322 - DOORBRAAK OVER DE WITTE VAN ZICHEM
**
*
DONDERDAG 6 AUGUSTUS 2020
*
VOOR GESCHRIJFSEL
*
Zie ik nu ineens overal spoken of zijn het eerder sproken?
Eerst atoommbommen op Djapan, vandaag 75 jaar gemeden, en een paar uur later de schim van de liefste der Vlamse literatoren-actor, zoals Charelke Dop uit Diest. Of des schoenkapper uit ‘Pardijsvogels’ van l’O,cle Gaston Martèns uit Zulte….
Zijn het nu roze wolkjes die drijven onder de zachte maneschijn of mischien wel krassende kraaien boven hun eigen dodenveld? Ik en knauw het niet.
**
*
Zulte s/Lys. Zo leerde ik het kennen, anno ‘62-63 van weeral de Vorige Eeuw. Als jonge snaak diende ik toen op tekijken naar een zekere Pol Hauspie, groot ‘expert-comptabel’’ uit Pops, waar ik, als achterlopertje van een respectabel Genrtse ‘Exprt Fiscale’, een zekere Joseph S. een tanend dossier in Poperinge diende op de rails te helpen. In opdracht van Mionsieur VanMassenhove de la KB à Bruxelles…. Diens mannetjes ter plaatse waren een ge-lorgneteerde ex Kolonel van het ABL; Monsieur Abel Devos, als een trouwe hond altijd vergezeld van een adellijke altijd in slaap vallende Baron wiens naam mij ontgaat.
-
Toen bestond onder ‘experts’ het begip ‘Confrater nog niet, alleszins niet ren mijnen opzichte, als ‘aspirant’ ACCOINTANT. Ja Ja, beste lezer, dat waren toen de beginjaren van de Acautancy en onder de 35 jaar men zich alleen maar aspirant kon noemen.
-
Ik heb het dus meebeleefd, da Zulte s/Lys met o.z. de Filature d’Olsene (Mairoce Martens, neef van) noodgedwongen het Frans moesten afleren wilden ze mee omhoog komen in de Vaart der Volkeren en dus hun ‘patoit’ dan maar moesten inruilen voor deftig Nederlands. Idem dito in de Gentse francofone textiel-boirgoisie.
Van Gent nqar Gentbrugge en naar de Koninklijke DW-Ccrsetterie Dewaele in Schellebelle was maar een kleine stap voor een boekhoudertje van den boerenbuiten.Die echter nu al ‘titelvoere,d’ was.
-
Daar ontmoette ik, voor een verdere tweede stap in het leen, het levendige reeptionistje kennen, met thuis een autohandel als bijverdienste. Ze ws jong, beeldschoon en levenslustig. Tot ze iottweek naar Granada…..Maar dat is weer een ander verhaal.
-
Laat me dus bij de Nest blijven, want toen ik die ‘Witte’ onder ogen kreeg, moest het volwassen Leven voor mij, net als voor hem, nog beginnen. Hij naar de Abdij, ik op ‘t veld. Met wekelijks een ‘Zonnelandje’, uitgeverij Averbode, di de goede Pastoor Corneille voor zijn 4 misdienaars kocht. ?a lezing door tr geven. Zo leerde ik; samen mer de seizoonen, het leven kennen, voorgeschreven door de Witheren van ‘’Evebeur’.
**
*
Het waren ook de jaren van een zekere Maria Goretti (Italia) die, omdat ze de zonde van onkuisheid geweigerd had te bedrijven met een buurjongen, beiden 12 jarigen, door die sloeber werd om zeep gebracht. Een net op tijd komende martelares dus, die de Nonnekes op school als lichtend voorbeeld stelden voor de hele schoolgaande jeugd. En die mij vele jaren achtervolgde omdat toen ineens bleek dat meisjes onder de rokken grijpen voortaan des duivelsd was…
Onze Pa, die toen ook al boeken las die de Pastoor niet mocht weten, had ik nochtans al anders horen klappen. Uit de tijd dat heel het gezin naar Frankrijk was gevlucht. Maar wa wilde….onze Pa was er nu eenmaal niet meer en ons Ma wilde daar niet over horen.
*
Iedereen heeft een van deze boeken gelezen
Eén van deze boeken hebt u zeker gelezen
**
foto: ©eigen foto
https://doorbraak.be/ernest-claes-witte-wordt-honderd-jaar/?utm_medium=push&utm_source=meldingen
*Ernest Claes’ ‘Witte’ wordt honderd jaar
Verhaal van een kleine rebel
*
In de zomer van 1920 werd de laatste hand gelegd aan de drukproeven van Ernest Claes’ De Witte: een van de meest succesvolle schelmenromans uit onze literatuur. De lange rijpingstijd van dat boek hangt samen met een woelige periode in de Vlaamse Geschiedenis.
Conscience in het strafkot
‘En de meester ging voort met slaan en schoppen, als een echte beul die hij was, overal waar hij maar raken kon, toornig hem toesnauwend: “‘k Zal u wel klein krijgen, bengel!” – en de schooljongens schaterden het uit, net of zij ’t waren die er zoo mochten op slaan, en Krol maakte van de gelegenheid gebruik om zijn inktpot op den kop van Mauriske leeg te gieten (…) Met een dwazen ruk trok de meester de deur open, greep de Witte flink bij den kraag en sleurde hem naar zijn huis toe (…) met een laatsten duchtigen stamp onder zijn broek vloog de Witte den kelder in.’
Zachtmoedig gaat het er in De Witte niet aan toe. Ernest Claes (1885-1968) had in het Klein-Brabantse Zichem dan ook niet de gemakkelijkste jeugd achter de rug. Hij was een leergierige zoon van een middelgrote boer. Zoals de hoofdfiguur van De Witte werd ook Claes door de meester geregeld in het ‘strafkot’ geschopt en maakte de jonge Ernest daar kennis met de boeken van Hendrik Conscience. Vader Claes had oor en oog voor zijn zoon die, ondanks oogziekten en de dreiging van blindheid, even bezeten leek door lectuur als hijzelf. Hij was de idee dat de kleine Ernest zou gaan studeren dan ook niet ongenegen.
Proza schrijven in de aula
Na het plotse overlijden van vader Claes in 1895, vielen plannen om verder te gaan studeren in het water. Zoals de hoofdfiguur van De Witte ging Claes een centje bijverdienen als drukkershulp in de abdij van Averbode. De paters en de prelaat moeten iets in die leergierige jongen gezien hebben – wellicht een toekomstige geestelijke. Ze zorgden ervoor dat Claes in 1898 het ‘Collège Patronné’ van Herentals middelbare studies kon aanvatten, bijna uitsluitend in het Frans. Wanneer Claes met zijn schoolvrienden op de speelplaats Nederlands wilde spreken, dreigde er straf. Als student-soldaat en via leningen kon Claes in 1906 nadien in Leuven de studies ‘Philologie Germanique’ aanvatten. Aan de universiteit maakte hij vrienden zoals August van Cauwelaert, de broer van de befaamde katholieke politicus en ‘kraaiende haan’ Frans. Die spoorde hem aan om de verhalen over Zichem die hij zo smakelijk opdiste op papier te zetten.
Chris Ceustermans
*
NA GESCHRIJFSEL
*
Om als afsluiter aan te sluiten bij het leven van elke dag, nog even terugkomen op ZiulCul, wat – bij mij -staat voor Zulte Cultureel in computertijden. Maar draai en keer het zoals U wilt: Zulte is en blijft een ‘buitengemeente’ met klasse. De rust er terug gekeerd. Zelfs de meeste industrie van vroeger is er weg. De ‘Tannerie’ aan de dode arm van de Leie is cerworden tot wat ze al jaren is: “”n grote ruïne.. Alhoewel…. Café Pallieter langs de onderhand totaal vernieuwde Staatsbaan er nog altijd goed floreert.
Wat eeuwenlang Kerkplein werd genoemd, is al een aantal jaren het Gaston Martens Plein geworden. Helemaal her-aangelegd zoals in de Golden Sixties. Splinternieuwe Bibliotheek met heel wat minder maar veel vorkomender mensen dan bij de Stadsbibliotheek van de Stad Waregem waar ik woon en waar daar bijna geen kat meer komt. De parking is er bijna altijd zso goed als leeg. De bezoeker moet er een nummer trekken en wachten, terwijl het personeel doelloos elkaar voor de voeten loopt om door te blijven te lopen. Een zwerm zoemende wespen achter de meterslange toonbanken is er niets bij. Ik kom daar dan nooit meer.
In Zulte daar tetgenover staat de deur – als jet weer dat toelaat - wagenwijd open. Binnen staan er direct gemakkelijke stoelen en voor je het weet wordt het gevraagde U gebracht. Één en al voorkomendheid. En als Meneer of Mevrouw soms geen interesse heeft voor de vele culturele avonden die hier ingericht worden? Kijk, hier is het winterprogramma. Iedere bijeenkomst gaat door ten huize van. Uitgenomen de muzikale avonden, die dan doorgaan in iedere keer weer een andere kerk. Kwestie van de casuïstiek, ziet U. Laatst hadden we Vivaldi met de Vier Seizoenen. Zo dienen onze prachtige kerkjes toch nog voor iets. Achrteraf komen we ergens bij elkaar, maar daar moet U de drankjes, na die ene consumptie, wel zelf betalen.
Je kunt er op de koppen lopen.
-
Tot zover deze bijdeage. Morgen zien we dan wel weer.
|