Ik had het moeilijk om op te staan. Maar met een hond in huis, is blijven liggen geen optie. Dus maar uit mijn veren gestapt om buiten naar het grijs van de beginnende dag te kijken. Mijn manneke kent geen genade en wil van bij het krieken van deze woensdagochtend zijn balspelletje doen. Gelukkig is dat iets waar ik niet bij moet nadenken want mijn geest is nog aan het ontwaken. Eens ik weer kan denken en wakker, ben ik in staat om het nieuws van de dag te lezen, dat eigenlijk van gisteren was. Ik zeg dan telkens: je pense donc je suis, je suis donc je pense, n'es-ce pas? Mijn geliefde uitdrukkingen van René Descartes (1596-1650) en Jean-Paul Sartre (1905-1980). De krant brengt verslag van de vaccins, de winkelende medeburger, de diplomaat die zich bezondigde aan een wild feestje, de terreur van een automobilist, misschien nog een prinses op komst, en nog wat nieuwe woorden voor het woordenboek van corona. Want Van Dale doet een enquête over het woord dat mag blijven van dit speciale jaar. Ik stemde voor de 'anderhalvemetersamenleving' Het is het langste woord maar ik heb daar het meeste last van. Dat gezegd en geschreven zijnde, beginnen de andere werkzaamheden van mijn dag. Internet, Wifi in gang zetten, wat deden we vroeger? Ik heb er tot mijn scha en schande geen idee meer van. Wat maakt het ook uit, ik leef vandaag met alle gemakken vandien. Die zorgen ook dat ik iets kan oprakelen over lessen Nederlands, nog wel Middelnederlands. Dat zat ook in het lessenpakket van toendertijd. Ik kwam ertoe door de heilige van de dag: Jan Van Ruusbroeck (1293-1381) mysticus. Een augustijnermonnik die als enige zijn ideeën in het Nederlands noteerde en nadien vertaalde men het naar Latijn. Er kan gezegd worden dat zijn werk, na dat van Anne Frank (1929-1945), het meest vertaalde Nederlandstalige werk is. Dit om het belang van deze auteur ' De Wondebare', een geestelijke leidsman, te onderlijnen. Hij ervoer op een uitzonderlijke manier Gods tegenwoordigheid. Maar ons laat hij in zijn geschriften kennis maken met onze taal in de Middeleeuwen. Ik denk dat het daarom was dat ik me deze naam herinnerde: de kenismaking met het Nederlands van zovele eeuwen terug. De titels van zijn werken zijn juweeltjes en de inhoud diende als richtlijnen voor zijn medebroeders, de begijnen en gewone gelovigen: dat rijcke der ghelieven, de gheestelike brulocht, vanden blinckende steen, vanden vier becoringhen,vanden kerstenghelove, vanden seven sloten, vanden seven trappen, vanden twaelf beghinen, boecsken der verclaringhe.... Als je de titels bekijkt denk je meteen aan de albums van Suske en Wiske. Kennismaken met deze Jan? Doe dan de 'Ruusbroec' wandeling in Vlaams-Brabant. Met het Zoniënwoud als centraal punt, het arboretum van Groenendaal met zijn 400 soorten bomen, allemaal dichtbij Hoeilaart. Dat is de streek van onze heilige van de dag, die daar in het bos en klooster zijn gedachten neerpende. Een gezonde omgeving, toen en nu. Voor al mijn lezers een gezonde wandeling die misschien een inspiratiebron kan zijn.
|