De knolselder heeft nog wat vrieslucht nodig om optimaal te zijn zoals de schorseneren maar de knollen leken zo vers en vast dat ik er reeds kocht. Goed geschild, in stukken van 2x2 cm verdeeld en gekookt in een kruidige bouillon met een scheut azijn tot ze beetgaar zijn. Dan een klassieke (lopende) bechamel gemaakt die goed werd afgekruid met nootmuskaat, zwarte peper en zout en de uitgelekte selder er in opgewarmd. Lekker met een flink gekruide, goed gebakken varkens schouderkotelet.
|