Iedere dag vertelt de weerman vol trots dat er weer een een record gebroken is qua temperatuur, sinds de officiële meteorologische metingen in 1876, in Ukkel. Niettegenstaande al die voorspellingen op korte en lange termijn zijn bekomen door te kijken naar de beelden van de satellieten, kijk ik toch vooral eens naar de weerspreuken gestoeld op ervaringen en volkswijsheden. Lange weersvoorspellingen kunnen de wetenschappers nog niet maken, hooguit 7 dagen, daarom zijn die gezegdes door observaties van de boeren over vele tientallen jaren, toch niet te ondrschatten. Voor oktober, dat zo'n uitstekende warme maand is geweest zegt de volkswijsheid: 1) in oktober warm en fijn, het zal een strenge winter zijn, 2) blinkt oktober in zonnegoud, de winter volgt dan snel en koud. Zou het uitkomen? Geen idee, maar door het goede weer en de aangename temperaturen bruist het nog van leven in de tuin, heel veel mussen, en spijtig genoeg ook in de slaapkamer, door de muggen die maar niet willen oprotten. En ons kip Carmen is nog altijd op pad en verblijdt de buren met haar aanwezigheid. Ze was een week uit het zicht verdwenen en iedereen dacht dat ze in een videeke veranderd was. Gelukkig niet, met borst vooruit en op hoge poten, zoals het een Carmen betaamt, stapt ze weer fier alle tuintjes binnen. Voor zich te bukken om iets op te pikken is ze niet te fier en kruipt ook onder de afsluitingen als er iets van haar gading te bespeuren valt. Enfin, Carmen is een gelukkige hoender dat haar dankbaarheid eens betoont door hier of daar eens een ei te laten vallen.
Al 9 dagen is er niet veel gebeurd, want zolang handhaaft Van Dale het woord "polderpoetinist". Normaal is er een nieuw woord voor elk event of gebeurtenis hier te lande of wereldwijd en maken ze er een nieuw woord voor. En de reactie van een Vlaming is dan 'maar mannekes toch, hoe is 't mogelijk' en mannekes is hier niet gebonden aan een 'gender'. Maar 'polderpoetinist' zou dan moeten staan voor een bewonderaar van Poetin en die zijn/haar/hun land op dezelfde manier zou willen besturen als de dictator. Omdat deze term nu al zo lang op hun site staat denk ik dat de wereld verder blijft draaien zonder een noemenswaardige gebeurtenis hier of in de wijde omgeving en dat we voorlopig op onze beide oren kunnen slapen als de muggen de nachtrust niet komen verstoren. Dat is het voor deze nieuwsloze zaterdagmorgen. Mijn Bijbelvragen zijn opgelost, ik heb mijn Woordle en Woordle6 woordjes gevonden en ga nu even luisteren naar Queen met Freddie (1946-1991) "Those are the days of our lives" en Queen met George Michael (1963-2016) "Somebody to love". Altijd goed om een ochtend af te sluiten. Dan is het nu 'hondjestijd', ballen smijten en het beestje wat salto's laten maken. Tot morgen
Ik realiseer me niet genoeg hoe bevoorrecht ik ben om hier aan de Noordzeekust te kunnen wonen. Weer of geen weer, blauwe of grijze luchten, regen of droog, wind of rustig, altijd is die zee fascinerend om te zien. En door hier te wonen kan ik ze elke dag in een andere gedaante leren kennen. Maar iedereen komt hier eens graag uitblazen. Ook de kinderen vinden het hier fijn om in het zand of water te spelen en op de dijk naar hartlust te skeeleren, fietsen of go-carren. Het 'licht' is hier hevig door de waterweerspiegeling en een zonnebril is hier dan ook geen overbodige luxe. Zelfs met stormweer zet ik hem op, om mijn ogen te beschermen tegen de zandkorrels. En zondag komt het kroostrijk gezin (2+4) voor een paar dagen van dat lichtspel genieten. Maar daar gaat het vandaag niet over. Ik heb gisteren weer een nieuw woord geleerd of liever gezegd, ik begrijp eindelijke de afkortingen die ik de laatste tijd overal tegenkom. T.G.i.f. dat staat voor 'Thank Goodness It's Friday' of 'Thank God It's Friday' of in het Vlaams, 'Godzijdank, het is vrijdag'. Natuurlijk zegt die uitdrukking me niets meer. Of het nu een maandag, een vrijdag of een zondag is, dat maakt me allemaal niet uit. Ik moet niet wachten op vrijdagavond om, na school of werk, me te amuseren tot zondagavond om dan op maandagmorgen er als een zombie uit te zien. Ik feest en tierelier wanneer ik er goesting voor heb en dat is 'nooit'. Dus de liedjes van Kate Perry en The Easybeats ken ik wel maar heb ze niet nodig om me goed te voelen op een vrijdag of gelijk welke andere dag van de week. Ik pas de woorden van Stanislav Jerzy Lec (1909-1966) toe: wees onbaatzuchtig, en respecteer het egoïsme van de ander. Of anders gezegd, ieder zijne meug om zijn uren te besteden. Dat doen onze Vlaamse bekende mannen om andere Vlaamse mannen erop te wijzen dat prostaatkanker het beste voortijdig kan opgespoord worden vooraleer de kanker je volledig te grazen neemt. Infotainment of informatie geven met een lichte humoristische toets om het goed te laten doordringen bij de stoere binken en macho's. Het amusementsgedeelte deed me denken aan de film "The Full Monty". Een film uit 1997, met een leidraad à la Chippendales. Deze film had ook een maatschappelijke ondertoon, zoals vaderrechten, impotentie, werkeloosheid, depressies en zelfmoord.
De boekskes bij de kapper bevatten dikwijls ook wijsheden. Dat heb ik vandaag ondervonden, toen ik er een artikel las van Rik Moons (docent/prof aan unief Gent/Leuven). Hij mocht er zijn boek voorstellen, "Domme vragen bestaan wel" en gebruikte als illustratie en samenvatting van de titel, de woorden van de Dalai Lama, de Tibetaanse geestelijke leider, "Wanneer je praat herhaal je alleen wat je al weet. Maar als je luistert, zou je iets nieuws kunnen horen". En zoals hierboven uitgelegd, ik heb geluisterd en gekeken naar iets nieuws en wat geleerd. Tot morgen
Stel je voor, we zitten al aan dag 300 van dat nieuwe jaar dat eigenlijk al bijna een oud jaar mag genoemd worden. Het spreekwoord 'de tijd vliegt snel, gebruik hem wel' is echt wel van toepassing. Maar de vraag in deze zin is wel, wat is 'wel'? Dat zal voor iedereen wel verschillend zijn. Voor de ene is dat veel werken om vlug op zijn lauweren te kunnen rusten, voor de andere op reis gaan, lekker uit eten gaan, wandelen, fietsen, lezen, herinneringen ophalen. Zovele mensen, zovele invullingen van het woordje 'wel'. Vandaag is voor mij het woordje 'wel' tijd benutten om te lezen. En 'wel' over mensen, voorvallen, ontwikkelingen, ontdekkingen en nog veel meer, die belangrijk waren/zijn en waar ik niet het minste benul van had. Is dat een gat in mijn ontwikkeling of interesseerde me het allemaal niet toen ik op de schoolbanken zat of volgde ik de evolutie van de maatschappij niet in mijn jonge jaren? Door iedere dag eens te bekijken wat er allemaal al voorgevallen is op die datum in een ander jaar, of ontwikkeld is, of personen en hun betekenis op aarde voor anderen, is mijn tijd 'wel' besteed om daarover te lezen en iets meer te weten te komen. Soms vraag ik me dan af, brengt dat een verrijking in mijn leven dat ik nu weet dat op deze dag de prikkeldraad werd uitgevonden of de opening van de metro in Parijs plaatsvond? Waarschijnlijk niet, het is alleen een vaststelling dat het ooit werd uitgevonden of dat men begon met ondergronds mensen te vervoeren. Ik stel ook meer en meer de eindigheid van mijn leven vast door de eindigheid van andere belangrijke mensen vast te stellen. Niets is dus eeuwig, alles is voorbijgaand behalve wat de mensen hebben achtergelaten, ontwikkeld hebben en voor de volgende generaties nuttig zijn. Maar zelfs belangrijke mensen in hun tijd, verdwijnen uit de belangstelling en vergeet men de waarde die ze hadden op cultureel, politiek, religieus en zovele andere facetten van het menselijke leven. Neem nu James Cook (1728-1834) een belangrijk zeevaarder en carthograaf en nu met een 'e' achter de familienaam maar met dezelfde uitspraak, een acteur of tv-presentator is geworden. Albrecht Rodenbach (1856-1880), altijd afgebeeld met een jan-van-gent, een belangrijk Vlaamse dichter en schrijver is nu synoniem voor een lekker biertje (zie 04-02-2020). Ook de impact is men vergeten van Hugo Verriest (1840-1922) en zijn familie. Hij was een Vlaamse priester-dichter-schrijver-redenaar. Zijn broers en zus hadden hun tentakels uitgestrekt naar de universiteit, klooster, brouwerijen en de politiek en via zijn nichtje ook in de financiële Belgische wereld. Een 'singer' kent iedereen maar men is vergeten dat Isaac Singer (1811-1875) deze naaimachine voor het gemak van zijn vrouwen en zijn kinderen (±18) bedacht heeft. En zo vind ik dat mijn voormiddag 'wel' besteed is door dat allemaal eens door te nemen, in feite met lezen. En nu ga ik niet autorijden want Karel Jonckheere (1906-1993) noteerde ooit: Auto = paardekracht toevertrouwd aan een ezel! Wel, ik ga te voet mijn commissies doen. Tot morgen
The retired woman is speaking again. Het is wel zo dat ik in mijn hoofd een jonkie van 18-19-20 jaar blijf en dat vele van mijn leeftijdsgenoten dat gevoel wel herkennen. Nog altijd denken dat de wereld en de toekomst aan mijn voeten ligt. Af en toe moet ik dan eens een landing naar de realiteit maken, zoals iedere senior dat ook af en toe eens moet doen. Maar sinds mensenheugenis is er een vakjesmentaliteit en niet alleen in leeftijd. Mensen in vakjes onderverdelen om zo stante pede te weten met wie we te maken hebben, weliswaar in algemeenheden maar ook in herkenningspunten. In de Bijbel vond men de Joden, de Heidenen, de Babyloniërs, Egytenaren, de gelovigen en de ongelovigen. Naargelang er meer landen verkend en bekend werden, steeg het aantal verschillen tussen volkeren en nationaleiten, religies en benoeming van werkzaamheden en hun uitvoerders. En eens dat dàt allemaal keurig geordend was begon men nog wat meer te specifiëren Belangrijke mensen kregen een predicaat om hen nog meer te onderscheiden van de rest zoals bv al de Karels in onze vaderlandse geschiedenis: de grote, de kleine, de kale, de dikke enz.. Dan begon men nog meer te specifiëren om het dorp, stad, regio of land te bepalen. De Unionist, Vlaming, Waal, Brusselaar. Afhankelijk van de woonst, werden de inwoners 'ajuin' genoemd of 'stroppendrager' of 'nen sinjoor' of 'een maneblusser' of 'een kiekenfretter'. De laatste eeuwen bv ook in politieke gezindheid: tjeven, sossen, blauwen, bruinen/zwarten geitenwollensokken, democraten, conservatieven. Maar een bijnaam wordt ook heden ten dage nog gegeven en weet iederen direct wie er bedoeld wordt met: 'den Bleiter', het Brabants trekpaard of de 'loodgieter', 'het orakel van Brakel, VDB, Madame non, Dieu, Steve stunt, Quickie en Haiku Herman. Dat is nóg niet genoeg om, buiten leeftijd, herkomst, stad en gezindte, beroep, mensen in onder te verdelen. Nu komt nog eens het levenspatroon aan de beurt. Meer speciaal de voeding Je hebt de herbivoren-carnivoren-omnivoren, al noemt men dat nu 'vegetariërs of de veganisten of de flexitariërs'. Maar de mens kan alles zijn omdat ons lichaam zich kan aanpassen aan elk voedingstelsel. We hebben hoektanden die eigenschappen zijn van een vleeseter en onze darm is wel iets korter dan bij de koeien maar lang genoeg om plantaardig voedsel te verteren. Waarom komt dat nu ter sprake in mijn blog? Dè omnivoor-herbivoor-carnivoor bij uitstek, die alles in één persoon is, Jeroen Meus, stelt in zijn nieuwe boek "Groentekost" enkel vegetarische gerechten voor. Dienen mens moet ook mee met zijn tijd gaan als hij zijn kost wil blijven verdienen met eten en gerechten verzinnen. Dè man van het zout, boter en vet, zorgt dat degenen die dat niet zien zitten om op te eten wat alternatieven vinden in de "Dagelijkse Kost" van onze tv-kok. En dat is goed bezien. Tot morgen
Verjaardag van een landgenote. Ik heb 3 voornamen, zij heeft er 4 en nog een hele resem titels erbij. Zij hoeft niet te zoeken of te studeren voor een beroep of een job. Alles is al voorhanden. Of ze nu een diploma haalt of niet, niets staat haar (tot hiertoe) in de weg om ooit de hoogste functie van het land in de wacht te slepen. Het ziet er evenwel een plichtsbewuste jonge vrouw uit, misschien ook wel een strebertje, en zal haar studies wel afmaken om een diploma in de wacht te slepen en alzo intellectueel niet onder te moeten doen voor de modale Belg. Niettegenstaande er zovele beroepen zijn zal dit toch de laatste keer zijn dat ik er mijn vingeroefeningen voor over heb. Natuurlijk zoeken verschillende organisties en instellingen vrijwilligers om de beroepsbevolking te ontlasten, vooral in de zorgsector. Maar dat heb ik in mijn jaren van thuisarbeid gedaan en heb niet veel goesting om dat terug op te nemen. Terug studeren is ook nog altijd een optie, maar Leuven ligt ver van de zee en ik heb ook geen goesting meer om in overvolle aula's te zitten, papers te schrijven, verplicht uren studeren en omgaan met de 'jeugd van tegenwoordig'. Er zouden al 2 generaties tussenliggen en voor de meeste collega-studenten zou ik een oma of een bobonne zijn en niet kunnen deelnemen aan studentikoze activiteiten. De mentaliteit, levenshouding, interessesfeer, vrije tijdsbesteding lijken allemaal een beetje onoverbrugbaar. Nochthans zou het nu allemaal kunnen wat meer dan 50 jaar geleden niet kon: alle mogelijke studierichtingen kiezen zonder voorafgaande restricties om een studie, na gelijk welke humaniora/middelbaar/leven, aan te vatten. De enigen die ingangsexamen moesten doen waren de burgi's en dat is nu nog altijd zo. Nu moeten er geen maturiteitsexamen meer gedaan worden als je geen klassieke humaniora hebt gedaan om universitaire studies aan te vatten. Nu is het gewoon zeggen 'dat interesseert mij, ik betaal mijn inschrijvingsgeld en ik begin eraan'. Gezien mijn interesses en leeftijd lijkt me het enige dat ik zomaar zou kunnen beginnen uitoefenen 'gids' te zijn. Geen diploma-vereisten, geen opleiding volgen, alleen een goede algemen kennis, de anekdotes van iedere steen, straat en volkse figuren en de geplogenheden van iedere dag, kennen. Daarbij over een goede algemene conditie beschikken, om kilometers op pad te gaan. Maar het is hier noch mijn geboorteplek, noch de plaats waar ik mijn kinderen heb grootgebracht en dus moeilijk om hier of in de omgeving de mensen rond te leiden, verhalen en anekdotes te kennen om te vertellen aan de bezoekers. Conclusie: ik blijf mijn beroep van gepensioneerde maar uitoefenen zo lang ik leef. Tenandere, met heel veel plezier want het is toch een job met zéééér veel mogelijkheden. Tot morgen
Mieken houdt u vast aan de takken van de bomen, Mieken houdt u vast aan de takken van de mast....begin van het kinderliedje om mee te delen dat er veel wind is buiten. Ik heb sinds ongeveer 15 maanden een nieuw dak. Maar bij hevige windrukken, storm of wat dan ook loopt er van alles mis. Niet aan de dakpannen, dat kan ik amper zien. Maar een paar kapotte gevelstenen waar dan met plezier de vogels in nesten, regenpijpen die loskomen van de dakgoot en de muur. Kortom, en nu noem ik ze bij naam wat tegen mijn gewoonte is, de Firma J, hun baas X en zijn dakwerkers zijn geen aanraders voor afwerking, klantvriendelijkheid en herstelling van hun fouten. Sinds de storm van begin november 2021, vraag ik om de regenpijpen terug op hun plaats te hangen en vast te maken. In mei zag ik de vogels mijn dak binnensluipen en kaart ik al die fouten en gebreken aan, met foto's en video's, telefoons en e-mails. Bazin T heeft oneindig veel excuses waarom dat alles nog niet in orde is gekomen: té veel en té dringend uit te voeren nieuwe werken, geen materiaal voorhanden, de weersgesteldheid: te nat, te droog, te veel wind. Verder is er de ongeloofelijke impact van corona op de werknemers van hun bedrijf, iedere week is er de helft buiten strijd. Natuurlijk zijn er nog andere besmettelijke ziekten die langs het bedrijf passeren. En daarbij, merkt de bazin laconiek op: ge zit toch droog, ge hebt een nieuw dak boven uw hoofd!!!. Ik heb het eens wereldkundig gemaakt en mijn woede eens afgereageerd, maar daarmee is het niet hersteld en wacht ik nog altijd op de dakwerkers.
En omdat ik vandaag nog geen zin heb in een andere job dan dat van 'gepensioneerde' zullen er vandaag ook geen beroepen onder de loep genomen worden. Ik mag eigenlijk ook niet vergeten dat deze job niet te versmaden is: ik kan opstaan wanneer ik wil, ben niet afhankelijk van het humeur van een baas alleen van mijn eigen vrolijkheid, het is geen nine-to-five werk, en de rust-etens-drinkpauzes bepaal ik zelf. Ik heb geen klagen behalve wat te lezen is in voorgaande paragraaf. Ik heb dan weer eens gekeken naar het woord dat Van Dale deze week in de aanbieding heeft: kneusjesreligie. Het is een religie waarvan de aanhangers de wereldevolutie niet kunnen volgen omdat ze te slap en te weinig daadkrachtig zijn. Ik heb nog nooit van die sekte gehoord, maar ik neem aan dat het mensen zijn die niet geïnteresseerd zijn in de social media, wat de overgrote meerderheid van het seniorenbestand uitmaakt. Ik maak wel gretig gebruik van sommige nieuwigheden zoals pc en gsm, zoals de meeste senioren, maar niet voor het gebruik van de allernieuwste snufjes die het menselijk contact, de menselijke stem en menselijke aanwezigheid uitsluiten. Ik zal door een 'iter' wel als een 'kneusje' beschouwd worden. Maar bovenal vergeet niet: Lachen is: tijd doorbrengen bij de goden. Tot morgen