Bainiet is een vorm van staal, die ontstaat door heet austeniet (05) snel af te koelen (afschrikken) tot een temperatuur tussen 550 °C en de temperatuur waarbij martensiet begint te vormen en daarna een omzetting bij gelijk blijvende temperatuur te voorzien. Veel hangt af van legeringselementen zoals chroom. Door die speciale behandeling ontstaat dus niet het gewone perliet (01 - 03). bainiet dus net als martensiet ook metastabiel is, heeft het geen vlak in het ijzer-koolstof-diagram. Wanneer bainiet ontstaat blijkt uit het TTT-diagram. Het is genoemd naar Edgar Bain (Edgar C. Bain was een Amerikaans metaalkundige.).
Bairds strandloper
De Bairds strandloper (Calidris bairdii) beschreven door Elliott Coues (Amerikaans legerarts,historicus en ornitoloog) in 1861. Genoemd naar Spencer Fullerton Baird ,een 19e eeuws Amerikaans natuuronderzoeker. Deze steltloper is ongeveer zo groot als de bonte strandloper, met lange vleugels die - in zithouding - uitsteken voorbij de staart. De onderrug en middelste staartpennen zijn zwart. De snavel is licht gebogen, de poten zijn zwartachtig. Een volwassen exemplaar in zomerkleed lijkt op de drieteenstrandloper, maar dan met een minder opvallende streep op de vleugels.
bairds strandlopers Fairbanks,Alaska foto U.S. Fish and Wildlife Service
broedende bairds strandloper (bron: Jeroen Reneerkens)
In de winter hebben Bairds strandlopers donkere 'geschubde' bovendelen en witte onderdelen met isabelkleurige borstvlekken. Het geluid dat deze vogel maakt klinkt als tsjurrut of kriep. Hun broedgebied gaat van oost Siberië tot west Groenland. Overwinterren doen ze in Zuid-Amerika, ze worden zeer zelden in West-Europa gesignaleerd. De Bairds strandloper wordt nogal eens verward met de Amerikaanse kleine strandloper, de kleine grijze strandloper en de Alaskastrandloper.
De torpedobootjagers van de Bainbridgeklasse waren de eerste torpedobootjagers van de Amerikaanse marine, gebouwd tussen 1899 en 1900. De 13 schepen werden goedgekeurd na de Spaans-Amerikaanse oorlog, en werden in 1920 uit dienst genomen. Eén schip ging verloren, de Chauncey botste met de SS Rose in 1917.
USS Bainbridge
USS Barry
Na de buitendienststelling werden de 12 overgebleven schepen verkocht aan Joseph G. Hitner, behalve de Hopkins. Hopkins werd verkocht aan de Denton Shore Lumber Company in Tampa, Florida. Een torpedobootjager van de Brainbridgeklasse zou een dwerg lijken door haar opvolger, 100 jaar later. De Arleigh Burkeklasse destroyer USS Bainbridge(DDG - 96) is meer dan twee keer zo lang en heeft een 20 keer grotere waterverplaatsing als de naamsgenoot en is dodelijker dan de gehele vloot van slagschepen die de eerste USS Bainbridge(DD - 1) moest verdedigen.
USS Chauncey (gezonken 19 nov.1917)
USS Dale
Sommige bronnen delen de Bainbridgeklasse op in andere subklasses: - Hopkins en Hull waren oliegestookt in plaats van kolengestookt, hadden een schildpaddek voorop en kunnen beschouwd worden als de Hopkinsklasse. - Lawrence en Macdonough hadden twee extra 6-ponder kanonnen, een schildpaddek voorop, hadden de schoorstenen in één groep van vier staan en kunnen beschouwd worden als de Lawrenceklasse. - Paul Jones, Perry en Preble hadden een dubbele torpedobuis in plaats van twee enkele. - Stewart was uitgerust met Seabury boilers en was de snelste en kleinste van de 400-tonners.
USS Lawrence
USS Steward
De eerste bainbridge had een lengte van 76,2m een breedte van 7,04m en een waterverplaatsing van 592ton(voledig beladen). 2 Motoren leverden 8.000pk en haalde een snelheid van 52,6km/h. Er was een 75 koppige bemanning aan boord. De bewapening bestond uit twee 76mm kannonnen,twee 6ponder kannonnen en twee 457mm torpedobuizen. Eerste tewaterlating was 27 aug. 1901.
Een Baileybrug is een brug die bestaat uit standaardsegmenten en als zodanig zeer snel opgebouwd kan worden. De basis van het ontwerp is een vakwerkbrug. Dit type brug is in eerste instantie ontworpen voor toepassing door genietroepen van het leger en kan maximaal 60 meter overspannen en zware voertuigen dragen. Dit type brug is nog steeds in gebruik voor militaire en civiele toepassingen en wordt wereldwijd beschouwd als een knap staaltje militaire techniek.
Baileybrug over de Meurthe,Franrijk
De brug is ontworpen door de Brit Donald Bailey, die als burger werkzaam was voor het Britse ministerie van Defensie. Hij bouwde modellen van bruggen als hobby. Nadat hij het model aan zijn superieuren toonde werd het ontwerp in 1943 in gebruik genomen in Italië. Hierna werd de productie drastisch opgevoerd in zowel Groot-Brittannië als de Verenigde Staten. Donald Bailey is voor dit ontwerp geridderd.
Baileybrug N136,Mol
Een complete Baileybrug telt maximaal 20 panelen (frames of velden) die in maximaal 24 uur door een geniepeloton (35 militairen) zijn te construeren. De panelen zijn elk 1 meter 52 hoog, 3 meter 05 lang, wegen 272 kg en worden gedragen door 6 personen. De maximale lengte van één brug-basis-oeververbinding (overspanning) - is dus 61 meter. Meerdere bruggen kunnen worden gekoppeld.
baileybrug over het Maas-Scheldekanaal te Sint-Huibrechts-Lille, 20 september 1944.
Er zijn legendarische verhalen bekend over het gebruik van Baileybruggen. De eerste brug werd onder vuur bij Leonforte(Italië) gebouwd. Toen deze brug de overkant bereikt had, was hij door beschietingen door tanks en artillerie niet meer in staat om zware belastingen te dragen. Omdat het vervangen van de beschadigde zijpanelen betekende dat de brug afgebroken moest worden werd besloten om nieuwe zijpanelen tegen de beschadigde te bevestigen. Dit werd later een standaardmethode. In de tweede wereldoorlog werden alleen al in Italië ruim 3000 Baileybruggen gebouwd met een totale lengte van 90 km om de door de Duitsers en Italianen vernietigde bruggen te vervangen. De langste brug werd over de Sangro gebouwd met een lengte van 343 meter.
Bron :Wikipedia www.boekje-pienter.nl www.oorlogsmusea.nl
De Baikalrob of Nerpa (Pusa sibirica, verouderd Phoca sibirica) is een soort zeehond, die enkel voorkomt in het Zuid-Siberische Baikalmeer. Samen met twee ondersoorten van de ringelrob (Pusa hispida) is het de enige zeehond die enkel in zoetwater leeft. Zoölogen vermoeden dat deze soort afstamt van een groep ringelrobben die enkele miljoenen jaren geleden de Yenisej en de Angara opgezwommen zijn en in het meer terechtgekomen. Daar hebben ze zich tot een nieuwe soort ontwikkeld, de enige zoetwaterrob ter wereld. De robben, ongeveer zo'n 60.000 tot 100.000, zijn over het hele meer verspreid, maar komen in juli in grote aantallen voor bij de Uskeny-eilanden waar ze hun wintervacht afschuren langs de rotsen. De Uskeny-eilanden zijn daarom streng beschermd.
Baikalrob
De Baikalrob wordt 100 tot 140 centimeter lang (gemiddeld 122 centimeter) en 50 tot 130 kilogram zwaar. De Baikalrob heeft een ongevlekte, donker- tot zilvergrijze vacht met een lichtere buik en zijden. De Baikalrob lijkt qua uiterlijk veel op de verwante ringelrob. De schedel is echter veel korter en ronder, waardoor de oogkassen nog groter lijken. Ook zijn de voorpoten en klauwen groter en sterker.
zonnende baikalrob
De Baikalrob leeft voornamelijk solitair. 's Winters trekken de dieren naar het koudere noordelijke gedeelte van het meer. Vrouwtjes klimmen 's winters op het ijs om hun jongen te werpen, terwijl de volwassen mannetjes in het water blijven, onder het ijs. Door middel van ademgaten in het ijs komen de dieren weer naar het oppervlak. Het aantal ademgaten verschilt per individu, geslacht en leeftijd. Zomers houden de robben zich op in het zuidelijke gedeelte van het meer. Als de zon schijnt, liggen de robben te zonnen op kleine rotseilandjes.
baikalrob jong
Op een diepte van 50 tot 200 meter (soms tot 300 meter) jaagt hij voornamelijk op vis als donderpadden en olievissen (Comephoridae), maar ook op kreeftachtigen. Ze blijven gemiddeld 10 tot 20 minuten onder water. De rob is monogaam: vrouwtjes paren ieder jaar met hetzelfde mannetje. De draagtijd bedraagt zo'n elf maanden. Tussen februari en maart wordt het ene jong geboren in een leger in het ijs. De jongen wegen bij de geboorte ongeveer vier kilogram en zijn 64 tot 66 centimeter lang. Bij de geboorte heeft het jong een wollige, witte vacht, die na zes tot acht weken wordt verwisseld voor een zilvergrijze vacht. De Baikalrob kan 50 tot 56 jaar oud worden, waarmee het dier van alle zeehonden de langste levensverwachting heeft. Slecht nieuws voor de Baikalrob is de afname van het aantal dagen dat het meer is dichtgevroren. Deze periode duurt nu al 18 dagen korter dan een eeuw geleden
Bron :Wikipedia www.zeehondencreche.nl www.hier.nu/klimaatnieuws
Het Baikalmeer: het diepste (1637 meter) en het oudste (ruim 25 miljoen jaar) meer ter wereld. Het meer bevat 20% van de totale zoetwatermassa ter wereld, namelijk 23.700 km3, het pool- en gletsjerijs niet meegerekend. Met een lengte van 636 km lang en gemiddelde breedte van 40 km is het de op vijf na de grootste wateroppervlakte. Bijna alle 544 beken en rivieren brengen kraakhelder en koel water het meer in. De rivier de Selenga voert daarentegen zand en slib aan dat op de meerbodem terechtkomt. Toch raakt het meer nooit vol. Dat komt omdat het Baikalmeer geologisch gezien in een aardscheur ligt, waarlangs Azië uiteen splijt. Dat splijten gaat snel genoeg om te voorkomen dat het meer dichtslibt. Daardoor heeft zich een laag van niet minder dan 7000 meter sediment opgehoopt.
Baikalmeer in de zomer
Vanaf eind november vriest het meer dicht. De ijsmassa, gevormd uit het zuurstofrijke oppervlaktewater, wordt ongeveer een meter dik. In mei gaat het ijs weer smelten. Zo gauw het gesmolten ijs de temperatuur van 4 graden bereikt is de grootste dichtheid van het water bereikt en zakt dit water weg naar de bodem. Het neemt daarbij de in het water opgeloste zuurstof mee. Dit jaarlijkse ritme van bevriezen, ontdooien en uitzakken van zuurstofrijk water heeft de unieke toestand doen ontstaan dat het meer van de oppervlakte tot de bodem zuurstofrijk water heeft. Deze verticale beweging van het water wordt versterkt doordat op verschillende plaatsen water uit de diepten van de aardkorst opwelt en het water in beweging houdt.
dichtgevroren Baikalmeer
Het landschap is overweldigend door de enorme uitgestrektheid van het meer, dat voortdurend fascineert met het veranderen van het weer. Het ene moment zie je een azuurblauwe watermassa onder een stralende zon en korte tijd later verandert dat in een zilvergrijze dreigende deining met schuimkoppen, terwijl een regenbui neerplenst. Het meer is rijk aan flora en fauna en herbergt unieke diersoorten als de baikalrob (een zoetwaterzeehond), de zalmachtige omoel en een hele reeks endemische vlokreeftjes.
beroering op het meer
De bossen rond het meer zijn belangrijk want ze houden de bodem vast waardoor er geen erosie naar het meer optreedt. Het kappen van bomen rond het meer is streng verboden. Vergeleken met West-Europa is de milieuvervuiling zeer beperkt. Veruit het grootste deel van het meer is zo schoon dat het water direct drinkbaar is. Een zeer groot deel van de gebieden rond het meer behoort tot natuurreservaten of nationale parken. Sinds 1996 staat het Baikalmeer op de Werelderfgoedlijst van de UNESCO. Op 29 juli 2008 bereikte een Russische expeditie in een mini-onderzeeër de bodem van het Baikalmeer op een diepte van 1580 meter.
Parkwachtershuisje aan het meer
De mythe van Vader Baikal en zijn Angara
In de rijke mythologie van de Boerjaten is het meer Vader Baikal en zijn de honderden bergbeken die het meer instromen zijn kinderen. Zijn enige dochter Angara werd verliefd op Yenisei de grote rivier in het westen en wilde naar hem toe. Terwijl Vader Baikal sliep probeerde zij uit te breken naar haar geliefde. Zij maakte daarbij zo'n herrie dat haar vader wakker werd en in grote woede een rots blok naar haar wierp. Tevergeefs want Angara slaagde in haar vlucht en bereikte haar geliefde. Sinds dat moment is Baikal door Angara voorgoed verbonden met de Yenisei. Het rotsblok ligt nog steeds als de Shamanenrots in de monding van de Angara.
De Bai is een volkerengroep in de Chinese provincie Yunnan. Er zijn ongeveer 1,8 miljoen Bais. Ze behoren tot de best geïntegreerde minderheden in China. Aangezien ze geen eigen schrift hadden, gebruikten ze de Chinese karakters. Hun naam betekent 'wit' en ze noemen zichzelf 'sprekers van de witte taal'. Het is onduidelijk waar hun taal vandaan komt en waar het aan verwant is. Etnolinguïsten zijn er nog niet over uit of de taal verwant is aan het Tibetaans, Khmer, Thai of Chinees. Het waarschijnlijkst is wel dat hij tot de Tibeto-Birmaanse taalgroep behoort, maar sterke invloeden van de kant van het Chinees heeft ondergaan.
traditionele klederdracht
traditionele klederdracht
Vijfhonderd jaar vormde hun hoofdstad Dali het machtscentrum van het koninkrijk Nan Chao, dat tot halverwege de 13de eeuw onafhankelijk bleef van de Chinese dynastieën. De geschiedenis van deze periode is goed gedocumenteerd, waar de Bais hun status als officieel erkende etnische groep aan te danken hebben.
De Bais leven langs de oevers van het Er Hai-meer, wat gebruikt wordt voor rijst- en koolzaadvelden. Vroeger waren voor de Bais de paarden het belangrijkste vervoersmiddel. Ze stonden bekend als fokkers van kleine, maar sterke pony's. Pas na de aanleg van de Birmaweg in de jaren '30 van de twintigste eeuw begon dit af te nemen. Nog steeds zijn paarden echter geliefd, wat te zien is aan de jaarlijks georganiseerde populaire paardenmarkt.
Bron :Wikipedia www.chinatour.com
Baidu Baike
Baidu Baike is een Chinese internet-encyclopedie, opgericht door de Chinese zoekmachine Baidu. De encyclopedie is bedoeld als concurrent van de Chineestalige Wikipedia maar doet - in tegenstelling tot deze laatste - in sterke mate aan zelfcensuur. Alleen officieel aangemelde leden kunnen artikelen toevoegen of wijzigen. Verboden zijn inhouden die van pornografische aard zijn, of "kwaadaardige" aanvallen op staatsinstellingen bevatten, ofwel "de maatschappelijke en openbare orde schaden", of conflicten met minderheden en godsdienstige groeperingen uitlokken, of aanzetten tot racisme.
In tegenstelling tot de Chineestalige Wikipedia, waartoe de toegang vanuit de Volksrepubliek China sedert oktober 2005 wordt geblokkeerd, wordt de toegang tot deze internet-encyclopedie niet door de Chinese autoriteiten gestoord. Drie weken na de start telde Baidu Baike al 90.000 artikelen. Dat kon doordat duizenden artikelen werden overgenomen uit de Chinese Wikipedia, zonder dat er sprake is van enige bronvermelding. Hier is dus duidelijk sprake van schending van de op zich toch heel soepele GNU-licentie voor vrije documentatie.
Het Bahrain World Trade Center bestaat uit twee torens en is een van de grootste gebouwen van Bahrein. Dit staaltje van architectuur is een ontwerp van Shaun Killa een Zuid-Afrikaans architect Het gebouw staat in de hoofdstad Manamah. De torens zijn elk 240 meter hoog en hebben elk 50 verdiepingen. Het is ook 's werelds eerste wolkenkrabber waarin windturbines zijn geïntegreerd.. Mede hierdoor heeft het project verschillende onderscheidingen gekregen voor duurzaamheid.
Bahrein WTC
Doordat dit gebouw windturbines heeft worden de twee torens verbonden door drie bruggen. Elk van deze bruggen bevat 1 windturbine met een diameter van 29 meter. Deze turbines zijn gericht naar het noorden, de richting waar normaal gesproken de wind van de Perzische Golf vandaan komt. De torens zijn in de vorm van een zeil gebouwd waardoor de wind tussen de twee gebouwen door wordt "geperst" zodat de wind maximaal benut wordt.
Bahrein wtc
Dit wordt bevestigd door windtunneltests, die aantonen dat het gebouw een 'S'-vormige stroom creëert en dit garandeert dat elke wind onder een hoek van 45° aan elke kant van de centrale as waardoor de wind loodrecht op de turbines komt. Er wordt verwacht dat deze turbines tussen de 11 en 15% van het totale stroomverbruik van de toren voor hun rekening nemen, of ongeveer 1,1 tot 1,3 GWu. De turbines zijn voor het eerst gelijktijdig ingeschakeld op 8 april 2008. Verwacht wordt dat ze 50% van de tijd operationeel zijn.
Bahrein (Arabisch: مملكة البحرين Mamlakat al-Bahrayn) is een eilandstaat in de Perzische Golf en de Golf van Bahrein. Het ligt ingeklemd tussen Saoedi-Arabië in het westen en Qatar in het oosten en zuiden. Als centraal gelegen golfstaatje vervult het een belangrijke economische en financiële positie binnen de oliewereld. De naam Bahrein betekent letterlijk twee zeeën in het Arabisch. Bahrein werd op 16 december 1971 onafhankelijk van het Verenigd Koninkrijk.
situering van Bahrein
Bahrein bestaat uit een groep van drieëndertig eilanden in de Perzische Golf, onderling verbonden door een netwerk van bruggen. Er is ook een brugverbinding met Saoedi-Arabië: de Koning Fahd Causeway. Bahrein betekent letterlijk "twee zeeën", doelend op de laag zoet water die vroeger onder de zoute laag zeewater rond de eilanden lag. Deze laag zoet water is verdwenen. Door het huidige klimaat in de Golf is Bahrein grotendeels woestijn. Andere noemenswaardige eilanden zijn Umm Nasaneiland, Muharraq, Nabih Saliheiland en de Hawareilanden voor de kust van Qatar.
Al Fateh Grand Mosque
Bahrein stond waarschijnlijk al vroeg in verbinding met de cultuur van het oude Sumer. Het is vrijwel zeker dat het land in die dagen Dilmun genoemd werd. Een belangrijke historische plek is de tell Qal'at al-Bahrein, waarvan de eerste vondsten van bewoning terug gaan tot 2300 v.Chr. Great Abaco ligt daar ten oosten van. Het op één na grootste eiland Great Inagua ligt in het Zuiden. Andere eilanden zijn verder Eleuthera, Cat, San Salvador, Acklins, Crooked en Mayaguana.
In het noorden en noordwesten van Bahrein zijn zoetwaterbronnen te vinden. Mede dankzij deze bronnen zijn er vruchtbare landbouwgebieden. Het hoogste punt van Bahrein is Jebel ad Dukhan welke 134 meter hoog is. Deze berg liggen in het midden op het eiland van Bahrein. Rond deze berg zijn de meeste oliebronnen te vinden. De natuurlijke stranden zijn niet aan te bevelen omdat het water niet schoon is vanwege het zeer ondiepe water. Het onderwaterleven bestaat vooral uit schildpadden, roggen, walvishaaien, maar ook zeeslangen, kwallen en schorpioenvissen. Er zijn wel aangelegde stranden welke eigendom zijn van hotels en privé clubs. Het beste strand van Bahrein is het Al Jazayir. Bahrein heeft een brug verbinding met Saoudi Arabie genaamd de Koning Fahd Causeway gebouwd in 1986. De hoofdstad van Bahrein gelegen in het noordoosten is Manamah en is gelegen aan de Perzische Golf. In Manamah bevindt zich de universiteit van Bahrein.
Volkslied : Bahrainona Munteenheid : Bahreinse dinar (BHD) Nationale feestdag : 16 december Officiële landstaal : Arabisch De belangrijkste religies in Bahrein zijn de islam(82%),christendom(8%)voorts boedhisme,hindoeïsme,joods en bahai.
De Bahamapijlstaart (Anas bahamensis beschreven door Linnaeus,Zweeds plantkundige en bioloog in 1758) is een kleine tropische eend. De Bahamapijlstaart komt op het Caraïbisch gebied voor, Zuid-Amerika en de Galápagoseilanden. De habitat bestaat uit poelen en plassen met veel plantengroei, zoals mangrovenmoerassen en lagunen langs de kust. Bahamapijlstaarten zijn prachtige, actieve, tamme en niet luidruchtige zwem- of grondeleenden. Ze stellen bijzonder weinig eisen. Onder de watervogelliefhebbers zijn ze dan ook erg populair. Man en vrouw zijn bijna identiek, en blijven er het hele jaar ongeveer hetzelfde uitzien. Het vrouwtje is iets kleiner, heeft een kortere staart, het wit van haar kop en het rood op haar snavel zijn iets doffer.
Bahamapijlstaart foto www.vogeldagboek.nl
Bahamapijlstaart
Bron :Wikipedia www.vogeldagboek.nl www.heteendentuintje.be
Bahia doktersvis
De Bahia doktersvis of Bahia-doktersvis (Acanthurus bahianus) (beschreven door François Louis Nompar de Caumont La Force, compte de Castelnau,Frans natuuronderzoeker in 1855)is een straalvinnige vis uit de familie van doktersvissen (Acanthuridae), orde baarsachtigen (Perciformes), die voorkomt in het noordwesten, het westen, het zuidwesten en het zuidoosten van de Atlantische Oceaan. De Bahia doktersvis kan een maximale lengte bereiken van 38 centimeter. Het lichaam van de vis heeft een gedrongen vorm. De vis heeft één zijlijn, één dorsale vin en één anale vin. Er zijn negen dorsale stekels en drie anale stekels. Verder zijn er 23 tot 26 dorsale stralen en 21 tot 23 anale stralen.
De Bahia doktersvis is een zoutwatervis die voorkomt in een tropisch klimaat. De soort is voornamelijk te vinden in zeeën, rotsachtige wateren en water met veel microscopische planten. De diepte waarop de soort voorkomt is 2 tot 40 meter onder het wateroppervlak. Het dieet van de vis bestaat hoofdzakelijk uit planten en bezinksel, waarmee het zich voedt door het opeten van waterplanten.
Bahia rozenhout
Bahia rozenhout (Engels tulipwood of Brazilian tulipwood, in Brazilië sebastiao-de-arruda) is een van de klassieke edele houtsoorten. Het heeft een hoog soortelijk gewicht, een zeer karakteristieke geur en een prachtige tekening, in rode tinten op een gele achtergrond. De houtsoort is erg duur en wordt met name gebruikt voor luxe houtwaren, muziekinstrumenten, ornamenten aan luxe meubelen en kleine gedraaide voorwerpen.
Bahia rozenhout
De boom waarvan het stamt is lang een mysterie gebleven. In de negentiende eeuw werd aangenomen dat het van Physocalymma scaberrima stamde, maar begin twintigste eeuw werd duidelijk dat het om een Dalbergia-soort ging (familie Leguminosae). In de veertiger jaren is door een onnozele vergissing het verhaal de wereld ingeholpen dat het zou gaan om Dalbergia frutescens var. tomentosa, en dit is nog wel te vinden in de wat mindere kwaliteit boeken. Sinds ca 1970 is bekend dat het uitsluitend stamt van Dalbergia decipularis.
Het Gemenebest van de Bahama's (Engels: The Bahamas, officieel: Commonwealth of The Bahamas) is een onafhankelijk, Engelssprekend land in het Caribisch gebied. De Bahama's bestaan uit een archipel van 700 eilanden en 2000 cays (of keys), die zich bevinden in de Atlantische Oceaan, ten oosten van de Amerikaanse staat Florida, ten noorden van Cuba en Haïti, en ten westen van de Britse Turks- en Caicoseilanden.
handelsvlag
oorlogsvlag ter zee
Van alle eilanden zijn tussen de 30 en 40 bewoond. Het grootste eiland is Andros op ongeveer 180 kilometer ten Zuidoosten van Florida. De Bimini-eilanden liggen ten noordwesten ervan. Ten noorden ligt Grand Bahama met de op één na grootste stad Freeport. Great Abaco ligt daar ten oosten van. Het op één na grootste eiland Great Inagua ligt in het Zuiden. Andere eilanden zijn verder Eleuthera, Cat, San Salvador, Acklins, Crooked en Mayaguana.
kaart van de eilandengroep
Op de eilanden heerst een tropisch zeeklimaat, dat wil zeggen dat het warm is, maar niet te heet. De zon schijnt gemiddeld 320 dagen per jaar, waarop een gemiddelde van zeven tot negen zonuren per dag wordt bereikt. Toch is het niet alleen maar zonnig. Gedurende het hele jaar valt er zo nu en dan een regenbui. De meeste regen valt tussen mei en oktober. De minimumtemperatuur is vijftien graden in de winter. In de zomer is het slechts zelden warmer dan veertig graden. Dit komt door de koele wind die vanuit zee komt.
Orkanen komen minder voor dan op de Caraïbische eilanden, behalve de laatste jaren, net als in de Verenigde Staten. Het orkaan seizoen is van juni tot november.
Little Whale Cay
De rotsachtige bodem van de eilandengroep heeft tot gevolg dat de bloemen- en plantenpopulatie niet erg uitgebreid is. Toch zijn er 1370 bomen en plantensoorten te vinden op de Bahama's. 121 hiervan zijn inheems en komen nergens anders voor.
De Bahama's kennen dertien inheemse diersoorten, die met uitsterven worden bedreigd. Twaalf van deze dieren zijn vleermuissoorten. De andere, meest bijzondere, diersoort die alleen op de Bahama's voorkomt is de hutia, verwant aan de cavia. Het dier heeft de grootte van een kat.
Bahamiaanse hutia
Oorspronkelijk werden de eilanden in de Caribische Zee bewoond door indianenstammen (Lucayans). Christoffer Columbus zette in 1492 het eerst voet aan wal op de oostelijke Bahama's. Met de komst van Columbus kregen de indianen het zwaar te verduren, de meesten stierven in de mijnen van de Spanjaarden. De eilanden bleven lange tijd onbewoond, tot in de zeventiende eeuw in Groot-Brittannië ruzie uitbrak tussen de puriteinen en de Anglicaanse Kerk. Veel Britten zochten hun heil in de nieuwe wereld en velen van hen kwamen terecht op de Bahama's. Vanaf die tijd is er veel strijd geweest over de eilanden. In 1963 krijgen de bahama's een vorm van zelfbestuur en sinds 1973 zijn de Bahama's een zelfstandige staat in het Gemenebest. Lynden Pindling van de progressieve liberale partij is de eerste premier van de Bahama's. In 1992 neemt Hubert Ingraham van de centrum linkse FNM de nacht over. Waarna in 2002 Perry Christie van de PLP het stokje overneemt. In 2007 herovert de FNM van Hubert Ingraham de macht.
Op de Bahama's wonen ruim 300.000 mensen. De Bahama's hebben een lage bevolkingsdichtheid. De bevolkingsdichtheid bedraagt 22,5 inwoners per vierkante kilometer.
Engels is de officiële taal op de Bahama's De bevolking spreekt ook Creools, vooral de immigranten uit Haïti.
De belangrijkste religies op de Bahama's zijn het Baptisme (32 %), Anglicaans (20 %), Rooms-katholicisme (19 %), Methodisme (6 %) en overige protestanten (6 %).
Volkslied: March on Bahamaland Munteenheid: Bahamaanse dollar (BSD) Hoofdstad: Nassau
Een badkoets is een kar met twee of vier wielen om badgasten de zee in te rijden. Badkoetsen waren te vinden langs de kusten van Engeland, Duitsland, Nederland en België in de 19e eeuw en het begin van de 20e eeuw. De kar was voorzien van een linnen kap of van een houten hutje met een deur naar de achterkant. De binnenkant was voorzien van een paar banken, een spiegel, ophanghaken voor de kleren en een bellenkoord. Dat laatste was nodig om aan te geven dat men weer naar het strand gereden kon worden. De badkoets werd met badgast en al in zee gereden, soms met behulp van paarden, vaak ook door badknechten of badvrouwen zoals de gewoonte was op Norderney.
> tweewielbadkoets,1893 foto: Wilhelm Dreesen
Het strand van Domburg gevuld met badkoetsen, circa 1905 (Beeldbank Zeeland, Collectie Lantsheer)
Langs de Oostzee hadden badkoetsen doorgaans twee wielen, langs de Noordzeekust vier. Langs de Noordzeekust verschenen ze het eerst in 1778 in Blankenberge. Het betrof hier een Brits initiatief. Op Norderney (Duits Waddeneiland) verschenen de koetsen in 1797. In Scheveningen werden de eerste badkoetsen gezien in 1818 en in Domburg eerst in 1834. Voor de wachtenden bij de koetsen werden soms kleine wachtlokalen neergezet, op Norderney moest men bij grote drukte een nummer trekken.
Bachata is een romantisch muziek- en dansgenre uit de Dominicaanse Republiek. Een bachata is in het Dominicaans-Spaans een (ongeorganiseerd) feestje of feestgedruis. De muziek in vierkwartsmaat wordt gespeeld met een gitaar, een basgitaar, een guira en bongos. De meeste artiesten zijn mannelijke gitaarspelers die met een wat jammerende zang verhalen over tragische liefdes. Zodoende zou de Bachata de Latijns-Amerikaanse smartlap kunnen worden genoemd. De oorspronkelijke term die gebruikt werd voor dit genre was dan ook amargue, wat bitterheid betekent. Later werd de term bachata populairder.
In de Dominicaanse Republiek is de bachata lang geboycot door de media, maar de muziekstroming wist zich door middel van verkoop van cassettebandjes en concerten overeind te houden. Pas in de jaren negentig is de bachata doorgedrongen tot de radio- en televisiestations op het eiland en niet lang daarna kreeg het een internationaal publiek. Bachata wordt tegenwoordig steeds vaker gecombineerd met invloeden uit de Merengue, popmuziek en R&B, maar ook door reggaetón.
Bachata wordt met een partner gedanst (man met vrouw, soms vrouw met vrouw). Op verschillende plaatsen in de wereld wordt bachata op verschillende manieren gedanst.In grote lijnen vallen drie danswijzen te onderscheiden: 1. Dominicaanse stijl. Er wordt gedanst op enige afstand terwijl elkaars handen worden vastgehouden. Vaak worden er veel snelle tussenpasjes gezet. De bewegingen zijn doorgaans spontaan en aangepast aan het specifieke nummer. Draaien worden zelden gemaakt. Complexe combinaties van draaien (zoals bij salsa) worden nooit gemaakt. De laatste jaren heeft de Dominicaanse dansstijl zich gemengd met reggeaton invloeden. De Dominicaanse stijl is de meest geavanceerde en creatieve bachata dansstijl.
2. Dansschool stijl. Op dansscholen in de VS en Europa wordt bachata vaak geleerd in een klassieke danshouding waarbij beide danspartners dicht tegenover elkaar dansen met hun rechterhand achter op de rug van de partner. Er worden meestal geen snelle pasjes gemaakt. Daarentegen worden vaak wel enkele draaien geleerd.
3. Antilliaanse stijl. Op Curaçao - en vanuit daar overgewaaid naar Nederland en zelfs naar andere landen - is een bachata danswijze ontstaan waarbij telkens op de vierde (laatste) tel van de maat een heup wordt opgetild en een 'hopje' wordt gemaakt. De oudere generatie Antillianen tilt daarbij soms ook de schouder op. Ten onrechte wordt vaak gedacht dat zo'n hopje een vast onderdeel is van bachata dansen. In het land van herkomst, de Dominicaanse Republiek, wordt dit hopje echter niet gebruikt.
Zowel in de Dominicaanse Republiek als op de Nederlandse Antillen wordt bachata, zowel de muziek als de dans, vaak geassocieerd met de lagere sociale klasse. De muziek wordt vaak luid gespeeld bij 'cafetarias' (Dominicaanse Republiek) of bij 'sneks' (Curaçao). Dat zijn eenvoudige bars, vaak deels in de buitenlucht, waar het bier wordt geserveerd door serveersters waar doorgaans ook mee gedanst kan worden. In sommige gevallen kan er ook sprake zijn van prostitutie. Vandaar dat de bachata bij sommigen een dubieuze reputatie heeft. Sinds bachata echter ook is doorgebroken in vele landen buiten het Caribisch gebied, waaronder de VS en Nederland, is deze muzieksoort onderdeel geworden van de mainstream latin music.
Aventura-de bekendste internationale Bachata groep
Bach bloesemtherapie Neem het voorbehoud bij medische informatie in acht. Raadpleeg bij gezondheidsklachten een arts
Steeds meer mensen hebben met stress en negatieve stemmingen te maken. Gevoelens als angst, onzekerheid, geestelijke onrust, eenzaamheid, overgevoeligheid enz... kunnen blokkades veroorzaken. Heel wat mensen kunnen deze negatieve stemmingen moeilijk aan en sommigen gaan er zelfs aan ten onder. Bij het geleidelijk herstellen van deze negatieve gemoedstoestanden komt er meer evenwicht tussen lichaam en geest.
De Bachbloesemtherapie is een natuurlijke geneeswijze die aan het begin van vorige eeuw ontwikkeld is door Dr. Edward Bach. Hij ontdekte aanvullende therapieën die je zelf zonder risico's kan toepassen om het lichaam weer in balans te brengen. Deze complementaire geneeswijze maakt gebruik van bloesemessenties die je zelf samenstelt uit bloesems. Deze bloesems zijn afkomstig van wilde struiken, bomen en planten. Zij zijn niet schadelijk en werken niet verslavend. De bloesemessenties worden niet gegeven tegen de lichamelijke klacht op zich maar uitgekozen in overeenstemming met de 'gemoedsgesteldheid' van de te behandelen persoon. Uitgangspunt van de Bach Bloesem therapie is dat je niets doet met het ongewenste, nl. "de klacht", maar dat je juist de tegenovergestelde "kwaliteit" gaat versterken. Een andere vernieuwende invalshoek is dat je de mens preventief behandelt en niet noodzakelijk zijn ziekte.
Om snel en eenvoudig uit passende bachbloesems te kunnen kiezen heeft Dr. Bach ze onderverdeeld in een aantal categorieën:
EERSTE HULP REMEDIE Bij alle acute nood- en stress situaties. De rescue druppels helpen je om de moeilijkste momenten te doorstaan, vb. solliciatiegesprek, mondeling examen, rij-examen, ceremonies, shock, slecht nieuws, ...
VOOR HEN DIE ANGST HEBBEN Zonneroosje: bij doodsangsten en hysterische reactie, voor kinderen die in paniek wakker worden. Maskerbloem: bij angsten en fobieën (angst voor honden, inbrekers, liften...), bij verlegen mensen die snel blozen of stotteren. Kerspruim: bij angst om de controle te verliezen, anderen iets aan te doen, gek te worden, (onbeheerste driftbuien, emotionele uitbarstingen, geweld, zelfmoordplannen...). Esp: bij onverklaarbare angsten, angst dat er iets gaat gebeuren. Rode kastanje: bij overdreven bezorgdheid naar anderen toe. Vrezen altijd het ergste als er iemand te laat komt. Hebben moeite om kinderen vleugels te geven.
VOOR HEN DIE ONZEKER ZIJN Loodkruid: voor mensen die onvoldoende vertrouwen hebben in zichzelf en steeds de raad van anderen nodig hebben. Kan voor sommigen ook helpen tijdens de examenperiode, maar begin dan zeker drie weken vooraf. Gentiaan: voor hen die bij de minste tegenslag of vertraging ontmoedigd zijn. Pessimisten en zwartkijkers. Gaspeldoorn: voor hen die alle hoop opgeven omdat ze geen vertrouwen meer hebben. Het zal mijn lot wel zijn. Haagbeuk: bij lichamelijke en geestelijke vermoeidheid, het maandagmorgengevoel. Hardbloem: voor hen die lijden aan wisselende stemmingen en in uitersten denken. Ze verliezen heel veel tijd omdat ze niet kunnen kiezen. Ruwe dravik: deze mensen zijn constant op zoek, hebben sterke idealen, maar zijn niet tevreden met hun bestaan en eventueel ook met het werk dat ze doen.
VOOR HEN DIE ONVOLDOENDE BELANGSTELLING HEBBEN IN HET HIER EN NU Kastanjeknop: voor mensen die steeds weer in hun zelfde fouten hervallen, zonder er iets uit te leren. Bosrank: voor dagdromers, die leven in hun fantasiewereld. Kamperfoelie: voor hen die blijven stilstaan bij het verleden en heimwee hebben (verhuis, rouwproces, pensionering, kinderen die zelfstandig gaan wonen...) Herik: bij plotse depressieve stemmingen, donkere wolken komen over hen heen en ze denken afgesloten te zijn van alle menselijke warmte. Ze zijn liefst alleen. Olijf: bij totale uitputting omdat ze zichzelf geen ontspanning gunnen, met depressie als gevolg. Innerlijke leegte. Paardekastanje: voor hen die hun geest niet kunnen tot rust brengen door steeds terugkerende ongewenste gedachten. Bij constant piekeren. Hondsroos: voor hen die berusten in alles wat op hen af komt, zonder levensvreugde.
VOOR HEN DIE ZICH ALLEEN VOELEN Struikheide: voor mensen die egocentrisch zijn en de energie van anderen opslorpen. Kunnen moeilijk luisteren naar anderen en keren steeds op zichzelf terug. Reuzenbalsemien: voor hen die onmiddellijk geïrriteerd zijn bij de minste kritiek en geen geduld hebben naar anderen toe. Waterviolier: Voor hen die door hun trost en zelfzekerheid leven op hun eiland en zich uit de hoogte gedragen.
VOOR HEN DIE OVERGEVOELIG OF TE BEÏNVLOEDBAAR ZIJN Agrimonie: voor hen die al hun zorgen verbergen achter een masker van opgewektheid en vluchten in allerlei activiteiten. Duizendguldenkruid: voor hen die niet durven opkomen voor hun eigen belangen en geen neen durven zeggen. Walnoot: is de bloesem voor elk nieuw begin en het verbreken van oude banden. Hulst: voor hen die rondlopen met wraakgevoelens, jaloezie, haat, kunnen geen liefde geven, leedvermaak ( bij het ongeluk van anderen).
VOOR HEN DIE MOEDELOOS EN WANHOPIG ZIJN Lariks: bij minderwaardigheidscompex en gebrek aan zelfvertrouwen. Den: bij schudgevoelens en zelfverwijt en wanneer ze bij zichzelf een hoge discipline opleggen. Veldiep: voor hen die tijdelijk overbelast zijn en het gevoel hebben tekort te schieten. Waarin de omgeving te hoge eisen aan iemand stelt. Tamme kastanje: voor hen die geen uitweg meer zien en niet weten hoe het verder moet. Vogelmelk: bij geestelijke en lichamelijke schok, een balsem voor de ziel. Wilg: voor verbitterde personen die zich constant ergeren en haatdragend zijn. Voelen zich onrechtvaardig behandeld en weten niet waaraan ze dit hebben verdiend. Eik: voor diegenen de verder doen tot ze erbij neervallen. Appel: voor hen die geobsedeerd zijn naar overdreven zuiverheid. Poetsdrang, afschuw voor allerlei onreinheden.
VOOR HEN DIE OVERBEZORGD ZIJN OM HET WELZIJN VAN ANDEREN Cichorei: voor hen die het niet kunnen laten zich te bemoeien en hun idee en hulp willen opdringen. IJzerhard: voor hen die alles proberen te weerleggen, discussiëren, hun overtuiging is de enige juiste. Wijnstok: eisen een onvoorwaardelijke gehoorzaamheid, niet in staat zich naar anderen te schikken, gevoelsarm, de tiran. Beuk: voor hen die de omgeving verzuren, de eeuwige vitters, kortzichtig en kritisch ingesteld met een arrogante uitstraling. Bronwater: de harde meesters voor zichzelf die hopen een voorbeeld voor anderen te zijn. Hebben hun eigen idealen en missen daardoor heel veel levensvreugde.
De Bacchanalia, ook wel de Bacchische mysteriën of orgiën genoemd, waren volgens de Romeinen alle orgastische feesten georganiseerd vanuit de cultus van Dionysos. De Bacchanalia vonden plaats in het heilig woud van Stimulae, nabij Rome, gelegen aan de voet van de Aventijn, niet ver van de Tiber en ook nabij Ostia, aan de monding van de Tiber. In de 5e eeuw v.Chr. zijn er voor het eerst sporen terug te vinden van de Bacchanalia. Het gaat om een inscriptie te Cumae die zegt dat niet-ingewijden op een bepaalde plaats niet mogen worden begraven. Volgens Titus Livius verspreidden de Bacchanalia zich vanuit Zuid-Italië, over Etrurië en uiteindelijk naar Rome. Zo vertelt hij dat een 'obscure Griek' als eerste de initiatie naar Etrurië bracht, waar de feesten zich snel verspreidden en ze spoedig een voorwendsel voor orgiën en een school voor immoraliteit werden. De Etrusken associeerden deze feesten met hun banketten, waarop ze verzot waren en die ze vaak afbeeldden op hun graven.
bacchanalia geschilderd door Auguste Levêque
Oorspronkelijke duurden de Bacchanalia slechts 3 dagen per jaar, en werden enkel vrouwen toegelaten. Onder de hogepriesteres Annia (ook wel Minia) Paculla, waarvan gezegd wordt dat zij de eerste was in Rome, werden de gewoonten echter veranderd naar Etruskisch model. Vanaf nu werden ook mannen toegelaten, beginnende met Paculla's zonen. Ook was men gebonden aan een eed van geheimhouding om de viering bij te wonen, die nu vijf maal per maand plaats vond, altijd 's nachts. In het algemeen werden de Dionysische festivals gekenmerkt door dronkenschap en luidruchtige muziek, waarbij het de gewoonte was houten maskers te dragen of de gezichten te bedekken met bladeren, het lichaam te kleuren met een grote variëteit aan rode en groene tinten en het bekken te bedekken met schapen- en geitenvachten. Ook de Bacchanalia werden gekenmerkt door dronkenschap en uitbundige feesten. Er wordt echter gezegd dat men zich in die dronken toestand ook vergreep aan de ergste zonden, waaronder meineed, vervalsing of moord, vooral na de veranderingen die Annia Paculla had doorgevoerd.
bacchanalia geschilderd door P.P.Rubens
In de publieke opinie waren de bacchanalen schuldig aan de ergste misdaden, en daarom volgden uiteindelijk repercussies. In 186 v.Chr. werden de consuls Spurius Postumius Albinus en Quintus Marcius Phillipus, ingelicht en op hun beurt lichtten zij de senaat in. Er werd een onderzoek ingesteld door de consuls, waarbij men de Bacchanten niet alleen kon verbinden aan vele gewone misdaden, zoals moorden en vervalsingen, maar men ontdekte ook een complot tegen de staat. Dit complot werd geleid door Marcus en Lucius Catinius, Lucius Opiternius en Minius Cerrinius. In deze periode werden ook alle heiligdommen vernietigd, behalve de antieke. Om de eventuele herstelling van de Bacchische orgiën tegen te gaan, werd het senatusconsultum de Bacchanalibus uitgevaardigd, waarvan de tekst in de 17e eeuw is teruggevonden op een bronzen tablet in het Zuid-Italiaanse Bari, dat stelt dat vanaf dan geen Bacchanalia of enige Dionysische mysteriën meer georganiseerd mogen worden in Rome of Italië (en ook in Magna Graecia), met uitzondering van de officiële (mits een antieke datum voor zo'n feest gegeven kon worden).
Bacchanalia in de Sala di Amore e Psiche fresco van Giulio Romano in het Palazzo Tè te Mantua,Italië
Babylonië (Babylonisch Bābili,Poort van God; Oud Perzisch Babirush), een eeuwenoud land in Mesopotamië, werd eerst Sumer en later Sumer en Akkad genoemd. Het lag tussen de Tigris en de Eufraat, in het zuiden van modern Bagdad, Irak. De Babylonische civilizatie, die ontstond in de 18e eeuw v.Chr. en eindigde in de 6e eeuw v.Chr., was, net als de Sumerische (zijn voorganger), stedelijk van karakter. Het was van 800 tot 609 v.Chr. onderworpen aan het Assyrische Rijk. Desalniettemin was ze toch meer op landbouw gericht dan op industrie. Het land bestond uit een paar steden, omringd door dorpen. Aan het hoofd stond een koning, en onder hem stonden ministers, gouverneurs, en administratoren.
Bij de Babyloniërs namen de astronomie en astrologie binnen de wetenschappen een opvallende plaats in. De astronomie bestond al van oudsher in Babylonië. De zodiak was in het gebied reeds uit archaïsche tijden bekend. Men kon eclipsen van zon en maan sinds de oudheid voorspellen. De Babylonische astrologie steunde op het geloof dat het hele universum in nauwe relatie met de ons bekende wereld ontstaan was. In de oudheid vond men het geen toeval dat sterren en planeten in een bepaalde goddelijk patroon waren geordend bij hun schepping. In de Seleucische en Parthen periodes waren de astronomische verslagen uiterst wetenschappelijk. Men weet niet hoeveel eerder hun geavanceerde kennis en methoden zijn ontwikkeld, maar de Babylonische fase van ontwikkeling van methodes ter voorspelling van de bewegingen van de planeten wordt als een mijlpaal in de geschiedenis van de sterrenkunde beschouwd.
Babyshower
Babyshower is een gebruik dat in Noord-Amerika is ontstaan. Normaal gesproken is het een samenkomst in het huis van de zwangere dat wordt opgesierd met slingers en ballonnen en andere specifieke babyshowerpartyzaken zoals bekers en servetten. Het is een sociaal gebeuren, waarbij de zwangere in het zonnetje wordt gezet. De babyshower is veelal een verrassing voor de aanstaande moeder maar praktische zaken zoals voorbereiding maken dat hiervan nog al eens wordt afgeweken. Exact bekend is het niet, maar het lijkt erop, dat het in moeilijker tijden een belangrijke bijdrage was in het verzamelen van de noodzakelijk spullen die aanstaande ouders nodig hadden om de kleine een goede start te geven.
Een goed Nederlands synoniem bestaat er nog niet voor, maar de babyshower is vergelijkbaar met het kraamfeest dat wordt gegeven als de baby al is geboren maar verder een vergelijkbaar doel dient. Babyshowerparty's werden voornamelijk gegeven ter ere van de eerstgeborene, maar ook dit is in de loop van de tijd veranderd. In Zuid-Amerika waar het fenomeen net zo populair is als in Noord-Amerika, is het heel gewoon om geld te geven, vaak ludiek verpakt in een luiertaart of zuigflesje. In Europa geeft men vaak cadeautjes van praktische aard zoals kleding, verzorgingsproducten en speelgoed. De etiquette wil dat de babyshowerparty wordt gehouden in de 5e of 6e maand van de zwangerschap als de aanstaande moeder zich lichamelijk nog onbeperkt voelt en er nog voldoende tijd blijft om de babyuitzet verder aan te vullen.
De Babyloniërs gebruikten een zestigtallig stelsel (of het sexagesimaal positiestelsel), geleend van de Sumerische en de Akkadische beschavingen. Het sexagesimale stelsel wordt nog steeds gebruikt, bijvoorbeeld bij hoeken, die gemeten worden in graden van 60 minuten van elk weer 60 seconden, en in de goniometrie en in de tijd. Een vaak gegeven verklaring voor de keuze van zestig als basis is dat het zoveel delers heeft: zestig is een hogelijk samengesteld getal (een hogelijk samengesteld getal is een positief geheel getal dat meer delers heeft dan enig kleiner positief geheel getal). Daardoor levert een deling niet snel een repeterende breuk op.
spijkerschrift
Gehele getallen en deelgetallen werden identiek geschreven - een komma werd niet geschreven, maar duidelijk gemaakt in de verdere context. Er was geen cijfer 0, zodat een met dit systeem genoteerd getal verschillende waarden kon hebben, de juiste waarde moest dan weer uit de context worden opgemaakt. Zo kan 11 in dit systeem bijvoorbeeld 61 (1×60 + 1) maar ook 3660 (1×60² + 1×60) betekenen. Het is in principe mogelijk om een nul door een open plaats weer te geven en er zijn aanwijzingen dat dat inderdaad werd gedaan. Een dergelijke notatie leidt echter tot verkeerde interpretaties wanneer de lezer over de lege plek heen leest.
In het zestigtallige getallenstelsel van de Babyloniërs is optellen heel eenvoudig. Je gooit van beide getallen gewoon alle symbolen op één hoop. De symbolen die daar uit komen worden dan vervangen door een vereenvoudigd symbool.
Bij aftrekken gaat het precies zo. Je trekt de ene hoop symbolen van de andere hoop af. Vervolgens vereenvoudig je de symbolen.
De Babyloniërs vermenigvuldigen op de zelfde manier als dat wij dat doen in ons huidige getallenstelsel. Hier zie je twee voorbeelden:
De Babyloniërs delen niet op de manier die wij nu gebruiken. Om bijvoorbeeld 47/3 uit te rekenen, berekenen ze eerst de uitkomst van 1/3, en vermenigvuldigen dit vervolgens met 47. Om deze berekeningen te maken gebruiken ze een delingstabel. Omdat de Babyloniërs met een zestigtallig getallenstelsel werken en 1/2 hetzelfde is als 30/60, geef je 1/2 weer als 0;30. De Babylonische delingstabel ziet er zo uit: 1/2 = 0;30 1/3 = 0;20 1/4 = 0;15 1/5 = 0;12 1/6 = 0;10 1/8 = 0;7;30 1/9 = 0;6;40 1/10 = 0;06
Hier zie je een voorbeeld van een deling:
30/3 = 0;20 x 30 = 0;600 = 10
Je kunt deze berekening ook in spijkerschrift noteren, kijk maar:
De babybanaan, rijstbanaan of Pisang susu zijn synoniemen voor het bananenras Lady Finger. Finger behoort tot het geslacht Musa en heeft het genoomtype AAB. De babybanaan is oorspronkelijk afkomstig uit de Andes van Colombia. De babybanaan wordt geteeld in onder andere Kenia, Thailand, Mexico en Colombia en daar gebruikt als kookbanaan. Het is een kleine (6 - 8 cm lang) met een erg zoete, vanille-achtige smaak, terwijl de gewone dessertbanaan ongeveer 20 cm is. De schil is dun en in rijpe toestand geel.
pisang susubloem
babybanaan op de markt foto: WN / Sweet Radoc
Artikel in samenwerking met : William Mac Cage
Bron : Wikipedia Rama fotocollectie
Babyboom
Babyboom is een demografische term, waarmee verwezen wordt naar de geboortegolf die in veel West-Europese landen en de Verenigde Staten optrad vlak na de Tweede Wereldoorlog. Ook in Nederland trad een geboortegolf op: met name in 1946 en 1947, maar ook in de twintig jaar daarna, werden aanzienlijk meer kinderen geboren dan in de perioden ervoor en erna. De babyboom betreft overigens een tijdelijke opleving van het geboortecijfer, dat al dalende is vanaf 1880. De babyboom heeft anno 2008 nog steeds grote gevolgen voor de samenstelling van de bevolking. Zo kampen veel westerse landen met een vergrijzende bevolking, wat de financiering van de sociale-zekerheidstelsels in die landen bedreigt.
De mensen die geboren zijn tussen (grofweg) 1945 en 1955 worden doorgaans aangeduid als Babyboomers. Deze generatie heeft een aantal gemeenschappelijke ervaringen. Ze maakte kennis met de stijgende naoorlogse welvaart, en ging studeren in de woelige periode tussen 1965 en 1975. Daarnaast heeft zij eigenlijk nooit een grote tegenslag meegemaakt: het is de babyboomers nagenoeg altijd voor de wind gegaan. Mensen die geboren zijn tussen 1955 en 1965 worden ook wel tot de babyboom-generatie gerekend, omdat rond 1965 een duidelijk omslagpunt werd bereikt in het aantal levendgeborenen. Ook zij groeiden op een periode van relatieve welvaart, tot in de eerste helft van de jaren tachtig politiek sterk werd ingezet op bezuinigingen in de publieke sector.
Het Baby-steps giant-steps algoritme is een algoritme om het Discrete Logaritme Probleem (DLP) zoals dat is gedefinieerd in een cyclische groep te berekenen. Het grote nadeel ten opzichte van de Pollard's rho algoritme is dat voor deze methode opslagruimte nodig is.
Theorie
Het algoritme is gebaseerd op een space time tradeoff, een tamelijk eenvoudige modificatie van de brute force attack, de ongekunstelde methode voor een DLP.
Laat G een cyclische groep van orde q zijn. Laat g Є G voortbrenger zijn van G en h Є G. We zoeken het positieve getal n dat kleiner is dan q zodat gn=h. Laat n bovengrens N hebben. Het algoritme herschrijft n als n = im + j, met m = |√N| en 0≤i<men 0≤j<m. Hierdoor wordt de congruentie gn=h gewijzigd in h(g-m) j =gj. Er wordt een waarde voor m gekozen in de ordegrootte √N. Vervolgens wordt er een gesorteerde tabel met daarin berekende waarden voor g j, de zogenaamde baby-steps en daarna wordt een waarde h(g-m) j berekend, de zogenaamde giant-steps. Er wordt getest of de waarde h(g-m) j in de tabel met baby-steps voorkomt. Als dat niet zo is, dan kan een volgende waarde h(g-m) j worden berekend.
Werking van het algoritme
Input: een cyclische groep G van orde n met een voortbrenger g en een groepelement h.
Output: een waarde n die voldoet aan de congruentie gn=h.
m ← bovengrens √N
voor alle j met 0≤j<m: bereken g j en bewaar het paar (j,gj) in een tabel
bereken g − m
q ← h
voor i = 0 tot m-1:
controleer om te zien of q de tweede component g j is van elk paar in de tabel
als dat zo is, geef im + j terug
als dat niet zo is, q ←q·g − m
In de praktijk
De beste manier op het algoritme sneller te laten verlopen, is gebruik te maken van een efficiënte tabel. In dit geval is een hashtabel de beste. De hashing wordt uitgevoerd op de tweede component en de tabel wordt gesorteerd naar deze waarden. Om de controle in stap 1 uit te voeren van de hoofdloop, wordt de hashwaarde van q berekend en met de hashtabel vergeleken. Het is efficiënter niet de tabel te berekenen, maar het paar (j,gj)in het geheugenadres hash(gj) op te slaan. Voor elke waarde van hg − im wordt het geheugenadres hash(gj) gecontroleerd. Omdat de hashtabel elementen kan terugvinden en optellen in tijdorde O(1) (constante tijd), zal dit het algoritme niet langzamer doen verlopen, maar juist sneller.
De complexiteit van het algoritme is O(√N). De keuze van m is hiervoor van belang en hiermee hangt de maximale waarde van i direct samen en de maximale waarde van j indirect. Als m in de ordegrootte √N is, dan i ook, want het product m·i moet maximaal n zijn.
Voorbeelden
Hier volgt eerst een algemeen voorbeeld en daarna volgen enkele voorbeelden met kleine getallen om m.b.v. het algoritme een DLP op te lossen. In de praktijk rekent men uiteraard met veel grotere getallen om de aanvallen van krakers af te slaan.
Stel we willen oplossen h = n·g, met h en g bekend en n een positief geheel getal kleiner dan 100. We kunnen dan voor n = 0, 1, 2, ... gaan rekenen hoe groot n·g is en dat vergelijken met h. In het slechtste geval zijn we pas klaar in 100 stappen(als n = 99); gemiddeld duurt het 50 stappen. We kunnen n echter zien als het getal ab, waarbij a de tientallen voorstelt en b de eenheden, m.a.w. n = 10a + b. In plaats van n te vinden, kunnen we a en b vinden. We schrijven het probleem op als h = (10a + b)g ofwel h - bg = 10ag. We kunnen nu het linkerlid uit gaan rekenen voor alle mogelijke waarden van b. Dit zijn de waarden 0 t/m 9. Dit zijn de zogenaamde baby-steps. We weten dat één van deze waarden van b degene is die we zoeken. We slaan alle uitkomsten van het linkerlid op in een tabel. Daarna gaan we het rechterlid uitrekenen voor verschillende waarden van a. Dit zijn ook de waarden 0 t/m 9 en één ervan is de juiste, die samen met de juiste b de oplossing geeft voor n. De juiste a maakt van h - bg = 10ag een ware bewering. We moeten dus bij elke waarde van a het rechterlid berekenen en kijken of de uitkomst in de tabel staat. Als dat zo is, dan zijn we klaar en weten we welke a en b we moeten hebben om n = 10a + b te vinden. Hierin zien we de snelheid van het algoritme. Het is in gemiddeld 1,5√n stappen klaar. In het slechtste geval zijn 2√n nodig.
Gegeven 2n = 28 (mod 37). Bereken n. Aanpak: We maken eerst een tabel voor de baby-steps. We kiezen m = 6 (ordegrootte √36). We laten j dus lopen vanaf 0 t/m 6.
j
1
2
3
4
5
6
2 j
2
4
8
16
32
27
We berekenen 2 − 6 = 11 (mod 37) en maken voor de giant-steps:
i
0
1
2
3
4
5
2 − 6 i · 2 n = 28 · 2 − 6 i
28
12
21
9
25
16
We zien in de tweede tabel bij i = 5 voor het eerst een waarde die ook in de eerste tabel staat en concluderen: 24 = 2 n·2 − 30. Hier is - 30 = - 6·5. We zijn nu in staat n te berekenen: n = mi + j = 6·5 + 4 = 34. Bij gemiddeld aantal stappen 1,5√37 hadden we 1,5·6 = 15 nodig gehad. 6 voor de baby-steps en ongeveer 3 voor de giant-steps. Het werden er 5 voor de giant-steps
Gegeven is 6 n = 7531 (mod 8101). Bereken n. Aanpak: We maken eerst een tabel voor de baby-steps. We kiezen m = 90 (ordegrootte √8101). We laten j lopen vanaf 0 t/m 90.
j
1
2
3
4
5
6
...
28
29
...
90
2 j
6
36
216
1296
7776
6151
...
1144
6864
...
7997
We berekenen 6 − 90 = 6621 (mod 8101)
en maken voor de giant-steps:
i
...
73
74
6 − 90 i·2 n = 6621·2 − 6 i
...
7133
6864
We zien in de tweede tabel bij i = 74 voor het eerst een waarde die ook in de eerste tabel staat en concluderen: n = mi + j = 90·74 + 29 = 6689. Bij gemiddeld aantal stappen1,5√8101 hadden we 1,5·90 = 135 nodig gehad. 90 voor de baby-steps en ongeveer 45 voor de giant-steps. Het werden er nog 74 voor de giant-steps.
De babiroessa's of hertzwijnen (Babyrousa) vormen een geslacht van varkensachtige hoefdieren. De babiroesa (Lat: Babyrousa babyrussa, Ind: babirusa) is een zeer primitieve varkensachtige en komt alleen op Sulawesi en een paar Molukse eilanden voor. Het dier wordt gewoonlijk tot de varkens gerekend. Het feit dat de babiroesa 30 miljoen jaar in isolatie heeft geleefd en geen gemeenschappelijke voorouder heeft met varkens wordt hierbij voor het gemak over het hoofd gezien.
Babiroesa
De babiroesa is kleiner dan vele andere wilde varkens. Een volwassen mannetje is ongeveer 1 m lang (zijn staart niet meegerekend), ongeveer 65-80 cm hoog en weegt rond de 100 kg. Per gebied zijn er af en toe kleine verschillen te zien in beharing en oogkleur. Het meest kenmerkend aan de babiroesa zijn de zeer lange en grillig gevormde hoektanden van de bovenkaak. Vanwege deze over het hoofd gekrulde tanden wordt het dier ook wel het hertenzwijn genoemd. De tanden kunnen bij een mannetje tot 31 cm worden, bij de vrouwtjes blijven ze kleiner. Pas in 1982 werd duidelijk waarvoor ze dienen; in dat jaar was een bioloog getuige van een gevecht tussen 2 mannetjes. De boventanden haakten om de dolkachtige ondertanden en ontwapenden de tegenstander.
Babiroesa
Babiroesa leven in groepen van 4 of 5, meestal een mannetje met vrouwtjes en hun jongen. Ze prefereren de moerassige delen van de jungle en zijn goeie zwemmers. Babiroesa kunnen rivieren en zelfs grote stukken zee oversteken. Door hun tanden kunnen ze geen voedsel uit de grond te wroeten zoals gewone varkens. Ze voeden zich daarom met planten die aan de oppervlakte groeien en met fruit, insekten en vlees.
Babiroesa baby (zoo Houston)
Helaas wordt het gebied waar de babiroesa voorkomt steeds kleiner. Dichte bossen in het noorden en het midden van Sulawesi en een paar Molukse eilanden zijn de enige plaatsen waar ze nu nog leven. Ondanks dat de soort al sinds 1931 beschermd wordt, wordt er nog op grote schaal op het beest gejaagd. Voor de lokale bevolking is het vlees van het hertezwijn een delicatesse beschouwd, en de schedel van het dier wordt vaak aan souvenirwinkels verkocht. Omdat de babiroesa in tegenstelling tot varkens geen gespleten hoeven heeft beschouwen moslims het dier als rein en dus eetbaar. Naast de mens heeft de babiroesa weinig vijanden.
Babesiosis, ook babesiose, tekenkoorts of piroplasmose genoemd, is een infectie die wordt veroorzaakt door de parasiet Babesia. Babesiosis en de Lymeziekte worden allebei door dezelfde teek overgebracht, de Ixodes ricinus. Het gebeurt maar zelden dat mensen worden geïnfecteerd.Een infectie bij dieren met deze parasiet komt het meest voor. Babesia leeft in rode bloedcellen en vernietigt ze. Dit leidt tot koorts, hoofdpijn en spierpijn. De afbraak van de bloedcellen kan bloedarmoede veroorzaken. Bij mensen van wie de milt is verwijderd, kan de infectie tot ernstige ziekte leiden met zelfs de dood als gevolg. In dit geval lijkt babesiosis op malaria. Dit gaat gepaard met hoge koorts, bloedarmoede, geelzucht, nierinsufficiëntie en donkere urine. Er zijn bij mensen ongeveer 30 gevallen bekend in West-Europa, vooral bij mensen zonder milt. Tot 1957 was dit slechts een probleem op diergeneeskundig vlak. Babesia microti veroorzaakte bij schapen en runderen 'roodwaterkoorts'. In 1957 werd een eerste patiënt gevonden in het voormalige Joegoslavië. De ziekte werd eerst bij miltloze patiënten beschreven, maar in 1968 werd Babesia vastgesteld bij een patiënt, op een eiland voor de kust van de Verenigde Staten, met een milt. Sindsdien zijn in de VS meerdere gevallen gevonden bij personen waar de milt niet verwijderd was. Bij veel van die patiënten werd hun weerstand zwaar verminderd door een andere ziekte, bijvoorbeeld bij personen met HIV.
Babingtoniet
Het mineraal babingtoniet is een inosilicaat bestaande uit calcium, ijzer en mangaan met de chemische formule Ca2(Fe, Mn)FeSi5O14(OH). Het is ongewoon omdat het ijzer(III) de aluminiumionen volledig vervangt, die zo typisch zijn voor de silicaten. Het is een erg donkergroen tot zwart doorschijnend (in dunne kristallen of splinters) mineraal met een trikliene kristalstructuur. Het komt voor samen met zeolietmineralen in holtes in vulkanisch gesteenten. Babingtoniet bevat zowel ijzer(II) als ijzer(III) en is licht magnetisch. Het heeft een hardheid op de schaal van Mohs van 5,5 tot 6 en heeft een soortelijk gewicht van 3,3. Het werd voor het eerst beschreven in 1824 door Arendal, Aust-Agder, Noorwegen en is genoemd naar de Ierse natuurkundige en mineraloog William Babington (1757-1833).