***xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Vrijdag 29 maart
Zon 6u25-19u10
Goede Vrijdag
H Jonas
Op Sint-Jonas komt
dikwijls vuur van pas
.
1319 - HET POSITIEVE VAN
KUNSTPAUSEN IS HUN NEGATIEVE KANTEN TE KUNNEN BELICHTEN
°°°
Een
Bijna Zeer Grote (op onze kosten)
Bejubeld
(op onze kosten) door andere Net Nieters
°°°
U hebt misschien elders al
de jongste Sanctorum gelezen en dan moet dat voor U een dubbel plezier
zijn, ofwel is het nieuw voor U, en dan verzeker ik U een gezondheiskuur in de
gezonde berglucht.
Hoezo, berglucht, denkt U
nu
Hoekandanaa?
Wel, de woorden die Johan
Sanctorum gebruikt om over ons Vlaams Nationalisme te schrijven, doen mij
denken aan de gemoedsgesteltenis van een koningsarend, als die hoog in de
blauwe lucht het gewriemel der wormen beneden hem in het dal in de diepte ziet.
Het zijn de woorden
waarnaar ik ook al zo lang zoek. Ik ook, ik kende die woorden (hieronder door
mij met gele markeerstift aangeduid), ze staan allemaal zonder één uitzondering
in de Dikke Vandaele, maar ze zijn lijk de verf in tuben, die de kunstenaar nog
op het doek moet brengen.
Johan Sanctorum zal
dan ook nooit ofte jamais gesabeld, geridderd noch gelauwerd worden door de Groten der Aarde. Hij zal zich
alleen, hoogstwaarschijnlijk lang na zijn dood, mogen verheugen in de warme
liefde van zijn eigen volk, eenmaal dat vrij.onafhankelijk zal zijn
geworden.
°°°
Of vergis ik mij, en is die
dag niet meer zo heel ver?
°°°
Ter zake :
Gerard Mortier heeft het nog altijd niet begrepen.
24-03-2013 - Johan Sanctorum - Res Publica
°°°
Vanavond houdt Gerard Mortier in de Antwerpse
Bourlaschouwburg zijn Hugo Claus-lezing, op uitnodiging van uitgeverij De
Bezige Bij, literaire evenementenorganisator Behoud de Begeerte, Toneelhuis en
De Morgen. Veel schoon volk dus. Yves Desmet praat het circus aan elkaar. Als de
weersomstandigheden het toelaten, loop ik eens langs. Alvast een
voorbeschouwing.
Hogervernoemd lijstje van organisatoren en sponsors
geeft uiteraard al een indicatie van de politieke hoek waaruit de wind waait:
dit is een festival van de links-weldenkende bobos die Vlaanderen van het
fascisme willen redden, en van de weeromstuit onderdak zoeken in de kwakkele
Belgische constructie en, godbetert, zelfs het koningshuis. Het bekende verhaal
van de door de Belgicistische connectie gedomineerde Vlaamse kunstensector (of
alleszins Vlaams als het op subsidies aankomt), we hebben het al duizend keer
verteld.
Behoud de Begeerte doet natuurlijk ook een belletje
rinkelen. Het waren deze jongens en meisjes die zo nodig de naam van het
Antwerpse De Coninckplein vernoemd naar Pieter de Coninck wilden veranderen
in het Herman de Coninckplein. Het beschamend imbroglio dat daarop volgde, met
de eeuwig treurende weduwe Kristien Hemmerechts in de glansrol, zal de
geschiedenis ingaan als de zoveelste Antwerpse flauwe grap.
Maar goed, Gerard Mortier dus. Hij behoort met Jan
Hoet tot de generatie Vlaamse kunstpausen : intendanten en curators die het
gemaakt hebben op de internationale culturele scène, maar die als
soixante-huitards ook vechten tegen hun eigen sclerose en impertinentie, in een
tijd waarin cultuur als instituut steeds meer in vraag wordt gesteld. Het is de
discussie die ik steeds weer heb met mijn goede vriend en tegenstrever Bart
Caron, de Groene believer in overheids-patronage en door de politieke bovenbouw
gecontroleerde kunstensector, met heel het administratieve zwaargewicht dat
daar onvermijdelijk aanhangt.
Hoe progressief deze lui zich ook etaleren, het
manna moet wel altijd van de staat komen, zelfredzaamheid is er niet bij.
Terwijl nu net dat autonomisme volgens mij een nieuw soort revolutionaire
kunst zou kunnen opleveren, die ook de politieke zekerheden op losse schroeven
zet.
Zon
gezworen institutionalist is dus ook Gerard Mortier. In een vorig leven was ik
artistiek leider van de Vlaamse Jeugd Opera, een muziektheatergezelschap voor
jongeren. In die hoedanigheid liep ik hem wel eens tegen het lijf. Klikken deed
het niet echt. Wij, van onze kant, waren outlaws, we werkten zonder subsidies
en vroegen ze ook nooit aan, omdat we vonden dat zoiets onze onafhankelijkheid
in de weg stond. Terwijl Mortier altijd de man van het grote geld is geweest,
een big spender, iemand die alleen kon gedijen in een omgeving waar er echt met
middelen kon gesmeten worden. Overal waar hij neerstrijkt ontstaan er grote putten,
die door andere, mindere goden, dan weer moeten gedempt worden. In de
Muntschouwburg weten ze er alles van.
Over de bankencrisis en de kwakkelende EU zal men
Mortier dan ook zelden of nooit iets horen vertellen: voor hem is er gewoon
geen crisis. Het is misschien ook niet toevallig dat Gerard Mortier vandaag
directeur is van het Teatro Real Madrid, de Koninklijke Spaanse Opera van een
staat die zo goed als bankroet is, maar die desalniettemin vrolijk op
olifantenjacht gaat en business as usual bedrijft.
Terwijl het Madrileense staats- en
cultuurcentralisme eigenlijk al zijn glans heeft verloren, en de Catalaanse
regio luidop droomt van onafhankelijkheid. In de opera van Barcelona worden
trouwens meer artistieke potten gebroken dan in Madrid (in tegenstelling tot
Vlaanderen zijn de Catalaanse kunstenaars wél republikeins en autonomistisch).
Maar Mortier heeft dus gekozen voor de erfgenamen van Groot-Inquisiteur Filips
II, het oude pluche en de stierengevechten. Dos cervezas por favor.
In politiek-intelellectueel opzicht ontstaat er
daardoor een enorm spagaat: Men heeft de indruk dat het progressistische,
kosmopolitische discours van deze eminente lui een soort verlegenheid moet
toedekken, een schaamte omwille van de institutionele verankering waarvoor men
heeft gekozen, en die uiteraard allesbehalve progressief kan genoemd worden.
Het gaat dus om schaamlappen en alibis.
In De
Standaard van vrijdag 22 maart gaf Mortier in een kort interview, bij wijze van
prelude op zijn Claus-lezing, alweer een inkijk in dat vreemde, dubbelzinnige,
inconsequente boboisme. Enerzijds wordt er natuurlijk uit het vaste vaatje
getapt van het enggeestig nationalisme versus het verlichte
internationalisme, waarin hijzelf uiteraard schittert. Daarbij wordt aangehaald
hoe de Vlamingen altijd weer uitzwermden om het in de vreemde te maken:
Vlaanderen zendt zijn zonen uit, het motto van de missiepaters. Op cultureel
vlak worden de Vlaamse polyfonisten uit de XVde eeuw (in Frankrijk spreekt men
van Lécole franco-flamande!) steeds weer als voorbeeld aangehaald. Maar
musicoloog Johan Uytterschaut haalt dat argument in een stevige lezersbrief
onderuit en demystifieert:
Ze waren opgekocht door headhunters in dienst van
Europese hoven die goed in de slappe was zaten. Bovendien was die braindrain zo
massaal, dat niemand van betekenis hier achterbleef om op de winkel te letten
en een nieuwe generatie componisten op te leiden.
Door een
gebrek aan gezond chauvinisme liep Vlaanderen dus leeg. Er werd door die
kosmopolieten zoveel gereisd en goede sier gemaakt aan de Europese hoven, dat
wij nooit tot een cultuurnatie konden doorgroeien. Waardoor de kneuterigheid en
het elk-zijn-vierkante-meter-syndroom bleef domineren. Alle gelijkenis met de
huidige situatie is toevallig.
Ook vandaag zitten we opgescheept met het
halfslachtig boboisme van een cultureel establishment dat voortdurend naar het
buitenland, Europa en de wereld lonkt, omdat de elementaire fierheid ontbreekt
tot politiek veranderingsdenken op eigen bodem. Een laag zelfbeeld zit er
achter de ronkende breeddenkendheid die Mortier, Hoet en alle anderen etaleren.
Ook Hugo Claus, zonder twijfel een literair monument én zoon van een zwarte,
ontsnapte niet aan die latente drang tot nestbevuiling.
Een staaltje
van kromdenken ontwaart men ook, waar Mortier met zoveel woorden zegt dat hij
eerst De Wever steunde, als een dam tegen het Vlaams Belang (Ik zag in hem
iemand die het Vlaams Belang kon counteren.). Maar nu De Wever zelf een
bepalende factor is geworden, wordt ook diens variant van het
Vlaams-nationalisme als kwaadaardig beschouwd. Weer een voorteken dat er een
nieuw cordon in de maak is, hoe hard de N-VA-voorzitter ook zijn best doet om
het verdomhoekje te mijden...
Intriges,
schijnbewegingen en alibis. Er heerst een fundamenteel gebrek aan parler-vrai
in dit bobo-milieu. Dit manco, én de weigering om aan een artistieke
vooruitstrevendheid ook een politiek-revolutionair denken te verbinden (in de
Vlaamse context is dat zonder meer de autonomistische beweging, los van het oude
België in het kwakkelende Europa), maakt dat al die bevlogen cosmopolitische
kunstenaars op het einde ook de artistieke boot missen: het discours van Gerard
Mortier is versleten, achterhaald, het ruikt naar de mottenballen en naar het
naïeve vooruitgangsoptimisme van de voorbije eeuw waarin de bomen tot aan de
hemel groeiden.
De nieuwe breuklijnen en de tekens van revolte
manifesteren zich ergens anders. Ze gaan uit van een nieuwe behoefte aan
herkenbaarheid en identiteit, niet vanuit een belegen conservatisme, maar juist
tegen het establishment en de regimes die vandaag vluchten in Eurofiele
waandenkbeelden. Heel de EU-bubbel is gedoemd om open te spatten, financieel,
economisch, politiek, én als cultureel evenementenbureau. Dàt heeft Mortier,
met al zijn intelligentie, nog altijd niet begrepen.
In dat
opzicht kan ik misschien verwijzen naar de verzetsbeweging in Marseille, dit
jaar tot Culturele hoofdstad van Europa gebombardeerd. De bewoners van deze
door criminaliteit geteisterde grootstad vinden het getuigen van cynisme om te
denken dat internationalistische prestigecultuur hun problemen zou kunnen
oplossen. Integendeel: de bobos helpen mee aan de sociale afbraak, ze ontnemen
de Marseillezen moreel het recht om naar hun eigen (rijke) identiteit van
Provençaalse vrijstad op zoek te gaan.
Onder de
veelzeggende naam Front des réfractaires à lintoxication par la culture
(kortweg FRIC) is er een tegenbeweging op gang gekomen, noem het maar een
volksopstand, tegen de Euro-verlakkerij, de mega-masterplannen, en de doortocht
van de lachende kunstpausen:
Les
Marseillais sont censés participer aux réjouissances, se laisser bercer de bons
sentiments, senthousiasmer pour une culture hors-sol parachutée depuis les
sommets de la bureaucratie européenne et applaudir à léviction des cultures
populaires intimement liées à ce territoire. Pour notre part, bien conscients
que cette opération va se mener contre nous, nous ne serons pas les gogos de
leur pseudo-événement. Sils veulent la guerre, ils lauront !
Dat is taal
met de kracht van een bom, Gerard Mortier zal dit zonder twijfel als
populisme proberen dood te slaan.
Toch is het
dit soort bewegingen dat de culturele toekomst van Europa en van deze planeet
zal uitmaken: een anti-globalistisch élan, een tendens tot schaalverkleining,
gekoppeld aan een zoektocht naar wortels, het particuliere, het bijzondere en
unieke, en gericht tegen de grote gelijkmaking. Dat alles gecombineerd met een
imperatief van meer sociale rechtvaardigheid en echte politieke democratie.
In Vlaanderen bestaat de grote uitdaging er nu voor
de culturele sector in, om de klik te maken, weg van het subsidieconsumentisme,
weg van het Belgicistische en Euro-cosmopoliete ontkenningsgedrag, én in de
richting van een republikeinse revolte. Jawel, met de steun van en gedragen door de zogenaamde
grondstroom. Noemen we het maar de Tijl Uilenspiegelfactor, het (her)ontdekken
van onze rebelse volksaard, de Geuzenmentaliteit, tegen het katholieke
onderhorigheidsdenken.
Daar hebben we meteen ook weer een raakpunt met de
Groot-Nederlandse gedachte. Om te beletten dat de polyfonisten blijven
uitzwermen en het klootjesvolk achterblijft, hebben we een gemeenschappelijke
ruimte nodig met voldoende zwaartekracht. Zogenaamd rechts heeft hier sterkere
kaarten en betere argumenten dan links, zeker in Vlaanderen, of Mortier dat nu
graag hoort of niet.
De natie is geen doel op zich, mag het nooit
worden. Ze is, op haar best, een vat waarin een collectieve identiteit als
organische chemie kan gedijen. Zonder dat, blijven we een verzameling
brokstukken, een planetoide zonder bindingskracht.
Dat is mijn antwoord, a priori, aan de zonder
twijfel zeer onderhoudende Claus-lezing van Gerard Mortier.
°°°
Ja,
ik weet het. Die gele markeer-stift werkt op de zenuwen. Ook op de mijne, en ik
heb ze dan nog zelf moeten zetten ook, wat dubbel zo erg is.
Maar
nu ik het overdenk, had ik bijna de gehele tekst in t geel-zwart mogen zetten.
Maar dat zou alleen de tricolore keffertjes aan het blaffen hebben gzet. Of
erger, hen de kans geboden om hun pootje op te heffen.
°°°
http://www.vlaamsbelang.org/
http://www.pallieterke.info
°°°
|