Beschreven door Peter Simon Pallas in 1764(Pruisisch zoöloog en botanicus.) De baardgrasmus (Sylvia cantillans) is een vogel uit de familie van de Zangers van de Oude Wereld (Sylviidae) die broedt in Zuid-Europa, de eilanden in de Middellandse Zee en Noord-Afrika. Hij trekt ten zuiden van de Sahara. De baardgrasmus wordt in België en Nederland zeer zelden waargenomen.
baardgrasmus
afb.baardgrasmussen
Het volwassen mannetje heeft een oranjerode borst en keel, een blauwgrijze kop en mantel, een rode oogring en witte baardstreep. De poten zijn bruinroze. Het vrouwtje lijkt op het mannetje, maar heeft een bruinere bovenzijde, een grijze in plaats van blauwgrijze kop, een wittige oogring en een beigeroze borst. De baardgrasmus wordt zo'n 12 à 13 centimeter groot. De baardgrasmus broedt in droge, zandige gebieden in mediterrane struikvegetaties, in open steeneikenbossen of in dicht struikgewas in de buurt van water. Het vrouwtje bouwt een nest van gras en twijgjes.
Baardmankruik
Een Baardmankruik is een kruik die gemaakt is in het Rijnlands "Steengoed"-gebied rondom de stad Keulen in de 15e tot en met de 18e eeuw. Volgens de overlevering zou de baardige manskop op de hals van de kruik God moeten voorstellen. Volgens een andere verklaring zouden Keulse pottenbakkers, die in de 16e eeuw werden verjaagd uit de stad Keulen uit kwaadheid de gezichten van de Keulse stadsbestuurders hebben aangebracht op de hals van de baardmankruiken. De pottenbakkers zouden verjaagd zijn vanwege het gifgas dat vrijkwam bij hun bakproces. Dit leidde tot een rel en veel pottenbakkers vestigden zich in Frechen (Duitse deelstaat Noord-Rijnland-Westfalen). De hele vroege vormen uit de 15e en 16e eeuw (Spitsneuzen) lijken hun oorsprong te hebben in kruiken uit de Romeinse tijd.
spitsneus (1500 - 1550)
baardmankruik (ca 1550)
De zogenaamde baardmankruiken waren in de zestiende en zeventiende eeuw in Europa heel gangbaar als voorraadpotten. Gevuld met brandewijn kwamen ze met de Hollandse schepen mee naar Japan. Bij opgravingen op de plek waar vroeger het eiland Deshima lag, zijn heel wat van die kruiken teruggevonden. In Japan golden de kruiken aanvankelijk als exotisch importgoed. Maar aan het eind van de zeventiende eeuw ging men ze imiteren. In Bizen, waar een uitgebreide aardewerkindustrie was - en is - werden de baardmankruiken op grote schaal geproduceerd, zodat ze ook binnen het bereik van de gewone man kwamen.
Bron : Wikipedia Museum Boijmans Van Beuningen Museumkennis
Een baarddraad is een langwerpig, draad-achtig tastorgaan dat men vooral vindt bij zeer veel vissen. Ze komen echter ook voor bij haaien, amfibieën en reptielen. Vissen met dit tastorgaan zijn meervallen, modderkruipers, kabeljauwachtigen, zeebarbelen en zoetwatermaanvissen. Ook bij andere vissenfamilies zoals de karperachtigen komen baarddraden voor. Enkele schildpaddensoorten die baarddraden bezitten zijn de bijtmuskusschildpad (Claudius angustatus) en de soort Elusor macrurus. Bij de amfibieën zijn de larven van de klauwkikker ook in het bezit van baarddraden. Baarddraden vergroten het oppervlak waarmee het voedsel op de tast gevonden wordt en als zodanig herkend wordt door de aanwezigheid van smaakorganen.
Baardgentiaan
Baardgentiaan (Gentianella) is een geslacht uit de gentiaanfamilie (Gentianaceae). De meeste soorten komen van nature voor in Zuid-Amerika. Hiernaast komen ze in de gematigde streken van Nieuw-Zeeland, Australië, Azië, Europa, Noordwest-Afrika en Noord-Amerika voor. Een kenmerk van de Europese soorten is dat de keel van de bloemkroon van binnen gebaard is.
Duitse gentiaan (auteur:Lukas Riebling)
Franjegentiaan (foto: cptcv)
In België en Nederland kan men in het wild aantreffen: - Duitse gentiaan (Gentianella germanica) - Franjegentiaan (Gentianella ciliata) - Slanke gentiaan (Gentianella amarella) - Veldgentiaan (Gentianella campestris)
De baardagame of baardagaam (Pogona vitticeps) is een hagedis die behoort tot de familie agamen (Agamidae). De baardagame is endemisch in Australië en leeft in het centraal-oostelijke deel van het land in halfwoestijnen en droge bossen. Alleen overdag is de agame actief, 's nachts wordt gerust onder stenen of in holen Net als alle reptielen is de agame koudbloedig en dus afhankelijk van de temperatuur van zijn omgeving. Om op te warmen kruipt hij op een steen om te zonnen, bij te hoge temperaturen wordt het hol opgezocht om te schuilen. De baardagame is zoals veel agamen een bodembewonende soort die goed overweg kan op de grond, maar ook kan klimmen op rotsen en in bomen. Vooral de jongere dieren klimmen, ze zijn dan veilig voor hun grotere kannibalistische soortgenoten, die meer op de bodem blijven.
baardagame foto: Paul Grootenboer
Een volwassen baardagame is maximaal 60 cm lang, waarvan ongeveer de helft bestaat uit de staart. Op de kop zijn vooral bij mannetjes stekelrijen te zien, evenals op staart en rug en dan vooral aan de zijkanten. De 'baard' bestaat uit een opzetbare keelzak die bedekt is met stekelvormige schubben die naar voren steken als de keelzak wordt getoond, hierdoor lijkt de kop een stuk groter. De bruinrode tot grijze kleur dient ter camouflage, en lijkt op de omgeving waarin de agame leeft.
jonge baardagame
De baardagame is één van de weinige reptielen die onder de juiste omstandigheden enigszins tam kan worden, waarbij de schuwheid voor mensen verdwijnt. Hierdoor is de hagedis populair als huisdier en er is veel over de levenswijze en het gedrag bekend. Een baardagame is omnivoor en eet zowel vlees als verschillende soorten groenten en fruit. Het vlees bestaat uit voedseldieren zoals krekels, sprinkhanen, wasmotlarven, buffalowormen en krulvliegen. Baardagamen hebben de voorkeur voor fel gekleurde groenten en bloemen, liefst geel, en ze zijn dol op paardenbloemen.
Baanresonantie is het verschijnsel in de sterrenkunde dat twee planeten bij één ster, of twee manen bij één planeet, omloopstijden hebben die zich bij benadering verhouden als eenvoudige gehele getallen (die omloopstijden heten dan 'commensurabel'). Hierdoor komen de hemellichamen regelmatig in dezelfde onderlinge posities ten opzichte van elkaar, en ondervinden ze periodiek op dezelfde plaats elkaars zwaartekracht. Dit kan helpen om het systeem in stand te houden, zoals een schommelbeweging in stand blijft door bij elke zwaai op hetzelfde punt een duw te geven.
Phobos en Deimos in Baanresonatie rond Mars {{cc-by-sa-2.5}}auteur JiFish
Baanresonantie van Cruithne (planetoïde) en de Aarde om de Zon auteur Jecowa
Voorbeelden:
de omloopstijden om de zon van de planeten Neptunus en Pluto bedragen 165 en 248 jaar, dat wil zeggen een verhouding van 2 op 3. Hoewel de banen van Neptunus en Pluto elkaar deels overlappen, is er geen gevaar voor een botsing omdat de baanresonantie een situatie in stand houdt waarbij Pluto de baan van Neptunus alleen kruist als Neptunus ver weg is.
de planeten Jupiter en Saturnus draaien in respectievelijk 11,86 en 29,46 jaar om de zon; dat is een verhouding van ongeveer 2 : 5. Deze commensurabiliteit leidt in de banen van de twee planeten tot systematische afwijkingen (de omloopstijd van Jupiter wordt erdoor verlengd, die van Saturnus verkort), die bekend staan als de Grote Ongelijkheid. De Franse astronoom Laplace gaf als eerste de verklaring hiervan in termen van een resonantie (1784).
Baanresonantie van Io, Europa en Ganymedes die harmonisch rond Jupiter draaien auteur CWitte
Een baak is een instrument om hoogteverschillen en afstanden te kunnen meten. Een baak wordt gebruikt in combinatie met een waterpasinstrument. Er zijn verschillende soorten baken, baken zijn voorzien van streepjescode of een E patroon.
Een klapbaak is een verticale staande lat van ongeveer 8 cm breed en 3, 4 of 5 m lang. In het midden van de lengte zit een scharnier, waarmee hij dubbelgevouwen kan worden. Ook zitten er handgrepen aan, zodat hij eenvoudig is te verplaatsen. Op de baak is een centimeterverdeling aangebracht. De decimeters zijn in cijfers aangebracht. Het gebruikte patroon om een decimeter aan te geven lijkt op een hoofdletter E en is in rood of afwisselend rood en zwart, op een witte achtergrond. Daarom wordt een baak ook vaak aangeduid met E-baak. Hierdoor is de aflezing van de baak op grote afstand mogelijk gemaakt.
Een telescopische baak is meestal van aluminium. Dit type baak is inschuifbaar en vaak aan beide zijde voorzien van opdruk. De schuifbaak is een opvolger van de klapbaak. De schuifbaken zijn een stuk lichter, 2 kg in plaats van 6 kg
Een invarbaak wordt gebruikt voor nauwkeurige metingen. Deze baak wordt geijkt en is niet deelbaar zoals een klapbaak of telescopische baak. De baak is voorzien van een invar strip. Metingen kunnen nauwkeuriger gemeten worden dan 3*√L, met L = afstand in km.
aflezing op E-baak
hulplandmeter met klapbaak
Door door het waterpasinstrument te kijken kan worden afgelezen hoever het nulpunt van de baak onder de vizierlijn van het waterpasinstrument ligt. Het is ook mogelijk de afstand tot het waterpasinstrument af te lezen. Hiervoor worden de zogenaamde afstandsdraden afgelezen. Dit zijn twee draden onder en boven de vizierlijn. De tangens van de hoek tussen deze afstandsdraden is gelijk aan 1/100 waardoor het verschil van de aflezing van de onder en bovendraad gelijk is aan 1/100 van de afstand tussen waterpasinstrument en baak. Bij de afbeelding wordt dan een afstand tussen waterpasinstrument en baak van 100*(150,0 - 134,4) = 15,6 m gevonden. Door met een voor- en achterbaak te werken kunnen op deze wijze grote afstanden nauwkeurig gemeten worden.
Ba is een Egyptisch begrip waarmee de ziel van de mens of van een entiteit wordt aangeduid. Het is geen eenvoudig begrip, want het omvat verschillende betekenissen. In de moderne literatuur wordt het vaak misplaatst vertaald met ziel. Net als de begrippen ka en akh wordt er de hoedanigheid van goden en mensen mee aangeduid. Goden en koningen hebben vele ba's, waarin hun macht tot uidrukking komt en hun invloed op de omgeving zichtbaar wordt. Wanneer het begrip betrekking heeft op de dode, is de ba de personificiering van al zijn levenskrachten. In tegenstelling tot de mummie is hij het actieve, vrijbewegende element van de gestorvene.
afbeelding van Ba
Ba (woontent)
Ba is een woontent voor nomaden op het Tibetaans Hoogland, zoals de Sengo. De tent is rechthoekig, acht bij zes meter groot en zwart. Het tentdoek is waterdicht en dik, maar laat wel zonlicht door. Het wordt gemaakt van het haar van de jak. Het absorbeert overdag de zonnestralen en houdt de warmte ervan 's nachts nog lange tijd vast. Banden van jakharen van 30 centimeter lang worden langszij genaaid zodat er een gewelf ontstaat. Elk jaar worden er drie nieuwe banen geweven en aan een kant genaaid die de drie oude banden van de andere kant vervangen. In tien jaar tijd is een ba dus weer vernieuwd. Vaak is de structuur van de ba enkele eeuwen oud.
Ba (Arabische letter)
Bāʾ, باء, is de tweede letter van het Arabische alfabet. Hij stamt af van de letter beth uit het Fenicische alfabet en is daardoor verwant met de Latijnse B, de Griekse beta en de Hebreeuwse beth. Aan de ba kent men de getalswaarde 2 toe.
Bloedgroep in de biologie mtDNA (Aziatisch,inheems Amerikaans)
Het symbool voor broom in de scheikunde
In de materiaalkunde als de aanduiding voor de hardheid (eigenlijk zachtheid) van een potlood (2B t/m 6B, maximaal: 9B, het zachtst)
In de informatica: een programmeertaal (de voorloper van de veel bekendere taal C) in HTML, de tag Bold voor vet. als symbool voor byte.
In de muziek: B is de zevende stamtoon B voor B majeur, een akkoord en toonsoort in de muziek B -kant: de achterkant van een grammofoonplaat B als afkorting voor basso of bassus
In de natuurkunde: B als aanduiding voor magnetische fluxdichtheid B als aanduiding voor de magnetische fluxdichtheid B als symbool voor bel B als symbool voor de grootheid susceptantie ( fysische grootheid uit de elektrotechniek)
Varia: B (Bulp)op een fotocamera, waarbij de sluiter open blijft, zolang men de ontspanner ingedrukt houdt B als landcode voor België op een auto B als kwaliteitsaanduiding voor tweede keus (B-kwaliteit, B-film, B-locatie) B als afkorting van Beatus of Beata (Zalige) B als afkorting voor Bachelor, een academische graad B als status van een vluchteling: B-status
b
In de economie: b is in koersnoteringen een aanduiding voor bieden
In de heraldiek: b of B staat voor de kleur blauw
In de informatica: b als symbool voor bit
b voor b mineur, een akkoord en toonsoort in de muziek
In de natuurkunde: b als de aanduiding voor impulsmoment b als symbool voor barn (een eenheid van oppervlakte die vrijwel alleen in de kernfysica en de deeltjesfysica wordt gebruikt ) b als coëfficiënt (covolume) in de Van der Waalsvergelijking
In de wiskunde: b als symbool voor de tweede van de bekende grootheden b als aanduiding voor de breedte van een object
Varia: b als aanduiding voor de breedtegraad in de astronomie
Aérotrain 180-250 (Photo Société Bertin - Collection personnelle)
In 1969 wordt de Aérotrain I80 gebouwd, een voertuig van 26 meter lang, 24 ton zwaar met 80 zitplaatsen. Het wordt voortgestuwd door twee Turboméca Turmo III E3 turbines die een propeller met 2,3 meter diameter met 7 bladen aandrijven. Een turbomotor Turmastazou 14 voedt de 6 dragende en 6 geleidende luchtkussens. Beremming wordt normaliter verzorgd door het omdraaien van de propeller, als noodrem is een rem op de centrale rail aangebracht. In 1969 wordt de Aérotrain S44 gebouwd. Deze is bedoeld voor suburbaan transport (Stadscentrum-vliegveld) en heeft een elektrische aandrijving en is met een lineaire Merlin-Gérin-motor uitgerust, en gebouwd voor een snelheid van 200 km/h.
Aérotrain S44
In 1973 wordt een hogesnelheidsversie van de Aérotrain I80 gebouwd. Deze is uitgerust met een JT8 D11 Pratt & Whitney turbopropeller. In 1974 keurt de staat het plan voor een Aérotrain-baan tussen de vliegvelden Roissy en Orly af. Op 5 maart 1974 haalt de Aérotrain I80 het wereldrecord voor railvoertuigen en luchtkussenvoertuigen met 417,6 km/h. In 1977 wordt het project definitief stilgezet, ten faveure van de Train à Grande Vitesse (TGV). Van het project is niet veel meer over. De testbaan bij Gometz is grotendeels ontmanteld, wat rest is overwoekerd. De baan bij Saran is nog geheel intact, maar vanwege betonrot niet meer in goede staat. De hangar is verdwenen. In juli 2004 is op een rotonde bij Limours, op zo'n 100 meter van de eerste testbaan, een beeld van de Aérotrain door Georges Saulterre onthuld.
Een Aérotrain is een voertuig dat op een luchtkussen zweeft op een baan in de vorm van een omgekeerde T, hiermee is het een vorm van Monorail. De Aérotrain is tussen 1964 en 1977 in Frankrijk ontwikkeld door ingenieur Jean Bertin. De Aérotrain is met 422 km/h het snelste luchtkussenvoertuig ter wereld, maar heeft nooit commercieel dienst gedaan.
Aérotrain (Photo Société Bertin - Collection personnelle)
In Frankrijk was na de tweede wereldoorlog een land waar door de uitgestrektheid en geografie snel reizen niet mogelijk was. De snelste manier van reizen was met de trein, het vliegtuig was alleen voor de allerrijksten een optie. In 1964 presenteert Jean Bertin een maquette van 1,5 meter lang op schaal 1:20, aan de SNCF en het publiek. Op 15 april 1965 wordt een Société détude de lAérotrain (Stichting tot studie van de Aérotrain) opgericht, met steun van de Délégation interministérielle à l'aménagement et à la compétitivité des territoires (Interministeriële delegatie van planologie en territoriale competitie). In 1965 wordt de Aérotrain 01, een model op schaal 1:2 gebouwd, die 4 passagiers kan vervoeren. De voortstuwing is met een propeller voortgedreven door een vliegtuigmotor, en de ondersteuning door twee sets luchtkussens voor de ondersteuning en geleiding. In 1966 wordt in de Essonne een testbaan van 6,7 km lang gebouwd tussen Gometz-le-Châtel en Limours, op het oude baanlichaam van de spoorlijn Parijs-Chartres via Gallardon. De Aérotrain 01 haalt snelheden van boven de 200 km/h op deze baan.
Aérotrain 02
In 1967 wordt de Aérotrain 02 gebouwd. Deze is gestroomlijnder dan zijn voorganger en wordt voortgestuwd door een JT12 Pratt & Whitney turboprop, en haalt veel hogere snelheden. Op 14 november 1967 haalt de Aérotrain 01, voor de gelegenheid uitgerust met een turboprop en een raketmotor, een snelheid van 345 km/h. Op 22 januari 1969 haalt de Aérotrain 02 een recordsnelheid van 422 km/h op de testbaan bij Gometz-le-Châtel. In 1969 wordt een testbaan van 18 kilometer tussen Ruan en Saran gebouwd in de Loiret (departement). Deze baan staat compleet op een viaduct van 5 meter hoog. De baan ligt langs de spoorlijn Parijs-Orléans en is bedoeld om uiteindelijk deel uit te maken van een eerste commerciële lijn tussen deze twee steden. Het traject is bijna volledig recht en maakt snelheden van 400 km/h mogelijk. Er zijn twee keerplatforms aan de uiteinden en een platform met hangar in het midden bij Chevilly.
Azzariti is een historisch Italiaans merk motorfietsen. Vincenzo Azzariti, Venezia (1931-1934) had een Italiaans merk dat racemotoren bouwde met 174- en 348 cc kopklepmotoren, deels paralleltwins met bovenliggende nokkenassen en desmodromische(desmodromie is het gedwongen openen en sluiten van een klep of schuif.) klepbediening.
Azzariti 175cc (1930)
Azzo Visconti
Azzo Visconti (7 december 1302 - 16 augustus 1339) was Heer van Milaan van 1329 tot zijn dood. Hij wordt beschouwd als de stichter van de staat Milaan, dat later een hertogdom werd. Hij werd in 1302 geboren in Ferrara als enige wettige zoon van Galeazzo I Visconti en Beatrice d' Este. In 1322 werd hij Heer van Piacenza, maar in het zelfde jaar, was hij gedwongen om te vluchten, samen met zijn vader. In 1325 nam hij aan de Slag van Altopascio deel tegen Guelphs. Hij werd gevangengezet in de beruchte Forni van Monza.
Azzo Visconti (18e eeuwse ets)
In 1329 kocht hij voor 60.000 florijnen de titel van keizerpredikant van Milaan door keizer Lodewijk IV in oppositie tegen de Paus, die normaal gesproken het recht op de benoeming had. Azzo betaalde slechts 12.000 van de beloofde florijnen, de zwakke Lodewijk IV kon hem niet dwingen te betalen. Op 15 maart 1330 Azzo benoemd tot Heer van Milaan. In 1331 werd Karel van Bohemen, de zoon van Koning Jan van Bohemen en de toekomstige keizer Karel IV, bijna vergiftigd bij een banket in Pavia. In 1332 veroverde hij ook Bergamo en Pizzighettone, verdergaand in 1335 met Lodi, Crema en andere staten van Lombardije die zich aan de Pauselijke Staten hadden toegevoegd, evenals Bercelli en Cremona. Hij stierf in 1339 aan een jichtaanval, en werd begraven in de kerk van San Gottardo, die hij enkele jaren voordien had laten bouwen. Hij wordt herinnerd als opdrachtgever voor grote bouwwerken in Milaan en andere steden van Lombardije.
De azuurmees (Cyanistes cyanus) is een zangvogel uit de familie echte mezen (Paridae). Het is een vogel die vooral broedt in (loof)bossen met een hoge vochtigheidsgraad. De azuurmees komt vooral voor in Rusland en centraal Azië. De azuurmees is met een lengte van ongeveer 13 centimeter even groot als de bekendere koolmees (Parus major) De kleur is grotendeels wit met een opvallende zwarte koptekening die naar het oog toe loopt. Ook heeft hij een opvallende staart met blauwe tint waaraan de naam te danken is (cyanus betekent blauw).
azuurmees
De azuurmees is de oostelijke tegenhanger van de pimpelmees (Cyanistes caeruleus). Beide soorten kunnen onderling nageslacht produceren. De hybriden (Pleskes mees) zijn te herkennen aan een blauwe kroon, de azuurmees heeft een witte kroon.
Azuurwaterjuffer
De azuurwaterjuffer (Coenagrion puella) is een 33 tot 35 mm grote juffer die in vrijwel heel Europa voorkomt. Het habitat is bij voorkeur stilstaand water waaronder vijvers in tuinen, maar ook beken worden regelmatig bezocht. De azuurwaterjuffer is een kleine, zeer slanke libel met een maximale spanwijdte van 5 cm. Zoals de meeste soorten van het geslacht Coenagrion is ook de azuurwaterjuffer moeilijk op naam te brengen. Kenmerkend is de hoefijzervormige zwarte vlek op het tweede achterlijfsegment. De vrouwtjes komen in een donkere en een lichte variant voor.
azuurwaterjuffer
De eitjes hebben twee tot vijf weken nodig om larve te worden. De larven overwinteren en sluipen na een jaar uit tussen mei en augustus met de grootste aantallen in juni. De imago's (volwassen dieren) hebben een maximale levensverwachting van vier weken.
Bron : Wikipedia www.weidevogelbescherming-weerselo.nl
Het mineraal azuriet is een koper-carbonaat met de chemische formule Cu3(CO3)2(OH)2. Hij komt samen voor met malachiet maar bevat minder water. Het doorzichtig tot doorschijnende typisch azuurblauwe azuriet heeft een lichtblauwe streepkleur, een glasglans en het kristalstelsel is monoklien. De gemiddelde dichtheid is 3,83 en de hardheid is 3,5 tot 4. Azuriet is niet radioactief en helderblauw tot donkerpaars pleochroïsch.
azuriet
De naam azuriet is afgeleid van het Perzische lazhward, dat "blauw" betekent. Het zeer algemene azuriet komt voornamelijk voor in de geoxideerde delen van koperafzettingen of als secundair mineraal in carbonaat-rijk water. Het wordt ook gevormd als koperhoudende oplossingen reageren met kalksteen. Azuriet wordt reeds eeuwen gebruikt als een blauw pigment. Het was vroeger bekend als Azurro Della Magna (uit het Italiaans). Wanneer het gemengd wordt met olie wordt het lichtjes groen. Wanneer het gemengd wordt met eierdooier wordt het grijsgroen. Azuriet wordt vaak in sieraden gebruikt en is een geliefd mineraal bij verzamelaars.
oorringen met azuriet
Reinig deze steen nooit met producten die ammoniak bevatten omdat deze de glans van de steen aantasten. Azuriet werd in vele oude culturen gebruikt om te streven naar een hoger bewustzijn. Vandaag gelooft men dat hij het eigen inzicht en de wijsheid verhoogt. De steen zou ook een geneeskrachtige werking hebben. Het heft reeds lang bestaande communicatieblokkades op en stimuleert het geheugen. Azuriet helpt tegen stress, bezorgdheid en verdriet. Het behandelt keelproblemen, gewrichtproblemen, ontgift. Men vindt azuriet in de V.S., Mexico, Afrika, Australië, China, Rusland en in verschillende delen van Europa.
De kalender van de Azteken is een combinatie van de zonnekalender en de rituele kalender. De zonnekalender telt 365 dagen (net zoals onze zonnekalender) de rituele kalender telt 260 dagen (ook wel ongeveer de draagtijd van een foetus voor hij geboren wordt). Deze zonnekalender wordt door de Azteken de xiuhpohualli genoemd. Hij beschrijft de dagen en rituelen van de seizoenen. Een jaar was verdeeld in 18 "maanden", die elk twintig dagen hadden. 18 periodes van 20 dagen (maanden) komen dus neer op 360 dagen, daarop volgden vijf dagen die uitermate ongunstig waren.
Azteekse kalender
Daarnaast bestond dus ook de 260 dagen kalender. Deze heet de tonalpoalli in het Azteeks (de "Telling der Dagen"). Deze kalender werd vooral gebruikt om voorspellingen te doen en voor het bepalen van geluksdagen en ongeluksdagen. De cyclus begint op 1 Krokodil. De dag erna is het 2 Wind, dan wordt het 3 Huis, en zo gaat het door. De tonalpoalli is een combinatie van 20 dagtekens met 13 nummers (dus 260). Eén keer in de 52 jaar vielen de begindata van het nieuwe jaar van de twee kalenders samen. Het begin van de dagentelling kon vallen op iedere dag van de solaire kalender, deze twee kalenders zijn te vergelijken met twee wielen, een grote met 365 tanden, en een kleinere met 260. Als het grotere wiel 52 keer en de kleine 73 keer heeft gedraaid is men terug op de uitgangspositie. Dit betekent dat er na 52 solaire jaren een nieuwe cyclus begon.
de 260 dagen kalender
Na vier keer 13 jaar was de solaire cyclus ten einde en hield men rekening met een complete vernietiging van de aarde door een bepaald natuurverschijnsel. Op zo'n dag werden alle huishoudelijke voorwerpen stukgeslagen of verbrand en alle haarden werden uitgedoofd. Gedurende de laatste zonsondergang (want misschien zou de zon niet meer opkomen) klonk een weeklaag over de vallei van Mexico. In de nacht klom een processie van priesters naar de top van de heuvel van La Estrella ten zuiden van Tenochtitlan om een wake te houden. Als de eerste zonstralen zichtbaar werden, werd de Fuego Nuevo (het nieuwe vuur) aangestoken en was de wereld veilig voor de komende 52 jaar. Deze ceremonie werd voor de laatste keer in 1507 onder Moctezuma II gehouden. Tot een volgende keer in 1559 kwam het niet omdat de Azteekse wereld werd weggevaagd, niet door natuurgeweld maar door het geweld van de Spanjaarden.
Bron : Wikipedia Culturales Mex Rijksmuseum voor Volkenkunde
De Azoren (Portugees: Açores) vormen een archipel in de Atlantische Oceaan op een afstand van 1448 km van het Iberisch schiereiland en op circa 2000 km van het Amerikaanse continent. De Azoren worden gevormd door negen vulkanische eilanden. Ze zijn gelegen ver in de Atlantische Oceaan, op 1450 km van het Portugese vasteland en liggen verspreid over 650 km. De Azoren hebben een totale oppervlakte van 2247 km² en tellen zon 250.000 inwoners. Het nationale parlement zetelt in Horta op Faial. De grootste stad, Ponta Delgada, ligt op het oostelijke eiland São Miguel.
16de eeuwse kaart van de Azoren
Ze bestaan uit 3 groepen : in het oosten liggen Santa Maria en São Miguel, het grootste eiland met de regionale hoofdstad Ponta Delgada. De belangrijkste steden op de centrale groep van 5 eilanden zijn Horta op Faial, een tussenstop voor schepen, en Angra do Heroísmo op Terceira, een drukke, kosmopolitische stad. Van hieruit kunt u de andere eilanden bereiken, São Jorge, Graciosa en Pico met zijn 2351 m hoge vulkaan.
Pico gezien vanop Faial
In 1427 ontdekte een van de kapiteins - varend voor de Portugese prins Hendrik de Zeevaarder - de Azoren. Mogelijk was dit Gonçalo Velho, maar dit is niet zeker. Vanwege de Noord-Franse en Vlaamse kolonisten die in de vijftiende eeuw voor de bevolking van de eilanden werden aangetrokken, werden ze tot in de zeventiende eeuw ook wel Vlaamse eilanden genoemd, alhoewel de eilanden altijd Portugees gebleven zijn. Zo werd op 1 januari 1451 de nederzetting Vila da Praia op Terceira gesticht door een zekere Jacob van Brugge. Ook de windmolens, vooral op Faial, werden door Vlamingen geïntroduceerd.
Lagoa do Fogo (het vuurmeer) São Miguel
Hun vulkanische oorsprong heeft de eilanden begiftigd met een uitzonderlijke natuurpracht die men wellicht nergens anders ter wereld kan vinden : indrukwekkende kraters met blauwe en groene meren, geisers, als kleurijke lappendekens uitgestrekte groene valleien verdeeld door kilometers lange hagen van hortensias. Door de eerder geïsoleerde ligging van deze archipel is de traditionele levensstijl van de Azoren, met uitzondering van de hoofdsteden, quasi onveranderd gebleven. Men leeft er van landbouw, visvangst en meer en meer van een natuurvriendelijk toerisme. Er is weinig of geen pollutie.
Azoren situering
De Azoren kennen een zeer lekkere keuken. Gezien er geen polutie is en de koeien er grazen in het groenste en sappigste gras, is het vlees ongelooflijk lekker! In Furnas op São Miguel is er de Cozido das Fumas (Cozido, een mix van rundvlees, worst en groente) dat in een paar uur tijd ondergronds is gaar gestoofd door de hitte van de vulkanische ondergrond. De Azoren hebben het gehele jaar door een constant klimaat, met weinig temperatuurverschillen. De temperatuur varieert tussen 11 en 26°C, waarbij augustus de warmste maand is. De taal is het portugees maar er wordt ook engels gesproken en de munteenheid is de euro.
Valentijnsdag is een dag waarop geliefden elkaar extra aandacht geven met cadeautjes, bloemen, of kaarten. Valentijnsdag wordt gevierd op 14 februari. Paus Gelasius I riep in 496 14 februari uit tot de dag van de Heilige Valentijn. In de Verenigde Staten is men, uit commercieel oogpunt, begonnen met het verleggen van de nadruk op anonieme liefde naar liefde. Valentijnsdag is in België en Nederland in korte tijd, sinds midden jaren 1990, een groot commercieel succes geworden: cadeauwinkels, boekwinkels, bloemenwinkels profiteren hiervan. Valentijnsdag werd lange tijd gevierd als het feest van de vrijgezellen en helemaal niet dat van de koppeltjes. Op die dag gingen de ongehuwde meisjes zich in de buurt van hun huis zich verstoppen met de bedoeling (en hoop) dat zij door frisse vrijgezellen gezocht en gevonden zouden worden. Na afloop van dit massale verstoppertje spelen beloofden de pasgevormde koppeltjes dat zij binnen het jaar zouden trouwen. Deze traditie diende om de bevolking te laten aangroeien en de uitbreiding van dorpen en steden te verzekeren.
valentijn is voor iedereen
De eerste vermeldingen van Valentijnsdag met een amoureuze betekenis gaat terug tot de 14de eeuw in Engeland en Frankrijk, waar het volksgeloof aannam dat de vogels op 14 februari met de bouw van hun nest begonnen. Waarschijnlijk zijn een aantal legendes over Valentijn in die tijd ontstaan als varianten op het verhaal dat de heilige op de vooravond van zijn marteldood een briefje gaf aan de dochter van zijn beul (een blind meisje dat door zijn aanraking bij mirakel kon zien) waarop zij kon lezen: Vanwege uw Valentijn. In Groot-Brittannië is Valentine Day de dag waarop je de vrouw of man van je dromen je liefde kan verklaren door de aanbeden gelukkige een briefje te (laten) geven met het rituele verzoek: Be my Valentine. In China en Taiwan is Valentijnsdag sinds de jaren 80 bijzonder populair geworden, vooral bij de jongeren. De Chinezen vieren ook een traditioneel feest voor geliefden, met name Qi Qiao Jie, en in Japan is het vieren van Valentijnsdag een absolute must voor heel wat vrouwen. Valentijnsdag is zelfs populair geworden in India en Pakistan, tot in Saoedi-Arabië toe en in Brazilië is er geen sprake van Sint-Valentijn, maar des te meer van de dia dos namorados (dag van de verliefden).
cupido
Legenden over Valentijn komen voor in de Legenda Aurea, maar het Valentijnsfeest van de romantische liefde, zoals dat tegenwoordig gebeurt, dankt zijn ontstaan aan een vermelding door Geoffrey Chaucer in 1382:
For this was on seynt Volantynys day Whan euery bryd comyth there to chese his make
'Want dit was op Sint Valentijns dag Als elke vogel zijn maatje komt kiezen'
Is vrijdag de dertiende voor jou een gewone dag als alle andere? Een uitgesproken angstsyndroom voor zo'n vrijdag heet met een op het Oud- en Nieuwgrieks gebaseerd neologisme paraskevidekatriafobie. Deze angst kan worden gezien als een ondervorm van triskaidekafobie, de pathologische angst voor het getal 13. Een ander, nog veel zeldzamer woord voor dezelfde angst is friggatriskaidekafobie.
-In Amerika is ooit eens becijferd dat een vrijdag de dertiende de economie miljarden dollars kostte. -In grote steden merkt men aan het openbaar vervoer dat er op die dag meer mensen thuis blijven. -In Amerika wordt in hoge gebouwen de dertiende verdieping "overgeslagen" - je telt van twaalf meteen door naar veertien... -Waarom het cijfer zo'n slechte naam heeft? -Aan het Laatste Avondmaal zaten dertien personen, en daarna ging er aardig wat fout. -Een nog oudere verklaring zegt dat het getal dertien niet in het twaalftallige stelsel paste. -De Romeinen zagen in het getal een symbool van dood, verwoesting en ongeluk. -Heksen vergaderen dan ook graag met zijn dertienen. -In ziekenhuizen wordt bij de nummering van verdiepingen vaak verdieping 13 overgeslagen. -Ook is er in bijna geen enkel ziekenhuis een operatiekamer nummer 13 te vinden. -In vliegtuigen ontbreekt vaak ook de 13de rij stoelen; de op 12 volgende rij is rij 14
Azorella is de botanische naam van een geslacht van zeventig tot honderd soorten bloeiende planten uit de schermbloemenfamilie (Umbelliferae oftewel Apiaceae). Het geslacht komt van nature voor in Zuid-Amerika en het gebied in het zuiden van de Grote Oceaan tot Nieuw-Zeeland. Het zijn laag groeiende zodevormende planten op bergen en subantarctische kusten. Bij hoge ouderdom kunnen ze heuveltjes tot 1 m hoog vormen, maar meestal blijft de hoogte minder dan 10 cm. De blaadjes zijn frisgroen maar de bloempjes zijn klein. Verschillende soorten worden als sierplant in rotstuinen geteeld. In België en Nederland zijn veel soorten niet winterhard. Aan de kust is het probleem meestal kleiner.
Azijn is een levensmiddel dat ontstaat wanneer gegiste producten verzuren door de juiste bacteriën. Als bijvoorbeeld bij de rijping van wijn lucht in het vat komt kan de alcohol worden omgezet in zuur en ontstaat wijnazijn. Azijn is chemisch gezien een oplossing van 4 tot 15% azijnzuur met geur- en smaakstoffen. Als 'azijn' minder dan 4% azijnzuur bezit, mag het wettelijk geen azijn worden genoemd. Dit wordt aangeduid met edik.
De Franse scheikundige en bioloog Louis Pasteur (1822-1895) ontdekte de azijnzuurbacteriën. Azijn kan op twee manieren worden gemaakt: met behulp van bacteriën en chemisch.
Bacteriële azijn: Azijn wordt traditioneel bereid met behulp van de azijnzuurbacterie Acetobacter, deze zit van nature in hout. Om dit proces plaats te laten vinden worden alcoholische dranken over houtkrullen gecirculeerd bij 30-35°C. Als grondstof kan oude wijn dienen, vergiste appelsap of andere producten. Traditioneel azijn heeft een aangename geur en smaak en wordt dan ook veelal in de keuken toegepast
Syntetische azijn: Azijn kan chemisch bereid worden door een oxidatie van aceetaldehyde, afkomstig van alcohol (ethanol). De bacterie zet ethanol eerst om in aceetaldehyde en dan in azijnzuur. Chemische azijn bevat geen geur- en smaakstoffen, die worden later toegevoegd. De synthetische azijn is veel goedkoper en kan ook sterker zijn.
Azijn wordt toegepast als levensmiddel, conserveermiddel en reinigingsmiddel. Verder zijn er enkele huis-tuin-en-keuken toepassingen. Een bekende toepassing is de combinatie van azijn en olie in dressings voor salades. Azijn helpt tegen brandnetelwonden. Azijn kan een prima en goedkoop onkruidbestrijdingsmiddel zijn voor de ecologische landbouw. Het spuiten van een oplossing van 5-10% azijn in water doodt de onkruiden vossenstaart en akkerdistel tijdens de eerste twee weken van hun groei. Akkerdistel, een van de hardnekkigste onkruiden ter wereld, blijkt bijzonder gevoelig voor azijn: met een 5% concentratie kan de distel voor 100% bestreden worden. Reinigen met azijn is niet alleen economisch maar ook veilig en milieuvriendelijk. Azijn wordt reeds generaties lang gebruikt als 'superreiniger'.
Het natuurlijke azijnzuur is een efficiënt ontsmettingsmiddel, luchtververser en reinigingsmiddel dat vet en zeepschuim reinigt, minerale ophopingen verwijdert, en bacteriën en schimmels bestrijdt. Azijn is een populair reinigingsmiddel in huis en tuin. Azijn kan gebruikt worden voor: -vetvlekken (onverdunde azijn gebruiken) -chroom (onverdund) -ontkalking van o.a. koffiezetapparaten (onverdund) -keukens te ontgeuren en verfrissen (verdund met water in pannetje laten koken) -ontstoppen van afvoerbuizen (gemengd met soda) -schoonmaken van stukken van 1, 2 en 5 eurocent Voordelen: -niet giftig -zacht voor de handen -laat geen strepen na -milieuvriendelijk -goedkoop Een watje gedrenkt in azijn helpt ook tegen jeukende muggenbeten.
De Aziatische olifant (Elephas maximus) is kleiner dan alle andere soorten olifanten (de Afrikaanse savanneolifant en de Afrikaanse bosolifant) van vandaag de dag. Zijn schouderhoogte is ongeveer tussen 2 en 3,5 meter en zijn gewicht tussen de 3000 en 5000 kg. Hij heeft kleine naar beneden wijzende oren en een bolle rug (in het Latijn: elephas). Deze heeft aan het einde een vinger aan de bovenkant, de Afrikaanse soort heeft er een aan de onder- en een aan de bovenkant. Het verschil tussen de Aziatische en de Afrikaanse olifant is héél duidelijk: Aziatische olifanten hebben kleinere oren en de vrouwtjes hebben geen zichtbare slagtanden.
Aziatische olifant , Melbourne zoo
slurfuiteinde Aziatische olifant
slurfuiteinde Afrikaanse olifant
Er zijn van deze soort 4 ondersoorten bekend: -De Indische olifant (Elephas maximus indicus) -De Ceylon-olifant of Sri-Lankaanse olifant (Elephas maximus maximus) -De Sumatraanse olifant (Elephas maximus sumatrensis) -De Borneodwergolifant (Elephas maximus borneensis) Ontdekt in 2003 ,hij is kleiner dan de andere Aziatische olifanten, maar ook heeft hij grotere oren, een langere staart en rechtere slagtanden. De Ceylon-olifant is het zwaarst (tot 5500 kilo) en de Sumatraanse olifant en minst zwaar (tot 4000 kilo). De Ceylon-olifant is het donkerst, de Sumatraanse olifant het lichtst met de minste pigmentvlekken. Wat ook opvallend is, is dat de Sumatraanse olifant 20 paar ribben heeft terwijl alle andere Aziatische olifanten 19 paar hebben.
duidelijke éénvingerslurf
Aziatische olifanten (duidelijke bolle rug)
De ondersoorten Borneo-olifant en Sumatraanse olifant beperken zich tot de eilanden waarnaar ze vernoemd zijn. Maar het zijn niet de minst voorkomende ondersoorten. Dat is de Ceylon-olifant. Met een populatie van 2500 tot 3000 wilde dieren leeft deze in Sri Lanka. De meest voorkomende is de Indische olifant. Hij leeft in Cambodja, Zuid-China, India, Laos, Maleisië, Myanmar, Nepal, Thailand en Vietnam. Hoewel in Zuid-China een kleine populatie van 200 dieren leeft, was dat vroeger anders. In de 19e eeuw leefde in grote delen van China de Indische olifant in grote populaties. De Aziatische olifant eet per dag wel tot 150 kg plantaardig voedsel. Ook drinkt hij 80-160 liter water. Het grootste gedeelte van de dag is hij dan ook (zoals vele planteneters) met eten bezig, gemiddeld wel 18 uur. Daarbij produceert de olifant zo'n 100 kilo mest.
werkende olifanten in Thailand
kudde olifanten in Sri Lanka
Een vrouwtjesolifant is vruchtbaar met een jaar of 8 in het wild en een jaar of 6 in een dierentuin, een mannetjesolifant pas later. Bovendien zorgt de rangorde er voor dat een jonge stier nog niet in staat is om te paren. Pas na het veroveren van een hoge rang mag hij paren. Dat is ongeveer met de leeftijd van 25 jaar, in een dierentuin hoeft een mannetje dit niet te doen en kan daardoor al dekken op een leeftijd van 15 jaar. Hun levensverwachting is 65 à 70 jaar.