*
*
Hij vleide geen groten ter wereld
Wat recht was en schoon joeg zijn boezem in brand….
Hij duldde geen vreemden tot Meesters in ’t Land…
.
°1925 -27/4/2007
*
INLEIDING
Ik heb de man nooit persoonlijk kunnen ontmoeten. Zelfs vandaag is de afstand tussen zijn grootsheid en mijn blogske zo iets als het aantal lichtjaren tussen mij en de zon. De tijd heeft stilaan een laagje patine over de meeste van zijn scherpe woorden gelegd. Maar na 10 jaar; dag op dag van zijn verlijden, is hij meer dan ooit in diezelfde woorden springlevend. Het is dan ook dubbel spijtig, dat zij die zeggen Vlaming te zijn die eerst opkwamen ‘voor verandering’, en nu ‘om de boel vooruit te duwen met openhanden’, ondertussen Vlaanderen hebben afgeschaft. Wegens het doel bereikt…..
Zijn opvolger, Frankie the loverboy, ‘een grote meneer’ volgens de woorden van een tot tranen toe bewogen BDW op de begrafenis van hun beider ‘chouke’, de betreurde MRM. Die drie samen konden een keerpunt voor Vlaanderen geweest zijn. Want vanaf die dag rees de staartster va de BDWërs pijlsnel. Liefde en de gunst van de massa kunnen soms rare bokkensprongen maken. En wij zitten met de gebakken peren.
De jonge Griekse God Tom Van Grieken uit Antwerpen zette gistrtren even de puntjes op de i. Gewoon door de bezeilende woorden van Karel Dillen te herhalen. Waaruit we vooral moeten onthouden, dat verzet een verdomse plicht is waaraan we niet, onder geen enkele omstandigheid, kunnen verzaken.
Dat is, naast de persoonlijke gevoeligheden, gewin de regel. Onverfranst, onverduitst, onverengelst, onnveramerikaniseerd, onverislamiseerd: de ogen (en het verstand) gericht op de toekomst.
Meneer Dillen, U waart een grote meneer, en niemand anders. Bedankt voor alles wat U ons hebt geleerd.
*
MIDDENSTUK
Onder voorname dankzegging
overgenomen door Digitalia bij
http://www.vlaamsbelang.org/
*
n memoriam Karel Dillen: “Opstand is ereschuld”
*
Vandaag is het dag op dag 8 jaar geleden dat Karel Dillen, de oprichter van het Vlaams Blok, overleden is.
Als één van de grootste Vlaams- nationale figuren van de naoorlogse geschiedenis inspireerde Karel Dillen met zijn altijd jeugdig gebleven gedrevenheid zowel jong als oud om de strijd voor een onafhankelijk Vlaanderen verder te zetten. Zo ook huidig Vlaams Belang-voorzitter Tom Van Grieken, die vandaag in het gezelschap van Marijke Dillen (oud-parlementslid Vlaams Belang en dochter van) een groet ging brengen aan de laatste rustplaats van Karel Dillen. Onderstaande tekst is van zijn hand.
Eerder dit jaar riep ik 2015 uit tot het jaar van verzet met de volgende woorden: “Wij zijn verzetsstrijders. Echte vrijheidsstrijders. Opstand is ereschuld. Verzet is ereschuld. We zijn het verplicht aan onze vorige generaties, aan onze huidige generaties en aan onze toekomstige generaties.” Als er één man is aan wie onze partij en ikzelf schatplichtig zijn, dan is het wel Karel Dillen. Zijn hele leven stond in het teken van zijn overtuiging. Als parlementslid liet hij steeds zijn afkeer blijken van partijpolitieke spelletjes en bleef hij altijd weigerachtig tegenover compromissen. Die onbuigzame mentaliteit die onze partij nog steeds onderscheidt van de anderen, hebben we aan niemand anders dan hem te danken.
Karel Dillen liet in december 1977 het volgende optekenen: “We zijn geen, mogen geen partij zijn zoals de kleurpartijen. Wij moeten bewijzen dat een partij niet noodzakelijk een bende tafelspringers, arrivisten, mandaatwellustelingen en regeergeilen hoeft te zijn. Dat het ook anders kan: deze ambitie is de uitdaging aan onszelf.” Deze ambitie koester ik tot op de dag van vandaag nog steeds en als voorzitter van het Vlaams Belang wil ik deze ambitie met onze partij ook blijven waarmaken. Voor Vlaanderen, maar ook voor Karel Dillen.
*
*
UITLEIDING
Kijk, over die ‘mandaatwellustelingen’ wil ik het later nog wel eens hebben, maar ik weet niet goed wie eerst aan te pakken; de gewezen generatie of de komende. Bij de ‘gewezen’ zijn de grootste raddraaiers al naar de Eeuwigheid, en hun opvolgers zijn kleine meelopers. Ik noem geen namen, want echten die zijn het niet. Of ze hebben zichzelf, als een jonge kat, verzopen om zo rap mogelijk onder een tegel te geraken. In plaats van ‘kleurpartijen’ te worden genoemd, zoude we hen beter ‘kleurloze partijen’ moeten zeggen. Ze hebben in het verleden elkaar zodanig veel vliegen afgesnoept, dat het nu, bij gebrek aan vliegen, muggenzifters zijn geworden.
Bij (de komenden( is het nog erger. Die hebben de dag zelf van hun ‘Wijding’ de kap over de haag gesmeten. Als Vlaming geboren, belanden ze straks in een tricolore kist om en worden gecremeerd, na het lossen van een aantal salut-schoten. Die zullen luider klinken dan al hun bestuursdaden samen.
Wij echter, die van het Vlaams Belang, houden de vuren brandend. Omdat we weten: ‘eens komt het uur, gloeiend als vuur – wie niet dapper is, kan met ons niet gaan - wie niet strijden kan moet ten onder gaan’…... We zijn een volk van Dichters en Dromers en het is precies dat soort mensen, die de wereld verovert.
Na te gaan in de Geschiedenisboeken over ons glorierijk verleden, dat blijkt uit beelden, doeken en zangen, uit al wat een kunstenaar schiep; straalt gij als met tover omhangen….
Voor Vlaanderen, trille mijn harte vol geestdrift en vuur. Mijn land is het land van de stille, de vreedzame brede natuur….
*
Waarna we dan in ons jeugdig zottekesspêl aan toevoegden: ‘En hedde gae meublen, en hedde gae oïsgerief, da kunde gaa traave mê aa lief….
*
Ha die tijd van toen!
Vlaanderen, het hard’ en het vrome, Vlaanderen blijft eeuwig ons huis…..
*
Op een eeuwig zwijgen en door niemand verder te vertellen……
(‘Get) Digitalia
*
EINDE
*
|