VRIJDAG 4 NOVEMBER 2016
H. Carolus Borromeo,
H. Emmeri,
Z. Adolf Kolping
De ‘vaderlands-reis’ van 14 tot 28 oktober 2016 was er een zoals U zult zien, met hoogten en laagten. In het eerste deel van deze ‘memories’ ging onze belangstelling naar vele dingen die er eigenlijk écht niet te doen, als Uw eigen Geliefden daarna gedeeltelijk in nieuwe maar ook in nauwe schoentjes blijken te zitten.
Kortom: het waren heftige uren en dagen met daartussen veel slapeloze nachten.….
Vrijdag 21/10/2016
Net als golven die bij stormweer over de zeewering slaan, waren het de opeenvolgende aanvallen van emotie die er op los beukten. In Brugge tegen de middag mijn oudste zus (87), ineengezakt als een versleten pop teruggevonden, weggezakt in haar rol-zetel, versuft of in slaap, en blijkbaar in stervensnood. Dat zou dagen na-een blijven duren…. Nadien in Antwerpen de academische huldiging van een eigen kind, met aansluitend daarop de afdronk met, net als in vrolijke voorbije tijden, ons herenigd gezin, de ouders met de kinderen. Tot geluidloos de 900 die met angstaanjagende blauwe zwaailichten door de stille straten stilvalt voor de deur om op een draagberrie als een … versleten pop vastgesnoerd, uw onwel geworden zoon aan boord te nemen. Hartstilstand of hartfalen: de eerstvolgende uren zullen cruciaal zijn. God zij dank: hij heeft het gehaald. Maar de zorgen zijn bijlange nog niet voorbij….
*
De begrafenis-stemming ebt stilaan weg, de herinneringen worden opgeborgen. Iedereen neemt afscheid van iedereen. Op straat. In de regen. En dan, reeds lang na middernacht, gaat de tocht naar huis. Het meeste verkeer is stilgevallen. We rijden in angstige stilte, wachtend op het verdict dat maar niet komt. Pas tegen de morgen komt het bevrijdend telefoontje: alle acuut gevaar is bezworen, met tijd en veel boterhammen, met hoogstens een pacemaker er bovenop.
Neen, ik had deze reis in de Heimat heel anders verwacht. Tante Nonneke, dat wisten we, was ‘opgenomen’, we waren verwittigd niet te verschieten. Maar dat het zó erg was, neen, dat konden we ons niet voorstellen. En daar zat, hing, zwom ze dan, wegzakkend in die reuzenstoel waarin ze zat vastgesnoerd als een lege pop... Niet om aan te zien, omvallend van de slaap. Ze wuifde even met losse slappe hand en was zich verder van niets meer bewust.
Nadien waren we als naar gewoonte in ‘De Goedendag’ in Lissewege, waar we altijd met haar gingen tafelen en bijkletsen iedere keer we in het land waren. “Waar ze was”, begroette ons dè Patroon. En nee, Tanteke zouden ze daar niet meer terugzien. Nooit zou ze daar zo profijtig aan haar (op doktersadvies verboden) glaasje rode wijn nippen…. Even voorzichtig als Eva on de Hof van Eden moet geproefd hebben van de Verboden Vrucht.
En waarachtig, net voor we bij haar weggingen, vroeg ze zwakjes of we daar weer gingen eten… Heel stilletjes bleek dat ze in al haar miserie, toch de kwajongen was gebleven die ze altijd geweest was. Ach ja, van toen ze nog klein was, zat ze rapper dan de knechtjongens in de bomen….
Zoonlief moest nog vele onderzoeken ondergaan maar zijn stem aan de telefoon klonk als altijd, klaar om er weer in te vliegen, dacht ik al. Zus daarentegen zat weer volop in haar werk, als altijd op koers, van hot naar her. Precies alsof de zakenwereld zonder haar niet verder kon. De vrijdag nadien zat ze al in Zaventem, te wachten op haar aansluiting naar Montevideo (Uruguay), SMS-te ze van daar uit..
Ach ja, en zij, aan mijn zij, U weet wel, zij die niet mijn zorgen deelt, maar ze wegneemt, had zich ondertussen veel dapperder gehouden dan ikzelf. Overal handje-bij, één brok troost en steun voor anderen. Al de tijd haar eigen gezondheidsproblemen vergetend. Maar nu toch ’n beetje afgepeigerd.
En zo zijn we ondertussen zaterdag geworden. Donderdag, tussenin de routine doktersbezoeken, het wel rustig gehouden. De vrijdag in Kortrijk, in het vertrouwde Parkhotel, op afspraak met een vroegere klant, rug aan rug gezeten met Yves de Terminator aan de lunch met Doetje DeClercq, de twee uitgerangeerde Super Tsjeven. Aan de ober met een knipoog heel stilletjes gevraagd of er soms nog wat arsenicum in huis was… ‘Voor mij of voor die twee daar’, fluisterde hij terug. Heerlijke mensen, zo die West-Vlaanderaars onder elkaar.
En zo gaan we deze middag in het Geelse toch ons lief kleen kleen dochterken (denk aan Vondel) terug zien, om daarna, na de middag bij vrienden op hun hobby-boerderij te belanden. Zodat hierna zonder liegen zullen mogen zeggen, ook ‘in Geel gezeten’ te hebben. De avond besluiten we in Vichte (bij Kortrijk) met een mosselsouper en veel Vlaamse leute. Volgende week begint dan het serieuze werk. En, niet te vergeten, de terugreis naar het zonnige Zuiden.
Ja, die ‘Woensdag’ 19 oktober, de dag vol glorie voor het hele gezin, die we niet gauw gaan vergeten. Want het ergste moet nog komen…..
|