Hello my fellow citizens, weer een glorieuze dag vandaag, plein soleil. De shorts mogen weer aangedaan worden. Kwestie dat mijn stevig onderstel ook nog wat kleur, licht en lucht kunnen krijgen vooraleer ik weer alles moet bedekken van de kou. Ik heb nog wat plantjes gaan halen voor in de resterende potten te zetten, zodat de herfst niet alleen mooie bladeren geeft maar ook wat bloemen. Geen kerkhofbloemen of chrysanten, daar hou ik niet van. Die geven een beetje teveel heimwee naar de dierbaren die er niet meer zijn. Ik heb wat erica of is het calluna of is het zomerheide of winterheide meegebracht. Ik zal ze goed verzorgen zodat ik er lang bloemetjes kan op zien openbloeien. Liefst nog 100 dagen, want dan is het 2022. Ga ik deze dag vieren zoals de studenten doen als ze nog maar 100 dagen in het vooruitzicht hebben om op die schoolbanken te moeten zitten? Eens over nadenken want ik moet elke gelegenheid te baat nemen om van mijn leven een feest te maken. En feest is muziek en de liedjes die ik wil horen vandaag heb ik al vastgelegd. Luisteren naar en meezingen met Ann Christy (1945-1984) Wat een prachtige stem had deze zangeres en wat een présence. Er is al dikwijls geprobeerd haar te evenaren en soms te imiteren, maar niemand kon de liedjes, 'Gelukkig Zijn', 'Er is zoveel verdriet in de Wereld', 'Windekind', 'Ik leef voor jou', 'Ik neem vandaag de trein', 'De Roos'.....brengen zoals zij.
Nr 21 is weer ontstaan door een handeling van mensen naar wie men opkeek in die tijd: de cappe op den thuyn hangen = het voor gezien houden. Ontstaan doordat de monniken, die een kapmantel droegen, deze achterlieten en voor een ander leven kozen dan voor het kloosterleven. Sindsdien zijn er enorm veel varianten ontstaan en zo heeft elk beroep wel zijn uitdrukking gekregen als iemand het over een andere boeg wilde gooien. Het is best mogelijk dat Brueghel het spreekwoord vond bij de Franse Antwerpenaar Christoffel Plantijn (1520-1589): pendre la chappe a la haye. Mogelijks ook bij de Antwerpse Anna Bijns (1493-1575): wy willen de cappe opten tuyn gaen hanghen. Adriaan Poirters (1605-1674) gaf al een variant mee: de wiel (sluier) op den tuyn hanghen. Niet moeilijk te raden dat het voor een jezuiet over de 'non' ging. Ontelbare spreuken zijn er voor alle ambachtslieden die iets anders wilden doen in het leven; het penseel in het spek steken, voor een schilder. Vissers zegden: het roer in de heg steken of het anker achter de kat (paal op de kade) werpen. Een boer sprak van: de ploeg aan de wand hangen. De schoenmaker die niet bij z'n leest bleef: de 'nal' (naald) in het spek steken. De advokaat of rechter hing dan weer zijn toga aan de kapstok. Nu gebruikt men meestal: er de brui aan geven wat zoveel wil zeggen als; ergens mee stoppen omdat er geen verlangen is om er mee door te gaan. Tot morgen
|