De geschiedenis van de Basenji gaat terug tot het stenen tijdperk, maar ze worden meestal meer verbonden met Egypte en de faraos, die deze hond zeer hoog achten. In Egyptische graftomben zijn tekeningen gevonden van Basenjis die als huisdier werden gehouden. Ze werden onder de stoel van de meester getekend. Eén ervan had zelfs een naam gekregen: Xalmes. Waarschijnlijk zijn de faraos ervoor verantwoordelijk om de Basenji het goede leven te leren kennen. Cleopatra en Nefertiti hebben de Basenji wellicht als bedopwarmers gebruikt. Het is zeker dat de Basenji graag in of op een bed of de beste zetel slaapt. Eigenlijk worden zij graag als Royaltys behandelt.
Abuluka Hutu (Pemba) & Abuluka Gogo (Faro)
Het ras was eerst bekend als de Kongo Terrier. Er is een foto in de Zoölogische Tuin van Parijs van rond 1880 met daarop drie Basenjis Bosc, Dilbue en Mowa met een beschrijving die niet veel afwijkt van de huidige rasomschrijving. Na vele ontgoochelingen zijn de raseigenschappen eindelijk uitgewekt door de Engelse mevrouw Burns van de kennel Blean Basenjis in 1937. Nu is de Basenji in vele landen een populaire hond op hondenshows.
Zulu (Multi Ch. Abuluka Ditamba) & Kongo (Abuluka Fongoro)
De Basenji is een unieke hond met een schofthoogte tussen 38 en 42 cm en komt in vier kleuren voor; rood/wit, zwart/wit, een combinatie van de vorige kleuren, de zogenaamde tri-color en brindle. Zij hebben allen witte poten, een witte staartpunt en wit aan de borst. Zij kunnen ook witte vlekken hebben in het aangezicht en de nek. De Basenji heeft fris opstaande oren met een karakteristiek gefronst voorhoofd en een staart welke steeds gekruld is. Hij blaft niet, maar is geenszins geluidsloos. Hij heeft een scala aan geluiden die vaak omschreven worden als jodelen. Deze geluiden zal hij maken als hij blij of uitbundig is. De Basenji heeft veel weg van een kat! Hij heeft een hekel aan water en koude. Mocht hij toch vuil of nat worden, zal hij zich wassen zoals een kat. Als hij daarmee klaar is zal hij de andere, in dezelfde toestand verkerende dieren of mensen beginnen schoon likken. Zij gebruiken hun voorpoten om zich te wassen. Zij wrijven hiermee over hun bek en oren. Zij hebben ook de gewoonten van katten om in de beste zetel of op de zonnigste plaatsen te gaan liggen en de wereld te zien voorbijgaan.
Basenjis verwarmen zich aan de kachel
De Basenji is zonder twijfel een mensen hond die gedurende eeuwen getraind is om rond het kampvuur deel uit te maken van de familie. Door de primitieve achtergrond van dit ras is de Basenji niet voor iedereen het ideale hondenras. Hun ongeneselijke nieuwsgierigheid en hun anders dan anders zijn maakt dat zij zeker niet als gewoon of ordinair bestempeld kunnen worden. De Basenji is van nature niet erg gehoorzaam, zo zullen zij niet onmiddellijk komen indien hun interesse bij iets anders ligt. Men kan Basenjis wel kan trainen tot de hoogste gehoorzaamheid, evenwel door doorgedreven training. Indien u een hond zoekt die op elk commando onmiddellijk reageert, is de Basenji geen hond voor u. Indien u daarentegen een sprekende hond zoekt die trots, trouw, aanhankelijk, uitdagend, speels is en die u 9 van de 10 keren weet te verrassen met zijn spitsvondigheid, dan moet u niet verder zoeken. Dan is de Basenji de hond die u zoekt.
De Basenji kwam naar de westerse wereld vanuit Afrika, meer bepaald vanuit Kongo en Soedan. Er zijn evenwel sporen van hen gevonden in de meeste Afrikaanse landen. In Sierra Leone is de Basenji gekend als de sprekende hond. Deze omschrijving komt voort uit de zangerige, jodel geluiden die dit ras maakt. De Basenji is een hondenras dat niet blaft. Er zijn stammen waar de medicijnman één of meer Basenjis hield. Hoe meer Basenjis hoe sterker de krachten en het aanzien van de medicijnman. Vroeger werd in Tanzania de staart van de Basenji afgesneden voor de jacht. Dit werd gedaan opdat de apen, waarop men jaagde, de Basenji niet of moeilijker konden grijpen en doden.
basenji foto : Andreas Praefcke
De Basenji heeft een sterk ontwikkeld gezichtsvermogen en een sterk ontwikkelde reukzin. Het is een waar genoegen om de Basenji door het hoge olifanten gras te zien springen. Als hij op zijn hoogste punt gekomen is zal hij snel even rondkijken en de geuren opsnuiven van het opgejaagde dier. Hiervan is één van de Afrikaanse namen afkomstig: Mbwa Mkube Mbwawamwitu hetgeen betekend: de op en neer springende hond.
basenji auteur : onbekend
Meestal werden de Basenjis gebruikt als jachthond. Zij moesten het wild bijeendrijven en ingesloten houden tot de jagers het wild doodden. Doordat dit zeer stille honden zijn werd er vaak een bel rond hun nek of middel gebonden zodat de jagers ze konden volgen. In Engeland en de Verenigde Staten heeft men de Basenji met succes ingezet bij de jacht. Door hun grote snelheid en behendigheid kunnen zij makkelijk hazen en konijnen vangen en doden. Met veel geduld kan men ze zelfs opleiden om geschoten wild terug te brengen. Sommige puppies doen dit instinctmatig , bij andere heeft men meer geduld nodig en bij sommige zal het nooit lukken. Het grote probleem bij het opleiden van de Basenji voor de jacht, is ze te leren jagen in een beperkte zone. Hij is van nature gewoon van te jagen in een groot gebied. Een Basenji die een haas of konijn ziet lopen zal indien nodig zelfs over een 2 meter hoge afsluiting klimmen om de achtervolging in te zetten.
Een base of loog is de tegenhanger van een zuur. Een basische oplossing heeft een pH-waarde hoger dan 7, en zal lakmoespapier blauw kleuren. Een base kan op drie manieren gedefinieerd worden. Zuren worden door basen geneutraliseerd onder vorming van een zout en water. Zwakke basen, zoals aluminiumhydroxyde, kunnen gebruikt worden voor het tijdelijk neutraliseren van het maagzuur. Sterke basen zijn even gevaarlijk of misschien zelfs nog gevaarlijker dan sterke zuren en veroorzaken ernstige weefselbeschadiging. Een voorbeeld van een sterke base is natronloog.
Volgens Arrhenius
Een base volgens Arrhenius (een Arrhenius-base) is een molecuul dat in water (H2O) aanleiding geeft tot het vormen van een hydroxide-ion (OH -). Het molecuul kan ook zelf een hydroxide-ion bevatten, maar dat hoeft niet. Twee voorbeelden van Arrhenius-basen zijn natriumhydroxide (NaOH) en ammoniak (NH3 ): NaOH → Na+ + OH- NH3 + H2O → NH4+ + OH-
Volgens Brønsted en Lowry
Een base volgens Brønsted en Lowry is een molecuul dat waterstofionen (H+) kan opnemen en wordt een Brønsted-base genoemd. Deze twee chemici kwam in 1923 tegelijkertijd, maar onafhankelijk van elkaar met deze definitie. Ten onrechte wordt vaak alleen de naam van Brønsted vermeld.
Elke Arrhenius-base is ook een Brønsted-base, maar dat geldt niet omgekeerd.
Volgens Arrhenius moet het molecuul namelijk opgelost worden in water. Dit is volgens de definitie van Brønsted en Lowry echter niet noodzakelijk.
Volgens Lewis
Een base volgens Lewis is een molecuul met een vrij elektronenpaar (:) en wordt een Lewis-base genoemd. Het elektronenpaar kan met een zuur gedeeld worden, bijvoorbeeld:
BF3 (zuur) + :NH3 (base) → F3B:NH3
Alle Brønsted-basen zijn ook Lewis-basen, maar het omgekeerde geldt niet altijd.
Een bascule is een weegschaal gebaseerd op een hefboom.
Bascule met een arm.
De bascule bestaat uit een lange stang met in het midden een draaipunt. Aan beide uiteinden van de stang hangt telkens één bakje. In het ene bakje wordt het te wegen voorwerp gelegd en in het andere wordt met behulp van gewichten bepaald hoe zwaar het voorwerp is. Als de stang horizontaal hangt weet men dat aan beide kanten hetzelfde gewicht hangt.
Bascule met een arm voor kleine gewichten foto : Andreas Praefcke
Bascule met messen.
Vroeger werd voor het wegen van zwaardere voorwerpen een bascule met messen gebruikt. Aan de ene kant werd een gewicht geplaatst en aan de andere kant het te wegen voorwerp. De weegverhouding was 1 op 10.
bascule met messen auteur : 't Wasbord
Deze bascules werden regelmatig geijkt om malafide praktijken tegen te gaan. IJkers werden aangesteld door officiële instanties en deden op regelmatige tijdstippen hun ronde langs markten, winkels, boerderijen...etc.
bascule in maalderij foto : Gerald Bost CC achteraan gewicht 2kg, te wegen gewicht vooraan 20kg
Basalt is een mafisch vulkanisch stollingsgesteente dat gevormd wordt door de stolling van lava. De stolling van het basalt vindt plaats aan het aardoppervlak en daarom is basalt een uitvloeiingsgesteente. Door de snelle afkoeling zijn geen grote kristallen gevormd. De meest voorkomende mineralen in basalt zijn amfibool, pyroxeen en olivijn. Ook andere mineralen, zoals magnetiet kunnen in basalt gevormd worden.
Basalt is meestal zwart van kleur en bestaat uit kleine kristallen. De intrusieve variant van basalt wordt gabbro genoemd. De krimp die optreedt bij de stolling van de basaltlava leidt tot typische zeshoekige structuren (basaltzuilen).
basaltzuilen in Noord Bohemen, Tschechië
Basalt is een uitvloeiingsgesteente en ontstaat aan het oppervlak in gebieden met vulkanische activiteit. Het is typisch een product van laag visceuze snelstromende lava's zoals op Hawaï. Ook onder het (zee)wateroppervlak kunnen basaltuitvloeiingen plaatsvinden, zoals bij de mid-oceanische ruggen. Hier worden zogenaamde pillow basalts gevormd.
Er wordt aangenomen dat de naam basalt een verbuiging is van de naam van het Egyptische landschap Bashan, waar de steensoort ook voorkomt.
Devils Tower in Wyoming, V.S. auteur : Lilian Park CC
Basalt wordt in Nederland veel toegepast als dijkbekleding, in kademuren en op golfbrekers en strandhoofden. Door de vorm zijn basaltzuilen als een puzzel in te passen en door onregelmatigheden langs de zuil ontstaat een sterk onderling verband. Het hoge soortelijk gewicht - orde 2,9 ton/m3 - en de hardheid van het materiaal maken het bij uitstek geschikt. De meeste basalt komt uit de Duitse Eifel. Basalt wordt voor waterkeringen tegenwoordig nauwelijks meer toegepast en veelal worden betonnen elementen die machinaal in pakketten worden gezet, toegepast. De reden voor de afgenomen toepassing van basalt is een schaarste aan steenzetters, ARBO-wetgeving waarin het maximaal te dragen gewicht beperkt wordt en de hoge kosten van de grondstof. Toepassing van basalt blijft daardoor beperkt tot historische stadscentra. Basalt wordt ook toegepast bij de vervaardiging van steenwol.
De Barul (1066: Bazerol, 1136: silva de Barul, 1202: Baerol, 1223: Baeruel, 1224: Baroel) was een fiscaal domein in Rijsels-Vlaanderen dat zich uitstrekte over de parochies Marcq-en-Barul, Wasquehal, Flers, Mons-en-Barul en Fives Het behoorde tot het Merovingische en Karolingische kroondomein Annappes, dat bij het wegvallen van het centraal gezag door de graaf van Vlaanderen werd geüsurpeerd. De Barul omvatte onder meer het silva de Barul (woud van Barul), een leen van de Rijselse burggraven, dat in 1243 werd verkocht aan Margaretha van Constantinopel, gravin van Vlaanderen, ten voordele van de door haar gestichte abdij van Flines-lez-Raches.
Barzoi of borzoi (van het Russisch borzoj) is een oud Russisch hondenras, behorende tot de windhonden. Hij is hoogbenig en langharig. Verder heeft hij een lang, smal hoofd, hangende, naar achteren gevouwen oren en een lange staart. Zijn kleur is wit of wit met gele, oranje, rode, grijze of gestroomde vlekken; een van de genoemde kleuren zonder wit. De schofthoogte is bij teven 70 centimeter en meer, reuen 75 centimeter en meer.
Barzoi, foto : Eva Asselberghs
De Russische Wolfshond, zoals de Barzoi ook wel wordt genoemd, is het toonbeeld van elegantie en schoonheid. Eeuwenlang gebruikten grootvorsten en tsaren hem voor de jacht op (jonge) wolven. Als die opgejaagd uit het bos de open vlakten oprenden, werden koppels Barzois van zoveel mogelijk dezelfde kleur ingezet. De honden grepen de wolf bij zijn oren, waarna de jager het werk verder afmaakte.
De Barzoi vereist zeer veel lichaamsbeweging, waarbij men echter niet moet vergeten dat hij een jachthond is: men moet hem dus alleen ver weg van andere huisdieren (katten, schapen) laten rennen.
Het zijn edele, goedaardige dieren, maar soms enigszins gereserveerd en niet erg gesteld op wilde spelletjes met kinderen.
Barry (1800 - 1814) was een beroemde Sint-Bernard, die werkte als bergreddingshond. Hij leefde in het klooster bij de Grote Sint-Bernhardpas nabij de Zwitsers-Italiaanse grens en redde het leven van meer dan veertig personen.
Barry in het museum in Bern
Barry's lichaam is bewaard en te bezichtigen in het Nationale Historische museum in Bern, Zwitserland. Voor de Herinnering aan Barry is er een monument voor hem geplaatst aan de ingang van de Cimetière des Chiens huisdierenbegraafplaats in Parijs.
Het Barrièreverdrag of Barrièretractaat was een clausule bij de vrede van Rijswijk (1697), die de Negenjarige Oorlog afsloot, waarbij de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden het recht kreeg om garnizoenen te legeren in acht steden in de Spaanse Nederlanden.
In de voorgaande oorlogen, de Hollandse Oorlog van 1672-1678, en de Negenjarige Oorlog van 1688-1697, was gebleken dat de Spanjaarden niet meer in staat waren om op eigen kracht de Zuidelijke Nederlanden tegen Frankrijk te verdedigen. Deze verdediging was grotendeels voor rekening van de Republiek gekomen.
Daarom werd overeengekomen dat de Republiek 23 bataljons infanterie zou mogen legeren in de vestingen van Nieuwpoort, Oostende, Kortrijk, Bergen (Henegouwen), Aat, Charleroi, Namen en Luxemburg.
Deze garnizoenen zouden onder Nederlandse officieren staan, maar de kosten ervan zouden voor 60 % worden opgebracht door de Zuidelijke Nederlanden. Het was in feite een vooruitgeschoven verdedigingslinie van de Republiek.
De aanwezigheid van protestantse troepen werd door de katholieke inwoners van de betrokken steden maar matig op prijs gesteld.
Na de Spaanse Successieoorlog (1702-1715), toen de Spaanse Nederlanden aan Oostenrijk kwamen, werd in de Vrede van Utrecht (1713), later in 1715 nog aangescherpt, een nieuw barrièreverdrag opgenomen, waarbij het ditmaal ging om de steden Namen, Doornik, Menen, Waasten, Ieper en Veurne alsmede het fort van De Knocke.
In de oorlog van 1745-1748 bleek echter dat de vestingswerken van de betrokken steden sterk verwaarloosd waren, zodat de Fransen een aantal ervan gemakkelijk konden innemen. Na deze oorlog zegden de Oostenrijkers daarom de overeenkomst op.
Bron :Prof. dr. L. J. Rogier, Eenheid en scheiding (1952, 1968). Wikipedia CC
De Barringerkrater (ook Arizonakrater genoemd, en in het Engels Meteor Crater en vroeger Canyon Diablo crater) is waarschijnlijk de bekendste inslagkrater op aarde.
De krater ligt ca. 55 kilometer ten oosten van Flagstaff in de woestijn in het noorden van de staat Arizona in de Verenigde Staten. Hij is genoemd naar mijnbouwingenieur en zakenman Daniel Moreau Barringer.
barringerkrater auteurs : Gieljan de Vries en Carl Koppeschaar CC
De krater is gevormd door een nikkelijzermeteoriet. De inslag van de meteoriet gebeurde zo'n 50.000 jaar geleden, in de periode die pleistoceen wordt genoemd. Onderzoekers schatten dat de meteoriet die hier neerkwam een diameter van ongeveer 50 m had en 300.000 ton woog. Hij sloeg in met een snelheid van 18 km/s en vertegenwoordigde een energie van 20 miljoen ton TNT. De inslag veroorzaakte een aardbeving met een kracht van minstens 5,5 op de schaal van Richter. De krater die het gevolg was van de inslag is ca. 1300 meter in diameter en ongeveer 170 meter diep. De kraterrand ligt 30 meter boven de omringende vlakte. Fragmenten van de meteoriet liggen verspreid rond de krater, evenals kleine metalen bolletjes die ontstonden toen de meteoriet tijdens de inslag verdampte. De vorm is opmerkelijk goed bewaard gebleven en voor een inslagkrater is hij betrekkelijk jong.
Barringerkrater gezien van de rand auteur : Stan Shebs CC
De Barringerkrater is de eerste krater waarvan werd vermoed dat hij niet door vulkanisme is ontstaan. Het was de vondst van nikkelijzer die Daniel Moreau Barringer in het begin van de twintigste eeuw tot de conclusie bracht dat de krater het gevolg was van een meteorietinslag. Meer bewijzen werden in 1960 gevonden door Eugene Shoemaker, Edward Chao en Daniel Milton, die op deze plek coesiet en stishoviet vonden. Deze mineralen ontstaan alleen onder extreem hoge druk en temperatuur en zijn daarom de belangrijkste aanwijzingen voor een inslag uit de ruimte. Het bewijs werd vervolledigd toen Shoemaker drie jaar later de overeenkomsten aantoonde tussen de Barringerkrater en kraters die tijdens kernproeven in de Nevada-woestijn waren ontstaan.
Op lucht- en satellietfoto's is te zien dat de krater niet zuiver rond, maar enigszins vierkant is.
De krater is een populaire toeristische attractie. Hij is makkelijk te bereiken via de Meteor Crater Road vanaf de snelweg I-40. Voor toegang moet betaald worden. De krater is niet wettelijk beschermd, ondanks het geologische belang dat eraan gehecht wordt. De krater is nog steeds eigendom van de familie Barringer (Barringer kocht hem in 1903). Op de zuidrand van de krater bevindt zich een bezoekerscentrum van de Barringer Crater Company. Er wordt nog steeds wetenschappelijk onderzoek gedaan naar de krater.
In de jaren zestig is de krater gebruikt in het kader van het Apolloprogramma door astronauten van de NASA om te oefenen voor het verblijf op de maan.
Barreado is een stoofpotgerecht afkomstig uit de kuststreken van de Braziliaanse staat Paraná.
Het gerecht is ontstaan als typisch carnavalseten. Om aan de festiviteiten van carnaval mee te kunnen doen maakten de huisvrouwen het voedsel voor die dagen al van tevoren klaar; het mocht dus niet al te moeilijk te maken zijn en moest ook na een aantal dagen nog smaakvol zijn.
De ingrediënten voor barreado zijn rundvlees, reuzel en verschillende kruiden. Het klaarmaken van het vlees is traditioneel een proces van zo'n 12 tot 24 uur, waarin het vlees zacht gekookt wordt en de kruiden in moeten werken op het vlees. Tegenwoordig kan dit proces versneld worden tot 2-3 uur met behulp van een snelkookpan, maar dit zorgt wel voor een afwijkende smaak.
barreado feestelijk
Barreado wordt opgediend met witte rijst, banaan en bijzonder fijne cassavemeel. Het vlees moet vervolgens op het bord goed gemengd en geprakt worden met cassavemeel en een beetje heet water.
Om te verifiëren of men dit goed heeft gedaan moet men het bord op zijn kop houden: valt er niets uit, dan heeft men goed geprakt en de juiste mengverhouding gevonden.
Vervolgens kunnen naar smaak schijfjes banaan of sinaasappel worden toegevoegd. De witte rijst kan van hetzelfde bord, of apart gegeten worden.
barreado traditioneel auteur : Luciana Mastrorosa
In het koloniale kuststadje Morretes is barreado indirect één van de belangrijkste bronnen van inkomsten. Morretes ligt op een toeristische weg die naar de stranden van Paraná leidt en is om haar rustieke riviertje en mooie ligging een geliefde tussenstop. Het gros van de restaurants heeft zich gespecialiseerd in alleen barreado.
De Barramundi (Lates calcarifer) is een straalvinnige vis uit de familie van Latidae en behoort derhalve tot de orde van baarsachtigen (Perciformes).
Het is gewoonlijk een grijs-groene vis met een koperachtige flikkering en kan 200 cm groot worden en 60 kg wegen. Deze vis leeft van schaaldieren, weekdieren en kleine vissen, inclusief zijn eigen soort.
De naam Barramundi is afgeleid van de Queensland-Aboriginal-taal uit het Rockhamptongebied en betekent 'grote schubben'.
Lates calcarifer komt zowel in zoet als zout water voor. Ook in brak water is de soort waargenomen. De vis prefereert een tropisch klimaat en heeft zich verspreid over de Grote en Indische Oceaan. De diepteverspreiding is 10 tot 40 m onder de wateroppervlakte.
Lates calcarifer is voor de visserij van groot commercieel belang. In de hengelsport wordt er weinig op de vis gejaagd. Tevens wordt de soort gevangen voor commerciële aquaria.
barramundi aan de oppervlakte
De vis wordt internationaal gekweekt door middel van aquacultuur in Australië, India, Indonesië, Thailand, het Verenigd Koninkrijk, de Verenigde Staten en, sinds kort ook, in Nederland.
Het fijne witte vlees, de milde smaak en het bevatten van relatief weinig graten maken de Barramundi erg populair als delicatesse, die op vele manieren bereid kan worden.
De barracuda's (Sphyraenidae) vormen een familie van baarsachtige vissen en is de "pijlsnoek" van het koraalrif. Het enige geslacht van deze familie is de Sphyraena. In het Indo-Pacifisch gebied komt men ze meestal met honderden tegelijk tegen. Deze scholen komen vooral voor langs de zeezijde van de wanden van het koraalrif. De soort Sphyraena sphyraena komt ook ook in de Middellandse Zee voor. Op het Caraïbisch rif echter leven ze vaak solitair, dus alleen. Van kop tot staart een ideale roofvis. Met vervaarlijke tanden in de kaken, een slank torpedovormig lichaam en een staart gebouwd op voortstuwing. In sommige delen van de wereld worden ze meer gevreesd dan haaien, maar meestal zijn dergelijke verhalen sterk overdreven. Er zijn slechts weinig betrouwbare getuigenissen van ongevallen, al of niet met dodelijke afloop, ten gevolge van een aanval van barracuda's.
De barracuda kan een lengte bereiken van 200 cm. Het lichaam van de vis heeft een langgerekte vorm. De vis is zilverachtig gekleurd met zwarte verticale strepen en kleinere stippen op het achterste lichaam, en heeft een geprononceerde kaak.
De vis heeft geen zijlijn, maar wel twee dorsale vinnen en één anale vin. De twee dorsale vinnen staan ver uit elkaar. Er zijn zes dorsale stekels en één anale stekel. Verder zijn er negen dorsale stralen en tien anale stralen.
De barracuda is een zout- en brakwatervis die voorkomt in een subtropisch klimaat. De soort is voornamelijk te vinden in zeeën, ondiepe wateren (zoals mangroven, moerassen en ondergelopen grond) en koraalriffen. De diepte waarop de soort voorkomt is maximaal 100 m onder het wateroppervlak.
Sphyraena barracuda (Grote barracuda) auteur/foto : Cozumel, Mexico by Sami Salmenkivi CC
WASHINGTON - Amerikaanse en Canadese wetenschappers hebben een unieke spinnensoort ontdekt. De bagheera kiplingi is de allereerste spin die vegetarisch blijkt te zijn. Alle andere 40.000 bekende spinnensoorten eten vlees.
Bagheera kiplingi foto R.L.Curry
De vijf biologen hebben hun vondst dinsdag bekendgemaakt in de nieuwe editie van het wetenschappelijke tijdschrift Current Biology. Zij hebben de spinachtige, die in Midden-Amerika voorkomt, jarenlang geobserveerd. Ze kwamen erachter dat het diertje alleen de uiteinden van de bladeren van de acaciaplant eet.
Voor dat voedsel moet de spin de strijd aangaan met mieren, maar het kwam maar een enkele keer voor dat de mieren zelf in de maag van de spin belandden. Omdat de spin niet op prooidieren jaagt, weeft het ook geen web.
bagheera kiplingi
Het is vooral opzienbarend dat de spin fysiek in staat is om überhaupt plantaardig voedsel te verteren. We zijn er altijd vanuit gegaan dat spinnen geen vast voedsel tot zich kunnen nemen, zegt onderzoeker Christopher Meehan van de Villanova Univesity. Insectenetende spinnen spuiten hun prooi in met een soort gif, waardoor het ongelukkige slachtoffer verandert in een vloeibaar papje.
De Bagheera kiplingi eet zijn bladeren echter in vaste vorm.
De Barousse is een Franse kaas uit het hoge berggebied van de Pyreneeën, uit de kleine vallei van de Ourse, de Barousse.
De Barousse kan zowel van schapenmelk als van koemelk gemaakt worden (wel van de pure melk van één van de twee, geen gemengde producten). Er is maar één producent van deze kaas, Denis Sost. De kaas wordt maar in een kleine hoeveelheid gemaakt en is buiten de streek vrijwel niet verkrijgbaar. De kaas is goed vergelijkbaar met de Esbareich. De kaas heeft een eigen karakter doordat de beesten alleen de kruiden van het berggebied als voedsel krijgen.
De Barousse is van het type gewassen korst kaas, gedurende het rijpen wordt de kaas regelmatig gewassen met pekel. De kaas rijpt minimaal 2 maanden tot zes maanden. Resultaat hiervan is een sterk geurende kaas, met een gladde okerkleurige korst en een smeuïge kaasmassa waarin een groot aantal kleine gaatjes zit.
Een barouche of Duitse wagen is een koets met open koetsiersbok, geschikt voor enkelspan of tweespan paarden. Het rijtuig biedt plaats aan twee of vier passagiers, die worden beschermd door een kap.
De Selbstfahrer is een vierwielig, vierpersoons dienstrijtuig met wegklapbare tweepersoons koetsierszit en voorscherm, geschikt voor enkel- of dubbelspan paarden. Het rijtuig heeft een schuitvormige houten bak, onderstel en wielen. Aan weerszijden bevindt zich een klein portier met greep. Boven de voor- en achterwielen zijn twee lange gebogen spatborden geplaatst, waartussen een opstapijzer zit. Aan de achterzijde zit een neerklapbare huif met aan de voorzijde kleine scharnierende vensters. De kap is met zwart leerdoek overtrokken en heeft aan de zijkanten scharnierende kapijzers. In de bak is een zitplaats voor twee personen die de rijrichting op kijken en daar tegenover twee klapzitjes of een wegklapbaar kinderzitje, die naar elkaar gericht zijn, het zogenaamde Vis à Vis. Het interieur en de bokzit zijn bekleed. Een barouche is vaak geschikt voor aanspanning à la d'Aumont, vanwege de wegklapbare koetsierszit. De diameter van de voorwielen is circa 90 cm, die van de achterwielen circa 1,10 meter.
barouche
Een bijzondere wijze van aanspannen is de aanspanning à la d'Aumont. Hierbij wordt een vierspan niet vanaf de bok gereden maar door ruiters op de bijdehandse (linker)paarden. Die paarden waren dan ook opgetoomd als rijpaarden. Deze methode van rijden werd geïntroduceerd door Duc D'Amont, tijdens het regiem van Lodewijk de 1e. Bij een tweespan sprak men van Demi-d'Aumont.
barouche zakmodel
Het zakmodel is een vierwielig vierpersoons dienstrijtuig voor twee- of vierspan paarden, met een koetsiersbok en achter een knechtenbank. De koets heeft een gelakte bak, onderstel en wielen, versierd met biezen. De bak heeft kleine scharnierende portieren, een zwartlederen voorscherm en dito spatschermen voor en achter en een metalen zweepkoker. De lederen kap heeft zwarte kapijzers, waarop witmetalen rozetten zijn bevestigd. De binnenbak heeft zwarte gecapitonneerde rug- en zitkussens. Rechts bevindt zich een blankmetalen remwiel. De voorwielen hebben twaalf spaken, de achterwielen veertien. De wieldiameter is gelijk aan die van de Selbstfahrer.
Een baronet is de drager van een Britse eretitel (een baronetcy), die is gemaakt door koning Jacobus I van Engeland in 1611 ter versterking van zijn schatkist. Het is een erfelijke titel en adellijke titel, maar behoort niet tot 'the Peerage', de hoge adel. De baronet wordt aangesproken met Sir, gevolgd door zijn voornaam en geslachtsnaam. Achter de geslachtsnaam dienen de letters "bt" of "bart" gevoegd te worden om de baronet te onderscheiden van Knights (ridders), hetgeen geen erfelijke titel is (welke óók de aanspreektitel 'Sir' voeren, maar dan met het achtervoegsel dat bij hun rang in de ridderorde waar zij lid van zijn hoort, of als ze een zogenaamde Knight Bachelor [niet behorende tot een ridderorde] zijn met het achtervoegsel K.B.).
Een baronet heeft het recht om te worden geridderd en had het recht om zijn oudste wettige zoon, wanneer die meerderjarig werd, te laten ridderen. Dit recht echter werd in 1827 door Koning George IV ingetrokken, echter in 1874 werd Ludlow Cotter (oudste zoon van Sir James Lawrence Cotter 4e Baronet of Rockforest) alsnog de titel ridder verleend. Nadien zijn er nog wel enkele claims van dit recht geweest maar die zijn allemaal afgewezen.
Met enkele uitzonderingen na kunnen baronetcies slechts worden geërfd via de mannelijke lijn. De manier van opvolging staat vermeld in the patent of creation waardoor het baronetschap gecreëerd wordt.
Een lijst van Britse baronets kan worden gevonden in 'Burke's Peerage and Baronetage'
baron blauwe druif, goed om wijn van te maken, nieuw ras nog maar weinig planten beschikbaar, fruitig / vol type wijndruif, rechtop groeiend, zeer schimmel tolerant
Baron was een vrachtwagenmerk uit Borehamwood, Engeland. Baron werd in 1957 opgericht door Peter Boulas met als doel een speciaal type vrachtwagen te ontwikkelen, dat goedkoop genoeg was voor derdewereldlanden. Om de vrachtwagens goedkoop te houden werden ze enkel uitgerust met chassis, motorkap en stuurinrichting met 1 stoel, er was niet echt sprake van een cabine. Van het merk Baron kwamen 2 typen uit. Een vrachtwagen met 6 ton laadvermogen en een met 7 ton laadvermogen. De vraag naar dit soort vrachtwagens bleef echter uit waardoor het bedrijf in 1970 failliet verklaard werd.
Bouwpakket
Om de vrachtwagens makkelijk te kunnen vervoeren naar de derdewereldlanden werden ze als een soort bouwpakket geleverd, en moesten dus ter plekke nog gemonteerd worden. Het pakket bestond uit een chassis met ophanging voor de wielen, een cabine, een motor en de wielen.
Baron is een Brits historisch merk van motorfietsen. Ze werden gemaakt bij de Baron Cycle Co., Birmingham. Dit was een fabriek die slechts korte tijd (in 1921 en 1922) motorfietsen produceerde. De gebruikte inbouwmotoren waren van Villiers (269 cc tweetaktmotoren) en Blackburne (346 cc viertaktmotoren).