829
69 - CHINA MET DE C VAN COMMUNISME EN VAN CONFUCIUS

Knooppunt Delta Vzw
https://www.deltastichting.be/
*
11 juni 2020
*
CHINA: HERUITGAVE VAN HET HEMELSE RIJK VAN HET MIDDEN?
***
Peking

Plein van de Hemelse Vrede
*
Terwijl China stilaan de eerste economische supermacht ter wereld is geworden, middels een charmeoffensief iedereen probeert van te overtuigen dat het coronavirus niet is ontsnapt uit één van haar laboratoria in Wuhan en dat China dus onmogelijk beschuldigd kan worden van nalatigheid in deze kwestie, probeert de Aziatische supermacht de Westerse wereld mee te krijgen in een Nieuwe Zijderoute, waarvan zij, het Rijk van het Midden, de motor is.
China heeft heel wat troeven opgebouwd, zo bleek tijdens de coronacrisis nog maar eens duidelijk: de economische supermacht bouwde een quasi-monopolie op inzake productie van mondmaskers, beschermingskledij en beademingstoestellen. China kwam enkele Europese landen zelfs – onbaatzuchtig, compleet onbaatzuchtig – te hulp in de strijd tegen de uitbreiding van het Covid-19-virus.
Irredentisme in de Stille Oceaan
En toch blijft China tezelfdertijd verbazen, ja, zelfs choqueren. Bijvoorbeeld wat de onverzettelijkheid betreft waarmee China verschillende eilandengroepen in de Stille Oceaan, Indische Oceaan en Zuid-Chinese Zee blijft opeisen: de Parcel-eilandengroep, de Spartley-eilanden, het rif van Scarborough. Vanwaar die onverzettelijkheid, als een groot deel van de wereld bijna aan haar voeten ligt?
Onderzoeker Emmanuel Dubois de Prisque ontwikkelt in het Franse tijdschrift voor geo-politiek en internationale conflicten, “Conflits” (nr. 27) een overtuigende these. Hij start zijn verhaal in 1934, toen de Chinese overheid voor de eerste keer een officiële kaart van China publiceerde, gebaseerd op cartografische principes van het Westen. Deze kaart zou volgens sommigen de Chinese opening naar de moderniteit zijn geweest: China stelde zich aan haar burgers voor als een land met een omschreven oppervlakte, een staat naast andere staten, met grenzen die netjes getrokken waren.
Volgens Dubois de Prisque eigenlijk een laagje vernis over een imperiale roeping die China, ook na de regimewissel van 1949, nooit heeft verlaten, en vandaag minder dan ooit. En die roeping heeft vooral betrekking op imperiale aanspraken in de Indisch-Chinese Zee/Oceaan. De onderzoeker stelt dat er twee China’s bestaan: een “republikeins” China, dat zich ziet als een natie tussen andere naties, en een keizerlijk China, dat bewust is van haar uniciteit en van haar centrale ligging, en dat door de barbaren werd vernederd (de ‘ongelijke verdragen’ van begin van de vorige eeuw). Het zijn die beledigingen die in China, met haar geschiedenis van duizenden jaren, blijven doorwerken.
In het begin van de jaren ’30 van de vorige eeuw wordt de Chinese geograaf Hu Huanjong, na studies in Parijs, raadgever van de Chinese regering. Hij onderzoekt Japanse en Franse geschriften over verre eilanden en weet het belang van deze eilandengroepen aan de regering duidelijk te maken. Hij wijst er in zijn werk op dat deze eilanden ‘altijd’ al tot China hebben toebehoord en dat China er dus alle recht op heeft. Op Chinese kaarten van 1947 staan deze eilandengroepen allemaal ingekleurd als behorende tot China, het is op deze kaarten dat China haar eisen zal baseren. China maakt namelijk geen onderscheid op het cartografisch vlak tussen de territoria die ze opeist en de territoria die ze effectief bezit. In 2012 heeft Peking zelfs de wetgeving versterkt tegen diegenen die ‘illegale’ landkaarten produceren en verspreiden. Het gaat om kaarten die de onafhankelijkheid van Taiwan op de landkaart erkennen.
China bevindt zich – op het vlak van territoriale aanspraken tenminste – op ramkoers met de meeste van haar buurstaten in het noordoosten van Azië: Vietnam, Filippijnen, Maleisië, Brunei, Taiwan en Indonesië. Maar ook met die andere supermachten in de regio, Indië en Japan. Maar deze imperiaal-territoriale aanspraken van China zijn alleen maar te begrijpen als men ze ziet als een wraakoefening van het imperiale China op de vernederende ‘ongelijke verdragen’ van vorige eeuw.
Wat de sterkste neiging zal blijken te zijn, aldus Emmanuel Dubois de Prisque in “Conflits”, het Chinese irredentisme of de pragmatische zoektocht naar het economisch-politieke leiderschap, is vandaag nog niet duidelijk. Maar de wraakoefening blijkt er bij de Chinezen diep in te zitten, waarschuwt de onderzoeker.
Peter Logghe

NASCHRIFT
*
De ‘Zijderoute’, een haast Middeleeuws begrip dat vooral tot de verbeelding spreekt. Colombus was er naar op zoek, toen hij Amerika ontdekte omdat het hem zo te zeggen voor de voeten liep.
**

De Zijderoute
*
China? Dat land zal ons nog helpen rijk te worden. Zie Jansen & Jansen en het zopas uitgevonden vaccin tegen Covid-19. Zie de industriële fabricage van mond- & Neusmaskers, enz.
Gedaan ook voorgoed met die pedanterie van het handjes of KUSJES geven… Elkaar vriendelijk ’n ‘GOÊN DAG’ zeggen kan zelfs veel sympathieker overkomen. Gedaan me de Franse Chi-chi, Lesbisch of Gay gefleem en geflirt.
Misschien ook een onderwerp voor de Radio, iedere dag om 12u30… over Post-Corona gedrag van de Burger….
**

*
En als U dan toch wil flemen, bereidt U dan voor op de Chinese begroetingsstijl. Maak ’n buiging voor elkaar. Hoe dieper, hoe meer respect….



|