|
Mijn moeder zaliger (1922-2010) stoofde soms de prinsessen met stukjes verse tomaat, lekker en zo eens iets anders en dat hadden we lange tijd niet meer gegeten. Ik koop altijd van die dunne prinsessen, nu gans het jaar verkrijgbaar uit zuiderse landen, zelfs Afrika. Deze keer waren het Keniaanse. Ik snijd er de kopjes en staartjes af terwijl ze nog in de verpakking zitten en dat gaat prima, dan in 3 en er is dan nog 350g over van de oorspronkelijke 400g in het pakje. Daarbij 2 gepelde, van pitten ontdane Roma tomaten, 2 dikke gesnipperde sjalotten, een flinke klont verse boter, een verkruimeld kippenbouillonblokje, verse bonenkruidblaadjes en dito basilicum plus flink wat peper. Ik leg dat in 5 lagen in een pot met deksel (boter, sjalot, tomaten, bouillonblokje, prinsessen), zet het vuur er onder en als de ui sist dan blus ik alles met een scheut water zodat alles braiseert tot de prinsessen gaar zijn. Er dan de fijngesneden kruiden in doen, voorzichtig omscheppen, binden met wat aardappelmeel opgelost in water en nog even laten pruttelen. Over de binnenspier blogde ik hier reeds in augustus 2008 en gaf toen aan dat dit één van mijn favoriete ruderstukjes is. Vandaag werd dat weer eens bevestigd in een zalige combinatie en met de herinneringen aan mama en haar lekkere keuken.
|