batavia te gaan.
Daar kwam hij op 5 oktober 1722 aan.
Roggeveen werd op last van Hendrick Zwaardecroon gevangengenomen omdat hij het monopolie van de VOC zou hebben doorbroken.
De twee schepen (Arend en Tienhoven) werden geconfisqueerd en de lading verkocht.
De VOC werd gedwongen hem vrij te laten, zijn schade te vergoeden en zijn bemanning hun gage te betalen omdat de twee schepen door het gebrek aan levensmiddelen en water genoodzaakt waren het VOC-territorium binnen te varen.
Na zijn terugkeer in 1723 publiceerde Roggeveen deel 4 van 's Werelds afgod.
Jacob Roggeveen is twee keer gehuwd geweest, maar beide huwelijken waren kinderloos.
De roman Zuidland van P.F. Thomése vertelt het levensverhaal van Roggeveen.
artikel overgenomen zonder nazicht op onjuistheden
Bron : - Wikipedia CC 3.0
De Noord-Atlantische Verdragsorganisatie (NAVO) (Engels: NATO, North Atlantic Treaty Organisation, Frans: OTAN, Organisation du traité de l'Atlantique Nord) is een na de Tweede Wereldoorlog opgerichte organisatie ter ondersteuning van het Noord-Atlantische Verdrag dat in Washington op 4 april 1949 werd getekend.
Het hoofdkwartier van de NAVO is gevestigd te Brussel.
. . .
De secretaris-generaal is de hoogste burgerfunctie van de organisatie, traditioneel vervuld door een Europeaan. Sinds augustus 2009 is dit de Deen Anders Fogh Rasmussen. Hij is de voorzitter van de Noord-Atlantische Raad (NAR) bestaande uit permanente vertegenwoordigers van de lidstaten. Deze NAR vergadert elke woensdag en neemt bij unanimiteit de politieke besluiten. Deze Raad wordt bijgestaan door het Military Committee waar alle lidstaten met een leger in zijn vertegenwoordigd. De hoogste militaire commandant van de NAVO is de Supreme Allied Commander Europe (SACEUR), tot dusverre altijd een Amerikaan. Hij heeft deze titel om historische redenen, maar is ook commandant van NAVO-troepen buiten Europa.
Het politieke hoofdkwartier van de NAVO bevindt zich in Brussel, waar ook de NAR is gevestigd. De eerste locatie was in Londen. Daarna volgden verhuizingen naar het Palais de Chaillot in Parijs in 1952, vervolgens naar Porte Dauphine in Parijs in 1959. Nadat Frankrijk onder president De Gaulle zich in 1966 had teruggetrokken uit de militaire samenwerking, besloot de NAVO te verhuizen uit Frankrijk. Sinds 1967 is de NAVO gevestigd in Brussel (Haren) op de plek van het voormalige vliegveld, aan de Bourgetlaan. In het najaar van 2010 is het Nederlandse bouwbedrijf BAM in Brussel begonnen aan de bouw van een nieuw hoofdkwartier voor de NAVO aan de overzijde van de Bourgetlaan. Het contract heeft een waarde van ongeveer 460 miljoen euro. Het nieuwe gebouw moet op 250.000 m² onderdak bieden aan ongeveer 4500 werknemers. Naar verwachting zal de bouw vijf jaar duren.
Het Supreme Headquarters Allied Powers Europe (SHAPE) is het militaire commandocentrum. Het is gevestigd in Casteau ten noorden van het Belgische Bergen, Henegouwen.
In 1986 werd het autonoom overlegorgaan Eurogroup opgericht. Hierin overleggen alle Europese NAVO lidstaten en proberen ze gemeenschappelijke standpunten te vormen.
Het NAVO C3 (NATO C3 agency of NATO Consultation, Command and Control Agency) agentschap zetelt in Brussel en Den Haag.
Verhoudingen met andere landen
Het Partnerschap voor vrede is een programma van de NAVO dat helpt het vertrouwen tussen de NAVO en andere Europese landen en landen van de voormalige Sovjet-Unie te vergroten. Het werd opgericht op 10 en 11 januari 1994 in Brussel.
De Euro-Atlantische Partnerschapsraad (EAPC) werd opgericht op 29 mei 1997 en is een forum voor regelmatige coördinatie, overleg en dialoog tussen alle 49 deelnemers.
De Mediterrane Dialoog werd opgericht in 1994 om op een vergelijkbare manier te coördineren met Israël en met de landen in Noord-Afrika.
Het Samenwerkingsinitiatief van Istanboel (Istanbul Cooperation Initiative) werd in 2004 aangekondigd als een platform voor dialoog voor het Midden-Oosten op dezelfde wijze als de Mediterrane Dialooggroep.
Andere staten in de wereld hebben ook contact gelegd met de NAVO om te participeren in enkele van de activiteiten van het Partnerschap voor vrede.
Beknopte chronologie
1949 - Oprichting op 4 april. Ondertekenaars: België, Canada, Frankrijk, Luxemburg, Nederland, het Verenigd Koninkrijk, de Verenigde Staten van Amerika, Denemarken, IJsland, Italië, Noorwegen en Portugal.
1952 - Toetreding Turkije en Griekenland.
1955 - Toetreding Bondsrepubliek Duitsland. Oprichting van het Warschaupact.
1961 - Start van de bouw van de Berlijnse Muur; het IJzeren gordijn verdeelt Oost en West-Europa.
1966 - Frankrijk is een nucleaire macht geworden en trekt zich terug uit de militaire structuur, maar blijft politiek lid.
1974 - Griekenland trekt zich vanwege de Turkse invasie in Cyprus terug uit het bondgenootschap.
1980 - Griekenland treedt weer toe.
1982 - Spanje wordt het zestiende lid.
1989 - Val van de Berlijnse Muur.
1990 - Duitse hereniging, waardoor het grondgebied van de voormalige DDR deel van het NAVO-gebied wordt.
1991 - Opheffing van het Warschaupact.
1999 - Toetreding van Polen, Tsjechië en Hongarije.
1999 - Operatie/missie in Kosovo.
2004 - Toetreding van Bulgarije, Estland, Letland, Litouwen, Roemenië, Slowakije en Slovenië.
2008 - Top van Boekarest: vergadering om Kroatië en Albanië lid te maken.
2009 - Toetreding van Albanië en Kroatië. Frankrijk wordt weer volledig lid.
2011 - Operatie/missie in Libië.
De andere landen van de Europese Unie (Finland, Ierland, Oostenrijk, Zweden, Cyprus en Malta) zijn geen lidstaten van de NAVO.
Oostenrijk wordt geen lid omdat het land, toen het na inwerkingtreding van het Oostenrijks Staatsverdrag in 1955 weer zelfstandig werd, verklaard heeft voor eeuwig neutraal te blijven.
Finland treedt niet toe om conflicten met buurland Rusland te voorkomen.
Zweden is ook een neutraal land en is zodoende geen lidstaat.
artikel overgenomen zonder nazicht op onjuistheden
Bron : - Wikipedia CC 3.0
De Osborne 1 was de eerste succesvolle commerciële draagbare micro computer.
De release door de Osborne Computer Company was op 3 april 1981.
De Osborne 1 was te koop voor $1795.
Het design was gebaseerd op de Xerox NoteTaker (draagbare pc), een prototype ontwikkeld door Alan Kay in 1976 bij Xerox PARC.
De Osborne 1 werd ontwikkeld door Adam Osborne (een auteur van computerboeken) en het ontwerp was van Lee Felsenstein.
Het toestel was ontworpen om te dragen, het was gebouwd in een plastieken box en had het gewicht en de afmetingen van een naaimachine.
Ondanks zijn onaantrekkelijk design en zijn gewicht (10,7kg) werden er in de eerste acht maanden na zijn release op 3 april 1981 11.000 stuks verkocht.
Van 1982 tot 1985 publiceerde het bedrijf de "The Portable Companion" een magazine voor Osborne gebruikers.
De Osborne 1 was voorzien van
Een 5" (13cm), 52 karakters en 24 lijnen monochroom crt scherm
Dual 5¼", enkelzijdige 40 track floppy disk drives
4 MHz Z80 CPU
Een 64kb geheugen
Een IEEE-488 poort te configureren als een parallel printer poort
RS-232 compatibele 1200 of 300 baud seriële poort voor het gebruik met externe modems of seriële printers.
De Osborne 1 werkte op netstroom, de eerste toestellen enkel op 120v of 240v.
Latere modellen (blauwe box vanaf mei 1982) konden door de gebruiker worden omgezet met een schakelaar naar 120 of 240volt.
Het toestel draaide op het toen populaire CP/M 2.2 operating system.
artikel vertaald uit het engels
Bron : - Wikipedia CC 3.0
Een 1 aprilgrap (ook wel aprilgrap of aprilvis genoemd) is een traditie waarbij mensen elkaar op 1 april voor de gek proberen te houden.
In Frankrijk spreekt men van poisson d'avril.
In Engelstalige landen wordt de dag April Fool's Day genoemd, en de Russen hebben het over Den Doeraka (dag van de dommerik).
In sommige Vlaamse streken spreekt men over verzenderke(n)sdag, de dag waarop je iedereen tracht ergens heen te zenden om ze beet te nemen.
위키백과, 우리 모두의 백과사전.
만우절(萬愚節)은 4월 1일로, 거짓말을 하거나 장난을 쳐도 나무라지 않는다는 풍습이 있는 날이다. 명절이나 공휴일은 아니지만 서양의 여러 지역에서 일종의 기념일로 여긴다. 전통적으로 몇몇 나라에서는 만우절 장난은 정오 이전에만 행하여지며 이후에는 장난임을 알린다. 이 때에 오후에도 만우절 장난을 하는 사람을 '에이프릴 풀(April Fool)'이라 부른다. 다른 곳에서는 농담이 하루 종일 계속되기도 한다.
Ŝercotago estas tago, plej ofte la 1-a de aprilo, dum kiu oni faras ŝercojn aŭ farsetojn al aliaj, sed nur en afabla perspektivo.
Ankaŭ radioj, televidoj, kaj ĵurnaloj faras ŝercojn, tiutage, kiel ekzemple la retejo Ĝangalo, kiu anoncis en la 1-an de aprilo 2006, ke la tombo de Zamenhof estis detruita per bombeksplodo.
En Francio, tradicie oni metas kaŝe paperan fiŝeton en la dorson de geamikoj, kaj oni kutime diras "aprilfiŝo (Poisson d'Avril)" kiam la ŝerco estas malkovrita.
मुक्त ज्ञानकोष विकिपीडिया से
अप्रैल फूल दिवस पश्चिमी देशों में हर साल पहली अप्रैल को मनाया जाता है. कभी-कभी ऑल फूल्स डे के रूप में जाना जाने वाला यह दिन, 1 अप्रैल एक आधिकारिक छुट्टी का दिन नहीं है लेकिन इसे व्यापक रूप से एक ऐसे दिन के रूप में जाना और मनाया जाता है जब एक दूसरे के साथ व्यावाहारिक मजाक और सामान्य तौर पर मूर्खतापूर्ण हरकतें की जाती हैं. इस दिन दोस्तों, परिजनों, शिक्षकों, पड़ोसियों, सहकर्मियों आदि के साथ अनेक प्रकार की शरारतपूर्ण हरकतें और अन्य व्यावहारिक मजाक किए जाते हैं, जिनका उद्देश्य होता है बेवकूफ और अनाड़ी लोगों को शर्मिंदा करना.
El Dia d'enganyar, altrament dit dia d'enganar, a Menorca, o peix d'abril (en francès poisson d'avril) a França, és una festa celebrada cada 1r d'abril des de 1564 o, almenys, això és el que diu la llegenda.
Apirileko arrainak (frantsesez: poisson d'avril; ingelesez: April fools' day edo "apirileko kaikuen eguna") apirilaren 1ean ospatzen den jaialdia da, non txantxak egiten dituzten.
Aprillipäivä (latinan aprilis ja useiden nykykielten april tarkoittavat huhtikuuta) on joka vuosi 1. huhtikuuta. Silloin on tapana puijata leikkimielisesti ihmisiä. Useissa lehdissä julkaistaan jokin pilailumielessä kirjoitettu artikkeli. Suomessa aprillipäivää ei ole otettu kalenteriin, vaikka sitä on joskus ehdotettu, koska sen teho perustuu yllätyksellisyyteen.
エイプリルフール(英語: April Fools' Day)とは、毎年4月1日には嘘をついてもよい、という風習のことである。4月1日の正午までに限るとも言い伝えられている。英語の"April Fool"は、4月1日に騙された人を指す。
Maar verder is het een héééél normale dag.
artikel overgenomen zonder nazicht op onjuistheden
Bron : - Wikipedia CC 3.0
Pasen is het belangrijkste christelijke feest in het liturgische jaar, volgend op de Goede Week.
Christenen vieren deze dag vanuit hun geloof dat Jezus opgestaan is uit de dood, op de derde dag na zijn kruisiging.
Volgens huidige berekeningen heeft deze kruisiging plaatsgevonden tussen de jaren 26 en 36.
De oorsprong van het christelijke paasfeest ligt in de joodse traditie.
Het joodse Pesach (in de christelijke liturgie Pascha) is nauw verbonden met de uittocht uit Egypte, de Exodus.
De viering en herdenking hiervan werd volgens het Bijbelboek Exodus de avond voor de uittocht ingesteld en is de eeuwen door in verschillende vormen bewaard gebleven.
Inherent is het herdenken van de grote daden van God aan het volk Israël.
Hierin ligt het idee van 'bevrijding' besloten.
Dit geldt ook voor het christelijke paasfeest, zij het vanuit een andere invalshoek.
In Nederland herinneren tijdens Pasen de matzes (ongerezen broden) nog aan het joodse Pesachfeest.
Volgens de Thora moesten de joden vlak voor hun vertrek in opdracht van God snel brood bakken zonder daar zuurdesem aan toe te voegen (Exodus 12:8).
Deze matzes worden vóór Pasen verkocht door supermarkten en tijdens Pasen gegeten door zowel joden, christenen als niet-christenen.
Over de precieze oorsprong en viering is men het niet volledig eens.
Er bestaan verschillende lentefeesten uit diverse culturen die sterk op elkaar lijken en waaraan ook het christendom symbolen zou hebben ontleend.
Daarom stellen sommigen dat Pasen eigenlijk een vrij recente feestdag is waarin al dan niet bewust oude symbolieken van de lentefeesten zijn opgenomen.
Maar er zijn er ook die zeggen dat de oorsprong meer algemeen is; als in een feest van de lente, waarbij het ontwaken van de natuur na de winter werd gevierd.
Zo'n lentefeest is in veel culturen en religies vaak ook ter ere van een godin van het leven en de vruchtbaarheid, die de natuur heeft doen ontwaken en vruchtbaar heeft gemaakt.
Voor Noord-Europa menen sommigen dat het de godin Ostara betreft.
Het is twijfelachtig of deze godin ooit bestaan heeft.
De gangbare wetenschappelijke theorie is tegenwoordig dat men over de voorchristelijke periode nauwelijks iets weten, omdat er nauwelijks iets van is overgeleverd.
De aangehaalde theorieën worden in dit wetenschappelijk discours dan ook als puur speculatief gezien.
Zo zouden volgens bepaalde populaire theorieën de naam Ostara (Oudengels: Eostre), alsook de Duitse en Engelse benaming voor pasen, "Ostern" en "Easter"', zijn te herleiden tot het Oergermaanse woord voor het oosten, maar dit is allerminst zeker.
Met het paasfeest wordt ook uitgezien naar de verwachte wederkomst van Jezus op aarde.
In de christelijke traditie is Pasen, of ook wel het paasfeest, het belangrijkste liturgische feest.
Op Goede Vrijdag, de vrijdag voor Pasen, herdenken christenen het lijden en de kruisdood van Jezus en met Pasen vieren zij zijn opstanding, ook wel verrijzenis genoemd, uit de dood.
Pasen behoort daarmee tot de traditie van de zoenoffers, die draaien om de noodzaak van de dood voor het leven, de verzoening met het goddelijke en de spirituele ontwikkeling van de eigen ziel door beproeving.
Volgens het Groene Boekje krijgt Pasen een hoofdletter, maar alle samengestelde en afgeleide vormen niet: paasfeest, paasavond, paasei, etc.
Dat geldt ook voor eerste paasdag en tweede paasdag, en voor paaszondag en paasmaandag.
Het Witte Boekje gebruikt ook voor de afzonderlijke feestdagen hoofdletters: Eerste Paasdag, Tweede Paasdag, Paaszondag, Paasmaandag.
artikel overgenomen zonder nazicht op onjuistheden
Bron : - Wikipedia CC 3.0
Francisco José De Goya y Lucientes (Fuendetodos, in de provincie Zaragoza, Aragón, 30 maart 1746 - Bordeaux, 16 april 1828) was een Spaanse kunstschilder en graveur.
Goya werd geboren in Fuendetodos in Spanje, maar leefde later voornamelijk in Madrid.
Hij groeide op in Zaragoza en werd op 13-jarige leeftijd leerling van een kunstenaar, José Luzán, die vriend van zijn vader was.
Goya trouwde in 1773 met Josefa Bayeu, de zus van Francisco Bayeu, die inmiddels zijn leermeester was geworden.
Goya was vooral portretschilder van de Spaanse koninklijke familie.
Zo was hij hofschilder van Karel IV van Spanje en schilderde hij ook Ferdinand VII van Spanje.
De Spaanse Inquisitie was in die tijd machtig en bemoeide zich ook met Goya's werk.
Goya maakte naast de schilderijen van hoge geestelijken ook etsen die hij in grote oplagen drukte en die verhandeld werden in vele steden, ook buiten Spanje.
Onder andere in zijn serie etsen Los Caprichos liet hij zijn afschuw zien voor de corrupte heerschappij van met name de kerk, waar hij niettemin veel voor werkte.
Nadat het leger van Napoleon Spanje bezette, trok hij zich terug in zijn Quinta del Sordo (De villa van de dove).
Ook de bloedige Napoleontische invasie vanaf 1808 heeft zijn sporen nagelaten in de werken van Goya: van 1810-1814 maakte hij een serie etsen, Los desastres de la guerra (De gruwelen van de oorlog), waarin hij de gruwelen weergaf die aan beide kanten werden begaan.
Na het vertrek van de Fransen, die tevergeefs hadden getracht de verworvenheden van hun revolutie te exporteren, kwam het repressieve Spaanse koninklijke regime weer terug.
Hij keerde zich daarvan af, ging in Frankrijk in vrijwillige ballingschap en stierf uiteindelijk in Bordeaux.
In 1901 werd zijn stoffelijk overschot naar Spanje overgebracht en in 1919 bijgezet in de Ermita de San Antonio de la Florida in Madrid.
Veel van het werk van Goya hangt in het Museo del Prado in Madrid.
Goya werd sterk beïnvloed door de Verlichting.
Goya schilderde echter ook historische gebeurtenissen en ontwierp vrolijke scènes in rococostijl voor wandtapijten (gobelins).
Maja was de benaming voor een knap volksmeisje.
De twee schilderijen laten dezelfde vrouw in dezelfde pose zien (op de één naakt op de ander gekleed) en waren wellicht bedoeld om buiten respectievelijk binnen de deuren van een slaapkamer te hangen.
Met name het feit dat de naakte vrouw geen Griekse godin of een dergelijke grootheid is en ook het feit dat ze de kijker recht aankijkt, was bijzonder schokkend voor die periode.
Het werk van Francisco Goya behoort tot de barok, rococo en romantiek.
De invloed van Goya op latere kunst is van belang, omdat zijn kunst de tradities van destijds ondermijnde.
Hij liep vooruit richting het expressionisme en het surrealisme.
Bovendien schilderde hij subjectief.
Zijn nadruk op een scherpe voorgrond en een vagere achtergrond loopt vooruit op de kunst van Manet.
Door de werken uit zijn latere periode wordt Goya gezien als een voorloper van de moderne kunst.
De bijzondere stijl waarin hij aan het eind van zijn leven schilderde, wordt vaak apart benoemd.
Veertien werken uit deze tijd staan bekend onder de naam de Zwarte Schilderijen.
Zijn schilderijen zijn in vele musea te zien onder andere:
Metropolitan Museum of Art in New York City
Louvre in Parijs
Hermitage in Sint-Petersburg
Museum of Fine Arts in Boston
National Gallery of Art in Washington D.C.
Museo del Prado in Madrid
National Gallery in Londen
De Goya was ook een voorloper van het realisme.
Hij stelde immers het eigentijdse kwaad aan de kaak.
Hij is een van de eerste kunstenaars die contemporaire verschrikkingen als onderwerp koos.
In andere opzichten behoort hij echter wel nog tot de romantische stroming.
artikel overgenomen zonder nazicht op onjuistheden
Bron : - Wikipedia CC 3.0
De Royal Albert Hall of Arts and Sciences is een grote concertzaal in South Kensington in de Britse hoofdstad Londen, die geopend is op 29 maart 1871 door koningin Victoria en genoemd is naar haar echtgenoot prins Albert.
Na de grote Wereldtentoonstelling van 1851 wilde prins-gemaal Albert graag dat er in de buurt van Hyde Park een aantal permanente gebouwen zou verrijzen waarin mensen zouden kunnen kennismaken met kunst en cultuur.
Hij overleed evenwel in 1861, zodat hij de voltooiing in 1871 niet heeft kunnen meemaken.
Gebouw en zaal hebben de ronde vorm van een amfitheater uit de klassieke oudheid en werden ontworpen door Francis Fowke en Henry Young Darracott Scott.
Al direct bleek dat de zaalakoestiek eigenlijk ongeschikt was voor klassieke muziek.
Na de plaatsing van ellipsvormige reflectoren is de nagalm binnen aanvaardbare grenzen gebracht.
In de zaal is een groot concertorgel aanwezig.
De Royal Albert Hall is wereldwijd bekend door de Proms, een jaarlijkse reeks zomerconcerten voor groot publiek die hier worden gehouden sinds de Queen's Hall aan Langham Place in 1941 door vliegtuigbommen van de Duitse Luftwaffe werd verwoest.
Zij worden afgesloten met de beroemde Last Night of the Proms in september.
Als "listed building" van buitengewoon belang is de Royal Albert Hall een "Grade I"-bouwwerk op de Statutory List of Buildings of Special Architectural or Historic Interest, de lijst waarop historische monumenten in het Verenigd Koninkrijk worden geplaatst.
Tussen 1996 en 2004 is de Royal Albert Hall grondig gerenoveerd.
artikel overgenomen zonder nazicht op onjuistheden
Bron : - Wikipedia CC 3.0
Arnold Houbraken (Dordrecht, °28 maart 1660 Amsterdam, 14 oktober 1719) was een kunstschilder en schrijver.
Kunsttheoreticus Arnold Houbraken (1660-1719) volgde aanvankelijk een schildersopleiding bij Rembrandtleerlingen Jacobus Leveck en Samuel van Hoogstraten, alvorens bekendheid te verwerven als schrijver.
Hij bracht het grooste deel van zijn leven door in Dordrecht en verhuisde pas in 1709 naar Amsterdam op uitnodiging van Jonas Witsen.
In 1685 huwde hij Sara Sasbout.
In 1713 maakte hij een reis naar Engeland om een historisch werk te illustreren.
Zijn zoon Jacobus (16981780) was een bekend graveur van portretten en boekillustraties, onder andere voor de boeken van zijn vader.
Zijn dochter Antonina (1686-1736 was tekenaar en illustrator.
Zij was getrouwd met de topografische tekenaar Jacobus Stellingwerff (1667-1727).
Ook zijn dochter Christina schilderde en tekende.
Zij trouwde met de schilder Anthony Elliger.
Hun dochter Christina Maria werd tekenares.
Arnold Houbraken schilderde mythologische en bijbelse taferelen, portretten en landschappen.
Arnold Houbraken schreef verscheidene publicaties, geïllustreerd met prenten, die gretig werden gebruikt door schilders en beeldhouwers tijdens de zeventiende eeuw.
Hij reikte personificaties aan - menselijke figuren met symbolisch geladen attributen die abstracte begrippen als 'de tijd' en 'de vergankelijkheid' uitbeelden.
'Een-en-veertigh stuks, verscheydene sinnebeelden' bevat 41 van deze personificaties.
Houbraken schreef enkele emblemenbundels bijeen, waarvan 'Stichtelyke sinnebeelden' een belangrijk voorbeeld is.
In deze bundel wijdde hij 57 prenten met belerende tekst aan de deugden en ondeugden.
Ook deze emblemen werden in de Noordelijke Nederlanden als voorbeeld gebruikt door kunstenaars, voornamelijk in de genreschilderkunst.
Het integreren van deze emblemen in dagdagelijkse taferelen gaf het afgebeelde vaak een latente moraliserende boodschap.
Aan het einde van zijn leven schreef Arnold Houbraken in Amsterdam het werk dat beschouwd zou worden als zijn meesterwerk.
De Groote Schouburgh der Nederlantsche Konstschilders en Schilderessen, een vervolg op Carel van Manders 'Schilderboeck', bevat meer dan 600 biografieën Noord- en Zuid-Nederlandse schrijvers uit de Gouden eeuw.
artikel overgenomen zonder nazicht op onjuistheden
Bron : - Wikipedia CC 3.0
- www.tento.be
De Steen van Rosetta of steen van Rosette, is een donkere granieten steen (van 112 bij 76 cm) die in juli 1799 in Egypte door Franse genietroepen werd ontdekt bij werkzaamheden aan het fort St. Julien (nu Quaitbay) bij de Egyptische plaats Rosetta (nu El Rashid).
Op de steen staat op drie verschillende manieren een tekst geschreven:
in het Egyptisch door middel van Egyptische hiërogliefen
in het Egyptisch door middel van demotisch schrift
en in het Grieks alfabet.
P
T
O
L
M
I I S
Hierdoor bleek de steen een belangrijke sleutel te zijn voor het ontcijferen van hiërogliefen door Thomas Young en Jean-François Champollion.
Deze laatste lukte dat als eerste definitief in 1822.
Dit leidde tot begrip van de betekenis van hiërogliefen, die vele eeuwen onontcijferd waren gebleven, en dus tot vele andere vertalingen.
De tekst op de steen is een dankbetuiging van de priesters van Memphis aan koning Ptolemaeus V Epiphanes.
De tekst is gedateerd op (omgerekend) 27 maart van het jaar 196 v.C.
Later zijn nog twee andere decreten gevonden, het decreet van Canopus en het decreet van Memphis.
Ook deze decreten waren tweetalig en in drie schriften en gaven daarmee verdere informatie over het demotisch en hiëroglyfisch schrift en de Egyptische taal.
De steen van Rosetta kan worden bezichtigd in het British Museum in Londen, waar hij al sinds 1802 wordt bewaard.
In Figeac, de geboorteplaats van Jean-François Champollion, bevindt zich een kopie van de Steen van Rosetta evenals in het fort (nu Quaitbay) waar de steen in 1799 is gevonden.
In Nederland is een kopie te vinden in het Rijksmuseum van Oudheden in Leiden.
Naar de steen is ook een computerprogramma vernoemd om mensen nieuwe talen te leren (Rosetta Stone).
artikel overgenomen zonder nazicht op onjuistheden
Bron : - Wikipedia CC 3.0
- tinternet
De Deepsea Challenger is een kleine bathyscaaf, gemaakt om de bodem van de Marianentrog te kunnen bereiken.
Deze trog is het diepste punt op aarde.
Aan het vaartuig zijn 3D-camera's geplaatst, om ter plekke te kunnen filmen.
De bathyscaaf werd gebouwd in Sydney door het onderzoeksbedrijf Acheron Project Pty Ltd.
Op 26 maart 2012 bereikte James Cameron als eerste persoon ter wereld de bodem van de Marianentrog in een eenpersoonsvoertuig.
Enkele gegevens van de reis:
Instrumenten sensoren, sedimentenverzamelaars en grijpers namen zoutgehalte, druk en temperatuur op.
500 kilo ballast werd op de zeebodem gelost voor de opstijging.
Ledlampen aan een 2,5 m lang paneel verlichtten de zeebodem; zo konden de vier cameras van de onderzeeër de duik vereeuwigen.
De isolatielaag kromp 6,4 cm door de hoge druk.
De cockpit was maar 109 cm in doorsnee, en rond om de druk beter te kunnen weerstaan.
artikel overgenomen zonder nazicht op onjuistheden
Bron : - Wikipedia CC 3.0
- tinternet
Titan of Saturnus VI is de grootste maan van Saturnus en - op Ganymedes na - de grootste van het zonnestelsel.
Met een diameter van 5151 km is hij groter dan de planeet Mercurius.
Christiaan Huygens ontdekte Titan op 25 maart 1655 met behulp van een telescoop die zijn broer Constantijn had gebouwd.
Huygens noemde de maan Saturni Luna, oftewel kortweg "Saturnusmaan".
De Engelsman John Herschel doopte de maan in 1847 om tot "Titan".
Doordat een dikke smoglaag het oppervlak van Titan permanent aan het zicht onttrekt, komt de kennis over deze Saturnusmaan vooral van het bezoek van ruimtesondes zoals de Voyagers en Cassini-Huygens.
Titan is de enige maan in het zonnestelsel met een dichte atmosfeer.
Het bezoek van de Voyager 1 leerde dat het oppervlak permanent schuilgaat onder de 900 km dikke atmosfeer die een druk heeft van 1,5 bar aan het oppervlak.
Tot 1980 werd vanwege deze dichte atmosfeer - die een deel van de maan zelf leek - aangenomen dat Titan de grootste maan in ons zonnestelsel was.
Mac OS X 10.0 (codenaam: Cheetah) was de eerste versie van het Mac OS X-besturingssysteem van Apple.
Het werd gelanceerd op 24 maart 2001 en kostte 129 euro.
Mac OS X is de opvolger van Mac OS 9.
Het teken X in de naam verwijst naar het Romeinse cijfer tien.
Het is een spliksplinternieuw systeem, gebaseerd op het Unix-systeem Darwin.
Het werd gezien als het beste systeem ooit gelanceerd door Apple, en op de doos stond te lezen dat het "het meest geavanceerde besturingssysteem ter wereld" zou zijn.
Alhoewel het overal werd geprezen voor zijn stabiliteit, kampte Mac OS X 10.0 toch met ontbrekende functies en prestatieproblemen.
Een van de redenen die het succes van Mac OS X in de weg zouden kunnen staan, waren wel de systeembenodigdheden.
Mac OS X had 128 MB (128 MiB) RAM nodig, terwijl de meeste Apple-computers in die tijd standaard met 64 MB RAM geleverd werden.
Ook werden upgradekaarten voor de processor, die veel voor oudere G3's gebruikt werden, niet ondersteund.
Mac OS X draaide op de volgende computers: Power Macintosh G3, G3 B&W, G4, G4 Cube, iMac, PowerBook G3, PowerBook G4, iBook Aantal RAM nodig: 64 MB minimum, 128 MB aangeraden.
Hoeveelheid harde schijfruimte nodig: 800 MB voor de minimum installatie, 1,5 GB voor de gewone installatie.
Er werd veel kritiek gegeven op Mac OS X, vooral op drie punten:
De interface: de nieuwe Aqua interface was een pareltje, maar zorgde ervoor dat vele programma's traag liepen, en zelfs het systeem vertraagde
Stabiliteit: Mac OS X was in feite veel stabieler dan Mac OS 9 (vooral dankzij het beschermd geheugen), maar enkele bugs veroorzaakten vele kernel panics
Ontbrekende technologieën en drivers: een ander punt van kritiek was het ontbreken van enkele technologieën, zoals het afspelen van DVDs en het branden van CD's, en het ontbreken van o.a. printerdrivers
Als oplossing voor al deze kritiek gaf Apple Mac OS X 10.1 gratis weg, om zo alle problemen op te lossen.
artikel overgenomen zonder nazicht op onjuistheden
Bron : - Wikipedia CC 3.0
Het Russische ruimtestation Mir (wat in het Russisch zowel wereld als vrede betekent) was het eerste permanent bewoonde ruimtestation in een baan om de Aarde.
Het bestond uit verschillende met elkaar verbonden modules, waarvan de eerste module op 19 februari 1986 werd gelanceerd en de laatste in 1996.
Mir was gebaseerd op de al eerder door de Russen gelanceerde Saljoet-ruimtestations.
Gedurende de tijd dat Mir in een baan om de aarde cirkelde, is er veel wetenschappelijk onderzoek verricht.
Op een enkele uitzondering na, is Mir tot augustus 1999 continu bewoond geweest.
Op 23 maart 2001 keerde Mir na 15 jaar terug in de Aardse atmosfeer om vervolgens in brokstukken in het zuiden van de Grote Oceaan neer te storten.
Voor die tijd waren er nog vage plannen om Mir te gebruiken als televisie- of filmstudio, maar daarvoor bleek hij te onstabiel en te onveilig.
Het zou eenvoudigweg te duur worden om Mir nog langer in gebruik te houden.
De laatste jaren had Mir regelmatig problemen.
Op 23 februari 1997 brak er brand uit aan boord en scheelde het weinig of de complete zeskoppige bemanning had het ruimtestation moeten verlaten (via de twee Sojoez-schepen).
Vier maanden later kwam Mir in botsing met een onbemand Progress-vrachtschip, waarbij een gat in de romp sloeg en een deel van Mir moest worden afgesloten.
Andere problemen waren de energievoorziening die regelmatig uitviel, lekkende leidingen en de temperatuur, welke in de Kvant II-module regelmatig opliep tot meer dan 40 graden Celsius.
Dat was ook geen wonder, want het oorspronkelijke ontwerp van het ruimtestation ging uit van een levensduur van slechts vijf jaar.
Gebrek aan vertrouwen, coördinatiestoringen en taalproblemen verergerden de problemen nog eens.
Met behulp van een op 27 januari 2001 aangekoppeld Progress-vrachtschip werd tussen 7 maart en 21 maart Mir in een lager gelegen baan gebracht op 220 kilometer.
Plotseling trad er een nieuw probleem op; Mir begon langzaam te tollen.
Omdat het stabiliseren erg veel brandstof zou kosten werd dit uitgesteld tot de laatste dag voor de impact.
In Japan, Nieuw-Zeeland en Australië ontstond grote onrust over de schade die eventueel op land neerstortende brokstukken zouden aanrichten.
Om deze onrust weg te nemen werd er voor 2 miljoen dollar een verzekering afgesloten die eventuele schade dekte.
Op 23 maart dook Mir met een snelheid van ongeveer 8 km/s de dampkring binnen.
Door de grote plotselinge afremming door de toenemende luchtdruk en de hoge temperatuur brak het schip in stukken en sommige onderdelen verbrandden.
Vanaf de Fiji-eilanden waren de verbrandende delen goed zichtbaar.
Over een gebied van zo'n 5000 kilometer lang en 200 kilometer breed op 4000 kilometer ten oosten van Nieuw-Zeeland kwamen de brokstukken neer in de Grote Oceaan.
artikel overgenomen zonder nazicht op onjuistheden
Bron : - Wikipedia CC 3.0
Anthony van Dyck (Antwerpen, °22 maart 1599 Londen, 9 december 1641) was een Vlaamse barokschilder uit de Antwerpse School.
Zijn voornaam wordt ook als Anthonis, Antonio, Anthonie, Anton of Antoon vermeld.
Van Dyck werd geboren in Antwerpen en werd in 1615 een onafhankelijk kunstschilder.
In zijn jongere jaren was hij één van de favoriete leerknapen van Peter Paul Rubens, naast Jacob Jordaens en nog enkele anderen.
Hij ging in 1620 voor het eerst naar Engeland, verbleef er vier maanden, maar werd toen nog niet voorgesteld aan koning Jacobus I van Engeland en keerde nadien terug naar Vlaanderen.
In 1621 ging hij naar Italië waar hij zes jaar verbleef, en er de Italiaanse meesters bestudeerde.
Deze studie gaf hem de basis voor zijn succesvolle carrière als portretschilder.
Hij keerde in 1627 terug naar Antwerpen en schilderde door de jaren heen een groot aantal meesterstukken.
Zijn reputatie kwam Karel I van Engeland ter ore, die hem naar Engeland haalde, waar hij in korte tijd erg beroemd werd.
Hij schilderde portretten van Koning Karel I, Koningin Henriëtta, de groep prinsen en prinsessen, van zichzelf, van zijn maîtresse Margaret Lemon, van de schilders Andries van Eertvelt, Theodoor Rombouts en van vele anderen.
In het latere deel van zijn leven maakte hij alleen schilderijen af die door zijn studenten waren gemaakt naar zijn eigen voorstudies.
In juli 1632 werd hij geridderd en kreeg de titel "sir", en in 1633 werd hij benoemd tot hofschilder des konings.
Hij kreeg een behoorlijk pensioen en trouwde de dochter van Lord Ruthven.
Anthony van Dyck overleed in Londen in 1641.
Hij ligt begraven in de St Paul's Cathedral in Londen.
Anthony van Dyck schilderde voornamelijk portretten, maar ook stukken met een religieus of mythologisch onderwerp.
Zijn werken behoren tot de Barok.
Door velen wordt hij beschouwd als de grootste barokschilder uit de Zuidelijke Nederlanden na Rubens.
Zijn stijl werd aanvankelijk sterk beïnvloed door Rubens, maar later, tijdens een verblijf in Italië, vatte hij ook bewondering op voor Titiaan, wat in veel van zijn schilderijen is terug te zien.
Van Dyck was van grote invloed op het Engelse portretschilderen, en sommige historici beschouwen hem als de oprichter van de Engelse school van schilderkunst.
Van Dyck staat ook bekend om het portretteren van mensen die een korte, puntige baard hebben, en deze specifieke baard is dan ook in het Engels naar hem vernoemd, een vandycke.
Er is een stijl van kleding die naar Van Dyck vernoemd is (zoals gedragen in Thomas Gainsboroughs Blue Boy).
Er is een olieverfpigment naar hem vernoemd, Van Dyck bruin.
Hij verscheen kort in het Suske en Wiskealbum De raap van Rubens.
In 2005 eindigde Van Dyck op nr. 70 tijdens de Vlaamse versie van de verkiezing van De Grootste Belg.
Zijn meesterwerken hangen verspreid over de wereld in kerken en musea.
artikel overgenomen zonder nazicht op onjuistheden
Bron : - Wikipedia CC 3.0