Trein en bus, wandelen en weer, en van die hobby's meer
13-07-2006
13 juli 2006
Op 13 juli deden we de voorlopig laatste wandeling, want mijn vrouw
moet spijtig genoeg vanaf zaterdag weer voor een weekje aan het werk.
Het moest een relatief korte tocht worden, de echte stevige wandelingen
sparen we op voor augustus. We trokken naar Robertville deze keer,
wandeling 12 uit het "Groot natuurwandelboek Ardennen" van wandelgoeroe
Julien van Remoortere. In die streek kan een wandeling gewoon niet
tegenvallen, al moesten we op het einde wel wat te veel langs een
hoofdweg stappen, die gelukkig niet al te druk was, maar waar uitkijken
wel de boodschap was. Op Waalse wegen wordt nu eenmaal anders gereden
dan op Vlaamse: dat is een politieke keuze... Hoofdbrok was het meer
van Robertville. Tot onze verbazing bleef het tot de middag relatief
fris, en was het ook zwaar bewolkt.
Dat aangenaam frisse weer moest echter kort na de middag toch de plaats ruimen voor zwoel weer. Toen zat onze wandeling er al op, en had ik al van de steviaplantjes geproefd die in potten op de vensterbank van het plaatselijke café-restaurant "La Fréquence" stonden, naast een heleboel andere kruiden. Stevia is een suikervervanger; er wordt beweerd dat de aspartaamlobby de echte doorbraak van deze zoethouder tegenhoudt. Ik nam ook nog een blonde van Malmedy tot mij, voor alle duidelijkheid, een vrij lekker streekbier, waarvan ook een donkere variant bestaat.
Zoals de dag voordien namen we de CR 3005 in Halle om 6.20 tot
Brussel-Zuid (ms631), en opnieuw stapten we over op de IC 505, die we
deze keer tot Eupen zouden nemen. Loc 1317 duwde het lange stel I11'en
en wij zaten in rijtuig 11809. Door de aanzienlijke vertragingszones op
lijn 37 liepen we uiteindelijk 3 minuten vertraging op, maar dat kon
ons niet echt in paniek brengen, omdat onze overstap in Eupen ruim
bemeten was. De werken op lijn 37 lijken even op een lager pitje te
staan, maar het is duidelijk dat er nog werk aan de winkel is, zeker in
de buurt van Dolhain, waar men zelfs een volledige, zij het korte tunnel, wil laten verdwijnen.
In Eupen heeft een of andere snuggere het busstation, der Bushof,
op een kleine 10 minuten van het treinstation ingeplant. Het is goed
dat je daar bij een overstap rekening mee houdt. Tot mijn verbazing
staan er wel ARIbusborden in het busstation, maar ze werkten niet. Daarmee kunnen vertragingen van treinen ingegeven worden zodat bussen moeten wachten (in theorie toch) op de treinen in vertraging. Of ze echt werkten, is me niet duidelijk, want de cijfertjes die je in zoveel andere stations op deze borden ziet verschijnen, ontbraken hier.
We moesten een bus van lijn 394 nemen; dat is de lijn Eupen -
Sankt-Vith. De chauffeur is bijna perfect drietalig! Daar kunnen de
TEC-chauffeurs van de TEC-BW die tot Halle komen nog iets van leren!
Ook de bus is van topkwaliteit: dat is altijd al zo geweest bij de
firma Blaise, die hier in de Oostkantons actief is. Het betreft een
Setra lagevloerbus met nummer 7521-23. De bus is kraaknet en van het lagevloertype, en het valt
op dat hier geen onmogelijke indeling van zitjes nodig is om de bus
toch voor iedereen toegankelijk te maken. De Jonckheeres en Van Hools
onder ons zouden hier echt wat kunnen van opsteken. Ik heb het busnet
van de Oostkantons trouwens altijd al in hoge mate geapprecieerd.
Vertrek om 9:05 tot Sourbrodt Station, waar aankomst om 9.33. Bij het
horen (en zien) van Sourbrodt gaat er een steek door het hart van elke
treinliefhebber, en dat is vandaag niet anders: vergane spoorwegglorie,
er is geen ander woord voor.
In Sourbrodt wacht de bus van lijn 748 (ab7521-24, Blaise, hetzelfde
type) die ons naar Robertville zal brengen. We komen daar aan om 9:44.
Dat lijnnummer is recent want vroeger was er een aansluiting met de
48a, voor de kenners een aanwijzing dat het hier om een vervangingslijn
gaat van lijn 48, beter bekend als de Vennbahn.
De terugrit gebeurt met dezelfde bussen: Robertville 13:11 -
Sourbrodt 13:20 - Sourbrodt 13:23 - Eupen 13:50. Zo eenvoudig kan
busvervoer zijn. We komen met 3 minuten vertraging in het Bushof aan,
en stappen dan naar het Eupens station waar de IC naar Oostende (537)
al staat te wachten. Loc van dienst is de 1327, we stappen in een van
de 3 eersteklasrijtuigen (11836). Op de HSL tussen Luik en Leuven zal
dit rijtuig stevig trillen, wat de reis toch wel wat minder aangenaam
maakt. In Liège hebben we nog 9 minuten vertraging, in Brussel-Noord
blijft daar amper 1 minuut van over. We hebben een interessante
overstap op P-trein 8511 naar Doornik om 16:06. Het is zowaar loc 2506
die komt aangereden, en we stappen in rijtuig 51026, een
gemoderniseerde M4. Van die locs verwachten/vrezen de liefhebbers met een bang hart al jaren de buitendienststelling, maar de kranige vijftigers duiken altijd weer op. En geloof het of niet, het is de allereeerste keer
dat ik in déze M4 zit. Als je weet dat er zijn die ik al meer dan 30
keer genomen heb, dan is dit toch wel een bijzonder moment. We komen in
Halle aan om 16:28, zoals voorzien.
Niemand verbaast zich hier blijkbaar over, maar is het geen
wondertje: 324 km op de trein, 62 km met de bus en nog eens 8 km te
voet, om 6:20 vertrekken en 10 uur en 8 minuten later precies op het
voorziene moment aankomen?
Mijn vrouw en ik blijven zweren bij zo vroeg mogelijk vertrekken in de
zomer, omdat geen van ons beiden eigenlijk erg hoog oploopt met dit
"goede" zomerweer. In Trinal (zoek het maar eens op de kaart, als je
het al vindt) kwamen we trouwens een kranige 80-jarige tegen die ons
adviseerde om vooral in oktober te stappen: zelden regen en nooit te
warm. De man heeft natuurlijk gelijk, maar voorlopig liggen onze vrije
dagen spijtig genoeg nog altijd aan de maanden juli en augustus
gekluisterd, en moeten we daar van profiteren om ons jaarlijkse aantal
wandelingen (tussen de 40 en de 50) te realiseren.
Hij was wel een echte: eerst alpinisme, en als voorbereiding lange rondwandelingen in België, later alleen nog GR's. Hij was ook nog fotofanaat geweest en had duizenden foto's genomen én ontwikkeld, maar voelde zich nu net te oud om nog de stap naar de digitale fotografie te zetten. Dat nam niet weg dat hij vol aandacht was voor mijn korte uiteenzetting daarover, maar de stap naar de pc was blijkbaar net te groot. En dat het allemaal zo eenvoudig geworden was, zinde hem ook niet echt. Hij wilde liever alles manueel instellen, wat met mijn toestel trouwens kan. Ik kom hem nog enigszins geruststellen omdat ik de stiel nog geleerd had met een half-automatische Olympus OM-1 uit de jaren 70, en dat ik dus nog wel kon beoordelen wat mijn fotostoestel in de automatische standen bekokstoofde. Het was een hartverwarmend gesprek, met een intelligente man, die zeven jaar geleden weduwnaar geworden was, en nu de grote maar rustige hond alleen moest uitlaten. Als hij evenveel genoten heeft van dit gesprek als mijn vrouw en ik, is zijn dag, misschien zijn hele week, goed. We vertrokken dus om 6.20 in Halle met de CR naar Leuven tot
Brussel-Zuid, die daar meestal wel op tijd aankomt: 6.32 - motorstel
618 kweet zich keurig van zijn taak, en ik had net voor het opstappen
nog snel de TBG verwittigd dat ik onze biljetten nog moest schrijven,
want eigenlijk waren we net wat te laat opgestaan voor echt
ochtendcomfort. Ze maakte er geen probleem van, kwam niet eens
controleren, en zal dus wel gedacht hebben dat we NMBS'ers waren, die
de magische dagkaartjes die je als beloning voor je inzet voor de
Belgische Spoorwegen krijgt, nog moesten invullen.
We stapten over op de 505 om 6:52, die ons drie minuten te vroeg
in Liège-Guillemins loste: loc 1358 duwde het stel I11'en en wij zaten
in rijtuig 11821. We hadden een ruime 20 minuten voor de overstap op de 5558,
de L-trein naar Jemelle, die ons stipt om 9.18 in Melreux-Hotton
bracht. Het was even genieten van dit klassieke stel 160, en mijmeren
bij het stelselmatige verdwijnen van de roodfluwelen
eersteklasafdelingen.
We hadden er een lange, mooie én geoorloofde omweg via Liège op
zitten, want de kortste verbinding loopt wel degelijk via Marloie.
Maar als het sneller kan langs een omweg mag het dus. De generatie treinbegeleiders met voldoende geografische kennis om zelfs maar te vermoeden dat er iets niet helemaal klopt met je reisweg is tegenwoordig trouwens op een hand te tellen.
In Marloie namen we de bus van lijn 13 (richting La Roche) tot
Hampteau (9.40 - 9.47). Bus 4159 van stelplaats Marloie verzorgde de
korte rit; in Hampteau sloten we aan op GR 57, een van de oudste
langeafstandswandelpaden van het land. Dat zie je er trouwens ook wel wat aan, want de veel wegen zijn geasfalteerd, en kan je dit in dit geval ook verklaren als een bewuste keuze: het is kiezen tussen schitterende panorama's of eerder saaie bostrajecten, en dan is de keuze verdedigbaar. We stapten tot Marcourt, amper
12 km verder, maar je moet zo'n GR nu eenmaal opsplitsen in functie van
het beschikbare openbaar vervoer, en dat is in deze streken niet altijd
even prominent aanwezig.
In Marcourt namen we om 13:50 de bus terug naar Melreux. (De 4811,
ook van Marloie, dé stelplaats in deze buurt.) Ik vroeg de chauffeur of
hij niet toevallig doorreed op lijn 11/2 naar Marloie. Dat bleek zo te
zijn, en we konden dus de rit in één stuk afleggen. Wel vroeg de
chauffeur waarom ik 5 zones ingetikt had, want 4 bleek genoeg te zijn.
Nochtans had ik me voordien geïnformeerd op de site van de TEC... Wie
heeft de fout gemaakt?
Aan het station van Melreux-Hotton veranderde hij de lijnfilm dan
ook van 13 naar 11/2. De aankomst in Melreux-Hotton was voorzien om
14:05; op dat ogenblik is daar geen geschikte aansluiting met de
treinen, en dat was de reden waarom we de bus verkozen boven de trein.
Dat bleek een serieuze misrekening te zijn: de schitterende overstap
van 5 minuten in Marloie werd er uiteindelijk een van 57, want de bus
maakte 8 minuten vertraging en volgens de Wet van Murphy vertrekt de
trein dan wel op tijd. Het lijkt erop dat de TEC-Namur-Luxembourg zowat
overal onrealistische dienstregelingen heeft uitgedokterd (zie ook 2
dagen voordien), want eerlijk gezegd: noch de bezetting, noch de
verkeersdrukte kunnen een dergelijke vertraging verantwoorden, en aan
de chauffeur lag het ook niet.
Een uur wachten dus, op de 2136, die uit 3 ms96 bestaat: wij
stappen in het eerste (519) en buiten wat problemen in Ciney wordt het
een zorgeloze rit, al heb ik al snel door dat de treinen uit Brussel
met aanzienlijke vertraging rijden. Later zou blijken dat allerlei
problemen (o.m. op lijn 124) de spits in de war sturen.
We stappen over in Brussel-Noord op de CR 3038 naar Geraardsbergen. In
het geharrewar bij het instappen voelt mijn vrouw nog dat er aan haar
rugzakje geprutst wordt. Gelukkig is ze erg alert: ze draait zich om en
staat oog in oog met een van de allernieuwste Belgen, die ook nog het
lef heeft om sorry te zeggen. Die heeft de rugzak open gekregen, maar is
blijkbaar verrast door de snelle reactie van mijn vrouw. Ik had de dag
voordien nog net over de radio gehoord dat de grootste
vijand van de dief de tijd is, en blijkbaar was die gouden regel hier
efficiënt toegepast.
Dat de spits niet echt goed loopt merk je aan de loop van deze CR
(o.a. ms 757): hij vertrekt met 6 minuten vertraging in Brussel-Noord
en bereikt met 11 minuten vertraging Halle. Dat is 71 minuten later dan
uitgerekend, maar het grootste deel van deze vertraging is niet te
wijten aan de NMBS, maar aan de TEC-NL. Wij hadden natuurlijk ook zeker
kunnen spelen en de terugreis uit Melreux met de trein hebben gemaakt.
Maar 37 minuten wachten in Melreux was net iets van het goede te veel. Alleen waren we dan wel een half uur vroeger thuis geweest. Met een nieuwe wandeling 's anderendaags voor de boeg is dat belangrijk, maar het valt allemaal nog goed mee.
Op 10 juli wilden we in Frahan een wandeling maken uit het erg mooi
uitgegeven boek "Wandelen door de mooiste landschappen van België",
uitgegeven door Lannoo en geschreven door Gunter Hauspie en Daniël
Leroy.
Nu is Frahan - zoals zo vele Waalse dorpjes - eigenlijk niet bereikbaar
met het openbaar vervoer. Alleen op schooldagen is er een rudimentaire
bediening, die uiteraard helemaal is toegespitst op het af- en
aanvoeren van leerlingen. Er moest dus een andere oplossing gezocht
worden: gelukkig had ik al wat ervaring met uitstappen in deze erg
mooie streek, en wist ik dat Alle-sur-Semois zowat het best bereikbare
dorp uit de streek was, en ook dan moet je je niet te veel voorstellen
van de bediening. Schaduwzijde is dan natuurlijk een lange aanloop voor
je aan de eigenlijke wandeling bezig bent, maar tenslotte is wat extra
stappen meestal geen probleem. Vanop Rochehaut heb je een prachtig uitzicht op dit geklasseerde dorpszicht, en voor wandelaars spreken de bekende Crêtes de Frahan tot de verbeelding: lopen op een smalle richel met links en rechts de Semois in de diepte. Eigenaardig genoeg hadden de auteurs van de wandeling andere plannen, maar het resultaat mocht er ook zijn.
Het is niet altijd duidelijk wat nu het mooist is: Frahan vanaf Rochehaut, of Rochehaut helemaal in de hoogte vanuit Frahan. je krijgt ze in deze wandeling allebei geserveerd. Helemaal op het einde passeer je ook nog een droogschuur voor tabak, en half juli staat die stevige plant ongeveer half volgroeid aan de overzijde van het stoffige wegje. In 5 minuten kom je zowat alles te weten wat je als leek wil weten over de teelt en de verwerking van tabak. Spijtig dat het plantje zo giftig is...
Alle kun je in de voormiddag bereiken met lijn 9 en met lijn 45/2, de
eerste uit Beauraing, de tweede uit Libramont. Let wel, het gaat
telkens om één rit. Voor ons kwam die uit Beauraing wat beter uit,
omdat we dan wat rustiger konden stappen. We deden het als volgt:
Om 6.43 namen we in Halle de IR naar Leuven. De eersteklasafdeling
van ms 359 zat nog behoorlijk vol, maar de ervaring leert me dat het
aantal reizigers in eerste klasse meestal pas begin augustus begint af
te nemen. De trein komt op deze eerste dag van de RCV-periode (rijdt/roule congés/vakantie) - met dus
wat minder P-treinen - perfect op tijd in Brussel-Zuid aan. Daar
stappen we over op de 2407 naar Liers/Dinant, weer breaks, maar op dit
vroege, relatief frisse uur is dat niet erg. Het laatste van de 3
stellen (ms 324) rijdt naar Dinant. De reis verloopt zonder veel
problemen. De treinwachter roept in Namur nog even om dat we ons in
trein 2507 naar Dinant bevinden, want na de splitsing wordt het
treingedeelte naar Dinant inderdaad 2507.
Dinant wordt gehaald met twee minuten vertraging, maar dat brengt de
aansluiting naar Libramont op geen enkel moment in gevaar. Om 8:51
vertrekt L 6058 (mw 4126). In Anseremme stappen de eerste vroege
kayakkers in. Enkele lange vertragingszones zorgen voor 2 minuten
vertraging. Ik zei al dat lijn 9 vertrok uit Beauraing, maar dat
betekent niet dat we daar ook overstappen. Bij de TEC-Luxemburg vertikt
men het nu al jaren om deze evidente aansluiting ook op papier mogelijk
te maken, en ik neem geen enkel risico. Ik weet dat de meeste
chauffeurs wel enkele minuten wachten op de trein, die aankomt om 9.15,
maar je weet nooit: officieel vertrekt de bus om 9:16. Gelukkig is er
Gedinne: de trein doet het allemaal wat sneller dan de bus, en zo
groeit de aansluitingstijd tot 8 minuten. Dat is alvast wat
betrouwbaarder, en dus rijden we door tot Gedinne, waar we overstappen
op lijn 9, met ab 4.820 van stelplaats Alle, in feite een terugrit van de enige ochtendrit tussen Alle en Beauraing. We bereiken Alle na een rit
van meer dan een uur door de onwaarschijnlijkste Ardense dorpen, maar
mij zul je daar niet over horen klagen.
's Avonds keren we terug langs Libramont. De enige namiddagrit op
lijn 45/2 vertrekt aan de stelplaats om 16:49. We zouden de bus wel in
het dorp kunnen nemen, maar het is zo veel interessanter om nog even
tot aan de oude stelplaats te wandelen, dat symbool van enkele decennia
buurtspoorwegglorie. De bussen van de TEC staan er broederlijk naast de
interventiewagens van de brandweer. Tot mijn verbazing komt een
Mercedes Sprinter (ab4270) voorrijden, een veredelde en net wat grotere
versie van de belbussen van De Lijn. Achteraf blijkt dat het comfort
nog meevalt, al moet de chauffeur er een hels tempo op nahouden om de
dienstregeling te volgen: ik heb de TEC-Luxemburg er verleden jaar al
eens op gewezen dat dit eigenlijk ondoenbaar is, vooral als je weet dat
de aansluitingtijden in Bertrix en Libramont ook erg krap zijn. Hun
reactie verleden jaar was dat er in 2007 een totaal nieuwe bediening
komt. In de tussentijd moeten de reizigers er dus maar rekening mee
houden dat aansluitingen met de regelmaat van een klok (!) in het water
kunnen vallen.
Ook vandaag ziet het er niet goed uit. Een toerist die naar Bertrix wil
heeft te weinig op zijn kaart staan en kostbare minuten gaan verloren
om een biljet met het verschil en een nieuwe kaart aan te maken. Bij De
Lijn gaat er nauwelijks tijd verloren als men een negatief saldo op een
nieuwe kaart in rekening brengt, bij de TEC is dat blijkbaar niet
mogelijk, ook al gebruikt men dezelfde apparatuur. We hebben nog net 1
minuut in Bertrix, maar gelukkig houdt het stationspersoneel een oogje
in het zeil, en wordt de TBG verwittigd dat hij nog niet mag "draaien".
De slechte organisatie van de TEC mondt uiteindelijk uit in 2 minuten
vertraging voor de 6066 (alweer mw 4126) naar Libramont. Waarom ben je
dan niet in de bus blijven zitten tot Libramont, zul je vragen. Omdat
de dienstregeling van de bus tussen Bertrix en Libramont zo mogelijk
nog krapper is, en inderdaad, we zien de bus aankomen om 18:15. Met een
IC die vertrekt om 18:16 kun je het dan wel vergeten. We halen het,
dankzij de goede wil van het personeel in Bertrix, terwijl het zo
eenvoudig zou kunnen zijn de bus 10 minuten vroeger te laten vertrekken
in Alle, of de dienstregeling wat ruimer te maken. De IC naar
Brussel-Zuid bestaat uit 2 ms 96, we stappen in het eerste (520),
waarvan de eersteklasafdeling niet - zoals meestal, en zoals
vermoedelijk voorzien - vooraan hangt. Nu hangen de 2
eersteklafdelingen tegen elkaar geplakt, en dat is niet echt handig,
voor niemand. Het wordt een rustige en stipte rit, zodat we in
Brussel-Noord de CR naar Geraardsbergen (3041 - 2 gemoderniseerde
stelletjes) halen om 20:19. We zitten in ms 735, en bereiken Halle
stipt op tijd om 20:40. Het einde van een OV-expeditie zoals alleen
fanatici ze aandurven en aankunnen, maar ook van een dag met veel
zuurstof (en ozon?) uit onze mooie Ardennen.
Het was al een tijdje geleden maar zaterdag 8 juli trokken we er opnieuw op uit, en
dat ging meteen naar de Gaume, een reis die tegenwoordig langer duurt dan
een naar Parijs of zelfs Londen. Doel van de reis was Châtillon , waar we
zouden wandelen over de bewegwijzerde paden 17 en 18. Bepaalde delen van de
wandeling waren ronduit mooi, maar de ontwerpers van de paden hebben zich af
en toe wat te veel laten leiden door de gebetonneerde oude trambedding van
de lijn Arlon - Ethe. Voor wandelaars kan zo iets wel even, maar al te lang
mag zo iets niet duren, want betonnen linten gaan snel vervelen.
Hoogtepunt van de 2 lussen is ongetwijfeld de "Ermitage de Wachet" waar eeuwenlang gebeden werd voor ons aller zielenheil. De Gaume is natuurlijk een prachtige streek, al zijn heel wat wegen in de loop van de tijden geasfalteerd geraakt. Maar de bossen mogen er altijd zijn, de niveauverschillen kunnen verrassend en de uitzichten verbluffend zijn. Ik heb de wandelingen georrud uit "Lopen, rijden, fietsen, draven , wandelen in het hartje van het Gaumeland", dat al enkele jaren oud is en waarschijnlijk niet meer te verkrijgen. De wandeling 18 liep trouwens helemaal anders dan ik het boekje beschreven.
We namen in Halle om 9:01 de IR naar Brussel-Noord tot Brussel-Zuid waar we
om 9:18 arriveerden, één minuut later dan voorzien. Tussen Ruisbroek en
Vorst-Zuid moesten we voor een keer niet wachten op een Thalys of TGV en dus
verliep de rit vrij moeiteloos. Stel van dienst was de 810, het stel met de
steriliseerbokaalglazen.
In Brussel-Zuid stond de IC naar Luxemburg al te wachten. We namen gewoontegetrouw plaats in het laatste stel (ms 507). Behalve wat
luidruchtige allochtonen tussen Brussel-Luxemburg en - naar ik schat - La
Hulpe, het moment waarop de Security optrad, verliep de rit rustig. Als ik
zeg dat het allochtonen waren, zullen sommigen me van racisme verdenken, doe
ik het niet, dan doe ik de waarheid geweld aan; er klonk zelfs Arabisch
geïnspireerde muziek door het rijtuig. In wat voor maatschappij leven we
toch als zowat elk pretpark of domein (Huizingen, De Ster in Sint-Niklaas,
Walibi, Wégimont...) voor problemen zorgt, en alleen strak toezicht de
toestand enigszins onder controle kan houden?
In de Gaume heerste gelukkig de gewone rust: ab 4716 (ex NMVB 2503 - een Van
Hool A600 van de eerste lichting) van stelplaats Aarlen bracht ons
probleemloos naar Châtillon, met de bron van de Ton, en de restanten van de
hoogovens van destijds. De dienstregeling: Arlon Station 12:27 - Châtillon
(Cercle Saint-Pierre) 12:50.
Voor de terugrit hadden we een andere bus van dezelfde familie: ab 4713 (ex
NMVB 2500 - opnieuw van Arlon) om 16:18. We kwamen stipt aan in Arlon om
16:31. Tot mijn verbazing stond de IC naar Brussel al te wachten op perron
2: de CFL-loc 3007 met 5 M6-rijtuigen. Pas achteraf zou ik vernemen hoeveel
geluk we vandaag gehad hadden: een bovenleidingsbreuk tussen Jemelle en
Libramont, en voor ons toch geen enkele hinder: dat is bijna niet te
geloven. Uit Luxemburg kwamen twee ms 96 die blijkbaar de IC tussen Arlon en
Luxemburg en terug vervangen hadden. We zaten in rijtuig 61030, vlak achter
de loc, meteen een goede positie om het zwoegen van de 3007 (verre van
constant op deze lijn van stijgen en dalen) te horen. Een meisje van een
jaar of 12 zat naar een walkman te luisteren, die je in de hele
bovenverdieping van de dubbeldekker kon horen: oervervelend en binnenkort
draaien we met zijn allen op voor heer beschadigde oortjes. We bereikten
Brussel-Noord precies op tijd om 19:15, en moesten alleen nog even in ms 802
met de IR naar Binche (19:34 - 19:59). Deze keer moesten we wel wachten in
Vorst op een Thalys in vertraging (mogelijk als gevolg van een ongeval in
Nederland, waardoor ook de Beneluxtreinen beperkt waren tot Roosendaal?) en
dat leverde 2 minuten vertraging bij aankomst in Halle op. Maar wie maalt
daar om?
Vandaag stond HACOWA 85 op het programma. HACOWA - de naam - stamt van het einde van de jaren 80, toen alle scholen de gewoonte aannamen om zich met een vlot lopende afkorting aan te melden. HACO stond voor Halle, College, en voeg daar de WA van wandelen aan toe en je hebt Hacowa. Vandaag gingen we dus de 85ste keer op uitstap, onder mijn deskundige leiding, hm... We stapten net geen 20 km in de toch wel stevig stokende zon, en dat voor een groot deel tussen de akkers van het Brabants Leemplateau, tussen Hamme-Mille en Overijse. Vooral na de middag was het eigenlijk te warm om echt te genieten van de wandeling, maar toch kreeg ik achteraf te horen dat het een van de mooiste van de hele reeks was. Dijle, Laan en IJse stonden daar borg voor in een tocht die ons van Hamme-Mille naar Overijse bracht via Pécrot (we stapten voorbij de beruchte plek), Sint-Agatha-Rode en Terlanen. Deze tocht zal ook in de annalen geboekt blijven staan als de uitstap waar we van de diensten van de 4 Belgische vervoersbedrijven gebruik maakten, en 5 verschillende soorten biljetten gebruikten. Ik slaak dan ook een zucht van verlichting omdat alles goed afgelopen is. We vertrokken om 8:01 met de IR naar Brussel-Noord (3907 - ms 805), die er op deze rustige zondagochtend toch in slaagde 6 minuten vertraging op te lopen. Met 11 minuten overstaptijd gaat de alarmbel al even rinkelen. Die vertraging liepen we deels op in Ruisbroek, waar we zoals meestal een Thalys moesten voorlaten, omdat de HSL nu eenmaal nog niet doorgetrokken is tot Brussel-Zuid, al wordt er noest aan gewerkt. In Brussel-Noord namen we om 8:37 IC 1507 (3 ms96 - wij zaten in 528) naar Luik/Genk tot Leuven. Van rode reserveringsstickers geen sprake, noch werd omgeroepen waar onze gereserveerde plaatsen precies te vinden waren. Voor een dienst die zelf het bijna onmogelijke vraagt van de groepsleider om de vlotte organisatie van de groepsreis mogelijk te maken, zou je verwachten dat ze zelf ook volledige producten afleveren. Mijn eerste zorg was echter dat deze trein op tijd in Leuven arriveerde, want daar moesten we een overstap naar TEC-lijn 18 waarmaken; de overstaptijd bedroeg dan wel 9 minuten, maar de volgende bus gaat pas na de middag op zondag. Maar alles loopt vlot, en om 9:09 stappen we in bus 6.521 (Jonckheere 041-II, van stelplaats Jodoigne). Voor het eerst in vele jaren krijg ik een echt groepsbiljet van de chauffeur afgeleverd, want meestal krijg je een biljetje met de nietszeggende hoofding "complémént". Met een minuutje vertraging arriveren we in Hamme-Mille, waar een mooi busstation is uitgebouwd, al bestaat de wachtaccommodatie uit gewone schuilhuisjes. De plassen die hier enkele jaren geleden bus en mens teisterden, behoren nu tot het verleden. Op deze plek kwamen vroeger trams samen uit Leuven, Brussel, en Jodoigne: een heilige plek voor OV-liefhebbers dus. En dan maalden we er dus bijna 20 kilometer door... In Overijse was het kermis, maar gelukkig had die voor een keer geen invloed op de loop van de bussen, zodat we probleemloos onze bus konden nemen aan de stelplaats. We namen lijn 349 Ottenburg - Etterbeek), bus 3922 van stelplaats Overijse, een Jonckheere Transit 2000. Ik had 2 lijnkaarten met vermindering gekocht (die vervangen nl. het groepsbiljet), maar had nog 4.90 EURO te weinig. Gelukkig kan de chauffeur blijkbaar voor dat bedrag een nieuwe kaart aanmaken, zodat je aan voorverkooptarief kunt blijven reizen. Er komt een nieuwe chauffeur en het obligate babbeltje kost ons zes minuten vertraging, genoeg om onze totale rittijd uiteindelijk met 25 minuten te verlengen. Ik leg uit: als de bus in Overijse op tijd vertrokken was, dan hadden we in Hermann-Debroux een vroegere metro kunnen nemen, en in Brussel-centraal een vroegere trein naar Halle. Maar kom, het is zondag voor iedereen, en bovendien verlammend warm. In Hermann-Debroux nemen we rijtuig 211 van een drieledig metrostel dat ons na een vlotte rit van 14 minuten in hartje Brussel afzet, waar we om 17:38 in de IR naar Binche stappen. Voor de terugrit hebben we een tienrittenkaart van de MIVB en Keycards van de NMBS gebruikt. Waarom geen groepsreis, zul je vragen? Omdat ik door al dat overstappen onmogelijk kon aanduiden met welke trein we de terugreis zouden afleggen, een het groepsbiljet is alleen maar geldig op de aangewezen treinen. De IR werd gereden met ms 815. Toen we instapten kwamen de hitte en de onthutsend sterke geur van het toilet ons tegemoet. De geur was zowaar tot in het reizigerscoupé doorgedrongen en zou ons tot in Halle blijven vergezellen. Om klokslag 6 kwamen we moe en uitgezweet, maar tevreden terug. Foto's van deze wandeling te vinden op: http://wandelingenelgi.fotopic.net/c989842.html
Gisteren wilden mijn vrouw en ik nog even een wandeling verkennen die ik op
16 augustus zal leiden voor een groep van een 20-tal getrouwen. Het moest iets
worden als Mariembourg - Treignes, en ik wist dat ik terug zou kunnen vallen op
2 stukken GR; ik moest alleen proberen om een verbindinsgtracé te vinden tussen
Mariembourg en Fagnolle, maar het werd uiteindelijk tussen Mariembourg en
Dourbes, waar we aansloten op GR 12 (Amsterdam - Parijs) tot Olloy, waar we dan
weer over de GR125 gingen stappen tot Treignes. Het zal een schitterende tocht
worden, de 86ste bloem al aan een kroon die teruggaat tot 1980, toen ik voor het
eerst met enkele collega's een wandeling organiseerde.
We vertrokken in Halle om 8:51 met de 3929 naar Binche (ms 841). De trein
had 6 minuten vertraging, die toen we in La Louvière-Centre aankwamen al
opgelopen was tot 8 minuten. Mogelijk had een van de twee vierledige stellen
problemen, maar ongetwijfeld was de treinbegeleider ook van het slome type, want
die stond pas op het perron op het ogenblik dat de "reizigersbeweging" al lang
afgehandeld was. Als dat gebeurt in Tubize, Braine-le-Comte en Ecaussinnes heb
je natuurlijk al snel een minuut of twee extra vertraging. Niet dat het zo
dramatisch was, want eigenlijk hadden we zowel in La Louvière-Centre als in la
Louvière-Sud aansluitende treinen (L 4479 en de IC naar Herstal) die ons op tijd
in Charleroi-Sud konden brengen voor de aansluiting naar Couvin. Uit ervaring
wist ik dat de L-trein in La Louvière-Centre wel wachtte op aansluiting, maar
dan vertrok voor de IR naar Binche. Dat gebeurde ook vandaag. Voor ik opstapte
maakte ik er eerst nog een onderstationschef opmerkzaam op dat er witte lichten
brandden achteraan de trein, en enige tijd later zag ik de treinbegeleider naar
achter gaan om dat kleine euvel te herstellen. Ms 209 vertrok met 3 minuten
vertraging en kwam uiteindelijk met 4 minuten vertraging aan in Charleroi-Sud,
omdat de trein even opgehouden werd bij het binnenrijden. Mw 4102 stond al
klaar, maar moest uiteindelijk ook nog wachten op aansluiting van IC 908, ons
alternatief in La Louvière-Sud, mochten we de L-trein gemist hebben. We
bereikten Mariembourg toch nog op tijd.
Tussen Mariembourg en Treignes volgden we op afstand de oude lijn 132 via Dourbes,
Olloy en Vierves; stuk voor stuk typische en aangename dorpjes. In Olloy maakten
we een afspraak voor de picknick op 16 augustus, en dat is nodig want in Wallonië draait de economie zo goed dat het niet zelden gebeurt dat je met je
groep doorgestuurd wordt. "Chez Raoul" schenkt alvast lekker bier, en als we
met niet te veel zijn mogen we zo midweeks wel binnen met een twintigtal
mensen.
We bereikten Treignes net te laat om ook nog even het spoorwegmuseum te
bezoeken, maar dat doen we zeker nog eens een andere keer. Treignes lijkt
trouwens een dorp van musea te zijn.
Om 17:38 namen we de bus van lijn 60/2 naar Couvin. De bus had nummer
4.129, een Jonckheere S2000T, proper en met een vriendelijke chauffeur, die we
over het hele traject als onze privé-chauffeur mochten beschouwen. Hij zette ons
stipt om 18:05 af aan het station van Couvin, twee minuten te laat om de IR van
18:03 te nemen. Als ik blind zou vertrouwen op de elektronische planners zou ik
ervan uitgegaan zijn dat we een uur moesten wachten op de volgende verbinding,
maar gelukkig kan ik vrij goed overweg met het spoorboekje. Om 18:23 namen we
dan ook P 8715 (mw4120), die na een superlange rit (wachten in Mariembourg,
Philippeville en Walcourt) ten slotte in Charleroi-Sud aankwam om 19:32, krek
zoals voorzien. Twee minuten blijkt genoeg te zijn om de IR naar Essen te halen
(IR 3318 - ms 812). In Brussel-Zuid is er een mooie overstap naar de CR naar
Geraardsbergen, zodat we uiteindelijk om 20:40 met ms 612 in Halle aankomen, 29'
vroeger dan de elektronische planners ons durfden beloven. Leve het papieren
spoorboekje.
Nog dit: op de 3318 voelden we ons superveilig, want naast de vrouwelijke
treinchef (Diane), waren er ook nog twee leden van een bijzondere
controlebrigade, en tussen Nivelles en Braine-l'Alleud reden er ook nog twee
B-Securitymensen mee. Ik kon nog horen hoe op deze trein die nauwelijks voor een
kwart vol zat, toch 3 zwartrijders betrapt werden. Ze zullen het nooit
leren.
Het verlengde weekend begon voor ons al vandaag, en omdat we dachten
dat we de regen voor konden blijven, planden we toch maar een wandeling
in Elst: het Geutelingenpad, een echte aanrader. Wie houdt van dat typische landschap van de Vlaamse Ardennen moet dit wandelpad zeker eens lopen. Zelf vond ik het op de wandelkaart van Brakel, te koop bij het NGI, maar met wat googelen vind je zonder problemen een wegbeschrijving (zonder kaart, weliswaar) met wat interessante weetjes op het internet. De wandelkaart van het NGI is wel even onnauwkeurig in de eerste lus, waar een uitstulping langs een erg mooie voetweg overgeslagen werd. In de tweede lus kom je langs de Perlinkmolen, en dat moet een van de mooiste plekken van Vlaanderen zijn. Bij het begin van de wandeling namen we even een kijkje in het Sint-Appoloniakerkje, maar daar waren de voorbereidingen voor de Plechtige Communie volop aan de gang. We wilden geen spelbreker zijn, en dus verdwenen we opnieuw haast onopgemerkt. Toen we op het einde van de wandeling het kerkje opnieuw open vonden, bleek daar een organist aan het oefenen te zijn. Zelfs al liep het orgelspel soms wat stroef, het blijft een kippenvel verwekkende ervaring: een goed spelend orgel in een kleine kerk. Oh ja, op het einde kregen we toch een van de voorspelde regenbuien, maar toen kon het ons allemaal niet echt meer schelen: we hadden net een pracht van een wandeling achter de rug, die door mijn vrouw met een 8.5 gecrediteerd werd; ik hield het bij een 8, omdat er toch nogal wat asfaltstroken in het Geutelingenpad zitten.
We vertrokken om 8.42 in Halle met de CR naar Herne-Geraardsbergen, met
gerenoveerd ms 608. De purperen zetels zien er al erg verschoten uit,
zoals men in goed Nederlands zegt, en dat valt nog meer op omdat de
bekleding van een tweetal zetels al vernieuwd is, al zal dat wel na
vandalisme zijn. Dit stel heeft enkele jaren rondgereden met zetels
eerste klas die overtrokken waren met de bruine stof die ook in de
breaks gebruikt werden. Ik heb eigenlijk nooit geweten wat de bedoeling
hiervan was, als er al een bedoeling was. We bereikten Geraardsbergen
met 1 minuutje vertraging, omdat de trein even opgehouden werd bij het
binnenrijden.
Om 9:33 namen we de bus van lijn 17 naar Nederbrakel - eigenaardig toch
dat de routeplanner van de lijn 9:33 opgeeft, dat aan de halte 9:30
geafficheerd is én dat Aribus het vertrek ook al om 9:30 toelaat.
Kennen ze op de bureaus van De Lijn zelf nog wel hun dienstregelingen?
De bus zet ons op tijd af in Nederbrakel (station), waar we 17' minuten
later een bus van lijn 23 naar Zottegem nemen. Die deponeert ons met 2
minuten vertraging in Elst (Dorp). Oh ja, op lijn 17 reed ab 3742 (van
Oudenaarde), een Van Hool A360, lijn 23 werd bediend door de 220835,
van pachter Geenens. Dat is een Jonckheere Transit 2000 in zijn
typische pachteruitvoering.
Dezelfde pachter vinden we ook bij de terugrit terug. Nu hebben we
gekozen - nu ja, het kwam gewoon beter uit - voor lijn 23 naar Zottegem
om 14.21. De bus is nu 220954, alweer een Jonckheere Transit 2000. De
bus komt zelfs iets te vroeg aan in Zottegem.
Daar nemen we de IC van 14.47 naar Brussel (en Sint-Niklaas). Er
wordt omgeroepen dat de trein uitzonderlijk uit 3 rijtuigen bestaat
i.p.v. uit 6 (1 break = 329, i.p.v. twee dus, maar zeker tot
Brussel-Zuid schept dat geen problemen). aankomst om 15:16, ruimschoots
op tijd om om 15:28 de CR naar Geraardsbergen te nemen (ms 749, heel
wat frisser van uitzicht - binnen en buiten - dan de 608). Precies om
15:40 komen we in Halle aan, en naast de dubbele lussen van het
Geutelingenpad, hebben we ook nog een lus Halle - Halle mooi rond
gemaakt.
Vandaag ben ik even op stap geweest om in Ronse de door Spoorvreter
gesignaleerde tentoonstelling "Van Aardeweg naar IJzerenweg" te
bezoeken. Ze is zeker de moeite waard, en er worden enkele authentieke
documenten voorgesteld. Reken maar op drie kwartier, en als je ook nog
geïnteresseerd bent in modelbouw (de site van Louise-Marie is
formidabel!), kun er je nog wel wat extra time bijdoen.
Ik vertrok in Halle om 9.01 met de 3908 Binche - Brussel-Noord;
vandaag was het ms 839 - die zette me met 2 minuten vertraging in
Brussel-Zuid af.
Het was dan even wachten op de 2331 (IC Sint-Niklaas - Poperinge)
- ms 409 - vertrek in Brussel-Zuid om 9:41, aankomst in Oudenaarde om
10:28. We verlieten Brussel-Zuid op tegenspoor (wegens werken) tot de
Y. Brussel-Klein-Eiland, waar de IC naar Eupen even opgehouden werd om
ons door te laten. De twee minuten vertraging waren tegen Oudenaarde
ingelopen, al heb ik de indruk dat deze tot stoptrein gedegradeerde IC
niet echt veel reserve heeft. Het is wel een schitterende trein,
natuurlijk, voor al die in- en uitstappers in de tussenliggende
landelijke halten en stations (Haaltert, Burst, herzele, Munkzwalm).
In Oudenaarde staat de L-trein naar Ronse al klaar: mw 4179; gelukkig is de lijn interessanter dan het materieel dat er rijdt.
Ronse, destijds spoorwegknooppunt om u tegen te zeggen (dat zal straks
nog bevestigd worden in de tentoonstelling) is nu een oninteressant
kopstation geworden. Ik heb even de neiging om het te vergelijken met
Couvin, maar daar hebben ze natuurlijk niet zo'n mooi station.
Om terug te keren neem ik om 13:13 de L Ronse - Gent-St.-P. tot
Oudenaarde, ak. 13:23 zoals voorzien. Deze keer is mw 4165 aan de
beurt.
2312 naar Brussel - Sint-Niklaas is opnieuw ms 409; in Denderleeuw
vertrekt de tijd stipt op tijd, wat me doet hopen dat ik de 1935 in
Brussel-Zuid haal, overstaptijd 4 minuten. (Ook in Denderleeuw stapt
een voor eerste klasse atypische combinatie in: een moeder met drie
kinderen, met een weekendbiljet eerste klas. Ik zie met afgrijzen hoe
ze boterhammen uit de folie haalt en op het tafeltje legt: op zulke
tafeltjes heb ik al honden met lekkend achterste zien zitten, en
doorzopen zatlappen zien kwijlen, brrr;;;)Net voor Brussel begint de
trein te vertragen - wat ik eigenlijk verwacht had, want als de ene IC
de andere hindert bij de heenreis, dan is het logisch dat bij de
terugreis net het omgekeerde gebeurt. En inderdaad, het is even wachten
op de IC naar Oostende, zodat we uiteindelijk met 2 minuten vertraging
Brussel-Zuid bereiken.
Echter geen 1935 te bespeuren: hij staat aangekondigd met 11
minuten vertraging. Later worden dat er 35. Ik kan dus maar beter de
"IR" naar Binche nemen van 14:43 (ms 819) die met 7 minuten vertraging
in Brussel-Zuid vertrekt. Dat komt dan weer doordat de IC uit Amsterdam
beperkt is tot Brussel-Noord; al de reizigers voor Brussel-Zuid stappen
dus uit de 3935, en aan hun aantal te zien moet de Amsterdammer flink
gevuld geweest zijn. (In de andere richting is het de L Nivelles -
Brussel-Noord die de reizigers voor de Amsterdammer naar Brusssel-Noord
brengt.) Uiteindelijk komen we in Halle aan met 5 minuten vertraging,
wat flink gereden is.
Het is een typisch voorbeeld van liegende statistieken: in mijn
bestanden zal deze uitstap genoteerd worden met 6 treinen met 5 minuten
vertraging of minder. In werkelijkheid werd mijn reistijd met 30
minuten verlengd. Tussen haakjes: in Halle stond de IC naar Moeskroen
al met 45 minuten vertraging aangekondigd. Nukkig materieel zal wel de
reden geweest zijn, zeker?
Ik besef wel dat het hier al een tijdje rustig is, maar dat heeft alles te maken met de druk van de groentetuin. Een tuin maakt een slaaf van de eigenaar, en in deze goede dagen moet het zowat allemaal gebeuren. We hebben wel gewandeld en er zit dus nog een wandeling in de pijplijn, even geduld. Ondertussen staan in de tuin, gezaaid of uitgeplant: uien, sjalotten en look, tomaten, paprika's, schorseneren, prei (zomer en winter), aardappelen (Accent en Nicola), witlof, krulandijvie, roodlof, bietjes en warmoes, sla (kropsla, eikenbladsla en ijsbergsla), kervel, peterselie en radijsjes, bloemkool en rodekool. Andere staan rustig in potjes te wachten: brocolli, groene en witte kool, groene en witte selder, knolselder. Nog enkele weken doorbijten en de natuur zal voor de rest zorgen, al zal ik af en toe nog een handje moeten toesteken, vooral om de niet gezaaide kruiden zoals veldkers, muur en herderstasje onder controle te houden. Tot binnenkort!
Het was niet meteen het beste weekend, maar de zondagnamiddag leek dus nog het minst te zullen tegenvallen. We kozen dan ook voor een korte namiddaguitstap langs de pseudo-GR Via "Gallia Belgica", een Compostelapad. Het werd al bij al een schitterende tocht, waarvan alleen het begin en het einde (Genappe en NIvelles) wat tegenvielen. Onderweg kregen we een snoer van prachtige veldwegen, al dan niet hol, voor de voeten, en net als die wat lang duurden, had men een boerderij met sprookjesachtige namen als Ferme du Bati des Morts, Croix Hauette, Dieu-Seul in het landschap geplant. Een flink deel van de wandeling verliep toch in de regen, ondanks de licht optimistische voorspelling.
De 3911 (Binche - Brussel-Noord) blijkt uit dezelfde 814 van gisteren
te bestaan (1 kans op 4 dat dit zo is) en bereikt Brussel-Zuid om
12:18, 1 minuut later dan voorzien. Onderweg maken we nog een treinkaping mee, want plots weerklinkt door de geluidsinstallatie "Happy Birthday" voor Kerstien. De kans is echter groot dat de treinbegeleider zich heeft laten overmannen door de charmes van de meisjes van de jeugdbeweging die in Halle ingestapt zijn. In Brussel-Zuid zoeken we perron 12 op, want daar
komt de 2112 (2 ms 96 - wij kiezen het laatste, de 504). De trein
vertrekt met 1 minuut vertraging, die nog oploopt tot 5 minuten in
Brussel-Centraal (één koker buiten dienst want grootscheepse werken), maar in
Ottignies komen we aan met een minuut vertraging, zodat we rustig naar
het busstation kunnen stappen.
Lijn 19 Ottignies - Nivelles zal ons naar Genappe brengen (ab
6652, een Reanultbus van stelplaats Nivelles), en we bereiken de halte Ways (Pont) met enkele minuten
vertraging, eerlijk gezegd omdat de chauffeuse het wel bijzonder rustig
aan deed.
In Nivelles werd onze IC naar Antwerpen (2016 van 16:47) met 5 à 10
minuten vertraging aangekondigd, ik vermoed als gevolg van werken
tussen Braine-l'Alleud en Nivelles, waar met geen woord over gerept
werd in de elektronische planner. De vertraging werd dus opgelopen bij
de heenrit. De 2107 trekt en de 2720 duwt een stel M6. Wij zitten in
rijtuig 61006 (FCL). We vertrekken met 6 minuten, maar in Brussel-Zuid
is de vertraging geslonken tot 5 minuten, na een vlotte rit. Van
Brussel-Zuid naar Halle gaat het met de 1938: loc 2113 sleept M4m, we
zitten in rijtuig 58044.
We bereiken Halle ruimschoots op tijd, en zoals het echte
treinfreaks past, kijk ik nu al uit naar mijn volgende uitstap. Jullie
ook?
GR 564 loopt van Lommel naar Hoei. Jeuk is zo leuk als plaatsnaam, en Landen lijkt zo aangewezen als eindpunt, en dat werd dus ook ons traject van een twaalftal kilometer. We hadden speciaal voor vandaag gekozen omdat we wilden profiteren van een festijn van bloesems, maar dat viel wat tegen. Van een kenner vernam ik dat dit het gevolg is van de lentekou: als het lang koud blijft, komen loof en bloesems tegelijk, en dan wordt de bloemenpracht wat getemperd door het ontluikende lover. Wie houdt van lekker onverharde wegen, komt in dit deel van de GR NIET aan zijn trekken: we wandelden over een eindeloos snoer van betonwegen, al mocht de wandeling er wel zijn. De weidse Haspengouwse kouters, doorsneden door wegen die trouw de golving van het landschap volgen, zijn bepaald charmant. In Borlo ontdekten we "Het Pachthof": een taverne, zoals dat tegenwoordig heet, met nog veel meer in haar mars. Ik proefde er een Chokier, een Haspengouws bier met geschiedenis, want deze Gingelommenaar was van dichtbij betrokken bij de stichting van België. Het bier was nog lekker ook, al meende ik in het silhouet op de fles Steve Stevaert te ontdekken. Mocht ik Tom Lanoye heten, dan zou ik dit stukje ongetwijfeld "Gebeten en bescheten" noemen, want dat is effectief wat er gebeurde. Net buiten Borlo kwamen we een plaatselijke dame tegen die het hondje uitliet, als je het mij vraagt een bastaard van minstens 3 rassen. Een onschuldig beest leek het, tot het me fiks in de dij beet. "Hij heeft je toch niet gebeten?" vroeg ze, daarmee vooral bewijzend dat Kasper niet aan zijn proefstuk toe was. Het was gelukkig maar een schampschot; even verder kon de broek even naar beneden om de schade op te nemen. Wat verder hoorde ik de leeuwerik kwelen; het duurde even voor ik de voorname zanger in het zwerk gelocaliseerd had, maar uiteindelijk kon ik hem aanwijzen. Toen ik even later op mijn linkeronderarm nattigheid voelde, wist ik dat de bewonderde vogel zijn visitekaartje had achtergelaten. Wat verder was de Gr gewijzigd. De bewegwijzeraar - een vrijwilliger, ik weet het - is duidelijk van het type dat zich niet kan inleven in de geest van de wandelaar, en het wordt dus even zoeken. Gelukkig is het nieuwe tracé interessanter dan het oude dat ons ene heel eind langs een dubbelvaksbetonweg zou gevoerd hebben. Het deel naar het station van Landen was wat overbodig, maar in Vlaanderen kun je nu eenmaal geen GR's meer uitstippelen zonder zwakke momenten. Mijn vrouw quoteert dit stukje Gr nog met een 7/10, ik hou het bij 6, al besef ik dat de betonwoede in de streek nauwelijks een beter traject door dit nochtans mooie landschap mogelijk zou maken. Trein en bus reden vandaag bijna onberispelijk: Halle - Brussel-Zuid met een goed gevulde IR 3708 9:44 - 9:54 (ms 427), zonder problemen op tijd. In Brussel-Zuid overstappen op de dubbeldekkers van de verbinding Gent - Genk, aankomst in Sint-Truiden om 11:11 (loc 2119 - rijtuig 61025). Tijd voor een lekker kopje koffie tegenover het station, in afwachting van de bus van lijn 41 naar Jeuk, die ons een tweetal minuutjes te vroeg afzet aan de halte Sneyers' Kapel (ab441941 van de pachter Cintral) De terugreis verloopt zo mogelijk nog rustiger: in Landen nemen we de IC naar Gent (opnieuw dubbeldekkers M6) om 16:00 - loc 2136, rijtuig 61016, in Brussel-Noord de P-trein naar Geraardsbergen, met een oudere generatie dubbeldekkers (M5) (loc 2102 - rijtuig 51501).
Als er één voorwerp is, of eigenlijk twee, dat de tand des tijds wist te doorstaan, dan was het wel het kegelvormige rode lampje en het bijhorende belletje dat op bus en tram aangeeft dat iemand wil uitstappen. "Heb je al gebeld?" is dan ook een vaak gestelde vraag op bus en tram, al is die vraag in het laatste decennium minder eenduidig geworden door de komst van de gsm. Gisteren was het dan zover: een gemoderniseerde tram in Gent bleek nu uitgerust met een hoekig en groter rood lampje en een verschrikkelijke zoemer, die anders dan de bel waarschijnlijk regelmatig verstek zal geven. Even dacht ik: "Weer een stuk jeugd dat moest verdwijnen." Ik hoor het me nog niet zo meteen zeggen: "Heb je al gezoemd?"
Korte wandelingen kunnen soms ongelooflijk aantrekkelijk zijn. Neem nu wandeling 56 (S.I. Bouillon), een nog niet eens 7 kilometer lange wandeling in Bellevaux. Alleen bij het begin en het einde was er even asfalt, de rest van de wandeling liep over goed begaanbare boswegen, al volgden we een tijdlang ook een duidelijk motorspoor. Hoogtepunt was het uitzicht dat we plots te zien kregen bij de Moulins du Pont le Prêtre, bij de gelijknamige beek. Ik heb me zelfs afgevraagd waarom dit een "ruisseau" is, want andere officiële "rivieren" hebben lang niet de allure van deze flink uit de kluiten gewassen beek. Minpunt voor wie zonder kaart wil wandelen: de bewegwijzering is verouderd en weinig oordeelkundig geplaatst. Maar met de kaart kun je nauwelijks verloren lopen. Openbaarvervoergebruikers zoals wij moeten wel rekening houden met een asfalten aanlooproute van net geen 2 km, te doen bij begin en einde, van de N89 tot Bellevaux. Dat dorpje heeft namelijk geen echt bruikbare busverbinding, maar de aanlooproute mag er ook zijn: met een drietal afdalingen en beklimmingen, door een open weidelandschap, het zou erger kunnen zijn.
We vertrokken in Halle om 8.01, een lange trein met dubbeldekkers van de eerste generatie, die met 3 minuten vertraging in Brussel-Zuid aankwam, omdat we in Ruisbroek galant voorrang moesten verlenen aan een HST. Als de HSL eindelijk volledig afgewerkt zal zijn tussen Ruisbroek en Brussel-Zuid (en het vordert!) zou dit soort oponthoud tot het verleden moeten behoren. We zaten in rijtuig 51511, de trein werd geduwd door loc 2737. In Brussel-Zuid zouden we IC 2108 nemen tot Libramont, een trein die normaal samengesteld is een stel dubbeldekkers van de tweede generatie (M6). De trein had bij zijn heenrit echter te kampen gehad met technische problemen (de Luxemburgse loc zou zelfs een brandje gehad hebben), en er moest voor een noodoplossing gezorgd worden. Dat was een motorstel 96 (een Deense neus), de 513, maar in capaciteit scheelt dat een slok op een borrel. Vanaf Brussel-Noord zat de trein bomvol, en de eersteklasreizigers hadden eens te meer 54% meer betaald, om in dezelfde omstandigheden als de tweedeklassers te reizen. Nu, in dit uitzonderlijke geval, kan ik daar nog mee leven. Vanaf Namur konden we gelukkig op de voorziene trein overstappen, en die zette ons in Libramont af met 6 minuten vertraging. In Libramont wachten zowel treinen als bussen op aansluiting, maar ik nam het zekere voor het onzekere, en in dit geval was dat de trein naar Bertrix (mw 4112) , en pas daar overstappen op de bus van lijn 8 naar Bouillon. We kwamen met 5 minuten vertraging in Bertrix aan, maar we hielden nog een vijftal minuten overstaptijd over, geen probleem dus. Tot een goederentrein tergend traag tot stilstand kwam voor een bestuurderswissel, zodat we de sporen niet overkonden en alsnog onze bus leken te missen. Maar die had blijkbaar gewacht in Libramont en kwam zelf met 5 minuten vertraging aan: we zouden met amper 2 minuten vertraging aankomen in Plainevaux (4 Bras), vanwaaruit we naar Bellevaux stapten. De terugreis liep een stuk vlotter: dezelfde chauffeur met dezelfde bus (4.165 van stelplaats Bouillon) zette ons ruimschoots op tijd in Bertrix af, vanwaar we met mw 4115 (trein 5985 uit Virton) naar Libramont spoorden; we stapten over op de 2137 (ms 510) waarmee we om 17:17, met 2 minuten vertraging in Brussel-Noord aankwamen. Normaal kunnen we de CR naar Geraardsbergen niet meer halen, maar die had zelf een viertal minuten vertraging, en zo kwamen we uiteindelijk om 17:43 in Halle aan, aan boord van ms 603, met een bezetting van 100% in eerste klasse. Er bleek maar een bedriegster met een abonnement van tweede in eerste te zitten, en ze mocht prompt de klasverhoging betalen, toen de treinwachtster haar ronde deed. Al had ik de indruk dat een ander duo wel bijzonder snel rechtstond om in Halle uit te stappen... Een leuke dag is het geworden, zo tussen twee schooldagen in; de coördinator die me geheel onverwacht die vrije woensdag gunde, weet niet hoe goed die wel gebruikt wordt.
Iemand zou het eigenlijk eens moeten doen: de trein als motief in literatuur, film en misschien zelfs kunst in het algemeen. Vanavond kon ik weer even mijn hart van treinliefhebber (en liefhebber van klassieke films) ophalen: in The 39 Steps van grootmeester Hitchcock reist het hoofdpersonage, een Canadese spionnenjager tegen wil en dank, met de trein van Londen naar Schotland. In 1935 gebeurt dat uiteraard met The Flying Scotsman. De politie zit hem echter op de hielen, omdat hij verdacht wordt van moord (op een spionnenjaagster). De hele trein wordt doorzocht. En waar ontsnapt onze held? Uiteraard op de in zwart-wit bijzonder indrukwekkende Forthbridge. Wanneer laat een van onze Vlaamse of Waalse cineasten eens iemand ontsnappen op het viaduct van Moresnet?
Vandaag stond er een wandeling uit de wandelgids van Natuurpunt op het programma: in Herselt (eigenlijk eerder Ramsel) in het reservaat Langendonken. Zoals het een reservaat dat zichzelf respecteert past, moesten we een eindje stappen van de bushalte tot aan het reservaat. Het is alleszins een reservaat met mogelijkheden, en bepaalde gedeelten zijn nu zeker de moeite waard. Gesteund door een schuchter zonnetje zorgden de zangvogels voor een schitterend fluitconcert, alsof ze het ons, twijfelaars, duidelijk wilden maken: het IS lente! Spijtig genoeg zijn de beheerders van het reservaat van de moderne stempel, en dat betekent: beheerswerken, beheerswerken en nog eens beheerswerken. Dat maakt wandelen in andere delen van het reservaat niet echt aangenaam. Het meest dringende beheerswerk zou trouwens het plaatsen van hekken en poortjes moeten zijn, want ik heb sporen gevonden die zeker niet van onze kleine zoog- of roofdieren zijn, tenzij je gemotoriseerd ongeregeld ook als roofdieren beschouwt. We vertrokken uit Halle om 8:53 met de IR naar Turnhout (ms 307), maar zoals meestal stapten we over in Brussel-Zuid in de IC naar Tongeren: we gingen in het laatste stel zitten (ms 549) want in Leuven wisselt deze trein van rijrichting (van front, zeggen de kenners) zodat we in Aarschot vooraan konden uitstappen. We moesten daar nl. ook nog een bus nemen, en je weet maar nooit. Zo'n trein is al snel enkele honderden meters lang, en het is dan wel zo dat de bussen moeten wachten, het blijft altijd een risico. De IC kwam inderdaad met 6 minuten vertraging in Aarschot aan, wat de overstaptijd tot 6 minuten reduceerde. Geen probleem dus. Overigens werden alle bussen enkele minuten opgehouden omdat blijkbaar ook andere treinen met vertraging reden. De bus van lijn 490 naar Geel (bus 110334, van "pachter" KAV) zette ons 1 minuut later dan voorzien af aan de halte Ramsel Truitseinde. De terugrit deden we met een bus van lijn 29a2 (ab 3703, van stelplaats Aarschot). Aan de halte Truitseinde staan niet minder dan 4 haltepalen. Als men de halte van de 29a2 ook op de Geelsesteenweg zou installeren, zouden er maar 2 hoeven te staan: dan zou de reiziger dus nooit fout kunnen staan, en niet eerst hoeven te verifiëren welke bus eerst komt. Zoals wel meer had de bus wat vertraging, maar in Aarschot had hij niet meer dan 4 minuten, wat de overstaptijd toch wel tot 3 minuten reduceerde. Gelukkig hoefden we geen biljetten meer te kopen; die had ik 's morgens zelf afgedrukt vanaf de website van de NMBS. De L-trein naar Leuven (uit Hasselt) bestond uit twee gemoderniseerde stellen, we hadden de 742. In Leuven konden we overstappen op de IC naar Oostende, met de 1323 aan kop; ons rijtuig was de 11827. De IC arriveerde stipt in Brussel-Noord, wat vreemd is, want meestal rijdt hij enkele minuten te vroeg binnen. Om 16:03 namen we de P-trein naar Geraardsbergen, gesleept door de 2728, met een stel gemoderniseerde M4's. Wij zaten in rijtuig 58032, waar het, zoals meestal in P-treinen, heerlijk rustig was. De trein werd wat opgehouden in Vorst-Zuid (het is daar echt wachten op de voltooiing van de HSL) en net voor Halle, zodat we uiteindelijk met 4 minuten vertraging in Halle aankwamen. Met de wagen (die van mijn vrouw) is de aansluiting altijd verzekerd, en dat was dus geen probleem, al bloedt mijn hart als ik zo iets schrijf.
Vandaag stond GR 5A op het programma, meerbepaald tussen De Panne en de onooglijke maar charmante deelgemeente van Veurne: Houtem. Het begint met een bezoekje aan Leopold I in De Panne, een stukje strand en dan het heerlijke natuurreservaat De Westhoek. Spijtig genoeg is er van de GR-merktekens niks te merken, tot we op het hoofdtracé aansluiten. In de topogids staat nochtans uitdrukkelijk dat we doorgestreepte wit-rode tekens zouden moeten vinden. Vanaf Adinkerke is het aloude tracé van de GR zwaar toegetakeld door de aanleg van de autoweg naar Duinkerken. Toen we deze tocht de eerste keer liepen (20 jaar geleden) was hier nog geen sprake van, nu is het misschien tijd om een alternatief tracé te zoeken, al is dat in West-Vlaanderen met zijn vele privéwegen die ergens doodlopen op een boerderij niet vanzelfsprekend. Dan volgt een tocht langs de grens met Frankrijk. Het wegje dat we volgen, eerst onverhard, dan weer verhard, ten slotte weer onverhard, maakt hietr trouwens de grens uit. Vroeger moet het hier ongelooflijk rustig geweest zijn, nu blaast de matige NO-wind het geraas van de autoweg ver het land in. Houtem, met zijn indrukwekkende kerktoren en sprookjesachtige pastorie, bereiken we langs een reeks betonwegen. Spijtig toch dat ongeveer alles hier verhard is, en dat veld- en voetwegen hier deskundig aan de agrarische nijverheid zijn opgeofferd.
Vanmorgen vertrokken we om 7:45 uit Halle, met P-trein 7574, die precies op tijd in Brussel-Zuid aankwam. Loc 2114 trok een stel dubbeldekkers, wij zaten in 51501. We hadden ruim voldoende tijd om over te stappen in de IR naar De Panne. Het was een typische maandagmorgen, met een persoonsongeval, zoals dat heet, tussen Sint-Truiden en Landen en een seinstoring tussen Beernem en Aalter. Gelukkig bleef onze trein (met motorstel 331 - een break) gespaard van vertraging, voorlopig althans, want uiteindelijk zouden werken en verkeer op enkelspoor op de o zo rustige lijn 73 voor 11 minuten vertraging bij aankomst in De Panne zorgen, genoeg om de voorziene tram van 10:09 te missen. Gelukkig is er elk kwartier een tram. Om 10:31 arriveerden we aan de Esplanade te De Panne en kon onze wandeling beginnen. Voor de terugrit hadden we de Belbus 59 (Veurne Zuid-West) besteld. Die was ruimschoots op tijd ter plekke, en dat kwam goed uit want het café en de wat deftiger taverne-restaurant waren toch dicht. In Veurne is er aan het station ook al niet veel te beleven en keurig op tijd pikte motorstel 355 ons op voor de lange terugreis naar Brussel-Zuid, aankomst om 17:42. Tot Gent zat er relatief meer volk in eerste klasse dan in tweede klasse, en zeggen dat er politici zijn die dit pareltje aan de spoorwegkroon zouden willen afschaffen. In Brussel-Zuid hadden we een mooie aansluiting met de 3438 naar Manage (treinstel 380, meteen de derde break of ms 80 van vandaag). Met één minuutje vertraging kwamen we in Halle aan. We hadden de zon gezien en de noorderwind gevoeld. Maar een dag zonder neersalg is altijd meegenomen, en dan mag het gerust wat frisser en winderiger zijn.
Vandaag wilden mijn vrouw en ik GR15 volgen tussen Florenville en
Sainte-Cécile. Er stond dus een interessante verplaatsing met het OV
voor de boeg.
We vertrokken om 7.03 met P 7512 naar Brussel-Zuid, waar we om
7:16, dat is met 2 minuten vertraging, aankwamen. Deze trein bestaat
uit een lang stel M5, vandaag geduwd door de 2152. Ons rijtuig was
51514.
In Brussel-Zuid stapten we op de 2107 (2 ms 96 - wij zaten in ms
517). Deze trein zette ons stipt om 9:44 in Libramont af. De
uitgebreide gebruiksmogelijkheden van de Go-Pass maken dat je op
deze anders altijd rustige trein nu ook al (Vlaamse) scouts in groep
kunt aantreffen. Alhoewel er voldoende plaats was, zaten ze liefst op
het platform tussen 1ste en 2de en een nukkige binnendeur zorgde voor
de rest, tot een treinbegeleider hen vroeg om toch maar te gaan zitten
waar dat de bedoeling is: in de zitjes .
In Libramont namen we ar 4122 tot Florenville: ak 10:15, zoals voorzien.
De GR loopt langs het centrum, dat we bereikten na een korte busrit
met lijn 22 - de bus van dienst was de 731, ex-NMVB 2536, een bus met
een respectabele staat van dienst dus, en in goede en propere staat.
's Avonds namen we om 15:36 in Sainte-Cécile de lijn 22/4,
expressbus tussen Florenville en Arlon. Deze keer was de bus de 734 (ex
2539) die er even goed uitzag als zijn broertje van vanmorgen. We
bereikten Arlon met 2 minuten vertraging - dat wil zeggen dat hij 3
minuten van de 5 minuten vertraging in Sainte-Cécile had goedgemaakt.
Aan de halte in Sainte-Cécile vind je alleen het zonenummer, waar je
dus in de meeste gevallen niets mee kunt doen. Geen haltenaam, geen
dienstregeling, niets. Het zou trouwens tot Vance duren voor volledige
halteborden opdoken. Op een expresslijn die niet alle halten aandoet,
is dat nochtans een must.
In Arlon lieten we de IC naar Brussel rijden, om de Vauban (EC 90
- 17:24) te kunnen nemen, tijd om een brood te kopen en een pint te
drinken, kom. De Vauban was uitzonderlijk lang, met 4
eersteklasserijtuigen en 5 tweedeklasrijtuigen. In eerste was de
bezettingsgraad zeker 90 %, we hebben dus al rustiger ritten met deze
trein gemaakt. De 2005 kweet zich puik van haar taak en we kwamen
perfect op tijd in Brussel-Noord aan. We zaten in een Zwitsers rijtuig
(61 85 1090 267), met zetels waar die van I11 en ms 96 wat pover tegen
afsteken, met een vergelijkbaar rijgedrag en een puike airco, behalve
op het platform, waar het toilet blijkbaar ook als rokershol gebruikt
wordt. Bwah!
Nog een trein dus, dachten we: de 3740 naar Quévy (1 break: de
335). In Brussel-Centraal was er een kort incident (met noodstop), maar
in Brussel-Zuid liep het finaal mis: een agressieve reiziger wilde niet
uitstappen, en dus was het wachten op de politie, want de B-Security mag niemand aanraken. We stapten dus maar
over op de 3041 (CR naar Geraardsbergen - 2 gemoderniseerde stellen,
wij zaten in stel 641). We kwamen stipt in Halle aan om 20:40. Om 20:41
reed ook de 3740 het station binnen, 25 minuten te laat. Ik hoop
dat de ezel die hier verantwoordelijk voor is, enkele dagen voor de
betaling van zijn boete mag werken.
De wandeling zelf verliep in wat misschien wel eens de beste
wandeldag van het jaar zou kunnen worden: fris en rustig lenteweer. We
kwamen ook door Chassepierre, waar ik nog maar eens de oude SNCV-brug
fotografeerde.
Vandaag wilden mijn vrouw en ik een deel stappen van de verbinding tussen twee
GroteRoutepaden 122 en 129 (zoals lijnnummers bij OV) en wel tussen
Angreau en Athis.
Om 6.51 namen we in Halle de 3927 tot Braine-le-Comte (ak 7:03 - stipt)
- ms 812. De treinwachter controleerde onze internetbiljetten ("We gaan
eens spelen," luidde zijn schalkse commentaar.) Het Ibis-toestel wist -
in tegenstelling tot alle vorige keren - wel weg met de streepjescode
en ik kon op het display meekijken hoe al onze gegevens te voorschijn
kwamen, inclusief de controlefoto. Zou het waar zijn dat de gegevens
ook opgeslagen worden, zodat eventueel gecontroleerd kan worden welke
trein je genomen hebt, c.q. of je het traject geen twee keer afgelegd
hebt?
Vier minuten overstaptijd op de 4057, de L naar Mons. In de
onderdoorgang hangen geen gele affiches noch andere aankondigers, zodat
je hier maar beter op de perrons kunt kijken, liefst voor je naar
beneden gaat. Even paniek omdat er nergens een tweeledig stel te
bespeuren valt. Blijkt dat de trein - ik vermoed uitzonderlijk - met
een break (ms 317) gereden wordt.
In Mons moeten we ook nog P 7773 naar Quiévrain nemen: ms 737; ik
had hier eigenlijk een stel M4 verwacht, enige teleurstelling valt ons
dus te beurt. De trein komt op tijd aan in Quiévrain, al is hij in Mons
met twee minuten vertraging vertrokken omdat de IC naar Lille-Flandres
een kleine tien minuten had.
In Quiévrain staat ab 3467 (Jonckheere City 041) al te wachten:
lijn 29' (ja, het accent hoort er bij) naar Roisin, maar wij rijden mee
tot Angreau, waar we zoals voorzien om 8:34 aankomen.
Bijna 17 km later komen we aan in Athis, waar we aan de halte
"Croix des Muets" de bus van lijn 8 willen nemen naar Dour. De
halte-informatie is echter erg verwarrend, zodat we er de voorkeur aan
geven om de bus enkele halten tegemoet te gaan, tot we een halte vinden
met ondubbelzinnige aanduiding. Het wordt ten slotte Erquennes
(Eglise), en daar blijkt dat vermoedelijk alle halteborden links en
rechts van de straat verwisseld zijn, en dat minstens een halte of 3
ver. Ik dacht dat dit alleen in Limburg kon, maar blijkbaar is
Henegouwen in hetzelfde bedje ziek. Om 15:06 komt ab 3663 (Renault-EMI
R312) op lijn 8, en die brengt ons naar Dour, waar we aan de halte Dour
(Place) zullen overstappen op lijn 7 naar Saint-Ghislain. De halte
Place is echter al maanden buiten dienst wegens werken, en de chauffeur
zet ons af aan een obscure halte Rue Dubrucq. We hebben er 23'
overstaptijd. Stipt op tijd (15:39) komt ab 3804 (Van Hool A330, met
een hallucinant slechte inrichting binnenin, zodat blijkbaar niemand
echt op zijn gemak zit) aangereden en die zet ons na een stipte rit af
aan het station van Saint-Ghislain, volledig in de steigers, en ook
voor het station is het een puinhoop, want de hele omgeving wordt
geherstructureerd: er komt o.a. een volledig vernieuwd busstation.
Om 16:10 vertrekt daar P 8860 naar Mons: een trek- en duwstel van
Schaarbeek met de 2118 achteraan en 4 M4m als rijtuigen. Als deze trein
op tijd in Mons aankomt, kunnen we een half uur tijd winnen op de
officiële ARI-dienstregeling, want daar is een overstap op de L naar
Braine-le-Comte van 2 minuten. Gelukkig bestaat het papieren
spoorboekje nog, want anders zou deze verbinding volledig aan onze
aandacht ontsnapt zijn.
En inderdaad, we halen de "onmogelijke" aansluiting: om 16:24
vertrekken we met ms 234 (L 4086) richting Braine-le-Comte, waar we om
16:57 kunnen overstappen op de 3916 die ons met een minuutje vertraging
dropt in Halle om 17:10. (In plaats van 17:43, zoals ARI ons wilde doen
geloven.) We eindigen zoals we begonnen zijn: met een vierledig stel,
dit keer de 830.
Eigenaardig genoeg heeft ook de TBG van de 4086 onze biljetten gescand. Onnodig te zeggen dat ook deze keer alles OK was.